Historisch Archief 1877-1940
1368
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD T OOR VEDERLAMD.
Tentoonstelling Tan voorwerpen betrekking hebbende op de geschiedenis van het bedrijf der firma Jen. Enschedéen Zonen.
II. (Slot).
Tot een der belangrijkste uitbreidingen, die
Izaak Enschedé, de grondlegger van het bedrijf
der Enschedé's, en zijn wakkere zoon Johannes,
aan hun onderneming garen, behoort het op
stellen, uitgeven en verspreiden der Oprechte
Haerlemsche Courant.
Op 8 Januari 1656 was door Abram Casteleyn
te Haarlem opgericht »de Weeckelyke Courante
van Europa". Van het eenige, hoogst zeldzame
prospectus ofte aankondiging, waarin sprake
is van den bekenden courantier, sinjenr Jan
van Hilten, is een reproductie tnsschen den
tekst opgenomen. Deze aankondiging is met
den civilitéktter gedrukt. Het letterschrift
civilitéheeft zyn naam te danken aan een
boekje voor kinderen, om lezen en schrijven
te leeren : *la civüttépuérile et honnête"
geheeten, in de 16de eeuw gedrukt, en waarvoor
men typen bezigde in een soortgelijk karakter
gesneaen.
De Haarlemsche Courant heette toen:
Weeckelycke Courante van Europa. Het eerste
rommer «gedruckt tot Haerlem, voor Abraham
Casteleyo, ten huyse van zyn vader Vincent,
op de Marckt, in de Drnckery: (De Blye
Drnck) verscheen 8 Januari 1656, en is thans
nu de Amsterdamscbe Courant niet meer be
staat de oudste krant van Nederland. Zij
was in octavo formaat, n blad groot, aan
weerszijden bedrukt, zonder eene enkele
advertentie.
Züopende met een bericht uit Spanje,
luidende: >Cadiz den 27 Novem. 1655. Den
commandeur Gidion de Wilde heeft in zee
verovert en alhier opgebracht een treffelyck
Tnrcks Schip, ga monteert met 32 stucken, op
hebbende 250 Tnrcken,
en by de 40 Christen
Slaven. D: Tnrcken sul
len, tot goedtmaeckinge __
van de Onkosten en voorts ^ /ir
tot Prijse van d'Officieren ^ '
ende ghemeene Maets,
verkocht worden. De
Christen Slaeven zijn met
een Hollandts Schip, ko
mende van Venetien, en
gaende naer Amsterdam,
op Eergisteren, van hier
nae Hnys geseylt Den
Holland tschen
Vice-Admirael de Royter is
teghenwoordigh 10
Oorlogh- Schepen en 2 Jach
ten sterck."
Een voorval van 27
November 1655 werd dus
eerst 8 Januari 1656 door
de krant hier te lande
algemeen bekend l
De »Weeckelycke Cou
rante van Europa" kreeg
in 1658 den naam van
?Haarlemsche Courant".
Na het overlijden van
Abraham Casteleyn was
de uitgaaf voortgezet door
zyue weduwe met haar
zoon Mr. Gerard Caste
leyn, en na het overlijden
van den laatste door zijne
weduwe Anna Maria
Golterman. Al dezen waren
tevens door de Burge
meesteren van Haarlem
aangesteld tot stadsdruk
kers.
In 1724 besloot de
Vroedschap tot stijving
der financiën, dat in het
vervolg voor de vergun
ning om de Courant uit
te geven ? 2500 's jaars
aan Regenten van het
Aalmoezeniers- en Werkhuis zouden betaald
moeten worden.
Toen in 1737 Anna Maria Colterman over
leed, hebben de Enschedé's het uitgeven der
courant en het stadsdrnkkersschap van
hetwelk hierboven sprake was op zich
Mr. Johannes Enschedé.
genomen. Op 6 Juli 1737 werden zy' dien ten
gevolge aangesteld tot «ordinaris stadsdrukkers
en conrantiers" op voorwaarden, nader in een
contract omschreven Een dier voorwaarden
was de jaarlyksche betaling van de / 2500;
eene andere, dat het »ordinaria"-drukwerk
kosteloos aan de stad zouden geleverd worden;
alleen het niet-»ordinaris"-drukwerk mocht in
Mr. Charles Enschedé.
in die jaren 2400 exemplaren. Talrijke
buitenlandsche correspondenten zorgden voor het
aanbrengen van belangrijk bnitenlandsch nieuws.
Behalve Enschedé, de uitgever, was aan de
Redactie slechts een persoon, Jan Christiaan
Seiz verbonden, onder den naam van
translatenr, op een traktement van ? 15 per week.
Het recht tot drukken en uitgeven van de
Prospectus van de Haarlemsche Courant.
ugtnernent'e ftt6ufeuf^e^t "fcer
"fcte
on
en <oooa mijn feffê, op mijne^jjen poen ^oan'ix
'cooanaem<oan "\f uroprt 6|fort£er cy\ou<5dTeé. te Caten ftomen ; 't 'Soefcrl forifcer
moeiten en jfcofttn niet en té^efc^iet: ^^"efe <fer. Jan <3an giften £0(19 :
% wg jterifce, ^eeft W|£c$e6&en (jtew ^eec&efijc&xaarmece, ofte met ietet-aar
Hgt te wiflen^tenen,WiCrl fom^tjfe^^aen £e66e, föaer'fcooaje&owen te, at
"fce £tjne 6eter afe Vanzere £ijn^e$?eejt ; (WVaer na ^at <£>r. <oan giften
o<cerfe^en töftfó, $e6 tc& raetfaemer j^eoozixeft, omheen ^foef^an een ari^erte
6fjr<0en, «jJoewef mg Varïtere Goimwtierêaenjbc^ten, $002 mijn fefféte toen
"towcRen, te meer affoo ic£ nieuwe ^efejent^egtt tot <oerfc$ej^e fraege (\\ou~
<oeffeé$e66e ontfam$en, in tieröoe^en , "fcat icft mejme , "tat te ^ie^e66er6
toozte ^rterti^egtt <oarifce Q\ow<oeffeêj iuten j^eperjt Herten, te mijne <ooot
<tntere te pze/èreeren , fuüfente irftteröoe^en ^eec&efgcfl aen mafcaitteren j$e~
Roppeft Herten, t<tt $et <cer<oof0^en6 een 6eqtweme ^iftozk <can 't <ooo2naem/le
in Afuroprt |af jijn: '& ,26ftfce ter^afóen jöefteft tefe te |a<oo2tfeeren, ente to
j$e62w|c&en, toer <3? ^ te <coo2en <^r. an giftene p%$ te 6e|tc$en, en
fento ter^rtföen <3? -\|. ^efijcft ^^etaf tocj , te boeten Couranten,
tot 24 <£>tMg<3er6 't ^oecrl,Ywflente <fy ^è. niet j6e£outen 'cfö'efen $002 eer/l,
te onteurg^efneten Couranten, tie ^ ^« wiet en s>er6ee(u$t, anteröafe met
te platen te etafen, ^aermete <oer6fg<oe, in ^aerfem ten J^anwarg 1656.
Abraham Cajhleyn.
rekening worden gebracht.
Was aanvankelijk de Haarlemsche Courant
eenmaal 's weeks verschenen, in 1665 was dit
tweemaal geworden. Sedert 1667 verscheen
geregeld de Dinsdagsche, de Donderdagsche
en de Saturdagsche courant. De oplaag bedroeg
Gothife Monnikke Letteren.
-P A
Oude Hollandfe Letteren.
^tmto pffpiifröcfl uolmfff lwffco uolm:
i pfc cüuoliuühn^ uolutffcno uoliultrur.
^iitüo cüuolurro nolurno uolnrnr: i pfc
cu uolwmm^ uolurti oolut 3f(nftmttümïo
fin numr§i ,pfonta tge #ntt gttro tpfto fle
Ptetió gftöpr^ftóuolutfle. f utücacct.
<3rrüta fprnnptaUa uba fimr 1): uotcöi uo
leDo uolentiö. pupinm mrct« ©num par
rtnpuun liabct qD cft uolctio.
^ejttue itiagim-t ^Donart putterto
mtfrro0atttuo tmncttio: finit.
1
l
Deeze Letteren zyn tuflchen dejaaren 14-0 en 1480 gcfncden, de Matryzcn zyn
zeer gebrekkelyk gejulleert, en word alleen hier van een Afdruk vertoond, u m de
zeldzaame Overblyfzelen der eerfteBoekdrukkonftti.-gendti.-zr tegenwoordige
Letterproef te vergelyken; nademaal thans de'Lettergietevy alhier in l laarlem,
de Geboorteplaatsder Boekdrukkonft, tot de grootile volmaaktheid gebragt is.
Haarlemsche Courant is van het eece geslacht
der Enschedé's overgegaan op het andere.
In 1787 werd o.a. het Courantierschap aan
Johannes en Jacobns, kleinzonen van Iza&k,
verleend tegen 5000 gulden's jaars.
Hetstadsdrukkerschap ging over op Cb. H. Bonn.
Spoedig vroeg deze er ontheffing van aan, en
werd het weder aan de Enschedé's opgedragen.
Aan mr. Johannes Enschedéde eerste
gestudeerde en de tweede Johannes heeft
de Haarlemsche Courant en het geheele bedrijf
der Enschedé's grootste verplichting. Hy be
toonde zich een der wakkerste. Wat hij ran
een correspondent voor zyne courant eischte,
kan men nog heden eii-chtm. In bet
brievencopyboek, dat van 1782 tot op heden in
ouafbroken reeks aanwezig is in het archief der
Enscfaedé's, kan men het, bg veel merkwaar
digs, lezen. De allereerste brief in het copy
boek is een weigering om voor anderen de
biljetten te drukken van Tilly's
Haarlemmerolie. Andere brieven spreken over een aandeel
in de reederij van een kaperschip; over het
besluit om by 's lands regeering te rekwestree
ren en ondershands te werken om het oprichten
van meerdere cienwspapiertm tegen te gaan ;
dat de gietery wegens oorlog met Engeland
geen letters zou durven verschepen ; dat er
een hevig dispuut zou ontstaan of de betaling
in Holland&ch ofte wel in Zeeuwsc.h Courant
moest geschieden ; dat Hun Edel Groot-Acht
baren zien beklagen over courantartikelen,
dat in zake de troebelen geen advertenties
worden opgenomen, en politieke beschou
wingen steeds geweigerd worden. Uit de
boeken bly'kt hoe voorzichtig men was met
het opnemen van nieuwsberichten aangaande
da politieke partijschappen. IQ een brief van
9 Maart 1787, waarbij mr Johannes een cor
respondent te Amsterdam aanstelt, schrijft hy
o. a., om de «manier van denken betrekkelijk
de courant" kortelyk te détailleeren: .Wy
b«hooren geenszins onder de heethoofdige Pa
triotten, maar wel onder diegenen welke op
eene bedaarde wy je de herstelling van s Lands
vryheid en volksvoorrechten poogen te bevor
deren. Dus zyn wy aflceerig van alle persona
liteiten en haatelykheden, welke de persoon en
en zaaken hoe langer hoe meer van elkander
verwijderen, en de breuk met veelen onher
stelbaar maaken, maar aan den anderen kant
schroomen wy nimmer te zeggen hetgeen waar
heid is, dat is de daadzaaken die beboorlyk
geverifieerd zyn. Op dezen laatsten zouden wy
u verzoeken vooral het oog te houden''.
Niet minder juist van goede journalistieke
opvatting is hetgeen de eerste mr. Jobannes
Enschedéschrijf t aan een Haagschen correspon
dent: >De soort van nouvelles welke ik zoude
verlangen zyn zoodanige welke mogen publiek
gemaakt worden; daartoe behoort vooral waar
heid en onpartijdigheid; gehazardeerd nieuws
zoude my zeer onaangenaam zyn, dewyl eene
retractie het crediet onzer courant zeer zoude
benadeelen,... met al hetgeen de Chronique
Scandaleuse aangaat, zyn wy ook niet gediend,
Mr. Hendrik Jacob Dtocysius Durselen
Enschedé.
terwijl «rij, zooveel in ons is, altoos hoopen
te zorgen dat geen particulier door ons
eenige onaangenaamheid zoude ly'den."
M£t deze opvatting van journalistiek is het
geen wonder, dat de Haarlemsche Courant reeds
in de 18a eeuw in hoog aanzien stond, en dat,
zoowel de regeering van eigen land, als ge
zanten van vreemde mogendheden, zich aan
den inhoud niet weinig gelegen lieten liggen.
Om en b\j 1799 werd de leiding der Oprechte
Haarlemsche Courant opgedragen aan den
Waalschen predikant: JosnéTeissèdre l'Ange.
Tot 1811 behield deze de leiding.
Tydens de Fransche overheerscbing werd de
courant tot een advertentieblad teruggebracht:
?Affiches, annonces et avis divers de Harlem"
luidde de titel van 3 December 1811 tot 16
November 1813.
In 1813 beging Mr. Johannes Enschedé,
adjunct-maire van Haarlem, de grootvader van
den thans levenden Johannes, de stoute daad,
de Haarlemsche courant, terwy'l de Fransche
bezetting nog in de stad lag, weder in haar
vroegeren vorm uit te geven. Het snel verloop
der omwenteling is hierdoor niet weinig be
vorderd.
In 1846 verscheen de Haarlemsche krant
niet meer drie maai, maar zes maal in de week
en werd dus een werkelyk dagblad.
In 1862 g«noot de firma Enschedéen Zonen
het voorrecht als leden der redactie aan de
Haarl. Crt. te verbinden Coenraad Bn&ken Huet
en Piet Bruyn, en later leden der familie W aller.
In Oktober 1866 werd het formaat der krant
vergroot en de inhoud uitgebreid. Dit ge
schiedde drie jaar later, 1869, by' de afschaffing
van het dagbladzegel, nogmaals. Op den laten
»De gedachte, dat. aan de geestkracht
van ENSCHEDÉ, aan zq'n vakkennis, in den
loop der jaren niet kan ontbroken hebben
een toegewijd personeel, een toegewijde
klasse van werklieden, die voor hem en
met hem en sqn opvolgers, ook voor hun
eigen belangen mochten werkzaam zqn, deed
ons het voornemen opvatten ons dezen dag
n te gevoelen met U, geachte firmanten l
Uw personeel toch, dat zich met trots kan
noemen het personeel van Joh. ENSCHEDÉ&
ZONEN, zon heden niet feestvieren als de
familie ENSCHEDÉniet doorgaande bestaan had
uit, en voortgebracht had, mannen van talent
en bekwaamheid, mannen die steeds de eer van
het vak boven hun belang fielden en konden
stellen. Maar.... eenlingen, hoe begaafd ook,
hoe bekwaam in leiding en ondernemingsgeest,
kunnen weinig tot stand brengen, wanneer de
door hen geleide, arbeid niet wordt uitgevoerd
door werklieden, die zich geloen eer en in hun
vak en daardoor hun, die zij dienen, eeneere
naam verschaffen! Gij, myne heerea, hebt in
uw vooreaten degelijke hoofden gehad, maar
... ook degelyke werklieden, ander» eou de uit
komst niet zóó schitterend kunnen zyn l"
Het zich-én-gevoelen van patroon en gezel,
het samen-\jveren om het bedrijf tot voorbeeld
te doen strekken in binnen- en buitenland,
heeft den naam der firma EsaoasvÉEN ZONEN
de groote vermaardheid geschonken, en aan
de gezellen het voorrecht, dat het eene eer is
bij deze firma werkzaam te zqn of te z\jn
geweest. Gezellen en patroons strekken door
hun kunst en hun samengaan tot roem van
't land. Dit was de grondgedachte van de rede
door Prof. Dr. J. BOSSCHA, op het 200jarig
gedenkfeest uitgesproken, ten aanhoore van de
voornaamste mannen des lands.
>De zeldzaam merkwaardige gedenkdag, dien
de drukkerg der ENSCHEDÉ'S heden mag vieren,
wekt vreugde en dank. Wy menschen, die
weten dat in de wereld alles voorbijgaat en dat
menschelyk vernuft allerminst den mensen
zelven tegen den macht des ty'ds beschermen
kan, wij vindan er eene opwekking in en
vreugde, in een treffend voorbeeld te zien, hoe
eene opeenvolging van kloeke, door denzelfden
wakkeren geest bezielde mannen eene
menschelyke instelling kan doen voortleven ge
durende een tijdperk, dat zeer verre de grenzen
van onze eigene ervaringen overschrijdt, nog te
meer wanneer, zooals hier, die instelling niet
gezegd kan worden de macht des ty'ds te
trotseeren, maar veeleer, door mede te gaan
met den ty'd, aan zijn voortgang nieuwe levens
kracht heeft ontleend.
?Vooral trekt ons daarbij aan, dat ry, die dat
wonder hebben verricht, dit bereikt hebben
door trouw aan ond-Hollandsche beginselen van
degelijkheid en nauwgezetheid, wars van nphef
en vertoon, en, in overeenstemming met de
wapensprenk der ENSCHEDÉ'S: »ne trop haut,
ne trop bas", eigen verdiensten en krachten
niet overschattende, doch in vromen eerbied
voor hunne voorgangers en wat dezen tot stand
Proeve van letterdruk.
Non Plus Ultra, op 2£ punt gegoten.
Juli van dat jaar verscheen de krant in formaat
en in vorm, die nog tot den huldigen dag
onveranderd behouden zyn, het eervol verleden
bewarend.
Voor ruim driejaar heeft de firma Ensched
en Zonen nog het aan zyn gegeven aan de
«Stadseditie der oprechte Haarlemsche Courant"
met ry'k geïllustreerd Zondagsblad, eene uitgave,
reeds thans tot grooten bloei gekomen. De
practische indeeling, het prettig-aanzien dankt
de stadseditie aan haar eersten hoofdredacteur,
H. van Wickevoort Commeiin.
De zorg voor de Haarlemsche Courant, hoe
groot op zichzelve, was en is een klein onder
deel der uitgebreide werkzaamheden der
Enschedé's.
Geheel arbeidende in den geest hunner
voorvaderen, en rekening houdende met den
nieuweren ty'd, is de aandacht, die zy' blyven
schenken aan de lettergieterij en aan alle tak
ken van het zetters-, drukkers- en
plaatdrukkersbedry'f, niet gering. Berende het
deugdely'ke oude, openen zij alle poorten voor het
nieuwere. Bij het in werking komen der
snelpersen, waren zy de eersten, die een snelpers
aanschaften. Zy hebben letters uit de 15e eeuw,
de zoogenaamde .monnikenletter", met welke
voor enkele jaren zij nog een. dissertatie gedrukt
hebben ; 1) zy hebben Hebreeuwsche, Syrische,
Javaansche, Baliceesche, Russische en vele
andere soorten letters. Sommige letters zyn
gegraveerd onder toezicht van P. P. Roorda
van Eysinga, dr. Siebold, prof. dr. H. Kern,
enz. Als curiositeit zijn zy ook in het bezit
van een romeinechrifc op een corpus van 2%
punt, de kleinste type voor den boekdruk,
welke immer gegraveerd is.
De huidige firmanten, mr. Johannes, mr.
Charles en mr. Hendrik Jacob Dionysius
Durselen Enschedékennen niet alleen hun
bedrijf in den grond, maar zyn ook doorkneed
in het wetenschappelijke gedeelte er van, ge
tuige hunne geschriften over de l ettergieterij,
over de uitvinding van de boekdrukkunst, enz.
Zelf het-vak-kennen, maakt dat de patroon
den gezel, en de gezel den patroon waardeert.
Treffend is dit gebleken, in Juni van dit jaar
by de herdenking van het 200-jarig bestaan
der Enschedé's, uit de mannelijke en vrij
moedige toespraak van den chef-boekhouder,
J. A. GKRBKR, het hoofd der feestcommissie
van het geheele personeel, toen hij o. a. tot de
huidige firmanten deze woorden in zijne toe
spraak, als vry en zich - zelf bewust man, uitsprak:
1) Deze veel te weinig gewaardeerde dis
sertatie is: >De hystorie van die seue wyse
mannen van romen, bewerkt do^r A. J.
Botermans''. Herdrukt by Johannes Enschedéen
Zonen te Haarlem, naar het eenig bekende
exemplaar der editio princeps Ao 1479, be
rustende in de Bibliotheca Academiae Georgiae
Augustae te Göttirger, en uitgegeven by'
de Erven F. Bobn te Hiarlem.
brachten, eene voortdurende aansporing vin
dende, om hoog te houden da eiscben en de
beteekenis van eigen arbeid.
Aldus is het inderdaad dat de EXSCHEVÉ'S
een levensduur hebben bereikt, thans reeds
tweemaal grooter dan die der ELZEVIERS.
Wat ons hier brengt is een gevoel van dank
voor de groote diensten, door U in uw bedrijf
bewezen aan wetenschap en letteren, aan han
del en nijverheid, aan onderscheidene takken
van openbaar en bijzonder beheer, maar bovenal
voor hetgeen uw werk heeft bijgedragen tot
verhooging van nationalen roem, en wat uw
voorbeeld kan bijdragen tot versterking van
vertrouwen in onze eigenaardige nationale
kracht,"
Van het samen-werken, het samen-leven
van patroon en gezel spreekt de geheele ten
toonstelling. Ook de Koninklijke onderschei
dingen, op den gedenkdag uitgereikt, i\jn in
dien geest verleend. Eene werd toegekend
aan de firma JOHANNES ENSCHEDÉEN ZONEN,
in de persoon van den oudsten firmant,
Mr. JOHANNES ENSCHEDÉ; eene andere aan het
personeel in de persoon van den gezel H. ROBIN,
den oudste in dienstjaren.
J. H. RÖSSING.
UIT DE NATUUR.
XXX. Van een boek en een bloem.
Een gonzende s t eek mug, die zich niet wilde
laten vangen, bad my van morgen een uur
vroeger dan gewoonlijk in de kleeren gezet
Om my'n ergernis te doen bekoelen, nam ik
een boek, gisteren op zicht gestuurd, een boek
met een titel, die me even sterk tot lezen,
althans tot bladeren lokte, als de pas opgeko
men Scptemberzon, die een prachtiger! Z mdag
beloofde, toe wandelen.
Mimicry, selection, darwinismus. Erklarung
seiner thesen bfr mimicry (sensu generali)
auf dem im Jahre 1901 in Berlin
stattgefunder en en internationalen zoologischer! congres,
vorgetragen von M C. Piepers, dr. jur. utr.
Brill, Leiden 1903
't Lijkt my een heel degelijk, heel ernstig
als waarschuwing tegen overdrijving bedoeld
boek en toch een boek met spot, met ironische
opmerkingen, met slagen in 't gezicht zoowel als
steken onder water, gericht, r iet tegen den
eersten den besten op biologisch gebied, maar
ook tegen lui als Herman Muller den vader
der bloemenbiologie, tegen Wallace, te»en
grootvader Darwin zelfs en tegen zyn liefheb
bende kleinkinderen als Grant Allen c. s.
Met zware bommen als ZwangeorstelluDg",
phantastische Erfindung",
Mimicry-Fanatismus", verderbliche darwinistische Lebrsatze",
Tru^scbluss dummer Glauben" en dergelijke,
zoowel als met fijne giftige pijltjes b v. die
hübsche Entdeckung Grant AUen's", die