Historisch Archief 1877-1940
No. 1357
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
van onzen tijd kan men op deze wijze niet meer
voldoen.
Ik geloof wel, dat er classici zijn, die nu
selfs al met ongeveer de helft der uren een
heel eind ver zonden komen, als 't werk geheel
aan ben werd overgelaten en ze niet door ver
schillende hinderlijke bepalingen en door bet
overnemen of onderbreken van het werk 5) en
het eind-examen werden gedwarsboomd, dat eind
examen volkomen passende bij bet onmondige
gymnasium. Naar mijn schatting hebben echter
vele docenten O. T. aan hun aantal nog niet
genoeg. Hoe komt dat?
«Flink Latijfl leeren en geen Grieksch voor de
(3's, zegt Dr. S. Heel goed, maar dan ook maar
eerst zorgen, dat er flinke Latinisten komen.
't Zit bem toch ook niet in het aantal uren,
tenminste niet in het groote aantal.
Er zijn weinig woorden in Dr. S's betoog zoo
op hun plaats als deze: «Vooral bij t et onderwijs
's half werk geen werk" (pag. 10), op pag 11
herhaalt hij ze nog een?, een bewijs, dat hij er
zelf geheel van doordrongen is. Zoo zei ik op
pag. 20 van mijn brochure: »Wij moeten het
goed doen .... of niet doen wat onze krachten
te boven gaat." En op dit thema is door velen
ontelbare malen gevarieerd. 6) Wij willen te
veel, wij willen aan allerlei en de meest
uiteenloopende wenschen voldoen, wij komen te
vaak in het groote achteraan en laten door ons
geneuzel en getreuzel het goede oogenblik
voorbijgaan. Terwijl het bestaande nog ver van
volmaakt \5, zelfs bier en daar noodlijdende,
denken we aan nieuwe groote dingen, die we
wel op ons programma zetten, maar toch niet
kannen uitvoeren. Ik herinner me nog, hoe
we als studenten hij de overdracbt van het
rectoraat van den Rector-Magnificus altijd weer
hoorden het typische: de bouw van het nieuwe
ziekenhuis is zoo goed als verzekerd! Dit werd
dan in den legel met groote hilariteit en applaus
begrcet. Nu, circa 30 jaren later, is 't ingewijd!
Als we onze krachten en middelen eens gingen
concentreeren! Als we eens wat minder
partijen" maakten en wat minder zeilden onder
allerlei mooie vlaggen! Als we eens niet allen
in alles gelijk wilden hebbeo l Eendracht maakt
macht en wie niet hooreu wil moet voelen!
(Slot voly>.) J. W. BECK.
1) Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs door
Dr. P. V. Sormani, Rector v/h. Gymnasium te
Nijmegen (Groningen, Noordhcff 1903).
2) Het is in de. e zaak van het grootste ge
wicht ttlkens goed te doen uitkomen, wie aan
't woord is. Op dit terrein staan ook maar
weinigen buiten elk knellend of belemmerend
verband. Niet pro domo, maar pro salute publica
et scientiae honore! zij de leus. Zie verder
Plato, Apologie p. 32 A.
3) Zeer actueel zijn nu de drie artikels van
wijlen onzen dapperen strijder Dr. J. B. Kan in
de Rotterdammer van 22 Juli 1887 en volgende.
4) Amsterdamsche studenten met dipl.
H. B. S. vragen om bekende redenen het ius
promovendi. Zoolang het gymnasium in deztn
toestand verkeert, kan 't hun niet geweigerd
worden.
5) Ik herinner mij een 6e klasse, waar de
meesten pi.m. 8 maal van leeraar O. T. gewisseld
hadden.
6) Opmerkelijk zijn de woorden van onzen
premier bij de inwijdirg van het Groningsch
Ziekenhuis gesproken: Gebrekkige hulpmiddelen
matten af en ontmoedigen niet alleen de leer
meesters maar ook de leerlingen." Maar wat
heeft dat Ziekenhuis een lijdensgeschiedenis
achter den rug en hoevelen zullen van dien
toestand de dupe zijn geworden!
Büde beelÉonwster Tberaa Feodorow na Ries,
door LOÜISB FLACHS-FOKSCHANEANN.
De Russische beeldhouwster Theresa
Feodorowna Kies, die sinds ongeveer acht jaren in
Weenen woont en werkt, hield haar gewone
receptie. Met langzame schreden naderde ik
de afgelegen, stille Zalmstraat waar zich het
atelier der jonge kunstenaresse bevindt. In den
met Byzanty'nsche beelden en uitheemeche
snuisterijen versierden salon was een talry'k
gezelschap by'een. Snel zocht ik haar en op
hetzelfde oogenblik hoorde ik ook reeds in
het aangrenzend vertrek van uit haar atelier
zeggen: >Ja, wjj Russen zy'n anders dan die
ontzenuwde Europeanen zooals u, wy zyn
Pogiüg tot mooii
Schets, van W. KHONECKBB.
De getuigen in zake mevrouw Muricli, poging
tot moord, binnenkomen, asjeblieft I"
Een stuk of wat smerig uitziende, half-opge
schoten jongens trachtten een blik in de zaal
te werpen. Maar het aantal toehoorders op de
publieke tribune bleef uiterst gering.
Men kende de geschiedenis" eigenlyk ook
al reeds lang uit de kranten. Men wist, dat
er van een of ander schandaal geen sprake zou
zy'n, en daarom wou men zyn kostbaren ty'd
aan zoo iets onbeduidends niet opofferen.
En zoo gebeurde het, dat het geval Murich
voor halfleege banken werd behandeld.
* *
De geschiedenis der beschuldigde vrouw tot
op den dag van het proces is in weinige woor
den saam te vatten. Kort na den dood harer
ouders, was zy' op twintigjarigeu leefty'd ge
trouwd met den heer Murich, procuratiehouder
van een groot bankiershuis. Na een voor het
oog zeer gelukkig huwely'k van drie jaar had
Murich zich met een revolver voor het hoofd
geschoten. Tydens deze drie jaar had hy het
geheele vermogen van zy'n vrouw, plus nog
dertig duizend gulden uit de kas van zyn chef,
aan het spel geofferd.
Van dat oogenblik af aan trok mevrouw
Murich zich uit de wereld terug, om zich met
haar zoontje in een afgelegen stadswy'k te
vestigen, waar niemand haar kende. Haar
vroegere kennissen hoorden pas weder ieta van
haar, toen ze op zekeren dag in de courant
lazen, dat in de woning van mevrouw Murich,
echtgenoote van den bekenden bankdief, een
treurig ongeval had plaats gehad. Moeder en
zoon waren in bewusteloozen toestand, elkander
met de armen nauw omvat houdend, op de sofa
gevonden, terwy'l de gaskranen beide open
stonden.
De beweegreden tot dit vreeselyk feit was
nog onbekend. Uit gebrek of wegens behoeftige
omstandigheden had men niet aldus gehandeld,
want mevrouw Murich kreeg van den vroegeren
chef van haar man, daar hij grootendeels aan
diens onvermoeiden y'ver en helder doorzicht in
zaken zyn opkomst te danken had, een be
hoorlijk jaargeld. Het verdriet over den dood
een diepe stem met eenigszins hard accent
' barbaren, maar wy zyn gezond; in ons ligt
l nog een massa onversleten kracht ky'k t"
Ik stond reeds in de geopende deur en zag
i hoe Tberesa Feodorowra hare sterke, by'na
mannelyke vuist balde. En, lachend, trotsch in
, het bewustzijn van die «onversleten kracht"
j trad zy met een Russischen groet my'
toge! moet en my beide huiden toestekend, zei ze
hardop: >Ik ben bly', een Duitscher te zien,
die onze groote dichters in het oorspronkelijk
leest". Ze zei dit'met zulk een eerlijke uit
drukking op haar gelaat, zulk een bly' gevoel
van oprechte vreugde, dat ik een seconde-lang
in de verzoekirg kwam, te gelooven, dat
hierin een bizondere verdienste was gelegen,
die my' geheel en al van andere Duitschers
onderscheidde. Maar het duurde ook niet lan
ger dan een seconde, want in het volgend
oogenblik verzonk alles voor my' in het niet,
ik zag en voelde alleen haar, de krachtige,
artistieke individualiteit met den
onverzettely'ken wil. Moedig, vry, het hoofd vol gedachten,
en de doordringende blik stralend van
scheppingsvrengde. zóó stond ze daar voor mij. Het
lange zwarifluweelen kleed, dat haar slanke
gestalte soepel omsluit, en, van boven rond
uitgesneden, den fraai-blanken hals voordeelig
doet uitkomen, de overvloed van donkere
krullende lokken ineengedraaid tot een knoop,
de zorgvuldig onderhouden handen in de
lange zwarte mitaines verraden dat in >die
vrouwelijke rusaiscbe barbaar" het gevoel voor
aesthetische sterk is ontwikkeld.
Onder het genot van een kop thee, kan zy'
haar gasten door geestige, origineele opmer
kingen over kunst en leven of door boeiende
schilderingen van haar reis-ervaringen uren
lang boeien. Verleden jaar in den nazomer
ging zy naar Siberië, om, zooals zij zegt, een
beeije op te frisschen. Negen dagen en negen
nacïten reisde zij van Moskou naar Irkoetsk
in den siberischen luxe-trein en van Irkoetsk
verder in een slede door woeste, eiodelooze
steppen, verlaten dorpen, dichtbesneeuwde
wouden ver, onafzienbaar ver het land in, tot
aan het Baikalmeer, het «heilige meer", met
zyn wonderschoone, smaragdgroene,
doorschynende diepten. «Natuur versterkt, beschaving
verzwakt", sprak ze. Opwekking, kracht om
te scheppen, vind ik alleen in het rijke, volle
leven en in contact met de natuur, in de groote,
ongerepte natuur en in den eenvoudigen
mensch, niet in kunstwerk."
In een ingezonden stuk aan de »Neue Freie
Presse" by' gelegenheid van de discussie over
Kimt's «Medicy'n" laat de kunstenares zich
onder meer aldus uit: >De verschrikkelyke
vy'and, die zich dwingt tusschen den schep
penden kunstenaar en het publiek, zijn de
galeryen, de musea. Het publiek moet in
galeryen geen doodenvereering van alle werken
houden. De musea mogen evenals de bijbel
hun waarde hebben, men vergete echter niet,
dat er een oud en een nieuw testament is".
Therese Ries is in Moskou geboren; ze telde
nauwely'ks zeventien jaar, toen ze zonder de
voorgeschreven kennis op de akademie kwam,
waar zy na verloop van weinige maanden een
onderscheiding behaalde voor een geschilderden
studiekop. Kort daarop legde zy zich op de
beeldhouwkunst toe, werd echter niet lang
daarna wegens herhaaldely'k vergryp tegen de
discipline van de akademie weggezonden.
Zonder hulp werkte zy' verder en schiep >de
slaapwandelaarster", haar eerste groote mar
merstuk, dat op de tentoonstelling van kunst
werken te Moskou alras veel van zich deed
spreken. Dit fraaie werk een fijne, jeugdige
meit-jesfiguur met gesloten oogen en voorzichtig
tastende handen staat thans in haar atelier.
»Ik was destyds zelve een somnambule,"
zeide de kunstenares. »0ok ik tastte in het
duister naar een weg."
Therese Ries is geen zoekende of tastende
meer. In het jaar 1894 kwam zy' naar Weenen
en wilda de akademie bezoeken. Zy' werd niet
toegelaten. Professor Hellmer, die haar groote
begaafdheid erkende, leidde gedurende korten
ty'd haar studiën.
Na naar «slaapwandelaarster" is in Weenen
veel groots en schoons door haar gewrocht.
Een blik in haar atelier geeft ons eenigermate
een voorstelling van haar ontwikkeling. Uit
haar werken spreekt haar ziel; al wat daarin
omging legde zy' neer in haar arbeid van
«Lucifer", den oproermaker, tot »Gott Vater"
?iitiHiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiimiiii
van haar echtgenoot was zy' ook langzamerhand
te boven gekomen.
Men" beweerde zelfs, dat een ongelukkige
liefde de oorzaak van dit treurig drama was.
Maar dit waren eenvoudig kletspraatjes. De
.geheimzinnige heer," die dagelyks door mevr.
Murich ontvangen werd, bleek alras enkel in
de fantasie van een paar vriendelijke
buurdames te hebben bestaan
Wat was dus de reden ?
Mevrouw Murich bleef standvastig weigeren,
opheldering te geven. Haar eenige antwoord aan
den commissaris van politie, zoowel als aan den
rechter van instructie, bestond uit deze drie
woorden: Het moest geschieden."
* *
U kunt gaan zitten," zeide de voorzitter op
vriendelyken toon tot de beschuldigde, nadat hy
aan de formaliteiten bad voldaan. Zy zag er
vermoeid uit. Haar verdriet en de spoed, dien
men achter het onderzoek zette, hadden haar
sterk aangegrepen.
stemt aldus toe, een poging gedaan te
hebben, om uw zesjarig zoontje Victor door het
inademen van vergiftig gas te hebben willen
dooden ?"
Zy' knikte bevestigend.
De voorzitter Meid een oogenblik op. Het
moeiely'kste gedeelte van het proces kwam nu.
Doch er was geen uitweg. De rechters konden
alleen uitspraak doen, wanneer zy het motief
van dezen wanhopigen daad wisten.
Zoudt u ons riiet willen zeggen, hoe n er
toe gekomen bent, wat de drytveer uwer han
deling is geweest ?"
... Ik móest het wel doen ... Het zou toch
nutteloos geweest zyn, te blyven leven..."
Het gelaat van den voorzitter nam een
ernstige uitdrukking aan.
Uw leven zou doelloos geweest zyn, zegt u.
Uw leven en dat van uw zoon ? Ja, dat zegt '
, maar zelfs al was dit zoo, zou u dan wel
het récht hebben, in het lot in te gry'pen Hoe
zoudt ge u voor God's troon hebben kunnen j
verantwoorden, als alles eens werkely'k zoo
afgeloopen was, als men vreesde ? Nu! wat
antwoordt u hierop ?"
De beschuldige kromp ineen.
Haar slanke, fijne gestalte zocht zich achter
den verdediger te verbergen. Zij wou riöch iets,
r och iemand zien. Maar dit was onmogely'k.
Zy voelde, dat alle aanwezigen hun oogen stijf
op baar gevestigd hielden, de gezworenen, de
rechters en de toeschouwers op de tribune.
En over aller gelaat lag dezelfde treurige,
vragende blik.
Het... moest geschieden."
in oneindige liefde en goedheid. Haar kunst
werd steeds dieper en vryer, haar verhouding
tot de wereld en het meoschdom steeds hel
derder.
?Lucifer", waaraan de gouden medaille is
toegekend, is een meesterstuk van beeldhouw
kunst. Somber, als zyn ry'k, zit hy op een
rots, zy'n geheele ziel in opstand tegen den
Schepper, al zy'n zinnen en denken vervuld
met de op den zuil gebeitelde vraag: «Bist du
glücklich, Ebenbild Gottes ?" en een ont
kennend antwoord op deze vraag vormt de
groep der «Unbesiegbaren", der vier mannen,
die met inspanning aan een zwaar touw trekken.
Zonder een straal van hoop in de verduisterde
en van vermoeidheid uitgeputte gelaatstrekken,
slepen zy' den zwaren last van hun vreugdeloos
bestaan voort, tot zij er by'na by' neervallen.
En toch klemmen zy zich met den y'zeren wil
om te Wijven leven eraan vast. 'n Beeld van
't eeuwig mystieke.
In haar groote liefde voor de armen en
verdrukten onder de menschen, die wy' by'
Dostojeweki, Leo Tolstoïen Gorki vinden, is
zy' een echt kind . van het groote, treurige
volk, waartoe zy behoort. En by' de twee
geniale vrouwen, die de laatste tien jaren uit
Rusland ors bekend zijn geworden, kunnen
we thans Theresa Ries als derde tellen.
?Wat heeft die vrouw verbazend sterke
hersenen, dat moet gezegd worden I" liet een
dokter zich tegen my' uit, toen wy het atelier
verlaten hadden en weder op straat waren.
»En wat 'n ry'ke kunstenaarsziel!'1 riep ik uit,
by'na boos over den onverschilligen toon van
den anatoom.
?/n Ziel!'' herhaalde deze met bitteren spot.
>Een goed werkend stel hersenen, dat is alles l
Waar bly'ft haar «rijke ziel" dunkt u, als de
hersens niet meer kunnen werken ? Vertelt u
me dat eens, als u kunt." Ik geloofde het wel
te weten, doch zweeg, nam na een paar seconden
een kort en koel afscheid van hem en
begaf me naar de voorjsarstentoonstellirig,
om het laatste werk van Thereta Ries,
?Gottvater' een gedenksteen op het graf van
een jongeling te gaan zien. Met dit werk heeft
de kunstenares zich zelve overtreffen. Uit
zware, chaotische steenmassa's komt het hoofd
Gods te voorscbyn. Vol liefde en ernstige
zachtheid ny'gt het zich naar den
omhoogzwevenden, dooden jongeling en vol erbarming
strekt hy' don arm uit om de teruggekeerde
ziel tot zich te nemen. Over de gelaatstrekken
van den doode ligt een uitdrukking van rust
en vrede. Na lang rusteloos ronddolen op de
aarde heeft de ziel eindelijk haar «thuis'' ge
vonden. Zy' heeft gelijk, ook de kunst heeft
haar nieuwe testament, dacht ik by my' zelf,
toen ik een geruimen ty'd aandachtig en be
wogen voor deze heerlyke schepping had ge
staan. Ik dacht aan den terugkeer der ziel tot
algeheele eenheid het eirddoel van alles
waar der menschen borst naar haakt ik dacht
aan de grenzen der menschheid, aan de een
voudige vraag van den dokter: »Waar bly'ft
de ziel, als de hersenen haar functies niet
meer kunnen verrichten ?" en als een gebed
kwamen de schoone woorden van Goethe my'
op de lippen :
W-nn der uralte
Heilige Vater
Mit gelaasener Hand
Aus rollenden Wolken
Segnende Blitze,
Ueber die Erde sii't,
Kusa ich ich den letzten
Sanm seines Kleides
Kindliche Schauer
Treu in der Brust.
Op de vruchtenmarkt gekomen zweefden nog
de laatste woorden op my'n lippen. Met haar
sterke armen op de breede heupen stonden
de fruitverkoopsters voor haar welgevulde
manden, om beurten, of in koor roepend:
»Koop, koop, wie koopt my'n mooie
wy'nappels ? koop, koop, vier om 'n dubbeltje !"
Hoe rymt zich dat alles te zamen met God
ditérboven ?
Zou het een droom zy'n ?
En toch l
Kunst te Rotterdam.
Willy Sluiter.
We hebben ook deze txpositie bij
Oldenzeel als een aangename verrassing te noteeren.
iiniiifiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiHiinini
Ditmaal hadden de woorden een anderen
klank. Zy geleken op een uiting van wanhoop,
en het scheen den voorzitter toe of de be
schuldigde een heimelijk verlangen had, haar
hart uit te storten. O, als het hem nu maar
gelukken mocht, den weg naar dat overvolle
hart te vinden.
U hebt na den ongelukkigen dood van uw
man, alleen met uw kind geleefd. Wat deedt
u al dien ty'd?''
My'n kind opvoeden," klonk het op uiterst
zwaarmoedigen toon gegeven antwoord.
De voorzitter bladerde in de voor hem lig
gende papieren. Toen hernam hy :
Ik zie hier, dat u voor u en uw zoontje een
voldoend jaarly'ksch inkomen hebt en dat u het
verdriet over den dood van uw man langzamer
hand bent te boven gekomen. Me dunkt u
moest je onder de gegeven omstandigheden
eigenlyk gelukkig gevoeld hebben en toch ., ."
Deze woorden, op hartelijken, deelnemenden
toon geuit, schenen het hart van de jonge
vrouw getroffen te hebben. Er kwam plotseling
een schittering in haar oog, een blos overtoog
haar wangen en zacht, doch snel viel ze den
voorzitter in de rede :
O, ja l in den beginne was ik ook gelukkig,
ach zoo gelukkig. Iedereen liet me met rust,
niemand bekommerde zich ommy'. Ik was alty'd
alleen met myn jongen, en ik wenschte maar
n ding, voor hem te leven. En het zou me,
ondanks alles, ook wel gelukt zy'n, hem zyn
weg door het leven te helpen vinden..."
Nu, en verder?"
Verder... o, God! toen kwam die dag I"
Welke dag?"
... De dag, waarop ik tot de ontdekking
kwam, dat hy' op hèna leek."
BHy' op wien ? Ik begrijp u niet. Uw
zoontje op uw man ?"
Ja ! Maar niet alleen zy'n gezicht. Neen ...
Zy'n karakter was helaas ook precies als dat
van zyn vader."
De beschuldigde haalde langzaam en met
moeite adem. Men kon het haar aanzien, dat
zy' zich geweld aandoen moest, om meer
samenhang in haar woorden te brengen.
Eindely'k ging ze voort:
We waren aan het wandelen, Victor en ik.
Toen we een eindje geloopen hadden en in een
melkhuis wat gingen rusten, vroeg hy' my een
dubbeltje, om een stukje chocolade te krygen
uit een automaat, die op de toonbank stond.
Ik zei: neen l" Toen keek hy my' aan en...
ik zag in zyn rog denzelfden blik, waarmede
my'n man my had aangezien, toen by' my voor
het eerst geld voor het hazardspel wilde af
in zijn oeuvre" hebben we Willy Sluiter nog
niet zoo compleet, en zoo goed, gezien. Voor
enkele jaren <xposeerde hij een aantal onge
ncadreerde teekenixgen en krabbels en op de
laatste vierjaarlijksche kwam hij met een schil
derij, knap geestig werk, goed gedaan, maar Biet
zoo buitengewoon, handig mér dan talentvol.
Maar sedert z»gen we op de Katwijksche
visscherijtentoonstelling een stuk of wat pastele
van Willy Sluiter die, in een bijzondere om
geving van mooie Toorops en een krachtige
Wiegers ó. a. zich txcellent hielden.
Op deze Rotterdamsche tentoonstelling nu, is
hij volledig in zijn oeuvre uitgekomen, in krachtig,
rijp, mooi werk.
Het meest te waardeeren is wel, dat de jonge
schilder 't met eenvoudige middelen, in rustige
oorspronkelijkheid, heeft bereikt, dat hij be
houdens een enkele olieverf 't niet in een
buitengewoon procédézocht, waartoe jongeren
zich al te veel verleiden laten en dat hij, in het
milieu van zijn dagelijksch bestaan, in Katwijk,
met artistiek oog en trouwhartigheid waarge
nomen, zijn mooist geslaagde sujetten vond.
De portretten van Katwijksche visschers en'
hun vrouwen, van menschen wier bestaan hij
weet, en wier leven hij heeft leeren kennen, zij
zyn niet het masker ,van het gelaat allén, maar
geven in de stoere zienirg der oogen, in den
wilsvast gegrepen mond, in de zorg-rimpeling
der verweerde gezichten, een iunig-zijr, een ka
rakter, een stuk van een menEchenleven.
Het blijkt alles vrij gemakkelijk gedaan, met
vlotten streek en toch in een uiterst zorgvolle
behandeling, dertig schilderijen en
pastelteekecingen, waarvan de sujetten nog al wat
uiteenloopen,
Van de portretten hebben we er n niet
het gelukkigst staal van Sluiters kunst even
wel voor ons museum mogen behouden. Het
mooist in zijn portretten lijkt ons dat van Jacob
Kulk, ruigen visscher met zwaar veiweerde kop
eu diep starer.de oogen, en dat van het oude
vrouwtje (8) met den ontroerend droevigen blik
en het mooi gezicht vol gelatenheid.
In zijn pastei weet Sluiter een frappante
kleurenrijkdom te ontwikkelen en een stofuit
drukking te vinden T an zeer voorname qualiteit.
Bijzonder daarom ook, is het, portret van Aaltje
de Haas, met het rijke diepe blauw van de rok,
en de kleuren en tmtenschikking zoowel vau
het fijne hoofd en de buste als van den achter
grond.
Voor zijn humor pleit, mér dan de wat ge
forceerde snob-!ypen in Bij de wedstry'den te
Auteuil", Uitgaan van het theater" en Win
ter", dat kostelijk porlretje van Jopie". Een
onhandig klein manneke in een dikke ombulling
van kleertjes is in een speelgoedrommel doende
en op den achtergrond staat een dwaas
kortpootig konijntje als op schildwacht een ge
val zoo simpel en van uitvoering ongeloofelijk
sober, maar dat een meesterstukje van geestig
bedenken en schikken is.
Naast zijn portretten fxposeert Sluiter land
schappen en binnenhuisjes, friscl), levendig en
van gezienheid en weergave c ie den schilder
hoezeer in de portretten dan toch altijd zijn
beste kunnen blijkt den gelijke stelt van
welvermaarden in het gilde. Vooral dat kloek-gedane
blonde Kar in het Duin" en het uiterst sim
pele Oud huisje", dat evenzeer als Interieur"
alweer bewijst met hoe weinig middelen de
kunstenaar het uitnemende bereiken kan.
_ H. D.
De aestbetisclie oDflcrgaiig yan liet moderne
(Ingezonden.)
In het groot genomen (over de détails, de
gevelversiering van het bouwwerk worde nu
niet gesproken) is het Kurhaus, het centrum
van het moderne Scheveningen, ongetwy'feld
een prachtig en geweldig gebouw. Het is prach
tig van vorm, van ly'n (de mooie koepel enz.)
en uitstekend van kleur : het oranjekleurig
gebouw met het grijze dak, en in overeenstem
ming met de zeldzaam fijne kleuren, die men
dicht bij de zee in dit wonderland van ons
aantreft. Bg blauwe als by grijze lucht passen
zich de kleuren goed aan. Vooral by' blauwe
lucht heeft men een prachtige harmonie van
oranje en blauw.
Een goed gebouw is een kunstwerk, niet
waar ? En als een kunstwerk eenmaal is
ontiiiiiiiiiimiiiiliiitiin
iiiiiliiiiiiiiiiii
persen.''
Een kind van zes jaar ! O, maar dat zyn
schrikbeelden uwer fantasie."
Ik geef u de verzekering, dat het wél zoo
was; en van dien dagaf aan, werd ik bang voor
hem, had ik angst voor de toekomst."
Een lange pauze ontstond. De
procureurgeneraal en de verdediger zaten y'verig en in
Eïspannen verwachting hunne notities te maken.
e rechters zagen met medelijdende blikken
op de beschuldigde neer. Op de tweede bank
hoorde men hier en daar fluisteren.
U hebt het kind van deze toevallige gely'kenis
toch niets laten merken ?" vroeg de voorzitter.
O neen. Ik ben precies bly'ven doen, zooals
ik gewoon was te doen. Maar van dien
noodlottigen dag af aan, is het begonnen."
Begonnen! Wat?"
Eerst... miste ik de klontjes uit den
suikerpot, koekjea uit het trommeltje. Ik trachtte
hem nog te verontschuldigen, door myzelf wy's
te maken, dat alle kinderen snoepachtig zy'n,
maar later ... later waren my'n diamanten ring,
mijn armband, een gouden broche spoorloos
verdwenen... een dag of wat later vond ik ze
terug. Hy' had ze in een zandemmertje onder
een laagje zand verstopt en het emmertje in
een hoekje van zy'n zandbak begraven."
De beschuldigde weende zacht.
U hadt hem daarvoor streng moeten straf
fen," merkte de voorzitter aan. Als kinderen
op zoo jeugdigen leefty'd reeds dergelyke nei
gingen aan den dag leggen, moet men desnoods
met slaa» die fouten trachten uit te roeien."
Dat zei de juffrouw, waar hy'op school ging,
ook, toen ik haar om raad vroeg. Zy voegde
er nog by', dat hy' was als de ekster, die ook
alles wat blinkt en glanst wegneemt. Toen heb
ik hem dan ook een pak slaag gegeven...
maar by eiken slag bloedde my'n hart. En wat
was het gevolg? Van toen af aan begon hy' te
liegen en ... nog meer te stelen. Niet alleen
glanzende of glinsterende dingen, neen allerlei
geldstukken, centen, dubbeltjes, kwartjes, enz,
alles, wat bij maar krygen kon, was van zy'n
gading... En eensklaps schoot my iets in de
gedachte. Het kind was geboren juist in den
ty'd, dat my'n man zy'n chef bestal. Die kwade
neiging, dat vreeselyk gebrek, had hy' dus van
zyn vader overgeërfd dat was my'n zoon's
erfdeel... O, God!"
En heeft u er nooit over gedacht er werk
van te maken, dat de jongen in een
verbeterhuis werd opgenomen ?'' vroeg de president,
wiens stem thans zelf van inwendige ontroering
getuigde.
Hem van my' wegsturen. My'n jongen naar
staan, moet dat zoo bly'ven. Daar gaat m g
dan liefst niet meer aan veranderen. Moet er
toch iets aan gewyzigd, dan dient men natuur!y'k
zér omzichtig te zy'n, om het geheel te be
waren en den sty'l niet te schaden, want anders
gaat het kunstwerk te gronde.
Men heeft een wandelhoofd gebouwd, wel
niet mooi met al zy'n staken en tierlantynen,
maar dat daargelaten.
Ik spreek daar van staken en kan de ver
zot king niet weerstaan even te zeggen, dat ik
niet behoor tot hen, die in liefhebberende
middelmatigheid zich aanmatigen te zyn tegen
telephoonpalen, bovengrondsche electriache
geleidingen, rechte straten, breede boulevards
en dergelyke, omdat al die dingen, zeggen
ze, niet mooi kunnen gebouwd worden. Maar
integendeel, dat alles kan zér mooi gebouwd
worden en ik ben er heftig voor en vind ze
buitengemeen- begeer en s waard breede boule
vards, telephaonpalen *) electrische geleidingen,
zelfs onafzienbare en rechte straten, ja zelfs
lange r yen gelijkvormige huizen (rechte lijnen
zy'n zuiver-artistiek slecht, modern-architec
turaal en voor moderne stedenbouw grootscb),
want ze behooren onder de dingen, die de
meest sterke en schoonste visies geven van
mmittiiiiiiitiiiiuiim tiiMiiiiiiiiiitiMiittiiiiMiMiimi*iiiiiiMiitit«tiMi
TRADEMARK
NlARTELL'S COGNAC,
Dit beroemde merk is verkrijg
baar bij alle Wijnhandelaars en
bij de vertegenwoordigers
KOOPMANS & BRUINIER,
Wynhandelaars te Amsterdam.
Prijzen fan af ? 2,50 per Flescli.
Hoofd-Depöt
VAN
Dr. JAEGER'S
1 Noraaal-WolartMei.
E. F. DEUSCHLB-BENQB*,
Amsterdam, Kalverstr. IK
Eenig specialiteit in da**
artikelen in geheel Nedwr'
Rijwielen zijn de beste voor /125
met 2 jaar garantie.
Vraagt geïllustreerden Prijscourant aan de
Hoofdagenten
A. DRUKKER & Co., Amsterdam,
O. Z. Voorburgwal 242 en 248 b/d Damstraat.
BISCUITS
zijn de fijnste.
Piano-, (W- en Mnzietadel
EYROOS de KALSHOTEH,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS «n PIANINO'S In Koop en in H«K.
Beparaaran Stammen Rollan.
een ander zenden en nog wel naar zód'n in
richting? Ach lieve God, waar had ik dan
moeten bly'ven ? Neen, dan duizendmaal liever
den dood ! ... Dat heeft zyn vader ook gedaan,
toen hy' de schande over zich komen zag. Maar
zoo iets kon Victor niet doen, daarvoor was
my'n ventje nog te jong en ziet u, omdat hy
het niet kon, moest ik het wel doen, en om
hem het sterven gemakkelijker te maken, had
ik besloten, dat we samen zouden gaan...
Bovendien, zonder hem had het leven toch
geen waarde meer voor me... En nu heb ik
u alles verteld, nu weet u, waarom het ge
beuren móest..."
Bij deze laatste woorden had de jonge vrouw
zich hoog opgericht. Er scheen iets fiers over
haar gekomen te zijn. Zij stond daar niet larger
als een aangeklaagde, een beschuldigde, neen,
veeleer als eene, die zeli richt.
De zitting werd eenige oogenblikken ge
schorst. Daarna sprak de procureur-generaal
het schuldig in zooverre de aanklacht betreft"
uit. Op de eigenaardige pbysieke motieven kon
eerst in het pleidooi gewezen worden.
De verdediger van mevrouw Murich, een nog
JDng, doch uiterst begaafd advokaat, kwam nu
aan het woord.
Als beschuldigde bijna zou zy'n verhongerd,
zou ze worden vrygesproken, omdat de nood
haar tot het verrichten van dezen droeven daad
had genoopt. Maar zon de schande, die haar en
haar kind te wachten stonden, een niet nog
veel ergere, veel vreeselyker nood zyn geweest ?
Als ge beklaagde zoudt veroordeelen, stondt ge
in my'n oogen gelijk met gemeene misdadigers...
Verder heb ik hieraan niets toe te voegen..."
De rechters behoefden slechts weinig ty'd
voor hun beraadslaging ; de uitspraak luidde :
Niet schuldig!"
Beschuldigde, ge zyt vrygesproken," kon
digde de voorzitter aan. Ga nu naar huis en
tracht uw lot te dragen, zooals iedere moeder
het doen moet, help uw kind, wees hem tot
steun en het zal u gelukken hem pas voor pas
weder op den rechten weg te brengen."
Ik zal my'n best doen."
Zacht en treurig kwam het antwoord over
haar lippen.
Nog een weemoedigen blik op de mannen
tegenover haar aan de groene tafel, de mannen
die haar het leven hadden hergeven.
Wat voor een leven l ...
Toen verliet zy' met wankelende schreden
de gerechtszaal.