Historisch Archief 1877-1940
i;
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1354
zoo velerlei gebied werkzaam te zyn, is dit
boek dat voor alles inzicht, zjj bet dan ook
weinig feitenkennis geeft, een middel
ommenscben wien tijd en gelegenheid tot diepere
studie ontbreekt, veel wat hun treft op hun
reizen of bq hun lektuur verklaarbaarder te
maken en hen in staat te stellen in hun
dageIjjksche omgeving vatbaarder te worden voor
genietingen die de kunstvoortbrengselen van
eiken aard en tijd het leven geven kunnen.
Hoewel de schrijfster meestal logisch juist
redeneert kunnen we toch al haar beweringen
niet vlotweg onderschreven.
Zoo zegt zy over de ontwikkeling van het
individualisme.
Dit individualisme zal later tot een
hyperindividualisme, tot subjectivisme worden als
's kunstenaar manier van zien niet alleen zeer
persoonlek is, maar als hij in zyn object neer
legt het verborgen eielenleven van hem zelf.
Doch daarmede is dan ook het contact ver
broken, dat de kunst sterk en levend doet zyn,
het contact met de natuur." Ia een noot wordt
dan ter verduidelijking Hobbema tegenover
Vincent van Gagh gesteld. Nu ken ik geen kunst
werk dat inniger contact met de natuur heeft
dan juist het werk van Vincent; dat contact
is juist bn hem zoo onverbreekbaar vast dat
geen schod of traditie haar wig daar tusschen
drjjven kon. Maar bovendien welke individua
listische kunst vordert niet van den kunstenaar,
dat hjj het teiborgen sielenleven van hem se!f
in zyn werk legt om dit tot kunstweik te
adelen
Zoo trof my ook vreemd de ontboezeming:
In de negentiende eeuw eischt de maatschappij
de vernuftige toepassing van de electriciteit,
de volmaking der machine, de ontwikkeling der
natuur- en scheikunde, terwy'l kunst meer als
een overtollig weeldeartikel in den hoek wordt
gedrongen.'' Vreemd, waar de schrijfster elders
het samengaan in de ontwikkeling en bloei
van kunst en wetenschap als'iets van
zelfsprekends voorstelt. Het gaat niet aan, waar
de snelle groei van onderscheiden wetenschap
pen het mpeilyk maakten een fusie met de
kunsten gelyktydig te doen plaats vinden,daarom
deze beide uitingen van den menschelyken
geest vijandig tegenover elkaar te stellen. Eén
blik op de moderne bouwkunst en de
hedendaagsche kunstnijverheid b.v. doet zien hoe
de samenhang, het onmisbaar zyn van de een
voor de ander, ook nu weer meer en meer
bewaarheid wordt.
Een enkele maal voert beknoptheid tot
onduidelijkheid. Waar de schrijfster zegt:
behalre dat voor elke pharaöeen graf gebouwd
werd by zyn troonsbestyging, dat dus kolossaler
wordt naarmate de koning zich in een langer
leven mag verheugen," zou een korte verklaring
van den pyramidenbouw in plaats van het
dus" een duidelijker begrip geren.
Doch dit zyn kleinigheden die aan de waarde
van het geheel geen afbreuk doen en waar
tegenover weer zooveel frischheid in haar voor
stelling en vergelijkingen (b.v. van de Grieksche
en Egyptische tempels, Japansche en Grieksche
b solden) te stellen valt, dat die enkele tekort
komingen gaarne aan de schrijfster worden
vergeven.
Da suggestieve kracht" die zy van deze
studie wil doen uitgaan is werkelijk aanwezig;
a's zoodanig is het dus reeds een goed boek
dat warme aanbeveling verdient.
J. W. N.
PrületarisclG Kmst.
D» Nieuwe Oeboort, van HENRIËTTE
RoLAND-HOLST. (Uitgevers : T.erie en Kruijt,
Am&terdam 1903).
Daar lag het in zijn simpel blau v-grijs kaft
met de fl nke, dun-groote letters er op voor de
glaze i: De Nieiaee Oeboort, zoo eenvoudigjes
aangekleed als een bourgeois-socialist in een
volksvergadering pief g t te verschijnen. Ea de
aanblik zoowel als de lezing deed me allemachtig
veel plezier, al kostte het begrijpen me soms
moeite, en al zijn er enkele verzen bij, die ik
nog niet heel beslist duif te beoordeeler. Maar
ik heb er van genoten, want dat is nu eens
evenals het werk van Aiema van Sebeltema wat
anders dan de herkauwerij van Nieuwe
Gidspjezie.
Dit is werkelijk twintig-eeuwsch of beter
begin-twintig eeuwsch. En nu mag voor een nieuw
geslacht T au socialisten een zeer radicale Revisie
der nog geldige theorien gewenscbt zijn, en dit
boek wellicht al eer uit den tijd raken dan men
denkt, voor het oogenblik is het nog als
kunstprodukt uit de Ma-xistische School modern ge
noeg. Ea toch is het of mevrouw R>land-Holst
een vermoeden koestert, dat er wat beters in
aantocht is, want zelf zegt zij in een harer verzen,
dat haar oog heengleed over de zee der
pannationale democratie, welke met haar golven hooger,
al hooger dreigt heen te gaan over den bouw
der kapitalistische Maafsohappi', waarin een paar
europeesche klassen of liever klasjes : g
;estelijkheid, adel en bourgeoisie zich veilig waanden
tot in der eeuwigheid. Maar voegt zij er ain
toe haar blik van dichteresse droeg nog niet
ver genoeg om heen te ijlen over den horizon
van dien Oceaan.
Hoort ge dat oorverdoovend, stemsmorend
grommen en suizen en razen der rotatie-pers,
verduizendvoudigend in enkele uren het woord
van den denker, den kunstecaar, den volksleider,
en van allen voor allen en niet meer voor een
zeer klein deel der Menscbheid, datindeXIXe
Esuw de nieuwe beschaving bezat hoofdzakelijk
over een beperkte oppervlakte: Europa, niet
grooter dan Hmdostan ?
Ziet ge trillen dat papier zonder einde,
ontwonden aan den voetenLo)gen cylinder, tijgend
strak gespannen door de machine, langs de rollen
met letters in lood voortdurend door inkt
besmeerd als een vloed van wit, dan recht
neerschietend als een blanke waterva', stuwend,
stuwend als de stroom van dezen
patmationalen en democratischen lijd, de stroom
verwenteld door de raderen en dan opeens als gestold,
en verknipt en gevouwen en niet meer neer
gewaaierd maar neer gesmeten, gespuwd als
golven van licht uit dat wondsre werktuig ?
Het is de Nieuwe Giboort.
.Hoort ge naar de hoogte van glas en ijzer,
boven de kolommen en de roode vanentrofeën
uit, die zangen rijzen, dat lied der Internationale,
die eenmaal heerschen zal alom op aard', ondanks
alle tegenstand? Het is de Nieuwe Geboort.
En wie weet geven de emoties, in den
laatsten tijd opgedaan door deze vrouw, die een
groote rol in de laatste staking speelde, haar reeds
stof genoeg voor een tweeden bundel proletari
sche kunst, van dat nieuwere Naturalisme en
wel in verzen, waarbij de Mensch wordt weer
gegeven niet alleen meer onder de werking van
physische wetten in engeren zin, maar ook van
economische, maatschappelijke invloeden.
Het schijnt, dat de dichteres niet meer onder
de geestelijke leiding van Spinoza en Dante als
tijdens het scheppen van haar eerste boek, gelijk
Van Eeden het min of meer nog ie, aanvankelijk
moeite had om zich te uiten in haar nieuwe
lyriek. Maar ze bleef tenminste sinds zij de leer
van Spinoza voor die van Marx losliet, produ
ceer en. Garter daarentegen was voor zoover
men weet sinds dien overgang totaal werke
loos als anteur. In haar boek komen velen
on(ff nheden in de maat voor, hoofdzakelijk in het
begin, die beneden een schrijfster zijn van haar
kracht. Vandaar dat het gevoel den lezer soms
niet loslaat, dat ze eerst in proza zijn gedacht
en toen in rhytme gebracht, in plaats dat de
beelden in haar ziels-sfeer aanrezen als een vloot
op de deiningen van den Oceaan. De w oor
denstroomen gaan voorbij zouder een echo ia te
laten, die men vasthoudt. In zoover lij i t het
begin: Ondergangen aan dezelfde kwaal als het
gedeelte proletarische poëzie in Van Eeden's
Passieloote Lelie.
Vandaar dat er bij de Nieuwe Geboort geen
felle ontroering d>or bet land gaat als toen
de kunst van Van Deyssel oplaaide gelijk in den
nacht een verre, vreeselij ke brand, als toen de
strofen van Kloos opklonken gelijk de stem van
een martelaar der li-fde. Hun Ik imponeerde
destijds nog meer als het Ik-ic-Allen, de lyriek
geuit in gemeenschaps-gevoel nu, in deze ge
dichten. Soms schijnt ze aan eiken regel een
voudig een eigen rtytme te willen geven. Dan
weer verklaart zij zelf de emoties der nieuwe
tijden nog niet goed tot uitdrukking te kunnen
brengen:
dan voelen we iets verslappen als een veer
en over onze stem legt zicb een mist.
Buiten den vorm bevalt mij ook van de eerste
verzen de gevoelswijze niet. Ik geef dan de
voorkeur ik zeg dit echter niet van dezen
hélen bundel aan de gedichten van Adema
van Scheltema. Daar zit meer jool in en jeugd
en strijdlust. Dit werk daarentegen is veeleer
beschouwend, wat niet wegneemt, dat de dich
teres, waar de rhytme vloeiender werd en ze
blijk gaf vooral van haar mee-gevoelen met
eens anders leed, mij een gunstiger meening
van h a ir boek schonk dan ik bij het opslaan had
van de eerste bladen. Behalve dat horten en
stooten van de maat, is een der hoofdfouten
valsche beeldvormin?. In VIII van Ondergangen
treden vijanden in het hart! en dit wordt steeds
voller van een woest, blind volk en dan gaat
dit volle, arme, oproerige hart in zijn eentje
doler. We), wel! In VII vrouwen hebben
allicht, wanneer ze schrijven allerlei literaire
hait-kwalen ligt dit als een anker een klare
zee te peilen. Toe maar, en dat alles zonder
stcring van den bloedsomloop. 11IX spreekt ze van
,verkregenheden" een vage abstractie en tevens
een onhollandsche vertaling van
Errungeuschaften", echt duitsch, haast zoo duitsch als
CulturErrungeaschafteu! Allemaal door die «verderfe
lijke" invloed van hem, dien Heine noemde:
mein noch viel verstockterer Fiéund, Karl Maix.
In I, Ia der Getijden Loop vertelt ze zeker bij ver
gissing, ik wil niet direct beweren uit ver
waandheid zelf, dat Laar stem liefelijk is om
te hooren. De Nieuwe Courant denkt er anders
over, maar daar zal ze zici wel niet veel van
aantrekken; II daarentegen is buitengewoon
sterk van impressionistische winter-beschrijving.
In het tweede gedeelte wordt een schrijnende
indruk van de werkeloosheid in den barren
winter gestoord door n enkel woord h-laas!
waar zij de blinde, rechtelooze productie-wijze,
welke hongerigen, plaatst voor overvolle maga
zijnen, kenschetst als sterke, wreede en zeer
reêele machten." Dat riëel is hier het echte
ni :t, hoe hevig mevrouw Roland-Holst toch
ook blijkt die gruwelijke ellende mee te gevoe
len. Behalve enkele leelijke rijmen als van
ding" op »inspanning" van »zacht" op
«rtweedracht" een germanisme als »vreemder" macht,
dient nog ieïs opgemerkt te worden wat nog
wel geen ondeugd is, maar toch ook geen deugd
in zekeren zin; n.l. lang niet alle verzen spreken
tot bet volk bij zijn tegenwoordig peil van ont
wikkeling. Dit is in het algemeen waar, doch
gelukkig zijn er tegenwoordig arbeiders en
meer dan menigeen in zijn eng bourgeois-kringetje
wel denkt die zich bij voldoende aangeboren
aanleg de vaardigheid hebben eigen gemaakt
om de N. Gidsmanneu te begrijpen en deze,
hun leidsvrouw, die in haar eerste bundel
op en-top nog eindeeuwsch thans tot een
hooger tijdsfeer steeg. Zeer juist beschreef zij
die reactionaire phase (pag. 31), waarin de dichters
teerden op hun eigen ikje als een vlammetje
op een laatste eindje kaars.
Met een enkel voorbeeld kan men het ver
schil zien tusschen hen, die opgingen in
liefdelyriek en stemmingsbeelden van de natuur,?waar
ze echter nooit anders in rondliepen dan als
verfijnde cultuur-menschen en deze kunst,
waarmee de schrijfster vóór alles behandelt de
Gemeenschap, de Simenleving van menschen
met menschen, en andere gevoelens uit dan
alleen, die den band vormen tusschen man en
vrouw. Zoo hier in Oogst van hel Jaar vergelijkt
'ze wat ds zaaiers van socialistische denkbeellen
hebben te wachten met wat de landman in den
herfst na den arbeid vergaart:
Nu krijgt de vrucht haar ronde en gulle schijnen,
de schalen bersten, druivensap vloeit mild:
elk land, elk huis verheugt zich in het zijne,
een diep hongren alleen blijft orge-t.ld
van hen wier voeten voor hun wereldsch deel
kozen de zware en sloopende gangen,
wier lippen plooiden tot den plooi, den bangen,
die lach en liefs terugdrijft naar de keel.
Hun oogst rijpt langzaamst, en hun sikkel heeft
d'aren weer niet geveld waarta zij bijgen:
hun hand blijft ledig en hun oogea krijgen
'c huiikre' in den blik van wie van hopen leeft.
Echt menschtlijk ook haar verbazing pag. 29,
dat ze niet eerder tot de klaarheid der socia
listische denkwijze kwam; treffend is ook in
haar Hymne aan het Kommunisme, dat
terugdroomen van den oer-tijd en dat volgen van de
altijd weer opglorende kommunistische idee door
de eeuwen heen, maar nooit zoo sterk .als in
de XlXe en de XX<?. Gaed ook verto'.kt ze,
(pag. 72) hoe de heele wereld er voor haar
anders uitzag, sinds zij aaders werd voor de
wereld. Want het is zoo, wie heel nuchter weet
hoe veel, hoe enorm veel in de wording der
Menschheid, in de organisatie van de Maat
schappij een gevolg is van economische u dwang
ten goede en ten kwade, voor hem is het
Marx'sme ondanks al zijn dwalingen een
openbaring van strenge orde in wat chaos scheen,
van zekerheid in plaats van goed geloof alléa
in het eindelijk verdwijnen dier oerkvia'eE: hon
gersnood, oorlog, prostitutie, geld-despotisme,
of in plaats van het afschuwelijke, verderfelijke
wangeloof in hun eeuwigen duur, in de niet
blauwe maar de Zwarte Utopie van hun
oigeneeslijkheid, die voor realistische wereldbeschouwing
wordt uitgegeven. Maar wat haar socialisme nog
niet geeft is zelfs niet het wetenschappelijk
verdedigbare geloof laat staan de zekerheid,
waar we nog niet aan toe zijn in onzen tijd
aan een goddelijke macht, die óók van die
economische dwangwetten zelf wellicht gebruik
maakt om de Menschheid vooruit te brenger.
Hoor met wat een voorgewend positivisme,
waarmee zij nog geheel in de schoenen staat
der liberalen wat de godsdienst-questie betreft,
zij pag. 103 van haar a'btüme gewaagt:
Er trooit geen eeuwige gerechtigheid.
Boven gedachte en daad welft zich geen klare
bewuste wet, alle openbaar in 't zware
offer dat ieder onrecht eischt. Er strijdt
met de rechtvaardigen, tegen de sterken
geen god, die ze beschermt achter zijn schild;
geen plannen zij n gefaald, gestort geen werken
omdat Gods vergelding zóó heeft gewild.
Ze besluit dus, omdat er geen God is, naar
menschelijke opvatting onfeilbaar, er geen te
erkennen. Die macht moet naar haar begrippen
almachtig of niet zij u. Waarom ? Ea is die macht
er, dan moet hij ... wreken. Waarom ? Op wie ?
Op wat? Wie heeft schuld bijvoorbeeld aan den
Zuid-Afrikaanschen oorlog? Rhodes, Chamberlain,
Werner Beit, zelfproducten, wezens, die zich
zelf niet naar eigen verkiezing en plan hebben
geschapen ? Voor socialisten als zij, die er
heelemaal geen wraak-justitie, geen doodstraf, geen
vies gevangenis-folterstelsel op na willen houder,
kan toch die macht niet anders bestaan dan als
et n bovenmenschelijk-medische. Met die
deinoraliseerend-hopelooze beschouwing komt ze dan ook
eens tot het besluit, gelukkig niet voor goed
pag. 105, want de natuur gaat boven de leer:
dat de trouwelooze in deze wereld triumfeert,
en dat met bloed als nieuw gebod geschreven
staat: dwaas is wie trouw houdt, want hem
treft en breekt het lot. Gaarne zou ik nog vee),
veel meer willen zeggen van de verzen, waar ze
spreekt over Holland, over haar dood en die
van haar medestrijder?, over Zuid-Afrika, over
de verhouding tusschen bourgeois-, en
arbeidersocialisten, over de arbeiders-typen, die zij be
schrijft: de visschers-viouw, die voelt, dat er in
haar kinderen een hoop brandt, die zij, eeuwig
lastdier, stuk menschenvee, niet had, over den
stervenden revolutionair, die zelf gebroken door
den kamp voor de Roode Vlag weet, dat hij
dien voor een volgend geslacht, lic'iter heeft
gemaakt en daarmee getroost als soldaat der
Internationale sterft, maar ter voorlichting van
het publiek is mér niet noodig. Uitvoeriger zal
ik de Nieuwe Geboort laier wel behandelen.
Eén gedicht wil ik in zijn glheel ter verluchting
overnemen, waarin ze doet gevoelen hoe triest,
hoe grauw het leven verloopt van duizenden,
pag. 84:
Kleine paden slingren over de heide
en komen aan op de hutten der armen:
zij zijn de eenden die zich erbarmen
over 't verlatene van wie hier lijden.
Op de heide zwerven de magre schapen
zij zoeken blatend naar een nieuwe streek
van milder struik en waterrijke beek:
honden en herders zijn vernueid en slapen.
In de hutten zitten de menschen neer
als schapen die niet weten waar te weidea;
hun gedachten zweven over d i htile
maar vinden geen uitweg en keeren weer.
Ds hutten ea paden scheem'ren heen,
na deze komt weer een aidere heide
menschen sterven na 't vreugdloos léven-lijden
andre aanvaarden 't en alles blijft een.
Heide verliest zich in de zee; de zee
verliest zich in de luc^t; en in de wijde
kringen van mensc'ielijke lait en lijden
de doff; ellend' vai deze armzaalge stee.
J. K. REKSBURG.
Dl Dochter van den Ilandsopper, door
HJALMAE REITZ Holkema en Warendorf,
Amsterdam.
Wellicht gaat het andere lezers van dit
verhaal aan het einde zooals my en ontglipt
hun een zucht. Niet een van verlichting
omdat het uit is. Maar van deernis. Van
deernis met het goedgezinde deel der Boeren,
iiitiiinilMiniHiirMMiiiiiiiiii
40 cents per r eg tl.
tot II 11.35 p. Met.?Franco en vrfl
van invoerrechten toegezonden l Stalen
ommegaand; evenzoo van zwarte, witte en
gekleurde Henneberg-Zöde", van 6O
cent tot M 11,3» per Meter.
G. Henneberg, Zijde-Fabr. (k. &. k. Hofl.), ZUrich.
Bij wielen zijn de beste voor ? 100
met 2 jaar garantie.
Vraagt Qtïllustreerden Prijscourant aan de
Hoofdagenten
A. DRUKKER & Co, Amsterdam,
O. Z. Voorburgwal 242 en 248 b l Damstraat.
FIJNSTE LIKEUR.
nèpositairet:
B. A. KIPPDira & Co., Amst.
Piano-, Orpl- en
MEYIKiOS A KALSHOVEH,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en In Huw,
Beparearan Stommen Builen.
dat het slachtoffer geworden is van dat andere
deel, dat vryheid en recht, dat de beste goe
deren des levens achterstelde by, verried voor
stoffelijk goed. Het eenvoudig, kunsteloos
verhaal, dat, volgens een kort voorwoord van
des jongen schrijvers vader, waar is in
zyn waarheid eigen familie niet spaart zegt
ean keer te meer: hoe geheel anders zou het
verloop, zou het eindt) van dien worstelstryd
geweest zy'n, indien het gansche volk had
gedaan zooals de besten; neen niet Engelanda
macht van honderdduizenden heeft de zege
behaald door zich zelve, maar door de
middelyke of onmiddelyke hulp van de velen, die
niets begrepen van het beerlyk woord: wat
baat het den mensch of hy ly'f en goed be
houdt als hij zyn ziel verliest. De republieken
zyn ten onder gegaan door het opzettelyk of
onopzettelijk verraad dar lauwen, der haUei;,
der vreesaanjagers en vreesachtigen, omdat zy
schapen en ossen, huis en land liever hadden
dan hun volks zelfstandigheid. Stel u voor dat
zy allen hadden meegedaan, nooit zou het
Engeland gelukt zy'n dat volk te knechten.
En met welke vrucht hebben die »hacdsuppers"
het lage verkozen boven het hooge ? De uit
komst is Godsgericht over hen. Zyn hun
paarden, hun vee, hun land, hun vrouwen en
kinderen aan de ellende ontkomen ? Evenmin.
Wat zy wonnen is de minachting door den
vyand, de verachting hunner broeders. Moge
er by komen de verachting van hun geweten.
De jonge Reitz heeft een goed werk gedaan
door in zyn onopgesmukt verhaal dat^nog eens
in aangrypend licht gesteld te hebben.
Deventer.
W. ZAALBERG.
NIEUWE UITGAVEN.
Moderne kunstwerken, schilderyen,
teekeningen en beeldhouwwerken. Afl 6 Amsterdam,
W. Versluys.
Rapport van de commissie voor het ont
werpen van een plan tot uitbreiding van de
bebouwde kom der gemeente Amsterdam, be
noorden het Y. 's Gravenhage, Gebr. J. & H.
van Langenhuysen.
Nemers Album Herinnering aan de tentoon
stelling te Rotterdam, gehouden in den Kunst
kring Mei 1903. 10 lichtdrukken. Amsterdam,
W. Versluys.
Mooie Fransche bleken Gids voor liefheb
bers van Fransche literatuur, door C. R. C.
KEHCKENRATH. 's Gravenhage, Boekh. voorh.
Gebr. Belinfante
Werkloosheid. Rapport v/h. Werkloosheid
comitéte Amsterdam aan de arbeiders van
Amsterdam en Nederland. Uitgave van het
Werkloosheidcomité.
MiliiiliiiiitiiiiiiiiuiiMiiiiiiiililliitiMiiiiiiiiiiiiiniMliiiiiiiiiliniiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiliilini
Verslag der werkzaamheden van de
Vereeniging voor Gazondheids-Koloniën te Rot
terdam, gedurende het jaar 1902.
Ellens Strijd, door MABY E. WILKBNS. Vnjj
naar het Amerikaansch bewerkt met 8
antotypieën tnsschen den tekst. Amsterdam, Joh.
Stemler Cz.
De boeken der kleine zielen, door Louis
COUPEBUS Het heilige weten. 2 deelen. Amster
dam, L' J. Veen.
Op ivandel, door HUGO VEBEIKST,
ROUSSELAHE, JULES DB MEESTER. Amsterdam, J. S.
de Haas.
Het Bakkerabedry'f te Zutphen. Rapport
der Et que te-Commissie naar Vaktoestanden.
Zutphen, firma J. H. A. Wansleven & Zoon.
Prof. dr. D. HUIZINGA. Nieuwe uitstapjes in
het rijk der natuur. Leesboek voor de
Volksschool. Met eene aanbeveling door S. BLAUPOT
TEN CATE Tiende druk. Met 33
houtsneefi|uren. Groningen, P. Noordhoff.
Kent gij ons land ? Geïllustreerd aar dry
kskundig leesboek voor de volksachool, door J.
D. BAKKER en F. DEELSTRA. Eerste stukje. Met
28 houtsneden en 7 kaartjes. Derde, vermeer
derde druk. Groningen, P. Noordhoff.
Tweede Jaarverslag van de Nationale
Vereeniging. (Bureau voor Vrouwenarbeid.) Den
Haag, Nat. Bureau van Vrouwenarbeid.
Pltcht, door LOUISE STBATENUS. Amsterdam,
D. Buys Dz.
Judith. Drama in drie bedrijven of vier
tableau's, door JEANNE REYNEKE VAN STDWB.
Amsterdam, L. J. Veen.
De Vrije Tribwne, maandschrift, gewy'd aan
literatuur, kunst en wetenschap. Ie jiargang.
Afl 5 Lekkerkerk, Gebr. den Oudsten.
Oudt-IIallandsche mens:htn, door F. A. Buis.
Amsterdam, P. N. van Kampen & Zoon.
tilaapsteê, (uit de onderste lagen der samen
leving.) Tooneelspel in vier bedryven, door
MAXIM GORKI. Naar de Duitsche vertaling
bewerkt door HENRI HARTOG Rotterdam, W. L.
Brusse.
Hoefje, naar het leven verteld door M. J.
BRCSSR. Rotterdam, W. L. Brusse.
Beschouwingen over de oorzaken der groote
kindersterfte (meer speciaal in het Ie levens
jaar) en de middelen die tot verbetering daar
van kunnen leiden. Met statistische overzichten
van de hnwely'ken, de geboorte en de sterfte
in Nelerland van 1840 tot 1900, door E. J.
JONKERS Groningen, P. Noordhof.
Fanoramar&eboTïw.
Amsterdam, Plantage
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Taste prijsett. Toegang vrij.
MEÜBEL-BAZAR
SINGEL 263 -283.
I»IJ de Paleisstraat
MASSIEF EIKEN.
140 X 80/65.
Telefoon 8968.
Kantoor-Meubelen enz.
J. MEIJERINK MEIJER.
DE PHOENIX
234 Spuistraat, Amsterdam.
Meubileeringen.
Geïll. prijscouranten en begrootingen gratis.
Levering onder volledige garantie franco
geplaatst door geheel Nederland.
L BINNEN-.'
.T.ÜHUIS
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN ? VERSIERING
$DER -WONING^
2.O-ROKIN-12©
i
FAIENCE
EN TEGEL
FABRIEK
MOLLAND
NAAML-VENN-GEV-TE
UTRECHT
Dt
~?MUTASE", een natuurlijk preparaat uit het plantenrijk en als kracht- en voedingsmiddel gedacht,
bleek een aan eiwitten, koolhydraten en vooral aan natuurlijke VOedingSZOuten rijk preparaat te zijn, dat
door zijn samenstelling in staat is, een krachtigen en gunstigen invloed op de voeding en de opbouw van het organisme
uit te oefenen. Het spreekt van zelf dat Cacao, Chocolade en Biscuits, op zich zelf voedings- en genotmiddel samen,
door hun combinatie met MUTASE" belangrijk aan voedingswaarde en als krachtmiddel zullen winnen.
Het is mij tevens gebleken, dat deze preparaten, aangenaam van smaak, door volwassenen en kinderen evengraag
genomen, goed en gemakkelijk worden verteerd en verdragen. Het is daarom, dat deze preparaten wegens hun rijkdom
aan onmisbare natuurlijke voedingsbestanddeelen, hun zuiverheid, hun aangenamen smaak en ge
makkelijke verteerbaarheid als goede aanwinst voor de voeding en het krachtiger maken van het lichaam moeten
worden beschouwd. ^ p_ fi A g K N A ^