Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER VEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1352
Tentoonstelling in Arti.
n.
Het overzicht van een officiëele tentoonstel
ling maakt het toch duidelijk genoeg, dat het,
met uitzondering van eanige werken, al te
omslachtig en bovendien eentonig zou zy'n,
een bespreking te geven der schilderyen
afzonderlyk. De noodzakelijkheid dringt zich
dan op, te gaan generaliseeren. Dat kan ook
wel niet anders by zoo'n rnim aantal inzenders.
Daar zy'n verscheidene werken, die onderling wel
zooveel gemeens hebben, dat ze onder rubrieken
zyn samen.te vatten.
Eerst een rubriek geheel waardelooze kunst;
schilderyen die zelfs niet leely'k zy'n te noemen,
ik bedoel die zelfs niet de jammerlijke
verschyning maken van een mislukking; doeken met een
laagje verf besmeerd, of bestreken of zorg
zaam bedekt zonder eenige redelyke bedoeling;
voortbrengselen die in zooverre merkwaardig
zyn, dat ze kunnen dienen als proeven van
zelfs naar den schy'n geheel machtelooze
schilderij-makers.
Dan een rubriek atelier-kunst; deze is de
allergrootste en daarby zyn nog verschillende
onderafdeeliugen te maken. Maar al de ver
tegenwoordigers hiervan komen daarin overeen,
dat by hun werken slechts in zeer geringe
mate een persoonlijkheid zich onderscheidbaar
maakt, 't Zyn alle meedry'vers in een richting,
die zonder voormannen hulpeloos zouden zyn
van beweging. Allen hebben zich op meer of
minder verdienstelijke wy'ze de
beroepshandigheid eigen gemaakt en een zekere ervarenheid
van de middelen, die toepasbaar zyn om een
toonbaar schilderij te maken.
Uit de kunst van alle ty'den kan deze
categorie gelicht worden, en ook daaronder
kunnen nog wel zoogenaamde «meesters" ge
bracht worden wier werken dan nog voldoende
kwaliteiten hebben om door het nageslacht
gewaardeerd te blijven. Zy schilderen minder
omdat zy er toe gedrongen worden uiting te
geven aan een gewaarwording die zy geheel
in zichzelf ontdekten, maar eenvoudig om een
schilderij te maken op goede aansporing van
anderen. En hun werk kan dan dikwyls
innemend en waardeerbaar zyn. Want al is
hetzelfde waarop zy doelen oneindig veel
volkomener en mooier gegeven door hen,
die hun toonbeelden zy'n, hun vakvaardigheid
wordt dan toch een'aanlokkelijke schy'n bijge
zet door verfijning van zien en ontwikkeling
van begrip, wel volgens een traditie maar een
traditie die nog vruchtbaar doorwerkt. Zoo
worden er heel wat schilderyen gemaakt, die
in afzondering op een atelier gezien, wel een
gunstig woordje ontlokken, en die ook in
vereeniging met andere, op een tentoonstelling
den pnblieken smaak van schildery'-mooi onte
genzeggelijk een eindje verder op den goeden
weg kunnen leiden.
Op alle tentoonstellingen en ook weer hier zyn
er aldus verscheidene schilderyen te noteeren
als aanbevelenswaardig voor de bezoekers.
Ik noem er slechts enkele als de werken
van Arntzenius, Kleintjes (No. 109), Weyns,
Jansen (97, wy'l minder rauw dan gewoonlyk),
Kuypers (No. 122), Hanau (met een
teekening van die paar aardige huisgevels op de
Baangracht), Huik, Scherrewitz, Van Bloem,
Van Oosterzee, Smissaert (188, toch iets
van eigene opvatting hierin) Frankfort,
Langeveld, Doorjewaard etc. De twee laatste
verdienen hierby in 't bijzonder opmerking.
Dooyewaard heeft een talent van vlot schil
deren en een oog voormooi-kleur-en-toon-zien,
waarom hy door veel collega's zeker zal beny'd
worden. Alleen is er hier W. E. Roelofs, die
met niet minder capaciteiten van losse factuur
en bijzondere levendigheid van kleur een stil
leven van visch geschilderd heeft. Dit is een
van de meest aantrekkelijke schilderproeven
op de tentoonstelling.
Eén andere afdeeling uit de rubriek
atelierkunst, en minder sympathiek, wordt gevormd
door de schilders, die hunne vaardigheid hoofd
zakelijk aanwenden tot het maken van vertoon,
of het uitspelen van vermeende artistieke hoe
danigheden. Zoo Wy'smuller, al heeft deze dan
ook wel eens meer gelukkige oogenblikken,
maar vooral schilders als Hey'berg en Gorter.
Boven de aanmatigende vryheid van
artistiekerig verfgesmeer van eerstgenoemde, zyn
dan toch wel te prefereeren de bescheidener
opgezette soldatenstukjes van Krabbé. Deze
is er ten minste in geslaagd, zekere
natuurwaarheid te geven in actie en gelaatsuitdruk
king by zyn kaartspelende matrozen. Gorter
declameert met groote gebaren, geeft nu een
grotesk beeld van de wijde heidevlakte waar
op enkele berkeboompjes: een werk echter
zoo loos van inhoud als een panoramaschil
dering. Dan aarzel ik niet onder deze rubriek
te brengen de werken van twee schilders,
overigens van erkend talent, Bastert met no. 7
en De Bock met zyn kwasie kloek maar
decoratief opgemonterd schilderij «Avond". In
de lucht zyn eenige goede gedeelten, maar in
al 't andere is de ydele zelf behagelykheid van
een zich wetende breed borstelende
schildertrant. By Bastert moet echter opgemerkt worden
dat hy nog een andere schildery inzond, een
sneeuwlandschap met heldere blankheid, waarin
hy zich rehabilliteert. Tholen zond een schil
dery', dat zeker wel van groote zorgzaamheid
in het braaf acheveeren getuigen kan; correct
in alles, doch tam; zoo ongeveer als een
confectie-werk. Ik bedoel hier zyn Havenhoofd
te Enkkuizen; >Zomernacht" is echter ook een
werk met garing temperament.
Nu ik toe li aan 't afdwalen ben naar de
meer gerenommeerde schilders, moet ik er op
wy'zen dat Karsen wel een schilderijtje zond,
merkwaardig als zyn opvatting van een
buitenhofje tusschen de bergen van Zwitserland,
maar dat hy met zyn Amsterdamsch grachtje
teleurstelling bracht. Zyn naïviteit van vorin
zien, al uit ze zich wel eens op by'na onbe
holpen wy'ze, bekoort echter steeds als kenteeken
vau stille ontroering. Hier echter raakt hy
tot conventie van zichzelf; by' die boomen
hangt de bladertooi over takken en stam als
een jas over een kleerstok. De Josselin de Jong
geeft daarentegen voor den zooveelsten keer
een tafereel uit de yzergietery, dat
aannemelyker is voor appreciatie dan vroeger. De
voorstelling is veel minder tooneelmatig, de
teekening niet zoo hinderlyk kranig; twee
mannen zyn daar gewoon «en besogne" in zoo'n
inrichting en omgeving, in een actie zonder
pose. Toch is ook hier voor my een persoon
lijke visie van zoo'n omgeving met frappante
iicht- en gedaanteverschyningen nog slechts
zeer flauw merkbaar. Bij zyn paarden in Lim
burg leeraart hy weer te veel in 't teekenen
en ik vroeg me wel af voor een schildery van
H. van der Poll, »Een indringer" of deze gede
tailleerde vormuitlegging niet deugdelijker tee
ken werk was.
Het Seine- paard van Maks is een mislukt
ding; het laat toch nog raden, dat de maker
iets mooiers bedoelde dan de Josselin de Jong.
Isaac Israël s exposeert een zich schminkende
acrobate op levensgroptte, een schildery, nu ja,
waar wel wat mooi'g in is, maar toch niet van
den aard om deze uiting een houding te leenen.
Maar ik ben nu een beetje aan 't afdwalen
van my'n rubriceer-systeeapje. 'k Gaf er ook
niet meer van dan een zeer onvolkomene
proeve; er is daarby nog veel te splitsen en
in te deelen; ook moet er daarna,
rechtvaardigheidshalve, nog erg zorgvuldig gewogen
worden de zwaarte van onderscheiden hoe
danigheden. Nu wil ik nog even doen bedenken,
dat er ook zy'n die zich verstout hebben van
de groote kudde af te wy'ken, wy'l zy af keerig
werden van dat gemeenschappelijke grazen.
Zy hebben er nu een* van afgezien om langs
?gebruikelyken weg", kwaliteiten na te jagen
die welhaast gemeengoed zy'n geworden. Ze
ondernemen het meer in zich zelf te keeren,
hun schildersneigingen ernstig ter verantwoor
ding te roepen, den zin te doorvorschen van
het al te zeer geweten picturaal aantrekkelijke.
Daarom gaan zy geheel op den weg terug,
niet zonder gevaren zeker! om hun
eigene wy'ze van uitdrukking te vinden, 't Is
wel jammer dat Voerman en Floris Verster zoo
zelden inzenden; ook Witsen, van wien ik
dezer dagen een zeer belangwekkend schildery
in de uitstalkast van Wisselingh zag. Alleen
is er Nibbrig, die byna geregeld exposeert in
Arti en nu ook weer behalve zyn reeds ge
noemde vrouwekopje, twee landschappen zond.
Tegelijk heeft ook Breman die reeds in zien
en werkwyze zich in zy'n sfeer bewoog, maar
nog met matige uitkomsten, een schilderytje
tentoongesteld, dat als proeve van
zonlichtstraling over een open land waar gehooid is, vry
zuiver doel heeft getroffen.
Moge ik nu met deze enkele opmerkingen
er mee volstaan een verslag te hebben uitge
bracht over deze Arti-tentoonstelling.
De ty'd ontbreekt me langwyliger te gaan
visschen naar inzendingen die, deze
verdienstely'k om dit, gene om dat, waard zyn, evengoed
als sommige genoemde, onder de aandacht
gebracht te worden. Men neme my alsjeblieft
niet kwaly'k dat ik die «Barmhartige Samaritaan"
onbarmhartig voorbijging, 't Werk spreekt ge
noeg voor zich zelf... ter wille der reclame l
Maar nu herinner ik me meteen het stuk van
Monnickendam; een schildery dat toch wel
een kracht doet onderstellen in dezen jongeren.
een kracht, die nog uitgroeien moet, vooral in
zelfstandigheid. Ook Haverkamp had ik dezen
keer, juist met deze schilderytjes, die boven
veel van zy'n teekenwerk wel verrassend zyn,
zeker mogen noemen.
Dan nog wil ik onder de beeldhouwwerken
even verwyzen naar de inzending van Gh. van
Wy'k, den beeldhouwer met schildersneigingen.
W. SlEBNHOFF.
UIT DE NATUU
XVI.
De orchideeënvelden en de tentoon
stelling van wilde Nederl. planten.
De geest langs onze binnenduinen moet toch
een heel rare grondsoort zy'n. Waar ter wereld
willen de bloembollen zoo flink voort als onder
aan den voet van de Hollandsche bergen ? Al
probeeren ze het ginds in Ierland en in
Thuringen op nog zoo stelselmatige, wetenschappe
lijke wy'ze, ons bollenland mag ruhig sein; de
vreemde tulpen en hyacinthen halen niet by
die van Alkmaar tot aan Lisse.
En is de laatste Narcissus poeticus en aller
laatste gele tulp a pétales pointnes, zooals
Alphonse Karr 200 minachtend zegt, afgesneden,
dan komt daar boven Egmond in de velden
langs den duinenvoet een andere, een wilde flora
ons het gemis van de bonte kweekplanten
vergoeden. Van Den Hoef tot by Alkmaar
lyken alle groene weiden uit de verte gezien
besprenkeld met purperen vlokken, van dicht
by' gezien worden het paarsroode kegels van
de allervreemdst gebouwde orchideeën-bloem.
Drie soorten groeien er dooreen; de donker
purperen Orchis morio geeft tot Hemelvaart den
boventoon aan in de kleurenscala; tot zoo lang
blijven de incarnata's en latifolia's laag tusschen
het gras gedoken; dan, als de laatste knoppen
van de morio's ontplooid zijn, schieten de andere
twee snel omhoog; en het groen van 't gras, het
wit met lila van de pinksterbloem, het geel
van boterbloem en paardebloem krijgt een
ernstige tint van al de roozeroode en purperen
orchideeëntrossen.
Van middag zy'n we met ons vieren er op
uit om voor de tentoonstelling eenige groote
plantenbussen te vullen; uit de duizenden en
nog eens duizenden, die uren ver de weiden
sieren de mooiste te kiezen, ging niet aan, we
plukten of staken uit, wat voor onze voeten
kwam. Alleen hebben «ve loopen zoeken, een
uur lang, naar een witte, een albino onder al
die ontelbare purperen trossen. Ze bestaan, dat
wisten we. Elk van ons had er wel eens n
in zy'n leven gevonden. Twee keer werden we
blij gemaakt met een half doode musch; als
we op de schreeuw aankwamen loopen, was
ven; de kunst is maar het teere goedje vier
dagen frisch te houden, wy moeten alles van
zoover halen; droog weer, en niet te warm,
dan lukt het. En ook als 't niet lukt, doen wy
het een volgend jaar nog eens over, en makan
de tentoonstelling zoo mogelyk voor ieder
toegangelyk, wat nu tot onzen spy't nog niet kan;
wel kunnen de Amsterdameche kinderen er
Maandag in groot aantal van profiteeren. Artis
is voor alle schoolkinderen onder geleide voor
10 cent per kind toegankelijk. Als het in onze
macht stond, ik bedoel in de macht van het
bestuur onzer vereeniging, dan ging ieder be
langstellende er vry heen en kreeg nog mooie
bloemen toe; maar onze vereeniging is nog
jong en niet rijk; wat niet is kan nog komen.
Nu moet ik niet meer moois vertellen van
een tentoonstelling die ik nog pas in
verbeelspeelt zoo dicht by honk. Ten overvloede
hierby, om u over uw ongeloof heen te helpen,
een teekening, die ik gemaakt heb terwyl het
stekelbaarsje bezig was; er waren een dertig
getuigen by, maar op n na onder de jaren,
om door de wet tot een eed toegelaten te
worden.
De V. Het roodataarfje nader te beschrijven, zal
vrees ik, u niet veel geven, voor 't herkennen,
beter zal u bygsande teekening helpen, 't Is het
mannetje van 't gekraagde roodstaartje, de
gewone soort; borst en teekening zyn helder
bruinrood, de keel en kop zwart, het voorhoofd
wit, de rug en vleugels wit.
Mej. E. te Wy'he. Uw planten zy'n:
valerianella of veldsla, (het ex. met blaadjes in
kransen en kleine lila sterbloempjes); het witte
is Moeringhia; het gele is kruisbladigWalstroo.
Een hoekje van een schoolaquarium, geheel uit glas. Het mannetjes stekelbaarsje heeft palissaden om zy'n nest gezet.
Hy is bezig zyn jongen, die te vlug uit willen, met den bek weer in 't nest terug te brengen, maar hy kan 't niet meer bijhouden.
(Uit De Levende Natuur). Natuurlyke grootte.
het wel een erg bleeke en zacht roze roode
orchidee, nog geen smetteloos witte. Ein
delijk vonden we er toch een, wel geen
forsche, maar volmaakt wit, heel mooi. Die komt
in een byzonder bouquet. Orchideeën zyn
gewillige planten. We hopen de bloemen frisch
te houden, want Zondag en Maandag zullen
ze pry'ken mannetje aan mannetje in de serre
van Artis, waar, als 't weer meewerkt zooals
we hopen, de fine fleur van de Nedïrlandsche
wilde flora ten toon wordt gesteld voor de leden
van Artis, die van de Nederlandsche Natuur
historische Vereeniging.
't Belooft goed te worden, een twintig
Amsterdamsche plantenvrienden stuift Donderdag
uiteen naar alle oorden van het land, naar
Nijmegen zoowel als naar Schouwen, naar
Oldenzaal en Apeldoorn; en naar alle be
kende mooie hoekies van Holland en Utrecht.
Ook de Haarlemmers hebben beloofd dapper
mee te helpen.
Gisteren middag hebben we in twee
roeibooten de Oosteinderpoel al laten geven wat l
hy had; u had moeten zien hoe we achter onze '
bootjes een dry'ftil aansleepten, bezet met
reuzenzuring, lisschen en riet; bij het laden op de
kar heeft het zaakje nog al geleden; maar al
bereikt de til niet gaaf en gul de tentoonstel
ling, de bedoeling was goed en grooter nog de
pret; zelfs van de stomverbaasde toeschouwers;
er zat ook een aal in, die maar liever niet mee
wou naar Amsterdam en van de kar wipte;
na lange jacht werd hij de buit van een aantal
boerenjongens op klompen.
Zoo moet er van alle kanten levend goedje
direct uit het wild aangevoerd worden, 't Is
Maandag nu ik dit schrijf, en de meesten van
ons hebben alleen Donderdag- en Zaterdag
middag vry; alles wat zonder wortel meekomt,
moet op die beide dagen verzameld worden en
de serre is groot.
Maar 't zal mooi worden. Ieder die onze
flora kent, zal dat ook ongezien dadelijk toege
ding geordend zie, en die al een feit is als u
dit leest; 't kon eens tegenvallen ; 'k moet ook
nog wat vragers tevreden stellen.
CORRESPONDENTIE.
G. Dat u nog nooit gezien hebt, dat een stekel
baarsje stokjes om zy'n nestje zette, is heusch ;
myn schuld niet Bedoelt u er mee, dat u
het niet gelooft, dan spy't my dat voor u;
verzinnen doen wy niets, dat is immers ook
heelemaal overbodig; soms is de natuur zoo
ongelooflijk wonderJyk dat wy, popalariseerders,
niet eens de volle waarheid durven schrijven,
uit vrees dat onkundigen het voor fantasie i
zullen houden.
En dan, alleen wie van verre komt, heeft
goed liegen, en die stekelbaarsjesgeschiedenis
S. v. S. De vliegjes, net miniatuur
Judaspenningen, zy'n tusscher schotjes van de vruchten
van het Hongerbloempje; en het zachtharige
plantje met dat kleine paarsroode bloempje
is het kleine ooievaarsbekje.
H. te Meppel Ook uw mooi vogeltje was
het gekraagde roodstaartje, het wyfje lykt veel
op een nachtegaal, maar de staart is veel
rooder.
S te A. De reuzenschildpadden, nu nog bij
de nijlpaarden gehuisvest, komen waarschy'nly'k
in den tuin tegenover de serre; ze vormen
Zondag de great attraction, met de tentoon
stelling en het nieuw ingericht insectarium,
waar o. a. een heel mooi, levend wandelend
takje te zien is; weer zoo'n beest dat zich, net
als de spanrupsen b.v. de klimopstokjes, onzicht
baar wil maken.
E. HBOUNS.
HniimimiiiiimiiimimiiiHiimiiiiimiiiMiHiiMimiinimiiMmiiM iiiitMiiiiiimiiMtiiiiiimiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiitMiiiimiiiitiiiiimiiinriniiiini
METJBEL-BAZAR
SINGEL 263-283.
I»y de l'aleisstraa*.
MASSIEF EIKEN.
140 X 80/65.
Telefoon 3968.
Kantoor-Meubelen enz,
J. MEIJERINK MEIJER.
Zunstsaal Panorama.
Panoramag-ebouw, Plantage.
TIJDELIJK
UITVERKOOP
van Oostersche Tapijten.
IMtl.f AHV
Kntrée vrij. Zondags geopend.
M PHOENIX
234 Spuistraat, Amsterdam.
Meubileeringen.
Geïil. prijscouranten eo begrootingen gratis.
Levering onder volledige garantie franco
geplaatst door geheel Nederland.
Het gekraagde roodstaartje, mannetje.
Teekening van Jan van Oort. (Uit De Levende Natuur). Natuurlyke grootte.
l BINNEN-.'
?:*:?: 'HUIS
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
N ? VERSIERING
20ROKIN-12CJJ
Bl
l EN TEGEL
J FABRIEK
hOLLAND i
l NAAML-VENN-CEV-TE J
il UTRECHT ^