De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 24 mei pagina 10

24 mei 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

jjjgjjf^^^^^^^^^^^^^^ 'ij ? ' 1' 10 DE A M STERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1352 dankbare taak, te aanvaarden. Door aaneen gesloten optreden zal van de amerikaansche dollarkoningen den hoogen prijs verkregen kunnen worden, waarop zij zelve deze jjn tsxeeren. Of anders zullen de aandeelhouders, na afloop van den yoting trast, een directie kunnen aanwijzen, die hun verzoeken zal de diridendenschaar te gebruiken. De Wabash mag zich ook in steeds toe nemende ontvangsten verheugen. De 2e week van deze Bloeimaand, deed de bruto- ont vangsten 100000 dollars stagen boven die van dezelfde week in 't vorige jaar. Hierbij doe ik opmerken dat die week van dat jaar, de bruto's 25 000 dollars had doen stijgen boven die van dezelfde week in 't daaraan vooraf gaande jaar. Ook de Reading gaat, ondanks de werk stakingen, die een niet gering verlies hebben gebracht, vooruit. Dit is vooral te danken aan de omstandigheid, dat naast het steenkolenvervoer, dat van andere handelsartikelen be langrijk vermeerdert. De samenwerking tnsgchen de anthracietmynen is verzekerd. Dit is met 't oog op de vroegere zeer lage vrachttarieven, tengevolge der concnrentie, van groote beteekenis. In verband met de betrekkelijke opmerking in de vorige kroniek, wijs ik op den vooruitgang in den koen der Mexico-syndicaten en wel van 89% tot 95. Naar ik hoor wordt van engelsche zyde in de laatste dagen nog al wat gekocht. De enropeesche Staatsfondsen geven geen reden tot bijzonders opmerkingen, 'k Mag evenwel niet vergeten, dat Portugal al gauw gebruik zal maken van zyn versterkt crediet om 4 millioen pond op te nemen. Een gedeelte van dit bedrag zon dienen tot het aanwenden van pogingen om den wisselkoers te normaliseeren. Dat klinkt aardig, maar laat ik nadere berichten afwachten. Yan de buiteneuropeesche Staten vraagt Braziliëom 5M millioen pond, in 5 pCt. obligatiën groot o. m. 100 pond tegen den koers van 90 pond. De inschrijving kan plaats hebben van heden tot Maandag 25 dezer. Voor deze leening die vooral dienen moet voor be langrijke haven- en dokwerken te Rio de Janeiro, z\jn bijzondere inkomsten verbonden. Be netto inkomsten van de haven, nadat de werken voltooid zijn, de in San t os ontvangen rechten als basis aannemende, zullen bedragen 650.000 pd st, voortspruitende uit de rechten voor het lossen, de pakhuishnren, haven- en kaderechten, etc. etc. ongerekend de vermeer dering ontstaan door de natunrly'ke ontwik keling van den handel; gedurende de uitvoering der werken wordt gerekend echter op eene ont vangst van 100.000 pd gt, van de bestaande pakhuizen en dokken van de Melhoramentos Company welke zullen genaast worden, en buitendien op 450.000 pd st. te verkrijgen uit de rechten tot 2 pCt., op de geïmporteerde goe deren, gebaseerd op het gemiddelde van de laatste 5 jaren en gerekend tegen den koers van 12 pence per Milreis, De regeering zal dit bedrag voor den dienst iilliiiiliiiiiiiiiiiHiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHmiHiiiiiinnnii» Mgne Heeren! Op uw herhaalde vraag aan mijn dier baren man wat toch de reden mocht zijn hij uwe brieven onbeantwoord liet en m zulke belangrijke dagen als nu achter ons liggen de lezers van de «Groene" »zijn on misbare raadgevingen onthield", mag ik u dan eindelijk eenig bescheid geven, maar u zult mij gelooven mijne heeren het mij ook nu nog moeite kost u zoo als mijn Julius het wil >opening van zaken" te doen, want wat er sedert den Sisten Januari noodlottige voor het vaderland mag gebeurd zijn de rampen die ook u met droefheid overstelpten, hadden geen hand water bij het leed en de smart die in onzen kleinen kring heerschten en mij en mijne dochter meermalen de vertwijfeling nabij gebracht hebben. Ik behoef het u niet te zeggen hoe de eerste spoorwegstaking zijn gestel al ge schokt had u zal dat van de buiten wacht wel vernomen hebben en misschien weet u ook de Minister hem per tele graaf te dringendste verzocht had naar Den Haag te komen vóór de laatste ge legenheid daartoe was afgesneden en hij bereid als altijd om het land van dienst te zijn het toen niet verder heeft kunnen brengen dan Haarlem waar dominee Hugenholz hem heel onzacht en onwel voegelijk gedwongen had uit te stappen, maar die dan toch uit deferentie nog een vigelante had laten voorkomen om hem weder naar de Bocht terug te rijden. O mijne heeren, wat was U gelukkig u mijn man toen bij zijn thuiskomst niet de sleutel in het slot van de huisdeur'hebt zien steken ten minste hem dat niet hebt zien beproeven te doen. Hij was zóó ontdaan dat hij met zijn bevende vingers het gat niet kon vinden de krassen in de verf zijn nog aanwezig, hevig ontsteld bij de gedachte van na zulk een vernedering zijn vrouw en dochter te zullen ontmoeten, beeft hem waarschijnlijk een kleine attaque getroffen want zoowat kwart over vijven schelde de politie aan die hem op de stoep zag staan ZQO schuin met het hoofd op den arm tegen de deurpost geleund en met zijn tanden ontbloot als had hij in bet hout van den stijl willen bijten, u begrijpt hoe ik schrikte, ik schrijf ik want Thérèse was niet thuis en toen Jacob mij kwam roepen stond mijn lieve man alweer in den gang aan den rechterkant half gedragen door den agent en steunend "op zijn rotting daar Jacob hem n iet onder de anderen arm had durven vatten omdat hij zich herinnerde hoe het hem ten strengste der leening aanwenden, in zoover dit benoodigd zal zijn, maar na het vierde jaar zullen er inkomsten ontstaan door de verbeteringen van de nieuwe haven, welke inkomsten jaarlijks zullen toenemen in verhouding tot de uitbrei ding der werken. Let ik op den koers en op de namen onder wier bescherming deze uitgifte geïntroduceerd wordt, dan twijfel ik niet aan goed succes. De Venezuelanen konden, onder den invloed van het conversiebericht der vorige week van 36 tot 37 & avanceeren. Sedert de Groene de belangstellende vraag stelde aangaande den koers der aandeelen Vorstenlanden stegen de commors van 38 tot 41* «n de pref. van 120 tot 122K. 'k Deed deze vraag in verband met de groote afschrij vingen die gedaan zy'n en de verbetering van de suikerpryzen. 'k Hoop de volgende week nadere mededeelingen te kunnen doen. Aan gaande de suikerpryzen doe ik opmerken dat volgens gerucht, de Nederlandsche Handelmaatschappij en die kan 't weten 't niet meer noodig zou oordeelen om de suiker reserve langer te reserveeren. Om deze reden zou een gedeelte hiervan gebruikt worden om 9 pCt. te kunnen uitkeeren. Ook 't jaarverslag van de Westersuikerraffinadery spreekt gunstig over de luikerpryzen in verband met de goede gevolgen van de Brusselscbe conventie, waarvan de besluiten l September a.s. in werking treden. In de tabaksgroep blijft 't treurig, droevig, donker, voor de maatschappijen van den 13en en den 4en rang Nu vele van deze waarschijnlijk zullen worden geliquideerd herhaal ik, aan het adres der groote maatschappijen wat n en twee jaar geleden in deze kolom meermalen werd betoogd, vormt nu een trust of welken anderen vorm dan ook, voor eendrachtig op treden, die de belangrijke Nederlandsche tabaksmarkt tegen vernietigende, unfaire con currentie beschermt. De Groene heeft dit 't allereerst, ook de Indische petroleum-onder nemingen toegeroepen. Menig vooroordeel moest overwonnen worden. Toch is eindelijk de samenwerking ook met vreemde onder nemingen verkregen tot voordeel van alle. Sedert de vorige week verbeterden de aandeelen Moeara van 88^ tot 89% pet. Een geheel andere Indische onderneming, de Ned. Indische spoor zag hare aandeelen van \ 197 tot 201 verbeteren; het dividend valt niet l mee. Voorgesteld wordt 10 pCt. uit tekeeren, j terwijl het vorige jaar 12,4 pet. werd uitbetaald. Ten slotte spreek ik de hoop uit dat spoedig mag worden vermeld, dat de provinciale com missionairs, wars van kleingeestige jaloezie, de beide aanvankelijk gevormde vereenigingen tot o groot geheel hebben doen fusioneeren. Scheurleer, Bloembergen en de Bank van de Prinsenstad zal 't niet moeiel\jk vallen 'n kloek besluit te nemen. ADVERTENTIE M. Wie geregeld dagelijks mond en tanden met Odol [ j reinigt, waarborgt A zijne kiezen zeker voor holworden. 7na&zonb<m IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIII . B. 0. M. de B In een der vorige nommers komt een artikel voor van Lux over begrafenisfondsen, waarin aan het slot onze vereeniging en vooral het bestuur in een zeer verkeerd daglicht gesteld worden. Daartegen wensch ik ten sterkste te protesteeren. U. B O. is hoegenaamd geen levensverze keringmaatschappij. Zij is eenvoudig eene onderlinge liefdadigheidsvereeniging van rijks-, provinciale- en gemeente-ambtenaren, die, op het voetspoor van meer dan honderdjarige zusterverenigingen, enkel ten doel heeft, de vroeger veelvuldig voorkomende bedelliisten te weren. Zij bestaat reeds 32 jaren en heeft in dien tyd ongeveer 500 maal veel leed en kommer verzacht. Het bestuur ontvangt voor de omvangrijke werkzaamheden, verbonden aan eene administratie van circa 2500 leden slechts een schijntje voor zijne moeite. Het is er steeds op uit voor de belangen van de vereeniging te waken en leeft geheel met de leden mede. Voor een paar jaar b,v. heeft het aan de leden o. m. de vraag voorgelegd of de vereeniging omgezet moest worden in eene levensverzekeringmaatschappij. Met eene ver pletterende meerderheid van stemmen is die vraag ontkennend beantwoord. Nog geen 3 pCt. der leden was daarvan gediend. In plaats dat de minderheid zich nu bij de uitspraak van de meerderheid nederlegt, gaan enkele malcontenten in de pers allerlei onjuist heden en verdachtmakingen omtrent de ver eeniging en het bestuur mededeelen. Er wordt op gehoopt, dat da suggestieve kracht van het imiuititiillttltttttlltiniHitll lilHllllllllMlllillllliiimililltlllllI verboden was Brommeijer ooit aan te raken voor hij eerst daarvoor zijn handen had gewaaactien. Ik zal u niet vervelen met een opsomming van alles wat daarop verder geschied is toen Thérèse thuiskwam, van een five o'clock tea bij haar vrien dinnetje Meinesz lag mijn lieve man al in bed te slapen en een paar uur later kon hij weer opstaan maar vertelde ons niets van wat hij ondervonden had, dat ging blijkbaar nog boven zijn macht maar den volgenden dag kwam er bij stukken en beetjes wat los en toen tegen den middag Van Tienhoyen hem opzocht die volstrekt niet wist mijn mau de avond te voren meer dood dan levend thuis was gekomen Ontstond er een heel druk en opgewonden discours zoodat ik nog even tusschen beide moest komen en het geluk had Van Tien hoven een wenk te kunnen geven wat de slimme man dadelijk begreep zoodat hij bet gesprek van de spoorwegstaking af bracht O]D de duinwaterquestie, die onder hem nooit zou ontstaan zijn omdat hij voor zoo iets ontstond het al zou hebben opgelost. Eerst bij het uitlaten kon ik Van Tienhoven alles vertellen en met hem overleggen hoe verder te handelen, hij raadde müten sterkste aan een professor te laten komen maar toen ik hem ant woordde büeen patiënt als mijn lieve man het verschijnen van een professor hem zou kunnen doen denken er gevaar bij was wat de kwaal zou doen verergeren, gaf v. Tienhoven toe en zei wacht u daar dan nog maar even mee eerstdaags kom ik terug kwanswijs met een vriend van me om zijn kennis te maken. Zulk een list was juist iets voor het goede hart van onzen vriend maar ik geloof ze niet eens noodig zou geweest zijn als er niet wat anders was gebeurd spoedig daarop want mijn beste man begon al aardig bij te komen en sprak over het gebeurde heel redelijk schreef zelfs een brief naarBoissevain op Drafna om alles wat hem weder varen was meetedeelen en betoonde zelfs lust in scherta met te zeggen ook nu weer een ongeluk niet alleen is gekomen aangezien Charles die uit zijn wagentje was gevallen »nu ook niet het publiek kon voorlichten, dat daardoor al te erg in de duisternis bleef" of zoo ongeveer. Maar dat was niet meer dan een vlaagje van stilte voor den storm, Woensdag kwam het Ochtendblad en daar moest hij lezen, dat wel vier duizend arbeiders op de Beurs; waren gekomen en de gaswerkers de kraandraaiers hadden geholpen en al dat volk niet langer wilde wachten op inwilliging van hun eischen dan tot Maandag aanstaande. O mijne heeren wat u zelf gevoeld moet hebben bij het lezen van dat bericht ik zou het mij niet durven voorstellen maar ik wil u wel zeggen mij zwakke vrouw ging daarbij een zwaard door de ziel nog scherper dan toen ik eens onverwacht thuis kwam en twee van mijn hooien een in mijn eigen en een in Thérèses japon met hun vrijers in mijn salon een fleschje Marasquin vond zitten drinken, maar wat moest dat voor mijn man zijn! Wie hem kent in zijn edele verontwaardiging behoef ik niet alle woorden te herhalen die over zijn lippen kwamen, hij had het staan lezen en viel zoo op een s achterover in zijn fauteuil en verscheurde de krant die hij uitgeslagen voor zich in de han den hield in tweeën. Het Janhagel op de Beurs riep hij uit, op mijn Beurs versta je dat Julia, versta je dat Julia ? Julia versta je dat? 4000 van die kerels die bij dozijnen neer zouden vallen als wij ze niet uit de hand wilden voeren dat gedierte dat je uit barmhartigheid niet dood trapt. Dan zweeg hij weer een poosje stampte met de voet op de grond of sloeg zijn handen voor het voorhoofd en als hij iets zei bepaalde hij zich tot een herhaling van het feit in deze kernachtige woorden dat canaillepak op mijn Beurs. God zal me wreken! Eens zweeg hij wel tien minuten achtereen met zijn kin tegen zijn borst gedrukt zijn oogen waren bloederig en zijn gezicht erg opgezet, maar sprong toen plotseling op en riep dat is nu de zwaar ste vorm van de Egyptische plaag: het stof dat wij groothandelaars daar van onze schoenen hebben geschud werd ja mijne heeren ik zal het woord maar noemen omdat het uit zulk een reinen mond kwam en het staat toch in de bijbel ook, het stof werd luizen. Zoo lag hij nu en dan nog enkele verklaringen af, die voor 't meerendeel tengevolge van zijn zenuwachtige over spanning niet geheel verstaanbaar waren, 't duidelijkst vernam ik nog: dat werk-tó^ op mijn beurs .... maar dat is de revolutie! de aarde draait niet meer om zijn as, de Noord- en de Zuidpool willen mekaar onder de linie ontmoeten.... maar dat zal ze opbreken! En even later na een pauïe daar zijn nog rechters te Berlijn ja, schavuiten ook geweren, ik hoor ze al se bieten daarop stapte hij naar het haardstel greep de pook hield die voor zich uit als een geweer dat hij aanleide en maakte daarbij een afschuwelijk geluid van pang, pang, pang, pang, liep pp mij toe en zei... nou maak je maar niet ongerust Julia ik zie ze al vallen .... Welke oogenblikken ik toen en ook daarna heb doorleefd zal alleen zij kunnen besefien die haar man zoo zielslief heeft als ik de mijnen, want meer dan wreed was het iemand van zulk een verheven geest, die wel eens kras was in zijn uit drukkingen omdat hij ook zoo krachtig van denken en sterk van overtuiging was maar overigens geen schepsel kwaad zou doen, haast van zijn zinnen beroofd daar te zien te keer te gaan als een halve duivel. Ach mijne heeren wat is de mensch ook de voortreffelijkste als hl} voor een moment wordt losgelaten en in de volgende dagen bleek dat met mijn dierbaren man waarlijk zoo te zijn hij deed niet anders dan door de kamer wandelen haalde twee jacht geweren en een pistool van zijn slaapkamer naar beneden, plaatste dan het eene en dan weer het andere achter de overgordijnen van de huiskamer lei het pistool op de brandkast en soms ook in de brandkast liet Jacob een oude sabel poetsen, zong dan «Wie heeft de muitzucht perk gesteld ? Chassé!", dat hij nog van zijn vader geleerd had die den tiendaagschen veldtocht had meegemaakt, en dat mijn Julius in de eerste jaren van ons trouwen nog wel eens neuriede, maar nu heel luid doch hij was overigens naar omstandigheden vrij rustig en wij hielden ons ook stil tegenover de buiten wereld zelfs tegenover v. Tienhoven die ons dat niet kwalijk heeft genomen want zoo zei hij later, gelukkig dit geval zoo weinig merkbaar is geworden, de stemming van het publiek tegenover de stakers is natuurlijk heel vijandig maar als dat geweten had zij de eer van ons vader land het sieraad van de stad de koning van den Bocht in zoo'n deerniswaardigen toestand hadden gebracht en daardoor ook u mevrouw en uwe dochter Thêrese ik stond voor de gevolgen niet in al heb ik een onbepaald vertrouwen in Boellaard, in Bergansius en de stadscommandant. Maar juist Van Tienhoven was het die het eerste het ontzettend bericht ontving en dat van niemand minder dan van gedrukte woord haren nadeeligen invloed zal laten gelden, twist en tweedracht onder de leden zullen uitbreken en toetreding van nieuwe leden tegengegaan zal worden. Maar gelukkig is het tegendeel het geval. De groote meerderheid der leden, die terecht het volle vertrouwen in bet bestuur stelt, blijft vast aaneengesloten en wordt juist door het optre den F der anonieme bestrijders tot meerdere activiteit geprikkeld. Zoo wordt juist uit het kwade alweer bet goede geboren. Naar aanleiding van eenige verdachtmakende, afbrekende artikelen van een anoniemen inzender, schreef de hoofdredacteur van De Telegraaf in zijn blad van 4 April j 1., toen hy volledig inzage kreeg van verschillende stukken op U. B. O. betrekking hebbende, o. a : »Wy kunnen op die aanvallen als behoorende tot een afgesloten periode niet terugkomen, evenmin als wy geneigd zy'n nieuwe in ons blad op te nemen vnn wien ook »De vereeniging U. B. O. wij hebben de overtuiging reeds vroeger opgedaan, toen ons verzocht werd er een oordeel over uit te spreken en ons tot het vormen ervan allerlei docu menten gezonden werden is op geen enkel punt aantastbaar wat aangaat de officieele inrichting, de verslagen, de geldbelegging en al die zaken, welke tot een richtig beheer bebooren. De' leden van het bestuur, die zich voor deze zaak veel moeite getroosten, behooren daarvoor dank in te oogsten; zeer zeker is het ongepast hen in het publiek of op andere wijze in hun zware taak te bemoeilijken." Ik hoop, M. de R, dat ook u zal willen medewerken om niet toe te laten dat onze schoone vereeniging in uw blad verder afge broken wordt. Dit kan u doen door voortaan alleen onderteekende stukken op te nemen en de belagers te noodzaken met open vizier in het strijdperk te treden, Tot zoolang veroorloof ik my nog te teekenen, icn lid van de U. B. O. onzen geëerden minister Z. Ex. Kuyper die hem een brief geschreven had waarin hij hem mededeelde mijn man hem Donderdag per expres bestelling dringend verzocht, had hem die (legenst)k te willen overzenden welke hij verleden jaar zomer bij zich had toen hij bij ons aan huis over de keus van een minister van oorlog was komen raadplegen. Kuyper zei Van Tienhoven heeft terecht begrepen er iets niet pluis moest zijn bij iemand die hem op dit moment en in zijn tegenwoordigen levensstaat om zijn civiel wapen kwam vragen, en dat vooral »overmits die vrager een burger is, die materialistisch-hyper bolisch gesproken voor geen millioen degen stokken opstaat." Dit laatste neem ik letterlijk over uit Kuypers brief die Van Tienhoven mij t<>t een aandenken aan zulk een eenig droevig geval heeft achter gelaten. Uwe en onze vriend had al dadelijk prof. Winkler medegebracht als een specialiteit in zielziekten ofschoon dit geval zoowel om de oorzaak van de ziekten als om de persoon die het betrof een unicum verdiende te heeten. Het advies was wij dadelijk, ver van Amsterdam buiten het strijdgewoel dat nog veel heviger kan worden rust en afleiding voor den patiënt moesten zoeken en al zou ik u dat alles wel in bijzonderheden willen meedeelen laat het voldoende zijn u te zeggen wij 17 Februari in de nabijheid van Mentone zaten, niet waar mijne heeren gij ontslaat mij er van u omtrent verdere bijzon derheden in te lichten want u met uwe meewarige harten begrijpt wel nu ik aan dat alles weer moet denken vallen er tranen uit mijn pen. Alleen vermeld ik nog dat wij aanvankelijk teleurgesteld waren daar wij zoo gaarne gezien zouden hebben Van Tienhoven ons naar Mentone verge zelde maar hij kon niet hij moest dage lijks te Amsterdam zijn om de noodige maatregelen te nemen nu ook mijn lieve man niet kon medewerken tot het behoud van de orde en de rust en het speet hem zelf ook niet weinig, want zei hij met mijnheer Brommeijer op reis te zijn is zelfs als hij van streek is een groot genot maar zijn plaats werd weldra misschien nog beter ingenomen door Bohringer. Dadelijk was Die bereid met ons mede te reizen en alles te doen wat noodig was om mijn lieven man onder dak te brengen geheel zooals de professor het had voorge schreven en van het eerste oogenblik al hij met hem in aanraking kwam merkte ik al eenige ontspanning en dat ging zoo door zoodat we nog geen veertien dagen in ons hotel waren dat ook een sanatorium kan heeten of het geregeld denken was weder hersteld, maar dat kon wel niet anders want de vredige ziels en lichaams toestand en de zachte aandoenlijkheid van Böhringers geest moesten wel heilzaam werken iets wat ik van v. Tienhoven lang zoo zeker niet had durven hopen daar hij wel even hartelijk en aan mijn man gehecht als onze oude biechtvader toch bij zijn gemoedelijkheid soms door zijn uiterlijk den indruk kan geven van mager en kwaad en u weet wel mijne heeren hoe gevoelig zenuwzieken op dat punt kunnen zijn. Gelukkig kon hij ons tot in April gezel schap houden en mag ik zeggen mijn man na zijn vertrek als reconvalescent in kracht en kalmte steeds is blijven vooruitgaan en toen Boissevain kwam en eenige dagen met hem mocht doorbrengen, van welke gelegenheid Théièse profiteerde om een uitstapje naar Genua te maken scheen hij ook voor mijnheer Charles weer geheel de oude alleen had hij volgens hem soms nog iets meer gemoedelijks in zijn stem en zijn woordenkeus als vroeger, wat vooral uit kwam als hij haast vleiend zei dat de hemel toch wat bijzonders met dat ongeluk moest hebben voorgehad, want was jij niet toentertijd uit je hitten wagentje gewipt dan zou jij _ mij hier nu niet zulke heerlijke oogenblikken van samenzijn hebben kun nen verschaffen en dan stak hij hem wel eens zoo maar de hand toe alsof hij zeggen wilde je komt hier dus ook wel tot voljedig herstel van dien schok maar ik ken je lieve vriend, onbewust heb je je schouder gekneusd en je arm gebroken om mij. ?Maar ook na het vertrek van Charles Boissevain dat voor-verleden week was is hij onafgebroken blijven aansterken en nu over een week of drie hopen wij naar de Bocht weder te keeren zoodat mijn lieve man dan niet alleen aan de zijnen maar ook aan stad en land teruggegeven zal zijn, houd ik voortdurend mijn hart vast maar tot dusver heeft hij de proef glansrijk doorstaan want wel komt er in zijn woor den soms iets neerslachtigs en naargeestige voor. maar dan gaat hij weer buiten zit ten om naar de zee te kijken en dit mon tert hem zoo op. God Julia zei hij gister nog, ik geloof je als Amsterdammer naar hier moet komen om te gevoelen hoe gezegend je bent want wat ze ook bluffen op dat blauwe water daar voor je ik geel je een heele zee er van present voor een kubieke el of wat van dat grauwe groene huiselijke nat bij ons in de Bocht en zou je wel wilen gelooven een apteekersfleschje er van, van meer kapitaal spreekt dan honderd okshoofden hier van dat dunne magere vocht Maar dan komen er toch ook weer momenten van triestigheid, zoo hoorde ik hem zuchten. Ik Brommeijer hier te moeten zitten bij die sardientjesvisschers als te Amsterdam, de nieuwe Beurs bezocht wordt door de Koningin is dat niet een wereld-parodie? Hoe moet dat gaan? Wie zal de Koningin ontvan gen ? Ken jij Julia een figuur niet zoo maar alleen een koopman maar eea figuur die representeert? Ja was het LiHungChang die gecomplimenteerd moest worden ik zou zeggen neem Hendrichs weer met zijne geele vest of was het de gouverneur gene raal, je kon het met Heidring doen die van en voor Indie leeft; maar Wilhelmina onze geëerbiedigde koningin. Wat zullen ze me zoeken en ik ben er niet. Ik hoor de Ranitz al aan Dumonceau vragen waar zit mijnheer Brommeijer toch ? Al nemen zij de beste die zij hebben.,.. heel het hof zal denken, hoe is 't mogelijk bij een plechtigheid als deze met zoo'n snuiter voor den dag te komen en was er dan in heel Amsterdam geen anonymus te vinden om hem als een Mercurius aan te kleeden, die een beetje past voor het geval! Als «ij mij dan niet hebben laten ze dan den God zelf nemen, ik twijfel niet of H. M. zal wat door de vingers willen zien. Aan zulke uitlatingen moest ik wel be merken welk een strijd hij in zijn binnenste voerde maar gelukkig geen enkele maal is het bij hem opgekomen tegen het verbod van den dokter zelf naar Amsterdam te gaan en terwijl hij maar altijd door even redelijk bleef redeneeren over zijn persoon en de zaak heeft hij ook in 't geheel de oude Beurs niet genoemd, zoodat ik gerust durf aannemen de oorzaak van zijn kwaal buiten zijn herin nering ligt, maar dat maakt mij wel een weinig bezorgd bij de gedachte hij in Amsterdam terug gekomen dat af schuwelijk ontheiligd gebouw weer zal moeten zien voor hij naar zijn nis op de nieuwe beurs gaat die hij vóór zich heeft laten huren en daarom was het mijn dringend verzoek of u met mijnheer Bois sevain en uw andere vrienden al uw invloed wilt aanwenden om den bron van zooveel ontroering en verdriet voor mijn lieven man, voor mij en mijn dochter, nog vóór onze terugkomst te laten amoveeren, heusch u weet niet welke dienst u ons daarmede zoude bewijzen gelijk aan onze beminde stad en ons geliefd vaderland als deze vlek op onze geschiedenis op die wijze voor goed werd uitgeveegd wat we nu toch ook wel ter eere van Brommeijers naam ver plicht zijn. Ik zou u dit alles niet verteld hebben als ik niet wist hoe u door jaren langen omgang en geesteseenheid voor mijn lieven man als voor u zelf gevoelde en dus een bescheiden gebruik, van mijne mfededeelingen zult maken, komt er geen rechute dan hopen wii 15 Juni aanst. geheel weder dezelfde te zijn zoodat mijn lieve man dan zelf mag schrijven. En nu moet ik eindigen hoogachtend in haast Mentone, U we getrou we dien aresse, 14 Mei 1903. JULIA PR. B. GOEDHAKT. P.S. Ik vergat u nog te melden van morgen een schrijven is gekomen van minister Kuypers particuliere secretaris mijnheer de "Wilde om een bezoek van minister Kuyper aantekondigen die expres daarvoor enkele dagen buitenlands is ge gaan, waaruit gij kunt zien kabinet waar schijnlijk door v. Tienhoven nader is inge licht, en daar Z. Exc. eerst eene audiëntie op het Loo heeft gehad zou het mij niet verwonderen dit in verband stond meteen plan van den Prins-gemaal om bij het bezoek van de Beurs aan den Handel de buste van Julius Pruttelman Brommeijer te beloven door Pier Pander want er zoo iets in de lucht zat had ik al vernomen uit een brief uit den Haag die ik tot nu voor den lieven patiënt geheim heb gehouden om hem niet te schokken, laat het in ieder ge val voor den handel een verrassing blrjven. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl