Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D.
No,:i;S«6
dollar, dat eindelijk ook aan den Sanaat haar
toestemming zal worden ontlokt.
Ten slotte: boude' s van obligaties Oeste de
Mines, brengt deze by uwen commissionair op
dat by ten spoedigste voor de inlevering zorgp.
't Geldt uw belarg, dat hierbij betrekken is.
,Tua los agitur.
imiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiliiiifiiiiiitiiiiiii
Ridderorden.
Wachtend op een vrierd in een café, greep
ik aan de leestafel wat voor me lag en vond
in een fransen blad het volgende curieuse ver
haaltje: Zekere heer Van der Boot, bardelaar
in diamanten, bteedigd expert, zeer r ijk,'van
Hollandsche origine, var daar zijn phlegtna,
heeft «enige vrienden uitgenoodigd om zyn
pasgekochte villa te gaan inwijdep. Voor het
vertrek laat by zich overhalen een paar ap
ritifs te gebruiken die b\j slecht verdraagt want
hy wordt lé£èrement mu. Daardoor loopt ty
achter de vrienden .gedachteloos mee als dezen,
zeer discreet, voor eigen rekening een billet
nemen en zegt, op zr,n beurt, met licht be
wogen stem: Saut Germair. De bureauJiste
rekent hem eift tot het deftige gezelschap en
geeft tweede klap. Zy gaan eerste klas zitten,
en halverwege komt de controleur. Op het
herhaald verzoek om suppletie of overstappen
antwoordt Van der Biot met onverstoorbaar
goed humeur: 91 ne fait lien. De controleur
laat hem eindeiyk maar zitten: hy zal hem
Wel vinden. Aan het station St. Garmain uit
gestapt, wordt Van der Boot door den chef
aangehouden en daar Ly bleef beweren: <;i
ne fait riep, naar den commissaris van het
station geleid, die beker, d staat als een echte
dienstdoeoer en een onaargenaam ir-nsch.
Als ook hit r de geruststellende verklaring:
<;i ne fait rien, niet baat, haalt Van der Boot
zyn portefeuille uit den zak en tooi:t den
verbaasden commissaris zyn jaarabonnement
eerste klasse. De commissaris merkt dat by
genenen is en wil zich wreker. Hij bespeurt
een verkleind rood lintje in Van der Baot's
knoopsgat en vraagt welke ridderorde bij draagt.
Antwoord: Ie Chiist du Portugal. Maar waarom
draagt u er dan het o fuieel voorgeschreven
zilveren kruige niet by ? Antwoord, metgroote
waardigheid gegeven: ce ne serait pas
convenable, je suis juif. In dat geval maak ik proces
verbaal tegen u op wegens het dragen van een
Fortugeesche orde zonder bruis ten einde het
te laten voorkomen alsof u het Legioen van eer
droeg. Maar Van der Boot, hoe langer hoe
kalmer, zegt: Pardon, 91 ne fait, rien. Het
Legioen van eer heb ik ook. En bij geeft zyn
kaartje: VAN DER BOOT, diamatts, Expert
atsermenlé, Chevaiier de Légion d'honneur.
De commissaris rood van woede: Maar meneer,
waarom dat Liet dadelijk gezegd ! Waarom
verklaart u een P.oitvgeesche orde te dragen
terwijl u ridder is van 't Legioen van eer ?
Waarop Van der Boot antwoordt met een
hcffelijke boigiog voor den commissaris die
zelf het L^gpoen van eer draagt: Parse que ....
c'est beaucoup plus disticgné, monsieur
Ie commissaire. E.i met onverstoorbaar goed
humeur volgt Van der Boot zyn vrienden die
iiiiiiiMiitiiiuMiiiiiuiiimiiiiiiiHiiniiiiiiiniiuimMiii'iH'iiiiiw
US Fraiielman Bromoieijer.
'f. ? Ik had hem in
' lang niet gezien,
en toch verlangde
ik nog niet naar
kemv maar sinds
ik in de Bocht
terug ben, meent
ieder, die ooit iets
met mij had uit
te staan, verplicht
te zyn, me in
persoon rat t m ij a
herstel te
feliciteeren t n H ij
hulde te bewezen.
Aardig, zooals je
het op aller ge
zichten kunt
lezeL: Mijnheer
Bromrneijer, als
we u i er s voor
goed hadden
moeien missen!
Uu .hfcd den
Beer Poortugael vervelend dat den, je
bent telkezs gereigd de te zeggen nu
had-Dw Beer althans een preeeniabele reden
om z.ch te verloor en; beter b. v. dan zijn
naamgeroot De Beer, d>e er niets anders
op bad weten Ie vinden dan mij te komen
vrager, of hij, als ik nog eens opreiagiug
naar Portugal, Spanje, Italië, Griekenland
of Turkye niij tot tolk zou mogen dienen;
daar de waardigheid van iemand in mijn
positie dan toch wtl meebracht, een
betdigd translateur onder zijn gevolg op te
nemen; en dan een, die. voor geen enkele
(aal stor.d.
Het laatst, dat ik met D^n Beer gerede
neerd had, was, toen bij tog voor de stel
ling Atmteidam zorgde; en voordeappro
viarideeiing van half Noord Holland. .
op het pspier, en ik herinner me best hoe
ik zijn f chei-pen, ver voorui'zienden blik heb
geprezen, toen hij mij duidelijk maakte,
dat ik het min&ter.s zes maanden in de
belegerde Bocht zou kunten uithouden, als
de henoodigde voorraad victual en maar
voorhanden was ; iets waarover ik volkomen
geJUst kon zijn, ocder ons zoo degelijk
militair bestuur. Het is waarschijnlijk deze
geiustheid, die rug' Den Beer geheel had
doen vergeten; hij had zijn levenstaak ver
vuld ; de vijand mocht nu komen als hij
wilde. Zoo is nu eenmaal de mensch ;
helaas zoo ben ik zelf ook... wat was mij
verder gelegen aan den Generaal ? Maar
ik had buiten den Siaataraad gerekend.
Daar zond hij mij onlangs zijn geschrift
Algemeen kie.sre.chi en Rcuolutiec/ecst door
gerieiaal Den Beef Poortugael, Staatsraad en
iio, eergisteren, kwam hij zelf, terwijl het
tot vel wilde, dat ik juist met zijn bnchure
in de hand zat, om enkele passages no^
<ens te hei lezen, waarbij i"k gevorderd was
tot eieun n gel van Da Costa: «'kZageeu
lep^r van golven een aanval beginnen".
Hoe natuurlijk du?, dat ik bij zijo
verschijnirg hem met zijn blaadjes toewuifde,
en hem toeriep: etus geceraal altijd generaal,
daar vind ik je weer t<=e;eLov«r een heel
leger...dat den »aanvai" tegen je is
begornen; na de vesting-Amsterdam is nu
de stelling Nederland je dank schuldig
waarop ook Beer, in goeden Juim, bij mijn
cordiale ontvangst, antwoordde, als opdbt
leger wijzende: >Zij breken ik sta. Zij
ws/u
zich in den corridor met moeite goed hielden.
Door dit mopje vestigt de sclrg'verer de aandacht
op dat in Frankrijk het Legioen van eer, gebleven
op de borst van onwaardiger, gerukt van de borst
van overwaardigen, isgedéprécieerd. Dat kwam
door de inmenging van de politiek, want
la polit'que n'a rien h faire aves l'honneur.
Gelukkig Nederland waar nog nooit een
minister er aan gedacht heeft van de ridderorden
als politiek instrument gebruik te maken !
Daarvoor «staan wij hier te hoog l
Ons Huis.
Hervattirg der lessen, cursuaser, clubs enz.
van af Dinsdag l September. Eerste
inschrijvingsavond: Zaterdag 29 Augustus a.s. van
71/2?9 uur.
Nieuwe deelnemers kunnen reeds dadelijk
geplaatst worden by; lo den nieuw te openen
cursus in eenvoudig boekhouden, 10 Gts. per
les, vooruitbetaling van 5 lesser. Vereischte
leeftijd 15 jaar, (inschrrjvirg als bover>); 2o de
pymnagtiekles voor jongens beneden 17 jaar,
25 Cts. per maand, wekelijks twee lessen nl.
Dinsdag- en Donderdagavond van TA?9 uur,
(inschrijving als bover); 3o het kinderzangkoor
(meifjas), 10 Ctp. per 5 lesser, bij vooruit
betaling. Eiken Woensdagmiddag van 2?yA
uur (inschrijving als bovet).
Inschrijving voor de verstellessen op Dins
dagavond l Sepf. 8 uur ($aen toegang voor
T/i uur). Deze lessen zyn bestemd voor meifjes
boven 16 jaar, betaling voor 5 lessen vooruit
10 Cts. (Voor meitjes beneden 16 jaar en ge
huwde vrouwen inschrijving eiken Zaterdag
avond van 7/4 9 uui).
Vereeniging voor Volksbibliotheken.
De bibliotheken worden in de maand Sep
tember weder geopend: Bibliotheek I Govert
Flinckstraat hoek Sweelinckstaat wordt Maan
dag 7 September heropend. Tul van open
stelling: Maandag's avonds van 7)4 tot 9 uur;
bibliotheek II Krt yen h< ff straat school No. 35
wordt Dinsdag l Spptember heropend. Tyd
van openstelling: Dinsdagavond» van 1}4 tot
9X uur; bibliotheek III wordt Vrijdag 4 Sep
tember en bibliotheek lila Maandag 7 Septem
ber heropend. Tijden van openstelling: des
avonds van 7?9 uur; bibliotheek IV,
koifiihuis v. d. Volksbood, Joden Breeetraat 47
wordt Dinsdag l September heropend. Tyd
van openstelling: des a?ondj van 7'/2?9 uur.
Op bovergenoemde uren bestaat er tevens
gelegenheid zich als lezer te laten inschrijven.
't Lidmaatschap bedraagt 5 cents per jaar en
3 cents voor een leeskaart. Voor 't ruilen der
boeken wjrdt l cent betaald. Dan lezers wordt
hierbij in herinnerirg gebracht, dat met Sep
tember de jaarlijksche contributie van 5 cents
moet worden medegebracht.
breken, zij wijken, Van veerkracht beroofd.
Daar verhtf ik het hoofd; Statig zien ze
mij prijken '. ..
Als sprak het van zelf, dat wij beiden
welvoeren, en we elkaar onmogelijk over
iets belargriikers dan het algemeen Kies
recht en de Revolutie konden onderhouden,
gicgen wii voort; ik in de brochure blade
rend, en Den B.er heele zincen er uit op
zeggend.
Wat heb je dat ju'st geschreven, dat
iemand aan zenuwziekte, kleurenblicdheid
of utopiekoorts zou moeten lijden, als hij
niet kan inzien, dat de lui hier voor het
Algemeen Stemrecht in de verste verte niet
rijp zijn.
Nietwaar, lachte de Staatsraad; en, ver
volgde hij, waren ze er nu rijp voor als de
Amerikanen, de Franschen en Zwitsers, je
zoudt ze raar het verbeterhuis of' naar
Meerenberg moeten brengen. Ik knikie
driemaal en de generaal vervolgde: »Zij
willen allen naar de stembus drijven, Jan
en aljeman, rijp en onrijp te zamen. Die
niets is. niets kan, niets bezit zal evenveel
stem in het kapittel hebben als de hoogste,
de kundigtte of de rijkste in den lande, en
daar men overal en ten allen tij>le me; r
luie en domme menscJien dan ijverige,
crslandige aan t re f t, zullen die al? meerderheid
het heft iri handen kiijgen, zal die domme
kracht het schip van Slaat moeten sturen
en zullen de proletar'.ërs. de wetten stellende
over belastingheifing en uit te voeren wer
ken, in de beursen te sjraiiassen en over
de spaarpenningen te "beschikken kriigen
van de nijvere ingezetenen des lunds.'
En wat zijn die rekels, lerien van die
luie en domme meerderheid, welke zij het
kiesrecht zouden wiLUn geven? Lui »rft;
nergens lubben een am'irchtingfyunt, die
i;an daag liicr, mo gen eldeis huiden, nu
(erts in d/t land dan in een and' r. cormo
politische onfjc iwigen yelukzo/ke.rx voor u'il
het woord Vaderland i* een ijle klank, die
hun leertijd in losbandigheid lubben doorge
boemeld of' al wat zij luidden hebben verbravl
di; niets goed kennende natuurlijk nergens
goed te recht komen van God nocli ran ge
bod w Hen welen, leven van den dng op
den dag, niet zelden in opet.baie vijand
schap met de maatfchappij, wier banden
zij wemchen te veibreken en aan we'lke
zij eischen stellenen verwijlen toeslingertri.
welke zij aan zich ztlt behooren te doen.
de mannen van twaalf ambachten en der
tien ongeluk ken." Of ^ wil u ze meer
gedttailletrd nog zien: Ejn straatvejer, een
wei ker in de asch en vuilnisbelt, een orgel
draaier, een i-toelenmalter, een scharensliep,
een schoenpoeUer, een bewoner van t Ltm
groen of' een uit dd beruchtste
dievenlogementen, mannen van niks en
jremei;dal, de menigte, welke niets of bijna niets
aan b-lastirg n.êebetaslf."
En als er in dien eitch nu rr.g Iets was,
dat op »r<=chi" geleek. Miar waar zou j ^
dat »rechi" vat.daan halen V Uit de natuur?
»iltt blooie feit der geboorte zou dus recht
geven oiu s em ui' te brei'gen over het
SiaatsbtS'uur/' Vindt u dat niet goed
gezeid? Het bloote feit der gnboorte -...
als levend menfch en als S aatsbuig^r...
geeft onmogelijk ncht; >\tan de ua'uur
kan dat recht niet worden ontleend, deza
verzet er zich juist tegen, daar lu t in
stiijd zou zijn met den aaul <Lr dingen."
»Het natuumoht bet/ogt voor alhs zelf
behoud." »De Slaat moet zorgen zelf Staat
te blijven." Hoe licht zou een auiler niet
tlHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHHIIlui
FIETSJES
FamiUetat.
Humoriitüche tchets, van ANTOS TSCHECHOFB.
Op het perron van een klein, landelijk gele
gen buitenstation wandelde een jonggetrouwd
paartje. Hij had zijn arm om baar slanke lerst
geslagen, zij drukte zich innig tegen hem aan
en beiden waren gelukkig. Juist kwam de
maan achter de wolken te voorschijn en zette
een donker gezicht; ze was jaloèrtch. op die
twee, en ergerde zich er over, dat zy gedoemd
waa, zoo'n vervelend oude joDgjuffrouwen be
staan te moeten leiden.
Het was vt rrukkely'k in de natuur; de geur
der vlier vermengde zich met dien van den
elzeboom, een zacht koelt je bewoog de bladeren,
van de overzijde der spoorrails liet zich af en
toe een riethoen hooren. ..
O Ssaicha, wat is het hier heerlijk !' zei
de jor-ge vrouw. Men zou byna kunnen
gelooven, dat alles een droom is. Ky'k eens hoe
vredig en idyllisch ligt daar voor ons dat
heerlijke bosca. Hoe aardig staan die stevig",
zwygende lelegratfpalen daar. Za brengen
leven in bet landschap, Ssascha, en verkondi
gen ons, dat daar in de verte menschen zijp...
beschaving heerscht. En hoe eigei aardig, als
de wind ons zachtjes het geiuisch van den
raderenden trein overbrergt."
't Is eenig Warja... Maar wat heb je heete
handen. Je windt jj weer te veel op... Waar
uit zal ons avondeten heden bestaan ?"
Waaruit? Uit wyo, brood en een kippetje.
Het kippeije is voor ons beiden genoeg. Ik heb
voor jou nog sardines en kaviaar laten mee
brengen uit de stad."
De masn school weg achter een wolk. Ze
wilde het geluk van de menschen niet zier,
want dit herinnerde haar te veel aan haar
eenzaam thuis achter de wouden en dalen ..
Daar komt de trein aan !"zei Warja. Wat
'n aardig gezicht l"
In de verte werden drie \urige oogen zicht
baar. De statiorchef kwam naar voren. Hier
en daar op da rails blonken signaellichten.
We zullen even den trein atwachten en
dan naar huis gaan," zeide Saascha en geeuwde.
Wat hebben we toch een heerlijk leven samen,
IIIIIIIIIINIIIMIIIIIIIIIHIfltllllltllllllll
eers Slaat kunnen worden en dan was de
Staat naar de n.aan... Daarotn heeft de
natuur uitgemaakt, dat u en ik, en wie
wij verder daar goed genoeg voor achten,
stemrecht mogen hebben, en dat. de rest
mag toedien. Ein'a dit punt, al zeg ik
het zelf, is zoo helder als glas. En wat even
zeer in 't oog springt, mijnheer Brommeijer,
dat stemrecht kan ook niet een uiting iijn
van Volkssouvereiniteit. En nu vtrjoék
ik u eens even nauwkeuring op te letten;
lees maar op pag. 11. Ik sloeg een blad
zijdeom »Van Volkseouverunkeit magbij
ons geen fpiake zijn. Laat ons rooit ver
geten dat in 1813 door het. Nedeilandsche
volk me-t Z. K. H. Prins Wi'llem Frederik
van Orai je Nafpau een heilige pacte is
gesloten en dat diensvolgeng zooais arr.. l
der Grondwet van 1814 luidde: »De
Suuvereiniteit der Vereenigde Nndeilai.den is
en blijft opgedragen aan Z. K. H. VVillem
Frederik, Funs van Oranje-Nassau, <>m
door Hem en Zijne wetiige nakomelingen
te worden bezeten erfelijk, overeenkomsiig
de na te melden b pain g. n".
Ik herhaal: »de Souvereiniteit is en blijft
opgedragen aan het Doorluchte Huis van
Orai je Nassau,"
is het nu niet opmerke iik, dat men tot
nog toe, een zoo beslis end feit heef'c voorbij
gezien, en dat ik de eerste moest zijn, om
voor goeil een eind te maken aan <iat
gebazel over 7ü/A:5Mouvereiniieit...?
Zeker is het opmerkelijk, generaal, zei ik,
en je had, dunkt me, nog wel iets verder
. kunnen gaan, en motten gaan. Je had
| immers behooren uiteen 'e zetten, dat de
hèl ge pacte van 't jaar 1813 dat vervloekte
algemeen ttemrecht zelf volstrekt huitui
sluit, omdat het rtgelrecht in strijd ver
keert met het constitutioneel koniLg^hap
van Ocatj^... Nu, dat is een punt om er
nog teiis op terug te komen. Miiar dat
moet ik ze^»ei, je bent buitengewoon
jrezegend met, ( e ga^e van het woord. Waar
heb je alles «oo van daan cenaalJ. zo,)
warm, zoo klaar en zjo raak ! ... 'i Moet
een vrtuid voor je zelf zijn je eigen
schriftuur telkens nogeern over te lezen, want
zeif's voor j m, dia het geschreven heeft, zit
er meer in, geloof ik, dan je zoo dadelijk
zult kunnen snappen... 't Li of ze uit .Ie
hoogere sftreu j-; g^et-t me-t de waarhei l
hebnen ocert-auet. Maar ik bfgiijp het,
gertraal en staatsman tegeliik, peil je een
quaettie als deze, dieper dan de moesten.
Den Bier glimlachte even, en zei, ju, dat
begrepen mi j u tne.le S.aatsraden ook.
Gtneraal vrofg de onder voorzitter, opeen keer
dat de voorzitter n iet aanwezig was, zou U dat
netelige onderwerp niet eens willen
behandtlen voor het volk. Als militair hei ft
U een leerschool doorloopen, die wij allen
hebben gemist, en het zou toch zoo goed
zijn, dat een onzer, bekleed met het ge^ag
van Staatsraad, die voiiderige argumenten
voor het algemeen stemrecht eens even
stuksabelde. En eet lijk gezegd, ik liet er
mij aanstonds toe vinden; ik had al lang
een si.-ort roeping gevoeld, om van mijn
zeer jke en bijzondere ervaiingen in Int
staatkundig en maaUchhppelyk leven, ten
algeiteene nutte zulk een gebruik te maken,
gelijk het den man van geweten betaamt..
Want dat U zoo, mijnheer Brommeijer, ie
mand die zijn leven in den dienst heelt door
gebracht, bedeeld met krijsmanseer, door
trokken van den geest van gehoorzaamheid
en tucht; iemand die de ztdelijke waarde
van een goed gepoetste knoop en de
opvoedlieve Warjn, het is btjr_a niet te gelooven, zoo
gelukkig als we zyn l" "
Het donkere gevaarte stoomde zuchtend en
blazend het station binnen en bleef met een
schok staan. In de half verlichte wagens zsg
men slaperige gezichten, verder hoeden, schou
ders, ktffertjes enz.
RÓ'k eens, ky'k eens II Hé... bé"...1' klonk
het uit een der waggors. Warja en haar man
komen ons afha!en l Diarttaanzel Waier jkal..
Warenjka!... Hallo! "
Twed kleine meif-jes fprorgen uit den wagen
en vlogen Waija om den hals. Achter baar
verschenen een zwaarlijvige dame van middel
baren leeftijd, een lange, magere heer met gryze
bakkebaarden, verder twee met doezen, pal-jas
en een k ffertje beladen fyoinasiasten, achter
hen de gouvernante en daarachter de
gioatmoeder.
Ziezoo, bes'e Watji, daar zya we ru!"
liet de heer met de bakkebaarden zich hooren,
terwyl hij beide banden naar \Va j i en S^ascha
uitstak, 't Heefc lang geduurd, hè, vóór j 3 ons
zag. Jelui zult m< wel eens in stiife beknord
hebber, wat? S ellig beloven te komen en dan
i pas woord houden, ja ja, 't is ook wel wat
kras. M^ar nu «yu we er en r u is alles goed.
Kolj», Kozfj», Nira, Fis», komt <»en8 hier, gei f
richt Warja een kus! En ru blijven we zoo
met hudje en uur'j ! een dag of drie. vier by
jelui... ten minste, als het je niet d rangeert.
Maar, g«n omhaal maker, hoor, cl
fcuiter,sporigheden doen, gewoon'jes weg, net zooals
j lui 't gewend bent.-'
Met een gevO'l van angst-, schrik en
ortzetting (tukte het ecttpa.tr op den oom met
zijn geheelen aanban* neer. Ter»yl oom atond
te praten en allen Warji omhels'en, verree?
voor Ssascha's oog bet volgend schrikbeeld:
Hy en zyn vrouwtje zouden hun gas'en de
drie kamers rroeten afstaan met bedden, dekei s,
ku s.;ns en ?? l dit gerei m er; kaviaar, sardir en.
het kippe'j", wij", werden in een ooger.blik
verorberd; de jeugdige neren p'ukten de bloemen
af, zond' n het gras plattrappen, gooid>n den
irktkoker om, vo'hten en score(uwden ; tante
zou hen den ganschen dag zitten vervelen met
owr al baar kwalen te redereeren en er op
te snoeven, dat zij een barores van Fin'ich
was ...
En Saascba wierp een ny'digen b!ik op zyn
vrouw en flir'sterde haar ongemerkt toe: Ze
zyn bij jou gekomen;... de duivel hale je l''
Nietwaar! ty jvu>!'' antwoordde ze op even
boosen toon en met bleek gelaat.
't Is familie van J<AI en niet van 11 ij."
Toen zich tot de gasten wendend, zei ze
met een inremend glimlacbje: Wdkom, wel
kom, beste Oom! Wat een prettige verrassirg!"
«MUIlMll 1111,11)1 ItmilulllllllMUIIIIIIIIIIIIIlllfltllHlllllllllllltlllMHIIII»
kundige kracht van provoost en cachot
kent, en die zelf' steeds zijn weg ge
wandeld heeft in gereglementeerde pas,
die dan bovendien altijd door een studie
heeft kuni.en maken van dat kranige volkj-,
waaruit ons loemrijk leger is samengesteld ;
hij staat van zelf op een hoog en breed
standpunt, en heeft een juister ki^k op de
rechten van het staa'sburgerschap dan de
uustekendstejurii-t. Uitgezonderd dan toch
Tooi zou ik denken, viel ik hem in de
rede, waarop hij dan ook zei: nu ja, Afser
laat ik daar. En toch hernam ik, heb je
je uitstekend weten vrij te houden van
militair jargon of van herinneringen aan
je oud beroep, 't Kenige wat ik van dien
aiirj heb aangetroffen was da!: »als de soep
d u'i i,-!, heeft het geen zin ze door
bijplassing; van emmers water nog dunner te ma
ken". Ja, ja, kciBte De Beer, maar daar
valt toch niets op te zegden. Nteo, niets,
herjiam ik; a.leve-1 zou ik het beter gevon
den hebben, dat je dat riet zoo geschreven
had; 't is 't eems,e woord in je neele brek,
dat ik liever h,.d gemist. Hoe Jicht zal het
in de kazerne, waar tegenwoordig ook
zooveel tui^ zit, een gevleugeld «oord
worden, en dat heb je natuurlijk als Bter
Pooitugatl niet gebild; en dan, hoa licht
zet niet zoo'n nijdas uit dat, gedemorali
seerde volk. het a 1.s motto op zijn pamphlet,
w/iarmee hij j > be.-trijdt. De rakkers heb
ben van die loopje?. »Als de soep dun
i>S heeft het geen zin ze door bijplassing
van emmers water nog dunner temaken"..
Zoo'n woordje op den omslag is een
onbeschof e «vlegtl lien argumenten waard. De
Beer haalde zijn schouders op, als wilde hij
vragen: wat gaat mij die al of niet geor
ganiseerde bandietentroep aan, en daaraan
had hij gelijk, wat hera zelf persoonlijk
betrof; ducb. de zaak, de invloed van zijn
woord op het publiek, zou er dan toch onder
lijden. Intusschen bij z >o'n victorie, als
de Beer PoortUüail nu behaald had, wilde
ik niet te veel druk'e nviken over een klein
migg;eepje, t n van ganscher harte liet ik
volg n: maar zij zullen er rn zitten, hoor !
Nietwaar, Mijnheer Brommeij r, dat
wordt een geheele déroute
Je deiikt aan dien Mr. Ivrnburg en
consorten ?
Ja, wat zou ik ze graag eens hebben
jrezien met mijn brochure ii de hanl, om ze
te hooren zuchten en vloekf-n .. . vloeken
ook, Mijnheer Bremmeijer, want het is een
origoisiier.stig vul*... wat een geiler sa!
dat geweest zijn en dan die koppen zoo
rood als. . . .
de roode letters, zei ik, waarmee je Alge
meen kiesrecht en Ryvolutiegeest opden om
slag hebt gedrukt; maar die lui bedoel ik
nier. Dat soort is door de wol geverfd. Dat
kan ik je wel voon-pelhn, ze zullen net zoo
hard blijven tehreeuwen als van te voren;
want schreeuwen is hun kracht; ze hebben
maling aan elk gematigd, bezadigd, ver
standig woord; zelfs een betoog van e( n
gent raal staatsraad lappen ze aari hun laars,
als ze ten minste nog een laars rvjk zijn,
meestal is het een stukkende sok, eeu bJoote
voet of' een klomp. Neen... wie er mee
z tten zullen? Je geestverwanten, je eigen
vi ienden, je medestrijders; want dit ia het
overdor.deiende van het geval; de zaak is
uit; daar is geen werk meer aan den winkel.
Jij hebt het hun uit de handen gei,omen.
Wat moet S iru nu? Die heeft, ook een
stuk t«e-en de liberale democraten be
loofd. Hij kan jou toch niet naschrijven;
Weer kwam de maan te voorschijn. Zy lachte.
Ze verheugde zich nu, geen familie te hebben.
Ssascha, die zich een paar seconden hal
afgewend, om zya bcos gezicht niet te laten
zien, keerde zich, het gelaat weder tot een
vriendelyken lach geplooid, tot de gasten en
zei op quasi-vroolijken toon: Welkom jflui
aller, hartelijk welkom. En ru naar huis. Mag
ik nyn lieve gasten maar vat voorgaan?!"
nilHIMIUIIIIIIIIIUIMtlltllllllimilHllllllllllllllllllHltlllllllllimUllltllllH
UlllllllltUlllltlHIIIIIIIUIHUItllllIIIIIIUllIllIlllll
len trsfflfeiscil ran vcls
Na het kortstondig bestaart der volledige
verhirdirg Artis-L^idscheplein is de
vertieuwicg der nog vry jeugdige bruggen voor het
Werkhuis oorzaak geworden dat de verbinding
sedert maanden van deze zijde is ingekort.
Daar ook de derde brug er eerttdaftga aan
moet geloocen en de Jy'n dan wordt
Kirderziekenhuis-Leidsrhepleip, nog met overstappen
Hoogesluis (zoolarg de brug-versterking daar
zal onderhanden zyr) verdient o. i. overweging
het Folgecde voorstel en weJ als blarend of
tijdelijk tracé.
A. Art 8- Sluiderpoort-Sarohatietraat- L
idscheplein; of nog beter: B.
KwaekschoolIleerergracht - Hortosbrng- PUntaga -
Muiderpoort. Sarphatistraat- Lsidschepleir ; of liever
r.og C. Centraalstation- en als bover.
Met A. zou niet alleen de oude route her
steld maar bovendien nog vele aanwor.onden
gediend zy'r. Met B. waren veel meer
aarwoterden gediend, en m^t C niet alleen rog
veel meer maar bovendien de mogelijkheid
geboren, de meeste andere aanwonenden veel
vroeger dan anders de electrischa verbinding
met het Csntraalstation te versehtff<m en
bovendien ook dit deel van de P. H. Kade
langen tyd \6óe 1905 in het electrische net
op te nemen al ware het dan ook met overstap
Centraalstatior.
De 3 bruggen in het werkhuiskwarlier kun
nen dan in alle rustigheid ven ieuwd worden ;
by de lijdelijk veianderde richting verliezen
de daar aanwonenden niets, zelfs bij eece blij
vende verandering schyi.t het 01 gerief twijfel
achtig.
En de 3 bruggen nu j s in alle geval
is het daaraan besteede geld goed geplaatst.
J. J. V.
1IIUllllHM>l1M1IIIIIIMIII1imiltll>lltmilllMlltlmltllllflllftÉt(*t1JfMIIMtM
achier je aan komen huppelen zondereenige
kans om jg in te halen of' voorbij te
streven. Rlaar Sam van Houten r.iet
alleen, al de anderen, ook de dagbladen;
je hebt ze, de;or de quaeatie uit te pulten
en op te lossen, een leelijke loer gedraaid.
Daar had je nu ook de JWewire Rotlerd Cl ;
je kon zien dat Zisyer die artikelen 11 had
klaarliggen en daaio.n ze nu toch maar gaf,
maar wat maakten zij een bleeke v ei too
ning . .. geen woordje nieuws meer erin
en dat voor een nieuwe kraut! Zoo
spraken we nog eenigen tijd en eindelijk
kwamen wij zelf en wat ons in de laatste
jaren wedt i varen was aan de beurt; om
een uuitje lat<r te scheiden met de hoop
j op een spoedig wreerzien.
| Den volgenden dag verscheen S m ztlf,
maar blijkbaar eer opgelucht, dan bezwaard
door Den Beer's stiijdsehrift. Hij stemde mij
toe, dat de algetin en fctemrecht q if.estie
thai s wel voor goed van de baan zou zijn ;
en dat bij nu op dit pant vacantie had
gtkregen, het voldeed hem niet weitig.
Het meest scheen het, hem plelzier te doen,
elat ook dat huisjnanskiesrecat van K.yper,
dat algtm<en stemrecht met een
christehik rnombakkes voor, was doodgetrapr.
Hij was al/oo in buitei gewoon goeden
luim; alleen meende hij, gedachtig aan
Beer's nu reeds beroemde uitspraak: «als
de soe p dun is. Ijetfc het geen zin ze
door bijplassirg van emmers water nog.
dunner te maken," den staatsraad te
rx,oeten uitnoodigen met hem een plan te ont
werpen, teneinde het kiezerrcorpp, dat,
helaas, ook door zijn wet al veel te dun
was geworden, door het uitscheppen van
etn emmertje vocht, wér -wat gebonden, r
te maken ; maar verder liet bij zich daarover
i-iet uit. Je kon het zoo aan hem z en, hij
was bezig van zijn viijen tijd te genieten,
en eleed nu maar een aanslag oo den
mijne. Juitt van pas daarom kwam Tréièe
de kamer binren, en daar bij er, in
zijn niet pessimistische buien, erg van
houdt met hasr wat te dollen, begieep ik,
dat hij ook DU wel heel spoedig met ) a-ir
zou aftrekken, wat dan ook gebeurde.
Théièie had een ansichtkarte in haar hand,
en meende mij alleen te zullen vinden. Maar
toen zij Sim zag, riep zij opgetogen: Ah,
oom S tin, nu moet u eens kijken; en zij
vertoonde ons een gekleurde postkaart met
Ki.yper in TyroJercostuum, die zij zoo pas
uit Innsbiüek had ontvangen.... Wat was
zij enthousiast! Trouwens altijd als ze over
Kuyper spreekt; een echte charmeur
tocti die biave calvinistische professor!
00 jaar, riep zij uit, eu dan nog zoo! Hoe
oud is u nu, mijnheer Van Houten? maar
zonder antwoord af te wachten herhaalde
zij: Go jaar ... en zulk een teinr, zulk een
fraicheur en wat een kuiten! Jammer
dal hij zoo oud is! Ja, zei Sam weer,
zeker j%mrr,er té. Zijn keitijd beperkt hem
in zijn emplooien, en toch alles staat hem
goed; vroeger, toen hij nog een dertig jaar
jonger was, heb ik hem gezien als Pierrot,
Blaauwbaard en Schinderhanuis, en geen
mensen die het heat verbeteren zou. O,
lachte Tnéièe, als hij zoo... als Tyroler...
ook de Kamer eecs zou willen openen!
Dan kwam jij zeker bij ons logeeren, hè.. ?
antwoordde Sam; en zoo gingen zij al
plauderend samen dej deur uit; wat mij
zeer veihtugde, want daar is maar n ding,
waar ik heelemaal niet tegen kar, en dat
is... zotteklsp.