De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 2 augustus pagina 6

2 augustus 1903 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOR NEDERLAND. No. 1362 J. H. W. L e liman, B.-I. De afdeeling Dekoratieve Kunst aan de Polytechnische School te Delft". Bij de firma F. van Bossen is verschenen een op eeglaceerd zwaar papier uitgevoerde overdruk van een artikel uit De Bouw wereld, getiteld: »De afdeeling Dekoratieve Kunst aan de Polytechnische School te Delft", van de hand van den heer J. H. W. Ldiman, Bouwk-Ingenieur. gebracht, en het springt in het oog, dat het bekende Van Meertenhuis te Delft, reeds nu zoo belangrijk o. a. door de vele oude origineele bouwfragmenten welke het bevat, de aangewezen plaats is waar deze collectie eerst goed tot haar recht zal kunnen komen. Het is goed dat de heer Leliman hierop de aandacht vestigde, en het kan van verstrek kenden invloed op d» opleiding der a. s. bouwkundigen zijn, wanneer de regeering mocht besluiten tot d*>n aankoop van genoemd gebouw over Gezicht in de teek en zaal der afdeeling dekoratieve kunst. Genoemde uitgave, degelijk en fraai van uitvoering, sag het licht ter gelegenheid van het Xle Lustrum van het Delftsch Studentencorps. Zij bevat, behalve een paar verluchtingen in den tekst, een twee tal losse platen, welke een interessant kijkje geven in de zalen der afdeeling Dekoratieve Kunst. De heer Leliman ver richtte een goed werk, toen hij de aan dacht vestigde op deze kleine, doch belang wekkende verzameling kunstvoorwerpen, waarin uit den aard der zaak fragmenten van oude bouwwerken en verdere archi tectonische onderdeelen een belangrijke plaats innemen. Het behoeft'geen betoog, van welk o ver te gaan. Zij kan met dat besluit veel goedmaken ik noem bijv. de jarenlange stelselmatig genegeerde eischen der bouw kundige opleiding, waaraan eerst in de allerlaatste jaren eenigszins wordt tegemoet gekomen. De sommen, aan deze opleiding besteed, kunnen in de verste verte niet vergeleken worden bij de enorme bedragen, aan laboratoria, teekenzalen etc. voor andere vakken ten koste gelegd. Thans, nu de verheffing tot inrichting voor hooger onderwijs van de Polytechnische school aan staande is, kan het m. i. geen kwaad nog eens uitdrukkelijk te wijzen op de achter stelling der bouwkundige faculteit bij de overige, en hoewel door de loffelijke poDs Cotóx Amteiaims m Terentins. Codices graeci et latini photographice depicti duce Scatoae de Vries. Lugd. Batav., A. W. Sijthoff. fol. VIII. Terentius. Codex Ambrosiamis K. 75 inf. Praefatus est Ericus Bethe. Acredunt 91 imaginea ex aliis Terenti codicibus et libris impressie nunc primum collectae et editae. Aan de voortreffelijke reeks pbo'ografi'ch ge reproduceerJe handschriften de monumentale u tgave van den heer Sythcff, waar Nederland trotfoh op mag zijn is f*n aeel toegevoegd, dat Liet alleen voor klassieke philologen, maar ook voor Deoef er aars der kunst geschiedenis van zeer groot be lang is. Het is de reproductie van den codex Ambrosianus, bevattende 120 fol ia met het grootste gedeelte der bly'fpelen van den Romeinscben dichter Terentius De codtx is dubbel beiar grjjk, omdat by tal van atbeeldir gen bevat, die de han deling illustreeren. Aan Erich Bethe, thans hoogleerair te Giessen, den schrijver o. a. van Prolegomena zur GeacMchte fles Theaters im Alterthum, werd opgedragen de voorrede te fcbryven, die ge worden is een hoogst b»langrijke veihandeling over deatbeeldingeii in de TerentiuB-IV^s. Bethe begreep dat de voor rede eerst t'an vruchtdragend zou kunnen zijr, wanneer by schreef over al de Tereniius-Mss. die afbeeldingen bevitten Hoe meer miniaturen gereproduceerd worden, des te beter zal men > unnen oordeelen over de geheele miniaturen-kin st. Gaarne had hy zeer veel afbeeldingen overgenomen uit den voortreffe)\jïsten rodex met mii iaturen, nl. den Vaticanus 3868, doch daar F. Ehrle eerlang dezen codrx in zyn geheel zal uit geven (in de reeks der Vaticaansche codices die met toe stemming van den P.ius gere i producjerd worden, en waarvan er nu 3 ver, schenen zyn) kon Betbe er niet over beschikken. Toch werden bem zes miniaturen welwillend Gezicht in de teekenzaal der afdeeling dekoratieve kunst. wegend belang de aanwezigheid dezer l collectie aan de Polytechnische School is voor de artistieke vorming van bouw kundige ingenieurs en architecten. Dit te hebben ingezien, is de verdienste van den heer A. Ie Comte, vroeger docent in de Dekoratieve Kunst aan de P. S. thans hoofdleeraar aan de Rotterdamsche Aca demie. Ziin voetspoor volgden de heeren Gips en Sluyterman, de tegenwoordige docenten in dit vak, en door hunne voort durende zorg werd de collectie nog belang rijk uitgebreid, terwijl een onlangs plaats gehad hebbende herschikking der voor werpen aan de verzameling zeer ten goede kwam getuige de beide gezellige interieurs, hiernevens afgebeeld. De studie van oude kunstvoorwerpen mits superieur werk is van groot belang ook voor onze moderne architectuur, onder voorbehoud dat deze studie niet leide tot slaafsch navolgen, doch tot het opsporen en wederom toepassen van de grond beginselen, waarop de ouderen hunne bouw werken en versieringen baseerden. Uit dit oogpunt bezien, is de collectie te Delft ook voor buiten het onderwijs staande vakmannen van belang en verdient meer belangstelling dan er tot heden aan werd geschonken. Het ware echter te wenschen, dat de verzameling een plaats vond, meer harer waardig, dan de drie oude bouw vallige bovenzalen, waarin zij nu is ouder gingen van hoogleeraren en docenten al eenige verbetering merkbaar is, kan toch op den duur een grondige reorganisatie niet uitblijven. Dat die reorganisatie zich niet bepale tot het leerplan, doch ook de gebouwen en verzamelingen moge omvatten, is een lang gekoesterde wensch van alle bij het onderwijs betrokkenen. Wanneer de regeeling nu ook de afdeeling Dekoratieve Kunst naar de eischen des tijds wil in richten 't heen hoogst noodzakelijk is, niet alleen wegens ongeschikte ligging en bouwvalligheid der lokalen doch vooral ook met 't oog op toenemend gebrek aan plaatsruimte voor studeerenden en voor de verzameling zelf dan kan aankoop door het Rijk van 't Van Meerten-huis niet uitblijven, en zal hiermede tevens aan ge noemd gebouw een waardige bestemming zijn gegeven. Zelfs zou men 't nuttige net 't aangename kunnen vereenigen door ge durende de zomermaanden de collecties voor 't publiek open te stellen, daarmede aan Delft's bezienswaardigheden weder eene nieuwe toevoegende. Moge men dit maal bedenken dat in dezen de zuinig heid de wijsheid bedriegt, en heenstappen over de financieele bezwaren, terwille van het groote belang dat er mee gemoeid is! Bussum, Juli 1900. P. J. W. J. VAN DER BÜROH Bouw k. Ing. De codices met afbeeldingen zyn 12 in getal, en wel deze: 1. C. Vatieanus 3868 (9de eeuw). 2. B. Basilicanus Rotnae in abulario Capituli Basilicae Vaticanae 79 H (10de eeuw). 3. P. Parisinus 7899 (9de eeuw). 4. O. Uxoniensis, olim unelmensis, nu in de Bodleiana (12de eeuw). 5. F. Ambrosianus H 75 (laatst 10de eeuw). 6. L. Leiden sis Lipsianus 26 (10de eeuw) 7. N. Leidensis Vossiatus 38 (10de eeuw). 8. S. Vaticanus 3305 (einde llde of begin 12de eeuw) 9. Q. Berolinensis Meermania: us Lat. 176: Philip. 18UO (15e eeuw). Bevat alleen net portret van Terentius in het kostuum van dien lyd. 10. T. Terentius Caroli VI Frarcorum regis (1380?1422), in te Parrjs in de bibliotheek van het Araeraal, 25 (begin 15e eeuw). 11. Y. Parisinus 79CO (10de eeuw). 12. Z. Parisinus 7903 (10e eeuw). Bethe beschrijft deze codices voornamelijk met het oog op de miniaturen, al verzuimt hy daarbij ook andere mededeelingen niet (wat er aan ontbreekt, inlichtingen betreffende de scholia enz.). Er blykt uit het onderzoek dat vier codices (CPBF) de traditioneele afbeeldingen zoo nauwgezet mogelijk trachten weer te geven, dat drie (LMS) ze met vrijheid hebben be handeld, maar dat O (de Oxoniensis) tusschen beide klassen staat: de beweging en de com positie der figuren ig gevolgd, maar gebrouwen, tooi, kleeding, haren en trekken zijn gelijk gemaakt aan die uit den tijd van den codex. Ia den Vaticanus 3868 (C) vindt men meer dan 150 afbeeldingen, benevens een portret van Terentius en bij 2 stukken een afbeelding van een tempelvormig kastje, waarin men de maskers der tooneelspelers ziet. Het zijn prachtige miniaturen in allerlei kleuren. In de meeste andere zijn het penteekeningen. Uit den Pari sinus (P) geeft Bethe vry' wat miniaturen, omdat hij zóó den Ambrosianus, die in het begin en het eind verminkt is, kan aanvullen. De ver schillen in de afbeeldingen, die door Bethe zeer zorgvuloig worden aangegeven, betreffen meestal kleinigheden. Zóó heeft op de minia tuur hier gereproduceerd (Heaut. 381) in den f arisinua Bacchis een bloem in de hand, en is ze met een kroon getooid. Uitteraard gaat het niet aan in dit bladeen uitvoerig overzicht te geven van Bethe's be langrijke voorrede. Slechts een paar dingen wil ik er uit aanstippen. Indertijd is door Goldschmidt betoogd dat de teekenaars der middeleeuwsche miniaturen (LMS) een volmaakt vrije opvatting hadden gehad. Dit nu wordt door Bethe zeer scherpzu nig btstreden. Een der beste argumentenis een plaats, waar de middeleeuwer in de wijze waarop ergens een vrouw hei gewaad om de armen heeft hangen, mouwen precies als in zyn tijd meent te herkennen. Neen, de middel eeuwers hebben de oude afbeeldingen gekend, maar zijn er van lieverlede van afgeweken. Bethe strekt zyn onderzoek ook uit tot de eerste edities met houtsneden, doch wijst er op dat dit slechts een opwekking tot nader onderzoek kan zijn. Er blijkt uit dat de eerste drukkers aan hun boutsnijders de oude MSS hebben gegeven. Eigenaardig is dat in de 15de eeuw Plautus herhaaldelijk gedrukt is zonder platen. Waarom ? Eenvoudig omdat er geen Plautus-handschrift met afbeeldingen bestaat. De Venetiaansche Plautus edities hebben-bun platen van elders. Zeer eigenaardig is in Trechsel's editie van 1493 de afbeelding van het Romeinsche theater, die ietwat doet denken aan het Globe-theatre in Shakespeare's t\jd. Zijn nu die afbeeldingen van zuiver Romeinschen oorsprong ? Bethe betoogt dat ze moeten overgenomen zy'n uit Grieksche boeken en dat ze hun oorsprong vinden in de gewoonte der Grieksche choregen om ter herinnering aan het stuk, waarmee zy de overwinning hadden be haald, maskers of tooneelen uit het stuk te laten beeldhouwen of schilderen, en aan Dionysos te wijden. Hy bespreekt hierbij verschillende punten uit de in vele opzichten nog zoo duistere geschiedenis van het Grieksch en Romeinsch tooneel, en gaat o.i. door vooropgezette mee ningen wel eens wat vpr in zv;n bewerirgpn ('.oo elders in zyn voorrede, waar hy den vorm van de zuilen der armaria bespreekt). Nog eens: het is hier de plaa' s n iet om deze vragen uitvoerig te behandelen. Wanneer de archetypna van al deze codices met afbeeldingen is ontstaan, valt moeilijk te bepalen. Fricdrich Leo heeft (in het Rbein. Mus. vol. 38 p. 342, tqq) den tijd begrensd tusschen de 1ste eeuw vóór en de ideraChr stus. Eerst in het begin der eerste eeuw v. C. begonnen de Rom. acteurs gemaskerd op te treden - in de 4de eeuw deden ze het niet meer, waarschijnlijk omdat de mimi rooit gemaskerd optraden en j alleen (zooals b.v. Virgilius in den Codex l Romanns) of, met weglating van het lichaam, i alleen het gelaat. By Terentius1 afbeelding is zeer dwaas dat zijn beeltenis wel in een rondte (zooals bij de Grieken) is gevat, maar deze rondte op ten vierkant is gehecht, en verder op een basis als van een zuil staa'. Als w\j dezen codex doorbladeren, worden wij getroffen door het fraaie schrift en de aardige, soms zeer bevallige figuren (ik wy's b.v. op de teekei ing fol 13?>). deze van lieverlede de overhand kregen. Bethe heeft den lijd nog nauwer willen begrenzen, en geeft zeer scherpzinnige opmerkingen, die ; hem er toe leiden vast te stellen dat de af- j beeldingen in geen geval ouder kunnen zyn dan de 2de eeuw r a Christus. By dit onderzoek doet goede diensten de hierboven genoemde beeltenis van Terentius. De wijze waarop Teren: ius hier wordt voorgesteld wykt zeer af | van die waarop in andere boeken de dichters werden afgebeeld. Men beeldde den schrijver af: of met een God of met een mensen, of Befhe beloift al in bet Jahrbuch des Deutschen Instituts van 1903 verdere onderzoekin gen (naar aanleiding van deze afbeeldingen) over de w\jze waarop de Romeins che blijspelen zyn 0( gevoerd. Voor den uitgever en den be kwamen leidt-r bij deze uitgave, dr. S. G. de Vries, zal het zeker geen geringe voldoening zy'n, als hun t-eik n op phüologisch n op kunst historisch gebied tot onderzoekingen aanspoort. Zwolle. N. J. BEVEESKN. MEUBEL-BAZAR SINGEL 263 283. »«.».»»». Kantoor-Meubelen enz. 140 X 80 / «*. Telefoon 3968. J. MEIJERINK MEIJER. Panorama-Gebouw. Amsterdam, PlantageAntieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. prijzen. vrij. DE PHOENIX, 234 Spuistraat, Amsterdam. Meubileeringen. Geïll. prijscouranten en begrootingen gratis. Levering onder volledige garantie franco geplaatst door geheel Nederland. L BINNEN-! INRICHTINGTOT MELUBELXERING EN ? VERSIERING ^DER- WONING^ I2O ? ROKIN ? 12O EN TEGEL FABRIEK IshOLLAND LI NAAMLVENN-CEV-TE UTRECHT CHOCOLAT-VEBN ARTISTIQUE LE PLUS DÉLICIEÜX CHOCOLAT POUR CROQUER.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl