Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R NE D E R L A N D.
No. 1359
F. DOMBLA NIBUWENHUIS. Typen. Karak- ;
teratndies. Amsterdam, 8. L. van Looy
1903.
Onder bovengtaanden titel gaf F. Domela
Nienwenhnis een bundel toespraken im 't licht, j
die de aandacht ?verdienen, deelt van wege haar j
merk vaardigen inbond, deels als bijdrage tot de j
kennis zijner persoonlijke ontwikkeling. Blijkens
de voonede werden deze voordrachten door hem
gehouden in de Loge te 's- Qravenhage. nadat
hij) de Evacgelisch-Luthersche kerk als predi
kant verlaten had. H\j weigerde toen te vol
doen aan sommiger verlangen om te trachten
een Vrije Gemeente op te richten, daar het
voorbeeld der Vrije Gemeente te Amsterdam
hem waarschuwend voor oogen stond. De
Seitenhieb, die hrj aan laatstgenoemde geeft
stelt mij voor een persoonlijk feit,' waarbij 't mij
vergund z\j even stil te staan. Drieërlei grief
heeft hjj tegen de vereeniging, waarvan ik de
eer heb de voorganger te z\jn: dat zij een
hoogst fatsoenlijk karakter draagt, dat zij het
zoogenaamde rendez-vou» der vrijzinnigen op
godsdienstig gebied is en dat zij het eigenlijke
volk geheel buitensluit De eene is al zon
derlinger dan de andere. Zon hij dan wenschen
dat *ij een onfatsoenlijk karakter droeg ? Is
dan niet iedere vereeniging van geestverwanten
een rendes-vous voor allen die kinderen van
dienzelfden geest zijn ; is b.v. niet de
vereeuiging der vr$e socialisten een rendei-vous voor
allen die deze richting zijn toegedaan ? En
wat de uitsluiting van het. eigenlijke volk
betreft, niemand wordt hier uitgesloten; ook
de minder bedeelde kan zich aansluiten tegen
een contributie van ? l 'a j aars, of op een
vrije plaats de samenkomsten bijwonen, gelijk
er dan ook vrij wat werklieden zijn al zou ik
er zeker nog veel meerdere wenschen! die
onze samenkomsten bezoeken. De Vrije Ge
meente is intnsschen want hierop komen
de grieven neer geen socialistische kring
en heeft vooralsnog niet het minste plan om
zich in die richting te gaan bewegen. Doch
dit in 't voorbijgaan.
Het boek zelf verplaatst ons in een vroegere
periode der ontwikkeling van Domela
Nieuwenhuis. Er zat nog een stuk dominéin hem, toen
hy deze voordrachten of preeken hield. Want
preeken zgn 't in geSmancipeerden vorm. Ik
maak hem daarvan volstrekt geen verbijt,
maar constateer alleen bet feit. Preeken over
bijbelsche onderwerpen ; opmerkelijk toch is 't
dat al de typen, die hier ge teeken d worden,
zonder uitzondering, aan den bijbel zijn ont
leend. (Jammer dat hunne namen in den inhoud
zoo slecht gecorrigeerd zijn dat er van Kajavas,
Gemaliël en Demetrus gesproken wordt). Men
zon kunnen vragen, of deze of gene type niet
een beter vertegenwoordiger buiten den bijbel
zon gevonden hebben, of 't b.v. niet zeer
gewrongen is Kaïn voor te stellen als den type
van den kapitalist. *
Maar Nieuwenhnis was toen nog zoo by'belsch
in z\jn beschouwingen, dat hij zich als vanzelf
binnen het kader van dit boek bewoog. Ook
de revolutionaire anarchist was toen b\j hem
nog ver te zoeken. In zijn beschouwing toch
van den Nikodemustype heet het: »Wie een
beginsel van hart en ziel aanneemt, hij moet
zich losmaken van de begrippen en meeningen,
van de geheele denkwereld van 't oude, ja
meer dan dat, hij moet er naar leven. Maar
zegt misschien iemand die het ernstig meent
maar wij hebben toch rekening te honden
met allerlai dingen, wij kunnen toch allen niet
zooals wij willen, w\j hebben te letten op onze
belangen en verhoudingen. Ik antwoord: zeer
zeker en nooit zal ik iemand aan
raden om in het dolle al l es d oor
te zetten en zich aan niets te storen.
nliiis Prntlelman Brommeijer.
Daar zit ik w t er
in mijn eigen hnis.
Al een dag of zes,
of eigenlijk moet
ik zeggen, nog
maar een dag of
zes, want mijn
plan, om op 15
Juni in de Bocht
te zijn, heb ik niet
kunnen volvoe
ren. Die
Belgradosche geschie
denis had me een
weinig
geschoktde dokter vond
het beter, dat ik
eejst weer geheel
tot kalmte kwam;
ofechoon een
langer verblijf te
Men ton e daar
voor allerminst
noodig was ge
weest, want toen ik eenmaal wist, dat Peter
Karageorgewitch bereid was Alexander's
kroon op zijn hoofd te zetten, gevoelde ik
mij dadelijk ook weer rustig en van zorg
ontheven. Als er een kroon ergens valt, en
dan nogal in de viezigheid, zooals die daar
te Belgrado, loopt een fatsoenlijk mensch
altoos een rilling over zijn rug. Aanvankelijk
denk je dan, dat geen mensch hem zal
willen oprapen maar zie je nu toch
een gewasschen hand, die hem uit de
smerigheid tilt, afveegt, en hem op zijn
haien plakt dan zegje bij je zelf: enfin ...
de diamanten zijn behouden, het land is
gered... en je gaat je zaken voortzetten,
alsof er niets gebeurd waa, waarom de
Satan zich een bult heeft gelachen.
Mijn dokter kon maar niet gelooven, dat
ik filosoof genoeg was, om zoo dadelijk
weer bekomen te zijn van den schrik;
meermalen informeerde hij bij mijn vrouw,
of ik nu werkel\jk_ zulke ijzersterke zenu
wen had, of dat ik mij maar zoo hield,
om spoedig naar Holland te kunnen reizen;
want z. i. was deze Belgradosche historie
niet minder erg, dan de Haarlemsche, toen
ds. Hugenholz zich tegenover mij dermate
in onbeschoftheid was te buiten gegaan, dat
het m\j van streek had gebracht. Weldra
beweerde hij dan ook, dat de moord op
Alexander en Draga althans n lichtzijde
had, wijl hij hem het bewijs mocht leveren
van mijn volkomen herstel; hij constateerde
met bijzor.der genoegen, dat de kuur en
zijn geneeskundige behandeling mij tot een
zielsyezondheid hadden gebracht, die niet
onderdeed voor die van den Czaar en van
Frans Joseph,en vroeg mij eindlijk 't was
den 30en Juni ?- of ik mij in staat achtte,
stel dat dit noodig ware, zei hij, om
Peter den Eerste van Serviët e omhelzen en
hem een kus te geven op zijn rechter- en
op zijn linkerwang ? Toen ik daarop luid
en van ganscher harte: ja, antwoordde
Er is blinde ijver met onverstand,
die meer schade dan nut doe t." 1)
Een hoogst verstandige wenk waarmee de
Nieuwenhnis van deze tijd winst kan doen.
Het boek bezit overigens eigenschappen
waaraan ik gaarne hulde breng. Het is
doorzaaid met gelukkig gekozen citaten en voor
beelden die van groote belezenheid getuigen.
Verscheidene typen als die van Nikodemus
den Vreesachtige, van Demetrins den
Bela«gznchtige, van Haman den Wangunstige z\jn
fijn en scherp geteekend. Andere daaren
tegen moeten enkel dienst doen als propaganda
middel voor eigen inzicht. Zoo wordt b.v. de
ongeloovige Thomas voorgesteld als de man
der wetenschap, >die alleen rekening wil houden
met feiten, met goed gekonstateerde gebeur
tenissen en niet afgaat op looze praatjes,
geruchten of wat dies meer zij".Terwijl toch vol
gens de kennelijke bedoeling van den evangelist
Thomas het beeli is van den man die geeste
lijke dingen langs stoffelyken en handtastelijken
weg wil bewezen zien. Zoo heet, gelijk gezegd,
Kain de type van den kapitalist, uit wiens be
schouwing wij de leering kunnen trekken dat
door het privaatbezit de moord in de wereld
kwam, alsof Abel de vermoorde, die zijn kudde
bezat, niet evenzeer een kapitalist was in den
dop, als Eain die zijn veldvruchten de zijne
noemde. In de teekening van zulk een beeld
vertoont Nieuwenhnis zelf den type van den
Fanatieke, door Kajafas vertegenwoordigd of
van den Propagandist door Paulns voorgesteld.
Ziehier d.us de zwakke zyde van dit boek.
Om typen te teekenen met waarheid en on
partijdigheid behoeft men een helderen blik en
een vaste hand. Doch de blik van dezen
teekenaar wordt telkens door hartstocht ver
duisterd en zijn hand trilt van ziedende ver
ontwaardiging. Zoo vertoont zich bier de auteur
met al zijn licht- en schaduwzijden en mag
dit boek terecht heeten een merk waardige bij
drage tot zijn ontwikkelingsgeschiedenis.
P. H. HUGENHOLTZ JR,
I) Ik spatieer.
NIEUWE UITGAVEN.
Hooger onderwas in de historie. Afscheids
woord tot de studenten in de letteren, uitge
sproken den 12n Juni 1903 by het neerleggen
van het hoogleeraarsambt aan de
rijks-univerteit te Utrecht, door dr. F. J. L. RaittER.
Arm Rotterdam. Hoe het woont I Hoe het
leeft !, door L. SeHOTima en H SFJEKMAN.
Met teekeningen van SCHOTEL. Rotteidam, W.
L. Brusse.
Moderne kunstwerken, Schilderijen-teeke
ningen, Beeldhouwwerken. AU 7. Amsterdam,
W. Versluys.
Kaart der Noord-Amerikaansche Spoorwegen,
naar officieele gegevens bewerkt door S. F.
VAN Oss. Groningen, P. Noordboff.
MADRICE MAEÏEBIANCK. Aglavaine en S
lysette. Vertaling naar den achtsten druk van J.
PZN. PKOOST. Rotterdam, Joh. Pieterse.
HERMAN TBIRLINCK. Het stille gesternte.
Busaum, G. A. J. van Dishoeck.
Het Parades. Roman van GDSTAÏJANSON.
Uit het Zweedsch door 8. NORT en G. P.
BAKKES. Groningen, Scholteng & Zoon.
Gids voor gymnasiasten, bewerkt naar dr. M.
WOHLBAB'S. >Die Altklassiscben Realiën im
Gymnasium," door dr. J. VAN WAGENINQKN JR ,
derde druk. Groningen, P. Noordhoff.
Herbart's Paedagogiek. (Unariss
padagogischer Vorlesongen), toegelicht en aangevuld uit
andere geschriften van den schrijver, door H.
DE RAAF. Groningen, P. Noordhoff.
Etn Alkmaarsche burgemeesteradochter, door
M. W. MACÜAIFB?PONT, 2 dln. Utrecht, H.
Honig.
IHIIIIIIllllllllllllMltHIUIM
stak h\j mij de hand toe, om mij geluk
te wenschen, en liet daarop volgen, ga nu
naar uw land; ik ben er zeker van, het
Julius Pruttelman Brommeijer terug te
geven, kerngezond, gelijk het recht had dit
van mq te verwachten...
Nu zou ik toch gegaan zijn, al had hij
müdit niet veroorloofd. Mijn zaken, hoewel
ik ze in den laatsten tijd beperkt heb,
vorderden ten dringendste mijn aanwezig
heid tehuis. Thérèse was, veertien dagen
geleden, alleen naar de Bocht vertrokken,
en een zekere mate van toezicht was ook
in dit opzicht lang niet overbodig; en dan,
mijn oude vriend Sjoerd had mij, niet zoo
maar in een gedrukten brief, maar parti
culier geschreven, dat zijn Cobaatje, die
je naar haar lengte gerust Coba kunt noe
men den 9den huwen zou met Jan Constant
v. Marie, en had mij op 't hart gedrukt
toeti vooral op dien dag in den intiemen
kring niet te zullen ontbreken. Mijn
vrouw begon nu ook »zoo verschrikkelijk"
naar huis te verlangen, en ik had haar al
hooren zeggen, dat zij vreesde, het niet te
zullen overleven, als het haar niet gegeven
was, die lieve Coba in de kerk in haar
trouwjapqn te zien. Zoo ben ik dan verleden
week thuis gekomen, en natuurlijk dadelijk
met mijn neus in de boter gevallen. Hoe
wy ons verheugd hebben in het geluk van
Bocht 456 behoef ik niet te zeggen. Zoo'n
goede vent als Sjoerd, met wien ik zooveel
doorleefd heb, met hem zelf en met zijn
familie, gun ik, zonder een zweem van
jaloerschheid te gevoelen, het allerbeste
wat er hier in dit leven te verkrijgen is, en
daaronder reken je, 't spreekt vanzelf, het
bezit van een goeden schoonzoon in de
eerste plaats. Maar zonder je aan naijver
schuldig te maken, kan vermelding van
een door je zelf niet genoten geluk, je
toch droevig stemmen. En wat gebeurde
er nu? Nadat ik in hartelijke taal op
dat flinke mooie jonge paar gedronken
had, en Sjoerd, met zijn gewone
kieschheid, vermijdend wat mij onaangenaam
zou kunnen zijn, vriendelijk had ge
antwoord, mij feltciteerende met mijn her
stel, mij opdragende in de liefde van stad
en land, en in de uitgezochtste bewoor
dingen de hoop uitsprekend, dat ik neg
lang; getuige zou zijn van der ouden en
der jongen geluk... bij ontstentenis van welk
getuige zijn het geluk der ouders en der
kinderen tot niet veel meer dan de helft zou
zijn teruggebracht, daar vond
degeneraalmajoor, 't was te begrijpen, het ook noodig,
als vader van den jongen man, mij bescheid
te doen, en eindigde hij zijn zeer gepaste
toespraak met de woorden: dat weldra ook
in den huize Brommeijer het huwelijksaltaar
worde daargesteld, en de lieftallige, deugd
zame roejuöroïiw Thérèse, daarvoor knielen
moge aan de zijde van haar heer gemaal...
Och heere,wat viel die welgemeende wensch
daar als een plas water in het lustig
vlammend bruilofsvuur! Opeens betrokken
alle gezichten, en ter sluiks wierpen eenige
oogen een blik op Thérèse's glim
lachend gelaat, 't Waren enkele seconden
EenMilewerï, flat stel yertot
Een van de eenten die de hand aan den
ploeg sloeg om te werken ten behoeve van de
slachtoffers van de werkstaking in April j.l.
was mej. Hartog.
Bij haar kwam het denkbeeld op om door
het verschaffen van voedsel aan de kinderen,
het leed der ouden te verlichten.
Zonder geld uit te geven kon er veel ge
daan worden en werd er veel gedaan
alleen door hen, die kinderen tijdelijk ten eten
wilden hebben in aanraking te brengen, met
anderen, die ze wilden zenden.
Zonder geld uit te geven niet echter
zonder veel werk en moeite, zonder opoffering
van zichzelf en haar vrijen tyd werd dit
werk door mej. Hartog verricht.
De jonge kinderen echter konden niet uit
eten gaan en voor hen werd een plan bedacht
om melk en brood te verschaffen.
De veelomvattende administratie werd weldra
grootendeels overgenomen door den heer J. de
Haas, Blasiusstraat &1, algemeen secretaris van
het comitétot verzorging- van kinderen van de
slachtoffers der werkstaking. De stad werd in
districten verdeeld, waar verscheidene welwil
lende personen bereid werden gevonden tot
medewerking. Weldra stroomden de geschenken
in geld, in levensmiddelen en in nieuwe en
gedragen kleederen toe, zoodat het hui i van
mej, Hartog (waar de uitkeeringen nog steeds
worden gehouden) weldra een magazijn geleek.
Toch moest er bovendien nog ruimte zijn om
op drie avonden in de week de mant en en
vrouwen te ontvangen, die gebruik wenschten
te maken van deze kiesche en liefdevolle wijze
van tegemoetkoming in hun nood. Het is te
begrijpen, dat ook voor andere mededeelingen
en vragen om ondersteuning spoedig gebiuik
werd gemaakt van deze gelegenheid om troost
en hulp te zoeken.
De werkkring en de administratie werden
dan ook veel grooter, dan men zich aanvan
kelijk voorstelde. Aan het Amsterdamsen.
Ondersteunings comitéwerd de gelegenheid ver
schaft een kijkje te nemen bij den heer de
Haas en mej. Hartog. Aan dit verzoek werd
voldaan. Het bleek dat met de groothte nauw
gezetheid alle uitgaven en. inkomsten zijn ver
antwoord, j», dat zelfs aanteekening is gehouden
van iedere gift in levensmiddelen en de wijze
waarop die zyn verdeeld. Dit is opmerkelijk,
omdat het plan. van uitvoering tijdens de
drukste dagen dezer uitkeering moest worden
bedacht en telkens naar omstandigheden ge
wijzigd. Het is verbazend, hoeveel daar met
geringe middelen is tot stand gebracht, hoofd
zakelijk door persoonlijke toewijding.
j Welk een steun en troost is het niet geweest
j voor de ouders dat ze hun kinderen althans
! gevoed en soms gekleed zagen! Wat hadden
ze anders moeten beginnen met de wekelyksche
j uitkeeringen die telkens verminderden, en nu
dreigen geheel op te houden!
j Juist nu zou het van zoo groot gewicht zijn,
als het Kinderencomitéz\jn arbeid kon
voortI zetten en juist nu beginnen ook aan dat
! comitéde giften slechter toe te vloeien. Juist
1 EU moeten de moeders, die langzamerhand wel
i moeten geloover, d«t het ernst is met het ont
slag harer mannen, alles inspannen om zelf iets
te verdienen. Hoeveel meer hebben ze de handen
vrij, als ze geen zorg hebben voor de kinderen I
Van ganscher harte bevelen we onzen mede
burgers en vooral onze medeburgeressen aan
niet te verzuimen bijdragen te zenden aan den
heer De Haas. Kasiusstraat 51 en mej. Hartog,
Blasiusstraat 64 büde bezoeken, die ze aflegt
om door haar woord hare zaak nog krachtiger
irjIlllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIHIHIHWB
van de pijnlijkste stilte, zooals je die hebben
kunt, wanneer er in een hoogst fatsoenlijk
gezelschap iets zeer onbehoorlijks wordt
gezegd of gedaan. De generaal, volstrekt
niet op de hoogte van mijn huiselijke om
standigheden, begreep er blijkbaar niets van,
en hoe lang zou dit sinister moment geduurd
hebben, had Ko den Tex niet, zonder dat hij
eigenlijk iets te zeggen had, zijn glas ge
grepen, en met een paar guitige woorden de
gedachten van het" gezelschap in geheel
andere richting geleid. Ik blijf hem daar
dankbaar voor, en drukte hem, toen wij van
tafel waren opgestaan, met een blik van
verstandhouding, hartelijk de hand. Ook
had ik toen het genoegen v. Marie in
te lichten, aangaande de ramp, die hij on
wetend bijna bad veroorzaakt.
Ach, zei ik, gelukkige vader, die zoo
krachtig en geestdriftig over deze aange
legenheid het woord kunt voeren, wijl gij
de opvoeding van de uwen hebt zien slagen,
en de natuur de lessen van levenswijsheid,
door vaderlijken mond gesproken, niet heeft
weerstaan of' versmaad, denk u in mijn
plaats! Ik heb een dochter, een pracht
van een meid: gezond, begaafd en een hart
van goud. Maar met n miswijzing op
het compas. Voor de liefde zoo goed als
dood. De beste aanzoeken heeft zij... niet
afgeslagen, neen zij wist ze te voorkomen.
Soms had ik een vleugje hoop Onder anderen,
nadat zij op het paleis gedanst had met
een officier, of liever, drie officieren ;
en nu beschouw ik voor mij, u zal mij dat
niet kwalijk nemen, generaal, het allesbe
halve een buitenkansje aan een luitenant,
als je eenigen 8cb.oonj.oon, bij je verscheiden,
den sleutel van je brandkast te moeten
overgeven, maar als 't dan niet anders
kon, ik zou daar over heen zijn gestapt.
Waarachtig, ik zou En dan was er een
advokaat, een meester in rechten, die dage
lijks, met zijn portefeuille onder den arm,
de gracht op en neer liep, vijf huizen vóór
en vijf huizen na mijn stoep; een beeld
van een jongen, flink uit de kluiten ge
wasgen; met een zwaren knevel, als van een
huzaar maar tot zesmaal toe heeft zij
h«t gordijn voor zijn neus laten zakken.
Hoe oud is zij nu? vroeg de generaal;
en echt medelijdend schudde hij 't hoofd, toen
ik zei: ze loopt naar de 26,... ja, is dat niet
hard? Maar dan zou het toch nog kunnen
komen, wilde hij mij troosten. Neen, zuchtte
ik, maak mijn lot niet bitterder dan het al
is, door illusies te kweeken, die nieuwe
teleurstellingen bij de oude zouden voegen.
Helaas, van Marie, ze is als versteend
gelukkig alleen in dit opzicht maar ver
steend is ze Ik heb het vandaag nog weer
gemerkt. Wil je wel gelooven, bij die
treffende passage in Eichards rede, toen
alle dames zoo geroerd waren, was zij de
eenige die rond bleef kijken met van
die kpstersoogen: koud en droog. Zij haal
de niet eens haar zakdoek uit. Maar
de generaal, wien je het optimisme op zijn
gelaat kunt lezen, zei, zoo goedhartig als
hij maar kon: dan had zij dien waai schijnlijk
vergeten wat, hoe goed bedoeld ook,
ADVERTENTIES.
Mijnheer, ik zie het aan uw blikken,
Dat ik hier zit, het doet u schrikken,
Doch weet dat u gerust kan zijn,
Welopgevoed ben 'k, zacht en fijn,
Want de kuituur, die heel de wereld
raakt,
Heeft 'n meermin óók tot mensen
gemaakt,
Het is geen ondier dat bier zit..."
Welnu, mevrouw, bewijs me dit.1'
Nu zie:
Och geef me Odol" een flesch of drie."
aan te bevelen, met open hart en gevulde
hand te ontvangen.
Namens het Amst Onderst. Comité,
J. HINÖST, Secretaris.
De namen der districtssecretarissen zy'n:
I, II, IV: Blitz, Rechtooomsloot 8,
III: Mej. Hartog, Blasiuastraat 64,
V: Spier, Govert Flinckstraat 366,
VI, VII, VIII: Mej. Molleman, Tuinstraat 2,
IX: Mej. van Heeteren, de Genestetstraat 16,
die allen bereid zijn giften in ontvangst te nemen.
Hulp voor Blinden.
Ten einde velen en doeltreffend te kunnen
steunen, organiseerde de Blindenbond eene
Nationale Verloting, waarvan de opbrengst ge
lijk tusschen Blir.denstichting en
Ondersteu! ningskas zal verdeeld worden.
i Vast overtuigd, dat de Natis zich rooit
oni betuigd laat, waar het geldt ongelukkigen te
l helpen, doet het te 's-Gravenhage gevestigde
i Hoofd comitéder Nationale Verloting een
krachtig en dringend beroep op uw aller steun
en medewerking, onmisbaar voor het welslagen
der Verloting. Wie zou het edel streven van
den Blindenbond niet krachtig willen steunen ?
Stelt u daarom, alleen, of in vereeniging met
anderen, in verbinding met het Hoofd-comité,
plaatst in en door eigen kring loten ad 50 cent
en verzamelt voorwerpen tot prijzen bestemd!
Dan zal de schitterende uitslag dezer Verloting
bewyren, dat de Natie ten volle sympathiseert
met het doel en streven van den neutralen
Ntderlardschen BlindetboBd en diens trouwe
en krachtige bondgenoot «ijn wil.
Moge dit zoo zy't, I
Het Ho.f i-comitéder Nationale Verloting:
Mevr. A. C. K. W. Barones van Harinxma thoe
Slooten, geb Collot d'Escuiy, Eere voorzitster;
Voorzitter, N. M. Schild, Noordwal 55;
Secretares, Mej. B Edersheim, Laan van
Meerdervoort 136; Secretares voor de Loten, Mej. J.
j Desmons, van Merl< nstraat IC6; Secretoreg «oor
de Prijzen, Freule L. van Hoeveli, Konings
plein 20 en Pennwgmeesteres, Mev. J. ten
Hajen?Langelaan, Stadhouderslaan 28.
Drankwetsherziening.
Het rapport in zake een in Scandinavi
ingesteld onderzoek, in verband met de
Drarkwe'gherziening, uitgebracht aan den «Volks
bond, vereeniging tegen drankmisbruik", door
de heeren mr. F. W. J. G. Snijder van
Wissenkerke en A. van der Voort Az., is thans
verschenen bij den uitgever G. J. Slothouwer
te Amersfoort. Het wordt aan alle leden toe
gezonden en voorts verkrijgb. gesteld voor 25 ets.
iiiitiitimiiuiiiiiimimi
? weinig effect op me had, daar ik hem moest
' antwoorden: neen, raijn waarde, nog even
i vóór tafel snoot zij haar neus Wij
spraken nog verder over dit geval, dat
ik mijn noodlot noemde, maar waarin
ik, zooals v- Marie meende, toch behoorde
te berusten; en ik lei hem uit, hoe moeilijk
dit mij viel. Ja, zei ik, mijn beste generaal
jij met je nobele gezindheid, waarvan ik hier
bij de Meineszen, de Sillems en de v. Eeghens
zoo veel heb gehoord, en die je uit de
oogen straalt, je kent de wereld niet, vooral
niet wat die is voor iemand, die op zoo'n
exceptioneel hoog standpunt staat als ik.
! Je zoudt je er over verwonderen alg je hoorde,
hoe de lui telkens vragen: en mijnheer
Brommeyer, waarom laat u uw Thérèse
niet trouwen ? en dan, net of het mijn schuld
is: wezenlijk, ze wordt te oud! Dat zijn
van die priemen die je krijgt, je voelt ze
tot in het merg van je gebeente, en dan
zeg ik nijdig, om mij er van af te maken: ja,
ze trouwt niet, omdat ik 't niet wil, want
ze zou een man moeten hebben, haar vader
waardig en waar vind je die? Maar de
zaak ligt andera je weet dat nu. En toch,
steekt ook daarin weer een kern van
waarheid. Zij acht zich zelf zóó hoog,
geloof ik, dat het minstens een prins zou
moeten wezen. Zoo heb ik al eens gedacht,
als Peter Karageorgewitch maar toen
de generaal dat hoorde, keek hij mij op
eens strak aan, en liep heen ....
Gelukkig kan ik zeggen, dat overigens
mijn terugkomst mij niels dan voldoening
heeft verschaft. De politieke depressie schijnt
geweken, de atmosfeer behoorlijk gezuiverd.
Die Hugenholz, die zich had opgeblazen
tot een os, is nu weer zoo dun geworden
als eeu mager biggetje, en zit verder uit
te drogen in de doos. Van het socialisme,
heeft Altes me verteld, is niets anders
overgebleven dan een poppenkast, waarin
Domela en Toelstra mekaar afranselen,
zoolang de bourgeoisie dat maar wil. En
zoo algemeen is de afschuw geworden van
de oude beurs, waaruit het begin van den
opstand is voortgekomen, dat haast geen
aannemer geld heeft willen bieden, om hem
te mogen aanraken, zelfs met een houweel.
Zoo iets teekent, al zou het mij nog meer
verheugd hebben, als alle aannemers voor
zoo'n werk geld toe hadden gevraagd, maar
deze hoogere soort van deugd schijnt
wat te veel geëischt. Onder zulke omstan
digheden, zoo begrepen de vrienden, bestond
er alle reden mij feestelijk in te halen.
Edoch,- ik kwam liever incognito. Daar
waren al plannetjes in de maak, die ik heb
moeten afketsen, v. Leeuwen en Hendrichs
wilden mij ontvangen, eerst buiten de beurs;
er zou een fauteuil onder een troonhemel
gezet worden, vlak voor de drie witte kruisjes
van 't Amsterdamscbe wapen, even verder
dan de beide spoelkommen links en rechts,
in functie, d. w. z. waaruit dan een paar
paarden zouden drinken. Boellaerds wou
! absoluut het terrein met de schutterij
afI zetten, en op dat carrézouden dan aan
, mij voorgesteld worden de bouwmeesters,
de aannemers, de kunstschilders, de
schilHIHHIIIUHIIIItlllllMIIHMIIIIIIItlHflIlllltlllllllllMUIII*
der van den klokketoren, de beeldhouwers
en de dichters daarna zou ik,
op de handen gedragen in een draagstoel
door de wagendragers, in optocht gevolgd
door velerlei commissies ... enz. enz. onder
het glazen dak worden gebracht, maar ik
heb dat dadelijk af besteld.
Ik wil wel zeggen, dat ik het vóór een
twintig, dertig jaar niet zou hebben afge
slagen, maar als je nu eenmaal zooals ik
genoten hebt, wat er te genieten valt, en
je weet wat er in de wereld te koop is,
bedank je voor zulk soort van eer. Want
op den duur ontgaat het je niet, dat de
lui die dingen doen, niet om jou, maar dat ze
je eenvoudig gebruiken om zelf een lolletje
te hebben; en dan, de een zou eens willen
zien hoe ik er na mijn ongesteldheid uit
zag; een ander hoopt gelegenheid te hebben
wat kwaad van mijn speech te zeggen; een
derde leeft in de verwachting, dat ik hem
in 't publiek een complimentje zal maken;
een vierde heeft al uitgerekend, hoe op die
manier zijn naam in de krant komt; een
vijfde zou me net zoo graag begraven als
inhalen, alleen om in de gelegenheid te
zijn wat lari aan mekaftr te flenzen; en
een zesde zou denken: kotn, daar is nog
wel wat aan te verdienen ook; want al
deel ik dan ook persoonlijk de lintjes niet
uit ze weten heel goed....
Terwijl ik dit schreef, kwam Jacob met een
brief, ditmaal niet pp een zilveren presen
teerblad, omdat mijn preziosa nog in de
»safe" staan en bij het aannemen van
dat epistel las ik op het adres in
drukletters MeinardMerens: Consul van Serviën.
Onder het openmaken van de enveloppe
schoot mij te binnen, dat ik van hem wel
eens uitstekend goede champagne had ge
dronken, maar die herinnering week aan
stonds, toen ik begon te lezen: Hoogst
Edelachtbare Heer! Het geluk van U
weder op Nederlandschen bodem te weten,
doet _mijn hart van vreugde kloppen. Hoe
heb ik reeds dagen lang uitgezien naar
het voorrecht U te mogen ontmoeten. Bij
Appollo, ontzeg het mij niet! Geenzins,
omdat ik er zoo naar zou reikhalzen U
volledig in te lichten, omtrent het niet
geheel juiste bericht in de Opr. Haarl. Ort.
als zoude Peter Karageorgewitch mij de
portefeuille van Buitenlandsche zaken in
zijn rijk hebben aangeboden. Neen,
daar is een andere, nog gewichtiger, aange
legenheid, ook in verband met de
»onregelmatigheden," die te Belgrado hebben plaats
gehad, althans zou men haar een gevolg
daarvan kunnen noemen; een zaak waarbij
de eer van ons landen van ons volk in niet
geringe mate betrokken is, en over welke
U U alleen Mijnheer Brommeijer ja,
en dan nog iemand, de beslissing in handen
heeft
Ik las niet verder.
Wat duivel! zei ik, zou dan misschien
toch Peter Karageorgiewitch... ?! Kan hij
haar verleden jaar te Genève hebben
gezien ?