Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V OOR N EDE R L AND.
No. 1360
in de laatste maanden steeds in dalende
richting, kon nu sedert de vorige week eene
verbetering, ly 't dan slechts een fractioneele,
behalen.
De volgende week kan ik wellicht hieromtrent
enkele opmerkingen maken, in verband met
vroegere beschouwingen.
Onder de binnenlandsche diversen vind ik
de aandaelen van de Nieuwe Afrikaaneohe
Handelsvennootschap te Rotterdam, die in de
laatste weken, naar aanleiding van het ongunstig
jaarverslag 10 a 20 pCt. gekelderd waren, wat
van de schrik bekomen. De koers ging van
G6% tot 70 vooruit. Op de vergadering U.
Zaterdag gehouden, werden nog al wat discussies
gevoerd. De heer P. J. van Ommeren richtte
tot de directie vele vragen. Niet in alle opzichten
werd hy door het antwoord bevredigd. Hy bleef
van meening, dat een actief bestaande uit
winstbewijzen van de compagnie du Kassai wel
degelijk op de balans behoort voor te komen.
M\j dunkt, geheel terecht. Hoe kan men hier
omtrent toch van meening verschillen, althans
op ernstige gronden ? Toch werd de balans en
de winstrekening goedgekeurd, hoewel niet met
algemeene stemmen.
Ten slotte aan de aandeelhouders.van de
Kediri de blijde boodschap dat de balans en
de winstrekening met algemeene stemmen zy'n
goedgekeurd; 41A pCt. zal worden uitgekeerd.
* *
De heer M. C. Verloop, commissaris en
mede-oprichter van de «Mindrineti" zond een
uitvoerig ingezonden stuk, gericht aan den
curator m het f lilliesemect van bedoelde maat
schappij, dat in de Nieuwe Courant reeds is
opgenomen. Het stuk bevat evenwel geen weer
legging van de feiten door den curator genoemd.
De leestafel den volgenden keer.
?lIllllllllllHlllllllllliHHIIIIIHIIIirHIHHIfHICIIIHIIHHIitHHIIilHHMIIIHI»
Amsterd. Ondersteunings-Comité.
Sedert de vorige opgaaf ontving het
Amsterdamach Ondersteuninga-Comitéde hieronder
vermelde bedragen:
H. Amsterdam ? l, H. I. V. Apeldoorn ? 2.50,
C. v. M. Amsterdam ? 2 50, Dames S. ? 3,
J. E. ? 3. Mr. v. H. Arnhem ? 50, J. W. B.
? 2, M. H. Groningen ? 25, B M. Amsterdam
? 3, H. C. A. ? 5, F. H. ? 5, C. S ? 10,
E. P. ? 20, A. B. ? l, Sch. ? l, J. B. / l,
J. KI. Hilvenmm ? 5, Dames A B. ? 2 50,
Mr. J. C. G. Bussnm ? 3, H. J. C. H. Leiden
? 3, Ds. D. R. Akkrnm ? 2, L. J. v. L.
Kinderdijk ? l, J. KI. Maastricht ? 2.50, J.
P. K. ? 10, W. H. / l, R W. ? 12, J. A.
d. B. Zieriksee ? 2 50. H. P. Zwolle ? 5, W.
C. v. d. K. ? l, J. Folmers ? l, v. d. S. ? 5,
O. N. A. ? 2 50, I. B. B Nieuwleusen ? 10,
A. J. P. Leeuwarden ? 250, Dames J. en G.
? 2.50, M. E. v. d. M. ? l, G. R. ? 2 50, E.
J. v. D. ? l, F. G. ? l, Gift Nijmegen ? 25,
Mr. W. B. ? 10, Mevr. J. W. D. ? 10, X.
Amersfoort ? 10, v. M. ? 5, Utrecht ? 2 50,
H. T. Jr. ? 250, Mr. H. L. ? 50, Mevr. S.
v. O. / 2, F. A. ? l, Mr. J. J. W. ? 10, P.
J. d. R. ? b, H. B. ? 5, X. ? 205, Prof. K.
? 10, J. H. M. ? 2 50, Mr. v. d. V. ? 2,50,
Dr. J. K ? 5 N. N. Leiden ? 100, M. C V.
? 5, K. v. L.'/ 5, S. ? 250, J. C. P. ?10,
D.t..n / 2, Ds. W. A T. B ? 250, N. N.
? 2 50, Dames C. en A. B ? l 50, Ds. C. P.
B. ? 5, John. M. v. A. d. K. ? 3, C S ? 10,
Prof. V. ? 10, Bas Slxma / 3 45', C. M. / 11.65,
Mr. H. L. A. V. ? 25, S. E V. I. R. ? 4,
Mevr. v. d. H. ? 10, ComitéBsrlyn ? 241.10.
Totaal ? 1034.70"', te zamen met de vorige
opgaaf a ? 5744 68K = ? 677988
?NMitiminMiMiHiiiiuiitiiiiiiiHiiiiiiiiimiiiiiiiiimiii
iiiiMiuiiiimiuiH
De graven der Oteowitsclieii.
Wanneer men Belgrado nadert, ziet men
reeds va a verre de hooge toren van zijn kathe
draal. By een bezoek ervan is men eenigzins
teleurgesteld, er niet die pronk en pracht te
vinden, die er, volgens sommige reisboeken in
_aan te treffen zouden zijn. Van binnen ziet
"de grieksch orthodoxe kerk er hoogst eenvoudig,
ja zelfs iamelyk nuchter uit. Het eenige inte
ressante en het eerst opvallende is het praalgraf
van den stichter der Obrenowitsch-dynastie,
den koning Milosch, waarin ook zijn zoon
Michael III rust. Maar alvorens die nader te
beschouwen, trekken drie naast elkaar staande
kerkzetels de aandacht, die van het konings
paar met rood fluweel bekleed en versierd
met het koninklijk wapen en die van den
aartsbisschop, die met groen fluweel overtrokken
is, terwijl achter eiken stoel een groot heiligen
beeld is aangebracht. Vóór het altaar verheft
zich even als in alle orthodoxe kerken
de Ikonostas, rykelyk met ornamenten, heiligen
beelden en tafereelen uit den bybel versierd
De, naar het altaar toegekeerde zijde van de
Ikonostas, was met een eenvoudig voorhangsel
bedekt; toen dit weggeschoven werd zag men
een, met gouden arabesken rijk geborduurd
rood altaarkleed, die het eveneens in gouddraad
bewerkte opschrift droeg:
Koningin Draga,
Koning Alcxmder l van Servië,
2 A u g. 1002.
Het was een geschenk geweest van het
koningspaar aan de kerk, op de vorigen ver
jaardag des konings den laatsten, dien hy'
beleven zou l
Toen heeft het vorstelijk echtpaar zeker
niet kunnen denken, dat hunne dagen geteld
waren en evenmin, dat nauwelijks vijf dagen
na hun tragisdien dood, de twee hoogste
geestelijken van Servië, de aartsbisschop en de
bisschop van N:sch, die door den laa'sten
Obrenowitsch met eerbetuigingen en onder
scheidingen overladen zyn geworden, besliste
voorstanders van een Karageorgewisch zouden
zyn !
Het bovengenoemde praalgraf bevat het
stoffelijk overschot van koning Milosch die in
1860 te Toptschider stifrf en dat van zyn, ook
aldaar, op 10 Juni Ifc68 vermoorden zoon,
koning Michael. In het voetstuk van graniet
zy'n twee jaartallen gegraveerd, 1389?1815;
het eerste als herincering aan den val van het
oud Servische koningrijk dat toen onder
Turksche heerschappij kwam terwyl het
tweede herinnert aan den tyd toen Serviëzyn
onafhankelijkheid herwon door Milosch Obreno
witsch, wat ten gevolge had dat deze in 1817
tot regeerend vorst werd uitgeroepen, ofschoon
het nog eenige jaren duurde eer Turky'e hem
als zoodanig erkende.
Het monument wordt gekroond door een
beeld van den heiligen Michael met het vlam
mende zwaard.
Te Toptscbider, op n uur afstand van
Belgrado, wordt nu nog, te midden van een
oud, heerlijk park, het, naar onze tegenwoor
dige begrippen, recht eenvoudig en bescheiden
huis van den ouden Milosch getoond. Zy'n
s t er f kamer, met het smalle veldbed, waarop
hij de moede oogen slaat, c'rjn klein
bidvertrekje een kapel kan het niet genoend
worden en zy'n bibliotheek, zy'n nog juist
in den zelfden staat gelaten, waarin het by
't leven en sterven van dezen stichter der
Obrenowitsch-dynastie was. Vele souvenirs aan
hem zyn ook bewaard gebleven, o.a. in de
sterfkamer, onder glas, zijn doodenmasker, met
de energische karakteristieke trekken van den
grijsaard.
Daarnaast wordt in een verguld glazen kastje
een stuk brood bewaard, waarvan de volgende
legende verteld wordt: Toen Milosch in 1842
verdreven werd, beet hy' een stukje van dat
brool af legde het overgeblevene in een
onafgesloten lade in zy'n bidvertrekje, zeggende,
dat hy overtuigd was spoedig terug te keeren,
en dan het overige te zullen eten. Ofschoon
het lange jaren geduurd heeft, eer dat het
geval had kunnen zyn, was het brood gedu
rende dien tyd goed gebleven en zelfs door de
muizen gespaard! Door MiloBch's vereerders
en aanhangers werd het toen als een relikwie
in het glazen kas'j 8 bewaard.
Acht jaar na zy'n dood werd zyn zoon en
opvolger Michael, door sluipmoordenaars in het
park van Toptschider doodgeschoten. De plaats
waar hij getroffen neerzonk een schaduwrijk,
verrukkely'k plekje, te midden van hoog
geboomse wordt aangeduid door een met
klimop omrankte zuil, die door een traliehek
omgeven is.
Onder een reuzeneik daar vlak by', staat een
heiligenbeeld en daarboven een bronzen lan
taarn met een eeuwig brandend licht.
Een gemeenschappelijke, vorstelijke familie
grafkelder heeft de nu uitgestorren dynastie
der Obrenowitschen nooit bezeten. In verschil
lende kerken, kloosters en kapellen rusten de
overblijfsels der vroegere koningen van Servië.
Toen Milan in 1901 te Weenen stierf, werd
bij in het klooster Kruschedol begraven. In
het midden der kapel van dat klooster staat
zijn graftombe, dat keizer Frans Josef die liet
opiichten; een wit marmeren plaat draagt het
eenvoudige opschrift: Kral Milan (Koning Milan).
Niet ver van deze sarkophaag rust de ver
stotene gemalin v»n koning Milosch, vorstin
Ljubiza. De echtgenoote van haar zoon, den
vermoorden koning Michael die eene ge
borene gravin Hucyady was, leeft nog als
vorstin weduwe Arenberg.
De laatste Obrenowitsch, koning Alexander,
werd met koningin Draga in den grafkelder van
de kleine St. Marcuskerk bijgezet, waar reeds
een heel jong gestorven broeder van hem en
verre familieleden begraven waren. Tegen den
zijwand, die de namen dezer vroegere dooden
draagt, staan nu twee ruwgesneden houten
kruizen aangeleund, die de namen van Alexander
Obrenowitsch en Draga Maschin diagen.
Dit is het eenige wat cog herinnert aan het
ongelukkige Servische koningspaar, dat nog
zoo kort geleden tot de regeerende
vorstelijkheden behoorde en door velen benijd werd.
Sic transit gloria mundi l
mnnmiiimiHHmim
iHILTSJES
De laatste alle.
Schets, van FELIX EGO.
Esn tot aan den nok gevulde schouwburg ;
geen plaatsje onbezet en niet slechts foor dézen
avond alleen, maar iederen avond sinds het
eerste optreden der nieuwe dilettante in het
Thalia-theater, de bekoorlijke Gina Mey
eigenlijk Regina Meyer, maar haar geboorte
naam komt daar niet ter sprake.
Wie dacht tu rog aan haar voorgangster,
die hier in hetzelfde theater, voor een zelfde
talrijk en enthousiast j,ubl.ek de grootste tri
omfen vierde.
Voor een jaar of wat geleden was in de
couranten onder het tooneelnieuwa" het bericht
van haar ernstige ziekte verschenen, 'n Paar
weken achtereen had men het publiek op de
hoogte gehoulen van baar toestand, toen was
de Belangstelling in haar persoon gaan ver
flauwen, en het duurde maar heel kort, of men
hoorde niets meer van haar niemand wist,
wat er van haar geworden was, en niemand
bekommerde er zich ook om!
EQ wie zou r,üin die bleeke vrouw, die daar
heden avond vooraan in het parket zat, in die
by'na tot een skelet vermagerde gestalte met de
diep in hun kassen liggende, vermoeide oogen,
die uitstekende, met een teringachtig blosje
gekleurde wangbeenderen Margreet, de een
maal zoo gevierde, mooie, gracieuae, frissche
Margreet hebben herkend ?
Ja, zij is het! Zy Is hier gekomen om haar
opvolgster te zien optreden in de rol, die zij
eertijds speelde.. . zy wil nog eer maal genieten
van de vele toejuichingen van het applaus
het applaus, dat eens haar gegolden heeft. ..
Eenmaal nog!... Arme Margreet! Zij
vergeet haar zwakte, haar verdriet, haar kwaal"
en... den dood, die zijn vale, lange armen
reeds uitgestrekt houdt, cm zy'n prooi in een
onbewaakt oogenblik tot zich te trekken en
nimmer weder los te laten. Zy vergeet, dat zij
den heelen dag niet anders gebruikt heeft dan
een dun Eneedje oudbakken brood, zonder boter
en een paar kopjes slappe koffie, om zich de
weelde te kunnen veroorloven heden naar den
schouwburg te gaan zy vergeet alles, als zrj
het brandende voetlicht met het soufflsursholije
weer ziet.
De bel is reeds voor de derde maal gegaan.
Plotseling wordt het donker in de zaal... Het
scherm gaat op. O, hoe klopt haar het hart!
Daar daar .
Ze ziet ze allen weder, haar oude collega's !
Ze let op het woord waarop zij moest invallen,
het is haar te moede, alsof ze zóó, zooals ze
daar zit, naar het tooneel zou kunnen vliegen
en haar vroegere plaats innemen l
Gina Mey verschijnt. Allerliefst ziet ze er uit.
Betopverend ... Maar spelen, neen spelen kfin
ze niet.
Wat 'n mooie stem heeft ze. Heerlijk cm
naar te luisteren ... Maar dat zei ze toch niet
goed, dat was niet innig genoeg, 't Kwam niet
uit het hart. Haar heele ziel had ze in die
woorden moeten leggen ...
G'na Mey zwijgt weer. Margreet neemt haar
nog eens goed op. Wat een indrukwekkende,
statige verschijning!
Een heer met een verloopen uitziend gezicht,
vlak naast Margreet, fluistert zijn metgezel, een
eveneens eenigszins blasdjongmensch, zachtjes
iets in 't oor ... Margreet verstaat het, want
zy lacht... een hard, cynisch lachje ... Men
keert zich om en even klinkt een ssst !'' Zij
slaat er echter geen acht op, want met onver
deelde aandacht volgt zij alweder het spel der
actrice. Ze kent nog elk woord... ze speelt
mee ...!
Het eerste bedrijf is afgeloopen. Het scherm
valt onder levendige by valsbetuigingen,.. pre
cies, alles precies als toen.
De pauze tusschen het eerste en tweede be
drijf duurt tamelijk lang. Eensklaps voelt ze
zich niet prettig ... Zou het van opgewonden
heid zijn, of kwam het doodeenvoudig, omdat
ze dien dag nog zoo goed als niets had ge
bruikt dat ze zoo draaierig, zoo wee werd...
Kom, laat ik vanavond eens royaal wezen !"
denkt ze by' zichzelve en bestelt een broodje
met kaviaar en een klein glas portwyu.
Terwy'l zij bezig is het bescheiden souper te
verorberen, glijden haar bukken over de in de
stampvolle koffiekamer af- en aanloopende
menschen.
Ze ziet verscheidene kennissen ... maar baar
herkent r iemand... Ja, toch wel I Zooeven
zag ze, dat iemand haar oplettend aankeek.
Wacht, daar keert hij zich weer om en komt
zoo snel de nauwe passage het toelaat, op
haar af.
Wie is het ook weer ? ... Ze kent hem, dat
weet ze zeker, maar, gek genoeg, ze weet niet
meer, hoe hij heet.
Juffrouw Margreet! Hoe is 't mogelijk, dat
ik u hier moest terugvinden. Ik zou u haast
niet herkend hebben, Weet u nog, wie ik ben ?"
Oader het uitspreken dezer woorden, heeft
hij baar de hand toegestoken en als zij de hare
daarin legt, drukt bij die lang en hartelijk, te
hartelyk eigenlijk, want in haar ziekte zy'n haar
handen doorschijnend en mager geworden en
niet bestand dus tegen dergelijke oprechte
handdrukken.
Hoe hartelyk klinkt haar zy'n stem in de
ooren, en wat heeft ie toch lieve, mooie oogen!...
... Als ze nu maar op z'n naam komen
kon... Haar hersenen schynen ook al niet
weinig geleden te hebben door die hardnek
kige ziekte.
O, ik ken u heel goed ..." Zij aarzelt.
Met een goedigen lach vervolgt hy: U bent
zeker totaal vergeten, hoe ik eigenlijk heet en
ik was nog al wel een van uw grootste ver
eerders !"
Herinnert ge u den naam George Carlsen
nog ? Ja, nu gaat u een licht op, hè, nu weet
u zeker wel wie ik ben, nietwaar ?"
Nogmaals drukken zij elkander vriendschap
pelijk de hand.
O, nu weet ik het alweer. U moet het me
maar niet kwalijk nemen, dat ik niet dadelijk
wist wie u was. U moet het maar op rekening
van mgn ziekte schuiven !"
O, dat 's waar, u bent ziek geweest? !"
zyn blikken glijden medely'dend over het levend
geraamte, \óór hem. Ik heb het inderiy'd
wel in de courant gelezen, maar ik was toen
juist in Engeland en (oen ik later weer hier
terugkeerde en inlichtingen omtrent u trachtte
te verkrijgen, kon niemand, zelfs de directeur
niet, mij eenige inlichtingen aangaande uw
tegenwoordige ver >lyfplaats geren. Men kan het
u wel aanzien, dat u erg ziek bent geweest!"
Ja,... ik zou nog niet weer hunnen optre
den. Ik ben nog niet rolvast genoeg."
Waar woont u op het oogenblik ?"
la Friedenau ik ben by' een buitenge
woon aardige, en tevens hoogst fatsoenlijke
dame en pension."
Mag ik u eens een visite komen maken ?"
Margreet bloost, als ze denkt aan haar
armoedig kamertje ... Ergens in een straat, op
de vierde verdieping, achter.
Ik woon ... erjj... eenvoudig ..."
Ze hoeft niets meer te zeggen. Hij ziet,
voelt, begrypt alles. Een donkere blos kleurt
zyn wangen ...
Zij doet alsof ze het niet merkt en strijkt
werktuigelijk een paar kruimels van haar schoot.
Een belletje weerklinkt.
Zoo meteen begint het tweede bedry'f," zegt
ze. Als ze hem by den ingang van. het parket
de hand tot afscheid reikt, vraagt hij op drin
genden toon: Vindt u het goed, dat ik u
straks naar huis breng ?"
Verrast kijkt Margreet hem aan.
Wat zegt u Y ! Wil u me heel naar Frie
denau brengen ? ! . .,"
Natuurlijk, als ik mag. Ik zie u straks dan
wel in de vestibule, nietwaar ?" laat hij er snel
op volgen.
Zij heeft geen tijd meer hem te antwoorden.
Het ia reeds donker in de zaal... Haastig
neemt ze haar plaats weder in.
Het tweede bedryf is begonnen, en hierin
bereikt het stuk zijn glanppunt. 't Duurt geen
minuut of Margreet is George Carlsen, zyn
hartelijke begroeting, zy'n lieve trouwe oogen
en zijn welgemeend verzoek geheel vergeten.
Ze heeft alleen oog en oor voor hetgeen daar
op het tooneel geschiedt.
Wat speelt ze slecht, hoe droog. Daar gaat
geen bezieling van haar nit; geen gloed, geen
leven. Als zy', Margreet, daar eens stond, als
zij die rol nog eens mocht vervullen ! . .. Zy
beeft over haar geheele lichaam. Haar oogen
zijn stijf op da vóór haar staande actrice ge
vestigd, als wil ze haar hypnotiseeren.
Nogmaals roept men haar een ssst" toe,
want geheel onbewust heeft zij de
beteekenisvJle woorden die komen moeten, en waarop
het voornaamste effect van het stuk is geba
seerd, halfluid voor zichzelve geuit.
Een oorverdoovend handgeklap na het tweede
bedryf doet de zaal daveren.
Gina Meij en de overige medespelenden
worden vier- vijfmaal teruggeroepen en met
een zelfbewust lachje werpt de eerste het
publiek kushandjes toe.
Een korte pauze. Margreet blijft zitten. Ze
staart met afgetrokken, verwezen blikken naar
de groote, eiectrische lichtkroon, zonder te
vermoeden dat Carlsen, die twee rijen achter
haar z.t, haar scherp in het oog houdt
Onverwachts staat ze op; een onbepaalde
angst, een hopelooze vertwijfeling heeft zich
van. haar meester gemaakt... zij moet weg . ,.
weg van hier ... ver hier vandaan !
In de kleedkamer gekomen vraagt ze met
zwakke, onzekere stem haar goed; het valt de
juffrouw, die haar den langen avondmantel en
het ccquette hoedje overhandigt op, dat ze er
zoo slecht uitziet en op deelnemenden toon
zegt ze: Scheelt u wat, juffrouw?"
Margreet schudt ontkennend het hoofd,
doch zegt niets. Met koortsachtige haast kleedt
ze zich aan en ze wijkt van schrik een stap
achteruit, als ze eensklaps Carlsen's stem achter
zich hoort.
Wou u heengaan, juffrouw Margreet ? Het
laatste bedrijf is nog niet afgespeeld."
Hulpeloos en eenigszins verwezen ziet ze
hem aan.
Ik zelf ben het laatste bedrijf!" voegt ze
hem toe en haar stem klinkt heesch en droog.
Liten we paan," geeft hij zacht ten ant
woord, terwijl hij voorzichtig haar arm door
zy'nen schuilt.
Als een kind laat ze zich leiden en zwij
gend gaan ze voorwaarts Als ze den schouw
burg verlaten hebben en op straat zyn geko
men, wenkt hij een rytuig.
Wannsee-Bahn."
ADVERTENTIE N.
Paarlen en Tanden,
Indien gij tanden vergelijkt
Met paarlen, 'n schoon symbool!
Weet: dezen maakt het water schoon,
Maar genen slechts Odol".
Zij stijgen in, zwijgend zitten ze naast elkan
der. Bij het flauwe schijnsel der straatlantaarns
neemt hij baar op, zooals zy achterover geleund
zit met gesloten oogen.
EQ als hy aandachtig kijkt, ziet hij, hoe
twee groote tranen haar zachtjes langs de
ingezonken wangen rollen...
Een Japatóe tnio,
Een tuin in Japan is als een illustratie van
het groot verschil in smaak en denkbeelden
tusschen dat belangwekkend volk van 'c verre
Oosten en de Europeanen. Ofschoon de liefde
voor bloemen en de vreugde in het kweeken
van die kinderen Flora's in alle klassen van 't
Japanscbe volk algemeen zijn, komt die eigen
aardigheid niet in hun tuinen aan het licht.
Het hoofdidee bij den aanleg schijnt altijd te
zijn geweest, om op eenige wijze den indruk te
wekken, dien een landschap maakt, maar een
landschap, waarin elke boom en ieder rivier en
brug of meer of heuvel in minia'uur is weerge
geven. En daartoe wordt niet alleen in groote
tuinen een poging gedaan, maar ook, zonder dat
eenigszins met de afmetingen rekening wordt
gehouden, in kleine tuintjes, die daardoor een
poppis aanzien krijgen.
Rivieren wordca er soms voorgesteld door
smalle goten en de bosschen door kunstmatig
in dwergvormen gekweekte boomen als dennen,
kastanjes, eiken en dergelijke. Uit wordt zoo
behendig gedaan en met zulk een groot geduld
volgehouden, dat de boomen, ook zoo zij al vrij
oud zijn, in vorm en andere détails klein blijven,
maar overigens geheel den indruk maken van
wat zij zouden zijn, als men hen zich natuurlijk
had laten ontwikkelen. Dat k wet ken vr>.n
dwergvormen van boomen is een druk beoefende kunst,
en de kweekers ontvangen dikwijls hooge prijzen.
Bij sommige steden vindt men lange lanen,
waar huis aan huis de menschen u inviteeren,
om tegen een kleine eitré?, vaak voor liefdadige
doeleinden bestemd, dan tuin, die bij het huis
behoort, in oogenschouw te nemen. Op de hooge
feestdagen brengt de menigte een groot deel van
den dag door met het bezoeken van die tuinen
en gaat van den een in den ander, tot er geen
meer te kijken is.
Allerlei curiositeiten worden er tentoongesteld,
en de eigenaars stel'en er prijs op, origineele
combinaties te bedeoken, fonteinen, welki rstralen
de wonderlijkste lijnen beschrijven, of struiken
en boompjes, geknipt en vervormd, tot histori
sche groepen of tooneelen uit bekende drama's,
tot menschelijke gedaanten, nu en dan zelfs met de
kimono bekleed, en meer van wat wij zeer be
slist wansmaak zouden noemen.
Aantrekkelijker zijn de vele
blosmententoonstellingen in 't land der kleine lenige mannetjes
en vrouwtjes; op bepaalde tijden van het jaar
zijn er exposities van pioenen, wistaria's en
asters, en hoe zou 't anders kunnen in het land van
Madame Chrysanthème, van Chiysanthemums.
nutiiiHiiiiimuiMiiiiiiiiiiiiiiiHuiimiiiiiiiiiimiiimitiiiiiMiiimiiiiiiiiH
iiiiiiiiiiiiHinmiMiiiitHiiimmii
De Rotterüainsclie Raadsverkiezing,
Geachte Redactie!
Een enkel woord slechts tot den schrijver vau
//Fragmenten uit de Rott. Eiad^verkiezing," voor
komende in uw blad vau. 5 Juli j.l.
Op den voorgrond stel ik, dat ik niet met
P. iii debat wil treden ovtr de meer of minder
conservatieve neiging n van B. en W. van onze
gemeente, noch over de volgzaamh ^id of de traag
heid der meerderheid van on'ieu lUad. Ojk wil
ik met hem liet wedijveren in de stekelige
be.-preking van enkele p wonen een bespreking,
?welke mij doet betwijfelen, of P. wel weet, dat
er nog eene andere opvatting van bestuurszaken
kan wezen dan de zijne, lüwensch alleen te
voorkomen, dat de lazers van uw b!a l eenzijdig
worden irgelic'jt.
P. verwijt alleen aan de beide liberale
kiesvereeuigingej, dat zij geen personen vai andere
politieke richting candideeren. Maar weet hij
dan rist, dat Eoch de kerkelijke parlijen, noch
de sociaal-democia'en eeii ei'kel aftredend lid,
hoe verdieistelijk ook, s'ellen cf steunen? B
grijpt hij niet, dat er bij de Isdcn van de
kiesvereeniging Rit'erJam geen lust bestond,
de aftredende anti-hbeiale leden te steunen?
Immers de liefde kan niet \au céJ lant komen !
Iemand, die over d- llotterdamsclie
verkiedngen wil schrijver), moet m dfzs dagen de nieuws
bladen goed lezen. A's P. dit gedaan had, zou
hij ook het gesprokene door den voorzitter van
«Rotterdam II" gelezen hebben. Met een
weinig goeden wil, had hij dan ook begrepen,
dat arts Polak de candidaat is van beide liberale
kiesvereenigingen, terwijl de genoemde heer in
een schrijven aau de kiesvereeniging Rotterdam
verklaarde bij eene eventueele verk ezing zijn
mandaat in den geest van ^.Rotterdam" te willen
vervullen. Van een «meesjorren van den zege
wagen voor de conservatief-l.b;ralen" kan dus
geen sprake zijn.
Hoe P. aan de wetenschap komt, dat Mr. Moll
een aarts-conservatief is, begrijp ik niet. Ik
voor mij toch noem een voorstander van wette
lijke bepaling omtrent maximum-arbeidstijd en
minimum-loon, van schoolartsen, van eene
regeling der reohtpositie van gemeente-amb
tenaren en werklieden, van gelijkstelling van
mannen en vrouwen, zóó niet.
Het ergste evenwel in P's betoog is de tegen
strijdigheid. De schrijver bfgjnt te verklaren,
Jat fde vooruitstrevend liberalen ganec'ielijk
aan de bevelen der conservatieven orergeleverd
zijr," dut fRotterdam" alleen en uitsluitend
doet, wat «.Vooruitgang" beveelt, terwijl hij
eetige regels verder beweert, dat //Vooruitgang"'
Mr. Te'legen vau Rjtterdam hetfc overgenomen.
Vindt P. zelf niet, dat de laatste bewering de
waardeloosheid zijner doorloopsnde beschuldiging
aantoont?
De schrijver beweert verder dat er een tijd
is gew est, dat, hij een linksliberale fractie
onder bekwame h iding mi ende te zien opkomen."
Maar onder leiding van deze, door hem ge
noemde, linksüberale fractie werden ook vroeger
besprekingen met Vooruitgang" gehouden en
compromis gesloten. Wij herinneren slechts
aan bet jiar 1897 en daarop gevolgde andere
verkiezingen. Ea ook LU z:en wij hetzelfde
verschijnsel bij de vrijzinni^-democia'en, waar
de voorzitter, de heer Mr. S. J. L. van Aalten,
ds caudidatuur van den volgens schrijver
aartsconserva'ieven h er Mr. Moll aanbeval met de
verklaring, dat deze candidaat de
vrijsinnigdemocratische k;e3vereen'gitg het meest nabij
kon.t (N.R.C. 25 Juli 2o' blad fc.).
Wat de kwestie van de candidaiuur Tellegen
betreft, verwijs ik P. naar de beantwoording op
de stukken vau Mr. Tsllegen door de beiie
kiesvereeu'ginger.
Ontvang, geachte Redactie, den dank voor
de opname van dit schrijven van
Uw die.,
N.
Ten eerste geldt inderdaad mijn verwijt aan
de liberalen van beiderlei soort, dat zij zóóieer
dingen naar het geheele gezag, dat zij zelfs aan
den aen anti revolutionair die aftreedt, en den
nigen sociaa'-iemocraat die óók aftreedt, nog
hun zeleh betwisten ! Da liefde kan niet van
a kant komen. Neen, maar van liberale zijde
is nooit eenif/ blijk van gevoel voor billijkheid
gegeven! Dat men aftredende a dïrsdenkenden
niet wil steunen, is daaraanloe, maar wanneer
men er bovendien nog n'euwe candifaten tegen
over stelt, b'ijtt daaruit voldoende, dat. het de
liberalen er om te doen is, eenvoudig alle andere
candidaten te weren!
Wat de candidatuur, dr. Polak betreft, ik heb
met belaigstelling destijds het door dea
vcorzitter van «Rotterdam II" gesprokene gelezen.
Maar dat was eene betestiging\ Immers daarin
weri erkend, dat in een ,gesprek" tustc'ien de
voorzittd-i der beide kiesvereenif i igen, dr. Polak
het eerst door den voorzitter van //Vooruitgang
II" was ^genoemd." Ja, z:>o zal Int met de
andere heeren cuk wel gegaan zijn. 2,°, wordei
//genoemd," wat een ander noemt, «opgeven.'
Dat dr. Polak h'eft verklaard, ,/in den feest"
vai »Ro'.t'rdioa" zijn mandaat te wilieu ver
vullen, m'n waarde beer, wat beteekent dat r
Dat kan elk oud-liberaal! Ronduit werd toch
verklaard, dat dr. Polak over bepalingen ia ds
bestekken «nog geen meening bad !" Ei wanneer
dan een kiesvereen'ging er zóó wein'g o,n geeft,
ef haar cardidaten ook haar program onder
schrijven, daar is het gemakkelijk te zeggen,
dat men zijn mandaat, zal vervullen in den gejst
vau «Rotterdam." Hij houdt daarmse zijn handen
zoo vrij als 'n wilde!
Dat mr. Moll voorstander is van we'telijke
bepalingen in de bestekkeu en acdere diïger,
komt mij vreemd voor. Z-lfsin het verk
eiingsblad der liberalen wordt daarvan niets gezegd!
Ds tegenstrijdigheid w;arop de inzender wijst,
bestaat niet. t-r is Lij de nieuwe candidulen der
liberalen niet een, die als een beslikt vooruitstre
vend man bekend staat. Durft N. dat tegenspre
ken ? DO heer Teilegen zou de eenige uitzon
dering geweest zijn. Maar slechts een uitzon
dering, die d«n regel bevestigt. E' zijn 6
nieuiceliberale caudidateu gesteld. Bij drz^ zou dan
a vooruitstrevend man geweest zijn; de
andeie: Purger, Fok, Polak en de twee heeren
Moll, staan alle op het stanipunt van «Voor
uitgang". Toen de heer Tcl'egen uitviel, bleef
er niet a over en stelde //Rotterdam" als een
goedipe lobbes mr. Burger in zijn plaats. In
dien d;V, geea meesjorren is ain de oud-liberale
zegekar, dan weet ik het niet, l
De tijd, dat ik meende, een fl.nke links-liberale
oppisitie te zien opkomer, ligt reed& vóór
1S97. Toen had trouwens Mr. Van G:lse
ook zijn artikel over de //modderpolitiek" r.;eds
in de Tragen des Tijd» gesc'ireven. Daarbij was
zoowel Mr. Van Aalten als De Klerk betrokken.
Het onderscheid is, dat Mr. Van Aalten er met
nog een aantal geestverwanten is uitgetrokken,
het modderen moe; en dat De Klerk er in is
gebleven, en nu voor de meest beginsellooie
consequentiën komt te staan l
Dat mr. Van Aalten nog wel eens neiging
heefr, een lonkje te werpen i aar rechts, da1;
weet ik, maar toen hij bet compromis-mr. Moll
op de proppen bracht, was de vergadering zijner
kie&vereen. zelfstandig genoeg, het onmiddellijk
af te wijzei.
Het verwesr van den heer N. tegen mijne
beschuldiging snijdt geen hout, op geen enkel
punt. Dat ligt niet aan den lieer N. maar aan
de zaak die hij verdedig\ Die is niet te verdedigen.
P.