Historisch Archief 1877-1940
No. 1360
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Maggi om te bruiden
is een eenlg beproefd middel om gerechten, groenten,
vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen
aangenamen, genr en smaak te geven. Weinig druppels >yn
voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en
comestibleshandelaren.
lllllllllltflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllll
IIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHMIHIJnilMIMIIIIIIIIIIIUrillllllllN^^
DAMEjS.
Amsterfl. Bond roor lichanielijïe opYoeding.r)
De A. B. v. L. O. wil door een reeks
bondsgeschriften voor zjjn doel propaganda maken,
en het eerste dier geschriften (Wat w\j
willen) is van dien aard, dat het naar
meerdere doet verlangen.
* *
*
Allereerst betoogt Prof. W i n k l e r hierin
>de opvoedende kracht van het spel" d.w.z.
van het «goed geregeld en goed geleide spel",
volstrekt geen nieuwigheid van vaandaag of
gisteren, maar al van paden datum. Reeds bij
de Grieken nam het by de opvoeding een groote
plaats in, en, zal het zijn onde plaats herwinnen,
dan moet uitgegaan worden van >de observatie
van het ongebonden spel", dan «mogen zij
niet aan de schrijftafel opgemaakt worden ten
nutte van het denkbeeld door den opvoeder
?uitgedacht kind". Moge de A. B. v. L. O.
daaraan vooral denken! Want, al jaren
lang leeren de kinderen b\j het
gymnastiekonderwys allerlei gereglementeerde spelen, en
zelden of nooit worden die spelen door het
kind beoefend, als het buiten, op het veld of
op de straat zijn vertier zoekt. Wel een bewijs,
dat de aangeleerde spelen te kunstmatig waren,
dat ze niet overeenkwamen met het ongebonden
natuurlijk spel.
Na prof. Winkler betoogt L. Simons de
noodzakelijkheid van lichaamsoefening. »We
hebben noodig klinkt het te worden
wakker geschud, gedrild, geschoold. We moeten
leeren klaar staan, we moeten ons leeren voegen,
we moeten leeren dadelijk aanpakken, we moeten
leeren veel doen in weinig tijds, methodisch,
gemakkelijk en kloek, we moeten leeren durven
en uithouden" en daarom «geordende sporten
welgeleerd spel, gymnastiek en lichaamsoefening
in de open lucht". A' zou gevraagd kunnen
worden, of hier van de lichaamsoefening niet
te veel verwacht "wordt, zeker is, dat ze tot
het beoogde krachtig bijdraagt en «daarom
moeten hier allen samenwerken".
Thans deelt U. K. Klaren het een en ander
mede over >de Ooster- speeltuin", en die
mededeelingen zijn de moeite van het lezen dubbel
waard. Ze bewezen, hoe door samenwerking
heel wat goeds in het belang van het kind
kan gedaan worden, hoe vereeniging ook hier
kracht brengt. En al zjj betwijfeld, of het
mogelijk is in een gebouwtje van 6 X 3Va X 4
meter een vijftigtal kinderen >zelf te laten
zaaien, planten en kweeken, de ontwikkeling
van allerlei insecten op de meest volkomen
wijze te doen volgen", erkend zij, dat «de
Ooster-speeltuin" tracht te doen, wat ze
voorstaat.
Wat den «Oproep" van J. A. Tours aan
gaat, die moet gelezen worden door ieder,
die in het kind belang stelt, en dan voorzeker
zullen velen «zich gewonnen geven en mede
werken in het belang van den bond", dan
zullen de bijdragen milder vloeien.
In «Een kort woord tot opwekking" betoogt
T. H. L n i t i n g, dat spel en gymnastiek
elkander aanvullen, dat «ze niet te scheiden
zijn, zonder te kort te doen aan de noodzakelijke
alzijdigheid onzer lichaamsoefeningen", en, al
is het luide toe te juichen, dat de onderwijzers
in de gymnastiek zich interesseeren voor het
spel, zooals de A. B. v. L. O. dat beoefenen
wil, toch zij hun het woord van prof Winkler
herinnerd: «Het uitgangspunt voor de spel
regels moet gevonden worden in de observatie
van het ongebonden natuurlijk spel", want...
bij de tot nu toe bij het onderwijs in de
gymnastiek aangeleerde spelen, was dit (om het
zacht uit te drukken) niet steeds het geval.
Wat J. C. 6. Gr a se in «Ons eerste jaar;
en nog wat" meldt, is een leerrijk verslag, dat
zeer zeker velen, die nu nog verre staan van
de A. B. v. L. O. zal opwekken, tot steun der
goede zaak, dat velen van de zonde tegen de
kinderen enzer stad zal afhouden.
* »
*
Dat Wat wij willen alzoo warm aan
bevolen kan worden, zal na het bovenstaande
wel duidelijk zijn: het kan er toe bijdragen,
dat de eeuw van het kind eenmaal aanbreekt,
en dat is een niet geringe verdienste.
W. A. W. MOLL.
1)BondsgeschriftenNo. 1. Wat wij willen.
De vrouwenbeweging in Rusland.
Hoe meer de algemeene beschaving in Rus
land veld vindt, hoe meer aandacht er ook
daar aan de belangen der vrouw en haar streven
naar vooruitgang en ontwikkeling geschonken
wordt. En zoo komt daar ginds, zij 't ook
geleidelijk, de vrouwenbeweging voorwaarts.
Aan de opvoeding van het tegenwoordige
jonge meisje worden gelukkig andere eischen
gesteld, dan alleen die, welke voor eene toe
komstige echtgenoote en moeder noodig zijn,
of hoogstens om als gouvernante haar brood
te verdienen. Helaas is de opvoedkunde een
beroep dat in Rusland nog lang niet zoo
gewaardeerd, en de algemeene- en zoo ver
diende achting geniet, die haar in andere
beschaafde landen ten deel valt. Een gouver
nante wordt in Rusland als niet veel meer
dan een beschaafde ondergeschikte om niet
te zeggen dienstbare beschouwd. Hoe voor
namer het huis is, met des te minder egards
wordt een gouvernante er in behandeld. De
vrouw des huizes verdraagt haar meestal als
een nopdigen last en voor de kinderen is zij
een, niet al te zware, straf. Man moet niet
denken, dat deze verhouding zoo geworden is
door stelselmatige geringschatting jegens de
gouvernantes en onderwijzeressen; veeleer is
de oorzaak daarvan te zoeken in de aange
boren apathie en koelheid, of liever, geringe
gevoelsontwikkeling bij de Russische vrouw.
De kringen, welke den onderwijzeressenstand
naar waarde schatten, zijn meestal niet in
staat een gouvernante te houden. Onder
zulke, weinig animeerende omstandigheden, is
't niet te verwonderen, wanneer de lust tot
dat beroep hoe langer hoe minder wordt.
In de laatste jaren heeft de vrouwenbeweging
in Rusland groote vorderingen gemaakt en
dat zonder veel drukte, vergaderingen, ver
zoekschriften of deputaties, eenvoudig uit
eigen, vooruitstrevende kracht. De Staat be
zoldigt zijne ambtenaren zoo jammerlijk
slecht, dat velen niet in staat zijn een eigen
haard te gronden, al stellen zij hun eischen ook
nog zoo bescheiden. Het aantal ongehuwde
beschaafde vrouwen, die gedwongen zijn zelve
in haar onderhond te voorzien, neemt met
den dag toe en zoo moeten er meer beroeps
vakken voor haar'opengesteld worden.
Bekend is, hoevele Russische vrouwelijke
doktoren zeer voldoen, even als de apothe
keressen.
De vrouwelijke doktoren die in hospitalen
of in keizerlijke opvoedings-gestichten
praktiseeren, hebben onder de zelfde condities, recht
op gelqk pensioen als hare mannelijke collega's.
Ook als Staatsambtenaren hebben de Russische
vrouwen uitstekend voldaan, maar de bezol
diging laat veel te wenscben overig en kan
b.v. niet met Duitschland vergeleken worden.
Zoo zijn er massa's Staatsambtenaren, die
blümogen zijn, wanneer ze het na tienjarigen
diensttijd tot een inkomen van 120 roebel per
maand gebracht hebben.
In Augustus van dit jaar wordt voor de
Russische vrouwenbeweging een ruim arbeids
veld geopend door het tot stand komen van
een vrouwelijke handelsschool, met voortreffelijk
programma, waartoe het initiatief van het
ministerie van finantiën is uitgegaan. De reeds
bestaande private kursnssen voor onderricht
in het boekhouden maakten de meisjes wel
zoo ver klaar.dat ze als ondergeschikte boek
houdsters werkzaam konden zijn, maar die
kennis in correspondentie en boekhouden was
uiterst oppervlakkig. De nieuwe handelsschool
Omvat een degelijk stelselmatig onderwijs,
dat voorloopig over zeven klassen verdeeld is,
terwijl er later een achtste aan toegevoegd
zal worden. De kursus bevat een volledig
gymnasium-programma, alleen zal er in plaats
van in de oude talen, onderricht in Duitsch,
Fransen en Engelsch gegeven worden; met de
vijfde klasse begint de handelsgeografie, die
degelijke statistieke verklaringen en ophel
deringen geeft. De wiskundige vakken wor
den veel uitgebreider, dan dat tot nu toe
in de meisjes gymnasia onderwezen en
bovendien komt een beknopte kursus voor
politiek economie en rechtswetenschap op het
programma voor. Het laatste vooral zal er toe
bijdragen, den gezichtskring der vrouw, na
voleindigde studie, ruimer te maken en haar
den vaak moeilyken weg tot zelfstandigheid te
effenen. Over het algemeen ware het te
wenschen, dat het onderwijs in de eerste regels
der rechtswetenschap op alle hoogere meisjes
scholen ingevoerd werd; dat zou er veel
toe bijdragen, de vrouw later over vele moei
lijke omstandigheden in het leven heen te
helpen.
Verder wordt een groot deel van het pro
gramma ingenomen door stenografie, reken
kunde, boekhouden en warenkennis.
Het degelijk en uitgebreid programma, dat
dit nieuwe schooltype bevat, zal degenen die
hare studies daar voleindigd hebben in staat
stellen, dadelijk de hoogere vrouwenkursussen,
en ook die in de medicijnen, voor haar verdere
«Ansbildung" te volgen. De Russische vrouwen
krijgen in de nieuwe achtklassige handelschool
eene inrichting, die haar den weg opent tot
het kiezen van verschillende zelfstandige
soorten van beroep, en die haar menige niet
genoeg te waardeeren wegwijzers voor het
praktische leven aanbiedt. v. O.
Internationale Mmlerlitteratnnr.
Fransche kinderbibliotheken,
I. '
«Bibliothèque du Petit Francais."
MARIE ROBBET HALT : >Jacques la chance
et Jean la Ouigne "
B. SCHMIDT *La Providence de Frangoit."
A. ROBIDA. 'En haut du beffrm."
JÜDITH GAUTIER. *Mémoires d'un léphant
blanc "
C. DB VABIGNY. »Voyage du Matelot Jean
Paul"
Allen bij Armand Colin et Cie, diteurs,
Paris.
Voor zoover ik deze bibliotheek naar de
genoemde vijf nummers kan beoordeelen, be
hoort ze lang niet tot het slechtste wat de Fransche
kinderlitteratuur ons biedt. Behalve de »Voyage
du matelot Jean Paul" zon ik ze allen gerust
durven aanbevelen, al behooren ze dan ook
niet tot de allereerste kunstwerken.
Het aardigste van de vijf is stellig de
vroolijke geschiedenis die speelt:
En haut du btffroi,"
boven op den klokkentoren! Wat hebben
mijn kinderen en ik ons daarmee geamuseerd !
Hoe natuurlijk vonden we het, dat de eer
zame torenwacbter Gurdebêke daarboven naar
een tuin verlangde, en hoe interesseerde 't ons
te vernemen, hoe hij in mandjes massa's aarde
naar boven takelde en ur werkelijk in slaagde,
allerlei groenten te kweeken boven op den
toren van het stadhuis. Ook de verdere ge
deelten van het dak van dit eerzame gebouw
werden op die manier door hem geëxploiteerd,
en zoo ontstond er daarboven in de lucht
eindelijk een volledige boerderij. Want ook
kippen, konijnen en geiten werden aangeschaft
en wie beschrijft de verbazing der eerzame
stadbewoners, toen ze op een goeden dag een
geit op de torendaken zagen rondklimmen, als
een gems op de Alpen! En nog was mijnheer
Gurdebêke niet tevreden. Hij wilde ook kun
nen hengelen! En zoo stroomde er weldra
een helder beekje in een netjes afgebakende
bedding, en door middel van een kunstig uit
gedacht drainage-systeem werden eiken dag
de groentebedden heerlijk besproeid.
Een tijdlang ging dit alles goed, al klom
ook eenmaal die bewuste geit op den toren, al
raakte ook een der vroolijke konijntjes ver
ward tusschen de wieltjes van het beroemde
speelwerk van de klok, al begrepen ook de in
het stadhuis wonende griffier Jabihou en zijn
vrouw maar volstrekt niet, hoe het kwam,
dat ze midden in de stad telkens allerlei ge
luiden van op een boerderij thuishoorende
dieren meenden te hooren.
Helaas weldra zou alles uitkomen! Op
een goeden nacht wordt de heer Jabihou
wakker door een stortvloed van water, die
plotseling door een gat in den zolder op zijn
hoofd neerdaalt! O schrik, wat is dat ? Hy en
zijn vrouw zyn radeloos, en den volgenden
morgen wordt er een klacht bij 't gemeente
bestuur ingediend.
Slechte tijden voor de familie Gurdebêke l
Maar er komt redding l Eenige dagen later
ontstaat er brand bij Jabihou, en het geheele
kostbare stadhuis met den beroemden
klokketoren loopt gevaar, 't Ziet er donker uit,
nergens in de buurt is water om te blusschea l
Dat meent men, maar men rekent buiten
papa Gardebêke. Deze maakt eenvoudig het
gat in het dak weer open, en het nat uit
z\jn waterleiding stroomt nog krachtiger dan
te voren in Jabibron's kamer en bluscht
den brand l
En natuurlyk, nu by het geheele kostbare
gebouw op deze wijze gered heeft, kan hu niet
meer worden afgezet als torenwachter, maar
krijgt telfs permissie om zijn typisch boeren
bedrijf daarboven voort te zetten. Zooals ik
zei een alleraardigst boekje met geestige
plaatjes geïllustreerd.
Het tweede in dit boek voorkomende ver
haal : «L'académie de dan je de Jaroslaw" is
minder pétillant geschreven, maar toch ook
heel humoristisch. Van dit laatste verhaal is
bij den uitgever Eluwer te Deventer een
Hollandsche vertaling verschenen.
Les ^Mémoires d'un léphant blanc" brengen
ons in een geheel andere omgeving.
Judith Gautier geeft ons hier een interessant
stukje leven uit het Oosten de geheele
geschiedenis van een witten olifant eerst
z\jn leven in het boscb, dan hoe hij gevangen
en in Golconda als een soort godheid
wordt aangebeden Daarna wordt hij aan de
prinses als huwelijk sgift meegegeven, en de
jonge echtgenoot, in wiens land men niet aan
olifanten-vereering doet, gebruikt hem in den
oorlog. HU wordt gevangen genomen met zijn
meester en redt dezen en zichzelven. Enfin,
veel avonturen wel eens wat al te roman
tisch, maar toch niet zóó, dat 't boek er be
paald om af te keuren is.
De naam van Marie Robert Halt is genoeg
bekend om te doen begrijpen dat Jacques la
Chance en Jean la Guignue ook niet tot de
slechtste boeken kan behooren. 't Is een heel
aardig onschuldig verhaal van twee boeren
jongens : «Jaap Geluk en Jan Ongeluk" zouden
wij zeggen, welke laatste echter door zyn
moeder wordt vertroeteld en daardoor natuurlijk
geen flink en doortastend man kan warden,
zooals zijn broer. Alles mislukt hem, al worden
hem ook alle zegeningen in den schoot geworpen,
terwijl zijn flinke broer zonder geld en goed,
en zonder steun van zijn moeder, overal suc
ces heeft.
Een stukje min of meer onderwetsche mo
raal, zooals men ziet, maar werkelijk aardig
en frisch verteld, en waarin de
karakterteekening goed volgehouden is.
Minder talentvol verteld, en ook wat inhoud
en strekking betreft, slapper en minder frisch
is: «ia Providence de Francais", maar toch
behoort ook dit stellig nog tot de betere soort
van middelmatig werk. 't Is met warmte en
toewijding geschreven, en dat vergoedt veel.
En nu de verrelende reis van den t Matelot
Jean- Paul" en andere verhalen.
Hoe het mogelijk is dat van dit boekje een
derde druk noodzakelijk is geworden, ik be
grijp het niet. Die reisbeschrijving is bepaald
saai; er zijn er veel betere, zou ik denken.
Ook de daarop volgende levensbeschrijving
van den Amerikaanschen millionair Vaiiderbilt
vind ik voor kinderen ook minder verkieslijk.
De vermelding van al die fabelachtige rijk
dommen wekt bij 't jonge goedje maar
begeerten op, die verstandige ouders niet
gaarne zien.
De drie volgende verhaaltjes «Ja journée
de Victor", «La pétit homme" en «Mon
paraplnie" zijn veel beter. Waren die eerste twee
ook maar van dat genre l
En dit is voorloopig alles wat ik van deze
bibliotheek weet, behalve dat ze uit den:
?Petit Francais illustré" wordt overgedrukt,
zooals we van mevr. H. vernamen. Of ze door
iemand die er verstand van heeft, wordt ge
redigeerd ? Ik denk van niet, 't wordt ten
minste nergens vermeld. Het blijft dus tamelijk
aan het toeval overgelaten, of er al dan niet
goede boeken in zullen verschijnen. Enfin,
als 't maar bij dit genre blijft, dan gaat het
nog al goed.
Maar toch is 't vreemd, dat ik in Frankrijk
nog niets van de nieuwe en meer sérieuse
richting in de kinderlitteratuur heb kunnen
bespeuren, die zich in alle andere landen baan
begint te breken.
Ik bl\jf ondertusschen zoeken me dunkt,
er moet toch wel iets gedaan worden op het
gebied waarvan overal elders tegenwoordig
zooveel werk wordt gemaakt I Maar 't vinden
is moeielijk! N. VAN HICHTUM.
Vacantiecnrsnssen in Engeland.
Eene Duitsche studente verhaalt ons zeer
wetenswaardige bijzonderheden over de wijze,
waarop zij, verleden jaar, hare vacantie iii
Engeland beeft doorgebracht. Er worden daar
nl. aan de twee grootste universiteiten, Oxford
en Cambridge, vacantiecursussen gehouden, de
zich in eene zeer groote belangstelling mogen
verheugen. Ten onzent is zoo iets geheel onbe
kend; de university exwnsion-beweging?d. i.
eene poging om een veel ruimeren kring van
menschen deel te doen nemen aan het academisch
onderwijs waarvan deze cursussen uitgaan,
wordt bij ons nog maar op beperkte schaal uit
geoefend en in de vacantie in 't geheel niet.
Het schijnt mij daarom zeer belangwekkend te
vernemen hoe Girton en Newnham, de twee
Colleges voor vrouwen aan de universiteit te
Camöridge, gastvrij hare deuren openden voor
de vreemde bezoeksters en wij laten ne er
van zelve hare ervaringen verhalen.
Hoe benijdingswaardig daar te mogen wonen!"
dacht ik, toen ik voor't eerst Newnham College
zag, weinig vermoedend, dat ik verleden jaar,
zelve eene maand lang, tot deze gelukkigen
behooren zou, want Newnham had, evenals twee
jaren geleden, eene maand lang, voor 45 van de on
geveer 800 vreemdelingen, die voor de
vacantiecursussen van alle hemelstreken waren toege
stroomd, hare poorten geopsnd. Wij,
extentionpeople zooals de dienstboden ons half ver
achtelijk noemden, ter onderscheiding van de
vaste vrouwelijke studenten betrokken, terwijl
de laatsteu naar huis waren gereisd, nu vroolijk
hare behagelijk ingerichte kamers. Wij namen
bezit van al de lichte, vriendelijke vertrekken,
de bibliotheek met al de geleerde boeken, de
muziek- en leeszalen en genoten naar harte
lust van het prachtige park, met zijne gazons,
schaduwrijke lanen en geurende bloemen. Reeds
na zeer korten tijd voelden we er ons geheel thuis
en allen waren het daarover eens, dat Newnham
een Paradijs op aarde was.
Cambridge bezit, in 't geheel, ongeveer 17
Colleges, dat zijn inrichtingen die, rijk voorzien
van bibliotheken en allerlei middelen ter ont
wikkeling, den studenten tot woonplaats dienen;
twee daarvan zijn ingericht voor jonge meisjes
en staan elk onder toezicht van eene directrice
en verscheidene leeraressen. De vrouwelijke
studenten blijven er in den regel drie jaren,
gedurende welken tijd zij zich kunnen voorbe
reiden voor het Tripo», het hoogste academische
examen. Het oudste der beide Colleges, Girton,
ligt twee Engelsche mijlen van Cambridge af,
het is een indrukwekkend gebouw met vele
torentjes, uitbouwsels en geveltjes en maakt
eenen voornamen indruk. Newnham-College is
dichter bij de stad gelegen; 't werd tusschen
1870 en 1880 gesticht en bestaat uit drie
vleugels, die door lange, overdekte gangen met
elkaar verr-onden zijn; eerst ontstond de roude
balie," wier stichster Mits Anna Jemina Clough,
eene ijverige voorvechtster voor meer uitgebreide,
vrouwelijke ontwikkeling is; daarop werd
Sidgtcick Hatt gebouwd en eenige jaren later,
toen er steeds meer vrouwelijke studenten op
name verlangden, nog Clough Hall. Elk dezer
drie vleugels heeft zijne eigen eetzaal, waar aan
verschillende kleine tafeltjes, de maaltijden worden
gebruikt; die in Clough Hall is de grootste en
schoonste en wordt daarom, bij feestelijke ge
legenheden, tot verzamelplaats van alle bewoon.
sters van Newnham gebruikt, op den
Kroningdag van Eduard VII b.v., kwamen wij daar
alle bijeen, om gezamenlijk met de studenten
die nog niet naar huis waren gegaan, het God
tave the King te zingen. Ook op een bal, hadden
wij gelegenheid de fraaie zaal, die geheel in
wit en goud is gehouden, en versierd met de
portretten der stichtsters te bewonderen.
Dat was een vroolijk feest! Daar er, na zeven
uur, geen man, meer door de poorten van het
College mag dringen, hadden wij alleen vrou
welijke cavaliers, wat, echter aan de vreugde
geen afbreuk deed, integendeel: de toon was
zoo onschuldig vroolijk, als men slechts zelden
op een bal ziet en al de dunne, lichte
balcostunms stonden uiterst bekoorlijk, zonder de
zwarte rokken der heeren er tnsschen. Overal
in de rijen hoorde men fluisteren hoe jammer
het was, toen met klokke tien, het bal ophield
en wel, volgens Engelsche gewoonte, met het
zineen van het volkslied.
Niet alleen in Oxford maar ook in Cambridge,
worden elk jaar vacantiecursussen gehouden,
zooals op kleinere schaal, ook in Duitschland
en Zwitserland, in verschillende academieste
den gebeurt, terwijl er dit jaar ook in Belgi
eene proef mee zal worden genomen, en wel
afwisselend: 't eene jaar in Oxford en het vol
gende in Cambridge. De cursussen duren vier
weken, gedurende welken tijd, dagelijks, van
6?8 voordrachten worden gehouden, op meest
verschillend gebied; over literatuur, geschiede
nis, kunst, politiek, theologie, natuurweten
schappen etc.
Alle lezingen zijn natuurlijk in de Engelsche
taal; zelfs leeraren uit vreemde landen, die
uitgenoodigd worden om deze voordrachten te
komen houden, bedienen zich daarvan. Elk die
de cursussen bijwoont, is vrij in de keuze van
het onderwerp en het aantal der voordrachten.
Aan de lezingen sluiten zich dikwijls gemeen
schappelijke uirstapjes aan, om fraaie of inte
ressante punten in den omtrek te bezoeken en
worden feestelijkheden op touw gezet, waarbij
men rijkelijk gelegenheid neeft de Engelsche
gastvrijheid te bewonderen.
Buitengewoon ontwikkelend en een pedago
gische factor, dien men niet over het hoofd moet
zien, is het samenleven van dames uit zoovele,
verschillende natiën; in 't gesprek met de
vreemdelingen, die hier voor de vacantiecursus
sen samenkomen en die alle tot de beschaafde
kringen behooren. leert men in korten tijd meer,
krijgt men helderder inzicht in de buitenlandsche
politieke en sociale verhoudingen dan door
jarenlange lectuur.
Hetzij hier opgemerkt, hoe, voor Hollanders
en Daitschers die juist in Engeland zoo
licht geneigd zijn hunne schoolgeleerdheid als
onovertroffen en onovertreffelijk te beschouwen,
de omgang met de Scandanaviërs in 't bijzonder,
zeer heilzaam en beschamend! werken kan.
Aan den anderen kant moet men erkennen,
dat het samenzijn met buitenlanders, voor de
studie der Engelsche taal, nu niet juist bevor
derlijk is, want hoewel alle, die aan de cursussen
deelnemen, min of meer vloeiend Engelsch
spreken, zoo zijn er toch slechts enkele onder,
wier accent niet dadelijk hun geboorteland ver
raadt. Maar niettemin schijnt mij het voordeel,
dat wij uit den omgang met andere natiën trek
ken, zóó groot, dat dit nadeel meer op den
achtergrond treedt. Ik kan niet anders dan ieder,
die dezen zomer eene opwekkende, geest en
lichaam verfrisschende vacantie wil doorbrengen,
aanraden een vacantiecursus te Cambridge bij
te wonen.
M. K.
makers verwoed te ijveren voor het in eere
herstellen van de hooge, spitse klosjes ach
terwaarts, aangebracht onder dames-laarsjes en
schoentjes. De dames hadden een oogenblik
van weifeling, van zwakte misschien, bij het
bekijken van die Gallische bakjes, die den voet
kunstmatig bombeeren, kleiner doen schy'nen,
dan by werkelijk is. Ter eere onzer
hedendaagsche vrouwen, moet erkend worden, dat
haar gezond verstand triomfeerde over haar
ongezonde ijdelheid. De oorzaak van den hip
penden, als op-eieren-loopenden gang, de
Fransche hak, met zyn droeven nasleep van
rugpijn en oververmoeidheid van been- en voet
spieren, is in den ban t Ongeloofelyk, maar
waar l Breede, platte hakken die het aflsggen
van uitgestrekte wandeltochten mogelijk maken
worden niet alleen aan praktische wandel
schoenen gezet, maar ook aan sierlijke laarsjes,
bestemd by gekleede japonnen te worden
gedragen. Onder alle omstandigheden zullen
zelfs de mode-juffers vasten grond onder den
voet voelen. Het kreupel-gaan harer
redeneeringer, het wankelen en weifelen in het
nemen harer besluiten, verdwijnen met de
Fransche hakken misschien dan tevens.
Zooals steeds, blijft wit de kleur, voor
toiletten om aan zee te dragen. De onder
vinding heeft geleerd, dat aan het strand
alles verkleurt. Hoeden, japonnen, mantels,
zonneschermen, schoenen, alles ondergaat den
invloed van 't felle licht. Dus wil van
toptot-teen.
Wit piqué, laken, cheviot, n vooral het
prachtige, doorschijnende Eroatisch linnen.
Bij dit laatste gebruikt men een onderkleed
van wit, zacht-rose, mat-groen, lila, mauve,
licht-blauw. Hangt van smaak af. Om het
eentonige van 't wit te onderbreken, worden
hel-geborduurde applications als garneering
gebezigd. Reepen taf-zij waarop schitterende
in steel-steek bewerkte moti'en, worden met
succes gebruikt, ter opfleuring van 't wit.
Hoed, zonnescherm, schoenen, onderrok geheel
passend door tint en garneering bij het boven
kleed, geeft natuurlijk het meeste cachet aan
de draagster, maar blijft het privilegie der
goed-gevulde beurzen. Het witte zonnescherm
wordt gevoerd met mousseline-de-soie, in
kleur harmonieerend met het gekleurde onder
kleed of met de borduursels. De witte schoenen
hebben gekleurde zijden stiksels en knoopen,
passend by de japongarneering. Hoeden nog
altijd heel groot en heel plat. De chapeau
Panama is een beetje in discrediet, omdat er
te veel namaak onderliep en daardoor
Janen-Allemanskruin tooide. Struisveeren in alle
tinten, en in alle afmetingen, blijven het oog
streelen door haar donzige, luchtige weelderig
heid, lersche guipures, vier jaar geleden door
een Fransche modiste aangewezen als de gar
neering voor japonnen, hoeden en mantels
blijven zeer in trek.
Onder de toiletten by de wedrennen te Ascot
vertoond, zyn groote verwoestingen aangericht
door het ongunstige weer. Regen en wind,
terwyl men snakte naar heldere luchten en
zonneschijn. Onder de toiletten die veel bekeken
en besproken werden, behoorden: Een robe
van mauve chiffon over een mauve taf-zijden
onderkleed. Op den rok van het mooie kleed
waren grillipe, met de hand geschilderde slingers
mosrozen. Knoppen en half ontloken rozen op
het corsage. Bergere van donkergeel stroo,
versierd met tonffes echte mosrozen. Zonne
scherm van geplisseerde mauve
mousseline-desoie, gevoerd met rose taf-zij geheel in de tint
der mosrozen. Een prachtig toilet van licht- gele
chiffon over een onderkleed van witte tafzyde.
Ceintuur met lange slippen van fluweel, een
paar tinten donkerder dan de chiffon. Reus
achtige, barnsteenkleurige stroohoed, overladen
met trossen bloemen in vier verschillende gele
tinten. Zonnescherm van geplisseerde witte
chiffon. Van binnen en van buiten wit.
Te Biarritz zyn de trouwe aanhangsters en
vrienden van de zwaar-beproefde ex-koningin
Natalie van Servië, niet uitgepraat over Draga's
wuftheid en haar nimmer verzadigde begeerte
naar schitterende toiletten. De ongelukkige
vrouw laat een verzameling japonnen na, die
niet behoeft onder te doen voor de garde-robe
van wijlen koningin Elizabeth van Engeland. In
het allereerste begin van Draga's koningin-spelen
imponeerde zy, door de ongeëvenaarde pracht
harer exquise toiletten, die voortdurend uit de
Rue de la Paix, te Parys, naar Belgrado werden
opgezonden. Heel gauw was men uitgekeken
aan al die pracht. De hovelingen, en zij, die
aan het hof verkeerden, ergerden zich doodelyk
aan Alexander's «Pomme müre", zoo als de
Paryzenaars haar noemden. Woedend waren
zy, op de niet-jonge, spilzieke vrouw. Staal
harde blikken doorboorden haar, Om haar
heen, een stroef zwijgen, of schaarsche, onver
schillige antwoorden. Alleen «Sacha's" bewon
dering en aanbidding verflauwden niet. Hy zag
in haar, de lieftallige, schoone, schitter-vrouw,
wier tegenwoordigheid hem onmisbaar was.
**'
?miiiiiniMmtiiiiiiiiiiiiiiHii
llllllllllllillllMIIIIMMIIIIM
Modes. Ihee in kristallen kopjes.
Versierde kapsels. Nieuwerivetsche
bruidjes. Wér een *cum Jaude."
Een poging hebben ze tóch weer gewaagd.
Reeds zoo lang verdrongen door de Britsche
platte hakken, begonnen de Fransche
schoenIn Parys wordt de namiddag-thee gebruikt
in kristallen kopjes. Min of meer Russisch,
zou uien zoo zeggen. Russen drinken hun
sterke thee met vél suiker en een schijfje
citroen uit een glas. Het gebruik van kristal
is in de middaguren te Parys, tout ce qu'il y a
de plus chic. Gebakschalen, bonbonsschoteltjes,
alles is van zwaar kristal met dof gouden rand.
Het tooien der kapsels met preciosa, bloemen,
en veeren neemt toe. Gedurende de
Londensche «season" zag men in de theaters, jonge
meisjes met zooveel bloemen in 't haar. dat
men den indruk kreeg, of zy een toque op
't hoofd hadden. Jonge meisjes tooiden haar
kopjes ook met een gaas-achtigen vlinder
met zilveren of gouden paillettes bezaaid.
Over smaken valt niot te twisten. Vooral by
jonge meisjes blyvenwy die overlading leelyk
vinden. Een statige aigrette met fl on k er en d e
diamanten, trillend op het sneeuwwitte hoofd
eener oude dame, kan er misschien door, zoo
ook, enkele paarlen, zich slingerend door
zwarte lokken. Engelsche dames openbaren
een groote voorliefde om versierselen
aan-tebrengen in 't haar.
De nieuwerwetsche bruid schrijdt het kerk
gebouw door, zooals wy dit gewend zyn.
Statig, langzaam, hél langzaam zich
voort