De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 21 juni pagina 7

21 juni 1903 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1356 1) E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. -ITN'jSTNIJYE^HE I D. De Kunstinrichting van L. van Leer Se Co. te Amsterdam. II. (Slof) ')? Wij gaan ditmaal een kijkje nemen in de tweede afdeeling, die in tegenstelling met de eerste, welke in hoofdzaak repro ducties in kleurendruk levert, de «zwarte" genoemd wordt. Voor deze afdeeling werd in 1895 naast het hoofdgebouw een tweede groote inrichting gesticht. De hier toegepaste methoden zijn een combinatie van photografie en chemie, en heeten daarom photochemigrafische pro cédés. Zij. worden weer onderscheiden in twee afdeelingen: lo. heliotypie (niet te verwarren met heliogravure) en 2o. photozincografie; een onderdeel van de laatste is de autotypie. Bij deze ia het doel, clichés te leveren voor reliëfdruk. In zooverre komt dit pro?cédédus overeen met de vanouds bekende houtsnede en de houtgravure. Bij een houtgravure is datgene wat op den afdruk wit moet blijven, door den graveur met zijn burin weggestoken, zoodat alleen de teekening in verheven lijnen en punten blijft staan;. bij het drukken worden alleen deze plaatsen door de inktrol zwart ge maakt en op het papier afgedrukt. Bij de photozincografie laat men het moeilijke, tijdroovende en daardoor kost bare werk van den graveur doen door de photografie en de chemie; de eerste brengt de teekening of het voorwerp dat men wil reproduceeren, over op de plaat die gegraveerd moet worden, en dit graveeren Iaat men doen door een zuur, dat met het metaal een oplosbare verbinding vormt -en dus het onbeschermde gedeelte van de plaat weg bijt, zoodat alleen de teekening blijft staan. Bij de heliotypie past men ook de photografie toe, maar verder is de behandeling anders, omdat het gebezigde materiaal geen metaal, zink of koper is, maar een laag gelatine. Laten we, alvorens een kijkje te nemen in de »zwarte afdeeling," den gang van zaken bij deze twee procédés schetsen, te beginnen met de heliotypie. Dit procédéwordt ook wel lichtdruk genoemd, maar deze benaming, ofschoon zij de verdienste heeft goed Nederlandsen te zijn, verdient geen aanbeveling omdat zij aanleiding kan geven tot verwarring. Onder lichtdruk verstaat men toch ge woonlijk de methode tot het vermenig vuldigen van bouwkundige teekeningen enz. door middel van het pauspapier, waarop de teekening in witte lijnen op blauwen grond verschijnt. De heliotypie wordt ook wel Alberttypie genoemd, naar den uit vinder Albert; een andere naam voor dit procédé? is phototypie. De gelatinelaag moet, om er mee te kunnen drukken, natuurlijk op een stevige ?onderlaag worden aangebracht; daartoe bezigt men glazen platen van l cM. dikte. Deze platen worden eerst in een loogbak gezuiverd van vet en ander vuil, en dan .geprepareerd met gelatine waarbij ammoniumbichrorr aat is gevoegd. De gelatine wordt daardoor gevoelig voor het licht, en de plaat wordt nu in het donker ge droogd in een d r oog k as t, waarin door «toombuizen de temperatuur op 60°C. is gebracht. De werkman die hiermede De plaat komt nu in water om de chroom er uit te wasschen, want zoolang die er in blijft, is de gelatine gevoelig voor het licht. Daarna heeft de plaat een zeker relief verkregen, dat echter zeer zwak is, vooral als de plaat droog is. Om die reden wordt de teekening geëtst met een oplossing van glycerine in ammoniak, waardoor het relief op komt ; onder het druk ken moet dit telkens herhaald worden, zoo als wij later zullen zien. Dit procédéleent zich vooral voor af beeldingen met zeer fijne details, die zuiver en met groote nauw keurigheid worden weergegeven, en wordt hoofdzakelijk gebe zigd voor medische en natuurhistorische werken, mikrophotografieën en dergelijke. Wij zagen o. a. zeer fraaie afbeeldingen van vlinders. Veel uitgebreider toepassing vindt ech ter de zincografie, wij de nu zullen van een kwast aan een langen steel ver deelt de werkman het zuur over de plaat. Als het etsen is afgeloopen, wordt de plaat nog wat bijgewerkt en vervolgens op een houten voet gemonteerd, nauwkeurig op de vereischte letterhoogte; het clichékan daardoor te gelijk met het zetsel van den tekst gedrukt worden. waarvan techniek schetsen. Zooals gezegd, is hierbij het doel een clichéte verkrijgen dat op de boekdrukpers kan gedrukt worden, zoo noodig tegelijk met den tekst. Het materiaal is zink of koper, die beide chemisch zuiver moeten zijn; de behan deling dezer twee metalen verschilt in enkele opzichten. Om de zinken plaat, die zoo glad ge polijst moet zijn als een spiegel, gevoelig te maken voor het licht, wordt zij bedekt met een laag eiwit vermengd met ammoniumbichromaat. De laag moet overal nauwkeurig gelijk zijn; dit bereikt men door aan de plaat een snel ronddraaiende beweging te geven met behulp van een centrifuge, ingericht op de manier van de bekende eierkloppers. Dit ronddraaien ge schiedt boven een stuk plaatijzer dat door een gasrooster verhit wordt; in korten tijd is de eitwitlaag droog, en zij is dan gereed om het beeld op te nemen. Dit geschiedt dan weer in een afdrukraam, evenals bij - de heliotypeplaten: eerst het negatief, daarop de zinkplaat, en dan het deksel dat er met schroeven op vast geklemd wordt. In het directe zonlicht is een belichting van n minuut voldoende; schijnt de zon niet, wat nood, de fabriek heeft haar eigen z >n, bestaande uit een stel electrische lampen zonder ballon, naast elkaar geplaatst onder een metalen kap die tot reflector dient. Hieronder wordt het afdrukraam gelegd, en de lampen zijn zóó sterk dat de belichting slechts een paar minuten langer behoeft te duren dan in het directe zonlicht. Ieder die aan photografie doet, begrijpt onmiddellijk dat men op deze manier een positief beeld op het zink zou krijgen, Atelier der Photozincographische afdeeling. is belast, heeft een warm werkje en ver- ] terwijl er een richt dit dus bij voorkeur in een hoogst ' ' n primitief toilet; hij moet er natuurlijk bij blijven, want zoodra de thermometer 60°aan wijst moet hij den stoom afsluiten. De platen blijven nu een dag in de droogkast om geleidelijk af te koelen. Van de teekening of de zaak die ge reproduceerd moet worden, is inmiddels een photografische opname gemaakt. Het negatief wordt in een kopieerraam gelegd, waarvan de bodem gevormd wordt door een dikke glasplaat; op het negatief komt de chroomgelatineplaat, en beide worden door een deksel vast tegen elkaar geklemd. Het raam wordt nu omgekeerd en in het licht gelegd; de expositie duurt, naar ge lang van de sterkte van het licht, een half tot drie uur. Men kan ook electrisch licht aanwenden, maai daglicht is beter. Door de inwerking van het licht wordt de chroomgelatine hard en verliest de eigenschap om in water op te zwellen; onder de donkere plaatsen van het negatief die geen licht doorlieten, heeft de gelatine haar opzwelbaarheid gedeeltelijk behouden. J) BU bet volgend nummer ontvangen onze abonné's een proeve van L. van Leer & Co.'s kleurendruk. negatief beeld noodig is, omdat anders, bij den afdruk op papier, hetgeen op het origineel rechts is, links zou komen. Daarom gebruikt men een omge keerd negatief; het film wordt n.l. omgekeerd. Na voldoende belicht te zijn, wordt de plaat uit het afdrukraam genomen, ont wikkeld, met een dunne laag verf bedekt en in een cyankaliumaplossing gefixeerd. Met een watje wascht men voorzichtig de nietbelichte gedeelten weg; de verf blijft alleen zitten op de verlichte plaatsen, waar de chroomeiwitlaag onoplosbaar was ge worden. De verf dient alleen ter versterking van het beeld, want de Schicht zooals de gebruikelijke vakterm luidt zou anders geen voldoenden weerstand kunnen bieden tegen het zuur. De zinkplaat wordt, na aan de achter zijde bedekt te zijn met een beschuttende laag schellak in spiritus, geëtst in salpeterzuur waarin het metaal op de blanke plaatsen weggevreten wordt; de teekening komt er dus in relief op te voorschijn. Daar men hierbij tamelijk sterk zuur bezigt, geschiedt het etsen ter vermijding van de schadelijke dampen in een door glas af gesloten ruimte, ingericht als een zuurkast in een chemisch laboratorium. Met behulp Gedeelte van een Phototypie-atelier (met de groote camera). Deze methode van reproductie is alleen te gebruiken voor penteekeningen, zooals b. v. de prent van Braakensiek op de voorlaatste pagina van dit blad. Voor reproductie van gewasschen teekeningen en aquarellen, photografieën van land schappen en photografische portretten van personen kan zij niet dienen, omdat de overgangen van licht en schaduw niet voldoende zouden weergegeven worden. Immers bij het drukken worden alle gladde plaatsen door de inktrol gelijkmatig ge raakt; de tinten zouden dus zwarte vlekken worden, in plaats van geleidelijk in elkaar over te gaan. Wil men een clichémet halftinten maken dat geschikt is voor de boekdrukpers, dan moet men doen als de houtgraveur, die een afbeelding samen stelt van lijnen en punten. Dit klinkt erg eenvoudig, maar in de praktijk leverde het groote moeilijkheden op, een zinkclichéte maken met halftinten. De oplossing die men er na lang zoeken voor gevonden heeft, is zeer vernuftig. Bij de photografische opname plaatst men in de camera een zoogenaamd raster, be staande uit twee glazen platen waarin uiterst fijne lijnen zijn gegraveerd; de lijnen van de eene plaat kruisen die van de andere. De graad van fijnheid van het netwerk wordt aangegeven door het aantal lijnen dat men op l inch telt; raster 150 of 175 komt dus overeen met 6, resp. 7 lijnen op l m.M. Plaatst men dit netwerk tusschen het objectief en de gevoelige plaat, dan valt het licht door de kleine mazen van het netwerk op de plaat, zoodat de positieve afdruk daarna een fijne, gekruiste arceering te zien geeft. Als men nu de lichtgevoelige zinkplaat onder een dergelijk negatief belicht, wordt de teekening overgebracht in punten, die het kleinst zijn op de plaatsen correspondeerende met de donkere gedeelten in het negatief welke het minste licht doorlieten ; de lichte partijen van het origineel komen dus overeen met de kleinste punten. Op de plaatsen waar het licht heeft ingewerkt, is het eiwit onoplosbaar geworden; de punten worden nog in verschillende baden ver sterkt, om ze beter bestand te maken tegen het zuur. Bij het etsen van zulk een plaat vreet het zuur overal op de onbelichte plaatsen in, dus tusschen de punten; dit etsen, waarvoor men een zeer verdund salpeterzuur gebruikt, moet' voorzichtig gebeuren, de gang van het proces moet telkens door den etser met een loupe gecon troleerd worden. Zoo ontstaat op het zink de korrel, die bij den druk de vereischte afbreking der tinten vormt. Als men een afdruk van zulk een cliché, b.v. de afbeel dingen bij dit artikel, door een vergrootglas bekijkt, ziet men duidelijk de kleine puntjes. Deze fijne clichés komen echter eerst goed tot hun recht, als zij op kunstdrukpapier worden gedrukt; op het gewone kranten papier gaat veel van de détails verloren. Dit procédé, in beginsel door Meissenbach in München uitgevonden, maar eerst lang zamerhand tot zijn tegenwoordigen graad van volmaaktheid gebracht, wordt ter onder scheiding van de gewone zincografie die uitsluitend lijnclichés levert, autotypie ge noemd; het is hetzelfde.wat deFranschen aanduiden met den naam similigravure. Het leent zich uitmuntend tot het repro duceeren van photografische opnamen van allerlei aard, zoowel naar de natuur als naar gewasachen teekeningen; landschappen b.v. kunnen er zoo fraai mee gereprodu ceerd worden, dat de afdruk bijna niet van de oorspronkelijke photo is te onderschei den. Het geeft alle details weer met een getrouwheid die door de houtgravure niet te bereiken is en heeft daarop vooral dit voor, dat de clichés veel goedkooper en vlugger te leveren zijn. Voor druk op de rotatiepers zijn deze clichés echter niet geschikt, want bij het stereotypeeren der vormen komen de fijne puntjes der autotypie niet over. Men ziet in couranten die op de rotatiepers gedrukt worden, wel eens advertentiën welke met autotypieën zijn geïllustreerd, maar dan is het netwerk zoo grof dat het dadelijk in het oog valt. Autotypieën voor groote oplagen bestemd, worden gewoonlijk van koper gemaakt, omdat dit metaal harder is. De behandeling is eenigszins anders als van zink. De koper plaat, van electrolytisch koper gemaakt, wordt geprepareerd met vischlijm en ammonium - bichromaat; na de belichting wor den de onbelicht ge bleven gedeelten weggewasschen en de plaat verhit, waardoor de vischlijm verkorst en bestand is tegen de inwerking van het zuur. Voor het etsen bezigt men geen sal peterzuur maar een oplossing van ijzerchlorid. Als we nu geleide lijk, overeenkomstig den gang van het bedrijf, de inrichting rondgaan, komen we eerst in de glaspoetserij, waar het glas voor de gevoelige platen wordt gereed gemaakt. Zoowel het nieuwe als .het oude glas moet eerst 24 uren in ruw salpeterzuur staan en wordt dan terdege gepoetst, om vervolgens met het oude collodium-procéd gevoelig gemaakt te worden. Droge platen worden hier niet gebruikt. Een van de redenen is dat de platen die voor de reproductie van gekleurde af bed dingen moeten dienen, nog een afzonderlijke bewerking moeten ondergaan, waardoor zij kleurgevoelig worden en de kleuren in de juiste verhouding weergeven. Gewone platen zijn nl. zeer gevoelig voor blauwe en violette stralen, maar veel minder voor rood en f cel; vandaar dat men in de donkere kamer an werken bij geel of rood licht. Blauwe en Violette kleuren worden op de photo wit, gele en roode worden zwart. Een dame met een paarse japon verschijnt daardoor op het portret als in het wit gekleed; een heer met het oranje lintje van de Oranje Nassauorde in zijn knoopsgat, prijkt op het portret met een donker lint als van den Nederlandschen Leeuw. Dit verschil in de ge voeligheid voor kleuren levert vooral be zwaar op bij de reproductie van schilderijen; lichtende wolken bij zonsondergang wor den zwart, de donkerblauwe hemel daaren tegen licht. De oorzaak van deze gevoeligheid voor het blauw en violet is, dat de platen in hoofdzaak slechts blauw en violet licht absorbeeren, en dat slechts deze geabsor beerde stralen op de plaat werken, de overige niet. Door toevoeging van zekere organische stoffen kan men het zilverzout echter ook gevoelig maken voor gele en roode stralen; hiervoor bezigt men zekere teerkleurstoffen, zooals eosine, fuchsine, cyanine; door toevoeging van erythrosine wordt de plaat gevoelig voor geel en groen. Door deze bewerking krijgt men photo's die de kleuren van het origineel in de juiste verhouding weergeven. De opnamen van schilderijen, groote plannen enz. voor de afdeeling heliotypie en photolithografie worden gemaakt in het atelier op de tweede verdieping bij daglicht als dit voldoende is, of anders bij electrisch licht, waarvoor booglampen van 2000 kaar sen sterkte dienen. Natte platen zijn minder gevoelig dan droge, en voor kleurgevoelige platen duurt de belichting nog weer langer; zij varieert van l tot 6 of 8 minuten. Daar staat ook de groote camera welke hierbij is afgebeeld; 't is waarschijnlijk een der grootste die in ons land in gebruik zijn, want uitgetrokken is zij 4 meter lang, die gereproduceerd moeten worden. Men zal bemerken dat de camera rechts niet op de verlichte teekening is gericht, maar evenwijdig aan het vlak der teekening staat; het is een camera met een prisma vóór de lens, waardoor men op de glas plaat een omgekeerd negatief van het voorwerp krijgt; het is dan niet noodig het film om te keeren. Op de geprepa reerde metalen plaat die onder een dergelijk negatief wordt verlicht, komt dan links hetgeen bij het origineel rechts is, juist zooals voor een clichévereischt wordt. In dit atelier., waar een aantal van der gelijke camera's staan, worden uitsluitend autotypische opnamen gemaakt voor de clichés welke gebruikt worden voor geïl lustreerde periodieken, illustraties van boe ken, catalogussen enz. De vloer is er geheel van ijzer-cement, om de trillingen te ver mijden die aan de zuiverheid van het beeld afbruik zouden doen. Hier krijgen we ook het boven besproken raster te zien, de aan elkaar gecementeerde glazen platen waarop de fijne kruislijnen nauwelijks zichtbaar zijn voor het bloote oog; zoo 'n stel platen, waarvan de vervaardiging uiterst moeilijk is, is zeer kostbaar. De directeur vertelde ons dat zij in Amerika gemaakt worden in werkplaatsen die onder den grond zijn gelegen, ook al om geen last te hebben van trilling van den bodem. In een der aangrenzende laboratoria, die overigens niets bijzonders aanbieden, vinden wij een praktisch apparaat voor het drogen der negatieven; het is een kast waardoor met een electrischen waaier de heete lucht van een reeks gasvlammen wordt gedreven. Als de negatieven zoover gereed zijn, gaan zij naar de afdeeling retouche om bijgewerkt te worden. Hier zitten ook de teeken aars die ontwerpen maken voor boek omslagen en illustraties, en teekeningen voor industrieele catalogussen, naar photo's van piano's, haarden, locomotieven, auto mobielen en wat niet al. De photo's zooals die door den fabrikant worden toege zonden kleine voorwerpen als porselein en aardewerk worden hier in de inrichting zelf gephotografeerd zijn niet bruikbaar voor directe reproductie, omdat de onderdeelen dan niet voldoende zouden uitkomen; zij moeten geheel overgewerkt worden. Dit is een nogal tijdroovende arbeid, maar het resultaat is schitterend, en men bewondert de kunstvaardigheid waarmede naar een onduidelijke photo een prachtige, alle details weergevende teekening wordt gemaakt. Ons derde plaatje geeft een kijkje in de groote zaal der etserij, die gelijkvloers is gelegen. Alle clichés wórden hier eerst gecontroleerd, en voor zoover niet afge keurd, aan den retoucheur in handen ge geven, die ook het netwerk der omgeving wegkrast, de clichés haaksch maakt en ook controleert of zij aan de bestelde maat voldoen. Vervolgens ondergaat de plaat in het zuur de eerste etsing, waarna er een proef van wordt getrokken ter ver gelijking met het origineel; dit gebeurt met een handpers, op den achtergrond zichtbaar. De plaat komt dan in handen van de »afdekkers", die de partijen welke reeds voldoende geëtst zijn, met een be schuttende laag afdekken; wat nog gedeel telijk moet worden geëtst, wordt met een halve tint overgewasschen en de overige partijen worden geheel opengelaten. De plaat wordt dan opnieuw geëtst ^(n aetsen) en zoo noodig wordt dezelfde bewerking nog eens herhaald. Door het netwerk gaat soms een weinig van de fijne details verloren, die er weer in moeten gebracht worden door den graveur met behulp van zijn burin. Dit geschiedt door voormalige houtgraveurs, die, nu hun vak door de photochemigrafische procédés voor een groot deel verdrongen is, hun kunst in dienst van de nieuwe industrie gesteld hebben en aan de clichés dat artistiek cachet geven waartoe de techniek alleen niet in staat zou zijn. Ten slotte komt het clichéin de af deeling van de montage, waar de metalen Een hoek der etseryzaal. er kunnen opnamen mede gemaakt worden van l bij 0.80 Meter. Onze tweede afbeelding geeft een kijkje in het atelier der photozincografische af deeling een verdieping lager; hier wordt uitsluitend met eleetrisch licht gewerkt. Ten dienste van elke camera zijn twee booglampen tot verlichting van de platen plaat op een houten voet wordt gemonteerd, zoodat zij juist de vereischte Tetterhoogte krijgt. Eenigszins groote partijen die ge heel wit moeten blijven, worden verwij derd door een Amerikaanschefraismachine; vroeger deed men dit door diep-etsen, maar dat duurde veel langer; de fraismachine verricht hetzelfde werk in een

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl