De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 7 juni pagina 1

7 juni 1903 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1354 DE AMSTERDAMMER A°. 1903 WEEKBLAD VOOR NEDEKLAN Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Dit nummer beyat een bijvoegsel. uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar . mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Dit blad ii verkrijgbaar Kio»k 10 Boulevard dw Capucine» tegenover het Gnnd Café, te Parij». Zondag 7 Juni. Advertentiën van 1?5 regels f 1.10, elke regel meer. . .... ? 0.20 Reclames per regel 0.40 Annonce» uit Duitachland, Oostenrijk en Zwitserland worden u'tslnitend aangenomen do«r de firma RUDOLF MOSSE te Keulen en dooi alle filialen dezer firma. I N H O C Di 'VAN VJÏBKE EN VAN NABIJ: Het kind van de rekening. De deurwaarder als zaakwaarnemer, door Gerard G. Lenselink Nood in Indramajoe, II, (Slot), door J. P. Niermetfer Kischinew, dcor JOB. Loopnit. KUNST EN LETTEREN: Op Sint Lucas, door J. W. N. Inleiding tot een kunst geschiedenis, door Etha Fles, versierd met talrjjke afbeeldingen, beoordeeld door J W. N. Prole tarische Kunst, door J. K. Bensburg De dochter van den Handsopper, door H] al m ar Beilz, beoord. door W. Zaalberg. FEUILLETON: Gescheiden. Vertelling van Bose Bannau. RECLAMES. VOOB DAMES. Veldarbeid van gehnwde vrou wen, III, (Slot), door S Er is vooruitgang, door Vronwke. Ouderwetsere jonge-dames lectuur, door M. .Wibaut?IJ. v Berlekom. Grootmoeder's brief, door Een oude moeder. Allerlei, door Caprice. - SCHAAKSPEL. PINANCIEELE EN OBCONOMISCHE KRONIEK, dior D. Stigter. UIT DE NATÜUB, door E. Heimans. PEN- EN POTLOODKBA88EN. ADVEBTENTIEN. K» Het kind van de rekening. De heer Hubrecht is een rekenend en berekenend man, en ook den lof van een berekend man te zijn, zal men hem niet licht willen onthouden. Met zijn hartelijke belangstelling in het lot van onze havenstad, kon hij niet na laten reeds maanden, misschien wel al van . Ae aanneming van het wetsontwerp tot verbetering van het Noordzeekanaal af, dus reeds vier jaren lang, te overwegen wanneer dan toch eindelijk dat kanaal gereed zou kunnen ZIJD, om de grootste schepen den toegang tot onze haveninrich tingen te verschaffen. Gelijk men zich zal herinneren, moeten de volgende werken worden uitgevoerd: ? A. Opruiming van de bestaande voetbrug te Yelsen en vervanging daarvan door een stoompontveer. B. Bouw eener nieuwe spoorwegbrug aan de Hem, met vrije doorvaaithoogte van 7 Meter, over eer e breeite van 30 Meter, benevens opruimirg der bestaande brug en ophooging der spoorbaan. C. Bouw eener nieuwe spoorwegbrug te Veben -met eene gelijke breedte, gelijke doorvaarthorgtp, opruiming der bestaan Ie brug en ophooging der spoorbaan; bouw van een nieuw hooger gelegen station te Vtlsen en ophooging der spoorbaan naar IJ m uiden. D. Verruiming van het kanaalprofi 1. ' De bodembreed'e zal worden 50 Meter; de diepte 10.30 N. A. P. Boordvoomening der oevers. De buitenhaven te LTmuiden zal worden uitgebaggerd tot op 10.50 N. A. P. . Van deze werken werden de kosten ge raamd op 7,500,000 gld. En opdat de Staat niet al te zeer zijn begroeting zou behoeven te belasten, werd tot dusverre niet meer dan gemiddeld 750,000 gld. per jaar beschikbaar gesteld ; te zamen, sedert 1900, 3,000,000. Hoe is nu de toestand ? /Thars, acht javen nadat Uwe Kamer" de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amster dam ,in overleg met den Raad der Gameente een onderzoek deed instellen naar de maatregelen tot verbetering van het Noordzeekanaal, tier jaren r adat de wet ia het Staatsblad versch'en, is nog gten der werken gereed. Wanneer in dit jaar déspoorwegbrug te Velsen in gebruik zal zijn genomen en de bestaande spoorwegbrug rog in dit jaar zal zijn opgeruimd, dan zal dit de eenige verbetering zijn van het Noordzeekaïiaal (de Buitenhaven daarin nu nitt begre pen), in die tier jaren tot stand gekomen. Een brug met 19 23 Meter doorvaartwijdte zal door een brug met 55 Meter doorvaartwijdte zijn vervar gen. Het laat zich aanzien.dat de andere, dringend ncodig geachte verbeteringen, eerst na geruimen tijd tot stand zullen komen. Ter zake van den ove-gatg te Velsen is, na de mislukte proeven met de voordien overgang gebouwde pon ter, rog geen besluit genomen en indien tot een ander middel van gemeenschap wordt besloten, zullen, naar te vreezen is, eerage jaren noodig zijn, alvorens de gewet schte voorzieting in dien overgang haai- b:slag zal hebben gekregen. En iatusschen zal wellicht nog geruimen tijd de vottbrug het beletsel blijven, waarover reeds in lut jaar 1899 door den Miuster werd ge zegd: »dat hst in geen geval behouden kan blijven." De bouw van de Hembrug zal naar schatting van deskundigen drie jaren vorderen. Met het werk zal men waarschijnlijk eerst het volgende jaar teginuen. Foor de verruiming van h t kanaalprojiel zijn nog geen gelden beschikbaar gesteld en aan deze verbetering is nog niets gedaan," Vervolgens: * voer de kunstwerken is geraamd ? 4.034,000, welk bedrag met f l]4 millioen meet vermeer derd worden, noodig door de hooge raming voor de Hembrug en de meerdere kosten der thars aangenorren hoogteliggirg. In het geheel is dus / 5 5 millicen voor die werken Ie bfste^ei. Besteed is / 2,8 millioen, zoodat nog ? 2,700,000 voor de kunstwerken is uit te geven i). Bij eer.e besch kbearstelling van ?750,000 per jaar op de volgende begroetingen zul'en dus de ku's*werken, wanneer alleen voer die werken de beschikbare gelden worden bes'e:d, in ruim drie jaren kunnen voltooid zijn. De kunstwerken moeten, het is steeds erkend, allereerst gewijzigd worden; zij staan thars de ontwikkeling vaa de vaart op' het NoorJzeekanaal bet meest iu den weg. Vertraging in de uitvoering drzer weiken mag dus allerminst worden aanbevolen en wordt dit beaamd, dan blijkt, da*-, waaneer niet meer dan ? 750,000 per jaw tsr verwerking beschikbaar is, in de eerste der jaren niets zal kunten gedaan worden aan het op breedte en d ep'e brengen van het kanaal. Zeeën jaren das na de afkondiging van de wet tat men eerst beginnen met den arbeid tot verruiming van het kanaalprojiel." Gaat men voort, zooals thans geschiedt, dan zal men het opmerkelijk feit beleven, dat de Nederlandsche Staat jaren lang met de kunstwerken gereed is, vóór het kanaal voor schepen van den grootsten diepgang bevaarbaar zal zijn. Van hoeveel schade dit voor de Arasterdamsche handel en scheepvaart kan wezen, en in onze dagen van scherpe concurrentie tusschen de havensteden on derling moet zijn, het behoeft wel niet te worden betoogd. Ten overvloede wijdt de heer Hubrecht in zijn adres aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken nog op hetgeen de trage gang van den bouw der nieuwe sluis te IJmuiden heeft ge leerd. Daarvoor werden ongeveer lOjaren gevorderd. En wat bleek? Dat door die nieuwe sluis werden geschut: in tut jaar schepsn, met een inhnui van 1899 88 1174815 M3. 1900 91 1,319,079 , 1901 119 1,719,169 1902 193 2.897,912 die niet door de oude sluis hadden geschut kunnen worden." En hoe is nu reeds de toestand met het oog op de diepte van het kanaal? /Thars kunnen de in het bizonder voor de vaart op Amsterdam gebouwde sch'p n der Hollsnd-Amenka lijn (lype-Sloterdij/c), die bij volle belading wel tot 81 drc metir diep gaan, alleen op htt kanaal komen, wam eer de kanaa!staad tijdelijk iets .wordt opgezet; de grootere schepen dier lijn (\jfe-Rijndam), die bij vertrek van New-Y'rk lot 90 decinattsr diep gaan, kunnen, volgeladen, ia de Neieilandsche haven Amsterdam niet komen. Is de verdieping tot stand gebracht, dan zullen de groo'ste schapen der Holland-Amerika lijn vol beladen het kanaal kunnen bevaren; ook voor de grootste schepen door de Nord-Deu'sche Llcvd in het verkeer met N oord-Aan rika ge bruikt, als de Kuiser Wilhelm II, zal dan het kanaal een veilige weg raar orz? haven zijn." En als ware er nog een voorbeeld noodig, om den Nederlander aan het verstand te brengen, dat verbetering van het Noord zeekanaal, ten einde het te doen beant woorden aan de steeds zich wijzigende voorwaarden door de scheepvaart gesteld, een eisch is, dien men ten spoedigste moet vervullen, schrijft hij nog: Terwijl in de jaren vóór 1897 nimmer eeirig schip met meer diepgang dan 72 decimtter te IJmuiden werd geschut, bedroeg in de jaren 1897?1902 het aintal schepen met grooter diepgang (ran 73?79 decimeter) te Umu'den b:nuengekomen resp. 20, 13, 18, 13, 22 en 53. De geleidelijke vermeerdering van den voor Amsterdam ingeklaarde» inhoud is dan ook vooral op rekening der grootere schepen, met meer diep gang te stellen, schepen diet nauwelijks nadat de sluis was opengesteld en het profiel verruimd, den weg naar Amsterdam namen." Welnu, het geval is zóó duidelijk door den heer Hubrecht uiteengezet, dat men, niet in Nederland levende en Nederland kennende, ongetwijfeld zou zeggen: maar de Staat, wetende welk een voorrecht het is, een koopstad als Amsterdam te bezit ten, en begrijpende welk een abderitisme het zou zijn, om, in de twintigste eeuw.' tweemaal zooveel tijd aan het verdiepen van een zeevaart-kanaal te besteden, als strikt noodig is, zal onverwijld maatregelen nemen om ten spoedigste dit werk te vol tooien. Het is zoo onnoemelijk mal dat het buitenland het nooit verneme! een Staat als het Koninkrijk der Nederlanden, als hadde het over geen rijker bronnen te beschikken dan Griekenland of Portugal, bij het beschikbaar stellen van gelden om zijn eeuwenoude, meest beroemde haven in staat van tegen weer tegen vreemde mede dinging te brengen, te zien doen als ware het zijn laatste tonnetje genaderd, en te hooren zeggen: ja, die uitgaven zijn noodig, broodnoodig, maar al krijgt dan ook de Amsterdamsche handel er een knak door, wij zijn te soliede, ziet u, om ons daardoor in schulden te steken, wij verdeelen dat bedrag over tien of twaalf of vijftien j aar van ons huishoudboekje. De heer Hubrecht kent zijn Pappenheimers zóó goed, dat hij er haast niet meer aan durft denken, hen uit de trek schuit te halen, waarin zij zoo veilig en welbehagelijk zijn gezeten, in deze eeuw van stoom en electriciteit. Hij wanhoopt aan de mogelijkheid eener bekeering van Regeering en Parlement. Dat dan Amsterdam zelf de kosten eener meer spoedige afwerking drage. «?Wordt dor r Uwe Kamer het rfenk beeld om desgevorJerd door de GemeeLte Amsterdam de kosten ts doen dragen dfr v>rrroegde oplevering val de werken door den Slaat ondernomen t-jt verbttering van het Noordzeekanaal, gesttund, dan zal zijn te overwegen e p welke wijze de Gemeente de b-spoedigde oplevtriog dfr slgeheele verb.tering kan bevorderen. Aanbevolen mot t dan worden, naar het tan ondergeteekende vocrkom^, het sluiten eener geldleening .door de Gemeaite en wel tot zoo danig bedrag dat de noodige gelden voor gelijk. tijdig afwerken van de kunstwerken en verruimen van het tanatlprofiel beschikbaar komen. Kan op goede gronden worden aangenomen, dat de voltooiing van den overgang te Velsen en van den bouw der lituwe Hembrug binnen drie jaren na l Jaiuari 1901 mogelijk ;s, dan moet dus ook de kaïiaalverdieping en verbreediog in die drie jaren tot stand worden ge bracht. Terwijl het gtheele werk aanvankelijk op ?7)* milJioen tuWen is begroot en de wijziging van de hoog'eligging der brug dit bedrag zullen opvoeren tot ?9 millioen, is, zooa's reeds werd aangetee kei d, tot nu het jaar 1903 inbegrepen voor verwerking een bedrag van ?3,000000 beschikbaar gesteld. Een som van ? 6,000,000 is dus nog noodig tut algeheele uitvoering van het werk. Welnu, de Gemeente Amsterdam stelle ia elk der drie jaren 1904, 1905 en 1906 aan den Staat een som van ?2,000000 ter vei werking beschikbaar, en wel onder u tdrukkelijke voor waarde dat op l Januari 1907 de geheele ver betering van het Noordzeekanaal haar beslag moet hebben gekregen." Wij zullen thans niet over het leeningsplan, hier aanbevolen en door den heer Hubrecht tot in bijzonderheden becijferd en toegelicht, schrijven. Ons dunkt, het oogenblik is daarvoor nog niet gekomen. Al heeft Amsterdam alle reden om zeer pessi i istisch gestemd te zijn een aan vaarden van de uitgaven ter bespoedigde voltooiing, mag het alleen zich veroor loven, indien inderdaad gebleken is, dat het Rijk wil volharden bij zijn voor de hoofdstad zeer droevige, maar voor zich zelf toch eigenlijk belachelijke figuur, welke het vertoont ah een staat, die de eer geniet havenstedea^wereld-havensteden, te mogen verzorgeÜfFwelke zijn welvaart en glans zoo uitermate kunnen verhoogen. Amsterdam is eenmaal dermate het kind van de rekening geweest, toen politiek en naijver haar een waterweg voor den transitohandel onthielden, dat het nu op niets recht meer schijnt te hebben, tenzij op het voorrecht om de rekening van den Staat te betalen. Had de hoofdstad niet leeren wanhopen ooit als handelatad te verkrijgen, wat elke stad van haar verleden en van haar beteekenis als haar rechtmatig deel zou be schouwen, op dit oogenblik zou er een gansch andere vraag voor haar bestaan, dan hoe binnen den kortst mogelijken tijd een ook voor de grootere zeeschepen bruik baar kanaal te verwerven. Immers dan zou de bede of de eisch aan de orde zijn: dat dan toch eindelijk, na die parodie op een Rijnkanaal, gegeven in de verbetering van de Keulsche vaart, hoofdzakelijk voor de binnenschipperij, een echt transitokanaal naar Duitscbland worde gegraven, opdat de bewonderenswaardige kracht van Amsterdam, gebleken in zoo veel j aren van opzettelijke ter nederdrukking, het wér mocht doen opbloeien tot een ernstig mede dinger van Hamburg en Antwerpen, tot de gelijke van Rotterdam, waaraan het zooveel heefc moeten afstaan. Of Amsterdam na dien noodlottigen slag, welken men het heeft toegebracht, door het, nogal onder schijn van het hulp te bieden, allen Rijnhandel van beteekenis onmogelijk te maken, zijn plicht heeft gedaan met zulk een fierheid en volharding, als het in overeenstemming met zijn ver leden behoorde aan den dag te leggen, zullen wij in het midden laten. Alleen meenen wij, is het verre beneden de waardigheid van de hoofdstad, om nu alweder met den hoed in de eene hand en een zak geld in de andere zich bij de Regeering aan te melden, met het verzoek den Staat eenige millioenen te mogen voorschieten, opdat deze aan Europa zich niet behoeve te vertoonen als de bekrompen duitendief die tien a vijftien jaar voor havenwerken, welke volstrekt noodig zijn geoordeeld, wil gebruiken, om in korter tijdsbestek jaarlijks toch niet te veel te moeten uitgeven! Zeker, de heer Hubrecht kan gelijk hebben. Misschien staat de Regeering zelfs niet voor den blaam die haar in dezen zou moeten treffen. Maar, zoo zouden wij meenen, dan behoort toch eerstens de proef hiervan genomen. En aan wien dat beter toevertrouwd dan aan den heer Hubrecht zelf die, als afgevaardigde, zich reeds vroeger voor zijn taak zóó berekend heeft getoond, en nu kan worden bijge staan door zijn Amsterdamsche collega's? Amsterdam's vertegenwoordigers stellen een motie of dienen een ontwerp in, dat de Nederlandsche Regeering, dat de Nederlandsche volksvertegenwoordigers voor het feit geplaatst worden, dat zij de verantwoordelijkheid hebben te dragen voor een zoo treurige, een zoo ridicule weigering. Eerst daarna mag er sprake zijn van wat Amsterdam in deze heeft te doen. 1) Bij deze en volgende cijfers en daarop gegronde voors' ellen zij a de meerdere kosten die voor het pantveer te Velsen, of den daar voor in plaats te stellen overgang te Velsen, zullen te maken zijn, buiten beschouwing gelaten. De deurwaarder als zaak waarnemer. De deurwaarder is de door de bevoegde macht" aangestelde openbare ambtenaar, gerechtigd tot het verrichten der werk zaamheden, welke de wet hem opdraagt, waarvan de voornaamste zijn: het uit brengen van exploiten, het executeeren van vonnissen en wat daarmede verder in verband staat. Toch zal men in Nederland geen deurwaarder ontmoeten, die uitsluitend zich bezighoudt met het werk, dat zijn ambt meebrengt. Zooals be kend is, oefent deze ambtenaar ik heb hier den gerechtsdeurwaarder op 't oog de rechtspractijk uit, m. a. w. bij is zaak waarnemer. Dat wil nu juist niet zeggen, dat hij persoonlijk voor zijn cliënten in rechten verschijnt. In Amsterdam treedt geen enkel deurwaarder voor een kanton gerecht op, vergis ik mij niet, omdat de kantonrechters er bezwaren tegen hebben. In ieder geval is 't daar niet gebruikelijk, maar toch zal geen enkel deurwaarder aldaar durven ontkennen, dat hij tevens zaakwaarnemer is. Ieder deurwaarder houdt er een eigen cliënteele op na, voor welke hij rechtszaken behandelt. Tevens geeft hij adviezen op rechtskundig gebied en verricht hij al dat soort werk waar mede ook de zaakwaarnemer zich belast. Er mag echter wel de nadruk opgelegd worden, dat het zaakwaarnemers werk dat een deurwaarder doet, geheel valt buiten de lijn van zijn ambt; dat in ieder geval de reglementen en tarieven op 't deurwaar ders ambt betrekking hebbende, niet slaan op zijne werkzaamheden als zaakwaarnemer, die hij geheel vrijwillig en onverplicht op zich neemt. Een deurwaarder, tevens zaakwaarnemer, is in laatstgemelde qualiteit, evenmin als een practizijn, aan eenig tarief of beroepsreglement gebonden. Zoo doet zich te Amsterdam 't geval voor, dat een niet eervol ontslagen deurwaarder, die meermalen gevangenisstraf ondergaan heeft, zich als practizijn gevestigd heeft en her haaldelijk voor 't kantongerecht als ver dediger optreedt. Dat dit gebeuren kan, is wel een bewijs voor de noodzakelijkheid eener wettelijke regeling der zaakwaarnemerij. Zooals gezegd is, treedt de deurwaarder in Amsterdam niet voor 't kantongerecht op Hij blijft daar zelf achter de schermen en laat een practizijn voor hem verschijnen. In verreweg de meeste kantonplaatsen is dat echter wel 't geval. Daar ziet men den kantondeurwaarder, die de rol uitroept (en ook wel de arrondissements-deurwaarder) nu eens voor een eischer, dan weer voor een gedaagde compareeren en naar de mate van zijn bekwaamheid en routine eene zaak verdedigen. De deurwaarder laat zijn cliënt ook wel zelf komen aan 't kantongerecht, dat meestal niet in 't belang der zaak is. De partij toch, die zelf in rechten verschijnt, is in den regel niet op de hoogte van wettelijke bepalingen en formaliteiten, zoodat de betrokkene in negen van de tien gevallen zijn eigen zaak verknoeit, vooral wanneer de kanton rechter geheel lijdelijk blijft en zich ont houdt van 't geven van eenig advies. Waar vandaan krijgt de deurwaarder eene zaakwaarnemers-practijk ? Veelal door zijn titel van deurwaarder. Aan dezen ambtenaar schenkt een deel van het pu bliek meer vertrouwen dan aan een zaak waarnemer, juist omdat eerstgenoemde amb tenaar is. Het ziet in zijn titel min of meer een waarborg voor behoorlijke be handeling van zaken en goede bediening. Toch laat een en ander hier en daar wel wat te wenschen over. In de tweede plaats komt de deurwaarder, veel meer dan de zaakwaarnemer, als uitbrenger van exploi ten, met menschen uit alle rangen en standen in aanraking en de gevallen, dat een debiteur met zijn verweer zich wendt tot den deurwaarder, die hem het exploit heeft thuisgebracht, zijn dan ook, althans in kantonzaken, niet zeldzaam. De vraag echter, of het deurwaarders ambt vereenigbaar is met het beroep van zaakwaarnemer, meen ik beslist ontken nend te moeten beantwoorden. De deurwaarder moet zijn de buiten de partijen staande ambtenaar, die eenvoudig dien arbeid verricht, waartoe de wet hem roept. Doet hij ook practizijnswerk, dan komt hij vaak tot een van de procesvoe rende partijen in eene scheeve of onzuivere verhouding te staan, waardoor in veel ge vallen minstens een harer schade moet lijden. De deurwaarder die bijv. zijn eigen cliënt rroet executeeren, kan die executie niet met die onpartijdigheid en beslistheid en met dat onafhankelijkheidsgevosl ver richten, welke daarvoor noodig zijn. Om te doen zien, waartoe een deurwaar der al kan komen, wanneer hij tevens als raadsman of verdediger optreedt, kunnen de volgende feiten uit de practijk dienen. ? Onlangs zond een incasso-bureau van dubieuse posten aan een deurwaarder in de provincie eene dagvaarding ter beteekening aan een debiteur en ter behandeling op de zitting van den kantonrechter. Eén dag voor die zitting ontving het incasso bureau het exploit beteekend terug, ver gezeld van een schrijven, waarin die deur waarder meedeelde, dat hij de zaak op de terechtzitting niet behandelen kon, omdat hij voor den gedaagde moest optreden. Op den dienenden dag bood die deurwaarder ter terechtzitting namens zijn cliënt de hoofdsom zonder de kosten aan, onder op merking, dat deze geen kosten te betalen had, omdat geen gerechtelijke sommatie tot betaling der vordering aan de dag vaarding was voorafgegaan. Namens den eischer werd tegen dat verweer aangevoerd, dat gedaagde niet kon volstaan met na de dagvaarding alleen de hoofdsom te deponeeren ; dat gedaagde vóór de dagvaarding herhaaldelijk schriftelijk was aangemaand en dus thans ook de kosten aan eischer zou moeten vergoeden. De kantonrechter stelde echter den gedaagde in 't gelijk. Nu zou dat stukje aan de kantons in Amsterdam en vele andere kantons niet afgespeeld kunnen worden. Daar sou een kantonrechter in een geval als't genoemde den gedaagde zeker ook in de kosten veroordeeld hebben. De bedoelde deur waarder rekende echter op de usance (of wel de ouderwetsche opvatting) van den rechter aan zijn kanton. Was die deur waarder niet als gemachtigde van den ge daagde opgetreden, dan zou hij uit eigen beweging eene sommatie aan het hoofd der dagvaarding gesteld hebben, of wel het exploit ter verbetering teruggezonden hebben. Een deurwaarder, behoort den afzender van het exploit te waarschuwen wanneer hij daarin iets leest, dat niet strookt, of in strijd komt met de opvat ting van den rechter ter plaatse. Men kan immers niet vergen, dat een rechtskun dige van de usances of zienswijzen van elk kantongerecht in Nederland op de hoogte moet zijn. : i Een andermaal zond hetzelfde incasso bureau een exploit aan een arrondissements-deurwaarder ter beteekening aan een debiteur, die wel in zijn arrondissej ment, maar onder het ressort van een l ander kanton woont, dan waar die deurj waarder gevestigd is. Dat bureau zond 't exploit niet aan den deurwaarder van het : kanton, onder welks ressort de gedaagde j woont, omdat het vroeger met dien deur, waarder reeds treurige ondervindingen had opgedaan. De deurwaarder, die het exploit had uitgebracht, een betrouwbaar ambte: naar, meldde, dat hoofdsom en kosten ' verhaalbaar waren. De bedoelde kanton deurwaarder echter, van wiens tusschenkomst voor het uitbrengen van het exploit geen gebruik was gemaakt, bleek de raads man van den gedaagde te zijn en schreef bij voorbaat, dat er geen verhaal was, om ; welke reden hij in overweging gaf de zaak niet eens aan te brengen. Wil bedoeld bureau i nu na verkregen vonnis tot executie over gaan, dan is het wel verplicht van den ; arrondissements deurwaarder te blijven ge| bruik maken en de kosten van afstand zelf te betalen. Nog zond een incasso-bureau eens aan een deurwaarder in de provincie een von nis met opdracht het door middel van lijfsdwang te executeeren. Blijkens vooraf ingewonnen informatiën bestond er alle kans, dat dit middel succes zou hebben. De deurwaarder echter aan wien de vereischte stukken kant en klaar met het noodige voorschot toegezonden werden, heeft die executie nimmer verricht, be werende, dat hij den debiteur niet te pakken kon krijgen en dat de executie toch geen doel zou treffen. Ziet, wanneer men dergelijke antwoorden van buiten-deurwaarders ontvangt, dan kan men er in negen van de tien gevallen op aan, dat de debiteur wel een cliënt van den deurwaarder-zaakwaarnemer is en dat deze alle moeite doet dien debiteur aan den dans te laten ontspringen. De gevallen, waarin een deurwaarder, die de dagvaarding beteekend heeft, aan den gedaagde adviseert op den dienenden dag voor het kantongerecht te compareeren en dan de hoofdsom zonder de kosten aan te bieden, zijn ook niet zeldzaam. Mij persoonlijk hebben elders wonende debi teuren, die voor een der kantongerechten ? te Amsterdam gedagvaard waren en ge noemden raad volgden, verklaard, dat de deurwaarder, die het exploit had uitge bracht, dat advies verstrekt had. Zulk een raad nu kan alleen dienen om een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl