Historisch Archief 1877-1940
D E A Mi T E B D A M M E R W E E K B L A D VOOR «N E D E U: LA N D.
, 1356
oogenblik. Vervolgens komt het clichéop
een schaafmachine die er een rand ter
halve dikte van het metaal (facette) aan
maakt, waarin de spijkers komen waar
mede het bevestigd wordt op een stuk
mahoniehout. Het clichégaat dan naar
het aangrenzende bureau van expeditie en
van heliotypen te zien. Dit gebeurt op
een afzonderlijk soort van persen; deze
hebben geen inktbak, maar de inkt wordt
op de inkttafel uitgespreid; er is ook geen
uitlegger die de gedrukte vellen automa
tisch op elkaar legt, maar de vellen wor
den met de hand afgenomen. Dit is hier
bij mogelijk omdat het drukken uiterst
langzaam gaat; de kar waarop de plaat
ligt, loopt twee of meer malen heen en
weer om de plaat van inkt te voorzien,
waarbij de ruwe leeren rollen den inkt
in de diepe partijen dringen, terwijl glad
de compositie-rollen voor de lichte par
tijen zorgen. Bovendien moet, zooals boven
gezegd, de gelatine-plaat telkens geëtst
worden om het relief op te halen; bij bet
drukken van kunstplaten gebeurt dit zelfa
na elke tien platen, en wordt elke plaat
met den proefdruk vergeleken. Uit een en
ander volgt dat het drukken slechts lang
zaam geschiedt; voor kunstplaten en ander
werk waarbij elke druk nauwkeurig het
origineel moet weergeven, is het aantal
afdrukken zeer beperkt en wisselt naar
gelang van de grootte en den aard van
het origineel van 100?300 drukken af;
bij werken waarvoor niet zulke hooge
eischen worden gesteld, kan men 400 500
drukken per dag maken.
Dit procéJéleent zich bijzonder voor
reproducties waarvoor de autotypie min
der geschikt itj omdat het netwerk de
fijne details zou schaden, b. v. afbeel
dingen van vlinders en mikrophotografieën.
De uiterste zorg wordt daarbij in acht
genomen; de zolder van het lokaal is
stofdicht gemaakt, want elk stofje geeft een
punt op de plaat. Ten slotte wordt elke
afdruk nog geretoucheerd door meisjes,
die daarin een groote bedievenheid heb
ben verkregen.
De techniek van dit procédéis in de
laatste twintig jaren niet veel veranderd,
maar door de routine is de uitvoering van
het werk aanmerkelijk verbeterd. In de
VLISSINGER POST ROUTE
ENST
KONTINENT-ENGLAND
wordt verzonden met bijvoeging van een
afdruk. Deze laatste dient voor den druk
ker als aanwijzing wat er uit het clich
te halen is; door zorgvuldig toestellen op
1TE STAföLI N EL.
SERVICES TO NEW YORK,
.SOUTH.AFRJCA,, AUSTRALIA
: O.
WHITE STAR OFFICES
Ff A « » i
a e «t u i N
CL u I. N 9 -raW N
t. O N O O N j j! ^1%V^"W* M" a' *t
U IV t R PO O t'. f
de pers moet hij trachten een even goeden
afdruk te verkrijgen.
Keeren wij ten slotte nog even naar
het hoofdgebouw terug om het drukken
UIT DE NATUUR
XVIII. In Artis.
Wie in de zomermaanden door Artis wan
delt, vooral na den middag, merkt eerst hoe 'n
echt nationale tuin het is. De vreemdelin
gen komen er meestal 's morgens en dan ia
het een pnzzle om uit te maken welke taal
ze spreken; als de dames met uitroepen van
verbazing elkaar opmerkzaam maken op de
komieke kengeroe of de booze pelikanen, lukt
het soms aan een enkel woord hec Spaansch
of het Russisch te vermoeden.
Maar na den middag komen op de
werkder eenvoudige beertjes op teig. Ze worden
stellig nog al eens gepinkt
Er z\jn in dez e dagen wel eens meer vreemde
laatste jaren heeft het een uitgebreide
toepassing gevonden voor het drukken
van Ansichtskarten, waarvan jaarlijks
millioenen vooral in Duitschland gedrukt
worden. In andere branches is het, sinds
de autotypie zoo enorm verbeterd is, door
deze grootendeels verdrongen.
F. C. J. SCHEURLEER.
dagen de buitenlnidjes opzetten, die een paar
zomerdagen in Amsterdam gaan versnoepen.
Dan kun je studies maken van onze Neder
landsen kleederdrachten, want op de
plezierrais naar Amsterdam trekt ieder zijn gala aan.
Meestal zyn de luidjea gepaard en onwrikbaar
gearmd en in dit geval niet erg spraakzaam;
deze kijken ook gewoonlijk meer naar elkaar
dan oaar de beesten, maar de losloopende
oudere en jongere zy'n dankbaar ook voor een
ongevraagde informatie, en dan is er met wat
handigheid wel achter te komen in welke
streek van ons land ze wonen; directe vragen
evenwel wekken meestal achterdocht. »Je kunt
de stadslui niet vertrouwen" is de zinspreuk
stilletjes gebroed tusschen het stroo heel achter
iu de volière; verleden week zag ik een paar
zwarte dodjeg rondkrabbelen; als de ratten ze
Speehogels, naar teekening van E Specht.
menschen dan vreemde dieren in Artis en
dan treft het hoe stevig, hoe in gezond en
hoe mooi dikwijls onze gegoede Zeeuwsohe,
Friesche of Gelderache boeren en boerinnen
er uit zien, echt raak van gezicht en van
kleeding, vergeleken met de vaak
ultramodieuze heeren en dames uit den vreemde.
't Is wel eens aardig na te gaan wat onze
provincialen, die meest voor het eerst in Artis
komen en die waarschijnlijk niet veel zoolo
gische litteratuur bezitten, het meeste aantrekt
Wat hun niet in teresseert loopen ze met een
»wat een mal beest" of »kyk die daar" voorby
en ze zien er in 't geheel niet naar om. Om
zeldzaamheid geven ze natuurlek niets, ook
van dieren wiar aanwezigheid interessant is,
omdat ze zoo moeilijk te vangen, te vervoeren
of in 't leven 19 houden zyn hebben ze, met
een enkele belezen uitzondering misschien,
geen verstand. Het moet hier dus het dier
zelf zyn dat door zy'n kleuren, vormen of be
weging de opmerkzaamheid trekt of dat hun
sympathiek is door overeenkomst met bekende
dieren
Met weg te slaan zyn ze tegenwoordig van
de bisons en al B de oppasser hun wat vertelt,
luisteren ze met aandacht: vooral de leeftijd
van die kolossen trekt hun aan en het verhaal
van den man die met zijn paraplu den oudsten
bison «an Artis, zelf ook in de diergaarde
geboren, met opzet een oog blind stootte ('t
is nog te zien) wekt ieders verontwaardiging.
Maar de grootste aantrekkelijkheid hy deze
dieren, en niet alleen voor menschen die
dagelyksch met vee omgaan, is bet jonge
diertje, dat een week of vier geleden in Artis
is geboren. Het bisonskalf is nu niet zoo on
behouwen meer, het krijgt wat vorm en heeft
tegelijkertijd nog de mooie lichte reekleur, die
zoo keurig afsteekt tegen het donkere
koffiebruin van de oude koe. De hooge schoft, de
wilde manen, de woeste bison-oogen zyn nog
niet te bespeuren by' het kalfje; met zyn ponie,
zijn verlegen maniertjes en de mooie kleur lokt
het ook zooveel geregelde bezoekers, leden en
hun kinderen.
Na de bisons vallen vooral de flamingo's
en de zeeleeuwen in den smaak van het een
dagspubliek ; de leeuwen en tygers en apen zy'n
op kermissen al zoo vaak gezien, ook de papa
gaaien en beren ; maar de olifanten en vooral
de nijlpaarden dat zy'n de wonderbeesten die
bepaald verstomd doen staan, de olifanten door
hun kunsten, de nylpaarden door hun reus
achtige bekken.
Buitenlandsche zoölogen in den tuin zyn
dadelijk te herkennen, ook al wandelen ze niet
onder geleide van den directeur of een der
beambten. Die ky'ken naar geen gewone leeuwen
of apen; met hun notitieboekje in de hand
staan die heel lang samen te redeneeren voor
de eenigd collectie fazanten van onze dier
gaarde. Van de prachtige en zeldzame
ImpeyanfasaDten uit de Himalaya wandelen ze
weer terug naar de merkwaardige donkere
goudfasant, een mutatie van de gewone
goudfasant, d. w. z. een soort die plotseling zonder
overgangen uit de eieren van de goudfaeant
is ontstaan, 't Is twyfelachtig of ze bestaan
zal blyven. De groene fasant uit Japan zit heel
kalmpjes op zyn eieren en stoort zich niet aan
de voorbijgangers, die als ze den goudfasant
bewonderd hebben, haar geen oogje gunnen.
't Is van 't jaar wat het broeden betreft heel
goed gegaan in Artis. De jonge aalscholver op
den schuinen boom in den zwanevyver is al
haast zoo groot als pa en ma, die in komieke
houding eindeloos met de vleugels waaieren en
alle visite met nijdige groene oogen en
snauwbekkena van de deur wyzen. Het wit van hals
en kop van de ouden verdwijnt al weer, de
voorjaarskleedy wordt al zoo zoetjes aan afge
legd, de ruity'd nadert, maar de meeste eenden
en ganzen pronken nog op hun mooist, ook
de pauwen en fasanten.
De jonge ibissen en nachtreigers zyn al
haast weer groot.
Behalve by de aapjes zy'n de meeste kin
deren in Artis te vinden in de Hollandschen
tuin by de jonge ganzen en eendjas; dezeven
knobbelgansjes worden hun al te groot en
te grauw, maar nu hebben de waaiereendjes
weer zulke aardige jonkies. Nog leuker is de
familie van veertien stuks aan 't andere eind van
het veelvergeten zwanepaadje dat tegenover de
kleine roofdieren galery uitkomt.
Midden in dat pad is een groote volière met
water- en strandvogels. Daar zwemmen en baden
de koeten, dezelfde zwarte vogels met witte
bles, die we in 't voorjaar altyd van den trein
uit zien zwemmen, duiken of kalm broeden
tusschen het jonge riet van den Naardermeer.
Ook de zwart met witte vogels van het strand
met hun lange roode bekken, die zoo schril
kunnen gillen, de scholeksters, maken er veel
lawaai; heel kalm daartusschen in wandelen
kopknikkend de zwarte waterhoentjes met no
den bles, witte staarten en groene pooten met
verbazend lange teenen. Twee er van hebben
niet te pakken krygen zullen ze van de week
wel mee naar voren mogen.
Een paar vogels, die ik zoo heel graag eens
wil zien broeden, vleien me nu al twee maan
den met de toebereidselen, maar van eieren
is nog niets te zien. Ik bedoel de speelvogels,
gehuisvest tnsschen de beo (over de brug van
den zwanevyver, HnksJendeGonldsamadientjes.
In de zelfde volière woont ook een
Atnerikaansche gondspecht.
Er zit n donkerblauw mannetja in de
volière met twee groen grijs met witte wyfjes,
de vogels hebben het postuur en de vlugge
parmantige bewegingen van merels of zwarte
lysters, ze zyn wat grooter, forscher en dikker,
de snavel ook wat ronder en steviger. Toen de
vogels in den tuin arriveerden, zag het man
netje er precies uit als nu nog de wyfjes, het
is in 't eerste van zyn verblijf in Artis
nitgekleurd tot het donkerblauwe byna zwarte
mannetje, dat nu zoo aardig te zamen met
wyfjes en met de schelpen en takjes speelt, die
in zy'n woning worden gelegd.
Deze vogels komen uit N. Australië. Gould
heeft ze daar ontdekt doordat by hun prieel
vond in 't museum te Sydney, en heeft hun
levenswijze pogen na te gaan, maar het is nog
niet gelukt het nest te vinden; men weet
heelemaal niet hoe en waar ze bouwen, hoe de eieren
er uit zien en of ze door vogels zelf worden uit
gebroed dan wel onder rottend blad, zooals met
de eieren van een ander soort prieel-vogels het
geval is. De speelvogel behoort n.m. tot die groep,
de ower-btrdsvan de kolonisten. Ook de onze in
Artis maken, van de takjes die hun toegestoken
worden een soort prieel. Op het oogenblik is
het haast klaar, de takjes, zy'n dicht opeen in
twee r yen in den grond gestoken bij wy'ze van
palissaden en de toppen zyn, als een echt
berceau naar elkaar toegebogen. Het manne'je
is voortdurend met veertjes en schelpen in de
weer, die hij als versiering tusschen de takjes
aanbrengt of netjes in een kring op den vloer
legt. Maar wat de een klaar legt, sjouwt de
ander weer weg en plakt het een eind verder
vast, of ze bergen alles weer op. Of wel ze
geven bet door de tralies heen aan buurman
beo cadeau. Ze gaan daarna boven in den
boom van hun tuin met elkaar een poosje
alleraardigst zitten keuvelen, zingen of lachen;
't zyn net speelsche en zorgelooze kinderen.
't Is ook te betwijfelen of het nest, zoo het
prieel en al een worden moet, werkely'k ook
totj een, kinderkamer worden ingericht. Een
MEÜBEL-BAZAR
SINGEL 263 283.
de Paleisstraat
MASSIEF EIKEN.
140 X 80/65.
Telefoon 3968.
Kantoor-Meubelen enz.
J. MEIJERINK MEIJER
ARTS AHD CBAFTS,
Kneuterdijk 10. den Haag.
Moderne Batiks,
SCHILDERIJ£JN,ETSENenz.
Voorwerpen ras modems Kunst op elk gebied.
Panorama-Gebouw.
Amsterdam, Plantage.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Vaste prijzen» Toegang vrij.
DE PHOENIX
234 Spuistraat, Amsterdam.
Meubileeringen.
Geïll. prijscouranten en begrootingen gratis.
Levering onder volledige garantie franco
geplaatst door geheel Nederland.
i BINNEN-!
:;:;:r.Muis
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN ? VERSIERING
SSDER ? WONINGiS
120-ROKIN-12©
EN TEGEL
FABRIEK
MOLLAND
tlAAMLVENN-CCV-TE
JTRECHT
C HO COL A T-VEE N
AIMISTHtli;
LE PLUS DÉLICIEUX CHOCOLAT POÜR CROQUER.