De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 31 mei pagina 5

31 mei 1903 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1353 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. Voordeelen van den alom gerenommeerden om te krolden. E n nat A Ai»nma aan groenten, vleezen, sausen en soepen. Hierin enig 1. rlJIISIC ftrUllia en onovertroffen. 2 Uiterst 3. vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oor spronkelijke smaak der gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen moet worden. Gemakkelijkste IR in tegenstelling met de vaste extracten. 4- «Bu l van af 30 cents per flacon. MAGGI's onderscheidingen; 4 groote prijzen, 25 gouden medailles, 4 eerediploma's, 4 eereprijzen, zesmaal buiten mededinging o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling te Parijs. ?IIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIJIIIUIIIIII iiHiiiiiiMMiiiiii in uu i" iiiiinii n n i u ui mi in nu i i nu i iiiliiiiiiiiiiii iiii'iiiiiiiiiiiiiin/ HUI iiiiiiiiii n i MUI ui INIIIII NIH itiiiiiiiiiiiiiiuiiiii immuun n iiiiiiiiiiiiiiiniii DAMEjS. VeliaMil m Trouwen. ii. Wel mee de belangrijkste der 19 vragen, die door het Werkl.-verbond aan de verschil lende plattelands-yereenigingen ter beant woording gesteld cjjn, is deze (de 15e van de lijst):»Van welken invloed is de velddienst-arbeid der vrouwen op de gezinnen dier vrouwen ?" Immers, juist dat was de overweging die het voorstel, om te ijveren voor wettelijk verbod, vergezelde: de gezinnen lyden daaronder in erge mate, en in elk opzicht. Door de verschillende antwoorden, die op deze vraag gegeven worden, wordt bovenstaande overweging volkomen bevestigd. Zij luiden in 't algemeen zeer stellig in ongunstigen zin. Uit de kleiatreek van Noord-Groningen (Appingadam, Warffnm, Kautens, enz.) wordt geschreven: >Zooals te begrijpen is, is de toestand van zulke gezinnen treurig". «Men heeft het financieel wat ruimer; maar waarde vrouw geen tijd heeft om zich aan haar gezin te wijden, is de toestand vaak veel ellendiger dan waar de vrouw thuis is. Er zy'n er echter ook vrouwen, die liever buitenshuis willen werken dan in het gezin. De huiselijkheid is weg. >Het herstellen Van kleeren, de zindelijk heid, orde en regel laten te wenschen over, door overstelping met werkzaamheden in de weinige uren die de vrouw te huis beschikbaar heeft." Uit Westerleeschrijft men: »De gehuwde vrouwen gaan nooit het geheele jaar haar 't veld. Maar als z\j er heen gaan ziet het er in de huizen ook verbazend vuil uit, terwy'1 de kleeding der kinderen ook veel te wenschen overlaat. Ik kan my ook niet begrijpen, dat dit uitgaan te werken voordeelig is. Er komt in dien tyd veel weg, wat niet by'ty'ds wordt onderhonden. Vele arbeiders deelen deze my'ne meening." 1) Uit Friesland wordt geschreven: ?De toestand van gezinnen, waar de vrouw even goed als de man uit werken gaat, is over het algemeen allertreurigst; daartegenover is de toestand van de gezinnen waar de vrouw thuis is, beter, in het bijzonder voor de opvoedjng der kinderen." «Gewoonlijk is het in een huishouding, waar een vrouw zich kan w\jden aan de huiselijke plichten, in een oog opslag te merken!" Uit Zuid-Holland: >De toestand van gezinnen, waarvan de vrouw evenals de man naar het veld gaat om te ar beiden, is dikwijls diep treurig. De kinderen in zulke gezinnen lijden vaak veel door zeer onvoldoende verzorging en reiniging. Lichame lijke en geestelijke achterlijkheid is meestal hun deel. In havelooze kleeding ziet men ze over de straat loopen, want de moeder mist natuurlijk den tijd hiervoor zorg te dragen. Hoe het er bij zulke menschen binnenshuis vaak uitziet, wordt het best geteekend door de uitdrukking: >Een blind paard zou er geen schade doen." Komt men daarentegen in een gezin, waarvan de vrouw niet naar het veld gaat om te arbeiden, dan is daar, hoe eenvoudig en armoedig alles ook moge zy'n, ten minste huiselijkheid waar te nemen." Uit Zeeland komen ongeveer dezelfde antwoorden, die ik dus niet nogmaals behoef te releveeren. Hier zijn dus de antwoorden uit alle deelen des lands treffend eenstemmig. Ik zon de reeds genoemde, nog kunnen aanvullen met antwoor den uit Zutfen, Kampen, Nunspeet, enz. Maar zij alle spreken deze zelfde overtuiging uit: dat overal de vrouwenarbeid op de gezinnen een slechten invloed heeft, de huiselijkheid verdwijnt, ruwheid en slordigheid worden de schromelijke eigenschappen harer huisgezinnen, en het directe geldelijke voordeel gaat meer verloren door de meerdere kasten die men beloopt, omdat de vrouw niet de hand aan het onderhoud kan houden. Inderdaad is dit eensluidende, besliste, ongunstige oordeel over den slechten invloed van den vrouwenveldarbeid van beteekenis, omdat, indien eenmaal deze slechte, degenereerende invloed op de gezinnen vaststaat, dit een der sterkste argu menten k&n ijjn voor den wetgever, om hier regelend tusschenbeide te komen. In onmiddellijk verband hiermee staat de beantwoording van vraag 16 : hoe er, ttfdens de afwezigheid van de moeder, in de verzorging der kinderen wordt vooreien ? Het antwoord op die vraag ligt trouwens vrijwel voor de hand: in den regel wordt daarin voorzien ut' doordat oudere broertjes of zusjes op de kleinere passen, of de zorg voor hen is, tegen betaling, opgedragen aan kennissen, buren, oude of invalide vrouwen, enz. In enkele gevallen komt het voor, dat de kinderen in een krui wagen mee naar 't veld worden genomen, of... dat ze eenvoudig in de woning of een kamer worden opgesloten... Door invoering der leerplichtwet is, dat spreekt, het oppassen der kleintjes door de ?oudere" broers of zusters veel moeilijker geworden. Vroeger was dat regel: tientallen kinderen van n dorpschool kwamen soms maanden en maanden niet op school! Uit Uithuizermeeden schrijft men, dat, door de invoering der leerplichtwet, de moeder ge dwongen is, een deel van haar karig loon af te staan aan de een of andere buurvrouw, die de zorg voor de kleinen op zich neemt." Uit O u werker k bericht men, dat de oudere broers of zusjes alleen vóór en nè. schooltijd met het toezicht worden belast, gedurende den school tijd worden de kinderen dan heelemaal zonder toezicht in de woning opgesloten. Datzelfde meldt men uit Noord Gouwe (Zeeland), met de bemerking, »dat messen, lucifers en dergelijke achter slot geborgen worden." Voor het op passen der kinderen betaalt men plm. 10 a 15 cent per dag. Dit geschiedt meestal door oude vrouwen, die zelf niet meer in staat zyn te werken, en die zoo ongeveer 'n dozijn of meer per dag onder hun hoede krygen. Van zorg vuldige behandeling zal hierbij, vermoed ik, 1) De schrijver van dit oordeel uit Westerlee is Herv. predikant. wel weinig sprake zijn. Waar ze meegenomen worden naar het veld, geschiedt dit meestal in een kruiwagen met een huif er overheen, tegen den regen; wat niet wegneemt, gelijk uit Nunspeet wordt gemeld, dat bij regen en wied, de kinderen veel aan ziekte zijn bloot gesteld. Uit zes gemeenten wordt melding ge maakt van het bestaan .eener bewaarschool. De 17e, 18e en 19e vraag betreffende het oordeel te vernemen over de wenschelykheid van de oprichting van crèches (kinderbewaar plaatsen). De antwoordden luiden vrij stellig en vr\j algemeen in ontkennenden zin: n het vooroordeel der plattelandsbewoners tegen dergelijke »nienwerwetsche" dingen, n (vooral) de omstandigheid dat de afstanden daartoe te groot zy'n, zy'n daartegen overwegende bezwaren. Uitvoerige en gedetailleerde antwoorden zijn ingekomen omtrent loon en werktijd der ge huwde veldarbeiders. Over het algemeen kan men, naar deze gegevens, aannemen dat het loon der vrouwen ongeveer 40 pCt. lager is dan dat der mannen, op talrijke plaatsen zelfs 50 pCt. In de kleistreek van Groningen (Uit huizen, Loppersum, Bierum enz.) bedraagt het loon der vrouwen 5?6 et. per uur. In de veen koloniën 50?60 et. per dag. In Friesland 40?60 cent per dag. In Zuid-Holland 60?80 cent per dag. In Zeeland 45?60 cent per dag. In Zutfen 5 cent per uur. De loonen der boeren-arbeiders over het heele jaar varieeren, naar de talrijke opgaven, van / 160.?in enkele plaatsen der prov. Groningen, tot / 350 in Zuid-Holland. Talrijk zijn de plaatsen, waar des winters 50 cent per dag verdiend wordt. De werktyd der gehuwde werksters loopt zeer uiteen, al naar gelang het jaargetijde, en de gewoonten. In Groningen is de werktijd in gewone omstandigheden van s'ochtends 6 tot s'avond 6, met een uur schafttyd er tusschen. Maar die tyd is voor de vrouw natuurlijk te kort om ook nog voor het gezin te zorgen, omdat ze in den regel ver van huis is. Uit Appingadam schrijf men dan ook: het is een veel te lange dag. De meeste dagen kan geen maaltijd worden genuttigd. Alleen op Zondag heeft de vrouw »rust", maar dan moet zy wasschen, verstellen, enz. De vrouw is daar gemiddeld 9 uur per dag van huis. De meeste vrouwen blijven dan ook maar liever gedurende den schafttyd op het land. Uit Friesland komen van een 7-tal verschillende plaatsen dezelfde berichten; alleen in St. Jacobi (het Bildt) is de regel iets beter, daar heeft de vrouw tnsschen 11?2 tyd om het middagmaal te bereiden. In Zuid-Holland en Zeeland is de werktijd even lang of nog langer. In Noord-Gouwe is de werktijd van 's morgens 5 tot 's avonds 6 uur; in Kruiningen van 5>i?Ui/* en van HM?6K uur; in Duiveland van 5-8, 9?l, 2?6 uur. In Spykenisse en Stry'en van 5?7, in het vlaswerken zelf van 41/j?7 uur. Merkwaardig zyn de talrijke aanteekeningen die bij deze opgaven gemaakt zyn. Zy vormen ne lange, eensluidende klacht over den te langen werktijd, die geen tyd laat om behoorlijk het voedsel te bereide». Uit Krabbendyke schrijft men: «Indien men het een rusttyd ?mag noemen, dat een vrouw om 11 uur van ?'t veld komt, om kwart over 11 thuis is, dan ?het eten kookt voor het gezin, en o m half een ?weer naar het werk gaat, dan ja, heeft zy 5 ?kwartier voor het bereiden van het middag?maal. Maar van rusten zal dan zeker geen ?sprake zijn." Zoo luidt ongeveer elk ant woord. Van middagmaal is geen sprake. Men stelt zich tevreden met een stuk brood op het veld te nuttigen en 's avonds wordt, zoogoed en kwaad het gaat, de warme pot gereed ge maakt. Nooit rust, nooit ordelijkheid en net heid in de kleeren in het gezin, altyd ver moeid, korzelig verwarring! En nu de conclusie. (Slot volgt). Mewltninen, Hoe zj] wonen? Onlangs kon men in de bladen lezen, wat de statistische opgave meldde, omtrent een gehouden onderzoek, aangaande het wonen van Nederlanders in onze groote steden. Het Centraal-Bureau voor de Statistiek heeft een algemeene Nederlandsche woningstatistiek uitgegeven, waaraan het volgende wordt ontleend: Op de 1,172,114 bewoners werden slechts 306,937 vertrekken door dezen in beslag genomen. Ergo leefde bovengenoemd aantal menschen min of meer saamgepakt in n kamer. De woningen waar twee kamers door het zelfde gezin in gebruik waren, zyn 1,497,353 saamgepakt in 668,710 vertrekken. Ik zou kunnen voortgaan met het noemen van cyfers, maar over het algemeen wekken de dorre statistische opgaven weinig aandacht bij het groote publiek. Daarom wil ik liever eens hier vertellen, dat een vierde deel van ons gezegend Nederland, woont of eigenlyk beter uitgedrukt is saam gepakt, in een-kamer-woningen. Zeventig percent der bevolking leeft in drieof twee-kamer-woningen, ruim de helft der bevolking heeft niet meer dan twee vertrnkken tot haar dienst. Verder blykt, dat er in het geheel 42,594 woningen zyn, waarin meer dan 6 personen huizen, en van deze zyn er niet minder dan 41,377 welke in het geheel slechts n vertrek hebben. Met mér dan zes personen in een vertrek. Begrypt ge wat dit zeggen wil, gy vrouwen die uw kinderen, ais ze lastig zyn, met de bonre naar de kinderkamer zendt ? Begrypt ge wat dit zeggen wil, voor de moeders die van den vroegen morgen tot den laten avond zwoegen en ploeteren om den boel zooveel mogelyk in orde te houden? Mér dan zes personen in n vertrek, dus: vader, moeder en vier of vy'f kinderen!.... En dan verwondert men er zich over, dat er zooveel straatjongens en -meisjes zijn, die allerlei kattekwaad uitvoeren. En wat wordt er hier te lande gedaan, voor de kinderen die met hun ouders in n ver trek en hoe klein vaak moeten huizen. Ik zal eens vertellen, wat er in andere landen wordt gedaan voor de stampers die geen mooie frissche speelkamers of tuin hebben, om vrije lijk in rond te springen. Amerika staat meestal op den voorgrond, waar iets van praktisch nut wordt tot stand gebracht. En zoo was het ook dat wereld deel, alwaar voor het eerst de denkbeelden van Fröbel, dat men den .kinderen zooveel mogelijk een >gelukkige jeugd" moet verschaffen, in de praktijk met succes ten uitvoer werden gebracht. Acht jaren geleden werd een bond opgericht, met het doel kindertuinen te stichten. Aanvankelijk telde die bond slechts zes leden. Nu zyn er reeds over de zevenduizend toege treden. Op een Congres te Chicago gehouden, waren niet minder dan duizend leeraren en leeraressen tegenwoordig. In Boston werd de eerste kindertuin geopend. In Florence, (Mass) de tweede en spoedig daarop volgde San Francisco in Californië. In die tuinen begint de msthode van de coëducatie, in Amerika overal met zoovee! succes toegepast. De jongens zyn veel minder ruw als ze geza menlijk met meisjes hun genoegens deelen. De meisjes worden veel beter geschikt ge maakt voor het leven, wanneer ze als makkers met de jongens leeren omgaan ! Nadat in Amerika de kindertuinen met zooveel succes werkten, werden ook in Engeland en Duitschland dergely'ke inrichtingen tot stand gebracht. De Amerikaansche zendelingen hebben, tot zelfs in Japan, China en Indiëhet groote nut er van inziend, zich gewend tot de ryken om bydragen voor dit doel. En met goeden uit slag werd dit gedaan. De rapporten uitgebracht te Chicago waren voor het meerendeel hoogst belangrijk. Aan verscheiden kindertninen zyn moederscholen verbonden, waar de werkmansvrouwen lessen betreffende de hygiëne en de opvoeding der kinderen krygen. In honderdvyftig steden van Amerika zyn nu reeds kindertuinen (wat zyn wij toch ach terlijk !) terwyl er verscheiden iraintngtscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen zyn. Alles wordt door den Staat bekostigd. Maar in Amerika worden niet zulke schatten verslon den ten behoeve van leger en vloot' Hoe groot vaak de onbekendheid der kin deren is, met alles wat de natuur betreft, blykt vooral in de groote steden, waar wél veel steenen huizen staan, maar dikwijls het natuurgenot o, zoo scbaarsch is. Een kleine uit Chicago antwoordde op de vraag wat een rivier is: «Water dat verschrik kelijk stinkt". Toen aan een kind een boom werd gewezen, vroeg hy, of dat nu een bloem was. Het klinkt ongelooflijk, en toch zyn er kinderen in wereldsteden, die de eerste levens jaren niet anders zien dan lange rijen straten met hooge huizen. Wel zyn er parken in alle steden, maar de afgetobde moeders hebben geen lust daar met haar kinderen heen te sjouwen. Voor dezulken zy'n de kindertuinen een niet te hoog te schatten genot. Een der kinderen riep uit, toen hy voorde eerste maal in de open ruimte de zon zag schynen: ?O, Zie, God opent de deur vanden hemel!" Miss Putnam uit Chicago, de presidente der Vereeniging antwoordde op de vraag, wat het eigenlyke doel was van de kindertuinen: De kleinen tot praktische menschen te maken." Ter gelegenheid van de samenkomst werden de door kleine handjes vervaardigde voor werpen getoond. Onder anderen was daar te zien, een mini atuur dorp van karton vervaardigd. Een kerkje in Gothische bonwtrant, een smidswerkplaats met alles wat er in behoort, een manufactuurwinkel, een postkantoor en zelfs een brandweerkazerne. Kleine poppenhuizen waarin alles was wat er in behoort; tot zelfs een miniatuurpiano met toetsjes van hout, van aan reepjes gesneden garenklosjes. Zestig jaar geleden stichtte Fröbel den eersten kindertuin in Blankenberg (Duitschland). Acht jaren daarna moest die worden gesloten uit gebrek aan belangstelling. Eerst na het succes in de Nieuwe Wereld, volgde de oude haar na l!! >Zeg toch tegen de vrouwen, dat zy zoo spoedig mogelyk de opvoeding in handen moeten nemen, en het zal strekken tot het welzyn van alle volken," heeft Fröbel gezegd. Langzaam hél langzaam schreidt die ge dachte voort! Maar het zal nog lang duren, voordat het der vrouwen zal zyn gegund, iets meer dan een adviseerende stem te mogen geven, in zake kinderopvoeding. In Amsterdam zyn naar ik meen, reeds kinderspeeltuinen, op kleinen schaal, maar in de overige steden van ons land ontbreken ze nog geheel. In New-York alleen zyn er dertig, allen met een zeer uitgestrekt terrein, door een Vereeniging »Tot opvoeding van het Volk" gesticht. Het particulier initiatief heeft dus blijkbaar in die wereldstad het door den Staat gegeven nagevolgd. De stad New-York geeft echter met milde hand bydragen. Alleen in de maanden Juli en Augustus van het vorige jaar, kostte het onderhoud van de kindertuinen niet minder dan twintig duizend dollars. Een wet is onlangs uitgevaardigd, waarbij het aan Farkcommissies wordt bevolen, in elk aan te leggen park een groote ruimte voor de kinderen te reserveeren. De Regeering van de Vereenigde Staten gaat al meer en meer uit van de gedachte, dat zij verantwoordelijk is voor de wijze waarop de kinderen buiten de schooluren hun tyd doorbrengen, en dat het geleerde op de school banken geen nut kan dragen, als de kinderen na het verlaten van het lokaal, niets dan ellende zien. In den loop van het vorige jaar, werden, by de vereeniging »Pro Javentute" te Rot terdam, door den officier van Justitie 97 zaken van diefstal door kinderen aangebracht. 82 dezer ongelukkige kleinen zyn door de Ver. «Pro Juventute" onder voogdij gesteld, in hoop op verbetering. Is het niet beter te trachten te voorkomen dan te genezen, en is in de eerste plaats de Staat niet aangewezen om in dezen het ini tiatief te nemen ? En verder, moet ieder niet trachten zooveel mogelyk mede te werken tot het bereiken van dit goede doel? VERA. SMvdvi e waarheid. Als het belang met de waarheid in botsing komt, is het volwassenen moeilyk, de waarheid trouw te blyven, kinderen is dit echter vaak onmogelijk, met het gevolg, dat er tal van onwaarheden begaan worden. Zoo schryft het kind een begane fout by het spelen, waardoor het speelgenot zou eindigen, by'na geregeld aan anderen toe; zoo wordt by het maken van werk (in school of in huis) al heel gauw bij anderen een kykje genomen of om hulp gevraagd, zoo worden overtredingen (gooien, naroepen, vechten, of wat ook) ver zwegen of aan anderen toegeschreven, enz., genoeg, om aan te toonen, dat het kind het met de waarheid niet zoo nauw neemt, als het er genoegen door bekomen of misnoegen door ontgaan kan. Dat verschijnsel moge bedroevend zyn, ver ontrustend is het niet, althans niet in die mate, dat Montaigne's klacht: »IIet kind is zoo leugenachtig, als het groot is", recht van be staan heeft. Wat toch is het geval ? Het kind is van nature zeer impulsief, terwyl eigen lust en leed zeer snel tot bewustzijn komen; het behoeft dus niet te verwonderen, dat het aan elke oogenblikkelyke opwelling gehoor geeft, dat het zonder na te denken handelt, en dus vry' wat onwaarheden begaat, om zyn be lang te bevorderen. Dat het kind als kwaad aan te rekenen, zou gelijk staan met den regen te verwyten, dat hy nat ware, maar toch moet deze kinderlijke eigenaardigheid (anders mag ze niet heeten) bestreden worden, en wel om te voorkomen, dat het kind opgroeit tot een mensch, die alles ondergeschikt maakt aan zy'n belang. , Daartoe moet het kind de waarheid boven alles leeren stellen, echter niet door een of ander voorschrift of gebod (dat op zich zelf is vry waardeloos), maar door een langen, langen leerty'd. Hierby vindt echter de opvoeder een krachtigen steun in de neiging van het kind alles mede te deelen, wat het doet of onder vindt, een neiging, die wel eens onaangename oogenblikken kan bezorgen aan opvoeders of huisgenooten (men denke aan les enfants terribles), maar die in geen geval onderdrukt mag worden. (Wil men ongewenschte mededeelingen van kinderen aan of in het by'zy'n van vreemden voorkomen, dan moet men zorgen, dat kinderen die mededeelingen niet kunnen doen, dan moet men in het bijzijn van kinderen de noodige zelfbeperking in acht nemen.) Wanneer nu kinderen aan vader of moeder vertellen wat zy deddn of ondervonden, dan hebben dezen met belangstelling hiernaar te luisteren, dan hebben zy hun genoegen over deze mededeelzaamheid te betuigen. Dat echter is slechts het begin! Daarnaast (daarna) heb ben ouders er op aan te dringen, dat het kind ook tegen broers en zusters, speelkameraden en huisgenooten de waarheid betracht, ze heb ben te toonen dat dit hun genoegen verschaft, en over afwijkingen hun ongenoegen te betoonen. Intusschen, ook dat is nog slechts half werk l Wil de opvoeder bewerken, dat het kind, de warrheid zegt tegen de personen uit de kin derlijke omgeving, dan heeft hij (en alle per sonen uit die omgeving) de waarheid te zeggen, althans in het bijzijn der kinderen. Als b.v. een onaangenaam bezoek aangekondigd wordt, mag geen >Niet thuis I" gegeven worden; als een vervelend bezoeker vertrekt, wien men met een hartelyken groet uitgeleide doet, mag geen: »Wat een bezoeking l" gebezigd worden, enz.: men heeft zelf te handelen, zooals men dit het kind wil leeren. Op deze wijze leert het kind de waarheid tegen de personen uit zyn omgeving zeggen, omdat zy'n ouders dit prettig vinden, en, komt het later op school, dan werken ouders en onderwijzers in dezelfde richting: de ouders dringen er op aan, dat hun kind in de school de waarheid zegt, om hun genoegen te doen, de onderwijzer eveneens, en zoo wordt eindelijk door het kind in het zeggen van de waarheid zelve genoegen gevonden, zoo wordt het doel bereikt. Intusschen, slechts langzaam aan komt het kind zoover en daarom mag de waarheidsliefde (of wel, de gewoonte, om de waarheid te zeg gen) niet op te zware proef gesteld worden en dus geen te opwindend spel, geen te aanzienly'ke belooningen, geen te zware straffen, in een woord, geen sterke prikkel van het belang. De opvoeder handele als stamelde het kind de oude bede: *Leid my niet in verzoeking!" W. A. W. MOLL. Antonie. Baumberg's gedenkteeken. Duitsch-Evangelische Vrouwenbond te Hannover. Halve beurten op de Normaalschool te Zetten. Laurence Alma Tadema. Den 15den April j. 1. was het n jaar ge leden, dat de arme, eerzuchtige tooneelschry'fster Antonie Kreiml, geboren Banmberg, ge bukt onder een schuldenlast, in een vlaag van mistroostigheid een einde maakte aan haar leven. Zooals wy reeds vroeger gemeld heb ben, kon de beklagenswaardige vrouw haar leed niet verkroppen, over het vallen van drie stukjes in n bedrijf, die op n-en-denzelf den avond voor het voetlicht werden gebracht.' Zij was overtuigd, dat dit werk een volslagen succes zou zy'n, dat haar [naam na dien gedenkwaardigen avond voor goed gemaakt was, en dat daardoor aan de nijpende geldzorgen een einde zou komen. Haar gelnksdroom eindigde in een teleurstelling, zóó fol terend dat de reeds zwaarmoedige schrijfster, ze niet kón verdragen. Door vrienden en ver eerders werden gelden ingezameld, om een gedenkzuil te plaatsen op het graf van de ongelukkige, sympathieke Antonie Baumberg. Op zeer eenvoudige en plechtige wijze, is het gedenkteeken, vervaardigd door den Weener beelhouwer Schröar, onthuld. Nu siert haar laatste rustplaats een slanke obelisk van zand steen, waarop het borstbeeld der kunstenares in relief is gebeiteld. Onder haar portret niets anders dan in dof-zwarte letters Antonie Kreiml Baumberg en de datums van haar ge boorte en dood. « * * De Duitsch-Evangelische Vrouwenbond te Hannover, heeft sedert eenige maanden, onder presidium van mej. A. von Reden, HannoverWaldhansen, Brandestrasse 7, een centraalbureau geopend, voor werkverschaffing aan vrouwen en meisjes uit den beschaafden stand. Het gebeurt voortdurend, dat vrouwen en meisjes, door den dood van haar echtgenooten of ouders, of door finantieelen achteruitgang, plotseling genoodzaakt zy'n, in eigen onderhond te voorzien. Voor haar, die niet gestudeerd, of zich in eenig vak bekwaamd hebben, blijft het zoeken naar een betrekking heel moeilyk. Intusschen nypt de honger, dringt de nood, vermeerderen de zorgen. Roekeloos en onver antwoordelijk, gaan de arme schepseltjes dikwijls af, op advertenties, op aanbevelingen van onbe trouwbare, gewetenlooze lieden ?L'amie de la jeune fille" en de aan ver schillende stations geplaatste damej, die er haar werk van maken, jonge, onervaren reizigsters te beschermen, zouden daaromtrent boekjes kunnen opendoen, van weerzinwekkenden in houd. De gunstige resultaten, nu reeds te Hannover verkregen, bewijzen welk een geze gende instelling dit centraal-bureau is, staande onder het patronaat van ernstige, degelijke, hulpvaardige dames. De «Bode der Heidring-Gestichten" nummer van 15 Mei j.l., noodigt dag- en weekbladen uit, het bericht aangaande de beschikbare, halve beurzen, voor de Normaalschool te Zetten over-te-nemen. Belangstellenden behooren zich vóór 15 Juni 1903 aan te melden by' de direc trice, mej. J. J. Weyland. Vereischten van toelating tot het examen, zy'n: 1°. de leeftyd van ten minste 14jaren; 2°. informaties. Men voege dus by' zyne aanvrage,hetzy schrif telijke verklaringen, hetzij aanwijzing van per sonen, die getuigenis willen geven aangaande: a. de christelijke gezindheid; l. de kundig heden ; c. de familie-omstandigheden; d. de gezondheid der candidate. Van de hand van Lanrence Alma Tadema, dochter van onzen wereldberoemden schilder die te Londen woont, is weer een versbundel verschenen. Beide dochters van Alma Tadema zyn be gaafd en veelzijdig ontwikkeld. De eene schil dert, de andere schry'ft. Laurence schreef als kind van tien jaar, verhaaltjes en versjes. In het schitterend, kunst- en smaakvol ingericht huis van haar vader, waar een onafgebroken cosmopolitisch verkeer plaats vindt, hadden beide meisjes gelegenheid haar ontvankelyken geest te beschaven en te ontwikkelen. Vrien den van de schrijfster Laurence moedigen haar aan, om voor het tooneel te gaan sehryven, omdat haar levendige belangstelling voor de kunst, juist in die richting haar hoogte-punt bereikt. Zy is een vurige bewonderaarster van Maurice Maeterlinck van wien juist in het ?Gymnase" te Parijs, een nieuw stuk zal gaan getiteld »Joyzelle".. CAPRICE . Gemengde Salade. Benoodigdheden: 6 strui ken zoogenaamde Engelsche seldery, 6 worte len, 3 eetlepels sla olie, /-i liter zure room, 3 dessertlepels kruiden-azy'n, l en 2 dessert lepels Maggi, zout, peper. Bereiding seldery en wortelen worden afzon derlijk gekookt en in schijven gesneden. Van de bovengenoemde ingrediënten bereidt men een saus, waar de groenten luchtig doorheen geroerd worden. N. B. Maggi = Maggi om te kruiden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl