Historisch Archief 1877-1940
Na 1353
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND.
Voordeelen
van den alom gerenommeerden
om te krolden.
E n nat A Ai»nma aan groenten, vleezen, sausen en soepen. Hierin enig
1. rlJIISIC ftrUllia en onovertroffen.
2 Uiterst
3.
vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oor
spronkelijke smaak der gerechten wel verhoogd,
doch niet verdrongen moet worden.
Gemakkelijkste IR
in tegenstelling met de vaste extracten.
4- «Bu l van af 30 cents per flacon.
MAGGI's onderscheidingen; 4 groote prijzen, 25 gouden medailles, 4 eerediploma's, 4 eereprijzen, zesmaal buiten mededinging o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling te Parijs.
?IIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIJIIIUIIIIII iiHiiiiiiMMiiiiii in uu i" iiiiinii n n i u ui mi in nu i i nu i iiiliiiiiiiiiiii iiii'iiiiiiiiiiiiiin/ HUI iiiiiiiiii n i MUI ui INIIIII NIH itiiiiiiiiiiiiiiuiiiii immuun n iiiiiiiiiiiiiiiniii
DAMEjS.
VeliaMil m Trouwen.
ii.
Wel mee de belangrijkste der 19 vragen,
die door het Werkl.-verbond aan de verschil
lende plattelands-yereenigingen ter beant
woording gesteld cjjn, is deze (de 15e van de
lijst):»Van welken invloed is de velddienst-arbeid
der vrouwen op de gezinnen dier vrouwen ?"
Immers, juist dat was de overweging die het
voorstel, om te ijveren voor wettelijk verbod,
vergezelde: de gezinnen lyden daaronder in
erge mate, en in elk opzicht.
Door de verschillende antwoorden, die op
deze vraag gegeven worden, wordt bovenstaande
overweging volkomen bevestigd. Zij luiden in
't algemeen zeer stellig in ongunstigen zin.
Uit de kleiatreek van Noord-Groningen
(Appingadam, Warffnm, Kautens, enz.) wordt
geschreven: >Zooals te begrijpen is, is de
toestand van zulke gezinnen treurig". «Men
heeft het financieel wat ruimer; maar waarde
vrouw geen tijd heeft om zich aan haar gezin
te wijden, is de toestand vaak veel ellendiger
dan waar de vrouw thuis is. Er zy'n er echter
ook vrouwen, die liever buitenshuis willen
werken dan in het gezin. De huiselijkheid is
weg. >Het herstellen Van kleeren, de zindelijk
heid, orde en regel laten te wenschen over,
door overstelping met werkzaamheden in de
weinige uren die de vrouw te huis beschikbaar
heeft." Uit Westerleeschrijft men: »De gehuwde
vrouwen gaan nooit het geheele jaar haar
't veld. Maar als z\j er heen gaan ziet het er
in de huizen ook verbazend vuil uit, terwy'1
de kleeding der kinderen ook veel te wenschen
overlaat. Ik kan my ook niet begrijpen, dat
dit uitgaan te werken voordeelig is. Er komt
in dien tyd veel weg, wat niet by'ty'ds wordt
onderhonden. Vele arbeiders deelen deze my'ne
meening." 1) Uit Friesland wordt geschreven:
?De toestand van gezinnen, waar de vrouw
even goed als de man uit werken gaat, is over
het algemeen allertreurigst; daartegenover is
de toestand van de gezinnen waar de vrouw
thuis is, beter, in het bijzonder voor de
opvoedjng der kinderen." «Gewoonlijk is het in
een huishouding, waar een vrouw zich kan
w\jden aan de huiselijke plichten, in een oog
opslag te merken!" Uit Zuid-Holland: >De
toestand van gezinnen, waarvan de vrouw
evenals de man naar het veld gaat om te ar
beiden, is dikwijls diep treurig. De kinderen
in zulke gezinnen lijden vaak veel door zeer
onvoldoende verzorging en reiniging. Lichame
lijke en geestelijke achterlijkheid is meestal
hun deel. In havelooze kleeding ziet men ze
over de straat loopen, want de moeder mist
natuurlijk den tijd hiervoor zorg te dragen.
Hoe het er bij zulke menschen binnenshuis
vaak uitziet, wordt het best geteekend door de
uitdrukking: >Een blind paard zou er geen
schade doen." Komt men daarentegen in een
gezin, waarvan de vrouw niet naar het veld
gaat om te arbeiden, dan is daar, hoe eenvoudig
en armoedig alles ook moge zy'n, ten minste
huiselijkheid waar te nemen." Uit Zeeland
komen ongeveer dezelfde antwoorden, die ik
dus niet nogmaals behoef te releveeren.
Hier zijn dus de antwoorden uit alle deelen
des lands treffend eenstemmig. Ik zon de reeds
genoemde, nog kunnen aanvullen met antwoor
den uit Zutfen, Kampen, Nunspeet, enz. Maar
zij alle spreken deze zelfde overtuiging uit:
dat overal de vrouwenarbeid op de gezinnen
een slechten invloed heeft, de huiselijkheid
verdwijnt, ruwheid en slordigheid worden de
schromelijke eigenschappen harer huisgezinnen,
en het directe geldelijke voordeel gaat meer
verloren door de meerdere kasten die men
beloopt, omdat de vrouw niet de hand aan
het onderhoud kan houden. Inderdaad is dit
eensluidende, besliste, ongunstige oordeel over
den slechten invloed van den
vrouwenveldarbeid van beteekenis, omdat, indien eenmaal
deze slechte, degenereerende invloed op de
gezinnen vaststaat, dit een der sterkste argu
menten k&n ijjn voor den wetgever, om hier
regelend tusschenbeide te komen.
In onmiddellijk verband hiermee staat de
beantwoording van vraag 16 : hoe er, ttfdens de
afwezigheid van de moeder, in de verzorging
der kinderen wordt vooreien ? Het antwoord op
die vraag ligt trouwens vrijwel voor de hand:
in den regel wordt daarin voorzien ut' doordat
oudere broertjes of zusjes op de kleinere
passen, of de zorg voor hen is, tegen betaling,
opgedragen aan kennissen, buren, oude of
invalide vrouwen, enz. In enkele gevallen
komt het voor, dat de kinderen in een krui
wagen mee naar 't veld worden genomen, of...
dat ze eenvoudig in de woning of een kamer
worden opgesloten...
Door invoering der leerplichtwet is, dat
spreekt, het oppassen der kleintjes door de
?oudere" broers of zusters veel moeilijker
geworden. Vroeger was dat regel: tientallen
kinderen van n dorpschool kwamen soms
maanden en maanden niet op school! Uit
Uithuizermeeden schrijft men, dat, door de
invoering der leerplichtwet, de moeder ge
dwongen is, een deel van haar karig loon af
te staan aan de een of andere buurvrouw, die
de zorg voor de kleinen op zich neemt." Uit
O u werker k bericht men, dat de oudere broers
of zusjes alleen vóór en nè. schooltijd met het
toezicht worden belast, gedurende den school
tijd worden de kinderen dan heelemaal zonder
toezicht in de woning opgesloten. Datzelfde
meldt men uit Noord Gouwe (Zeeland), met
de bemerking, »dat messen, lucifers en dergelijke
achter slot geborgen worden." Voor het op
passen der kinderen betaalt men plm. 10 a 15
cent per dag. Dit geschiedt meestal door oude
vrouwen, die zelf niet meer in staat zyn te
werken, en die zoo ongeveer 'n dozijn of meer
per dag onder hun hoede krygen. Van zorg
vuldige behandeling zal hierbij, vermoed ik,
1) De schrijver van dit oordeel uit Westerlee
is Herv. predikant.
wel weinig sprake zijn. Waar ze meegenomen
worden naar het veld, geschiedt dit meestal
in een kruiwagen met een huif er overheen,
tegen den regen; wat niet wegneemt, gelijk
uit Nunspeet wordt gemeld, dat bij regen en
wied, de kinderen veel aan ziekte zijn bloot
gesteld. Uit zes gemeenten wordt melding ge
maakt van het bestaan .eener bewaarschool.
De 17e, 18e en 19e vraag betreffende het
oordeel te vernemen over de wenschelykheid
van de oprichting van crèches (kinderbewaar
plaatsen). De antwoordden luiden vrij stellig
en vr\j algemeen in ontkennenden zin: n
het vooroordeel der plattelandsbewoners tegen
dergelijke »nienwerwetsche" dingen, n (vooral)
de omstandigheid dat de afstanden daartoe te
groot zy'n, zy'n daartegen overwegende bezwaren.
Uitvoerige en gedetailleerde antwoorden zijn
ingekomen omtrent loon en werktijd der ge
huwde veldarbeiders. Over het algemeen kan
men, naar deze gegevens, aannemen dat het
loon der vrouwen ongeveer 40 pCt. lager is
dan dat der mannen, op talrijke plaatsen zelfs
50 pCt. In de kleistreek van Groningen (Uit
huizen, Loppersum, Bierum enz.) bedraagt het
loon der vrouwen 5?6 et. per uur. In de veen
koloniën 50?60 et. per dag. In Friesland 40?60
cent per dag. In Zuid-Holland 60?80 cent
per dag. In Zeeland 45?60 cent per dag. In
Zutfen 5 cent per uur.
De loonen der boeren-arbeiders over het
heele jaar varieeren, naar de talrijke opgaven,
van / 160.?in enkele plaatsen der prov.
Groningen, tot / 350 in Zuid-Holland. Talrijk
zijn de plaatsen, waar des winters 50 cent per
dag verdiend wordt.
De werktyd der gehuwde werksters loopt zeer
uiteen, al naar gelang het jaargetijde, en de
gewoonten. In Groningen is de werktijd in
gewone omstandigheden van s'ochtends 6 tot
s'avond 6, met een uur schafttyd er tusschen.
Maar die tyd is voor de vrouw natuurlijk te
kort om ook nog voor het gezin te zorgen,
omdat ze in den regel ver van huis is. Uit
Appingadam schrijf men dan ook: het is een
veel te lange dag. De meeste dagen kan geen
maaltijd worden genuttigd. Alleen op Zondag
heeft de vrouw »rust", maar dan moet zy
wasschen, verstellen, enz. De vrouw is daar
gemiddeld 9 uur per dag van huis. De
meeste vrouwen blijven dan ook maar
liever gedurende den schafttyd op het land.
Uit Friesland komen van een 7-tal verschillende
plaatsen dezelfde berichten; alleen in St.
Jacobi (het Bildt) is de regel iets beter, daar
heeft de vrouw tnsschen 11?2 tyd om het
middagmaal te bereiden. In Zuid-Holland en
Zeeland is de werktijd even lang of nog langer.
In Noord-Gouwe is de werktijd van 's morgens
5 tot 's avonds 6 uur; in Kruiningen van
5>i?Ui/* en van HM?6K uur; in
Duiveland van 5-8, 9?l, 2?6 uur. In Spykenisse
en Stry'en van 5?7, in het vlaswerken zelf
van 41/j?7 uur.
Merkwaardig zyn de talrijke aanteekeningen
die bij deze opgaven gemaakt zyn. Zy vormen
ne lange, eensluidende klacht over den te
langen werktijd, die geen tyd laat om behoorlijk
het voedsel te bereide». Uit Krabbendyke
schrijft men: «Indien men het een rusttyd
?mag noemen, dat een vrouw om 11 uur van
?'t veld komt, om kwart over 11 thuis is, dan
?het eten kookt voor het gezin, en o m half een
?weer naar het werk gaat, dan ja, heeft zy 5
?kwartier voor het bereiden van het
middag?maal. Maar van rusten zal dan zeker geen
?sprake zijn." Zoo luidt ongeveer elk ant
woord. Van middagmaal is geen sprake. Men
stelt zich tevreden met een stuk brood op het
veld te nuttigen en 's avonds wordt, zoogoed
en kwaad het gaat, de warme pot gereed ge
maakt. Nooit rust, nooit ordelijkheid en net
heid in de kleeren in het gezin, altyd ver
moeid, korzelig verwarring!
En nu de conclusie.
(Slot volgt).
Mewltninen,
Hoe zj] wonen?
Onlangs kon men in de bladen lezen, wat
de statistische opgave meldde, omtrent een
gehouden onderzoek, aangaande het wonen van
Nederlanders in onze groote steden.
Het Centraal-Bureau voor de Statistiek heeft
een algemeene Nederlandsche woningstatistiek
uitgegeven, waaraan het volgende wordt ontleend:
Op de 1,172,114 bewoners werden slechts
306,937 vertrekken door dezen in beslag genomen.
Ergo leefde bovengenoemd aantal menschen
min of meer saamgepakt in n kamer.
De woningen waar twee kamers door het
zelfde gezin in gebruik waren, zyn 1,497,353
saamgepakt in 668,710 vertrekken.
Ik zou kunnen voortgaan met het noemen
van cyfers, maar over het algemeen wekken
de dorre statistische opgaven weinig aandacht
bij het groote publiek.
Daarom wil ik liever eens hier vertellen,
dat een vierde deel van ons gezegend Nederland,
woont of eigenlyk beter uitgedrukt is saam
gepakt, in een-kamer-woningen.
Zeventig percent der bevolking leeft in
drieof twee-kamer-woningen, ruim de helft der
bevolking heeft niet meer dan twee vertrnkken
tot haar dienst.
Verder blykt, dat er in het geheel 42,594
woningen zyn, waarin meer dan 6 personen
huizen, en van deze zyn er niet minder dan
41,377 welke in het geheel slechts n vertrek
hebben.
Met mér dan zes personen in een vertrek.
Begrypt ge wat dit zeggen wil, gy vrouwen
die uw kinderen, ais ze lastig zyn, met de
bonre naar de kinderkamer zendt ? Begrypt
ge wat dit zeggen wil, voor de moeders die
van den vroegen morgen tot den laten avond
zwoegen en ploeteren om den boel zooveel
mogelyk in orde te houden?
Mér dan zes personen in n vertrek, dus:
vader, moeder en vier of vy'f kinderen!....
En dan verwondert men er zich over, dat er
zooveel straatjongens en -meisjes zijn, die
allerlei kattekwaad uitvoeren.
En wat wordt er hier te lande gedaan, voor
de kinderen die met hun ouders in n ver
trek en hoe klein vaak moeten huizen.
Ik zal eens vertellen, wat er in andere landen
wordt gedaan voor de stampers die geen mooie
frissche speelkamers of tuin hebben, om vrije
lijk in rond te springen.
Amerika staat meestal op den voorgrond,
waar iets van praktisch nut wordt tot stand
gebracht. En zoo was het ook dat wereld
deel, alwaar voor het eerst de denkbeelden
van Fröbel, dat men den .kinderen zooveel
mogelijk een >gelukkige jeugd" moet verschaffen,
in de praktijk met succes ten uitvoer werden
gebracht. Acht jaren geleden werd een bond
opgericht, met het doel kindertuinen te stichten.
Aanvankelijk telde die bond slechts zes leden.
Nu zyn er reeds over de zevenduizend toege
treden.
Op een Congres te Chicago gehouden, waren
niet minder dan duizend leeraren en leeraressen
tegenwoordig.
In Boston werd de eerste kindertuin geopend.
In Florence, (Mass) de tweede en spoedig daarop
volgde San Francisco in Californië.
In die tuinen begint de msthode van de
coëducatie, in Amerika overal met zoovee!
succes toegepast.
De jongens zyn veel minder ruw als ze geza
menlijk met meisjes hun genoegens deelen.
De meisjes worden veel beter geschikt ge
maakt voor het leven, wanneer ze als makkers
met de jongens leeren omgaan !
Nadat in Amerika de kindertuinen met
zooveel succes werkten, werden ook in Engeland
en Duitschland dergely'ke inrichtingen tot stand
gebracht.
De Amerikaansche zendelingen hebben, tot
zelfs in Japan, China en Indiëhet groote nut
er van inziend, zich gewend tot de ryken om
bydragen voor dit doel. En met goeden uit
slag werd dit gedaan.
De rapporten uitgebracht te Chicago waren
voor het meerendeel hoogst belangrijk.
Aan verscheiden kindertninen zyn
moederscholen verbonden, waar de werkmansvrouwen
lessen betreffende de hygiëne en de opvoeding
der kinderen krygen.
In honderdvyftig steden van Amerika zyn
nu reeds kindertuinen (wat zyn wij toch ach
terlijk !) terwyl er verscheiden iraintngtscholen
voor onderwijzers en onderwijzeressen zyn.
Alles wordt door den Staat bekostigd. Maar
in Amerika worden niet zulke schatten verslon
den ten behoeve van leger en vloot'
Hoe groot vaak de onbekendheid der kin
deren is, met alles wat de natuur betreft,
blykt vooral in de groote steden, waar wél
veel steenen huizen staan, maar dikwijls het
natuurgenot o, zoo scbaarsch is.
Een kleine uit Chicago antwoordde op de
vraag wat een rivier is: «Water dat verschrik
kelijk stinkt".
Toen aan een kind een boom werd gewezen,
vroeg hy, of dat nu een bloem was.
Het klinkt ongelooflijk, en toch zyn er
kinderen in wereldsteden, die de eerste levens
jaren niet anders zien dan lange rijen straten
met hooge huizen.
Wel zyn er parken in alle steden, maar de
afgetobde moeders hebben geen lust daar met
haar kinderen heen te sjouwen.
Voor dezulken zy'n de kindertuinen een
niet te hoog te schatten genot.
Een der kinderen riep uit, toen hy voorde
eerste maal in de open ruimte de zon zag
schynen:
?O, Zie, God opent de deur vanden hemel!"
Miss Putnam uit Chicago, de presidente der
Vereeniging antwoordde op de vraag, wat het
eigenlyke doel was van de kindertuinen: De
kleinen tot praktische menschen te maken."
Ter gelegenheid van de samenkomst werden
de door kleine handjes vervaardigde voor
werpen getoond.
Onder anderen was daar te zien, een mini
atuur dorp van karton vervaardigd. Een kerkje
in Gothische bonwtrant, een smidswerkplaats
met alles wat er in behoort, een
manufactuurwinkel, een postkantoor en zelfs een
brandweerkazerne.
Kleine poppenhuizen waarin alles was wat
er in behoort; tot zelfs een miniatuurpiano
met toetsjes van hout, van aan reepjes gesneden
garenklosjes.
Zestig jaar geleden stichtte Fröbel den eersten
kindertuin in Blankenberg (Duitschland). Acht
jaren daarna moest die worden gesloten uit
gebrek aan belangstelling.
Eerst na het succes in de Nieuwe Wereld,
volgde de oude haar na l!!
>Zeg toch tegen de vrouwen, dat zy zoo
spoedig mogelyk de opvoeding in handen
moeten nemen, en het zal strekken tot het
welzyn van alle volken," heeft Fröbel gezegd.
Langzaam hél langzaam schreidt die ge
dachte voort!
Maar het zal nog lang duren, voordat het
der vrouwen zal zyn gegund, iets meer dan
een adviseerende stem te mogen geven, in zake
kinderopvoeding.
In Amsterdam zyn naar ik meen, reeds
kinderspeeltuinen, op kleinen schaal, maar in
de overige steden van ons land ontbreken ze
nog geheel.
In New-York alleen zyn er dertig, allen
met een zeer uitgestrekt terrein, door een
Vereeniging »Tot opvoeding van het Volk"
gesticht.
Het particulier initiatief heeft dus blijkbaar
in die wereldstad het door den Staat gegeven
nagevolgd.
De stad New-York geeft echter met milde
hand bydragen.
Alleen in de maanden Juli en Augustus
van het vorige jaar, kostte het onderhoud van
de kindertuinen niet minder dan twintig
duizend dollars.
Een wet is onlangs uitgevaardigd, waarbij
het aan Farkcommissies wordt bevolen, in elk
aan te leggen park een groote ruimte voor
de kinderen te reserveeren.
De Regeering van de Vereenigde Staten
gaat al meer en meer uit van de gedachte,
dat zij verantwoordelijk is voor de wijze waarop
de kinderen buiten de schooluren hun tyd
doorbrengen, en dat het geleerde op de school
banken geen nut kan dragen, als de kinderen
na het verlaten van het lokaal, niets dan
ellende zien.
In den loop van het vorige jaar, werden,
by de vereeniging »Pro Javentute" te Rot
terdam, door den officier van Justitie 97 zaken
van diefstal door kinderen aangebracht.
82 dezer ongelukkige kleinen zyn door de
Ver. «Pro Juventute" onder voogdij gesteld, in
hoop op verbetering.
Is het niet beter te trachten te voorkomen
dan te genezen, en is in de eerste plaats de
Staat niet aangewezen om in dezen het ini
tiatief te nemen ?
En verder, moet ieder niet trachten zooveel
mogelyk mede te werken tot het bereiken
van dit goede doel?
VERA.
SMvdvi
e waarheid.
Als het belang met de waarheid in botsing
komt, is het volwassenen moeilyk, de waarheid
trouw te blyven, kinderen is dit echter vaak
onmogelijk, met het gevolg, dat er tal van
onwaarheden begaan worden.
Zoo schryft het kind een begane fout by het
spelen, waardoor het speelgenot zou eindigen,
by'na geregeld aan anderen toe; zoo wordt by
het maken van werk (in school of in huis) al
heel gauw bij anderen een kykje genomen of
om hulp gevraagd, zoo worden overtredingen
(gooien, naroepen, vechten, of wat ook) ver
zwegen of aan anderen toegeschreven, enz.,
genoeg, om aan te toonen, dat het kind het
met de waarheid niet zoo nauw neemt, als het
er genoegen door bekomen of misnoegen door
ontgaan kan.
Dat verschijnsel moge bedroevend zyn, ver
ontrustend is het niet, althans niet in die
mate, dat Montaigne's klacht: »IIet kind is zoo
leugenachtig, als het groot is", recht van be
staan heeft.
Wat toch is het geval ? Het kind is van
nature zeer impulsief, terwyl eigen lust en
leed zeer snel tot bewustzijn komen; het
behoeft dus niet te verwonderen, dat het aan
elke oogenblikkelyke opwelling gehoor geeft,
dat het zonder na te denken handelt, en dus
vry' wat onwaarheden begaat, om zyn be
lang te bevorderen. Dat het kind als kwaad
aan te rekenen, zou gelijk staan met den regen
te verwyten, dat hy nat ware, maar toch moet
deze kinderlijke eigenaardigheid (anders mag
ze niet heeten) bestreden worden, en wel om te
voorkomen, dat het kind opgroeit tot een mensch,
die alles ondergeschikt maakt aan zy'n belang. ,
Daartoe moet het kind de waarheid boven
alles leeren stellen, echter niet door een of
ander voorschrift of gebod (dat op zich zelf
is vry waardeloos), maar door een langen,
langen leerty'd. Hierby vindt echter de opvoeder
een krachtigen steun in de neiging van het kind
alles mede te deelen, wat het doet of onder
vindt, een neiging, die wel eens onaangename
oogenblikken kan bezorgen aan opvoeders of
huisgenooten (men denke aan les enfants
terribles), maar die in geen geval onderdrukt
mag worden. (Wil men ongewenschte
mededeelingen van kinderen aan of in het by'zy'n
van vreemden voorkomen, dan moet men zorgen,
dat kinderen die mededeelingen niet kunnen
doen, dan moet men in het bijzijn van kinderen
de noodige zelfbeperking in acht nemen.)
Wanneer nu kinderen aan vader of moeder
vertellen wat zy deddn of ondervonden, dan
hebben dezen met belangstelling hiernaar te
luisteren, dan hebben zy hun genoegen over
deze mededeelzaamheid te betuigen. Dat echter
is slechts het begin! Daarnaast (daarna) heb
ben ouders er op aan te dringen, dat het kind
ook tegen broers en zusters, speelkameraden
en huisgenooten de waarheid betracht, ze heb
ben te toonen dat dit hun genoegen verschaft,
en over afwijkingen hun ongenoegen te betoonen.
Intusschen, ook dat is nog slechts half werk l
Wil de opvoeder bewerken, dat het kind, de
warrheid zegt tegen de personen uit de kin
derlijke omgeving, dan heeft hij (en alle per
sonen uit die omgeving) de waarheid te zeggen,
althans in het bijzijn der kinderen. Als b.v.
een onaangenaam bezoek aangekondigd wordt,
mag geen >Niet thuis I" gegeven worden; als
een vervelend bezoeker vertrekt, wien men
met een hartelyken groet uitgeleide doet, mag
geen: »Wat een bezoeking l" gebezigd worden,
enz.: men heeft zelf te handelen, zooals men
dit het kind wil leeren.
Op deze wijze leert het kind de waarheid
tegen de personen uit zyn omgeving zeggen,
omdat zy'n ouders dit prettig vinden, en, komt
het later op school, dan werken ouders en
onderwijzers in dezelfde richting: de ouders
dringen er op aan, dat hun kind in de school
de waarheid zegt, om hun genoegen te doen,
de onderwijzer eveneens, en zoo wordt eindelijk
door het kind in het zeggen van de waarheid
zelve genoegen gevonden, zoo wordt het doel
bereikt.
Intusschen, slechts langzaam aan komt het
kind zoover en daarom mag de waarheidsliefde
(of wel, de gewoonte, om de waarheid te zeg
gen) niet op te zware proef gesteld worden
en dus geen te opwindend spel, geen te
aanzienly'ke belooningen, geen te zware straffen,
in een woord, geen sterke prikkel van het
belang. De opvoeder handele als stamelde het
kind de oude bede:
*Leid my niet in verzoeking!"
W. A. W. MOLL.
Antonie. Baumberg's gedenkteeken.
Duitsch-Evangelische Vrouwenbond te
Hannover. Halve beurten op de
Normaalschool te Zetten. Laurence Alma
Tadema.
Den 15den April j. 1. was het n jaar ge
leden, dat de arme, eerzuchtige
tooneelschry'fster Antonie Kreiml, geboren Banmberg, ge
bukt onder een schuldenlast, in een vlaag van
mistroostigheid een einde maakte aan haar
leven. Zooals wy reeds vroeger gemeld heb
ben, kon de beklagenswaardige vrouw haar
leed niet verkroppen, over het vallen van drie
stukjes in n bedrijf, die op n-en-denzelf
den avond voor het voetlicht werden gebracht.'
Zij was overtuigd, dat dit werk een volslagen
succes zou zy'n, dat haar [naam na dien
gedenkwaardigen avond voor goed gemaakt
was, en dat daardoor aan de nijpende
geldzorgen een einde zou komen. Haar
gelnksdroom eindigde in een teleurstelling, zóó fol
terend dat de reeds zwaarmoedige schrijfster,
ze niet kón verdragen. Door vrienden en ver
eerders werden gelden ingezameld, om een
gedenkzuil te plaatsen op het graf van de
ongelukkige, sympathieke Antonie Baumberg.
Op zeer eenvoudige en plechtige wijze, is het
gedenkteeken, vervaardigd door den Weener
beelhouwer Schröar, onthuld. Nu siert haar
laatste rustplaats een slanke obelisk van zand
steen, waarop het borstbeeld der kunstenares
in relief is gebeiteld. Onder haar portret niets
anders dan in dof-zwarte letters Antonie
Kreiml Baumberg en de datums van haar ge
boorte en dood.
« *
*
De Duitsch-Evangelische Vrouwenbond te
Hannover, heeft sedert eenige maanden, onder
presidium van mej. A. von Reden,
HannoverWaldhansen, Brandestrasse 7, een
centraalbureau geopend, voor werkverschaffing aan
vrouwen en meisjes uit den beschaafden stand.
Het gebeurt voortdurend, dat vrouwen en
meisjes, door den dood van haar echtgenooten
of ouders, of door finantieelen achteruitgang,
plotseling genoodzaakt zy'n, in eigen onderhond
te voorzien. Voor haar, die niet gestudeerd,
of zich in eenig vak bekwaamd hebben, blijft
het zoeken naar een betrekking heel moeilyk.
Intusschen nypt de honger, dringt de nood,
vermeerderen de zorgen. Roekeloos en onver
antwoordelijk, gaan de arme schepseltjes dikwijls
af, op advertenties, op aanbevelingen van onbe
trouwbare, gewetenlooze lieden
?L'amie de la jeune fille" en de aan ver
schillende stations geplaatste damej, die er haar
werk van maken, jonge, onervaren reizigsters
te beschermen, zouden daaromtrent boekjes
kunnen opendoen, van weerzinwekkenden in
houd. De gunstige resultaten, nu reeds te
Hannover verkregen, bewijzen welk een geze
gende instelling dit centraal-bureau is, staande
onder het patronaat van ernstige, degelijke,
hulpvaardige dames.
De «Bode der Heidring-Gestichten" nummer
van 15 Mei j.l., noodigt dag- en weekbladen
uit, het bericht aangaande de beschikbare,
halve beurzen, voor de Normaalschool te Zetten
over-te-nemen. Belangstellenden behooren zich
vóór 15 Juni 1903 aan te melden by' de direc
trice, mej. J. J. Weyland.
Vereischten van toelating tot het examen, zy'n:
1°. de leeftyd van ten minste 14jaren; 2°.
informaties. Men voege dus by' zyne aanvrage,hetzy schrif
telijke verklaringen, hetzij aanwijzing van per
sonen, die getuigenis willen geven aangaande:
a. de christelijke gezindheid; l. de kundig
heden ; c. de familie-omstandigheden; d. de
gezondheid der candidate.
Van de hand van Lanrence Alma Tadema,
dochter van onzen wereldberoemden schilder
die te Londen woont, is weer een versbundel
verschenen.
Beide dochters van Alma Tadema zyn be
gaafd en veelzijdig ontwikkeld. De eene schil
dert, de andere schry'ft. Laurence schreef als
kind van tien jaar, verhaaltjes en versjes. In
het schitterend, kunst- en smaakvol ingericht
huis van haar vader, waar een onafgebroken
cosmopolitisch verkeer plaats vindt, hadden
beide meisjes gelegenheid haar ontvankelyken
geest te beschaven en te ontwikkelen. Vrien
den van de schrijfster Laurence moedigen haar
aan, om voor het tooneel te gaan sehryven,
omdat haar levendige belangstelling voor de
kunst, juist in die richting haar hoogte-punt
bereikt. Zy is een vurige bewonderaarster van
Maurice Maeterlinck van wien juist in het
?Gymnase" te Parijs, een nieuw stuk zal gaan
getiteld »Joyzelle"..
CAPRICE .
Gemengde Salade. Benoodigdheden: 6 strui
ken zoogenaamde Engelsche seldery, 6 worte
len, 3 eetlepels sla olie, /-i liter zure room,
3 dessertlepels kruiden-azy'n, l en 2 dessert
lepels Maggi, zout, peper.
Bereiding seldery en wortelen worden afzon
derlijk gekookt en in schijven gesneden. Van
de bovengenoemde ingrediënten bereidt men
een saus, waar de groenten luchtig doorheen
geroerd worden.
N. B. Maggi = Maggi om te kruiden.