Historisch Archief 1877-1940
r'
sI;
DE A M STERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.1364
dagen in Parijs doorbrengen. Ik beveel hem
u opnieuw a»n.
(Het overige ongeschikt ter publicatie).
S.
XII.
Den Haag, 2 December 1860.
Er is veel tijd voorbijgegaan, en veal is er
gebeurd, ssdert ik van u heb hooren spreken.
Gedurende den zomer hoopte ik steeds dat
een gdukkig toeval u tot ons zou voeren ;
maar ik durfde u rist hier roepen; ineen
land, dat door cholera wordt bezocht, heffe
men niet het recht te zeggen «-kom". Ofschoon
het bij u ook zoo was, verbood het geweten
een vriend te verzoeken, die ziekte elders te
komen trotseeren.
Ik zal u liet over politi k spreken ; die is
zoo droevig en zoo sombrr dat men ze liefst
vergeet. Ik durf zeggen dat ik tot hen behoor
die hun gevoelens boven hun belangen steller,
tn, ondanks alles wat ik geleden heb, zal ik
nooit ia mijn vriendschap, in mijn toewijding
geschokt worden.
Vertel me toch hoe het rr,eS de .gezondheid
van uw vrouw is. Zeg me ook of de adressen,
nog dienen kunner. Zoider het u gevraagd te
hebben, heb ik me er niet van willen bedienen.
Vaarwel, vergun mij me in uw herinnering, uw
vriendschap aan te bevelen, en geloof mij steeds
uw toegenegen
SOPSIE.
XIII.
DenHaag,2Mei 1867.
Ik meen het recht te hebben u nog een-naal
te schrijven vdó: gij Parijs verlaat en naar
buiten gaat. Ge weet welke veiw.kkel'ngen ors
en Europa deze laatste tijden hebben gekweld.
Ons gedrag is eerlijk geweest, maar or handig.
De Keizer heeft zich uitstekend gedragen,
PruLasu onnoemelijk laaghartig en valsch. 4)
Ik geloof dat de st'ijd verdaagd is, maar
onvermijdelijk blijfs. Wanneer ?a! hij plaats
hebben ? Kunnen we hopen dat Hij er a's over
winnaar uit 1e voorschijn zal komen? Beter dan
een ander kunt gij dat beoordeeld. Autwoard
me, bid ik n.
Ik hoop u in den loop van het jaar terug te
zien; maar het is me nog onmogelijk het tijd
stip vast te stellen. Zooveel diigen houden me
hier! plichten en zorgen van allerlei aard.
Maw, wat er gebeure, ik wil hen no ; een
maal weerzien, mijn vrienden de haad drukken,
en gij hebt me altijd toegestaan u dien raam
te geven. S.
XIV.
Maandag, 3 Juni.
IJ w brief van den 1 8 -n Mei heb ik in orde
ontvangen en hij biezeoade me veel belangstel
ling in : dat heeft u reeds diegene van mijn
vrienden gezegd, die mijn geheele vertrouwen
bezit, en het geluk bad u een oogenblik te zien.
'Ik hoop zeer op mijn beurt die groote vreugde
te hebber, eerst hier, daarna bij u.
Wijn doel is hier kalm tot midden Ssp'ember
in de rust van mijn groote biomen te blijven,
en het eind van de Tentoonstelling bij ta wonen.
Denkt ge dat Zij 5) fe Parijs zullen ziju van
15 S;pten.ber lot l 0)tober? Het komt me
voor dat Zvj da Tentoonste'ling niet gedurende
hun afwezigheid kunnen laten s'uiten. Zoadra
de miest Oóorluch'ige bezoekers hen hebben
Verlaten, zal ik hun schrijven, en hun dien
datum noemen.
Met het oog op mija gezonlheid, mijn zaken,
mijn belangen, zou een andere datum me onge
legen zijn.
De zomer is heerlijk in ons land. De herfst
is droefgeestig. Dat seizoen overmeestert me
altijd.
Maar ik wil hopen, dat men mij zal ontvan
gen, de oudste, de trouwste, ik durf zeggen de
oprechtste hunaer vriendinnen.
Ik zou u allen zoo paarne voor een crisis
terugzien, en een crisis radert, dat voel ik.
Dank voor uw warme en trouwe vriendschap,
waaraan ik zooveel waarde hecht,
S.
XV.
L oo (G ;lderland), 19 November.
Uw brief treft ms: hij maakt dat bet uiij
nog meer spijt geen afscheid van u te hebben
kunnen icmen. Mijn vertrek was sinds laog
op den 28 ;n bepaald. Het feest op het Hotel
de Ville deed me het vierentwintig uur ver
schuiven; en ik ging den 20 M des avonds heen,
.met een bezwaard hart, en vol droevige voor
gevoelens. Mocht ik die nooit zien verwezen
lijken! Moc'jten we het vertrouwen weer zien
terugkomen, dat me zoowel b'.nnen als buiten
geschokt schijnt !
Het deed me ook genoegen den Keizer van
Ojstearijk te zien, maar zijn succes en zijn
plannen lieten me geheel onverschillig, want ik
blijf overtuigd dat Oostenrijk op dit oogenblik
machteloos is, dat zijn bondgenootschap dus eer
sched-lijk dan nuttig zou ziju.
Bovendien geloof ik, djf, wanneer het zich
ooit herstelde, ooit er ia slaagde als in een
machtigen smeltkroes zijn verschillende natio
naliteiten tot n te smelter, het in staat zou
zijn.z:ch met zijn medcdingar te verbinden om
gezamenlijk u te overweldigen, door middel van
een vatiocalen drang", die aan 1S13 en 1S14
zou herinneren, en zoo zijn itulied in Duitse
'iland ts herwinnen. Zio iets acht men niet
mogelijk, en tocb, voor wie Oostenrijk kent,
is het werkelijk niet anders.
Den dag vóór mija vertrek kwam de Keizer
bij nvj ciéjeuneerïn, en bad zulk een aangenaam
en rustig onderhoud met me, dat
ouuitwischbare sporen nalaat.
Ik bracht s'.ec'its drie dagen in Dui'schJatid
door, en ik was de eerste dagen van November
in Dea Haag terug.
Ik bsn tu midden ia de bosschen en de
heidevelden, in een eenzaamheid die ik nog
werkelijker zou wenschen, want de ware een
zaamheid is zelden onaangenaam; maar wel is
ze het wanneer men door automaten omringd is.
(Wordt vervolgd.')
de AVd'^evcnJr
1} Du «veiling vau
don 5en November.
2) De brief van -i Xovcmbtr 1S03, \\
bijeenkomst wordt voorgesteld van een omi
liet lot vau Polen zou regelen en de verdr
1810 wijzigen.
3) De Prins van Oranje.
4) De I.'rcembuvaM'hc kwestie.
5) De Keizer en de Kei/erin.
Huisvesting van armen te Anulerdam,
c'oor JOIIAKXA T K u MïULivN. Haarlem,
jscnk Willink & Zooc.
Er zija ia den laals'en tijd w?d ;r f wee
gcfchriften ve:soy enen, d'e, elk op e'gene wijze,
de puV.i;ke aandacht inro-p n vcor h'.t
vrai?stuk der krotwoningen in onzs twee eroote
steden: Amsterdam en Rotterdam, Het ns is
een boekje, getiteld: *Arm Ritferdam", waarin
twee Rotterdammers, de heeren Spiekmai en
Schotling, vertellen de resultaten van eea door
hen ingesteld onderzoek naar &>, wij^e watrop
in deze bloeiende stad van handel en verkeer
de armoadigen wonen. Het boekjs heef', in de
sta t veel optien gebaar), en maakt diepen indruk.
Het andere boekje is getiteld: Huisvesting
van Armen te Amsterdam." Dit, laatste is voor
de studie van het vraagstuk der krotwou'ngen
van veel mér bsteeken s daa h?t eerstgenoemde,
en bet 13 dan ook met den mets'en aandrang,
dat ik op dit geschrift, bevut'ende belangrijke
statistische gegevens en tal van wenker, over
clen toestand der krotwotiugea in ds hoofds'ad,
de aandtcht vestig.
Ds kwestie dtr krotwonirigen is voor de
groo'e steden de kern der hetb woningkwestie.
De theorie van d.t vraagstuk is ti t moeilijk.
De Gemeente maakt van Laar, bij de Gezond
heidswet toegekend recht gebruik om de krotten
af te breken, en als ze trsr veel voor rlit doel
gevoelt, verzekert ze zich asn d?,n buitema d
der G;meente het beiit van strooien grond, om
er, al j 't erg noodig i", woningen e.p te bouwen....
Maar de praktijk is er óók nog. En zij stil i
de Gsmeente, ook wacneer zij van de beste wille
is, voor toestanden en vragnr, waarin ook de
beste Gezondheidswet gec'i uitkomst kaïgeven.
Dat is het inn:ge verband, wat, er bestaat
tusschen wonirg-toestand en tccialen tcestand, d'e
elkander beheerschen, als oorzaak en gevoU'.
Elke groote stad heeft in haar kom een aw.tal
sloppen en stegen, waarin van geslacht, op
grslacht voortleeft een klasse van armoedige be
woners van allerlei aard ; broeinesten van licha
melijke degftnera'id ca zedelijk verderf. Mer
schen, die zè!f tegeuovtr de groote sociale bewe
ging ganschelijk passief staan, die onvcrsch llig
vooitlcven hun eigen leven vau ontbering,
moeite en zorg, waarvan ze zelf zoo weinig
gevoslen.
Die massa, duizenden van gezinnen, leveren
de groote moeilijkheid. Het is een eisch vau de
openbare gezondheid, het is een voorwaarde ook
voor eiken stap van waarachliaen maaUchapp>
lijken voorurgang, dat die massa wordt opge
heven in maatscbappeiijken ea ethiscben z''n.
Ea waar de treurige tojstand liunrcr woningen
een z>o gewichtig kenmerk is van hun
iriaatschappelijken achterstand, een fc?ol^ van Lua
maatschappelijke positie die opnieuw oorzaak
wordt, daar spreekt hit vanzelf, dat de Gemeen
schap allereerst moeite d iet, ona hun betere
Hingen te verschaffen. Meer ruimte, licht,
lucht., meer opgewekte omgeving, meer
zoun'1schijn en gezondheid zal hun peil verboogen, zal
hun gevoel van m^nschwaarjiïlieid aankweken,
Maar... kun draagkrec'it! KroHeu afbreker,
en n:euwe krotten bouwen, geeft geen
vooruit;ang. Gezonde wonni^en bouwen waar krotte,n
itbben gastaan, ^a'. ware da uitkomst. M&ar
particulieren doen dat tiet, wan',, er ?.it veil ia
aan vast. Ei waar men dat róó-af wett, daar
begint men er Liet hebt aan. ladifii het mee'
gebeuren, moet de gemeente het doen; m ar
het kost enorm viel pruld, ca -'ó;5 ruim zitten
thans oize groote st,p,den ru ju st i iet ia de
Biar.ciëD, dat men veel activ t-jit op dit, terrein
kan verwachten. Vooral thans niet, nu er een
reactionaire wind waiit over onr.c Gemejnten,
ea de neiging tot uitbreid ng d -r Gemeentelijke
bemosiiog eer geii'iger dan grooter wordt!...
Ei toch: het vraagstuk moet opgelost, er moet
aan begonnen worden. Hij die daarvan nog niet
ten volle overtuigd is, die kan, uit het belang
rijke werk van mej. Ter Meulen, d: ijverige
woning-icspectrice die heel haar arbeid, in tHeorie
zoowel als in practijk aan dit vraagstuk ten
koste legt, die overtuiging wel opioen. DJ toe
standen van de bewoning der Ams'erdamsche
krotten, dh zij daarin schets*, is inderdaad treu
riger, dan in ón andere s*ad onzes lar,d-!
Het ia niet wel mogelijk, uit het inferessaate
boskje veel msde te deelen. De oorzaak van de
verschijning is de volger,de. Er bes'ait (e Am
sterdam een.jrWoningrsai", zich ten doel stel
lende de behartiging van de bslangen der volks
huisvesting. Een oaderafdeeliig daarvan is de
^commissie voor de oude toestandeu", die zich
zich spec'aal de bsstud^eiiig en de verbeterkg
der woningtoes'anden in de oude i-tai feu doel
stelt. Mej. Ter Meulen, secretaresse dier com
missie, verklaarde z'cli bereir1, een onderzoek
naar de allergoedkiopste woningen in te stellen,
en daarvan he<ft zij thans het uitgebreiIe Rap
port in hst hoekje nes r?relegd.
Zij heeft het vraags'uk, wat ze hadteonler.
zce'iei, bekekei en behande'd van het standpunt
als ;a dsn aaa'ief hier uiteeig'zjt, en de hoof.
1vraaj daaib'j is na'uirlijk: «Wat te dien met
de verdreven krotbewoners ? Waar komen deze
onder dak, wa^netr me.i de Woningwet gaat
uitvoeren op groote sciaal?"
Tea eir.de op den toestand een ri.:uwen buk
te krijgen, hetft de se'irijfster tal van gegevens
verzameld over dezeifJe ma'erie uit, andere
lauden, waar men met hetzelfde vraagstuk even
moeilijk zit. Achtereenvolgens versterkt zij uit
voerige en gedocumenteerde gegevens uit,
EageUnd, Duitschlanrl, Frankrijk, Ojstenrijk en
andere landen. -M lar het mc-S^ uitvoerig eu
bs'argrijk zijn de gegevens over Aoi^terdam.
Achtere^nvoljjens cc.^ft, ze dan cijfers in drie
groepen: Jordaau, 1050 wo: i icen met (iliSl
bewoners; l^rael!^( t'^c ie wijk 1444 wuuiugeu
met, 77G1 bewoDfrs; andere deelen di.r stad
(oude proletarië.sb.turten) 1112 wouingen met
4113 bewoner?. En uit, de d,-;a-over verstrekte
reeksen vaa cijfers welke te vcr^a-nelen wel een
enorme arbeid moet, hebben gikost, spreekt cca
onnoemelijke wouiu^eileLde.
Ik kaa h'er zeifs geen pogiug do;n, om de
liool'izakelijke ge;.;e'eis bier te resumeeici. Men
moet daaivoor het botkje zcif lezen, en het
vervolgen van bladzij tot b'adzij. E"n ei kei
c'jfer moge hier vertolken wat de o?eii.;e be
wijzen. Vaa de 42 iG onderzochte woningen zijn
er (iS9 gevonden, waar mér dan 4 persoi ea in
het gezin waren, eu dn slechts de b:£cu'.kkir g
hadden over cc.ie kamer! Eéae kamer en
welke kamer I Hokken, doi ker, klein, bouwvallig.
Ei ai,d=rs niets. G:en pang, geen zo'dtr, peen
portaal, g-;en bergplaats, gctu slaapkameitjs!
Wie hit aiders gewend, is en dan behoeft men
110^ volstrekt i-iet ii een paleis te wonen ?
dien n.O-t dfze wonii'gellcnde wel ondragelijk
schijnen, onmensc'iwaardif, verschrikkelijk!
Van 1772 gezinnen won<n er, van céj ri'-r
grcep;r, 211 gezinnen hi vsouingsn van /0.70
tot /'l.50 per week. Wie weet, welke woun,geu
mea te Amsterdam kan krijgen, dien wordt de
wosingrlleude van een bn c Ie volks'.aag te
Amsterdam maar a' te duidelijk! »Reke:it nisu
i-over Int algemeen de woningen tjt/l.."0 nog
«toereikend voor man, vrouw rn l kind (lat
//toch reeds de sc'iooi moet bezocket), dan vindt
,/men van de ;?41 woningen er 85 pot
over'oe»vo'kt, wijl er daar mé- dan dr'c personen
«?verblijven. Wil men zija eisehen heel laag
vs'cllcn, en be\v:ren, dat ten minste in wonipgtn
//va-i /1.-2G t'i' /'l.50 wel '.nar, vrou'-v ; b Iwes
,/'i'.;.d'ji\i. kuuin.il wonr;i, dan daalt h;t relat;(-f
//c ifer vin overbevolking to :'i nog slec'its tot
72.2 pC'.l Mea stelle zich toch voor: een niet
groot, vaak kif ia vertrek, m< t niet» f T b j,
waarge//woond, errkook', gewasschen, se slapen en 's
winters gedroogd moet wordiu! Zonder voldoende
//'uchtferverochicg, en in ta! van gevallen zonder
BpIiva^t?. Vaa de o: d rzochte wo-iingen hadden
«?jeen privaat: in de Jordian: 57 5 pCt; ia de
^Israëlitische \vtjk Ci 47 pCv; in de aridere
//staisgedeelten 01.5 pC1-. ;t is slechts 6& i
//van de vele gebrtken, die dsrgelijke woningen
»aankleve;i, maat naar mija oarleel alleen reeds
,voldoende t >t onbewooabaar-verklBfing".
Een versc'iijnse1, wat den socialen toestand
typeert, is^ coi no^r, dat er tal van -gezim en
z.jri, die, hos grooter zs worden, hoe kleiier
woning ze fraau opzoiken, \iiiwege de
goeikojpsre huur!
Ik zal de verdere cijfe-s, alle eerie her'.ialing
vaa dit beeld der ellende, verder maar laten
rusten.
De groote vraag is i.atuurliik maar; boe most
daarin veraiderin» koma;, ? ]\t-j. Ter Meulen
acht de behotfte aan i ieuwe woningen het grootst
voor die laasr dtr krothewóaers, d\e thans ge
middeld ?1.50 per wstk of iet-» meer verwoien,
en di; net veel mé- verwonen kunnen. Hun
aan te bieden woningen, die, wat, be'reft slaap
plaatsen, sche'dioEr; vaa ouders en kindeiei en
geslachten onderling, in verschillende, zij het
ook kleine rirmten TOK den nacht, wat betreft
luchUerversohing, l'cht, lucht en zonneschijn,
ten miiste aan btscbeiden eisehen vanhyg.éje,
comfort ea welvoegelijkheid voldoen".
De conclusie waartoe mej. Ter Meulen komt,
is he'ais, ze kon moeilijk anders eea
vraa^: Zal het mcgjlijk Lijken, woningen vo<>r
«?'(zinnen, dus wu^iaj.ea met ten minste i
//groote kamer, waar gestookt kan worden, in
mi t i of tvfee rievenver'r 'kj°s te bouwen,
,ióó dat zij voor ?1.50 huur p. w. verhuurd
//kunnen woiden?' Zoo ja, d>m Deloof ik dat,
//verbetering met reuzeEschrfden mogelijk i>t"
Ja, dat ('* juist de vraag. En mej. Ter Meuleu
beselt 'tc\', dat men deze vraag, d;e de heele
krottenkwestie in de groote steden eenvoudig
Lelieenchl, maar niet zonder metr met nein of
j^ kaa beantwoorden. De ijveiige inspfctrice
we(t heel goed, en ze zegt het aan helslot van
haar belangwekkend boekje, dat deze vraag naar
beide richtingen b antwoird kan worden. Het
kan tiie', indien men het bouwen van d;ze
nieuwe woningcompli x-'n, aan roscheiden eischen
van menschwaardigheid voldoeods, overlaat p,an
de particuliere ondernemers; want tegen dezen
liuurp-ijs kunnei de partica'i;re ondernemers
geen mtinsciwairdige woningen bouwen, willen
ze een b>ho>rhjke reate genieten van hun ka
pitaal. Het gebeurt ook «ie/, indim men dit,
icch zoo drugende beschavingsweik overlaat
aan rue; S3h i :vende kapitalistin. Al zijn er
efn'geu, die getoond hebber, daarvoor veel te
willen opoff:ren liet werk is te omvangrijk,
daa dU van die zijlf, a'léi afloe ids zou kuntien
worden geholpsn. liet kaïwo', indien de
0/erheid optreedt oik op (/«/gebied. Men zegge niet:
het kost, enorm veel. Dat Keet ieder, die eer i»e
stadie van het vaaa^stuk heeft gemaakt. Muur
er is geen andere weg.
Dit wil niet zeegen, dat particulier initiati. f
zou zijl uitgesloten. lutegendee!: ik geloof, dat
de aancraig juist, van particuliere zijde moet
komea. Ec zija vee', zeer veel gegoeden, die
mede gevoelen het maa'so''app;lijk leed en de
lichamelijke en zeddijke eller de, die van dezen
woniiigLOod het gevo'g is. Ei ongetwijfeld zijl
zij bereid, hier te le'pen met, hun geld. Maar
alles wat op dit j^bid wordt gesticht, moet
degelijk, nauwkeure; berekend zijp, en zonder
uitzicht op wii sf-. Ei daartoe tnoft de overheid
bijspringen voor rente-garaitie, voorschot of
iets dergelijks.
Liat. men te Amsterdam en te Rotterdam,
waar 't het meest noolig i?, er aan mee l'ginnen.
Vooral in laat t genoemde p!aa*f, waar nog niets
is gebeurd.
Moie bet boekj; van niej. Ter Meul;n daar'oe
een aansporing zijn. S.
IMIIIMlIMIIIHIIIIIIIIIHIIIItllltllHIMIftllMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIlllHIMIIIIHIIIIIW
MiizietbeooiteliDpi',
WIEHMAYF.R, School der Vinger- Techniek
voor Piano, 10a druk. Edition Schuberth.
G. AUbach & Cx, Amsterdam.
FELICE TOGKI. Da eerste ontwikkeling van
de techniek der linkerhand. Systemati
sche Oafenirgen voor Viool. G. Alsbach
& Co , Amsterdam.
Lons COENKN* L'Agor.ie. Piroles de Sully
Prudaoami. Algeaieene Muziekhandel,
Amsterdam.
S ar at e pour Piano a q-iatre mains.
A. A. Xofcke, Middelburg,
JULIUS liüNJoux Nsderlandsche D.»nsen
der XVIa mw. Voor klivier,
vierkan.dig, niet ean irileiding van D. F. Scheur
leer. Frederik Muller & Co, Aoitteidaa.
Cidenzon zu L. v. Ii'ethoven's
Ciaviereoncerter. Alsbaeh & GJ.. Amsterdarrj.
HKXRI TUSSEN. Zwei Klavisrsli'nke. Opus
10. No. l Sjherzo, No. 'l Itnpromptu.
S. Bjiiavents, Aniaterdam.
UI.KERT Sciiui.T.s, lijrceuse et Tnurhiilon.
Pour Piano. Opus 32 Tierie & Krnyt,
Amsterdam.
F. R. FOXTKIN TCLVUOIM'. Fanlainie pour
ie Piano en forme de Sonate. Opus 12.
J llfimalle, Pdris.
OTTO Lus Sjr.ata quasi una Paantasia
op 21. lür lOavier compor.irt. A.A.Noske,
Middelburg.
G. VAN HEK VUES. Imoressies. Vier
K!avinrhtnkkep. A. A Noske, Middelburg.
C. D. OJSEKSTAIII. S'iite für Piancforte
Opus 3. G. 11. van E^k, den Haag.
In de voorrede van Wiehmayer'sstudieboek
wordt gewezen op hot algemeen erkende belang
van de studie der vijf vingers, maar tevens op
da tekortkoming in oefenmateriaal voor enkele
vingers, dia daardoor ten koste van andere
in hoage mate verwaarloosd v/orden. Een
interessante tabel wordt door den schrijver
gepubliceerd, waaruit men zien kan dat in opn
bekends klaviermelhods du derde vinger :'A)0
maal wordt aangeslagen tegen 121 maal de
pink. Daaruit volgt dat da vau nature zwakste
vinger ook nog, wat osfenmateriail aangaat,
is misdeeld. In Wiebmaysr's methode wordt
dit schier algemeen voorkomend auvel vermeden
In de inhoudsopgave vindt men een opsomming
van studies voor bepaalda vingers en later
oo't voor combinatie.-! van vingers, II-:,t isr.iet
to raiskorner;, d-st il3 ofr.vji-kirgon v;.u
\V.ebmaytr mosiiyk 'Aeerl-jgd kunien worden en
aangezien hij zelf tracht te voorzien in de door
hem gewraakte toestanden, zoo kan ik zijn
paedagogischen arbeid gerust iedereen aan
bevelen.
Eveneens een werk op het gebied der
paedagogiek is de eerste ontwikkeling'van »de
techniek der linkerhand bij het vioolspel"
van Togni. Da schrijver zegt dst K. Wissmann
en E. Kross veel hebben bij?edragan tot ver
eenvoudiging der elementair- techniek. Het
vele dat den heer To»ni van hunne systemen
op den diur doeltreffjnd is gebleken, heeft
bij in zijna methode getracht saam te vatten.
's Hseren TJgfii's arbeid is dus meer
compilatiewerk. In hoofdzaak heeft de schrijver zijn aan
dacht besteed aan drie dingen ; l het opzetten
der vingers, 2 da volgorde der toonsoorten,
3 de indeeling der liggingen. Dj oefeningen
van den heer Togni zijn er vermoedelijk op
berekend eerst onderhanden genomen te wo den
wanneer de leerling met de oefeningen voor
den streek gereed is, Ojget»\jiald heeft da
haer Togni velen aan zich verplicht met het
in druk ga?en van zijn methode, welke o. a.
te Austerdam aan het conservatorium en de
Muziekschool van Tuockucst is irgevoerd.
Allen belangstellenden, die deze metbode tot
nog toe niet kenden, wil ik haar gaarne warm
aar bevelen.
Ondanks dat men herhaaldelijk leest en
hoort beweren, dat het z. g. Declamatorium
met muziek geen recht van artistiek bestaan
heeft, hebben toch twee der grootste kunste
naars van den tegenwoordigen tyd, Ktchard
S'rauss en Eagelbeit Humperdinck zich met
groot succes op dit genre toegelegd. Misschien
had ik de zaak moeten omkeeren en ware het
beter geweest te zeggen, dat ondanks dat deze
twee voorin ff jlijke kunstenaars muziek geschre
ven hebben bij gedichten, welke tcceten gede
clameerd wordan, dit kurstgenre voortdurend
rog aangevochten wordt. li wil mij in deze
geen partij stellen, maar meen toch dat een
weik artistieke belargstelling verdient wanneer
het bij den orit'ankelijken kunstvriecd een
impressie weet te voorschijn te roepen. Of
dit LU met l'Ajonie van Prudbomme-Coenen
het geval is? Bj zulke kunstwerken beslist
m. i. het gedicht nog veel meer dan bij
zangmuziek. Liat mij dus verklaren dat men in
Coenen's muziek die zachte en teedere klanken
vir.dt, die door den tekst worden gtëischt
en dat er een motief in voorkont, hetwelk
overal elders anders luidt dan in d"en aanhef.
Als hier een unifjime lezing gevolgd ware,
dan had de tweede r oot as moeten luiden.
IQ de Sonate voor P.ar,o & cpatre mairs
van denzelfden componist heHben mij de eerste
twee deelen bijzonder getriffir. Hat Allegro
door zijn ranken bouw en expressief, wiege
lend melodisch karakter, het Sjherzindo door
zijn pittig rtythme en beknopten vorm. Ook
het derde deeJ, het Andacte is vooral in den
aanvang van mooie stemming; later bij de
figuraties van den bas wordt het wat druk.
Het Firale staat ciet op gelijke hoogte en dat
is j immer, want anders zouden wij een werk
rijker zijn geworden van onmiskenbaar groote
verdiei ste en in een genre waarin nog niet
te veel gecomponeerd is. Niettemin gsloof ik
toch dat t oliede pianisten, vooral bij de eerste
twee deelea, veel genot zullen smaken.
Eveneens voor piano vierhandig zijn de
Nederlandsche Dansen uit de zestiende eeuw,
die Eöitgen in opdracht van de Vereer.iging
voor Noord Nederlands Muziekgeschiedenis
heeft bewerkt. Da heer D. F. Scheurleer heeft
een van ftroote belezenheid en kennis getui
gende voorrede geschreven bij deze uilgave.
Ea geen wonder; als de schryver zegt dat
er een uiterst zeldzaam boek bestaat, hetwelk
ons irlichtingen geeft over oude dansen, daa
kunnen wij al reeds vermoeden dat zich in
'A heeren Scheurleer's rijke boekverzameling
zulk een exemplaar bevindt. En zoo is het ook.
«Orchesogrophic, et Traictéen forme de
Dialogue, par hqjel toutes personnes peuvent
facilernent apprendre et practiquer l'üonceste
ixercice des dar.ces", heet het werk dat door
Thoinol Arbeau, pseudoniem eu letteromzetting
voor Jehan Tabcurot, geschreven is. Allerlei
interessante bijzonderheden zijn daaruit door
den schrijver voor ons aan bat licht gebrach'.
Doch ik zou spieken over de muziek. Deze
is uit oude stemboel.j?s door den heer I!ö:itgen
in partituur gebracht en voor piano vierhanJig
gezet, zorder dat door den heer Eöjtgen oen
root is bijgevoegd of weggelaten. Alleen heeft
de eameLBteller hier en daar een melodie of
bas in octaven verdubbeld, of ook wel een
octa&f f etrar;sp>neerd, ten eicdehaareffjctvolier
voor klavier te doen klinken. Alle dansen zijn
niet even interessant, maar toch geven zij
allen ons een beeld van de dansmuziek in
de 10 s «euw.
In hoogs mate welkom z\jn mij de cadensen
van lithtgen voor Bsethoven's Pianoconcerten.
Met d«n (iJTsten zin voor Baethoven's ttyl,
hetft lui (gen deze calersen bewerkt. Zij zijn
als het ware gegroeid uit de composities van
Bsethover, zonder toch de eigenaardigheden
der moderne kl iviertechniek te or.tberen.
Ban i:cg jong compoi.ist, Henri Tijssen, heeft
twee aüerlii'fsta klafierstukken uitgegeven rnet
zijn opus 10. Zy zijn voor tamelijk
ontwikLfclde (.pepers zeer dankbaar en van niet
ono v PI k ome] ij k e moeilijkheden.
Itls g'-makkelijker rijn de beide etukjos
var. U feit SchultF, opus 32. Niet geheel dui
delijk is mij wat de componist liedoei.t met
zijre ficlirijf*ijza psg. 0. lle en 12a maat ais,
g, c, e, aii, d.
De b?er Fjr.tein Tiiinhout heelt met zijn
OJJIM 12 de bbdofilirg gehad een Faulaisie te
sch'ijven voor «Piano en forma da S mate".
Mijr.e opmtrkirgen over 's heeren FoLtnin
Tu'Tihout's werk kunnen kort zijn. In de
eertte plaats is de klavier.-atz niet op da hoogte
Viin or.zen tegenwoordi^n tijd ; in de tweede
plaats is de vorinb^heertchiüg te zwak voor
een werk mat zoo veeleisshenden titel. Xo h
in een Sonate, noch in een lantaisie kan men
volstaan mot een saneerschakelirg van meer
of minder belangrijke motieven ; uien raag daar
eischen een contrupuntischa b& wei Icing der
motieven, welke daardoor in een staeds nieuwen
vorm \prschij"er. li'ijkbasr is hier destufdeu
connporiüt te machtig geweest.
Oito Lies heeft geen fantasie in Jen vorm
eer.er tor.ate, maar een sor.ata in den vorm
eener phartasie willen compoLeeryn. Aan aller
lei muzikale inentten kan men bei-peuren, dat
da componist doorgedrongen is in da geheimen
d?r toonz'ikur.st (de lezer vergeve mij het
?wjoril) ; ilcchts zou ik willen opkomen tfgen
don i.caoi tonata; naar nsyn meanirg kan item
in !to Lifcfi' opus 21 (aan Grieg is het weik
opgedragen) nie.t anders dan den vanaticvorm
herkenien, natuurlijk in modernen geest Deze
cprnerJiirg vermindert in gpenen deels de
wasrdf) van het fraai klinkende en dankbare
klavierwerk.
Over <!>i twoe kleire soraiinstjw van P. J.
vat; Ilntoio;: Uan ;k i'eta i'::n :-;c.U zv,;goj;.
ll.-t zyn zaer gemakkelijke i-tukjas, o;:geveor
in den trant van de sonatines van Clement!
of Kuhlau, of' van de eenvoudigste stuk j sa uit
Schumann's Jugerd-Album Ea ... dit strekt
den schrijver tot eer, z\j kunnen er gerust naast
staar. E m bijzondere aanbeveling voor onze
mazie-kleerarensen en leeraren, om zich van deze
stukjes te bedienen bij bun onderwijs, acht
ik ra bovenstaande woorden niet meer noodig.
Met het grootste genoegen heb ik kennis
gemaakt met de vier klavierstukken van v. d.
Vlies. De talentvolle componist beeft opnieuw
bewezen, dat in hem een echt muzikale natuur
woont. Da stukjes zijn genoemd sL^nteleven,
Zomeravond, Ballade' en het vierde prijkt met
een mooi motto van Gjethe:
»Ibr raht euch wieder, schwackeride Gïstalten
Die fiüV sich eimt dem tiü'ien Bliek gezeigt!
Versuch ich wohl euch diesmal fast zubalten?"
Hat zou mij moeilijk vallen aan een dezer
stnl<J9s de voorkeur te geven boven een der
andere; zij laten- zich a'len zeer aangenaam
spelen en misschien met uitzondering van
het eerste dat iets zwaarder is zy'n zij
niet moeilijk.
Niet van geheel gelijke waarde zyn de
onderdeelen van Oberstadt's snite, opus 3,
Z w vind" ik het pia'udinm ietwat gewoon in
vinding. De courante daarentegen acht ik zeer
geslaagd; mooi melodisch en goed geharmo
niseerd in dankbaren klaviersatz. [Zou het
niet beter zijn, als op pagina 5 de zevende en
achtste maten er uitgelicht werden ?] Hat Trio
is weer mitder mo>i, maar toch kan het als
tegenstelling met de courante er wel mee
door. Het air is zeer schoon van toon en ge
dachte en voorzien van een licht bewogen,
golvende begeleidingtfi/uur. Da Gigue is naar
mijn meening ietwat goedkoop; meer muziek
voor het 003 dan voor het oor; de slotfaga
daarentegen is flink en kernachtig; de com
ponist documenteert er mee dat zyn kunnan
zeer respectabel is. Vooral het thema is
mooi en karaktervol. Er ligt iets in van
mannelijken trots en finheid. Niet geheel duidelijk
is mij het Trarq'iillo op psg 18, tweede
balk. B'ijkbaar heeft hier de componist ver
wantschap willen aanbrengen met de
begeleidingsfiamnr bovenaan pag, 17 ; maar dan
ware de figuur in (xler.so beter op haar plaats
geweest.
Al staat nu de suita in al har e onderdeelen
riet op gelijke hoogte, zoo acht ik op. 3 vaq
Oberstadt een belangrijk werk, waarmede ik
den componist van harte geluk werisch.
ANT. AVEBKAMP.
«iiittititHumiimtttiuiiiitiumimimiutimtttmiutiiutMuiitmuHml
is' electrisclifi Kroon b
. Van Wisseliogii.
De firma Van Wisselingh op het Spui, stelt
tot l September ter bezichtiging een eleetrische
kroon, ontworpen door Tn. Nieuwen huis en onder
diens toezicht u:tgev)erd in hare werkplaats.
Door speciale uitnoodigirg en tot bezichti
ging vestigde de fi ma terecht de aandacht op
dit product der kunstr ijverheid.
Veel toch kan in dit mooie werkstuk be
wonderd worden. Vol, zonder over aiing, rank,
zonder echrielheid, eenvoudi<, zonder gewilda
poverheid, en geornamenteerd met den exqaisoa
smaak van iemand, die het voorname niet zoekt
in overdaad, noch in schijnheilige negatie van
versiering, zal deze kroon ia een Inxueuse
omgeving zeer goed op hare plaats zijn en dea
maker eer aandoen.
De sierlijk gevormde onlerdeelen sluiten zich
willig aan tot een harmonieus geheel; de zacht
gebogen, gerekte we kunnen wal zeggen
moderne" lijn wordt ook hier gehuldigd;
maar zonder o/erdrijvirig of va^f gehouden dogma
werd zij hier benuttigd om het zuivere geel
koper door welgekozen wendingen en buigingen
tot de, door de bestemming aangewezen vor
men te brengen.
DJ kroon bestaat uit twee dselen ; een ver
schuifbare lamp met katrolien en gewichten,
die bewogen kan wordea binnen een riet
beweegbaren hoepelrand, waaraan een drietal
opstaande gloeilampjes 't licht door de kamer
uioe,ten verspreiden.
l'rsctisch zal dus deze lichtbron wel aan
hare bes'em'ning vo'doen, maar al is het een
mooi stuk werk, da4: zijn taak naar behooren
verricht, daaroa stelt het riïttem'n hen te lerr,
die van de vindingrijkheid en het vernuft van
den heer Nieuwenhu'.s een werkelijk clectiisclic
kroon hadden verwacht.
Toen de kroon, die tot kaarsverlichting diende,
overging in een gaskroon, kon die overgang
zonder ingrypende verandering plaa's vinden.
De oorspronkelijke kroon tccb kan vergeleken
worden bij een naar omlpag har:genden boom,
die in ds zoMering wortelt en waarvan de
s!am zich vertakt in du r,e twijgen, die dan
weer omhoog gaan, om dan lichtgever te dragen.
Zu'k een k'oon, tot gas'.amp orrgezet, vollced,
nu bet gas werkelijk door den s'am kwam en
zich door da takken verdeelde taar de
lichtgevers. logisch geredeneerd dus nog beter aan
baar task e i ds bouw van zoo'n kaarsenkroon
was dus, als het ware aangewezen, om bij de
invosrii g van het gas, behouden te biijvcn.
Anders wordt htft, als men een
pstroleumhangU.iip tot ga orr.amcrt promoveert; dat ge
schiedt in den regel door een gultape;cha
sdang van ai de zoldtring lang» eeu der hang
ijzers naar den brar.der te voeren een
pracs h maar onfraai hulpmiddel.
Ig'B dergelijks is bier in toepassing gebracht-.
liet gtheoi s koperen fctal van de krojn is niets
dan een inurante; ele gemeenschap tusscheh
de brar.ders en da gtleiling aan de zoldering
wordt ondcrhou en door een gewoner, lossen
gelaWdraar], d,e o;a hut koper van i'.e kroon
is gewonden. De draal naar de verschuifbare
lamp is fpiraal.«gewü< cm de pijp gewikkeld
en neemt den Nchijn f.an van een m talen
fcjiiraalveer te tijn, rlie meewerkt bij het
op(ri Lecrhalen, maar feitelijk heeft bij daar niets
méuit te siaan.
Was het i:u niet te vermijden geweest, dat
d'e gel&iddraad geheel zichtbaar werd en dat
bet leolijke touwwerk over het koper liep ? De
lljïic electrlciteit k&n toch evengoed sis het
Ras, en wel par gsïjolesrden draad, door een
beschermende l/uis naar den brander worden
g--leid en zouden hiertegen al technische be
zwaren kir:nen bestaan, dan mogen die niet
worden opgeheven op een wijze, als hier
gec'-iedde, zóó kan elke petroleum- of
gaslamp in een electr.sehe worden omgezet.
Ojk het vRrticaal plaateen van dm brander
der vcrsebuifoare lamp cruler de porseleinen
kap is omslachtig on werd onnadenkend van
cle gasverhcWirg overgenomen.
Wat is toch natuurlijker dan dat de
gloeidraadjes uU het midden der kap naar beneden
baneend, onbelemmerd hui licht naar omlaag
zenden.
\VclbeECLouwiI hebl'cn wc hier dus (e doen
r«^t e-..i-, i'uk weik > SM yroi.-t? arfisticLe waarde.
slat echter i-iet is, wat act voorgeeft ts zijm