De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 31 mei pagina 3

31 mei 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1353 DE A M STER D A MM E K WEEKBLADVOOB NEDERLAND. pachtsom volgens een door de wet vastgestelden rentevoet gekapitaliseerd, en dit kapitaal onmiddellijk in contanten aan den verkoopenden grondeigenaar uitge keerd. Het voorschot van den Staat wordt door den pachter, die op zijn beurt, ofschoon nog slechts voorwaardelijk, grondeigenaar is geworden, terugbetaald in annuïteiten, die zich over een tijdperk van 68V« jaar uit strekken. Doch dan is nog niet de geheele schuld afbetaald: n achtste daarvan blijft op het land rusten, als onaflosbare schuld, waarvoor eene jaarlijksche rente moet worden opgebracht. Deze eenigszins zonderlinge bepaling schijnt ten doel te hebben, eene verdere verbrokkeling van het grondbezit door gedeeltelijken verkoop tegen te gaan; zij komt ons echter weinig practisch voor en zal, naar men vrij algemeen aanneemt, ook wel niet in de wet worden opgenomen. Vervalt zij, dan zou natuurlijk het bedrag der annuïteiten eenigszins moeten worden verhoogd, of de termijn van 68 ^ jaar moeten worden verlengd. In elk geval zal intusschen de Staat gedurende minstens twee derden van eene eeuw alle kleine lersche grondbezitters tot debiteuren hebben. Deze debiteuren zullen jaarlijks een bedrag van ongeveer 4,000,000 pd. st. hebben op te brengen. Zullen die bedragen, zonder bezwaar en hooge kosten, feitelijk kunnen worden geïnd? De wetsontwerpers hopen en ver trouwen het, omdat de tegenwoordig opge brachte pachtsommen een aanmerkelijk hooger bedrag voorstellen. Niet slechts schiet de Staat aan den pachter den koopprijs van het door hem bebouwde land voor, maar hij stelt ook nog, boven dien koopprijs, een zekere som als don gratuit voor de tegenwoordige grondbezitters beschikbaar, om dezen tot den verkoop over te halen. Die som is op 12,000,000 pd. st. vastgesteld, pondspoudsgewijze over de verkoopende grond bezitters te verdeelen. In de behoeften van deze financieele operaties zou worden voorzien door de uitgifte van eene leening tegen 2% pCt., uit te geven naar gelang der behoefte, en gedurende de eerstvolgende 30 j aren tegen elke conversie gewaarborgd. Opmerkelijk is het zeker, dat dit ontwerp bij tweede lezing met overgroote meerder heid 443 tegen 26 stemmen is aange nomen. Hieruit volgt nog wel niet de zekerheid, maar toch de waarschijnlijkheid van de definitieve aanneming. Eene andere vraag is, of bij aanneming van het wetsontwerp het Home-Rule vraag stuk van de baan zal zijn geschoven, zooals de regeefing schijnt te onderstellen. Dit zou alleen het geval zijn, wanneer het streven naar HomeRule uitsluitend op economische, en niet tevens op politieke gronden berustte. niinnimiNiniiiiiiiiHiiiiiiiiiMtt Scciait De nieuwe Arbeidswet. i. Door den minister van Binnenl. Zaken, dr. Kuyper, is een ontwerp van wet, reeds in de Troonrede toegezegd, ter vervanging van onze Arbeids- en Veiligheidswet, ter beoordeeling toegezonden »om bericht en raad" aan de Kamers van Koophandel en aan de Kamers van Arbeid. Het is der halve een vóór-ontwerp waarin, vóór het definitief bij de Tweede Kamer wordt in gediend, nog wel verschillende wijzigingen kunnen worden aangebracht. Het ontwerp werd evenwel wat mij DE GESTOLEN WAGGON. Naar het Duitsch, VAN PAUL BLOCK. Sapperloot! wat een goede vangst hadden zy ditmaal gedaan I De bagage van den koning l Toen de kleine Peter en Kareltje zoo noem den zy den dikken rangeerder van wien het denkbeeld van deze schitterende onderneming was uitgegaan den bagagewagen ouder ge woonte op een afgelegen zy'spoor hadden ge schoven hadden zy' nog geen vermoeden van de verrassing die hun wachtte. Onder beschutting van het nachtelijk duister werden vlug de zegels verbroken en de sloten opengemaakt, de inhoud van den waggon uit geladen en naar de dichtbygelegen hut gebracht, waar Madame Anastasia, de buurvrouw en vriendin van dikke Kareltje al by het geopende kelderluik stond te wachten. By het licht van een klein petroleumlampje zetten zy zes groote leeren koffers, vier prachtige hoedendoozen .en een aantal tasschen van verschillende vorm en grootte naast elkaar in het kleine keldertje neer. Alles was nieuw, buitengewoon mooi en netjes, en voorzien van glimmend beslag. Het lykt wel, of de heele boel by' elkaar hoort", zeide Kareltje. Laat eens zien, of er ook een merk op staat." In hy nam de lamp op en begon alles stuk voor stuk te bekijken. Plotseling slaakte Peter een kreet. Een kroon l" stotterde hy, terwy'l hy op het deksel van den grootsten koffer wees. Kijk toch eens allemaal kronen l" Kareltje gaf hem een stomp in de ribben. Hou toch je mond, ezel! Wou je soms alle buren by elkaar roepen ? Wat zou dat nu, of er een kroon op staat ? Is een kroon iets anders dan een Z of een A of een P op een kofier ten minste 1 De hoofdzaak is, wat er onder die kroon zit, jongenlief !" Deze wy'sgeerige opmerking viel blijkbaar in wil voorkomen dat verstandiger ware ge weest, en billijker tegenover de Pers niet tegelijkertijd gepubliceerd in de StaatsCourant, en zoo werden uit het ontwerp het eerst uittreksels gepubliceerd door enkele bladen wien het gelukt was (waarschijnlijk uit handen van secretarissen van boven genoemde lichamen) een exemplaar in handen te krijgen. Thans is het ontwerp in zijn geheel in den boekhandel verschenen, 1) en kan dus ook door andere bladen, die tot bedoelde secretarissen in minder intieme betrekking staan, over dezen belangrijken arbeid een oordeel worden uitgesproken. _Want ik twijfel er niet aan: wanneer dit ontwerp zou zijn gekomen in een tijd van minder heftige gisting en spanning, in verband met de jongste spoorweg-gebeurte nissen, die heel de publieke aandacht in beslag nemen, zou ongetwijfeld aan dit vóórontwerp, het eerste product van beteekenis van dr. Kuyper's sociaal-wetgevenden ar beid, mér aandacht worden geschonken dan thans het geval is. Want inderdaad is het een belangrijk stuk arbeids-wetgeving, wat hier door minister .Kuyper wordt voor gesteld; eene voorziening, eerstens, in tal van leemten in de Arbeidswet, waarop ook in dit blad meermalen de aandacht is ge vestigd; aanvullingen, tweedere, van niet te onderschatten beteekenis. De Arbeidswet van '89, ook mét hare aanvullende koninklijke besluiten, was eensdeels in hare bepalingen zeer verouderd en in vergelijking ook met andere landen achterlijk, anderdeels ontbraken daarin voorschriften omtrent den arbeidstijd van volwassen mannen, waartegen vooral met het oog op den werktijd der bakkersgezellen en spoorwegarbeiders, in de lafllste jaren zoo algemeen de behoefte werd erkend. In deze leemten en gebreken wil dit ont werp voorzien, en bovendien wil het ver schaffen een wettelijke regeling van het leerling-contract. De regeling van het leerlingcontract, waar mee het ontwerp de nieuwe Arbeidswet wil laten beginnen, schijnt mij, oppervlak kig bezien, een novum te zullen worden in de moderne arbeidswetgeving. Voor zoover althans mij bekend, is zulk eene regeling van het leerlingcontract bij de wet, in dezen vorm althans, nog niet ingevoerd. Daarom is deze poging van dr. Kuyper, om deze regeling in ons land in te voeren, waar schijnlijk bedoeld als specifiek-christelijke wetgeving, interessant. Tot nu toe is steeds, in de laatste jaren, wanneer op regeling van het leerlingwezen werd aangedrongen, van verschillende zijden betoogd geworden, dat onder de tegenwoordige, modern-kapi talistische productiewijze, en bij de telkens meer doorgevoerde specialiseering en detail leering van den arbeid, een leerling stelsel onmogelijk blijken zou. Dit ontwerp nu wil blijkbaar den toe stand scheppen, dat allen die bepaalde bedrijven gaan uitoefenen?-dit ook bepaald zullen leeren, althans tot op zekere hoogte, opdat de liefde voor het ambacht bevorderd, en aan de erge en ergerlijke winst-exploi tatie der jonge krachten paal en perk gesteld worde. Om dat doel te bereiken, wil het wets ontwerp zien vastgesteld dat bij Algemeenen Maatregel van Bestuur bepaalde bedrijven kunnen worden aangewezen, waarin door een jongen of een meisje 2) alleen dan arbeid mag worden verricht, wanneer hij of zij heeft een leerling-overeenkomst met den ondernemer, ofwel hij of zij een diploma als gezel heeft verkregen. In de hier bedoelde »leer-overeenkomst" moet o. a. worden bepaald: a. den duur der overeenkomst; b. welke vergoeding aan den ondernemer, eventueel welk loon aan den leerling zal worden toegekend; c, het 1) »De nieuwe Arbeidswet". Vóór-ontwerp. Uitgave van de Naaml. Venn. drukkerij »Vada", Wageningen. 2) Voor de aanduiding «jeugdige per sonen" waaronder verstaan worden personen van of beneden 16 jaar, waarover de huidige Arbeidswet spreekt, is hier in de plaats gekomen >jongenB en meisjes", d. z. per sonen beneden 18 jaar. ?HIHIIIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimill.lllllllllllllMIIIIIIIIIIIHIMItM den smaak van de dikke Anastasia; zy was voorzichtig de keldertrap opgeklommen, had de grendels op de huisdeur geschoven, een bos sleutels en eenige gereedschappen gehaald en zonder verder een woord te zeggen, de beide sloten van een der koffers opengebroken.Vrouwen zijn altijd betere zakenmenschen dan mannen! Poe-oef! zeide het deksel en ging open. Aan den binnenkant was een keurig geschreven ly'st bevestigd, waarop blijkbaar de inhoud van den koffer was geregistreerd. Onderaan de ly'st stond een naam en een stempel, en met vereenigde krachten ontcyferde het drietal daarop de volgende woorden: Garderobe-administratie van Zifine Majesteit den Koning van.... Auastasia keek Kareltje aan, Kareltje keek den kleinen Peter aan, en de kleine Peter sprong van het eene been op het andere en zwaaide met de armen door de lucht, als of hij zoo onhoorbaar mogely'k uiting wilde geven aan de verrukking, waarin hy anders dreigde te stikken. Och, och, wat een geluk," zuchtte hy. Wat een geluk! Daar hebben we warempel den wagen van den konirg te pakken gekregen l" Ook de ernstige Kareltje kon een beweging van verbazing niet onderdrukken, maar hy toonde dat hy tegen alles was opgewassen door dadelijk met een practische raadgeving voor den dag te komen. Een, twee, drie, aan het werk en alles uit gepakt ! De koffers moeten nog vannacht den kelder uit en op de een of andere veilige plaats verstopt, - liefst in de oude my'nput achter het dorp. Wat we niet kunnen gebrui ken laten we erin, en wat we kunnen verkoopen pakken we by elkaar en dan brengt Peter het tegen den morgen naar den ouden Manasse; maar zorg er voor, Petertje, dat de kerel ons niet weer te veel beknibbelt, hoor ! En vóór alles : gauw l Binnen twee uur moeten we klaar zyn l" En zy togen aan het werk, dat de zweetdroppels hen van het voorhoofd liepen. Aan den eenen kant van het kleine, bedompte kel dertje was de vloer in een oogenblik bedekt met keurig bijeengebonden ondergoed, sierlijke heersnkleeren, van goud schitterende uniform stukken en spiegelblanke schoenen en laarzen van allerlei soort. Een groote doos vol fluweelen bedrijf, of het onderdeel daarvan, waarin de leerling zal worden opgeleid; d. den duur van den proeftijd, gedurende welken door elk der partijen de overeenkomst schriftelijk kan worden opgezegd (hoogstens 3 maanden); e. ingeval de leerling bij het hoofd of den bestuurder zal inwonen en overeengekomen wordti" dat hij voor het verrichten van huiselijke diensten zal mogen worden gebezigd, moeten de uren worden vastgesteld, welke per dag aan opleiding moeten worden besteed. De naleving van dit leerlingcontract staat over 't geheel onder toezicht van Commissiën, die daarvoor f door de Kamers van Arbeid, of door Ged. Staten worden be noemd. Deze cornmissiën worden benoemd 61' voor ne gemeente, óf voor een gedeelte eener gemeente, of' voor verschillende ge meenten tegelijk; zij moeten op de naleving toezien, zijn bevoegd de diploma's uit te reiken, en kunnen de overeenkomsten ontbinden. De patroon is verplicht, den leerling zoo veel in zijn vermogen is, in het vak op te leiden ; en moet ook pp het zedelijk gehalte van den leerling toezicht houden. De bovenbedoelde commissiën geven bovendien tweemaal per jaar gelegenheid aan de leerlingen, wier leertijd geheel of voor 2/s verstreken is, en voorts aan andere personen die zich daartoe aanmelden, om een examen af te leggen, of voor de Com missie zelf, óf voor door haar aan te wijzen bevoegden. Aan de Commissiën, wier leden vergoeding krijgen voor tijdverzuim, enz., moet door de gemeente localiteit voor hare vergaderingen worden verschaft. Bij voldoende bekwaamheid wordt den leerling door de Commissie een diploma uitgereikt, en hem den titel van gezel toe gekend, waarop het bedrijf vermeld staat. Van den patroon of ondernemer in een bedrijf waarin de Alg. maatr. van Best. het leerlirjg-contract is voorgeschreven, wordt geëischt, dat hij een diploma als gezel heeft. Bezjt hij zulk een diploma niet, dan mag hij niet als hoofd of bestuurder van zulk een onderneming optreden, en als zoodanig geen leer-o vereen komst worden gesloten met een hoofd of bestuurder van eene onderneming, wanneer, naar het oor deel der Commissie, dat hoofd of die be stuurder óf geen goede opleiding kan geven, of als persoon geen voldoende, waarborg oplevert tegen gevaar voor de zedelijke ontwikkeling van den jongen of het meisje. Bij Alg. maatr. van Best. wordt voor de betrokken vakken vastgesteld, hoe lang de leertijd moet duren. Het leercontract behoeft niet voor den gansenen leetrijd worden gesloten, zoodat de leerling van den eenen patroon naar den anderen kan gaan. De patroon met wien het nieuwe contract gesloten wordt, kan overlegging vorderen van de redenen waarom het eerste contract eindigde. Het bezoeken van een inrichting, van vak-onderwijs in de avonduren is voor de leerlingen verplichtend gesteld, indien aan die inrichting onderwijs wordt gegeven in het bedrijf waarin de leerling werkt. Vanaf des namiddags 5 uur moet daarvoor gele genheid worden gegeven. Dit zijn, beknopt weergegeven de hoofd zakelijke bepalingen van het ontwerp voor een leerling contract. Het moet dadelijk erkend, dat in dit ontwerp een warm streven kenbaar is, om de erge en ergerlijke, onpaedagogische en physiek schadelijke exploitatie, waaraan in vele bedrijven de jonge krachten zijn blootgesteld allén ? om- de- winst, die hen geen tijd, geen gelegenheid en geen lust laat om te leeren, tegen te gaan. En dat is toe te juichen. Wie niet vreemd is aan den werkelijken toestand in vele bedrijven, weet dat. Ik noem hier b.v. het typografen- ambacht, waarin bij goede «pleiding, bij minder geestdoodende exploitatie, zooveel is te leeren, zooveel schoonheidszin is aan te wakkeren. In dat bedrijf wordt thans een groote massa van werk lieden opgeleid, die geen de minste kennis van het vak in zijn geheel verkrijgen! Ze worden heel hun jeugd door geëxploiteerd in de meest eenvoudige branches van »platwerk", krant- of boekwerk, wijl zij daarin etuis stond daarnaast: ridderorden van alle mogelyke landen en ook inlandsche" orden, die zeker waren meegenomen, om door den koning eigenhandig aan enkele uitverkorenen te worden overreikt. Wat moeten we met dien rommel beginnen !" mopperde Anastasia. En ky'k dan eens hier l" zeide Kareltje en lichtte het deksel op van een cassette die hy met een paar welgemeende beitelslagen had opengebroken, en die een uitgezochte verzame ling dasspelden, ringen, manchetknoopen, gouden armbanden en dergelyke kostbaarheden bevatte. Goeie hemel l Wat doet hy daarmee? Wat doet hij met zoo'n massa van die dingen ?" stamelde Peter. Dat kan bij toch onmogely'k allemaal zelf dragen ! Och, ezel! hy moet toch cadeautjes geven? Geef jij krommen Hans ook niet een paar centen, als hy je kamer voor je schoon maakt of een liter wijn voor je uit de herberg haalt? En je begrijpt toch wel dat een koning iemand niet ksn afschepen met een fooitje ? Die moet met wat anders voor den dag komen. En daar dienen al die ringen en dasspelden voor, begry'p je ? Want minder kan een fatsoenlijke koning al niet geven". De kleine Peter verstomde en zette zyn onderzoekingen voort, terwijl Anastasia vly'tig door ging met uitpakken. Een heele waschinrichting kwam te voorschy'n, alles van zilver en versierd met een kroon en een monogram; daarna een heele voorraad flesschen en fleschjes, zalf- en pomade-potjes, doozenmet zeep ensierlyke apothekers-doosjes. Anastasia had er bepaald plezier in, zy' nam van een kristallen fleschje den stop af en wilde haar kuischen boezem besproeien met een flinken scheut ea.u de Luoin. Maar Kareltje hield met een vloek haar arm tegen. Ben je nu gek geworden ? Dacht je, dat niemand het zou merken, als jij naar zulke lekkere odeurtjes rook ? Weg met dat goed, dat gaat allemaal in den put. Juist door de lucht kun je het eerst het onderscheid merken tusschen zulke deftige lui en menschen zooals wij. En wat voer jij toch eigenlijk uit, Peter ? Pak den boel by elkaar en maak, dat je weg komt!" Peter had met steeds toenemende verbazing de stapels ondergoed bekeken en geteld. Hoofd schuddend keek hy Kareltje aan. God beware me, Kareltje, daar liggen tien het voordeeligst kunnen worden aangewend; en ze krijgen geen de minste gelegenheid, zich gedurende eenige jaren op het aanleeren van het bedrijf toe te leggen. Pogin gen, van particuliere zijde aangewend om daarin gunstige verandering te brengen, moeten wel vruchteloos blijven, zoolang de concurrentie ongebreideld blijft en de winstexploitatie der jongens ongemoeid! Voor dit, en stellig ook voor enkele andere bedrijven is dit_ontwerp voor een leerling contract toe te juichen. Wat voor mij het vraagteeken in dit, op papier zoo goed lijkende ontwerp uitmaakt, is de mogelijkheid. Er zijn tal van ambachten, die zóó gespecialiseerd, zóó in branches gesplitst zijn, dat het niet wel mogelijk is, daarin een leerling contract in te voerep. ^In zeer vele bedrijven heeft de machine zooveel van den fijneren, securen arbeid weggenomen, dat het leerling-contract ten eenenmale geen zin meer heeft. Wat beteekent het, een diploma te bereiken als schoen maker, indien men weet, dat de voornaamste taak van den toekomstigen schoenmaker zal zijn, schoenen te lappen, wijl de nieuwe meer en meer door de machine worden femaakt? Zoo het bakkers- en houtbewerers bedrijf, de metaalbewerkers, enz., waar de telkens in constructie vernieuwd wor dende machines nieuwe techniek noodza kelijk maken ? Maar deze overwegingen behoeven aan de waardeering van het vele goede in dit ontwerp niet af te doen. In vele vakken, waar de ambachts-bekwaamheid nog niet geheel door de machine is overbodig ge worden, zal het een gezonderen toestand scheppen voor de arbeider jkinderen, en al thans ten deele een einde maken aan de veelal erge exploitatie, waaraan dezen zijn blootgesteld. En in de meer moderne vak ken zal het zich aan de moderne eischen van vakbekwaamheid kunnen aanpassen. Het heeft een harde zijde, die misschien onvermijdelijk, maar daarom toch niet min der hard is, wat ook door de overweging, dat het op papier mooi lijkt, niet wordt weggenomen: dat de ouders der kinderen niet zelden het loon van dezen zullen moeten missen, en in menig vak nog geld zullen moeten toegeven. Dat doet de vrees ontstaan, dat er daardoor een zekere klasse van werk lieden komt die staat boven het gros, en de anderen, de armere categoriën, zich uitslui tend zullen werpen op de nseer ruwe industriën, waar geen leercontract bestaan kan en de arbeid van kinderen onmiddellijk wordt betaald! De eenige weg om deze schaduwzijde te compenseeren, zou zijn: het loon der man nen te verhoogen, zoodat het gezin niet het loon van kinderen noodig heeft, maar dat is niet de taak der wet, doch die der vakvereeniging. Geheel nieuw, en tevens verrassend ouderwetsch, zelfs zweemend naar het gildewezen, waardoor het ontwerp erg de reuk van de studeerkamer krijgt, klinkt de bepaling, dat elke patroon in de bedrijven waarin het leerling-contract wordt voorgeschreven, en die als patroon of ondernemer door de wet erkend wil zijn, zijn diploma van be paalde bekwaamheid in de uitoefening van het vak zal moeten kunnen toonen. Dat is zóó ganschelijk vreemd aan het modernkapitalistisch karakter van vele bedrijven, hetwelk volkomen toelaat om vandaag eige naar en bekwaam exploitant eener spinnerij of weverij, en morgen ondernemer eener schoenfabriek, of wel beide tegelijk te zijn, dat ik mij onmogelijk in de gevolgen en eigenaardigheden van zulk een toestand kan indenken. \Vanneer dr. Kuyper kans ziet, om deze middeleeuwsche bepaling, zoo vol komen strijdig met de kapitalistische inrich ting van ons bedrijfs- en speculatie-wezen door te voeren, 'k zou er respect voor hebben. Maar ik weet, dat nu reeds in vele Kamers van Arbeid van patroonszijde sterk tegen deze bepaling wordt opgekomen. Van arbeiders-standpunt kunnen stellig tegen zulk een bepaling geen bezwaren bestaan, heeft het zelfs haar goede zijde. In 't geheel genomen, komt mij dit ont werp voor een leercontract voor: mooi te zijn ... op papier, maar vóór het wet is, zal er nog wel heel wat afgaan! Dr. Kuyper schijnt zich, op sommige punten tnillHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIimilllllllHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIim dozy'n onderbroeken! Van wol, van linnen, van zy, witte, roode, zwarte, van alles wat. Tien dozijn, honderd-en-twintig stuks onder broeken ! Al is het nu duizendmaal een koning, wat moet de man met al die onderbroeken ? Die ziet toch niemand. Niemand kan controleeren of hy er een aan heeft of niet. En als by op den troon zit, Kareltje, en zit te regeeren wel, Kareltje, wat heeft hy' dan in vredesnaam aan al die onderbroeken 1" Och, dat kun jij niet begrijpen. Dat is nu eenmaal zoo by die deftige heeren, zonder zyden onderbroeken, zy'den hemden en zoo'n heelen kleeienwinkel kan tegenwoordig geen fatsoenlijke koning bestaan. Vroeger waren er wel zoo'n paar, die het met minder kleeren de len, maar dat waren toch niet de ware regeer ders. Die hadden veel te veel te doen, om zoo van ganscher harte koning te zy'n. Die voerden aldoor maar oorlog en zoo. Maar tegenwoordig! Als je dan koning bent! En vooral, als je dan op reis gaat? Zoo'n man heeft een heeleboel din gen noodig, waarvan jy heelemaal geen begrip hebt, Peter!" Neen, Peter had er geen begrip van, 't was hem te machtig, Zwijgend pakte hij alles, wat hy in de stad te gelde zou kunnen maken, by elkaar. Alles wat tot ondekking zou kunnen leiden, werd weer in de koffers ge gooid die met hun inhoud in de oude my'nput zouden worden verborgen, Daar was o. a. ook een kostbare schryfportefeuille by met een mas sa vellen papier erin, waarop met groote let ters in verschillende talen allerlei vreemde dingen waren gedrukt. Het waren redevoerin gen, zooals die by plechtige gelegenheden wor den gebruikt. Alle behelsden zoo ongeveer hetzelfde : Dank voor de ontvangst. .. vriend schappelijke betrekkingen tusschen onze ry'ken... vriendschap, verwantschap van vaders moeders- ooms- of andere zijde algemeene vrede.... enz. enz. En ook toespraken tegen verschillende regimenten. Die waren ook alle maal hetzelfde, op de namen van de veldslagen na. Roemryke veldtochten... glorierijke dagen... dapper en fier regiment.... enz. enz. Wat dat alles beduidde wist zelfs de knappe Kareltje niet. Om zijn verlegenheid te verbergen, maande hy' Peter tot spoed aan en gaf hem ten slotte, by' wijze van belooning en als her innering aan dezen schoonen nacht een van de gevonden gouden medailles ten geschenke. Voor beleid en trouw I" stond op den voorkant in zijn ontwerp-leerling-contract 'n eeuw in den t'y'd te vergissen. Anders begrijp ik 't niet. a cq LLTTC ALM Muziek in de Hoofdstad. Het is niet zeldzaam dat men by het beoordeelen van muziekuitvoeringen zy'n toevlucht neemt tot het maken van vergelijkingen. Zoo maakt men een vergelijking tusschen de uitvoering eener Beethovensche symphonie door Richter en door Mengelberg; of tusschen een Tondichtung van Strauss gediri geerd door den componist en door den directeur van het Amsterdamsche Concertgebouw-orchest. Men trekt een parallel tusschen een koor-uit voering van bier en van elders. Men vergelekt met elkaar het klavit rspel van d'Albert en Bauer, van Godowsky en Busooi of het vioolspel van Marteau en Burmester enz. enz. Meestal gaan die vergelijkingen echter niet op. Omnis comparatio claudicatl In den regels vergeet men na te gaan oi de beide sujets eene vergelyking toelaten. Men kan b», twee Beet hoven-dirigenten slechts vergelijken met be trekking tot hunne opvatting van hetzelfde werk. Het zou voorts onbilJyk zy'n aan de interpre tatie van een werk door den componist-dirigent, (voorop gezet dat deze een ervaren dirigent is) niet de voorkeur te geven, boren die door een anderen dirigent. Men mag toch veilig aannemen, dat de eerste beter in staat zal zy'n zyne be doelingen weer te geven dan de ander. Wil men nu kooruitvoeringen uit verschillende plaatsen met elkaar vergeleken, dan dient men toch in de eerste plaat» te bedenken dat de vergelijking over hetzelfde werk moet loopen; maar hoeveel gewicht kunnen dan nog byomstan digheden, zooals acustiek van de zaal, plaatsing op het podium, enz. in de schaal leggen ! Evenzeer is het mogelijk dat men d'Albert als pianist meer bewondert in een concert van Beethoven dan Harold Bauer, doch dezen meer in de klasierwerken van César Franck dan zyn duitschen collega. Toen nu 1.1. Maandag, Jan Eubelik in het Concertgebouw optrad met het vioolconcert van Beethoven, lag aet ook voor de hand dat er vergelykingen zouden gemaakt worden tusschen den jengen meester en de groote violisten, die ons met de voordracht van Beethoven's meester werk vroeger het grootste genot hebben doen smaken. Vooraan meester Joacbim, maar dan ook Bram Eldering en Henri Marteau door wien wy dit jaar nog het werk mochten hooren voordragen. En toch doet men den jongen virtuoos Kubelik onrecht, als men tusschen hem en de straks genoemde mannen een parallel trekt. Joachim toch is een man aan den avond zyns levens. De verschillende wederwaardigheden die hy moest ondervinden, hebben zyn karakter gerijpt en een ryp karakter is noodig om de heerlijke ideeën van Beethoven tot op den bodem te putten. Eldering heeft thans het toppunt van zyn kunnen bereikt. In hem zetelt de ernst, waar mede men Beethoven recht doet wedervaren. Henri Marteau, eertijds een vertroeteld wonder kind, die allerwege opzien baarde op zyne reizen, is tot rust gekomen. De schuimen de hartstocht is gebreideld, en gelouterd en heeft plaats gemaakt voor een gevoel van zelfbewustheid, dat niet dan anders dan den meester kan sieren. Niet alzoo echter by' Jan Kubelik. Deze is rog iong. Hy' heeft een vurig temperament en zyn Slavisch bloed klopt on stuimig in zyn aderen. Hy' is verwend en wordt door het publiek van alle landen en alle steden op de handen gedragen en dat verdient hy ook, want hy heeft een enorm talent. Maar is het wonder dat hy' het vioolconcert van Beethoven anders speelt dan de grijze Joachim en heeft niet deze meermalen verklaard dat hij dit concert in zyn jonge jaren ook anders gespeeld heeft dan later ? Jan Eubelik is een groot violist; hy heeft een prachtigen toon en een bijna nimmer falende techniek. Hy speelt niet gevoel en smaak en weet den toehoorder te boeien by «?Mltlllllllllllllllll llllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH gegraveerd. Die draag je nu maar als amulet", zeide hy. Doch waarschuwend voegde hy er by: Maar onder je hemd, alsjeblieft". Toen werden de koffers in de my'nput ge gooid, en Peter trok door het bosch naar de havenstad, waar de oude Manaase woonde. * # Men kan zich begrijpen, wat een opschudding dat den volgenden morgen was in de heele wereld! De waggon met de bagage van den koning gestolen zoo iets was nog nooit gebeurd! Telegrammen doorkruisten het heele land, de politie geraakte in wilde opgewonden heid, belooningen werden uitgeloofd en een paar gpoorbeambten ontslagen. Intusschen lagen de gestolen zaken ten minste alles wat er nog van over was in de stille verlaten my'npuÊachter het dorp, en Peter, Kareltje en Anastasia telden eiken avond het geld, dat zy' door hun y'ver hadden verworven. Geen mensen dacht eraan de put te onderzoeken, hoewel de gendarmes er dage lijks voorbijreden. Toen kreeg Peter op een goeden dag een grootschen inval. Hy ging naar het hoofd der politie, en vertelde dat hy op een tocht door het bosch, waar hy naar de gestolen zaken had gezocht,onder in de oude my'nput iets vreemds had zien schitteren. Ziet u toen de maan juist in de put scheen". De put werd onmiddellijk onderzocht, de koffers, de ridderorden, de rede voeringen, de fleschjes en potjes en nog eenige andere zaken kwamen te voorschijn, Peter was | de held van den dag en Kareltje ergerde zich, dat hy niet op dat denkbeeld was gekomen. De commisaris van politie zorgde ervoor, dat de brave Peter ten minste een deel van de belooning kreeg. Peter was al erg bly, toen het geld hem werd uitbetaald, maar er wachtte hem nog een verrassing. Als by'zonder bewijs van erkentelijkheid voor den door u aan den dag gelegden y'ver", zeide de commisaris op gewichtigen toon, is u door Zy'ne Majesteit den Koning de medaille voor beleid en trouw" verleend. Ik heb het genoegen, die u by dezen te overreiken met myn hartely'ken gelukwensen". Vol ontroering nam Peter de gouden medaille in ontvangst. Hy knipte tenminste met de oogen, alsof hy een paar tranen onderdrukte. Sedert dien tijd draagt Peter twee medailles, n onder en n boven zyn hemd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl