Historisch Archief 1877-1940
S*. 1362
DE AMSTERDAMMER
A°. 1903
WEEKBLAD YOOB-NEDEBLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65
^oor Indiëper jaar , mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0-121/»
Dit bl»d i» verkrijgbaar Kioik 10 Boulevard d« C*paeinM tegenover hst Grind Café, te Parij».
Zondag 2 Augustus.
Advertenliën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annoi)cei uit DuitschlanJ, Oostenrijk en Zwitserland worden uisluitend «ingenomen do«r
de firma RODOLF A1ÜS.SE te Keulen en door alle filialen dezer firm».
I H H O V Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Persdeliot J. P.
Scheltema, door Th. van Huut. Een toelich
ting, door dr. ?. B. Schepers. Oost-Aziatische
verwikkelingen. SOCIALE AANGELEGENHE
DEN : D,e na Jeelen van den huisarbeid. I, door
mr. dr. H. S. Veldman. KUNST EN LETTEREN:
Muziekbeoordeelingen, door Ant. Averkamp.
Benraschildei ingen, I, door W. Steenhoff Een
sprookje in het bosch, door Henriëtte Hendrix.
De Koningskioon, door Marie Corelli, bewerkt door
Hol la beoordeeld door -". H. Hagenholtz Jr.
Fokko Bos, Levenslust beoordeeld door W. Pik.
Georg Brandes, door B A.Meoleman en Cyriel Bnysse.
FEUILLETON: Medewerkers, door Jules Claretie.
BECLAMES. VOOR DAMES: Een zegenrijke
instelling door P. Drankzucht van vrouwenen
vcrwaarloozing van kinderen, door P. Allerlei,
door Caprice. UIT DE NATUUR, door E.
Heimans. J H. W. Lelimaa, B-I DeafjeeliDg
Dekoratieve Knnst aan de Polytechnische School
te Delft", door P. J. W. J. van der Enrgh. De
Codex Ambrosianus van Terentins door N. J.
Beversen. - FINANCIEELE EN OECONOMI3CHE
KRONIEK, d-ior D. Btigter. De Wilg. door een
Naverteller.?INGEZONDEN. SCHAAKSPEL
PEN- EN POTLOODKRAS3EN.
ADYERTENTIEN.
UIIIMIIIIIIIIHIIIIIIttllHIIMmiHtltmitimtlMMUlflHIIIMMtmfm
4 s*
Persdelict J. F. Scheltema.
De Tweede Kamer nam verleden jaar
het ontwerp van wet op de opium-regie
aan, onder uitdrukkelijke belofte van den
minister, dat de verboden kringen geleide
lijk uitgebreid zouden worden, totdat Java
opium-vrij zoude zijn. Het tegendeel ge
schiedde, de Preanger-Regentschappen en
Bantam werden opengesteld.
In een serie hoofdartikelen in het
Bataviaasch Nieuwsblad schreef de heer
J. F. Bcheltema een zakelijk en waardig
betoog tegen de dubbelhartigheid van de
regeering. Hij bestreed de openstelling,
welke castreeren zou geheel de zielenbe
schaving van een naïef kinder volk ; welke
onbedorven minderjarigen onderwerpen zou
aan de moreele slavernij van lichaams
ondermijning en geestbedwelming.
De minister van Koloniën gaf den
Gouv.Gen. in overweging, bij de kitten een goed
leesbare waarschuwing tegen de
nadeelige invloeden van opium aan te brengen,
welk denkbeeld geen instemming vond,
op grond dat het meerendeel der personen,
die de kitten bezoeken, niet kan lezen.
Voor wie dan, vraagt de heer Scheltema,
zijn boven de ingangen der
gouvernementsamfioen slijterijen de uithangborden aan
gebracht, welke overal in de taal des lands
vermelden, dat daar het heulsap verkrijg
baar is?
Hoe komt het verbod, dat alleen aan
inlandsche militairen in uniform en
Caineezen boven de achttien jaar opium ver
kocht mag worden, overeen met de uit
hangborden, welke in de Soenda landen
{Preanger en Bantam) in de Soendaneesche
taal zoo verleidelijk tot binnentreden
uitnoodigen ?
Verscheidene administrateurs van
cultuur-ondernemingen verzetten zich met
aandrang tegen het oprichten van
amfioenkitten op of in de nabijheid van hunne
onderneming. O. a. de heer mr. Ruys,
landheer van Koerikan.
De controleur voor de opium liet echter
toch een kit plaatsen op de grens van
Koerikan en sedert schuift de bevolking
daar.
Was het niet lofwaardig, dat de heer
Scheltema het geweten van de regeering
trachtte wakker te roepen ; alarm kreet voor
het bedreigde volk; de aandacht vestigde
van de natie op een ontzenuwenden aan
slag ... op de dubbeltjes!
De autoriteiten in Indië, met sublieme
Russische rechtsbegrippen, vonden van
niet, en volgens op 17 Juli, hier te lande
ontvangen bericht, werd de uitspraak van
den Raad van Justitie door het Hoog
gerechtshof bekrachtigd en de heer Schel
tema op grond van beleediging van de
Hooge Regeering veroordeeld tot n maand
gevangenisstraf.
*
Laten wij het beruchte artikel 24, ge
baseerd op de wet van l Juni 1830, eens
kritisch onder de oogen zien.
In ieder land van Europa heeft men
een categorie van menschen, die door ver
standelijk en geestelijk onvermogen niet
in staat zijn het gelezene te overdenken.
Het drukpersreglement, zooals thans in
Indiënog van kracht, meent te waken
tegen den invloed, welke van
oproerstokers op deze klasse van menschen,
zonder eigen gedachtengang, zou kunnen
uitgaan.
Terwille van den omvang van dit opstel
zullen wij het standpunt van den wetgever
niet bestrijden. Wij vragen slechts: Be
staat de bovenbedoelde klasse van menschen
onder de Europeanen in Indië? Neen!
De Indische maatschappij wordt gevormd,
op individueele uitzonderingen na, uit
personen, die door geestelijken arbeid in
hun broodwinning voorzien. Maar waar
om dan het drukpersreglement?
De subs.-officier van Justitie in het
proces Scheltema, het O. M. vertegenwoor
digende, geeft ons in zijn requisitoir het
volgend antwoord daarop: »Ouk de
inlanders lezen in hunne bladen de vertaling
dier artikelen en zijn niet beschaafd ge
noeg om de poriée te begrijpen." Dit
duister zinnetje verstaanbaar overgezet :
De inlander neemt den beleedigenden
vorm in zich op en ziet de strekking
voorbij, m. a. w. nog, als politieke maat
regel tegenover de inlandsche pers wordt de
NederJandache gemuilband. Een minister,
die heden dezen toestand durft besten
digen, wensch ik den moed'toe een stapje
verder te gaan: den invoer van
Hollandsche en buitenlandscbe bladen in Indi
te verbieden. Een dergelijke willekeur zou
de onmiddellijke voorbode zijn van abso
lute vrijheid.
* *
*
Aan den vooruitgang en de welvaart
van een land, aan de rechtvaardigheid
zijner-wetgeving zijn onafscheidelijk verbon
den de pers en de volksvertegenwoordiging.
De pers, de menschelijke geest, die onder
zoekt, betwist, bestrijdt, betwijfelt, bevestigt,
vervolgt, overweegt, bepeinst, toelicht, ont
werpt, verwerpt, tegenspreekt, doorgrondt,
aanneemt, verdedigt, veroordeelt, zonder
ophouden, de groote vraagstukken van
vooruitgang en menschelijkheid ; de volks
vertegenwoordiging, die beslist.
Muilkorft men de pers, dan wordt de
gedachtenwrijving gestuit en dus de voor
uitgang. De volksvertegenwoordiging wordt
overbodig.
Indiëheeft geen rechtstreeksche ver
tegenwoordigers in het parlement.
De mogelijkheid is echter niet uitge
sloten, dat kamerleden, die eenige jaren
in Indiëgeweest zijn, door aanhoudende,
ernstige raadpleging van de Indische pers,
op de hoogte blijven van de sociaal eco
nomische behoeften en in deze voorzien.
Wordt de pers den mond gesnoerd, dan
wordt de volksvertegenwoordiging niet
ingelicht, de natie niet op de hoogte ge
steld, het volkswelzijn verkocht voor een
zak linsen ; dan blijven de woorden voor
uitgang, welvaart, rechtvaardigheid, slechts
ledige klanken in den mond van
lethargisch-phraseerende ministers, dan wordt
systematisch aangespoord lot: willekeur,
misbruik van macht,
volksvergiftiging.legerscbandalen, omkooperijen, woeker, verkwis
ting, bedrog, diefstal, moord, mishandeling ;
verderf in alle mogelijke vormen.
De fondamenteele baais van Indië's wel
zijn is de absolute vrijheid van de
Ned.Indische pers,
TH. VAN HUUT.
Een toelichting.
We moeten mr. J. A. Levy al was z'n
waarschuwing weinig vriendelijk bedoeld,
dankbaar zijn voor de gelegenheid ons
geboden om de zaak eens kalm uiteen te
zetten. En daarvoor is het dringend nodig
van elkaar te scheiden wat niet en wat
wél tot het streven van de vereenvoudigers
behoort.
Niet willen wij: het
spellen-op-de-klankaf van alles wat pok, Nederlands of vreemd.
'En taal-aan duiding als die van Brusse
b.v. in Boefje, hoe vrij nauwkeurig deze
ook de manier van spreken van Boefje
weergeeft, staat niet op ons programma;
is voor schoolgebruik minder geschikt; en
wij streven naar vereenvoudigingen ten
dienste vqn het algemeen.
Wél willen mj daartoe: 1. het weglaten
van nodeloze geleerdheid in de spelling (van
daar dus a°. de vereenvoudiging in open
lettergrepen van e of ee tot altijd e behalve
wanneer het dadelik misverstand veroor
zaken kan, aan het einde van 'en woord
en dan natuurlik ook in de samenstellin
gen of afleidingen ervan, zo dus delen,
strelen, Europese, wezen (in alle beteke
nissen); maar mee, zee, twee, en ook
m:enemen, tweede, zeeschip.
b°. de vereenvoudiging in open letter
grepen van o of oo tot altijd o dus kopen,
koper, lopen, sloten, hoge, droge enz.
c°. de sch, die ontstaan is uit sk, maar
nu alleen maar als s gehoord wordt, wordt
als s geschreven: b.v. wensen, ruisen,
druisen, mensen, dageliks enz.
d°. in Hollandse woorden moet de «e-klank
met het teken ie worden voorgesteld, geen
twee tekens i of ie.Duafabriekant, Jezuietisme,
Kussies, Ptrxiese, lediekant, rievier, lienieaal,
famielie, Julie, Januarie.
e°. de toonloze klank, die wij tegenwoor
dig voor g, ng, s en k voorstellen met het
teken i, (lenig, honing, vonnis, sekretarw,
monnik, havik) moet in het achtervoegsel
lik en Itks niet anders worden afgebeeld,
dus vrouwelik, vrolik, vriendelik, dagelikt,
huiselik enz.
f . de tussen-n en s, die niet uitgesproken
worden, seh'ijven wij ook niet meer: geen
onderscheidingen als paardestal en paarden
stal; kattestaart, katlendoorn; volkschool,
stadsinge',). Vooral de tussen-w maakt het ons
nu lastig, zie de voerrede woordenlijst
De V. en t. W)
2 het lijstje van bastefdwoorden herzien
en regels voor sommige klanken vaststellen
Nu powtrait, Ui-de camp, billard gewone
Hollandse dingen zijn geworden schrijft men
natuurlik die woorden ook op z'n Hollands
portrti, lediekant, biljart. Daarover en
zo zou men honderden kunnen noemen
bestaat geen bezwaar; maar zo gaandeweg
zijn er al meer dingen, en woorden dus
ook, verhollandst, zonder dat de spelling
daarom herzien werd. Met prof. Kern, de
oude geleerde, tot voorzitter, heeft 'on kom
missie nu enige regels vastgesteld en die
zijn door de vereniging aangenomen: dus
1°. de ph wordt f, 2°. de ae wordt e 3°.
de rh r, 4°. de e (?'pr. k) wor.lt k: dus
fotografie, elheries, rabarber en klubt klaisule.
Meer algemene _regela niet, wel zijn er
verder woorden die de een wél als algemene
Nederlandse wooiden beschouwt, de ander
niét e a daarvoor moet das tweeërlei, spel
ling gewettigd worden : soms drieërlei dus
vakansie en vakantsie, politie, polielsie en
poliesie. Bij de spelling politie dient men op
het woord Hollandse te letten in la: m. a. w.
wie het noch altijd ala 'en vreemdeling be
schouwt, kan het blijven spellen als d. V.
en t. W. Hier door nu is mr. J. A. Levy
in de war gebracht: die spelling van vreemde
woorden was ook voor Dd Vries en te
Winkel 'en struikelblok en zou dat gebleven
zijn als niet de bovengenoemde kommissie
er 'en gewenste dommekracht onder gezet
bad om het uit den weg te ruimen. Laat
hij de genoemde voorstellen Kern eens
nagaan ; ik kan hier de zaak niet grondiger
behandelen, maar ik wed dat mr. Levy
ook zonder mij bekeerd zal'worden.
3. ? en ook dit is er ingekomen, omdat
wij ons houden aan de levende spraak van
de ontwikkelden in den lande; ook dit is
'en aanleiding mee geweest om ons aan te
vallen wegens te sterke fonetiese neigingen
in onze geslachlsregeling wordt vereen
voudiging aangebracht.
De n van lidw., voornw. en bijv. nw.,
die in de levende spraak niet meer tot
na'imvalsonderscheiding gehoord wordt,
hoeft niet meer uitgedrukt te worden in
schrift. Waar wij evengoed in alle naamval
len (behalsre 'smans natuurlik) demon zeg
gen als de Eng. the man of het nu onder
werp of voorwerp is, daar mogen wij dat nu
eindelik ook wel eens gaan schrijven.
Wie die n niet weglaten in hun spreken
zeggen ook: den dokter is er geweest en den
ouwe was boos. Dat ia streekspraak, niet
algemeen. Met het weglaten van die n ver
dwijnt natuurlik meteen het opzoeken van
woorden of ze manlik zijn of vrouwelik.
Immers, en nu kom ik aan B, de in ons
spreken levende onderscheidingen; dat wij
b.v. bijna alle dingen liij, hem noemen of
met zijn betietelen: de kacliel staat niet op
z'n plaats, laten wij er hem opzetten, waar
'en h arts toch tel i k De Vr. en te W.-man
tegen z'n taal in nu zou schrijden haa*
plaats en haar; terwijl wij daarentegen van
stoffen vaak met ze spreken: b.v. proef die
wijn, \ ? is lekker (ook wel hij trouwens);
die onderscheidingen blijven natuurlik ge
handhaafd, maar niet naar het
mannelikof vrouwelik zijn volgens 'en woordenlijst
maar naar het gebruik. Wat dus ieder bij
zichzelf vaststellen kan !
Bij even nadenken, bij het zich stellen
van 'en geval, maakt niemand daar'en fout
tegen.
De kontiöle-inwendig in plaats van in
de woordenlijst.
Ziedaar nu wat wij wél willen, in hoofd
zaak.
De schuld echter, dat deze vereenvou
digingen, van dingen waar i'A-.r nodeloos
last van heeft, de een meer de ander minder,
noch niet zijn aangenomen en in praktijk
gebracht, ligt, behalve bij de tegenstanders
uit ongewoonfe, ook en zo verklaar ik
mij ook voor 'en deel de boosheid van de
heer Levy bij de overdrijvers; zij
die elk woord uit 'n vreemde taal nu maar
in eens op z'n Hollands wilden spellen,
mogelik of onmogelik wegens de
on-hollandse klanken ; zij die daardoor het oog
van het grote publiek beledigden, terwijl
het anders de hierboven opgesomde ver
beteringen graag aanvaard had ; zij hebben
voor 'en groot deel schuld aan het jarenlang
volgehouden verzet. Liten zij zich houden
aan de regels door de bovengenoemde
kommissie vastgesteld en het verzet moet
gaandeweg verdwijnen. Móét, zeg ik, of' is
er dan geen gezond verstand meer ? Het
bewijs levert het gestadig vorderen van
onze denkbeelden.
Mienister Loefïging verder geheel buiten
z'n boekje. Immers: de eerste mienister
verklaarde dat de regering in zake spelling
neutraal is en dat examenkommissies daar
mee hadden te rekenen; dat dus niemand
meer kon worden afgewezen,bij welk examen
ook, omdat hij in z'n schriftelik Nederlands
werk van de vereenvoudigde spelling ge
bruik maakte; maar laten zij dan in dit
opzicht homogeen zijn, de mienisters. Willen
zij zelf de-Vr.-en-te-Winkelen, laten ze ons
de eens gegeven vrijheid niet weer ontnemen.
Mischien was de rechterlike taal, van
vonnissen b.v-, ook noch wel eens te zui
veren van de des wel expresselijk neen's en
andere bekoorlike uitdrukkingen en
meterslange zinnen, maar dat zou 'en
reuzewerk zijn.
Laten wij eerst de gewone menselike
spraak wat meer tot ere laten komen door
'en heel gematigde toepassing van de fone
tiek of liever 'en afschaffing van verouderde
etymologiese geleerdigheden en wij zullen
tevreden zijn.
Mogelik dat mr. J. A. Levy ons zal gaan
steunen, als hij hoort en leest wat wij wél
willen uit de boekjes enz. die desekretaris
J. de Jong te Zwolle hem graag verschaffen
wil, en ala hij dan doordringt in het
belang daarvan voor de volkschool, waar
minder tijd aan spelregels, meer aan
leeslessen, natuurkennis, spreekoefeningen,
slojd, kleiarbeid, enz., kortom aan 't oefenen
van oog, hand en oor besteed kan worden,
zonder dat dit iets schaadt aan de bescha
ving van het kind; integendeel. 'Nu
schrijven tal van kinders, die alleen
de volkschool kunnen afl>open, slecht
en slordig; dan zouden zij beter kunnen
schrijven, omdat het formele hun zo
gemakkelik bij zou blijven bij toepassing van
onze vereenvoudigingen.
Het nut van het kind, van het toekomend
geslacht, is onze voornaamste drijfveer.
Dr. J. B. SCHEPERS.
Haarlem, 17 Julie 1903.
Oost-Aziatische verwikkelingen.
Er is in de laatste weken heel wat ge
sproken en geschreven over een mogelijken,
ja zelfs dreigenden oorlog tusschen Rusland
en Japan. Aanleiding hiertoe is gegeven
door de jongste phase van de
Mandschoereesche quaestie.
Dat Rusland Mandschoerije bezet heeft
en bezet houdt, is van algemeene bekend
heid. Dat het dit Chineesche grondgebied,
als welkome aanvu'ling, afronding en be
veiliging van zijn eigen onbetwist
OostAziatisch bezit zal bezet houden, zoolang
het daarin niet door overmacht wordt ver
hinderd, betwijfelen zeker weinigen. Het
voorbeeld, door Engeland in Egypte ge
geven, is te aanlokkelijk om niet te worden
nagevolgd. Maar nu heeft zich onverwachts
het gerucht verspreid, dat Rusland en de
Vereenigde Staten het over de quaestie van
Mandschoerije eens zijn geworden. Wat
dit traktaat behelst, hebben de politieke
speurneuzen nog niet kunnen ontdekken.
Dat het bestaat, schijnt zeker te zijn.
Lord Cranborne, de Engelsche Staats
secretaris van Buiten] andsche Zaken, heeft
dezer dagen de quaestie in het Lagerhuis
besproken en eene meer dan duidelijke
uitdrukking gegeven aan de ergernis over
het feit (laat ons diplomatisch zeggen:
de onderstelling), dat Rusland en de Ver
eenigde Staten onder elkaar de zaak zou
den hebben uitgemaakt, zonder van En
geland of zijn bondgenoot Japan notitie
te nemen. Lord Cranborne liet zich zelf*
verleiden tot eene grove onbeleefdheid
tegenover Rusland: hij betwijfelde, of in
de regeering van Rusland zooveel eenheid
bestond, als men a priori van »een des
potisme" kon verwachten. Lord Sal'sbury
heeft het indertijd nog erger gemaakt,
toen hij den czar vergeleek met Zijne
Helsche Majesteit; hij beweerde toen, op
Rusland doelende, dat men om met den
duivel te eten, een langen lepel moest
hebben.
In Rusland trekt men zich dergelijke
buitensporigheden (écarts de langue, zou
de Fracsche bondgenoot zeggen) niet erg
aan. Boosheid en spijtigheid zijn te ver
ontschuldigen bij hem, die aan 't kortste
eind trekt, en ... zalig zijn de bezitters!
Volgens een telegram uit New-York zal
de overeenkomst tusschen Rusland en de
Ver. Staten over de openstelling der havens
van Mandachoerije binnen enkele dagen
worden bekend gemaakt.
Wie zal die havens openstellen? Rus
land ? Maar dan is het meteen geconsta
teerd, dat Rusland in Mandschoerije heer
en meester is, en zich daar zoo zeker voelt,
dat het in het vrije verkeer in die havens
(men spreekt van Moekden en Tatoengkau)
in 't minst geen gevaar ziet. Dat ging
dus niet, en de nieuwe mededeeling volgde,
dat de openstelling pas zou plaats hebben,
als de Russen Mandschoerije zouden heb
ben ontruimd. Dat kan nog lang duren !
Ten overvloede schreef de Chineesche
minister van buitenlandsche zaken aan den
Amerikaanschen gezant te Peking, den
heer Conger, dat de Chineesche regeering
onmogelijk havenplaatsen kon openstellen,
welke door Russische troepen bezet waren.
Zeer logisch. De Engelsche bladen bewe
ren nu, dat Rusland eene dubbelzinnige
rol heeft gespeeld, en dat het den C
ineezen, die formeel nog de bezitters van
Mandschoerije zijn, zou hebben gedwongen,
krachtens dit recht van bezit aan andere
mogendheden eene vergunning te weigeren,
die het zelf natuurlijk men is te St.
Petersburg immers zeer vrijgevig gaarne
zou verleenen.
«Waarschijnlijk willen de Vereenigde
Staten zich uit de Mandschoereesche
quaestie terug trekken" schrijft de
Frankfurter Zeiiung »en dit zou het
wilde alarm in de Engelsche pers kunnen
verklaren. Men wil Amerika losscheuren
van zijn overeenstemming met Rusland.
Men verzekert dat Japan zich ten strijde
rust, en men hoopt dat de Amerikanen
het zullen gelooven. Engeland heeft wer
kelijk geen reden, om zijn Oost- Aniatischen
bondgenoot tot een oorlog op te stoken.
Al zou het door zijn alliantie-traktaat nog
niet verplicht zijn, deel te nemen aan een
oorlog tusschen Rusland en Japan alleen,
het zou toch bezwaarlijk zijn bondgenoot
zonder hulp kunnen laten overgaan tot
een oorlog, die voor Japan doodelijk zou
kunnen worden en die daardoor een machtig
wapen onbruikbaar zou maken, dat Enge
land voor een grooten strijd met Rusland
bereid moet houden. En voor zich zelf
heeft men te Londen zeker geen
oorlogzuchtige neigingen".
Zooals bekend is, werd van Fransche
zijde het gerucht verspreid, dat de regee
ring der republiek in deze zaak hare goede
diensten zou hebben aangeboden. Wij be
twijfelen, of het zoover is gekomen. Wat
wij kunnen constateeren, is, dat enkele
invloedrijke Fransche bladen tot voorzich
tigheid aanmanen. De Temps zegt, dat
Japan, hoezeer het zich ook inspanne,
niet tegen zijn reusachtigen tegenstander
is opgewassen, maar herinnert tevens
Rusland, dat het, zooals vele reuzen, in
wendig een niet zeer sterke gezondheid
heeft.
Na de Londensche reis van president
Loubet heeft Rusland in de oogen van
de Fransche vrienden blijkbaar toch wel
een beetje van zijn prestige verloren!
IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItUlltlllllllllllllllllllinniNUIMNIMIIIIIHI
Sociale,
«iiiiiifittriiifiiiiiiiiiiiitifiiiiiiiuifnififiiii
De nadeden van den MsarMl
i
Nu de minister reeds de hand gelegd
heeft aan een nieuwe Arbeidswet en het
voorontwerp reeds gezonden is aan ver
schillende colleges tot mijne verwonde
ring niet aan de gemeentebesturen, die
geroepen de Arbeidswet uit te voeren, in
de eerste plaats hadden moeten worden
gehoord komt het mij niet ondienstig voor
de aandacht te vestigen op den huisarbeid.
Aan den huisarbeid toch kleven vele
nadeelen en het is een stelsel waarmede de
wetgever zich wel degelijk moet bezig houden.
Waar thans dg arbeid pp nieuw zal worden
geregeld, zal zander twijfel de
wenechelijkheid op den voorgrond moeten staan, dat
ook het stelsel van des huisarbeid worde
gereglementeerd. Hier wil ik mij bezig
houden met de voornaamste nadeelen van
het systeem.
Een van de eerste en van de grootste
nadeelen, die het systeem van den huis
arbeid medebrengt, is de geringheid van
het loon. De huisarbeid wordt door de
fabrieksarbeiders als hun grootste vijand
beschouwd, omdat daardoor de
loonstandaard wordt gedrukt. Ia gunstige tiiden
breidt het getal arbeiders, die thuis werken,
zich kolossaal uit; de sweaters hebben dan
groote bestellingen uit te voeren en trachten
dan allen, die handen aan het lijf hebben,
over te halen hunne bestellingen uit te
voeren. Maar als dan de slechte tijden
komen, worden deze lieden eenvoudig af
gedankt en daarmede wordt de schare der
werkloozen in zoo groote mate vermeerderd.
En men weet het, hoe meer werkloozen
des te grooter druk wordt er op den
loonstandaard uitgeoefend. Daarbij komt, dat
de ondernemer of zijne gemachtigden ook
gebruik kunnen maken van de verstrooide
werkkrachten op het platteland Deze lieden
nu, die niet op de hoogte zijn van de
arbeidsmarkt en in den regel goedkooper
leven dan de arbeiders in de sfeden, stellen
zich met een lager loon tevreden hetgeen
weer invloed uitoefent op den loonatandaard
in de steden. Zoo werkt de huisarbeid als
een schroef, die belet, dat in tijden van
groote productie de loonstandaard stijgt,
maar daarentegen in ongunstige omstan
digheden het loon neerdrukt. Dat ook in
het buitenland de loonen door den huis
arbeid worden gedrukt en daardoor de
voeding van het geheele gezin dikwijls
veel te wenschen overlaat, blijkt uit het
volgende versje, bekend in Meininger
Oberland waar de huisarbeid op groote
schaal wordt gedreven:
>Kartoffeln in der Fiüh,
Zu Mittag in der Biüh,
Des Abends mitsamt dem Kleid
Kartofieln in Ewigkeit."
Het behoeft geen betoog, dat een slecht
geloonde en slecht gevoede arbeidersstand
geen nationaal voordeel is. En waar de
huisarbeid tot een dergelijken toestand
leidt, pleegt het stelsel een socialen roof
bouw. Terecht geeft Prof. Stieda 1) op de
vraag: hoe komt het, dat de huisarbeid
met zijn gebrekkige middelen blijft bestaan
en kan concurreeren met de fabrieksarbeid ?
ten antwoord: omdat deze productie goed
kooper is dan die in de fabriek met de
machines, en terecht zegt Prof. Dr. L-ijo
Brentano:2) «Nicht die Krössere technische
Vollkommenheit einea
Produktionsprozesses, sondern lediglich die grössere
Billigkeit desselben ist für geine praktische
Verwertbarheit im Wirtschaftsleben
maesgebend. Es genügt nicht, da.es eine Arbeit
ersparende Produktionsmethode erfunden
sei, damit sie Verwendung finde;
ihreAn