De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 28 juni pagina 3

28 juni 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1357 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. van onzen tijd kan men op deze wijze niet meer voldoen. Ik geloof wel, dat er classici zijn, die nu selfs al met ongeveer de helft der uren een heel eind ver zonden komen, als 't werk geheel aan ben werd overgelaten en ze niet door ver schillende hinderlijke bepalingen en door bet overnemen of onderbreken van het werk 5) en het eind-examen werden gedwarsboomd, dat eind examen volkomen passende bij bet onmondige gymnasium. Naar mijn schatting hebben echter vele docenten O. T. aan hun aantal nog niet genoeg. Hoe komt dat? «Flink Latijfl leeren en geen Grieksch voor de (3's, zegt Dr. S. Heel goed, maar dan ook maar eerst zorgen, dat er flinke Latinisten komen. 't Zit bem toch ook niet in het aantal uren, tenminste niet in het groote aantal. Er zijn weinig woorden in Dr. S's betoog zoo op hun plaats als deze: «Vooral bij t et onderwijs 's half werk geen werk" (pag. 10), op pag 11 herhaalt hij ze nog een?, een bewijs, dat hij er zelf geheel van doordrongen is. Zoo zei ik op pag. 20 van mijn brochure: »Wij moeten het goed doen .... of niet doen wat onze krachten te boven gaat." En op dit thema is door velen ontelbare malen gevarieerd. 6) Wij willen te veel, wij willen aan allerlei en de meest uiteenloopende wenschen voldoen, wij komen te vaak in het groote achteraan en laten door ons geneuzel en getreuzel het goede oogenblik voorbijgaan. Terwijl het bestaande nog ver van volmaakt \5, zelfs bier en daar noodlijdende, denken we aan nieuwe groote dingen, die we wel op ons programma zetten, maar toch niet kannen uitvoeren. Ik herinner me nog, hoe we als studenten hij de overdracbt van het rectoraat van den Rector-Magnificus altijd weer hoorden het typische: de bouw van het nieuwe ziekenhuis is zoo goed als verzekerd! Dit werd dan in den legel met groote hilariteit en applaus begrcet. Nu, circa 30 jaren later, is 't ingewijd! Als we onze krachten en middelen eens gingen concentreeren! Als we eens wat minder partijen" maakten en wat minder zeilden onder allerlei mooie vlaggen! Als we eens niet allen in alles gelijk wilden hebbeo l Eendracht maakt macht en wie niet hooreu wil moet voelen! (Slot voly>.) J. W. BECK. 1) Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs door Dr. P. V. Sormani, Rector v/h. Gymnasium te Nijmegen (Groningen, Noordhcff 1903). 2) Het is in de. e zaak van het grootste ge wicht ttlkens goed te doen uitkomen, wie aan 't woord is. Op dit terrein staan ook maar weinigen buiten elk knellend of belemmerend verband. Niet pro domo, maar pro salute publica et scientiae honore! zij de leus. Zie verder Plato, Apologie p. 32 A. 3) Zeer actueel zijn nu de drie artikels van wijlen onzen dapperen strijder Dr. J. B. Kan in de Rotterdammer van 22 Juli 1887 en volgende. 4) Amsterdamsche studenten met dipl. H. B. S. vragen om bekende redenen het ius promovendi. Zoolang het gymnasium in deztn toestand verkeert, kan 't hun niet geweigerd worden. 5) Ik herinner mij een 6e klasse, waar de meesten pi.m. 8 maal van leeraar O. T. gewisseld hadden. 6) Opmerkelijk zijn de woorden van onzen premier bij de inwijdirg van het Groningsch Ziekenhuis gesproken: Gebrekkige hulpmiddelen matten af en ontmoedigen niet alleen de leer meesters maar ook de leerlingen." Maar wat heeft dat Ziekenhuis een lijdensgeschiedenis achter den rug en hoevelen zullen van dien toestand de dupe zijn geworden! Büde beelÉonwster Tberaa Feodorow na Ries, door LOÜISB FLACHS-FOKSCHANEANN. De Russische beeldhouwster Theresa Feodorowna Kies, die sinds ongeveer acht jaren in Weenen woont en werkt, hield haar gewone receptie. Met langzame schreden naderde ik de afgelegen, stille Zalmstraat waar zich het atelier der jonge kunstenaresse bevindt. In den met Byzanty'nsche beelden en uitheemeche snuisterijen versierden salon was een talry'k gezelschap by'een. Snel zocht ik haar en op hetzelfde oogenblik hoorde ik ook reeds in het aangrenzend vertrek van uit haar atelier zeggen: >Ja, wjj Russen zy'n anders dan die ontzenuwde Europeanen zooals u, wy zyn Pogiüg tot mooii Schets, van W. KHONECKBB. De getuigen in zake mevrouw Muricli, poging tot moord, binnenkomen, asjeblieft I" Een stuk of wat smerig uitziende, half-opge schoten jongens trachtten een blik in de zaal te werpen. Maar het aantal toehoorders op de publieke tribune bleef uiterst gering. Men kende de geschiedenis" eigenlyk ook al reeds lang uit de kranten. Men wist, dat er van een of ander schandaal geen sprake zou zy'n, en daarom wou men zyn kostbaren ty'd aan zoo iets onbeduidends niet opofferen. En zoo gebeurde het, dat het geval Murich voor halfleege banken werd behandeld. * * De geschiedenis der beschuldigde vrouw tot op den dag van het proces is in weinige woor den saam te vatten. Kort na den dood harer ouders, was zy' op twintigjarigeu leefty'd ge trouwd met den heer Murich, procuratiehouder van een groot bankiershuis. Na een voor het oog zeer gelukkig huwely'k van drie jaar had Murich zich met een revolver voor het hoofd geschoten. Tydens deze drie jaar had hy het geheele vermogen van zy'n vrouw, plus nog dertig duizend gulden uit de kas van zyn chef, aan het spel geofferd. Van dat oogenblik af aan trok mevrouw Murich zich uit de wereld terug, om zich met haar zoontje in een afgelegen stadswy'k te vestigen, waar niemand haar kende. Haar vroegere kennissen hoorden pas weder ieta van haar, toen ze op zekeren dag in de courant lazen, dat in de woning van mevrouw Murich, echtgenoote van den bekenden bankdief, een treurig ongeval had plaats gehad. Moeder en zoon waren in bewusteloozen toestand, elkander met de armen nauw omvat houdend, op de sofa gevonden, terwy'l de gaskranen beide open stonden. De beweegreden tot dit vreeselyk feit was nog onbekend. Uit gebrek of wegens behoeftige omstandigheden had men niet aldus gehandeld, want mevrouw Murich kreeg van den vroegeren chef van haar man, daar hij grootendeels aan diens onvermoeiden y'ver en helder doorzicht in zaken zyn opkomst te danken had, een be hoorlijk jaargeld. Het verdriet over den dood een diepe stem met eenigszins hard accent ' barbaren, maar wy zyn gezond; in ons ligt l nog een massa onversleten kracht ky'k t" Ik stond reeds in de geopende deur en zag i hoe Tberesa Feodorowra hare sterke, by'na mannelyke vuist balde. En, lachend, trotsch in , het bewustzijn van die «onversleten kracht" j trad zy met een Russischen groet my' toge! moet en my beide huiden toestekend, zei ze hardop: >Ik ben bly', een Duitscher te zien, die onze groote dichters in het oorspronkelijk leest". Ze zei dit'met zulk een eerlijke uit drukking op haar gelaat, zulk een bly' gevoel van oprechte vreugde, dat ik een seconde-lang in de verzoekirg kwam, te gelooven, dat hierin een bizondere verdienste was gelegen, die my' geheel en al van andere Duitschers onderscheidde. Maar het duurde ook niet lan ger dan een seconde, want in het volgend oogenblik verzonk alles voor my' in het niet, ik zag en voelde alleen haar, de krachtige, artistieke individualiteit met den onverzettely'ken wil. Moedig, vry, het hoofd vol gedachten, en de doordringende blik stralend van scheppingsvrengde. zóó stond ze daar voor mij. Het lange zwarifluweelen kleed, dat haar slanke gestalte soepel omsluit, en, van boven rond uitgesneden, den fraai-blanken hals voordeelig doet uitkomen, de overvloed van donkere krullende lokken ineengedraaid tot een knoop, de zorgvuldig onderhouden handen in de lange zwarte mitaines verraden dat in >die vrouwelijke rusaiscbe barbaar" het gevoel voor aesthetische sterk is ontwikkeld. Onder het genot van een kop thee, kan zy' haar gasten door geestige, origineele opmer kingen over kunst en leven of door boeiende schilderingen van haar reis-ervaringen uren lang boeien. Verleden jaar in den nazomer ging zy naar Siberië, om, zooals zij zegt, een beeije op te frisschen. Negen dagen en negen nacïten reisde zij van Moskou naar Irkoetsk in den siberischen luxe-trein en van Irkoetsk verder in een slede door woeste, eiodelooze steppen, verlaten dorpen, dichtbesneeuwde wouden ver, onafzienbaar ver het land in, tot aan het Baikalmeer, het «heilige meer", met zyn wonderschoone, smaragdgroene, doorschynende diepten. «Natuur versterkt, beschaving verzwakt", sprak ze. Opwekking, kracht om te scheppen, vind ik alleen in het rijke, volle leven en in contact met de natuur, in de groote, ongerepte natuur en in den eenvoudigen mensch, niet in kunstwerk." In een ingezonden stuk aan de »Neue Freie Presse" by' gelegenheid van de discussie over Kimt's «Medicy'n" laat de kunstenares zich onder meer aldus uit: >De verschrikkelyke vy'and, die zich dwingt tusschen den schep penden kunstenaar en het publiek, zijn de galeryen, de musea. Het publiek moet in galeryen geen doodenvereering van alle werken houden. De musea mogen evenals de bijbel hun waarde hebben, men vergete echter niet, dat er een oud en een nieuw testament is". Therese Ries is in Moskou geboren; ze telde nauwely'ks zeventien jaar, toen ze zonder de voorgeschreven kennis op de akademie kwam, waar zy na verloop van weinige maanden een onderscheiding behaalde voor een geschilderden studiekop. Kort daarop legde zy zich op de beeldhouwkunst toe, werd echter niet lang daarna wegens herhaaldely'k vergryp tegen de discipline van de akademie weggezonden. Zonder hulp werkte zy' verder en schiep >de slaapwandelaarster", haar eerste groote mar merstuk, dat op de tentoonstelling van kunst werken te Moskou alras veel van zich deed spreken. Dit fraaie werk een fijne, jeugdige meit-jesfiguur met gesloten oogen en voorzichtig tastende handen staat thans in haar atelier. »Ik was destyds zelve een somnambule," zeide de kunstenares. »0ok ik tastte in het duister naar een weg." Therese Ries is geen zoekende of tastende meer. In het jaar 1894 kwam zy' naar Weenen en wilda de akademie bezoeken. Zy' werd niet toegelaten. Professor Hellmer, die haar groote begaafdheid erkende, leidde gedurende korten ty'd haar studiën. Na naar «slaapwandelaarster" is in Weenen veel groots en schoons door haar gewrocht. Een blik in haar atelier geeft ons eenigermate een voorstelling van haar ontwikkeling. Uit haar werken spreekt haar ziel; al wat daarin omging legde zy' neer in haar arbeid van «Lucifer", den oproermaker, tot »Gott Vater" ?iitiHiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiimiiii van haar echtgenoot was zy' ook langzamerhand te boven gekomen. Men" beweerde zelfs, dat een ongelukkige liefde de oorzaak van dit treurig drama was. Maar dit waren eenvoudig kletspraatjes. De .geheimzinnige heer," die dagelyks door mevr. Murich ontvangen werd, bleek alras enkel in de fantasie van een paar vriendelijke buurdames te hebben bestaan Wat was dus de reden ? Mevrouw Murich bleef standvastig weigeren, opheldering te geven. Haar eenige antwoord aan den commissaris van politie, zoowel als aan den rechter van instructie, bestond uit deze drie woorden: Het moest geschieden." * * U kunt gaan zitten," zeide de voorzitter op vriendelyken toon tot de beschuldigde, nadat hy aan de formaliteiten bad voldaan. Zy zag er vermoeid uit. Haar verdriet en de spoed, dien men achter het onderzoek zette, hadden haar sterk aangegrepen. stemt aldus toe, een poging gedaan te hebben, om uw zesjarig zoontje Victor door het inademen van vergiftig gas te hebben willen dooden ?" Zy' knikte bevestigend. De voorzitter Meid een oogenblik op. Het moeiely'kste gedeelte van het proces kwam nu. Doch er was geen uitweg. De rechters konden alleen uitspraak doen, wanneer zy het motief van dezen wanhopigen daad wisten. Zoudt u ons riiet willen zeggen, hoe n er toe gekomen bent, wat de drytveer uwer han deling is geweest ?" ... Ik móest het wel doen ... Het zou toch nutteloos geweest zyn, te blyven leven..." Het gelaat van den voorzitter nam een ernstige uitdrukking aan. Uw leven zou doelloos geweest zyn, zegt u. Uw leven en dat van uw zoon ? Ja, dat zegt ' , maar zelfs al was dit zoo, zou u dan wel het récht hebben, in het lot in te gry'pen Hoe zoudt ge u voor God's troon hebben kunnen j verantwoorden, als alles eens werkely'k zoo afgeloopen was, als men vreesde ? Nu! wat antwoordt u hierop ?" De beschuldige kromp ineen. Haar slanke, fijne gestalte zocht zich achter den verdediger te verbergen. Zij wou riöch iets, r och iemand zien. Maar dit was onmogely'k. Zy voelde, dat alle aanwezigen hun oogen stijf op baar gevestigd hielden, de gezworenen, de rechters en de toeschouwers op de tribune. En over aller gelaat lag dezelfde treurige, vragende blik. Het... moest geschieden." in oneindige liefde en goedheid. Haar kunst werd steeds dieper en vryer, haar verhouding tot de wereld en het meoschdom steeds hel derder. ?Lucifer", waaraan de gouden medaille is toegekend, is een meesterstuk van beeldhouw kunst. Somber, als zyn ry'k, zit hy op een rots, zy'n geheele ziel in opstand tegen den Schepper, al zy'n zinnen en denken vervuld met de op den zuil gebeitelde vraag: «Bist du glücklich, Ebenbild Gottes ?" en een ont kennend antwoord op deze vraag vormt de groep der «Unbesiegbaren", der vier mannen, die met inspanning aan een zwaar touw trekken. Zonder een straal van hoop in de verduisterde en van vermoeidheid uitgeputte gelaatstrekken, slepen zy' den zwaren last van hun vreugdeloos bestaan voort, tot zij er by'na by' neervallen. En toch klemmen zy zich met den y'zeren wil om te Wijven leven eraan vast. 'n Beeld van 't eeuwig mystieke. In haar groote liefde voor de armen en verdrukten onder de menschen, die wy' by' Dostojeweki, Leo Tolstoïen Gorki vinden, is zy' een echt kind . van het groote, treurige volk, waartoe zy behoort. En by' de twee geniale vrouwen, die de laatste tien jaren uit Rusland ors bekend zijn geworden, kunnen we thans Theresa Ries als derde tellen. ?Wat heeft die vrouw verbazend sterke hersenen, dat moet gezegd worden I" liet een dokter zich tegen my' uit, toen wy het atelier verlaten hadden en weder op straat waren. »En wat 'n ry'ke kunstenaarsziel!'1 riep ik uit, by'na boos over den onverschilligen toon van den anatoom. ?/n Ziel!'' herhaalde deze met bitteren spot. >Een goed werkend stel hersenen, dat is alles l Waar bly'ft haar «rijke ziel" dunkt u, als de hersens niet meer kunnen werken ? Vertelt u me dat eens, als u kunt." Ik geloofde het wel te weten, doch zweeg, nam na een paar seconden een kort en koel afscheid van hem en begaf me naar de voorjsarstentoonstellirig, om het laatste werk van Thereta Ries, ?Gottvater' een gedenksteen op het graf van een jongeling te gaan zien. Met dit werk heeft de kunstenares zich zelve overtreffen. Uit zware, chaotische steenmassa's komt het hoofd Gods te voorscbyn. Vol liefde en ernstige zachtheid ny'gt het zich naar den omhoogzwevenden, dooden jongeling en vol erbarming strekt hy' don arm uit om de teruggekeerde ziel tot zich te nemen. Over de gelaatstrekken van den doode ligt een uitdrukking van rust en vrede. Na lang rusteloos ronddolen op de aarde heeft de ziel eindelijk haar «thuis'' ge vonden. Zy' heeft gelijk, ook de kunst heeft haar nieuwe testament, dacht ik by my' zelf, toen ik een geruimen ty'd aandachtig en be wogen voor deze heerlyke schepping had ge staan. Ik dacht aan den terugkeer der ziel tot algeheele eenheid het eirddoel van alles waar der menschen borst naar haakt ik dacht aan de grenzen der menschheid, aan de een voudige vraag van den dokter: »Waar bly'ft de ziel, als de hersenen haar functies niet meer kunnen verrichten ?" en als een gebed kwamen de schoone woorden van Goethe my' op de lippen : W-nn der uralte Heilige Vater Mit gelaasener Hand Aus rollenden Wolken Segnende Blitze, Ueber die Erde sii't, Kusa ich ich den letzten Sanm seines Kleides Kindliche Schauer Treu in der Brust. Op de vruchtenmarkt gekomen zweefden nog de laatste woorden op my'n lippen. Met haar sterke armen op de breede heupen stonden de fruitverkoopsters voor haar welgevulde manden, om beurten, of in koor roepend: »Koop, koop, wie koopt my'n mooie wy'nappels ? koop, koop, vier om 'n dubbeltje !" Hoe rymt zich dat alles te zamen met God ditérboven ? Zou het een droom zy'n ? En toch l Kunst te Rotterdam. Willy Sluiter. We hebben ook deze txpositie bij Oldenzeel als een aangename verrassing te noteeren. iiniiifiiiiiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiHiinini Ditmaal hadden de woorden een anderen klank. Zy geleken op een uiting van wanhoop, en het scheen den voorzitter toe of de be schuldigde een heimelijk verlangen had, haar hart uit te storten. O, als het hem nu maar gelukken mocht, den weg naar dat overvolle hart te vinden. U hebt na den ongelukkigen dood van uw man, alleen met uw kind geleefd. Wat deedt u al dien ty'd?'' My'n kind opvoeden," klonk het op uiterst zwaarmoedigen toon gegeven antwoord. De voorzitter bladerde in de voor hem lig gende papieren. Toen hernam hy : Ik zie hier, dat u voor u en uw zoontje een voldoend jaarly'ksch inkomen hebt en dat u het verdriet over den dood van uw man langzamer hand bent te boven gekomen. Me dunkt u moest je onder de gegeven omstandigheden eigenlyk gelukkig gevoeld hebben en toch ., ." Deze woorden, op hartelijken, deelnemenden toon geuit, schenen het hart van de jonge vrouw getroffen te hebben. Er kwam plotseling een schittering in haar oog, een blos overtoog haar wangen en zacht, doch snel viel ze den voorzitter in de rede : O, ja l in den beginne was ik ook gelukkig, ach zoo gelukkig. Iedereen liet me met rust, niemand bekommerde zich ommy'. Ik was alty'd alleen met myn jongen, en ik wenschte maar n ding, voor hem te leven. En het zou me, ondanks alles, ook wel gelukt zy'n, hem zyn weg door het leven te helpen vinden..." Nu, en verder?" Verder... o, God! toen kwam die dag I" Welke dag?" ... De dag, waarop ik tot de ontdekking kwam, dat hy' op hèna leek." BHy' op wien ? Ik begrijp u niet. Uw zoontje op uw man ?" Ja ! Maar niet alleen zy'n gezicht. Neen ... Zy'n karakter was helaas ook precies als dat van zyn vader." De beschuldigde haalde langzaam en met moeite adem. Men kon het haar aanzien, dat zy' zich geweld aandoen moest, om meer samenhang in haar woorden te brengen. Eindely'k ging ze voort: We waren aan het wandelen, Victor en ik. Toen we een eindje geloopen hadden en in een melkhuis wat gingen rusten, vroeg hy' my een dubbeltje, om een stukje chocolade te krygen uit een automaat, die op de toonbank stond. Ik zei: neen l" Toen keek hy my' aan en... ik zag in zyn rog denzelfden blik, waarmede my'n man my had aangezien, toen by' my voor het eerst geld voor het hazardspel wilde af in zijn oeuvre" hebben we Willy Sluiter nog niet zoo compleet, en zoo goed, gezien. Voor enkele jaren <xposeerde hij een aantal onge ncadreerde teekenixgen en krabbels en op de laatste vierjaarlijksche kwam hij met een schil derij, knap geestig werk, goed gedaan, maar Biet zoo buitengewoon, handig mér dan talentvol. Maar sedert z»gen we op de Katwijksche visscherijtentoonstelling een stuk of wat pastele van Willy Sluiter die, in een bijzondere om geving van mooie Toorops en een krachtige Wiegers ó. a. zich txcellent hielden. Op deze Rotterdamsche tentoonstelling nu, is hij volledig in zijn oeuvre uitgekomen, in krachtig, rijp, mooi werk. Het meest te waardeeren is wel, dat de jonge schilder 't met eenvoudige middelen, in rustige oorspronkelijkheid, heeft bereikt, dat hij be houdens een enkele olieverf 't niet in een buitengewoon procédézocht, waartoe jongeren zich al te veel verleiden laten en dat hij, in het milieu van zijn dagelijksch bestaan, in Katwijk, met artistiek oog en trouwhartigheid waarge nomen, zijn mooist geslaagde sujetten vond. De portretten van Katwijksche visschers en' hun vrouwen, van menschen wier bestaan hij weet, en wier leven hij heeft leeren kennen, zij zyn niet het masker ,van het gelaat allén, maar geven in de stoere zienirg der oogen, in den wilsvast gegrepen mond, in de zorg-rimpeling der verweerde gezichten, een iunig-zijr, een ka rakter, een stuk van een menEchenleven. Het blijkt alles vrij gemakkelijk gedaan, met vlotten streek en toch in een uiterst zorgvolle behandeling, dertig schilderijen en pastelteekecingen, waarvan de sujetten nog al wat uiteenloopen, Van de portretten hebben we er n niet het gelukkigst staal van Sluiters kunst even wel voor ons museum mogen behouden. Het mooist in zijn portretten lijkt ons dat van Jacob Kulk, ruigen visscher met zwaar veiweerde kop eu diep starer.de oogen, en dat van het oude vrouwtje (8) met den ontroerend droevigen blik en het mooi gezicht vol gelatenheid. In zijn pastei weet Sluiter een frappante kleurenrijkdom te ontwikkelen en een stofuit drukking te vinden T an zeer voorname qualiteit. Bijzonder daarom ook, is het, portret van Aaltje de Haas, met het rijke diepe blauw van de rok, en de kleuren en tmtenschikking zoowel vau het fijne hoofd en de buste als van den achter grond. Voor zijn humor pleit, mér dan de wat ge forceerde snob-!ypen in Bij de wedstry'den te Auteuil", Uitgaan van het theater" en Win ter", dat kostelijk porlretje van Jopie". Een onhandig klein manneke in een dikke ombulling van kleertjes is in een speelgoedrommel doende en op den achtergrond staat een dwaas kortpootig konijntje als op schildwacht een ge val zoo simpel en van uitvoering ongeloofelijk sober, maar dat een meesterstukje van geestig bedenken en schikken is. Naast zijn portretten fxposeert Sluiter land schappen en binnenhuisjes, friscl), levendig en van gezienheid en weergave c ie den schilder hoezeer in de portretten dan toch altijd zijn beste kunnen blijkt den gelijke stelt van welvermaarden in het gilde. Vooral dat kloek-gedane blonde Kar in het Duin" en het uiterst sim pele Oud huisje", dat evenzeer als Interieur" alweer bewijst met hoe weinig middelen de kunstenaar het uitnemende bereiken kan. _ H. D. De aestbetisclie oDflcrgaiig yan liet moderne (Ingezonden.) In het groot genomen (over de détails, de gevelversiering van het bouwwerk worde nu niet gesproken) is het Kurhaus, het centrum van het moderne Scheveningen, ongetwy'feld een prachtig en geweldig gebouw. Het is prach tig van vorm, van ly'n (de mooie koepel enz.) en uitstekend van kleur : het oranjekleurig gebouw met het grijze dak, en in overeenstem ming met de zeldzaam fijne kleuren, die men dicht bij de zee in dit wonderland van ons aantreft. Bg blauwe als by grijze lucht passen zich de kleuren goed aan. Vooral by' blauwe lucht heeft men een prachtige harmonie van oranje en blauw. Een goed gebouw is een kunstwerk, niet waar ? En als een kunstwerk eenmaal is ontiiiiiiiiiimiiiiliiitiin iiiiiliiiiiiiiiiii persen.'' Een kind van zes jaar ! O, maar dat zyn schrikbeelden uwer fantasie." Ik geef u de verzekering, dat het wél zoo was; en van dien dagaf aan, werd ik bang voor hem, had ik angst voor de toekomst." Een lange pauze ontstond. De procureurgeneraal en de verdediger zaten y'verig en in Eïspannen verwachting hunne notities te maken. e rechters zagen met medelijdende blikken op de beschuldigde neer. Op de tweede bank hoorde men hier en daar fluisteren. U hebt het kind van deze toevallige gely'kenis toch niets laten merken ?" vroeg de voorzitter. O neen. Ik ben precies bly'ven doen, zooals ik gewoon was te doen. Maar van dien noodlottigen dag af aan, is het begonnen." Begonnen! Wat?" Eerst... miste ik de klontjes uit den suikerpot, koekjea uit het trommeltje. Ik trachtte hem nog te verontschuldigen, door myzelf wy's te maken, dat alle kinderen snoepachtig zy'n, maar later ... later waren my'n diamanten ring, mijn armband, een gouden broche spoorloos verdwenen... een dag of wat later vond ik ze terug. Hy' had ze in een zandemmertje onder een laagje zand verstopt en het emmertje in een hoekje van zy'n zandbak begraven." De beschuldigde weende zacht. U hadt hem daarvoor streng moeten straf fen," merkte de voorzitter aan. Als kinderen op zoo jeugdigen leefty'd reeds dergelyke nei gingen aan den dag leggen, moet men desnoods met slaa» die fouten trachten uit te roeien." Dat zei de juffrouw, waar hy'op school ging, ook, toen ik haar om raad vroeg. Zy voegde er nog by', dat hy' was als de ekster, die ook alles wat blinkt en glanst wegneemt. Toen heb ik hem dan ook een pak slaag gegeven... maar by eiken slag bloedde my'n hart. En wat was het gevolg? Van toen af aan begon hy' te liegen en ... nog meer te stelen. Niet alleen glanzende of glinsterende dingen, neen allerlei geldstukken, centen, dubbeltjes, kwartjes, enz, alles, wat bij maar krygen kon, was van zy'n gading... En eensklaps schoot my iets in de gedachte. Het kind was geboren juist in den ty'd, dat my'n man zy'n chef bestal. Die kwade neiging, dat vreeselyk gebrek, had hy' dus van zyn vader overgeërfd dat was my'n zoon's erfdeel... O, God!" En heeft u er nooit over gedacht er werk van te maken, dat de jongen in een verbeterhuis werd opgenomen ?'' vroeg de president, wiens stem thans zelf van inwendige ontroering getuigde. Hem van my' wegsturen. My'n jongen naar staan, moet dat zoo bly'ven. Daar gaat m g dan liefst niet meer aan veranderen. Moet er toch iets aan gewyzigd, dan dient men natuur!y'k zér omzichtig te zy'n, om het geheel te be waren en den sty'l niet te schaden, want anders gaat het kunstwerk te gronde. Men heeft een wandelhoofd gebouwd, wel niet mooi met al zy'n staken en tierlantynen, maar dat daargelaten. Ik spreek daar van staken en kan de ver zot king niet weerstaan even te zeggen, dat ik niet behoor tot hen, die in liefhebberende middelmatigheid zich aanmatigen te zyn tegen telephoonpalen, bovengrondsche electriache geleidingen, rechte straten, breede boulevards en dergelyke, omdat al die dingen, zeggen ze, niet mooi kunnen gebouwd worden. Maar integendeel, dat alles kan zér mooi gebouwd worden en ik ben er heftig voor en vind ze buitengemeen- begeer en s waard breede boule vards, telephaonpalen *) electrische geleidingen, zelfs onafzienbare en rechte straten, ja zelfs lange r yen gelijkvormige huizen (rechte lijnen zy'n zuiver-artistiek slecht, modern-architec turaal en voor moderne stedenbouw grootscb), want ze behooren onder de dingen, die de meest sterke en schoonste visies geven van mmittiiiiiiitiiiiuiim tiiMiiiiiiiiiitiMiittiiiiMiMiimi*iiiiiiMiitit«tiMi TRADEMARK NlARTELL'S COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg baar bij alle Wijnhandelaars en bij de vertegenwoordigers KOOPMANS & BRUINIER, Wynhandelaars te Amsterdam. Prijzen fan af ? 2,50 per Flescli. Hoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S 1 Noraaal-WolartMei. E. F. DEUSCHLB-BENQB*, Amsterdam, Kalverstr. IK Eenig specialiteit in da** artikelen in geheel Nedwr' Rijwielen zijn de beste voor /125 met 2 jaar garantie. Vraagt geïllustreerden Prijscourant aan de Hoofdagenten A. DRUKKER & Co., Amsterdam, O. Z. Voorburgwal 242 en 248 b/d Damstraat. BISCUITS zijn de fijnste. Piano-, (W- en Mnzietadel EYROOS de KALSHOTEH, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS «n PIANINO'S In Koop en in H«K. Beparaaran Stammen Rollan. een ander zenden en nog wel naar zód'n in richting? Ach lieve God, waar had ik dan moeten bly'ven ? Neen, dan duizendmaal liever den dood ! ... Dat heeft zyn vader ook gedaan, toen hy' de schande over zich komen zag. Maar zoo iets kon Victor niet doen, daarvoor was my'n ventje nog te jong en ziet u, omdat hy het niet kon, moest ik het wel doen, en om hem het sterven gemakkelijker te maken, had ik besloten, dat we samen zouden gaan... Bovendien, zonder hem had het leven toch geen waarde meer voor me... En nu heb ik u alles verteld, nu weet u, waarom het ge beuren móest..." Bij deze laatste woorden had de jonge vrouw zich hoog opgericht. Er scheen iets fiers over haar gekomen te zijn. Zij stond daar niet larger als een aangeklaagde, een beschuldigde, neen, veeleer als eene, die zeli richt. De zitting werd eenige oogenblikken ge schorst. Daarna sprak de procureur-generaal het schuldig in zooverre de aanklacht betreft" uit. Op de eigenaardige pbysieke motieven kon eerst in het pleidooi gewezen worden. De verdediger van mevrouw Murich, een nog JDng, doch uiterst begaafd advokaat, kwam nu aan het woord. Als beschuldigde bijna zou zy'n verhongerd, zou ze worden vrygesproken, omdat de nood haar tot het verrichten van dezen droeven daad had genoopt. Maar zon de schande, die haar en haar kind te wachten stonden, een niet nog veel ergere, veel vreeselyker nood zyn geweest ? Als ge beklaagde zoudt veroordeelen, stondt ge in my'n oogen gelijk met gemeene misdadigers... Verder heb ik hieraan niets toe te voegen..." De rechters behoefden slechts weinig ty'd voor hun beraadslaging ; de uitspraak luidde : Niet schuldig!" Beschuldigde, ge zyt vrygesproken," kon digde de voorzitter aan. Ga nu naar huis en tracht uw lot te dragen, zooals iedere moeder het doen moet, help uw kind, wees hem tot steun en het zal u gelukken hem pas voor pas weder op den rechten weg te brengen." Ik zal my'n best doen." Zacht en treurig kwam het antwoord over haar lippen. Nog een weemoedigen blik op de mannen tegenover haar aan de groene tafel, de mannen die haar het leven hadden hergeven. Wat voor een leven l ... Toen verliet zy' met wankelende schreden de gerechtszaal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl