Historisch Archief 1877-1940
No. 1353
DE A M STER D A MM E K WEEKBLADVOOB NEDERLAND.
pachtsom volgens een door de wet
vastgestelden rentevoet gekapitaliseerd, en dit
kapitaal onmiddellijk in contanten aan
den verkoopenden grondeigenaar uitge
keerd. Het voorschot van den Staat wordt
door den pachter, die op zijn beurt, ofschoon
nog slechts voorwaardelijk, grondeigenaar
is geworden, terugbetaald in annuïteiten, die
zich over een tijdperk van 68V« jaar uit
strekken. Doch dan is nog niet de
geheele schuld afbetaald: n achtste
daarvan blijft op het land rusten, als
onaflosbare schuld, waarvoor eene
jaarlijksche rente moet worden opgebracht.
Deze eenigszins zonderlinge bepaling
schijnt ten doel te hebben, eene verdere
verbrokkeling van het grondbezit door
gedeeltelijken verkoop tegen te gaan; zij
komt ons echter weinig practisch voor en
zal, naar men vrij algemeen aanneemt,
ook wel niet in de wet worden opgenomen.
Vervalt zij, dan zou natuurlijk het bedrag
der annuïteiten eenigszins moeten worden
verhoogd, of de termijn van 68 ^ jaar
moeten worden verlengd.
In elk geval zal intusschen de Staat
gedurende minstens twee derden van eene
eeuw alle kleine lersche grondbezitters
tot debiteuren hebben. Deze debiteuren
zullen jaarlijks een bedrag van ongeveer
4,000,000 pd. st. hebben op te brengen.
Zullen die bedragen, zonder bezwaar en
hooge kosten, feitelijk kunnen worden
geïnd? De wetsontwerpers hopen en ver
trouwen het, omdat de tegenwoordig opge
brachte pachtsommen een aanmerkelijk
hooger bedrag voorstellen.
Niet slechts schiet de Staat aan den
pachter den koopprijs van het door hem
bebouwde land voor, maar hij stelt ook
nog, boven dien koopprijs, een zekere som
als don gratuit voor de tegenwoordige
grondbezitters beschikbaar, om dezen tot
den verkoop over te halen. Die som is
op 12,000,000 pd. st. vastgesteld,
pondspoudsgewijze over de verkoopende grond
bezitters te verdeelen.
In de behoeften van deze financieele
operaties zou worden voorzien door de
uitgifte van eene leening tegen 2% pCt.,
uit te geven naar gelang der behoefte, en
gedurende de eerstvolgende 30 j aren tegen
elke conversie gewaarborgd.
Opmerkelijk is het zeker, dat dit ontwerp
bij tweede lezing met overgroote meerder
heid 443 tegen 26 stemmen is aange
nomen. Hieruit volgt nog wel niet de
zekerheid, maar toch de waarschijnlijkheid
van de definitieve aanneming.
Eene andere vraag is, of bij aanneming
van het wetsontwerp het Home-Rule vraag
stuk van de baan zal zijn geschoven, zooals
de regeefing schijnt te onderstellen. Dit
zou alleen het geval zijn, wanneer het
streven naar HomeRule uitsluitend op
economische, en niet tevens op politieke
gronden berustte.
niinnimiNiniiiiiiiiHiiiiiiiiiMtt
Scciait
De nieuwe Arbeidswet.
i.
Door den minister van Binnenl. Zaken,
dr. Kuyper, is een ontwerp van wet, reeds
in de Troonrede toegezegd, ter vervanging
van onze Arbeids- en Veiligheidswet, ter
beoordeeling toegezonden »om bericht en
raad" aan de Kamers van Koophandel en
aan de Kamers van Arbeid. Het is der
halve een vóór-ontwerp waarin, vóór het
definitief bij de Tweede Kamer wordt in
gediend, nog wel verschillende wijzigingen
kunnen worden aangebracht.
Het ontwerp werd evenwel wat mij
DE GESTOLEN WAGGON.
Naar het Duitsch,
VAN
PAUL BLOCK.
Sapperloot! wat een goede vangst hadden
zy ditmaal gedaan I De bagage van den koning l
Toen de kleine Peter en Kareltje zoo noem
den zy den dikken rangeerder van wien het
denkbeeld van deze schitterende onderneming
was uitgegaan den bagagewagen ouder ge
woonte op een afgelegen zy'spoor hadden ge
schoven hadden zy' nog geen vermoeden van
de verrassing die hun wachtte.
Onder beschutting van het nachtelijk duister
werden vlug de zegels verbroken en de sloten
opengemaakt, de inhoud van den waggon uit
geladen en naar de dichtbygelegen hut gebracht,
waar Madame Anastasia, de buurvrouw en
vriendin van dikke Kareltje al by het geopende
kelderluik stond te wachten.
By het licht van een klein
petroleumlampje zetten zy zes groote leeren koffers,
vier prachtige hoedendoozen .en een aantal
tasschen van verschillende vorm en grootte naast
elkaar in het kleine keldertje neer. Alles was
nieuw, buitengewoon mooi en netjes, en voorzien
van glimmend beslag.
Het lykt wel, of de heele boel by' elkaar
hoort", zeide Kareltje. Laat eens zien, of er
ook een merk op staat."
In hy nam de lamp op en begon alles stuk
voor stuk te bekijken. Plotseling slaakte Peter
een kreet.
Een kroon l" stotterde hy, terwy'l hy op
het deksel van den grootsten koffer wees. Kijk
toch eens allemaal kronen l"
Kareltje gaf hem een stomp in de ribben.
Hou toch je mond, ezel! Wou je soms alle
buren by elkaar roepen ? Wat zou dat nu, of
er een kroon op staat ? Is een kroon iets anders
dan een Z of een A of een P op een kofier
ten minste 1 De hoofdzaak is, wat er onder
die kroon zit, jongenlief !"
Deze wy'sgeerige opmerking viel blijkbaar in
wil voorkomen dat verstandiger ware ge
weest, en billijker tegenover de Pers niet
tegelijkertijd gepubliceerd in de
StaatsCourant, en zoo werden uit het ontwerp
het eerst uittreksels gepubliceerd door enkele
bladen wien het gelukt was (waarschijnlijk
uit handen van secretarissen van boven
genoemde lichamen) een exemplaar in
handen te krijgen.
Thans is het ontwerp in zijn geheel in
den boekhandel verschenen, 1) en kan dus
ook door andere bladen, die tot bedoelde
secretarissen in minder intieme betrekking
staan, over dezen belangrijken arbeid een
oordeel worden uitgesproken.
_Want ik twijfel er niet aan: wanneer
dit ontwerp zou zijn gekomen in een tijd
van minder heftige gisting en spanning, in
verband met de jongste spoorweg-gebeurte
nissen, die heel de publieke aandacht in
beslag nemen, zou ongetwijfeld aan dit
vóórontwerp, het eerste product van beteekenis
van dr. Kuyper's sociaal-wetgevenden ar
beid, mér aandacht worden geschonken
dan thans het geval is. Want inderdaad is
het een belangrijk stuk arbeids-wetgeving,
wat hier door minister .Kuyper wordt voor
gesteld; eene voorziening, eerstens, in tal
van leemten in de Arbeidswet, waarop ook
in dit blad meermalen de aandacht is ge
vestigd; aanvullingen, tweedere, van niet
te onderschatten beteekenis.
De Arbeidswet van '89, ook mét hare
aanvullende koninklijke besluiten, was
eensdeels in hare bepalingen zeer verouderd
en in vergelijking ook met andere landen
achterlijk, anderdeels ontbraken daarin
voorschriften omtrent den arbeidstijd van
volwassen mannen, waartegen vooral met
het oog op den werktijd der bakkersgezellen
en spoorwegarbeiders, in de lafllste jaren
zoo algemeen de behoefte werd erkend.
In deze leemten en gebreken wil dit ont
werp voorzien, en bovendien wil het ver
schaffen een wettelijke regeling van het
leerling-contract.
De regeling van het leerlingcontract, waar
mee het ontwerp de nieuwe Arbeidswet
wil laten beginnen, schijnt mij, oppervlak
kig bezien, een novum te zullen worden in
de moderne arbeidswetgeving. Voor zoover
althans mij bekend, is zulk eene regeling
van het leerlingcontract bij de wet, in dezen
vorm althans, nog niet ingevoerd. Daarom
is deze poging van dr. Kuyper, om deze
regeling in ons land in te voeren, waar
schijnlijk bedoeld als specifiek-christelijke
wetgeving, interessant. Tot nu toe is steeds,
in de laatste jaren, wanneer op regeling
van het leerlingwezen werd aangedrongen,
van verschillende zijden betoogd geworden,
dat onder de tegenwoordige, modern-kapi
talistische productiewijze, en bij de telkens
meer doorgevoerde specialiseering en detail
leering van den arbeid, een leerling stelsel
onmogelijk blijken zou.
Dit ontwerp nu wil blijkbaar den toe
stand scheppen, dat allen die bepaalde
bedrijven gaan uitoefenen?-dit ook bepaald
zullen leeren, althans tot op zekere hoogte,
opdat de liefde voor het ambacht bevorderd,
en aan de erge en ergerlijke winst-exploi
tatie der jonge krachten paal en perk
gesteld worde.
Om dat doel te bereiken, wil het wets
ontwerp zien vastgesteld dat bij Algemeenen
Maatregel van Bestuur bepaalde bedrijven
kunnen worden aangewezen, waarin door
een jongen of een meisje 2) alleen dan
arbeid mag worden verricht, wanneer hij
of zij heeft een leerling-overeenkomst met
den ondernemer, ofwel hij of zij een diploma
als gezel heeft verkregen.
In de hier bedoelde »leer-overeenkomst"
moet o. a. worden bepaald: a. den duur
der overeenkomst; b. welke vergoeding aan
den ondernemer, eventueel welk loon aan
den leerling zal worden toegekend; c, het
1) »De nieuwe Arbeidswet". Vóór-ontwerp.
Uitgave van de Naaml. Venn. drukkerij
»Vada", Wageningen.
2) Voor de aanduiding «jeugdige per
sonen" waaronder verstaan worden personen
van of beneden 16 jaar, waarover de huidige
Arbeidswet spreekt, is hier in de plaats
gekomen >jongenB en meisjes", d. z. per
sonen beneden 18 jaar.
?HIHIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimill.lllllllllllllMIIIIIIIIIIIHIMItM
den smaak van de dikke Anastasia; zy was
voorzichtig de keldertrap opgeklommen, had de
grendels op de huisdeur geschoven, een bos
sleutels en eenige gereedschappen gehaald en
zonder verder een woord te zeggen, de beide
sloten van een der koffers opengebroken.Vrouwen
zijn altijd betere zakenmenschen dan mannen!
Poe-oef! zeide het deksel en ging open. Aan
den binnenkant was een keurig geschreven
ly'st bevestigd, waarop blijkbaar de inhoud van
den koffer was geregistreerd. Onderaan de ly'st
stond een naam en een stempel, en met
vereenigde krachten ontcyferde het drietal daarop
de volgende woorden:
Garderobe-administratie
van
Zifine Majesteit den Koning van....
Auastasia keek Kareltje aan, Kareltje keek
den kleinen Peter aan, en de kleine Peter
sprong van het eene been op het andere
en zwaaide met de armen door de lucht,
als of hij zoo onhoorbaar mogely'k uiting
wilde geven aan de verrukking, waarin hy
anders dreigde te stikken.
Och, och, wat een geluk," zuchtte hy. Wat
een geluk! Daar hebben we warempel den
wagen van den konirg te pakken gekregen l"
Ook de ernstige Kareltje kon een beweging
van verbazing niet onderdrukken, maar hy
toonde dat hy tegen alles was opgewassen door
dadelijk met een practische raadgeving voor
den dag te komen.
Een, twee, drie, aan het werk en alles uit
gepakt ! De koffers moeten nog vannacht den
kelder uit en op de een of andere veilige
plaats verstopt, - liefst in de oude my'nput
achter het dorp. Wat we niet kunnen gebrui
ken laten we erin, en wat we kunnen
verkoopen pakken we by elkaar en dan brengt
Peter het tegen den morgen naar den ouden
Manasse; maar zorg er voor, Petertje, dat de
kerel ons niet weer te veel beknibbelt, hoor !
En vóór alles : gauw l Binnen twee uur moeten
we klaar zyn l"
En zy togen aan het werk, dat de
zweetdroppels hen van het voorhoofd liepen. Aan
den eenen kant van het kleine, bedompte kel
dertje was de vloer in een oogenblik bedekt
met keurig bijeengebonden ondergoed, sierlijke
heersnkleeren, van goud schitterende uniform
stukken en spiegelblanke schoenen en laarzen
van allerlei soort. Een groote doos vol fluweelen
bedrijf, of het onderdeel daarvan, waarin
de leerling zal worden opgeleid; d. den
duur van den proeftijd, gedurende welken
door elk der partijen de overeenkomst
schriftelijk kan worden opgezegd (hoogstens
3 maanden); e. ingeval de leerling bij het
hoofd of den bestuurder zal inwonen en
overeengekomen wordti" dat hij voor het
verrichten van huiselijke diensten zal mogen
worden gebezigd, moeten de uren worden
vastgesteld, welke per dag aan opleiding
moeten worden besteed.
De naleving van dit leerlingcontract staat
over 't geheel onder toezicht van
Commissiën, die daarvoor f door de Kamers van
Arbeid, of door Ged. Staten worden be
noemd. Deze cornmissiën worden benoemd
61' voor ne gemeente, óf voor een gedeelte
eener gemeente, of' voor verschillende ge
meenten tegelijk; zij moeten op de naleving
toezien, zijn bevoegd de diploma's uit te
reiken, en kunnen de overeenkomsten
ontbinden.
De patroon is verplicht, den leerling zoo
veel in zijn vermogen is, in het vak op te
leiden ; en moet ook pp het zedelijk gehalte
van den leerling toezicht houden.
De bovenbedoelde commissiën geven
bovendien tweemaal per jaar gelegenheid
aan de leerlingen, wier leertijd geheel of
voor 2/s verstreken is, en voorts aan andere
personen die zich daartoe aanmelden, om
een examen af te leggen, of voor de Com
missie zelf, óf voor door haar aan te wijzen
bevoegden. Aan de Commissiën, wier leden
vergoeding krijgen voor tijdverzuim, enz.,
moet door de gemeente localiteit voor hare
vergaderingen worden verschaft.
Bij voldoende bekwaamheid wordt den
leerling door de Commissie een diploma
uitgereikt, en hem den titel van gezel toe
gekend, waarop het bedrijf vermeld staat.
Van den patroon of ondernemer in een
bedrijf waarin de Alg. maatr. van Best.
het leerlirjg-contract is voorgeschreven,
wordt geëischt, dat hij een diploma als
gezel heeft. Bezjt hij zulk een diploma niet,
dan mag hij niet als hoofd of bestuurder
van zulk een onderneming optreden, en als
zoodanig geen leer-o vereen komst worden
gesloten met een hoofd of bestuurder van
eene onderneming, wanneer, naar het oor
deel der Commissie, dat hoofd of die be
stuurder óf geen goede opleiding kan geven,
of als persoon geen voldoende, waarborg
oplevert tegen gevaar voor de zedelijke
ontwikkeling van den jongen of het meisje.
Bij Alg. maatr. van Best. wordt voor
de betrokken vakken vastgesteld, hoe lang
de leertijd moet duren. Het leercontract
behoeft niet voor den gansenen leetrijd
worden gesloten, zoodat de leerling van
den eenen patroon naar den anderen kan
gaan. De patroon met wien het nieuwe
contract gesloten wordt, kan overlegging
vorderen van de redenen waarom het eerste
contract eindigde.
Het bezoeken van een inrichting, van
vak-onderwijs in de avonduren is voor de
leerlingen verplichtend gesteld, indien aan
die inrichting onderwijs wordt gegeven in
het bedrijf waarin de leerling werkt. Vanaf
des namiddags 5 uur moet daarvoor gele
genheid worden gegeven.
Dit zijn, beknopt weergegeven de hoofd
zakelijke bepalingen van het ontwerp voor
een leerling contract.
Het moet dadelijk erkend, dat in dit
ontwerp een warm streven kenbaar is, om
de erge en ergerlijke, onpaedagogische en
physiek schadelijke exploitatie, waaraan
in vele bedrijven de jonge krachten zijn
blootgesteld allén ? om- de- winst, die hen geen
tijd, geen gelegenheid en geen lust laat om
te leeren, tegen te gaan.
En dat is toe te juichen. Wie niet vreemd
is aan den werkelijken toestand in vele
bedrijven, weet dat. Ik noem hier b.v. het
typografen- ambacht, waarin bij goede
«pleiding, bij minder geestdoodende exploitatie,
zooveel is te leeren, zooveel
schoonheidszin is aan te wakkeren. In dat bedrijf
wordt thans een groote massa van werk
lieden opgeleid, die geen de minste kennis
van het vak in zijn geheel verkrijgen! Ze
worden heel hun jeugd door geëxploiteerd
in de meest eenvoudige branches van
»platwerk", krant- of boekwerk, wijl zij daarin
etuis stond daarnaast: ridderorden van alle
mogelyke landen en ook inlandsche" orden,
die zeker waren meegenomen, om door den
koning eigenhandig aan enkele uitverkorenen
te worden overreikt.
Wat moeten we met dien rommel beginnen !"
mopperde Anastasia.
En ky'k dan eens hier l" zeide Kareltje en
lichtte het deksel op van een cassette die hy
met een paar welgemeende beitelslagen had
opengebroken, en die een uitgezochte verzame
ling dasspelden, ringen, manchetknoopen, gouden
armbanden en dergelyke kostbaarheden bevatte.
Goeie hemel l Wat doet hy daarmee? Wat
doet hij met zoo'n massa van die dingen ?"
stamelde Peter. Dat kan bij toch onmogely'k
allemaal zelf dragen !
Och, ezel! hy moet toch cadeautjes geven?
Geef jij krommen Hans ook niet een paar
centen, als hy je kamer voor je schoon maakt
of een liter wijn voor je uit de herberg haalt?
En je begrijpt toch wel dat een koning iemand
niet ksn afschepen met een fooitje ? Die moet
met wat anders voor den dag komen. En daar
dienen al die ringen en dasspelden voor,
begry'p je ? Want minder kan een fatsoenlijke
koning al niet geven".
De kleine Peter verstomde en zette zyn
onderzoekingen voort, terwijl Anastasia vly'tig
door ging met uitpakken. Een heele
waschinrichting kwam te voorschy'n, alles van zilver
en versierd met een kroon en een monogram;
daarna een heele voorraad flesschen en fleschjes,
zalf- en pomade-potjes, doozenmet zeep
ensierlyke apothekers-doosjes. Anastasia had er bepaald
plezier in, zy' nam van een kristallen fleschje
den stop af en wilde haar kuischen boezem
besproeien met een flinken scheut ea.u de Luoin.
Maar Kareltje hield met een vloek haar
arm tegen.
Ben je nu gek geworden ? Dacht je, dat
niemand het zou merken, als jij naar zulke
lekkere odeurtjes rook ? Weg met dat goed,
dat gaat allemaal in den put. Juist door de
lucht kun je het eerst het onderscheid merken
tusschen zulke deftige lui en menschen zooals
wij. En wat voer jij toch eigenlijk uit, Peter ?
Pak den boel by elkaar en maak, dat je weg
komt!"
Peter had met steeds toenemende verbazing
de stapels ondergoed bekeken en geteld. Hoofd
schuddend keek hy Kareltje aan.
God beware me, Kareltje, daar liggen tien
het voordeeligst kunnen worden aangewend;
en ze krijgen geen de minste gelegenheid,
zich gedurende eenige jaren op het
aanleeren van het bedrijf toe te leggen. Pogin
gen, van particuliere zijde aangewend om
daarin gunstige verandering te brengen,
moeten wel vruchteloos blijven, zoolang de
concurrentie ongebreideld blijft en de
winstexploitatie der jongens ongemoeid!
Voor dit, en stellig ook voor enkele andere
bedrijven is dit_ontwerp voor een leerling
contract toe te juichen.
Wat voor mij het vraagteeken in dit, op
papier zoo goed lijkende ontwerp uitmaakt,
is de mogelijkheid. Er zijn tal van ambachten,
die zóó gespecialiseerd, zóó in branches
gesplitst zijn, dat het niet wel mogelijk is,
daarin een leerling contract in te voerep.
^In zeer vele bedrijven heeft de machine
zooveel van den fijneren, securen arbeid
weggenomen, dat het leerling-contract ten
eenenmale geen zin meer heeft. Wat
beteekent het, een diploma te bereiken als schoen
maker, indien men weet, dat de voornaamste
taak van den toekomstigen schoenmaker
zal zijn, schoenen te lappen, wijl de nieuwe
meer en meer door de machine worden
femaakt? Zoo het bakkers- en
houtbewerers bedrijf, de metaalbewerkers, enz., waar
de telkens in constructie vernieuwd wor
dende machines nieuwe techniek noodza
kelijk maken ?
Maar deze overwegingen behoeven aan
de waardeering van het vele goede in dit
ontwerp niet af te doen. In vele vakken,
waar de ambachts-bekwaamheid nog niet
geheel door de machine is overbodig ge
worden, zal het een gezonderen toestand
scheppen voor de arbeider jkinderen, en al
thans ten deele een einde maken aan de
veelal erge exploitatie, waaraan dezen zijn
blootgesteld. En in de meer moderne vak
ken zal het zich aan de moderne eischen
van vakbekwaamheid kunnen aanpassen.
Het heeft een harde zijde, die misschien
onvermijdelijk, maar daarom toch niet min
der hard is, wat ook door de overweging,
dat het op papier mooi lijkt, niet wordt
weggenomen: dat de ouders der kinderen
niet zelden het loon van dezen zullen moeten
missen, en in menig vak nog geld zullen
moeten toegeven. Dat doet de vrees ontstaan,
dat er daardoor een zekere klasse van werk
lieden komt die staat boven het gros, en de
anderen, de armere categoriën, zich uitslui
tend zullen werpen op de nseer ruwe
industriën, waar geen leercontract bestaan kan
en de arbeid van kinderen onmiddellijk
wordt betaald!
De eenige weg om deze schaduwzijde te
compenseeren, zou zijn: het loon der man
nen te verhoogen, zoodat het gezin niet
het loon van kinderen noodig heeft, maar
dat is niet de taak der wet, doch die der
vakvereeniging.
Geheel nieuw, en tevens verrassend
ouderwetsch, zelfs zweemend naar het gildewezen,
waardoor het ontwerp erg de reuk van de
studeerkamer krijgt, klinkt de bepaling,
dat elke patroon in de bedrijven waarin
het leerling-contract wordt voorgeschreven,
en die als patroon of ondernemer door de
wet erkend wil zijn, zijn diploma van be
paalde bekwaamheid in de uitoefening van
het vak zal moeten kunnen toonen. Dat is
zóó ganschelijk vreemd aan het
modernkapitalistisch karakter van vele bedrijven,
hetwelk volkomen toelaat om vandaag eige
naar en bekwaam exploitant eener spinnerij
of weverij, en morgen ondernemer eener
schoenfabriek, of wel beide tegelijk te zijn,
dat ik mij onmogelijk in de gevolgen en
eigenaardigheden van zulk een toestand kan
indenken. \Vanneer dr. Kuyper kans ziet,
om deze middeleeuwsche bepaling, zoo vol
komen strijdig met de kapitalistische inrich
ting van ons bedrijfs- en speculatie-wezen
door te voeren, 'k zou er respect voor
hebben. Maar ik weet, dat nu reeds in
vele Kamers van Arbeid van patroonszijde
sterk tegen deze bepaling wordt opgekomen.
Van arbeiders-standpunt kunnen stellig
tegen zulk een bepaling geen bezwaren
bestaan, heeft het zelfs haar goede zijde.
In 't geheel genomen, komt mij dit ont
werp voor een leercontract voor: mooi te
zijn ... op papier, maar vóór het wet is,
zal er nog wel heel wat afgaan! Dr.
Kuyper schijnt zich, op sommige punten
tnillHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllllllHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIim
dozy'n onderbroeken! Van wol, van linnen, van
zy, witte, roode, zwarte, van alles wat. Tien
dozijn, honderd-en-twintig stuks onder
broeken ! Al is het nu duizendmaal een
koning, wat moet de man met al die
onderbroeken ? Die ziet toch niemand. Niemand kan
controleeren of hy er een aan heeft of niet.
En als by op den troon zit, Kareltje, en zit
te regeeren wel, Kareltje, wat heeft hy' dan
in vredesnaam aan al die onderbroeken 1"
Och, dat kun jij niet begrijpen. Dat is nu
eenmaal zoo by die deftige heeren, zonder
zyden onderbroeken, zy'den hemden en zoo'n
heelen kleeienwinkel kan tegenwoordig geen
fatsoenlijke koning bestaan. Vroeger waren er
wel zoo'n paar, die het met minder kleeren
de len, maar dat waren toch niet de ware regeer
ders. Die hadden veel te veel te doen, om zoo van
ganscher harte koning te zy'n. Die voerden aldoor
maar oorlog en zoo. Maar tegenwoordig! Als je
dan koning bent! En vooral, als je dan op reis
gaat? Zoo'n man heeft een heeleboel din
gen noodig, waarvan jy heelemaal geen begrip
hebt, Peter!"
Neen, Peter had er geen begrip van,
't was hem te machtig, Zwijgend pakte hij
alles, wat hy in de stad te gelde zou kunnen
maken, by elkaar. Alles wat tot ondekking zou
kunnen leiden, werd weer in de koffers ge
gooid die met hun inhoud in de oude my'nput
zouden worden verborgen, Daar was o. a. ook
een kostbare schryfportefeuille by met een mas
sa vellen papier erin, waarop met groote let
ters in verschillende talen allerlei vreemde
dingen waren gedrukt. Het waren redevoerin
gen, zooals die by plechtige gelegenheden wor
den gebruikt. Alle behelsden zoo ongeveer
hetzelfde : Dank voor de ontvangst. .. vriend
schappelijke betrekkingen tusschen onze
ry'ken... vriendschap, verwantschap van vaders
moeders- ooms- of andere zijde algemeene
vrede.... enz. enz. En ook toespraken tegen
verschillende regimenten. Die waren ook alle
maal hetzelfde, op de namen van de veldslagen
na. Roemryke veldtochten... glorierijke dagen...
dapper en fier regiment.... enz. enz.
Wat dat alles beduidde wist zelfs de knappe
Kareltje niet. Om zijn verlegenheid te verbergen,
maande hy' Peter tot spoed aan en gaf hem
ten slotte, by' wijze van belooning en als her
innering aan dezen schoonen nacht een van de
gevonden gouden medailles ten geschenke. Voor
beleid en trouw I" stond op den voorkant
in zijn ontwerp-leerling-contract 'n eeuw
in den t'y'd te vergissen. Anders begrijp ik
't niet. a
cq LLTTC
ALM
Muziek in de Hoofdstad.
Het is niet zeldzaam dat men by het
beoordeelen van muziekuitvoeringen zy'n toevlucht
neemt tot het maken van vergelijkingen. Zoo
maakt men een vergelijking tusschen de
uitvoering eener Beethovensche symphonie
door Richter en door Mengelberg; of
tusschen een Tondichtung van Strauss gediri
geerd door den componist en door den directeur
van het Amsterdamsche Concertgebouw-orchest.
Men trekt een parallel tusschen een koor-uit
voering van bier en van elders. Men vergelekt
met elkaar het klavit rspel van d'Albert en Bauer,
van Godowsky en Busooi of het vioolspel van
Marteau en Burmester enz. enz.
Meestal gaan die vergelijkingen echter niet
op. Omnis comparatio claudicatl In den regels
vergeet men na te gaan oi de beide sujets eene
vergelyking toelaten. Men kan b», twee Beet
hoven-dirigenten slechts vergelijken met be
trekking tot hunne opvatting van hetzelfde
werk. Het zou voorts onbilJyk zy'n aan de interpre
tatie van een werk door den componist-dirigent,
(voorop gezet dat deze een ervaren dirigent is)
niet de voorkeur te geven, boren die door een
anderen dirigent. Men mag toch veilig aannemen,
dat de eerste beter in staat zal zy'n zyne be
doelingen weer te geven dan de ander.
Wil men nu kooruitvoeringen uit verschillende
plaatsen met elkaar vergeleken, dan dient men
toch in de eerste plaat» te bedenken dat de
vergelijking over hetzelfde werk moet loopen;
maar hoeveel gewicht kunnen dan nog byomstan
digheden, zooals acustiek van de zaal, plaatsing
op het podium, enz. in de schaal leggen !
Evenzeer is het mogelijk dat men d'Albert
als pianist meer bewondert in een concert van
Beethoven dan Harold Bauer, doch dezen meer
in de klasierwerken van César Franck dan zyn
duitschen collega.
Toen nu 1.1. Maandag, Jan Eubelik in het
Concertgebouw optrad met het vioolconcert van
Beethoven, lag aet ook voor de hand dat er
vergelykingen zouden gemaakt worden tusschen
den jengen meester en de groote violisten, die
ons met de voordracht van Beethoven's meester
werk vroeger het grootste genot hebben doen
smaken. Vooraan meester Joacbim, maar dan
ook Bram Eldering en Henri Marteau door
wien wy dit jaar nog het werk mochten hooren
voordragen. En toch doet men den jongen
virtuoos Kubelik onrecht, als men tusschen hem
en de straks genoemde mannen een parallel trekt.
Joachim toch is een man aan den avond zyns
levens. De verschillende wederwaardigheden
die hy moest ondervinden, hebben zyn karakter
gerijpt en een ryp karakter is noodig om de
heerlijke ideeën van Beethoven tot op den
bodem te putten.
Eldering heeft thans het toppunt van zyn
kunnen bereikt. In hem zetelt de ernst, waar
mede men Beethoven recht doet wedervaren.
Henri Marteau, eertijds een vertroeteld wonder
kind, die allerwege opzien baarde op zyne
reizen, is tot rust gekomen. De schuimen
de hartstocht is gebreideld, en gelouterd
en heeft plaats gemaakt voor een gevoel van
zelfbewustheid, dat niet dan anders dan den
meester kan sieren. Niet alzoo echter by' Jan
Kubelik. Deze is rog iong. Hy' heeft een vurig
temperament en zyn Slavisch bloed klopt on
stuimig in zyn aderen. Hy' is verwend en wordt
door het publiek van alle landen en alle steden
op de handen gedragen en dat verdient hy ook,
want hy heeft een enorm talent. Maar is het
wonder dat hy' het vioolconcert van Beethoven
anders speelt dan de grijze Joachim en heeft
niet deze meermalen verklaard dat hij dit
concert in zyn jonge jaren ook anders gespeeld
heeft dan later ?
Jan Eubelik is een groot violist; hy heeft
een prachtigen toon en een bijna nimmer
falende techniek. Hy speelt niet gevoel en
smaak en weet den toehoorder te boeien by
«?Mltlllllllllllllllll
llllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH
gegraveerd.
Die draag je nu maar als amulet", zeide
hy. Doch waarschuwend voegde hy er by:
Maar onder je hemd, alsjeblieft".
Toen werden de koffers in de my'nput ge
gooid, en Peter trok door het bosch naar de
havenstad, waar de oude Manaase woonde.
* #
Men kan zich begrijpen, wat een opschudding
dat den volgenden morgen was in de heele
wereld! De waggon met de bagage van den
koning gestolen zoo iets was nog nooit
gebeurd! Telegrammen doorkruisten het heele
land, de politie geraakte in wilde opgewonden
heid, belooningen werden uitgeloofd en een
paar gpoorbeambten ontslagen.
Intusschen lagen de gestolen zaken ten
minste alles wat er nog van over was in
de stille verlaten my'npuÊachter het dorp,
en Peter, Kareltje en Anastasia telden eiken
avond het geld, dat zy' door hun y'ver hadden
verworven. Geen mensen dacht eraan de put
te onderzoeken, hoewel de gendarmes er dage
lijks voorbijreden.
Toen kreeg Peter op een goeden dag een
grootschen inval. Hy ging naar het hoofd der
politie, en vertelde dat hy op een tocht door
het bosch, waar hy naar de gestolen zaken had
gezocht,onder in de oude my'nput iets vreemds had
zien schitteren. Ziet u toen de maan juist
in de put scheen". De put werd onmiddellijk
onderzocht, de koffers, de ridderorden, de rede
voeringen, de fleschjes en potjes en nog eenige
andere zaken kwamen te voorschijn, Peter was
| de held van den dag en Kareltje ergerde zich,
dat hy niet op dat denkbeeld was gekomen.
De commisaris van politie zorgde ervoor, dat
de brave Peter ten minste een deel van de
belooning kreeg. Peter was al erg bly, toen
het geld hem werd uitbetaald, maar er wachtte
hem nog een verrassing.
Als by'zonder bewijs van erkentelijkheid voor
den door u aan den dag gelegden y'ver", zeide
de commisaris op gewichtigen toon, is u door
Zy'ne Majesteit den Koning de medaille voor
beleid en trouw" verleend. Ik heb het genoegen,
die u by dezen te overreiken met myn
hartely'ken gelukwensen".
Vol ontroering nam Peter de gouden medaille
in ontvangst. Hy knipte tenminste met de
oogen, alsof hy een paar tranen onderdrukte.
Sedert dien tijd draagt Peter twee medailles,
n onder en n boven zyn hemd.