Historisch Archief 1877-1940
No. 1355;
P E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
van den alom gerenommeerde»
F116 BI 6 n om te kruiden.
1.
2.
3.
ftan Rroenten, vleezen, sauzen en soepen. Hierin eenig en
onovertroffen.
THtarof TTAAPflaalia * vees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke
Ullvl Di^VUUl UGvllg ? smaak der gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen
moet worden.
in tegenstelling met de vaste extracten.
?.'y.'',',.'.:~i- 4. UUOUIkUUy . van af 30 cents per flacon.
MAGQI'a onderscheidingen: 4 groote prijzen, 25 gouden medailles, 4 eerediploma's, 4 eereprijzen, zesmaal buiten mededinging o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling te Parijs.
««wiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiliimiiiiNiiiNiiiiiNiiHiiHiiiHiiNiiiiiiiiiiiniMiNiiiiiinmiNinMiNiiMMMim
DAME&
Eeue taaMkter,
Van Amerika begint de victorie!
Dat geldt op velerlei gebied, allereerst op
dat der vrouwenbeweging.
Men pleegt te zeggen, dat die kinderen gees
telijk en lichamelijk het krachtigst zijn, wier
ouders behooren tot verschillende nationaliteiten.
En zoo ergens, dan wordt dit bevestigd by het
Amerikaan sche volk. Uit de zoo verschillende
elementen, waaruit bet in den beginne was
samengesteld, heeft zich eene natie ontwikkeld,
die, zy moge dan op andere punten te kort
schieten, door intellect en oorspronkelijkheid
bestemd schijnt op te treden alt. heerscheres
over de oude beschaving. En zeker kan het
onzen nationalen trots streelen, al» wij be
denken dat het daar ginds beteekent .van
goeden huize" te zijn, indien men zich beroe
men kan van Hollandsche afkomst te wezen.
Wij herinneren ons gaarne, dat zij die het
Nieuw-Amsterdam hebben gesticht, dat nu
New-York heet, bewoners waren van het
.Nederland, gezegend land,
Klein stipje, op de wereldkaart,"
zooals het heet in een gedicht uit mijn kinderjaren.
De rollen zyn nu omgekeerd. Amerika is
groot geworden, wij zijn klein gebleven
kleiner geworden. Maar ons gezond verstand
hebben we behouden. Dat blijkt uit ons spreek
woord: Als het getij verloopr, verzet men de
bakens. Wij willen ons niet schamen te volgen,
waar we niet meer kunnen voorgaan. Wij
willen kennis nemen van al wat in de gro'ote
republiek aan de overzijde van den Oceaan
wordt verricht, met hooge belangstelling volgen
den arbeid van eene harer dochteren, die een
door vrouwen nog onontgonnen terrein, een
maagdelyken bodem heeft betraden. Ofschoon
eene vrouw van beschaving en geleerdheid heeft
zy zich niet ontzien de spade ter hand te
nemen het werktuig, waarvan Frederik van
Eeden alle heil verwacht voor de nooden onzer
kranke maatschappij Welke ook onze aanleg,
hoedanig onze individueele gaven, allen moeten
wij spitten en graven, den aardbodem ontginnen
en dien bebouwen. Daar ginds heefteene vrouw
hem reeds voorkomen. Met de spade en het
houweel, is zij getrokken naar het land der
oude Helleer sche beschaving, heefc er onder
haar toezicht, den bodem laten openleggen en
onderzoeken. Maar niet om er een karig stuk
brood aan te ontwoekeren. Veeleer om er uit
te voorschijn te halen de schatten eener eeuwen
oude kunstniverheid, ons leven te versieren
met de voortbrengselen der Grieksche oudheid.
In. 't Oostelijk deel van Kreta, ligt, ver van
het wereldgewoe), een dorpje Kavousi geheetec,
vol landelijke bekoorlijkheid. Reeds van verre,
ziet men zijne witte, van zonnelicht overgoten
hnizen glinsteren, die zich leunen aan de blin
kende rotstoppen, terwijl ter rechterzijde
vuurspuwende bergen hunne donkere omtrekken
afteekenen tegen het diep azuur van den
horizon. Geen geluid verneemt men in deze
eenzaamheid, dan het eindeloos ruifchen der
zee, waarheen de zilverschemerende
olijvenreeksen, de goudglinsterende korenvelden van
het dorp af, zich uitstrekken.
In de eerste Meidagen van het jaar 02
heerschte er eene groote opschudding order de
eeuvoudige bewoners van Kavousi: twee dames
waren, begeleid door bannen in den schitterend
witten Fustanella gekleeden Griekschen bediende
en zijne moeder, na een driedaagschen rit van
Herakleion af, in hun midden aangekomen,
om hier in de eenzame afgelegen bergdalen,
het geluk der spade te beproeven, deze dames
waren de Archeologe Miss Boyd en hare
assistente.
Miss Harriet A. Boyd uit Boston die zich
aan het Amerikaansche Archeologische Insti
tuut te Athene, door vele jaren van studie
heeft voorbereid tot haren arbeid, is in de ge
schiedenis der oudheidkunde, de eerste vrouw,
die zelfstandig ak leidster van archeologische
opgravingen is opgetreden. Zij wat vergezeld
van de vrouwelijke botanicus Miss Patten, die
haar in het toezicht op de arbeiders ter zijde
stond.
Reeds als vrijwillige ziekenverpleegster, on
derscheiden en gedecoreerd met verschillende
ridderorden, heeft Miss Boyd, in den
GriekschTurkschen en Spaansch-Amerikaanschen oorlog
op schitterende wijs verricht al wat vrouwelijke
onverschrokkenheid vermag. Even moedig be
strijdt zij nu ock de vele moeilijkheden, die
zich voordoen bühare groote wetenschappelijke
onderneming. En, wonderlijk genoeg, waarheen
Miss Boyd hare troepjes arbeiders ook verwees,
waar ook de slagen van het houweel weerklon
ken op den rotsigen bodem, overal onthulde
deze voor hare vlijtige navorschingen, zijne tot
nu toe zoo ijverznchtig verborgen geheimen.
Hier drong de spade in de diepten van over
oude graven, wier rijke inhoud hoogst merk
waardige inlichtingen bracht over vele nog
onopgeloste questie, van prehistorische bescha
ving. Daar was het eene voorname huizing op
hoogen bergtop, die wederom h et daglicht aan
schouwde, en nog als bevangen van het lange
droomen in den donkeren schoot der aarde, de
zonnige verten begroet. Orer 't algemeen waren
de resultaten van deze eerste opgravingen in
het bergachtig landschap van Kavousi zoo rijk,
dat geheel het beschaafde Amerika er groote
belangstelling in toonde; zoo kon Miss Boyd
die intusschen een beroep had gekregen naar
den leerstoel voor Grieksche archeologie aan
het groote Smith- College te Northampton van
aanzienlijke sommen gelds voorzien, in 't voor
jaar van het volgende jaar hare onderzoekingen
op groote schaal voortzetten. Ditmaal werd de
vier mijlen Westelijk van Kavousi zich ver
heffende heuvel Gournia het doel harer
naTOrschingen.
Daar er geen dorp in de buurt lag, zag
miss Boyd, die ditmaal miss B. E. Wheeler
tot assistente bad, zich genoodzaakt om zich
met een paar armelijke kamertjes boven een
magazijn te behelpen. Niets dan een paar der
gelijke magazijnen bevonden zich nog in de
kleine, geheel onbewoonde haverplaats, gelegen
aan de golf van Mirabello, waarop men slechts
nu en dan, de zeilen van enkele schepen ziet
glinsteren. Donderend komen uit de onafzien
bare verte de schuimgekroonde golven aanrollen,
breken tegen de zwarte afgebrokkelde rotsen
aan den oever of verstuiven als wijd uit
zwaaiende watersluiers, tooverachtig
doorfonkeld van het zonoegeflikker. Slechts op Zon
dagen, als in het naburig vervallen kerkje aan
den oever, een grijze Pope de mis las, drong
soms een geluid uit de verre wereld daarbuiten
door in hunne diepe eenzaamheid.
Zoodra de zon hare eerste stralen deed
lichten over de bergen, droegen reeds de wach
tende muildieren de dames naar het tooneel
van haren arbeid ; op de heuvelen waar tot nu
toe alleen de zeewind speelde door de kruinen
der wilde broodboomer, waar sinds duizenden
van jaren, de wolkenschaduwen, het klagen van
den wind onopgemerkt waren neergezegen over
de vervallen puh.hoopen, heerschte nu eene
vroolyke bedrijvigheid.
Honderd Kretische arbeiders, in de schilder
achtige blauwe kleederdracht van het eiland,
wedijverden hier met elkaar in het wegruimen
der opeer gehoopte aardmassa's. En daar Miss
Boyd haren aanwijzingen door haar vriendelijk,
maar vastberaden optreden, kracht wist bij te
zetten, daar bijna elk hanteeren van de spade
succes opleverde, was er een geest van ver
trouwen en opgewektheid in de arbeiders ge
varen die zich, na het zware dagwerk dikwijls
nog uitte in de vreemdsoortige dansen, uitge
voerd op de muziek der inlandsche instrumenten.
Zoo gebeurde het, dat, trots de uiterst primi
tieve hulpmiddelen, binnen den tijd van twee
maanden, een klein Pompei, uit het mykenisch
tijdvak, althans in zijne hoofdomtrekken aan
het licht werd gebracht, misschien wel het door
Strabo vermelde Minoa. Zijne reeksen van
straten met de waterleidingen van terracotta,
het antiek plaveiaels eertijds betreden door de
geheimzinnige, oorspronkelijke bewoners als zij
afdaalden naar de kust om de zilvergeschuble
visschen uit de klare wateren der zee te halen,
of hunne kudden naar de hergen te drijven,
zijn nu aan het daglicht teruggegeven. Aan
weerszijden zijn zübegrensd door huizen, waar
van althans de fondamenten van 6 8 voet
hoog, de ingangen en de trappen die er heen
leidden, aan de vernietiging onttrokken zijn,
Verder heeft de spade nog het heiligdom hun
ner Goden ontdekt, wat ongeschondenheid aan
gaat, een eenig overblijfsel uit het mykenisch
tijdvak. Eindelijk heeft züons ook nog, althans
gedeeltelijk hergeven, het paleis van denverst,
die eenmaal over dit vreedzaam volkje regeerde,
met zijne zalen en terrassen, zyne zuilengangen
en corridors. Zagen van brons, zwaar aarde
werk en andere voorwerpen van dagelijksch
gebruik, gehard in het flikkerend haardvuur
hebben de opgravingen in menigte te voor
schijn gebracht.
Miss Boyd is nu weer voor een nieuwe cam
pagne uit Amerika overgekomen en zeker zal
deze nieuwe trekken toevoegen aan het beeld,
dat ons reeds voor oogen is gesteld van deze
kleine eilandstad, waarschijnlijk verwoest door
de ruwe bewoners der hoogere bergstreken.
M. K.
Een
leven.
Onlangs stierf te New- York in haar 87ste
jaar, de bekende Amerikaansche dame Elizabeth
Cady Stanton.
Door dit sterfgeval is de wereld een nobele
geest en een goedig hart, de vrouwenbeweging
een moedige pionier en strijderes, armer ge
worden.
Mrs. Stanton was de dochter van een eminent
rechtsgeleerde in de provincie Fulton van den
Staat New- York. En het mag veilig aan die
geboorte-omstandigheid toegeschreven worden,
dat zij een halve eeuw geleden met zooveel
ijver en geestdrift een strijd opvatte om de
politieke en sociale achterstelling der vrouw
opgeheven te krijgen.
Als jong meisje, woonde zy' menigmaal het
lezen en bestudeeren der wetten bi] van een
jongen man met haar vader. En de student
maakte er een gewoonte van, haar alsdan
te plagen door gekscherend te wijzen op de
ondergeschikte politie die de wetten van het
land aan haar geslacht toewezen. Dat ergerde
haar niet alleen op den duur, maar prik
kelde haar teveas tot ernstig nadenken over
die positie.
By andere gelegenheden luisterde zy naar
de roerende verhalen van vrouwen die door
hare echtgenooten mishandeld werden en haar
vader om raad kwamen vragen. En het ver
baasde haar, dat die ongelukkigen steeds
troosteloos weggezonden werden met de inlich
ting, dat, op grond van artikelen zoo en zoo,
de mannen in bet huwelijk volslagen opper
macht over haar hadden en echtscheiding om
zoodanige reden te eenenmale onmogelijk was.
Dat bracht ten slotte het jonge meisje op
het denkbeeld, alle desbetreffende artikelen
uit baar vader's wetboeken te knippen, den
kende daarmede die klagende gehuwde vrouwen
van dienst te kunnen zijn. Maar alvorens het
voornemen uittevoeren, sprak zij daarover met
haar vader, die zijn welmeenende dochter aan
het verstand bracht, dat dat de zwarigheid
niet kon oplossen. En hij legde haar uit, hoe
de wetten ontstonden en in het nadeel der
vrouwen zijn, omdat zy part noch deel hadden
aan het maken daarvan. Dat verlichte de kloeke
geest van de jonge Elizabeth Cady. En spoedig
daarna besloot zy haar leven te wijden aan
de moeilijke doch verdienstelijke taak, om der
vrouwen wettelijke onderworpenheid aan de
mannen te helpen opheffen.
Latere ervaringen bewezen haar, dat de
Maatschappij evenzeer als de Staat het vrou
welijke geslacht bij het mannelijke achteruit
stelt.
Terwijl zij in de Johnstown Academie met
enkele andere meisjes naast de jongens wis
kunde, Latijn en Grieksch zat te leeren,
ondervond zij tot haar grief, dat de leeraars
zieh veel minder voor de vrouwelijke dan voor
de mannelijke leerlingen interesseerden. Wel
verre van haar te ontmoedigen, prikkelde dit haar
tot grootere inspanning en vlyt. En haar revanche
bleef niet uit, zy wist den eersten prijs voor de
Grieksche taal te behalen en zich tot de eerste
van de klas op te werken.
Dit proefondervindelijk bewijs, dat zij in
verstandelijk opzicht voor geen leerling van
het tegenovergestelde geslacht uit den weg
behoefde te gaan, gaf haar de hoop met hare
mannelijke medestudenten tot het Union College
van Scbenectady te zullen worden toegelaten.
Maar tot hare verontwaardiging gebeurde het
tegendeel, omdat zij vrouw wau, en werd zy
verwezen naar een vrouwelijke kostschool te
Troy.
Dat was de tweede ervaring, dat de maat
schappij de vrouwen niet dezelfde rechten
toekent die de mannen genieten. De derde
deed zij spoedig daarna als gehuwde vrouw op.
In 1839 trad zij in het huwelijk met den
populairen en weisprekenden anti-s-laverny agita
tor, den advocaat Henry B. Stanton, wiens
humanitaire gevoelens zy volkomen deelde. En
eeiiige maanden daarna, in 1840, reisde zij
met haar man af naar Londen om de bekende
Wereld-ConveLÜe tegen de Slavernij by te
wonen. Meerdere bekende Amerikaansche dames
trokken met hetzelfde doel den Oceaan over.
Maar toen de Conventie geopend was, werden
alle vrouwelyke afgevaardigden buiten de deur
gezet. Zoete noch bittere woorden hielpen om
de mannelyke leden der Conventie te bewegen,
de deur wederom te openen voor de van heind'
en verre gekomen vrouwen die zich tiet het
minst geroerd hadden in de anti slavernij
agitatie. De vrouwen waren en bleven van
deelname aan de Conventie buiten gesloten,
om hare sekse Onder dezen was een zekere
dame Lucretia Mott, met wie Mrs. Stanton
sedert in intieme vriendschap leefde.
In haar land teruggekeerd, besloot de toen
25 jarige Mrs. Elizabeth Cady?Stanton, die
even dwaas als onbillijk zijnde onbevoegd ver
klaring van haar geslacht met allékracht te
bestrijden. Zy maakte een ijverige studie van
den toestand der vrouwen en besteedde allen
vryen tyd die haar na de vervulling van hare
plichten als huisvrouw en moeder restte, aan het
grondvesten eener beweging voor de vrouwen
emancipatie.
Haar vader was aanvankelijk niet zeer in ge
nomen met die in dien tyd onsympathieke
ambitie zy'ner dochter, ofschoon deze van haar
echtgenoot niets dan aanmoediging onder
vond. Toen Mrs. Stanton eenige jaren ca
de anti-slaverny Conventie, voor een ver
gadering van leden van New-York's wet
gevend lichaam, de wettelijke gelijkstelling der
vrouw bepleitte en speciaal haar recht om het
zelf verdiende loon persoonlijk te bezitten,
waande rechter Cady zyne dochter niet wel by
zinnen en deed hy alle moeite om baar van
de dwaling baars weegs te bekeeren. Maar
toen hij zag, dat het baar heilige ernst waa
en zy zich kloekmoedig tegen alle oppositie
verdedigde, maakte die waan plaats voor een
gevoel van trots en bewondering en begon ook
hy haar aan te moedigen.
Door den invloed van de pas gestorvene,
werd 19 en 20 Juli 1848 te Seneca Falls, in
N. Amerika, de eerste Women's Rights
Conventien gehouden.
Zij had toen een gevestigde overtuiging, dat
de sociale ondergeschiktheid der vrouw niet
verdwijnen zou, zoolang zy politiek onmondig
werd gehouden. Vandaar haar besluit om in
die bijeenkomst voor alles het vrouwenkiesrecht
ter sprake te brengen. Echter, de dames die
met haar de Conventie hadden georganiseerd,
zagen daarin niets minder dan een belache
lijke," wilde" en onmogelijke" daad. Maar
mevrouw Eiizabeth Cady bad al reeds bewezen
voor geen klein geruchtje vervaard te zijn. Zy
kwam dadelijk na de opening der Conventie
voor den dag met haar voorstel ten gunste van
vrouwenkiesrecht. Doch geen der vele aanwezige
dames bleek genegen om het te ondersteunen.
Tot een man opstond, de anti-slaverny agitator
Douglass, en onder veel bijval een pleidooi
voor de motie hield, die ten slotte met meer
derheid van stemmen aangenomen werd.
Deze Conventie was her begin van de bewe
ging voor vrouwenkiesrecht, in Engeland zoowel
als in Amerika. Zij gaf de vrouw van den
economist John Stuart Mill aanleiding tot het
schrijven van haar in Mill's verzamelde ge
schriften afgedrukt artikel over Hnfranchisement
of Women, spoedig daarna gevolgd door de
indiering van een desbetreffend wetsvoorstel
by het Lagerhuis door genoemdtn staathuis
houdkundige.
Toen mrs. Cady-Stanton het vrouwenkiesrecht
in de Conventie ter sprake bracht, was haar ge
slacht nog in geen enkel land in het bezit van
politieke rechten. Zy' heeft echter nog flinke
vorderingen mogen zien van de zaak, waaraan
zij ruim een halve eeuw haar energie en
krachten toewijdde In vier staten van
NoordAmerika is aan de vrouwen het kiesrecht gege
ven, op gelyke voorwaarden als de mannen het
bezitten. In Nieuw Zeeland nemen zij sedert
1893 aan de stemmingen deel. 95 24 pCt der
volwassen vrouwen dezer kolonie, waren in
1899 als kiezers ingeschreven. En 75 70 pCt.
daarvan maakten by de verkiezingen van dat
jaar van haar recht gebruik. Mevr. Stanton
mocht zich voorts verheugen, vóór haar dood
ook in de Australische Commonwealth de poli
tieke gelykheid van de vrouwen met de mannen
te zien afgekondigd.
In 1868 werd zy in een der staten voor lid
van het congres kandidaat gesteld, maar jammer
genoeg, niet gekozen.
Mevrouw Elizabeth Cady heeft bewezen, dat
een publieke werkkring niet gepaard behoeft te
gaan met de verwaarloozing vau de moeder
plichten. Niettegenstaande (of: dank zij ?) haar
y'verig openbaar optreden, was zy een ideale
moeder en opvoedster. Dat blijkt wel uit bet
feit, dat al hare zeven kinderen opgroeiden in
sympathie voor baar werk en streven- Haar
zoon, de heer Theodore Stanton, heefc een
belangrijk werk geschreven over The Women
Question in Europe." En een harer dochters,
Mrs. Stanton?Blatch, is een welsprekende
voorvechtster van de vrouwenzaak.
De 80 jarige geboortedag van de nu over
ledene, werd in 1895 in het Operagebouw te
New-York luisterrijk gevierd. Ruim 3000 afge
vaardigden van vrouwenvereenigingen uit alle
deelen van Amerika, namen deel aan die hul
diging van een alom beminde, edele vrouw.
De rust des doods is welverdiend, na zoo'n
veelbewogen en goed besteed leven als dat,
hetwelk de naam van Elisabeth Cady?Stanton
onvergetelijk maakte.
Londen. J. K. v. D. V.
Amateur-tooneelfpeelsters in Engeland.
Wat wilt gij liever zijn? Max o'Bell!
Mevrouw Willem Re*. ? Marie Luise
Becker. Georgette LeSlanc. ? Modes.
Komedie-spelen is een ware rage geworden,
onder de dames der Engelache aristocratie.
Een toevallige of opzettelijke hulde aan de
neigingen van koningin Aiexandra ? Wie zal 't
uitmaken ?
Engeland's koningin, vond het als kind en
jong meif-je heerlijk, zich met haar zusjes in
kleurige, lantastische lappen te hullen, en brok
stukken proza of poëzie tegen elkander uit
te galmen. Die spelletjes moesten stiekem
plaats hebben, want de ouders der prinsesjes,
de koning en koningin van Denemarken, met
hun zeer strenge levensopvattingen, taalden er
niet naar, in hun kinderen artistieke neigin
gen te ontdekken, maar noemden verkleeden
en réciteeren, malle vertooningen en
aanstellery. Toch is het in alle Engelsche kringen
bekend, dat Albion's beminnelyke souvereine,
een zwakje heeft voor het tooneel. Hofdames
van koningin Aiexandra, vriendinnen, bloed
verwanten, verschillende van haar tallooze
petekinderen, die allan, stappen moedig op de
planken en vervullen moeielyke rollen in allerlei
stukken. Op partyen tegenwoordig zoo heel veel
gegeven in Engelsche, Schotsche en lersche
sEstatea" blijft de komedie-voorstelling »the
great attraction." Aan monteering, kostuums
en muziek worden moeite noch kosten gespaard.
Het geheel draagt den stempel van het
artistieke. Prinse-i Hemy van Pleaa, bijgenaamd
»de schoone met de gouden lokken" werd in
Chatsworth stormachtig toegejuicht, om haar
kunstvolle vertolking van «Het
eeuwig-vrouwelyke" monoloog met muziek-begeleiding.
Onder het gastvrije dak van den hertog en
hertogin van Devonshire werden een Fransch
stuk en een pantomime vertoond, waarin de
diplomaat graaf Mensdorff, Lady Aldra Acheson,
Lady Feo Stuart en mevrouw Willie James de
hootdrollen vervulden. Lady Mar en Kellie,
kleindochter van Lord Shaftesbury, is een vol
maakte comédïenne. Lady Mary Pepys een
specialiteit voor Fransche Htukjes.
Lady Bertha Dawkins heeft geen bepaald
genre; zy is uitnemend in alle genres, zoo
als een werkelijk talentvolle tooreelspeelster
zyn moet. Onze gevierde Theo Bouwmeester
was nooit een genre-speelster. Zy is goed in
alle rollen, excelleert in sommige, maar nim
mer, zal zy n rol bederven, omdat die rol,
zoogenaamd haar genre niet zou zyn. Een
kunstenares bij de gratie der Muzen wordt
nimmer door het genre beheerscht, zij
beheerscht het genre.
* *
*
Een Amerikaansch blad, gaf onlangs aan
een zy'ner handige reportsrs, de moeilyke
opdracht, vier vrouwelijke letterkundigen die
niet in uiterlyk schoon, maar wel in een
beroemden naam zich verheugen, te «inter
viewen" en haar de vraag te stellen: «Wat wilt
gij liever zyn, knap of mooi ?"
No. l antwoordde: Mooi. Een schoone vrouw
heeft slechts haar oogen op-te-slaan, om de
hefle wereld aan haar voeten te brengen.
No. 2 zei: Mooi Vél grooter van omvang
is de mantel der schoonheid dan de mantel der
liefde. De mantel der schoonheid bedekt alle
soorten van onhandigheid, onwetendheid en
domheid.
No. 3 beweerde: Mooi. Naam, fortuin, aan
bidding, beminnely'kheden, maatschappelijke
voorrechten, dit alles wordt een mooi gezichtje
geboden.
No. 4: antwoordde: Mooi. Schoonheid is
goud voor een vrouw. Een knappe vrouw
wordt dikwyls eerst bekend en beroemd r d
haar dood. Een schoone vrouw is bekend en
beroemd tijdens haar leven.
Wie het litterair viertal is, deelt het blad
niet mede; of uit bescheidenheid, hoewel
Amerikanen die deugd niet overdrijven, of ter
meerdere prikkeling onzer aangeboren nieuws
gierigheid.
* *
*
Veel dames zullen met leedwezen de
doodaty'ding hebben vernomen, van den geestigen
causeur, Paul Blonet (Max o'Rell). Juist was
een nieuw werk van zyn hand verschenen
.Rambles in Womanland. Wat hy in 't fransch
schreef, werd onmiddellijk door zyne
echtgenoote, eene Engelsche van geboorte, in 't
Engelsen vertaald. !
Zyn boek »Sa majestél'Amour" maakte in j
't oorspronkelijke, in 't Engelsch: «Her Royal
H'ghness Woman" en in 't Nederlandach «Hare
Koninklijke Hoogheid de Vrouw" veel opgang.
De Hollandsche vertaling is van mevrouw B.
de Graaff?van Cappelle. \
Enkele aphoriumen toegevoegd aan het slot j
van «Hare Koninklijke Hoogheid de Vrouw"
mopen hier volgen: ;
»Er bestaat tusschen vrouwen geen esprit !
de corps". j
»Er komt een ty'd, waarin der vrouw de keuze j
woadt gelaten »een lieve, ouwe ziel" of «een j
kribbige, ouwe kat" te worden genoemd.'' i
«Als ik een schoone vrouw was, o! wat zou
ik de vrouwen haten!" j
>Zoodra een man kwaad hoort spreken over
vrouwen, moet hij, alvorens mee te doen, zich |
zyn moeder herinneren. Dan zal hij zeker j
als haar verdediger optreden."
* *
#
Mevrouw Willem Kes, de begaafde
echtgenoote van onzen bekenden musicus, eene Duit
se hèvan geboorte, maakt een tournee door
Duitscband, ten einde een reeks lezingen te
houden over »De stryd om 't beataan van de
Russische vrouw".
Even als de overleden Fransche schrijfster,
de productieve romanschrijfster Henry Gréville
(madame Durand) in het Czarenrijk haar i
studies maakte over Rassen en Russische toe
standen, zoo ook mevrouw Kes, die reeds
verscheidene jaren in Rusland vertoefde. Door
de barbaarschheid der taal, blijft Rusland voor
ons, vry wel, het met zeven zegelen gesloten
boek. Alles wat wij aan-de-weet komen, dan
ken wij aan mededeel ingen en vertalingen uit
de tweede en derde hand. Mevrouw Kes, met
haar fijn-ontwikkeld taalvermogen en scherp
verstand, zij spreekt zulk mooi en zuiver
Hollandtch, dat men slechts hél, hél in de
verte haar Germaanachen oorsprong vermoedt,
zal wel kordaat over de moeilijkheden der
Russische taal zyn heengegprongen, om zich
onmiddelijk in contact te kunnen stellen, met
de bewoners van een land, wier wel-en-wee,
haar in hooge mate belang inboezemt. In
de Juni-aflevering van de «Vragen van den
Dag" vinden wij de vertaling, van de lezing
door mevrouw Kes te Dreaden gehouden. Het
artikel is boeiend van begin tot eind. Onmo
gelijk er uit te citeeren. Waar te beginnen,
waar te eindigen ? Wij kunnen niet anders
doen dan de lezing dringend aanbevelen, aan
alle vrouwen, die iets willen weten van de
feministische beweging in Rusland.
* *
*
Dames die belang stellen in
kunstnaaldwerk, in de geschiedenis der naaldschilderin
gen en borduursels uit de oudste tijden,
worden verwezen naar het belangwekkend opstel
van de hand van Marie Luise Becker,
voorkome d in de Juni-aflevering van Weeterman's
Monatahefte. Zeer van pas komt dit artikel
in onze dagen, nu borduren en kant-maken
aan de orde zyn.
* *
*
Mevrouw Maurice Maeterlinck (Georgette
LeBlanc), is te Parys zeer toegejuicht in
Joyzelle, het nieuwe tooneel werk van Maeter
linck. De ijverige artiste schy'nt zeer vermoeid
te zyn. Gedurende twee dagen werden de
opvoeringen van Joyzelle onderbroken, omdat
mevrouw Maaterlinck'g medicus haar dringend
verzocht, gedurende minstens twee dagen vol
slagen rust te nemen. Nu worden de opvoe
ringen van bovengenoemd stuk eerst te Parys
hervat, wanneer de tournee in Europa zal
volbracht zyn. Bizonder weinig geschikt om
tot de zoo noodige rust te komen, wanneer
aan de voorstellingen nog gepaard gaai, de
vermoeienissen van reizen en trekken S
# *
*
De hertogin van Fife heeft in Engeland de
mode ingevoerd op soirees en uitgangen naar
concert en opera, hooge corsage» te dragen.
Engeland's koningin, is ook geen voorstandster
van het veel gecommentarieerd décolleté. Bij
het vóór en tegen, zullen uiterlijke omstan
digheden wel .meestal den doorslag geven.
Verstandige vrouwen zullen geele rimpelhalzen,
halzen met botten en de zoogenaamde
«zoutvaatjea" door sierlijke bedekking volkomen
aan kijkgrage, nieuwsgierige en kritische blik
ken onttrekken. Il y a de quoi l
Bij gala-gelegenheden waar het décollet
voorgeschreven i*, kunnen blanke en gevulde
halzen zonder nigen vrees den toets der
kritiek doorstaan De niet-blanke en
nietgevulde drapeeren zich met kant en zyden
gaas, wat zér goed staat. Voorbeelden uit
hooger kring, worden gaarne gevolgd.
Er bestaat dus kans, dat het décolletéonder
de toeschouwers in Engelsche theaters voor
eenigen tyd verdwijnt. Dés te beter. Wij
persoonly'k, vonden in het priule Albion, het
décolletémér dan shocking. Wat men op dit
gebied in Londen vertoont, daaraan denkt
men niet in Parys!
Adeline Patti verscheen dezer dagen in Lon
den op een concert, niet om te zingen, om te
luisteren, wat de diva gaarne doet, gekleed
in licht rose toilette, zér hoog aan den hals.
Zy was getooid met schitterende diamanten.
De fonkelende preciosa kwamen op het
teerrose fond goed tot hun recht. In haar hand
hield zy den zoo kostbaren waaier, waarop de
handteekenirgen staan, van ongeveer alle ge
kroonde hoofden van Europa.
CAPEICE.
Abrikozen bowl. Benoodigdheden: 25 rype
abrikozen, 250 gr. suiker, 2 flesschen Rijnwijn,
l flasch champagne frappe.
Bereiding: Mooie, rype abrikozen worden
geschild, ontdaan van' de pitten, in tweeën
gedeeld en in de bowl gelegd, met de suiker
bestrooid en een klein kopje water begoten.
Men dekt de bowl dicht en laat de vruchten
een paar uur staan. Daarna voegt men de
Ry'nwy'n er by en even voor het gebruik, giet men
een flesch champagne frappe door het mengsel.
UIT DB NATUUR.
Menistenzusjes.
ang kan men somsnaar
de kennismaking met
een plant uitzien, zoo
als men het kan doen
naar die met een
per. aoon. Menistenzusjes
waren tot nu toe voor
mij zulke uit de verte
bewonderde bloemen,
aantrekkelijker nog
door den roep die van
hen was uitgegaan.
Want moest het niet een bijzonder lief kind
zyn, dat zoo verbazend veel namen had als
dit bloemenkindje, 't welk naast den vromen naam
hierboven, ook dien draagt van Porselein
bloempje en verder nog als hoe langer hoe liever
en als Schildersverdriet wordt aangeduid ?
Daarbij was de Engelsche naam al niet minder
belovend. Hij tilt het plantje op eens omhoog
uit der zusteren gelid met zyn zeer gedecideerd