De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 5 juli pagina 5

5 juli 1903 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

?6 K ST'E R D A M M R W K E K B-LA D VOOR NEDER L A N RSCH C IE AMSTERDAM. E N T E LUNDI6 JUILLET et jours suivants REDÜITS de toLites les marchandises saiis anomie exception. AFFAIRES HORS COURS. Soieries. lionisine impression, haute Nouveau' . Largeur 53 cM., pure soie, fond Louis XVI. Vakur réelle fis. 3 75 blanc, dessins 2.25 Cotons. Toiles et Coutils, pour robes. Largeur 80 centimètres., Vakur réelle fli. 1.75. 0.95 Blouses, Jupons. Complets Tailleur. Blouses batiste brodée, Hongrois-, petits plig Lingerie. Japons-Iiingerie, Batiste, garnis Dentelle et 3 entre-denx Vaiencienne, Vakur réelle fli. 1050. Itoléru Blouson, Jupe en Lainage garnis galons couleurs. Valeur réelle fis 25.?. \m Boléro Vagae a plis, Jupe en toile ex'ra. Vakur réelle fl* 29.?. 3DIE QTJELC^TJES OOCA-SIOlsTS. 1 LOt. .!^*!*»*»* L.mètr. FaDtaisies Soie & ]m (Jupe et Paletot) Tissu coton, toutes ^{^ nuances ., 15.I LOl laraSDlS il Valeur 7.50. Pure Soie .... 2.50 l Lot. Litety & Tf il! pure soie. reaux.... l Lot Rotes Wants Blouses fl'EÉnts en coton nté.. 0.95 1 LOt Valeur 145 Suèdefia .0.95 1 Lot. Lonlsine, Tiissor impretóion" ; 1.45 1 Lot. Chapflx Wants un pen ^.. 0.95 en flanelle nté_. 1.50 nouveaux. l Lot Tin Laiie et doublées en soie; défraicbies .5.Blouses Coton toutes nuances 1.90 légèrement défraichis. 7.50 1 Lot TissBS Laine en Lainages, toutes nuances. 15Plnnooo TdffbtQo hrnrlp DlUllüuüIdliüldo UlUllD entièrement doublées ...8.50 belle soie beaux modèles. 15.Tous nos modèles de Paris en Robes et Manteaux, seront vendus a moitie prix. iiiiiiiiiiiiiiiin iiiMiMiiniiimiiiiii i i immiiiiiiim mm m i n it imhiiinm 1111 mi m n n i m ummm mm n mi mi mm i iimiii.n u nmimiimiiiiimmiiiii i mi minimin u m minimum iiimm l* DAMEjSf. ?IE De warme zomeravonden kunnen groote tijdroovers zijn. Alleen in den tuin vindt men dan verademing voor de afmattende hitte van den dag. Het gansche gez n komt daar bijeen en men blijft er, lang nog nadat de invallende duisternii eiken arbeid onmogelijk heeft gemaakt. Zulke uren hebben, echter, ook hun nut. Her inneringen en beelden, meestal op den achter grond gedrongen door de bezigheden van den dag, rijzen dan op de vleugels der gtauwe nevelen omhoog; enkelen zijn als glansrijke sterrer, die een voor een aan het uitspansel zichtbaar worden; anderen wederom als omfloersd van traeen; maar ronder uitzondering hebben zij ons iets te zeggen en er zijn er onder, die ons ernstige lessen toefluisteren. Zoo ook trad zij mij voor den geest, de vrouw, wier dood kort te voren een raadsel voor hare vrienden en bloedverwanten had uitgemaakt. Zij bezat alles wat het leven waarde schenkt: gezondheid, rijkdom, aanzien. Nooit had zij zich iets behoeven te ontzeggen, en indien zij alleen waf, dit zelfs drukte haar niet; want zij kon zich omringen van familieleden en boeken en alles wat den mensch van ontwikkeling lief is. Nooit had zij een zwaar verlies geleden. Zij had veel gereisd, van kunst genoten; hare woning was een waar paleisje, vol schoone voorwerpen, en toch .... pleegde zij zelfmoord! Zij deed dit nitt in eene kortstondige opwelling van wanhoop; maar vabtberader, na daartoe reeds vier verschillende pogingen te hebbeu aangewend en telkens den dood van nabij onder de oogen te hebben gezien. Men bewaakte haar zorgvuldig; ten slotte echter wist zij toch haar noodlottig voornemen te volvoeren. De laatste maal, dat ik haar bezocht en zij mij van haar onverwinnelijk verlangen naar het einde >prak, antwoordde zij op mijne vraag: f Maar waarom P" met een hartroerend : «Mijn bestaan is geen. bestaan; ik heb nooit geleefd." Wat dan had er aan haar leven ontbroken? Zij scheen het mij toe te fluisteren in de stilte van dat warme avonduur, nu 't Mysterie van den dood, het raadsel van bet leven voor haar waren verklaard: zij had nooit gelee f d voor anderen; zij had daardoor de groote wet overtreden, die niemand straffeloos verkracht, en het kon niet anders, of daarop moest voor een geest als den bare vertwijfeling volgen. Hare klacht bewijst het: zij had hit volle gewicht van dit verzuim verslaan; maar het moet haar te laat hebben toegeschener, en misschien was het dat ook. Zelfzucht is gelijk aan een zeemonster, dat telkens zijn prooi met nieuwe armen omkneit. Er zich aan te ontworstelen vergt meer kracht dan haar geschonken was, en die zelfzucht had zich vroegtijdig van haar meester gemaakt, reeds in het ouderlijk buis, waar allen zich nitsloofflllllHllliimmiiiiiiiiiiiiiiiHHilimiiiiiliiiiiiimiiiiiimiiiiiii den, om het eenige kind toch genoegen te geven; men had haar geest, niet haar hart, opgevoed. Zij laat fraaie schilderstukken, maar geen enkele weldaad achter. Zij heeft voor niets geleefd. Zoolang er twee mensehen op aarde zullen overblijven, zoolang zal de een geroepen zijn den ander te steunen en trouw bij te staan. Arbeid is zegen, arbeid schenkt geluk; maar booger zelfs dan de arbeid, dan ontwikkeling, dan geluk staat het leven voor anderen, en het is niet voldoende dit te doen in eigen kring. Niets valt lichter dan zich toe te wijden aan wie ons dierbaar zijn ; maar het komt er op aan ook verder te gaan en vreugde te verspreiden onder de onbeminden, de onbeminnelijken. Welk eene schoone gewoonte was het eertijds niet, dat af/onderen van een liende zijner in komsten voor liefdegaven ! Had deze vrouw dat gedaan, zij zou jaar op jaar tien kinderen van armen brood hebben kunnen geven en op laten leiden tot flinke werklieden; zij had medegeleefd met die door baar gelukkig gemaakte we zens, hunne kindereu waren hare kleinkinderen geworden, hunne vreugde de hare. Leven is geen leven zoolang het geen mede leven is, en tot dat medeleven wordt niet eens veel geld vereischt; men moet daartoe putten uit de eindeloos rijke schatkameren des harten, zich voornemen geen enkelen dag voorbij te laten gaan zonder dat er een vriendelijke daad werd verricht. Aan eigen haard moet men daar mede beginnen ; het zijn treurige wezens, die zich onheusch betoonen in huis en daarna hun tijd aan anderen schenken; maar boe lang is een dag niet, en wat al gelegenheden tot mede leven doen zich daarin aan ons voor! Somtijds zijn het maar zeer kleine dingen, die wij kunnen verrichten: een bende stoute kinderen omringt een boom en werpt steenen naar een vogelnestje, om het naar omlaag te doen tuimelen. Wij zijn er getuige van en zouden ons schamen daar tegen op te komen. Schamen voor wie ? Voor die bengels ? Zullen wij ons niet scbamen over onszelven, als wij hen laten begaan ? Trouwens een paar uit bet hart gekomen woorden zullen doordringen tot het hart; die knapen zijn niet slecht, alleen maar gedichteloos wreed, niemand leerde hun dat dieren kwellen misdadig is. Zij zullen de vogels met rust laten, als men hen weet te roeren. Verderop staat de hut eener arme vrouw, wier zoon in een ander werelddeel is. Zij zou hem zoo gaarne willen schrijven; maar zij is «ongeleerd"; hoe licht kan onze pen baar niet dien kleinen dienst bewijzen ! Wij geven afge dragen kleederen weg, velen verkoopen ze. zon der te bedenken hoeveel waarde zij voor groote gezinnen zouden hebben, en wij schenken ze aan moeder?., die zelf niet kunnen naaien of geen tijd daartoe hebben. Waarom maken wij daarvan eigenhandig geen jurkjes of andere kleedingstukken P Waarom gaan wij zoo zelden tot ouden van dager, die niemand meer bezoekt? Waarom zenden wij onze uitgelezen bladen en tijdschriften niet aan grijsaards of zieken, die zelf de middelen niet bezitten tot het verkrijgen van lectuur P Of wordt heel onze da» door arbeid ingeno men, waarom daa de vruchten van dat werk alleen ten eigen bate aangewend ? Wfarom niet gedeeld met de hongerigen, de kranken, de kleinen P Is het geen ontzettend denkbeeld, dat er in Frankrijk 350,000 dakloozen zijn, dat Londen er in den afgeloopen winter 68.000 telde? Het juiste cijfer in Nederland is ons niet be kend; maar al die zwervelin^en klagen het overige menschdom aan. Hun spookachtig beeld moest elke overtollige weelde vergallen. Een enkel balbouquet kost vijftien gulden en morgen reeds zijn die bloemen verwelkt; maar voor dat bediag had men vijftien gezinnen een maal kunnen verschaffen. Zou de vrouw niet hoog genoeg motten staan, om bet zich tot een eer te reke net), als haar cavalier tot haar zeide: //Ik was overtuigd u daarn.ede meer voldoening te schenken dan met wat rozen". O! de kansen die verloren gaan en nooit wederkeeren I Hoe vaak weten wij niet dat wij deze of gene vriendelijke daad moesten volbrengen ; maar zij zou ons moeite kosten, en wij leggen ons hart bet stilzwijgen op. Morgen zal de i-tem van dat hart zich minder luid verheffen, en daarna al flauwer en flauwer worden, tot zij in het ge heel niet meer wordt gehoord, tot wij opge houden hebben mensch te zijn en alleen nog voor eigen genietingen bestaan. Maar wie niet medeleeft, ziet vroeg of laat zijn schoonste bloemen waardeloos worden. Hij weet het niet wat hem altijd ontbreekt; doch wel gevoelt hij eene gapende leegte, etn gemis dat levensmoeheid meebreagt. Heden als gisteren staat hij tegenover zijn eigen ik en dat afgods beeld wordt langzaam door den tijd misvormd, alleen het graf gaapt hem tegen, het. graf waar geld noch goed hem in zullen volgen en hij staat alleen, met het bewustzijn onbetreurt te zullen verdwijnen. Medeleven had hem kunnen verzoenen met alles: ouderdom, ontgoochelmger, eenzaamheid, ziekte; want medeleven is de allereerste roeping van den mensch .... en in de eerste plaats van de vrouw. LOUISE STKATENUS. IIMItllllMlllllimillllHIIIHIIIIIIIIIIIIiiniiiKllliiiiiiiiiiii Tentoonstelling van vrouwenarbeid te Berlijn. Monna- V'anna-mantel. Conservatoire poiulaire te Parijs. Mejuffrouw dr. Gebser heeft met een sierlyke rede de tentoonstelling voor vrouwen-arbeid te Berly'n geopend. Evenals op onze uitstekend geslaagde ten toonstelling van vrouwen-arbeid, is teBerlyn, in n punt saamgebracht, de uiting van het arbeids-vermogen der vrouw, in me^st ver schillende richting. Mér dan dat. Het lykt wel, of men dit expositie-terrein wil gebruiken als studie-veld, om daarop nauwkeurig gadete-slaan, de vrouw, in haar koop-woede. Hoe valt anders te verklaren, de toestemming gegeven aan vele confectie-magazijnen, om hier naar hartelust banale en opdringerige uitstallingen te maken, van kleedingstukken die men overal in winkslkasten ziet preken ? Zeker, in die confecties schuilt arbeidskracht der vrouw. Niet onverdeeld. Sedert lange jaren zyr. wy er aangewend, dat men zich van top-tot-teen in de kleeren kan steken. Alles ligt, staat en hangt gereed. In alle afmetingen. In alle kleuren. Voor alle smaken. Voor alle beurzen. Kiezen, passen, betalen en klaar zijn Kees en Keetje. Buitengewone zorg ia besteed aan het troe telkindje onzer dagen, de hervorm-japon Elisabeth Winker heeft veel fantasie ont wikkeld in teekening en versiering van hervorm-japonnen. Om dit toilet tot zyn recht te doen komen, moet men niet terugdeinzen voor de moeite en kosten de commencer par Ie commencement Da onderkleeding moet hervormd worden, om de japon met succes te dragen. Veel dames willen of kunnen dit niet begrypen. Zouden da Monna-Vanna voorstellingen zonder invloed zyn gebleven op de mode ? Geenszins. Une femme qui se respecte wandelt naar de badkamer, gehuld in den Monna-Vanna mantel. Elk kind moet een naam hebben. Elk modetje een aanleiding om voor-den-dag te komen. Een kleedingstuk van niet geringe afmeting, lang en zeer wyd, een mantel ver vaardigd uit soupele stof, met wyde pagodemouwen, een sierlyke lap waarin de grootste vrouw zich kan drapeeren en verstoppertje spelen, zóó is de Monna-Vanna mantel. Hél geschikt om 's nachts altyd bij de-hand te hebben, ten einde by brand en andere on heilen in een ommezientje toonbaar en mo dieus te zijn Betty von Ravenstein treedt hoe langer hoe meer in het spoor van haar overleden voor gangster en kunstzuster, Rosa Bonheur. Deze dieren-vriendin en diererschilderes, buiten opgevoed, maakte van haar kinderjaren af een studie van stoeiende, staande, loopende, lig gende en slapende dieren. Heele honden- en paard en-families zyn voor deze tentoonstelling door Betty von Ravenstein op het doek gebracht. Haar viervoeters leven. Geen houten paarden, geen steen en honden. Natuur, met kunstvaar dige hand weergegeven. De beeldhouwkunst is vertegenwoordigd door Anna van Kahe. Merkwaardige proeven van haar talent zyn de statuetten >Lente", »Amor" en »Bacchus". Hongaarsche borduursels en handwerken, ingezonden door de Oostenryksche vereeniging Clotilde, onder protectoraat van barores Molcolmes, zyn de vreugde der toeschouwsters. De dames zyn er niet aan uitgekeken. Elisabeth Kassan zond een verzameling snoezige poppen in, voorstellend een boer enbruiloft in het Spreewald. Het typisch costuum dezer boeren en boerinnetjes dat steeds meer verdwyrt, kouit in dezen keurigen poppengroep tot zyn volle recht en kan misschien later by costuum-leer nog diensten doen. * * * Het conservatoire populaire te Pary», meer bekend onder den naam van Mimi Pinson, heeft zy'n ly'at van werkzaamheden uitge breid. Men herinnert zich wellicht, dat genoemd conservatoire werd opengesteld om aan de »ouvrière", naaister, hoedenmaakster, winkeljuffrouw, uren van ontspanning, genoegen en studie te bezorgen Een zeer sympathieke inrichting, waar de jonge meisjes les krijgen in zarg dans en voordracht. Nieuwsbladen en illustraties, de platen in de »Woche" en de ?Illustration" hebben ons gemeld hoe trouw de meisjes opkomen en hebben ons een kybje gegund op haar vergenoegde gezichtjes ty lens het onderwys. In het vervolg zal men de vlug heid en lenigheid der meifj 99 bevorderen, door haar ook gymnastiek en schermles te geven. Zy die van Parysche toestanden zoo goed als niets weten, zullen wellicht hun wrang veto doen hooren : »Mal, hél overdreven, aan jonge meisjes die haar eigen brood moeten verdienen, zulke wufte dingen te onderwijzen." Haar eigen brood. Juist. Haar eigen brood moet het blysen. Waarom moet dat brood zuur en hard zyn ? Afmattend en inspannend is het dagelyksch werk der Parysche »ouvrière". Het meisje werkt met de vlugheid en den VJver eigen aan haar ras.. Maar ook b aar jeugd heeft recht op vroolykheid en ontspanning. Vindt zy die niet langs behoorlyken weg, dan verglyden haar voetjes op duistere paden ... Niet langer eet zy dan haar eigen eerlykverdiend brood. Onder bet vly'tig pieken met de naald, het garneeren van hoeden, het vriendelijk en ge duldig praten met langdradige koopsters die soms niet te voldoen zijn, wat een troostryke, opbeurende gedachte: «Over een paar uur gaan wy zingen, dansen, een mooi vers réciteeren, heerlyk"! En nu nog die nuttige lichaams oefeningen er by ! Aardig l Wat zullen juist die lessen aanleiding geven tot onschuldige pret, tot uitbundig gelach ! CAÏ-BICE iiilimmmmmmimiillimiii kan ik in de keuken sparen? Door een juist gebruik met den reeds laug beproi-i'den, veelvuldig niet prijzen bekroonden MACiQI OJW T K KRI na Let opdienen bijgevoegd /.ij n voldoende, oogenblikkelijk, een verrass' nd krachtigen, "'" T -n t'laconw -v a 11 ? O.ÜO -t- r* -t f Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars. Want soepen weinige druppels sausen, ragouts enz., om gerechten, zooals: groenten, vleezen, aangenamen geur en smaak te geven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl