De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 28 juni pagina 9

28 juni 1903 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1357 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De uitbreiding van Amsterdam. De ontruiming van Mantschoerjje. (Postillon) RUSLAND: «Zeg 'eris, won je wat?'' JAPAN : »Je had beloofd, Mantschoerye te ontruimen ..." RUSLAND : «Zie je dan niet hoe ik al ontruim ..." Burgemeester VAN LEEUWEN : »Heeren Professoren, ik zou u wel eens over haar willen consulteeren ; zy wordt onrustbarend dik maar ik vind haar stapjes 't is geen gezonde dikte..." De aangeklaagde geschetst door zijn verdediger en geschetst door den aanklager. IIIIIUIIIIIIlnlIIIIIIIUIIIIMIIIMMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIItlllllllllnilllllllllll (Jugend). Koning PETER KAKAGEOKGIEWITSCH UIT DE NATUUR XIX. Het geheim van de rozen. Nu is het de volle mooie rozen yd. In de ?duinen, ia de parken en in de tuinen, aan den zuidz3om van de bosscben en in de hagen langs de roggevelden, overal en overal bloeien de rozen, wildeen gekw< ekte, prachtige certiiolia's en eenvoudige even mooie enkele ; hoogstammea en maindrozen, zacht zoet of bedwel mend van g.ur; gloeiend van kleur of teer van tint en zoo exquis van vorm dat het aanraken met onze grove vinger* een zonde tegen de schoonheid lijkt. Of ze als lage duinroosjes onze heuvels met een wit en groen rozentapyt beieggen of als klimrozen villagevels en kerkmuren drapeeren, altyd weten ze ieders oog te bekoorcn door een volmaakte schoonheid. De meeste bloemen zyn aan de mode onderhevig, hebben tyden van eer en van vergetelheid, de roos is de klassieke bloem; de bloem die al in oude tijden door Grieken, Gothen en Romeinen gekweekt en bezongen werd; later, vooral in Middeneuropa ontstond een ware vereering, een rozen«ultus. Is het te verwonderen dat het een wonderb oem werd, een remedie tegen alle kwalen, een talisman tegen het ongeluk, een toovermiddel tegen bet booze oog, het symbool der liefje bij uitnemendheid, de bloem van fabel en mythe? Maar bovendien is er sedert onheugelijke tyden iets geheimzinnigs in het rozen symbool ontstaan. Het was bij de Grieken de bloem van Venus en in een oude mythe wordt al gewaagd van haar zoon Eros (de dageraad) die de roos van Venus aan Harpokrates schonk, opdat ge heim zou blijven wat zijn moeder misschien verkeerds had gedaan. Zoo ook schilderde de waard een roos aan de zoldering boven de stamtafel en wat daar onder dit teeken, sub rosa, van elkaar of van anderen verteld werd, mocht geen oningewyde ter oore komen. Over het geheim van den rozenknop zy'n in de middeleeuwen allerlei verhalen in omloop gekomen, de bloembladeren die elkaar zoo wonderlijk mooi omsluiten, de plooien van de binnenste bladeren, de stand van stempels en mseldraden, dat alles had een bijzondere ge heime beteekenis, die met het lot van den mennen in verband stond. De beroemde Albertus Magnus vond in de 13de eeuw nu ook nog een uiterlijk geheim aan de rozenkelk. Hy' bemerkte een zonderlinge geschiedenis aan de slippen van een rozenkelk. Deze slippen namelijk hebben de eigenaardig heid ongelijk en toch regelmatig te zijn. Ieder kan bij de meeste rozensoorten (tenzy het door voortgezette kweeking zeer gewijzigde hybriden zy'n geworden) die vreemde kelkvorrning terugvinden. Lst maar op de rarden van de vy'f slippen. Twee zijn er die zyslipjes hebben, soms vele en lange, alsof elke slip een Rozenknoppen van verschillende zijden gezien, om de gebaarde en de baardelooze kelk slippen en de half gebaarde naar v oren te brengen. diep ingesneden rozenblaadje was, twee zijn geheel gaaf van rand en n is kaal aan de eene zy'de, met slipjes voorzien, gebaard" aan de andere zyde. Wie dit gezien heeft, kent ook de oplossing van het oude Latynsche rozenraadsel: Quinque sunt frates; Duo sunt barbati; Duo sine barba nati; Ilnus e quinque Non habet barbam utrirque. Wat vertaald luidt: Er waren eens vy'f broeders; twee kregen een baard, twee zijn zonder baard gebleven, en een droeg aan ne zy'de een baard. Dit is op zichzelf al iets by'zondere, maar geheimzinniger wordt de zaak als men de rozenkelk recht voor zich houdt en op de volgorde van de verschillende slippen let De twee broeders met biarden staan niet naast elkaar en de twee baardelooze ook niet, de halt geschoren heer is tusschen de kaalste en de harigste broer geplaatst. Telt ge van de slip met de zwaarste baard naar de tweede baard, dan naar de halve en eindely'k naar de baardelooze, dan moet ge telkens een slip overslaan. Telt ge van l tot f> in tegengestelde richting, dan moet ge twee overslaan om de volgorde der baarden tekrygen. Teeken de keik even op een papier, zet 5 nummers by' de slippen in de volgorde der baarden, en trek nu zonder het potlood op te lichten van l o /er 2 B en 4 naar vijf, dan hebt ge het geheimzinnige figuur, de overoude hieroglyphe, het teeken dat in de middel eeuwen een huivering kostte aan ieder die het toevallig bij n of ander ding op merkte, het pentagram of drudenvoet, het oude symbool van het raadselachtige en het verborgene, dat op de mantels der priesters, op de brieven der philosofen uit de school van Pythagoras voorkomt. Ook op oude zegelringen uit het oosten is het gevonden en later werd het wel als vensterroos in Gothische kerken gezet; zelfs den duivel was dat teeken te machtig; denk maar aan Mephisto, die niet over den drempel van Faust's studeervertrek kon komen. En zie dezelfde groote geest, dezelfde Goethe, die Faust en Mephistofeles schiep, ontdekte het geheim van het pentagram in de rozenke k. HU' was het die in de botanische wetenschap de theorie van de metamorphose der bladeren invoerde; alle bloemdeelen, ook kroon- en kelkbladeren zy'n niet anders dan vervormde sten gelbladeren. Die rozenkelkslippen zijn bladeren, die hoe meer ze de bloem naderen sterker van gewone bladeren afwijken. En nu behoeft ge maar even den stand van de stengelbladen bij een roos na te gaan om in de raadselachtige rozenkelk een bewy's voor Goethe's stelling te vinden. Daartoe moet ge een heel lange, jonge, recht opgeschoten of draaing opgeschoten klaar. Wind bij loot nemen, die geen wringing vertoont; by in 't volle licht struiken komt ge het beste den voet van zoo'n samengesteld blad een dun wit draadje om den stengel, en slinger het onder langst de voeten van de daarboven geplaatste bladeren, zóó dat ge dus de plaatse a raakt, waar het rozenblad (dat bestaat meest uit 7 of 9 blaadjes aan n steel) uit den stengel komt. Nu ziet ge dadelyk dat het zesde blad net weer boven het eerste komt te staan, het twaalfde boven het zesde, enz. Ook merkt ge dat ge tweemaal den stengel rond zy't geweest vóór het zesde blad kwam, ge hebt een spiraal met twee windingen om den rozenstengel geslagen. De vijf bladeren zy'n dus spiraalegewy'ze om den stengel geplaatst, zóó dat vy'f bladeren op twee windingen komen Denkt ge u nu, terwijl ge den tak met het draadje in de hand hebt de afstanden tusschen elke twee bladeren wat korter, nog wat korter, dan komen de bladeren op 't laatst in een kring te staan, met de voeten dus ongeveer op n hoogte. En kijk nu maar na (maar nummer eerst even de bladeren van onder naar boven) het tweede blad, dat ge in gedachten hebt laten zakken, komt nu niet naast het eerste te ligges, want het hooger geplaatste No. 4 van de tweede winding valt er tuesclien, zoo No. 5 tusschen 3 en No. 1. De rozenkelkslippen zijn op dezeltde wy'ze geplaatst, vy'f op twee spiralen, die plat zijn gedrukt zoodat de vijf blaadjes naast elkaar kwamen te liggen. Zoo is al het angstig geheimzinnige van het rozenpentagram weggeblazen, door de kalm voortschrijdende wetenschap. Als het Zondag regent moet u met de kinderen het zaakje maar eens uit zoeken, het niet opgeven als het niet dadelijk lukt, het komt uit. En heef c u er al hoogere burgers ; / '' of gymnasiasten by, zoek dan ook den bladstand by andere planten te bepalen, met heesters gaat dat het beste. In de botanie drukt men dien stand in cijfers uit. De rozenbladstand is 2/5, d. w. z., zooals ge nu al [weet, vijf bladeren op twee spiraalwindingen, het 6de boven het eerste. Deze stand komt zeer veel voor. Andere zy'n: ljt, '3, '/'s, ;'/«, r'/i;1> Y-"> "!**> 21('5.-,, 34/.-,s. De voorste komen bij eenzaadlobbige planten (leliesoorten o. a.) veel voor, -'/* en de hoogere cijfers by planten met bladrozetten, zooals huislook. Schimper en Braun hebben die bladstandgeschiedenis uit voerig onderzocht. Als er geen zetfout in de cijfers sluipt, moet ge de wiskunttenaars onder de jongelui, eens weer het regelmatige in deze breuken laten opzoeken. Elke volgende teller is name lijk gelijk aan de som van de beide vorige; zoodat de getallen die de tellers voorstellen, l, 2, 3, 5, 8 enz., een in de wiskunde bekende verhouding aangeven, af te leiden uit een ket tingbreuk met z = 2. Zoo is pas het raadsel van de stokoude Albertus Magnus ontsluierd of daar komen een paar splinternieuwe botanici weer een geheimzinnige mathematica In den Een rozenkelk, vlak uitgetpreid, van onder gezien. Onderaan het pentagram. bouw van de plant wonderlijker is. ontdekken, die nog veel E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl