Historisch Archief 1877-1940
f
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1355
de Sonthem Railway commons, de nions
oommonB, de dito Convert. gold bonds en de
"Wabash. Heden was ook de beurs te Londen
heel wat beter voor de amerikaneo. Atchisons,
Unions, Canadian Pacific en Southern Pacific
waren 2 & 3 pCt. hooger dan den vorigen dag.
De betere gouvernementsberichten omtrent de
veldgewaisen en de goede gesteldheid van de
geldmarkt komt de prolongatiehaussiers geluk
kig nog wat ten goede. De Francisco heeft
inmiddels een kwartaalsdividend voor de Ie
pref. aandeelen van l pCt. aangekondigd; de
Denver & Rio Grande heeft de houders van
pref. aandeelen tot ontvangst van een
halfjaarlyksch dividend van 2X pCt. nitgenoodigd
en de Chicago Northwestern heeft het kwar
taalsdividend van 2 pCt. voor de 2e preferente
en het haifjaarlyksche dividend van 3K pCt.
voor de gewone aandeelen gepubliceerd. Na
uitbetaling van de dividenden heeft ze nog
ruim n half millioen dollars over.
Met uitzondering van Berlijn, waar de
Ryksbank het disconto met K pCt. heeft verhoogd
wegens de abnormaal hooge bcleening en dis
contorekening, is de geldmarkt alom vrij ruim
voorzien. De gisteren gepubliceerde balans van
de Engelsche bank wijst zelfs eene verminde
ring aan van de Other Securities van 27 tot
25 millioen. Deze vermindering influenceerde
belangrijk op de vermeerdering der reserve,
d. w. z. van de hoeveelheid bankbiljetten en
goud bij het banking-department aanwezig.
De verhouding van het bedrag van deze waar
den tot de som van de public deposits, other
deposits en de sevenday and other bills ver
meerderde daardoor van 49 tot ruim 53 pCt.
Dat 's 'n hoog cijfer. In GysbrechtsJ veste
ging de prolongatierente sedert de vorige week
nog wat terug.
De noodige aanvulling van het surplus of wel
de verplichte vermindering van het
prolongatiebedrag heeft tot verkoopen van velerlei
andere fondsen geleid. Lager vind ik dan ook
genoteerd vele staatefondsen als vele Russen,
Mexicanen, Argentijnen, Brazilianen, Uruguay
en Veneznelanen.
Venezuela zal waarschijnlijk belangrijke
maatregelen nemen tot regeling van buiten
en binnenlandsche schuld en tot verbetering
van de circulatiemiddelen en van het bank
en wisselcrediet.
De president der Argentynsche republiek
opende het congres met een rede waaruit ik
aanhaal: de vrees voor een oorlog en de schade
aan den oogst in sommige provinciën zijn van
zeer nadeeligen invloed geweest op den
algemeenen gang van zaken in 1901/02 en hebben
een aanzienlijke vermindering der staatsont
vangsten veroorzaakt Dank zij echter de uiterste
zuinigheid en het voorschot van de nationale
bank was 't tekort zoo klein dat 't reeds door
het overschot van de eerste maanden van het
loopende jaar kan worden gedekt.
In de groep der cultuurondernemingen zie
ik de aandeelen Vorstenlanden van 41 % tot
403-i teruggaan, in-verband met het gerucht,
dat op de. preferente aandeelen 5 pet. zal wor
den uitgekeerd en dat de houders van commons
nog wat geduld zullen moeten oefenen, 'k Ben
benieuwd naar het jaarverslag. Men kent het
voorzichtige, solide beleid van den ouden en
van den jongen directeur.
Voorts vraagt de maatschappij tot exploitatie
van rystlanden op Java «Michiels Arnolds,"
gevestigd te 's Gravenhage, de vermelding van
het verschenen van haar verslag over het boek
jaar 1902. De directeur wijst daarin op de
omstandigheid, dat, terwijl het afgeloopen jaar
voor de metsten der koloniale culturen, teleur
stelling bracht, de resultaten van deze maat
schappij bevredigend mogen worden genoemd.
Toch kon het winstcijfer van 1901 niettegen
staande meerdere productie, niet wordan bereikt.
Lagere p'yzen van padie en ry'st zyn daarvan
oorzaak. Na verhooging van de statutaire reserve
tot ruim ? 39 000.?en van het fonds voor
vermoedelijke kosten tot ruim ? 137.000.?,
kan het dividend worden vastgesteld op 6 pCt.
De aandeelhouders hebben als voorloopig di
vidend 2% pCt. ontvangen, zoodat het
slotdividend over 1902 betaalbaar zal kunnen
worden gesteld met 3 K pCt. of 35 per aandeel
van ? 1000.?. In 1901 was 't dividend 6 M pCt.
Onder de algemeen werkende oorzaak, boven
genoemd, leed ook wat denoteëringder
petrolenmwaarden. Juni
4 11
Arnhem. Petr.mfi 19 X 20
Bibi Eybat oblig 88X 90
Int. Rnmeensche 89% 87 X
Java 50 54
Koninklijke 508X 491
> ree. van aand. . . 472 450
» c. v. a 509X 486
Moeara Enim 83 74
Moesi Ilir 75 74
Oliebronnen in Hannover . . . 195 194
Perlak 132Ji 128
Rnssian 142 141
Schibayeff 75^ 74
Sumpal 65K 60
De gunstige uitzondering van de Java
petroleum maatschappij doet denken aan het
volgende door de directie ontvangen telegram:
«Diepboring 25 de olielaag aangeboord op 30
Mei; het is een spuitende bron. De productie
in de afgeloopen week is 22000 liter. De
productie blijft onveranderd."
Van de Koninklijke, die vermoedelijk zal
uitkeeren 35.85 pCt., zoowel als van de In
ternationale- Rumeensche, waarvan ik de goede
dividendvooruitzichten onlangs heb besproken,
hoorde ik in verband met elkander goede, veel
belovende geruchten. Meer durf ik voorloopig
nog niet zeggen. Voor. de Int. Rumeensche
blijven dan ook alle redenen aanwezig voor
hoogere, volgens sommigen, die 't weten kunnen,
veel hoogere koersen. De geringe koersver
zwakking der laatste dsgen zal wel in verband
staan met de opneming in de noteering van
de nieuwe aandeelen. De Dordtsche zal 7%
pCt. op de preferente en 3 pCt. op de gewone
aandeelen uitkeeren.
Onder de buitenlandsche diversen vraagt de
Banque Auxiliaire de la bourse mededeeling
van hare lagere noteering van 60 tot 50. Deze
onderneming denkt wellicht te weinig aan het
spreekwoord «Schoenmaker houd u bij uw
leest."
Ten slotte de trammen; de Kediri kon,
sedert de mededeeling in deze rubriek van
de vorige week, van 75 tot 81 stijgen, en
terecht.
De 4 pCt. obligatie van de Malang avanceerde
van 76 tot 84. Ook daarvoor was goede reden.
De Malang toch kan wijzen op een reeks van
vele jaren, die eene vermeerdering van de
opbrengst aanwijst, 'k Meen dat de gepubli
ceerde cijfers een ontvangstvermeerdering van
ruim ? 47000.?aanwezen. Indien ik lu doe
opmerken, dat de directie, zooals ik reeds
vroeger berichtte, niet geschroomd heeft, om
krachtige, maar onaangename maatregelen te
nemen om de exploitatie en administratiekosten
in Indiëte verminderen dan mag een lich
tende toekomst voor de aandeelhouders worden
verwacht. Wellicht zal tegen de volgende
week 't jaarverslag verschenen zijn.
Over enkele ontvangen jaarverslagen de
volgende week.
I. I. J. alhier. Dank voor nw brief, dien ik
ernstig zal overwegen.
iiniiiiminimii
Sprokkelingen op technisch hygiënisch ge
bied, door J. VAN DEK BBTTGOEN,
civielingenienr. Bundel II. Schoolhygiëne,
Nyverheidshygiëne, Vochtige huizen,
Grondwater.
Uit dit opschrift blijkt reeds waarover dit
geschrift handelt; voor het meerendeel zyn het
opstellen, die reeds in verschillende tijdschriften
verschenen en thans zijn bijeenverzameld, nadat
een eerste bundel van soortgelijke sprokke
lingen op technisch hygiënisch gebied een
gunstig onthaal had gevonden. Het medisch
gedeelte der schoolbygiëne is bewerkt door
den heer C. A. van Hees, arts te Delft en kan
daardoor als meer vertrouwbare leiddraad
dienen voor de onderwijzers, die bügebreke
van schoolartsen in Nederland, hoewel leek op
het gebied der geneeskunde, tegenwoordig nog
immer zijn aangewezen om toe te zien, dat
kinderen, lijdende aan sommige besmettelijke
ziekten, niet op de school toegelaten worden.
In afzonderlyke hoofdstukken wordt in dit
uitvoerige artikel behandeld : het bouwterrein,
het schoolgebouw, de bijgebouwen en andere
inrichtingen, het schoollokaal, het leerplan, de
houding (van het kind), gymnastiekonderwys,
gezondheidsleer, vacanties, schooistraffen, het
schoolgaan, koude vatten, de verzorging en het
onderhoud van huid, haren enz, het zenuw
stelsel, de spraakorganen, verkrommingen der
wervelkolom, het oog, de ooren en infectieziek
ten. Bij de laatste wordt vooral ook de aan
dacht gevestigd op het incubatietydperk van
vele besmettelijke ziekten en de teekenen,
waardoor zich sommige dezer reeds verraden,
ty'dens de kinderen de ziekte «onder de leden"
hebben en daarom van school verwijderd
moeten worden.
By' de nijverheids-hygiëne worden algemeene,
schadelijke invloeden besproken en voorzorgs
maatregelen om deze te ontkomen aan de hand
gedaan, terwijl verschillende vergiftigingen en
de gevaren van sommige indastriën worden
aangewezen.
Het opstel over vochtige huizen, de oorzaken
en de middelen om dit gebrek tegen te gaan,
in zoo hooge mate schadelijk voor de gezond
heid, zal voor velen het meest welkome zyn
en geeft verschillende nuttige wenken. Meer
wetenschappelijk is het laatste stuk over het
grondwater, zyn oorsprong, beteekenis en
schommelingen, afhankelijk van de geologische
toestanden van den bodem.
Eenvoudig geschreven en zonder geleerde
betoogen zal deze nieuwe bundel zeker niet
minder dan de vorige in goede aarde vallen
en is bet te wenschen, dat de schrijver gele
genheid moge vinden op denzelfden voet voort
te gaan; niet het minst zullen de nieuwe ge
zondheidscommissiën er nut van kunnen trekken.
G. W. B.
In de greep m den witten
De verschrikkingen van den dood komen ons
bijzonder levendig voor den geest bij het lezen
van de vierde uitgave van kapitein Sverdiiip's
boek: »Nieuw land". Deze aflevering begint met
een hoofdstuk over de pool-expeditie van den
Amerikaan Greeley, wiens legerplaats door
Sverdrüp werd opgespoord, om het verschrikkelijke
treurspel te leeren kennen, dat aan de redding
van de weinige overgeblevenen was voorafgegaan.
Eerst wanneer men deze schildering heeft gelezen,
eerst dan kan men beseffen, welke helden die
mannen moeten zijn, die in dienst der weten
schap trekken naar de wereld van het eeuwige
ijs en den eeuwigen nacht, zonder de zekere hoop
te kunnen koesteren van ooit terug te zullen
keereu in den kring der familie.
In overeenstemming met hetgeen besproken
en besloten was op het Meteorologencongres te
Rome in 1879, werden te dien tijde in het
hooge noorden verschillende stations voor mag
netische en meteorologische waarnemingen ge
vestigd. De leiding va,n een door de Vereenigde
Staten in Discovery-haven aan Robesonsund,
op ongeveer 81M gr. noorderbreedte en 64 gr.
westerlengte, opgericht station werd opgedragen
aan luitenant Greely, die op vroegere
Noordpoolreizen rijke ervaringen had opgedaan. Het station
zou elk jaar door een bijzondere hulp-expeditie
bezocht worden, die dan de manschappen van
het station zou aflossen, en nieuwe Courage
brengen. Maar noch in 1882 noch in 1883 kon
die hulp-expeditie dat station bereiken. In 1883
werd zelfs een der schepen, de Proteus," door
het ijs ineengedrukt, en ging met alle voor
raden verloren. Greely ging in Augustus 1883
met booten naar het Zuiden, om naar de hulp
expeditie uit te zien. Op htt Brevoor-eiland
ontving hij de tijding van den ondergang der
expeditie.
Omtrent de verdere, treurige lotgevallen vertelt
dan Sverdrüp het volgende:
,De tijding van den ondergang van de , Proteus",
die Greely in Breevoort gewerd, was voor de
koene Poolreizigers een harde slag, maar was
slechts de aanvang vaa het treurspel, 't welk
in den loop der volgende 9 maanden op het
vergeten eiland in de Ijszee werd afgespeeld;
een treurspel, in verschrikkelijkheid nog door
geen ander overtroffen.
In een oud steenen huis, met de laatste boot
als dak, sleepten ze zich hongerend door den
hopeloozen winter. Slechts eenige zeehonden,
een paar vossen en een kleine beer, was alles
wat ze aan hun voorraad konden toevoegen.
Ze nuttigden daarvan wat ze konden, terwijl
ze bovendien lederriemen kookten, die zij uit
schoenen en kleedingstukken sneden.
De officieele lijst der overledenen spreekt op
vreeselijken toon. Van de 26 personen over
leefden slechts 7 den verschrikkelijken tijd. Er
verhoagerden 14, twee dezer leden bovendien
aan scheurbeuk, n aan darmontsteking; een
derde, sergeant Elison, aan de gevolgen van de
bevriezing der ledematen. Onder ondragelijke
pijnen leefde deze gedurende meer dan 7 maan
den met bevrorene handen, voeten en neus; en
om den lepel aan den mond te kunnen brengen
liet hij dezen aan den stomp van zijn arm vast
binden.
Een hunner stierf gedurende een sledevaart
van koude en uitputting; een ander verdronk
bij de jacht, en u. de »gemeene Henry", werd
op Greely's bevel doodgeschoten, wijl hij dief
stal beging van de voor allen bestemde voor
raden, en derhalve als gevaarlijk voor het leven
der overigen werd aangezien. Daar Henry de
reus onder de manschappen, en tengevolge der
betere voeding wel zoo sterk als twee anderen
was, werd aan de drie sergeanten, aan wien
het bevel was gegeven, tegelijk opgedragen te
zorgen, dat niet meerderen daarbij worden ver
wond.
Midden in dezen zwarten nacht van honger,
ziekte en doodstrijd lichten in vollen glans de
sterren van het plichtsgevoel, de zelfopoffering
en de vriendschap. De oogen worden vochtig,
wanneer men al deze tooneelen leest.
Luitenant Lockwood verhongerde op 9 April;
maar tot den 7en April had hij zijn stenografisch
dagboek bijgehouden, en met groote nauwkeurig
heid barometer en thermometerstand bijna zonder
uitzondering van eiken dag genoteerd.
Om een karigen vleeschvoorraad te bemach
tigen, die kapt. Nares in 1875 bij kaap Isabella
had achtergelaten, trokken vier der uitgehongerde
orgelukkigen op eene vrijwillige expeditie uit.
EU waarlijk, ze bemachtigden den kostbaren schat.
Maar onbarmhartig jaagt de storm over de
velden, werpt geweldige sneeuwmassa's omhoog
en de ongelukkige Elison valt daarbij als offer.
Het kostbare vleesch moesten ze opofferen, om
den kameraad te redden; wat hen ten slotte
toch niet gelukte. De krachtigste van hen, de
koene sergeant Nice, zou hulp halen, terwijl
zich de beide anderen in hun slaapzak neer
legden, met den bevroren kameraad tusschen
zich in, om hem warm te houden. De zak bevroor
stijf, en toen de hulp kwam, hadden ze 18 uur
bewegingloos in denzelfden toestand neergelegen.
In het voorjaar van 1884 deden twee van
deze vierde sergeanten Nice en Frederik, weder
een poging, het vleesch te bemachtigen. Doch
wederom zou deze poging mislukken. Ze werden
door een heftigen sneeuwstorm overvallen, en
Nice werd onderweg zwaar ziek. Om zijn ster
venden vriend te verwarmen en te beschermen,
trekt Frederick zijn Eskimo-jas uit, en dekt hem
daarmee toe. "Tevergeefs! Nice begint te
fantaseeren van zijn geliefd thuis, en van al het goede
en vele eten wat hij zou krijgen als hij naar huis
kwam. In een helder oogeublik neemt hij zijn
trouwen makker de belofte af, zijn nalaten
schap mee naar huis te nemen en zijn
aanteekeningen aan een bepaald blad te zenden.
Half ontkleed, in een verschrikkelijken sneeuw
storm, blijft Frederick met zijn vriend in de
armen verscheidene uren op de slede zitten, totdat
sergeant Nice's lijden voor altijd voorbij was.
Hij kon zelf niet meer, maar de belofte
aan zijn vriend, de plichten jegens [zijn land
en zijn kameraden stalen zijn wilskracht. Hij
sleept zich naar de plaats waar ze vroeger het
vleesch hadden achter gelaten, wikkelt zich daar
in de slaapzak, en blijft daar tot," den volgenden
dag. Daarop keerde hij terug naar de slede,
nam datgene wat Nice verzocht had mede te
nemen, en hakt en krabt met zijn bijl en zijn
bloote vingers voor den doode een graf in het
eeuwige ijs.
In datzelfde jaar (1884) toog een
bevrijdingsvloot van drie schepen, onder bevel van den
kapt. ter zee W. S. Schley (den tegen woord igen
admiraal) tusschen Groenland en Ellemiereland,
naar het noorden Ze richtten aan verscheidene
plaatsen depots op, en op 22 Juni kwamen 2
dezer schepen naar kaap Sabine. Reeds waren
goederen aan land gebracht, voor een depot,
toen de aan boord geblevenen, trots het huilen
van den storm, hoera-geroep hoorden, en spoedig
daarna signalen bemerkten, welke meldden, dat
er door degenen die aan land waren gegaan
een aanteekenboefc van Greely gevonden was.
Tot groote vreugde vernam men uit dit bericht,
dat het Greely goed ging, maar bij nog slechts
een geringen voorraad voedsel had. Helaas volgde
op deze innige vreugde spoedig diepe teleur
stelling, want toen men aan de laatste zijde
van de schriftelijke mededeelingen kwam, las
men met grooten schrik den datum van . . .
21 October 1883, dat was dus acht maanden
vroeger!
In groote spanning werd er een stoomsloep
naar het noorden gezonden. De manschappen
speurden, en speurden, en... eindelijk bemerkten
ze heel in de verte, op een kleinen bergrug,
de omtrekken van een menschelijk lichaam. Hij
werd gesignaleerd, de aangeroepene antwoordde
en kwam naar beneden; hij ging echter als een
dronkene, en viel twee malen. De gestalte zag
er uit als een spook, met ingevallen wangen,
wilde oogen, v-rwarden baard en haren.
Luitenant Colwell, die het bevel over de boo
ten voerde, liet eenige tasschen vullen met brood
en pemmikan, en onmiddellijk springt hij met
een aantal manschappen aan wal en snelt naar
de hut naar Greely en zijn ongelukkige megezellen.
Daar wachtte hen een hartverscheurende
aanblik. Naast de deur lag een man, die scheen
dood te zijn, met neergezonken onderkaak, en
opene, starende oogen. Tegenover hem lag een
lichaam zonder handen en voeten, wien een
lepel aan den arm-stomp gebonden was. Recht
voor hem uit lag, gebukt op handen en knieën,
een man, met een langen, verwarden baard en
met oogen die met eigenaardigen vlam
fonkolden. Hij was gekleed in een lange», vuilen
slaaprok, en droeg een kleinen fez op het hoofd.
Toen hij Colwell zag, richtte hij zich een weinig
op en zette een bril op.
Colwell greep zijne hand en vroeg hem of
hij Greely was.
u Ja", antwoordde hij met zwakke stem, afge
broken en sleepend. //Ja, zeven van ons zijn
d'r nog over hier zijn wij stervend
als mannen. We hebben gedaan waarvoor
men ons uitzond ziehier het getuigenis."
Daarop viel hij uitgeput achterover.
Het was een aangrijpende scène, toen Colwell
den ongelukkigen een paar stukjes spijs en een
weinig pemmikan op de spits van een mes toe
stak. Ze konden niet staan, doch lagen op de
knieën, strekten de handen omhoog en smeekten
om meer; maar de redders waren zoo verstandig
dit te weigeren.
Toen Greely merkte, dat men hem geen pem
mikan meer wilde geven, greep hij naar een
oude blikken bus, waarin afval van zeehonden.
Dit zeide hij, zou men hem niet ontnemen, want
dat behoorde hem zelf toe l
Het steeneu gebouw hadden zij in Mei, toen
de sneeuw begon te dooien en het water door
het dak drong, moeten verlaten, en moeten ver
wisselen voor een tent. Vijftig schreden van
dezen tent verwijderd, waren tien dooden be
graven. Eén hunner, die voor eenige dagen
overleden was, lag onbegraven aan den voet van
den heuvel. Vier waren aan het strand neer
gelegd, en door de golven in de zee gespoeld.
De doodgeschoten soldaat lag op een sueeuwbed
in de nabijheid der tent.
Toen men op de terugreis de lijken wilde
prepareeren met alcohol, om ze te bewaren,
kwam men tot de ontdekking, dat van 6 hunner
het 7leesch gedeeltelijk was afgesneden.
Het verschrikkelijke lijden gedurende de
laatste drie weken behoeft niet geschilderd te
worden, zegt Schley; wanneer de geschiedenis
daarvan ooit zal worden verteld, moge het door
de overlevenden zelf geschieden.
Hef goede voorbee/cf.
Lees f eersf hef opschrift (/er f/acon, ^
Dan w/'//£ /ny/jen mond (/foonen, J
En, a/s 'k (/ door zyn schoon heidwof
Za/ook Odo/"t/w moeiïe /oó/iem^M
IIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIEIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De
Uit zeker oogpunt hebben de voorstanders
van verbruikersbonden degenen dankbaar te
zyn, die in 't openbaar hun bezwaren tegen
die bonden doen hOoren. John Stuart Mill
heeft het ergens zoo verstandig en helder
uiteengezet. Kritiek dwingt tot zelfonderzoek,
tot heronderzoek van het eens als waarheid
aanvaarde. Die waarheid moet alsdan blijken
de nieuwe denkvuurproef te kunnen doorstaan
of zal in onzen geest de rang van waarheid
verliezen.
De verbruikersbond is eenjong verschijnsel.
Zeer waarschijnlijk is het (wy dwalen zoolang
wij werken) dat er een of ander verkeerd is
aangepakt, behandeld, dat men er nog tast en
dwaalt. Tot het logisch juiste en in de prak
tijk doel treffende van den gedachtengang die
aan het optreden van den bond ten grondslag
ligt, kan dit een of ander weinig afdoen. Die
juistheid, dit doeltreffende zyn, dunkt mij,
onaantastbaar. Daar kan zelfs mevr. Sydney
Webb, voor 't overige een naam als een
vlag, niet aan verandaren. Dit is het best aan
te toonen door haar vyf redenen van verzet
onder de oogen te zien. Zy' Biecht ten eerste:
»De geschiedenis van eenig artikel dient na
gegaan tot aan het allereerste begin." Doch
dit is volkomen noodeloos, opdat een
verbruikersbond reden van bestaan hebbe. Stel,
er komen grondstoffen hier te lande aan, by
wier bereiding, of verzending ontwijfelbaar
«uitgebuit" is, dan nog doet een Nederland
sche verbruikersbond een goed werk door te
pogen bij de verdere bewerking van het pro
duct «uitbuiting" tegen te gaan.
De tweede opmerking «kwaliteit en lage
pry'zen zyn volkomen misleidende factoren",
is van een krasse doch onnauwkeurige zegging.
Dat «volkomen" is van schry'f-maar-raak. De
opmerking is in haar kern niet meer dan een
waarschuwing aan het rfflres onzer
inspectiemenschen om onder de oppervlakte te zien
en het causaal verband tusschen lage prijs en
slecht loon niet maar voetstoots te aanvaarden.
Ik won zeggen: dank u, mevr. Webb, maar
dat wisten ze wel.
Ten derde: wat een verbruiker in een duren
winkel meer betaalt, vloeit niet in de zak der
arbeiders. Hier worden nu weer de verbruikers
voor niet vol aangezien. De duurste winkel
de beste wie heeft het beweerd ? Neen mevr.
Webb, de dingen eerst op hun kop zetten en
ze dan belachelijk maken, dat is niet zoo 't
behoort. Eerst zoodra vaststaat dat zekere
arbeid onder goede voorwaarden is verricht,
komt de verbruikersbond het product van dien
arbeid aanbevelen; somtijds niet omdat,
maar ondanks, dat het daardoor iets duurder is.
Ten vierde: »De verbruiker heeft menigmaal
geen keus." Maar, mevrouw l die aanmerking
is wreed. Waarom toch zou naar het verstandig
woord der Franschen «niemand aan het onmo
gelijke gehouden zyn", behalve juist de gesmade
verbruiksbonder ?
Ten vijfde: een hoeveelheid artikelen worden
voor export geproduceerd, hoe daarvan de
verkoop te verhinderen ? Hier keeren zeker
ten teeken dat het lijstje ten einde is, aan
merking l en 4 in anderen vorm terug; er
wordt namelyk op de begrensdheid van de
invloedssfeer der verbruikersbonden nogmaals
gewezen. Ik herhaal : het zyn jonge orga
nismen. Waarom zouden het, tot sterke draden
in de volkslevens gegroeid, geen internationale
weefsels kunnen worden ?
De dames Webb, Polak, Haighton en Evolutie
en voorts alle verdere bestrijdsters en bestrij
ders van den verbruikersbond zy schatten
de zedelyke beteekenis van zulk een bond te
laag en stellen hunne eischen aan zyn
onmiddelyken invloed te hoog.
Het geweten van een groep verbruikers wordt
onrustig by het koopen van voorwerpen, in
onrecht en geweld geboren. Zy' verzetten zich
en tasten naar middelen om aan de voorwerpen
de zekerheid te zien gehecht van
maatschappelyk-reine afkomst. Zeg, dat hun methode
onpractisch is, maar hoe kunnen vrouwen, hoe
kunnen deze vrouwen zulk een verzet en zulk
een verlangen willen smoren ? Is het niet een
baken in de branding der maatschappelijke
zee, een teeken aan den goedwil'ende onder
de bevoorrechte klassen, dat hy niet eenzaam
staat en een teeken aan de zwoegers, dat het
onrecht hun aangedaan, wordt gezien dat een
groep bevoorrechten bereid is, zoo 't moet,
dagelyks van 't hunne te offeren, om er een
eind aan te maken. Zulk een verschijnsel doodt
men niet, men steunt het en tracht het in
goede paden te leiden. Mej. Haighton verwacht
met mej. Polak voor de arbeiders meer van
de vabactie dan van zoo'n bond, maar, met
verlof, wat slappe praat is dit. Noem de
vakactie de hoofdaanval en de bond een onder
steunende zybeweging, noem de vakactie, de
arts en de bond zyn assistent, sla, in n
woord, de beteekenis van den bond voor den
arbeider op de juiste maat aan, maar loochen
die niet.
Dat de bond met zy'ne tegenwoordige werk
wijze op den goeden weg is, neen, dat geloof
ik stellig niet. Verander evenwel de methode
en veel kritiek zakt in elkaar. Voorop sta
dit: Het verlangen naar een verbruikersbond
moet diep in breede kringen wortelen (of ge
wekt worden). Dit is zyn levensvoorwaarde.
By honderden in de steden en by tientallen
in de dorpen moet hy zyn leden tellen of
door propaganda gaan tellen.
Zyn leiddraad voor de praktijk zy deze
gedachtengang. Myne leden willen, dat, wat
zij koopen, voorzoover nog na te gaan valt,
onder goede arbeidsvoorwaarden, wordt bewerkt.
Er zyn personen en lichamen, die onder goede
arbeidsvoorwaarden laten werken, maar die
met een te gering aantal afnemers tobben of
eenvoudig als goede werkgevers onbekend zyn.
Langs den gewonen reclameweg hun goed
handelen voor ernstige menseden geloofwaardig
maken, is volstrekt onmogelijk. Nu treedt de
bond op en vormt de yerbindingsschakel tus
schen zyn op-reine-artikelen-wachtende-leden
en den op-afnemers-wachtenden-producent van
reine artikelen.
De bond behoort geen enkelen fabrikant of
winkelier op te zoeken; omgekeerd, fabrikant
of winkelier moet tot den bond komen en
zeggen: De arbeidsvoorwaarden, waaronder ik
laat werken, zyn voor uw onderzoek geopend;
ga-waar, zie-wat, vraag-zooveel, en kom-zoo
vaak ge wilt, het zal my' welkom zyn.
Een geregelde inspectie door den verbruikers
bond in 't leven geroepen doet namens alle
leden, wat door allen, persoonlijk gedaan, iets
onmogelyks zou worden. Het zedelijk gezag
van deze inspectie, naast het vrijwillig optreden
van den zakenman, waarborgen nu de waarheid
van het reinheidsteeken, het witte merk.
De bond heeft alleen zijn steeds groeiend
aantal leden te publiceeren en zyn bereid
willigheid om tot den geschetsten schakel te
dienen en voorts de dingen af te wachten die
komen zullen. Het deert niet, dat in den
aanvang het aantal fabrikanten en winkeliers
klein zy, zoo het denkbeeld maar levend blijft
en groeit.
Onder zulk een ragime smelt mej. Haighton's
kritiek als sneeuw voor de zon. Om dit te
beamen, is een herlezing van die kritiek
voldoende.
A m s t., 24 Mei '03. A. B. DATIDS.