De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 13 september pagina 5

13 september 1903 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

1368 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD T OOR VEDERLAMD. Tentoonstelling Tan voorwerpen betrekking hebbende op de geschiedenis van het bedrijf der firma Jen. Enschedéen Zonen. II. (Slot). Tot een der belangrijkste uitbreidingen, die Izaak Enschedé, de grondlegger van het bedrijf der Enschedé's, en zijn wakkere zoon Johannes, aan hun onderneming garen, behoort het op stellen, uitgeven en verspreiden der Oprechte Haerlemsche Courant. Op 8 Januari 1656 was door Abram Casteleyn te Haarlem opgericht »de Weeckelyke Courante van Europa". Van het eenige, hoogst zeldzame prospectus ofte aankondiging, waarin sprake is van den bekenden courantier, sinjenr Jan van Hilten, is een reproductie tnsschen den tekst opgenomen. Deze aankondiging is met den civilitéktter gedrukt. Het letterschrift civilitéheeft zyn naam te danken aan een boekje voor kinderen, om lezen en schrijven te leeren : *la civüttépuérile et honnête" geheeten, in de 16de eeuw gedrukt, en waarvoor men typen bezigde in een soortgelijk karakter gesneaen. De Haarlemsche Courant heette toen: Weeckelycke Courante van Europa. Het eerste rommer «gedruckt tot Haerlem, voor Abraham Casteleyo, ten huyse van zyn vader Vincent, op de Marckt, in de Drnckery: (De Blye Drnck) verscheen 8 Januari 1656, en is thans nu de Amsterdamscbe Courant niet meer be staat de oudste krant van Nederland. Zij was in octavo formaat, n blad groot, aan weerszijden bedrukt, zonder eene enkele advertentie. Züopende met een bericht uit Spanje, luidende: >Cadiz den 27 Novem. 1655. Den commandeur Gidion de Wilde heeft in zee verovert en alhier opgebracht een treffelyck Tnrcks Schip, ga monteert met 32 stucken, op hebbende 250 Tnrcken, en by de 40 Christen Slaven. D: Tnrcken sul len, tot goedtmaeckinge __ van de Onkosten en voorts ^ /ir tot Prijse van d'Officieren ^ ' ende ghemeene Maets, verkocht worden. De Christen Slaeven zijn met een Hollandts Schip, ko mende van Venetien, en gaende naer Amsterdam, op Eergisteren, van hier nae Hnys geseylt Den Holland tschen Vice-Admirael de Royter is teghenwoordigh 10 Oorlogh- Schepen en 2 Jach ten sterck." Een voorval van 27 November 1655 werd dus eerst 8 Januari 1656 door de krant hier te lande algemeen bekend l De »Weeckelycke Cou rante van Europa" kreeg in 1658 den naam van ?Haarlemsche Courant". Na het overlijden van Abraham Casteleyn was de uitgaaf voortgezet door zyue weduwe met haar zoon Mr. Gerard Caste leyn, en na het overlijden van den laatste door zijne weduwe Anna Maria Golterman. Al dezen waren tevens door de Burge meesteren van Haarlem aangesteld tot stadsdruk kers. In 1724 besloot de Vroedschap tot stijving der financiën, dat in het vervolg voor de vergun ning om de Courant uit te geven ? 2500 's jaars aan Regenten van het Aalmoezeniers- en Werkhuis zouden betaald moeten worden. Toen in 1737 Anna Maria Colterman over leed, hebben de Enschedé's het uitgeven der courant en het stadsdrnkkersschap van hetwelk hierboven sprake was op zich Mr. Johannes Enschedé. genomen. Op 6 Juli 1737 werden zy' dien ten gevolge aangesteld tot «ordinaris stadsdrukkers en conrantiers" op voorwaarden, nader in een contract omschreven Een dier voorwaarden was de jaarlyksche betaling van de / 2500; eene andere, dat het »ordinaria"-drukwerk kosteloos aan de stad zouden geleverd worden; alleen het niet-»ordinaris"-drukwerk mocht in Mr. Charles Enschedé. in die jaren 2400 exemplaren. Talrijke buitenlandsche correspondenten zorgden voor het aanbrengen van belangrijk bnitenlandsch nieuws. Behalve Enschedé, de uitgever, was aan de Redactie slechts een persoon, Jan Christiaan Seiz verbonden, onder den naam van translatenr, op een traktement van ? 15 per week. Het recht tot drukken en uitgeven van de Prospectus van de Haarlemsche Courant. ugtnernent'e ftt6ufeuf^e^t "fcer "fcte on en <oooa mijn feffê, op mijne^jjen poen ^oan'ix 'cooanaem<oan "\f uroprt 6|fort£er cy\ou<5dTeé. te Caten ftomen ; 't 'Soefcrl forifcer moeiten en jfcofttn niet en té^efc^iet: ^^"efe <fer. Jan <3an giften £0(19 : % wg jterifce, ^eeft W|£c$e6&en (jtew ^eec&efijc&xaarmece, ofte met ietet-aar Hgt te wiflen^tenen,WiCrl fom^tjfe^^aen £e66e, föaer'fcooaje&owen te, at "fce £tjne 6eter afe Vanzere £ijn^e$?eejt ; (WVaer na ^at <£>r. <oan giften o<cerfe^en töftfó, $e6 tc& raetfaemer j^eoozixeft, omheen ^foef^an een ari^erte 6fjr<0en, «jJoewef mg Varïtere Goimwtierêaenjbc^ten, $002 mijn fefféte toen "towcRen, te meer affoo ic£ nieuwe ^efejent^egtt tot <oerfc$ej^e fraege (\\ou~ <oeffeé$e66e ontfam$en, in tieröoe^en , "fcat icft mejme , "tat te ^ie^e66er6 toozte ^rterti^egtt <oarifce Q\ow<oeffeêj iuten j^eperjt Herten, te mijne <ooot <tntere te pze/èreeren , fuüfente irftteröoe^en ^eec&efgcfl aen mafcaitteren j$e~ Roppeft Herten, t<tt $et <cer<oof0^en6 een 6eqtweme ^iftozk <can 't <ooo2naem/le in Afuroprt |af jijn: '& ,26ftfce ter^afóen jöefteft tefe te |a<oo2tfeeren, ente to j$e62w|c&en, toer <3? ^ te <coo2en <^r. an giftene p%$ te 6e|tc$en, en fento ter^rtföen <3? -\|. ^efijcft ^^etaf tocj , te boeten Couranten, tot 24 <£>tMg<3er6 't ^oecrl,Ywflente <fy ^è. niet j6e£outen 'cfö'efen $002 eer/l, te onteurg^efneten Couranten, tie ^ ^« wiet en s>er6ee(u$t, anteröafe met te platen te etafen, ^aermete <oer6fg<oe, in ^aerfem ten J^anwarg 1656. Abraham Cajhleyn. rekening worden gebracht. Was aanvankelijk de Haarlemsche Courant eenmaal 's weeks verschenen, in 1665 was dit tweemaal geworden. Sedert 1667 verscheen geregeld de Dinsdagsche, de Donderdagsche en de Saturdagsche courant. De oplaag bedroeg Gothife Monnikke Letteren. -P A Oude Hollandfe Letteren. ^tmto pffpiifröcfl uolmfff lwffco uolm: i pfc cüuoliuühn^ uolutffcno uoliultrur. ^iitüo cüuolurro nolurno uolnrnr: i pfc cu uolwmm^ uolurti oolut 3f(nftmttümïo fin numr§i ,pfonta tge #ntt gttro tpfto fle Ptetió gftöpr^ftóuolutfle. f utücacct. <3rrüta fprnnptaUa uba fimr 1): uotcöi uo leDo uolentiö. pupinm mrct« ©num par rtnpuun liabct qD cft uolctio. ^ejttue itiagim-t ^Donart putterto mtfrro0atttuo tmncttio: finit. 1 l Deeze Letteren zyn tuflchen dejaaren 14-0 en 1480 gcfncden, de Matryzcn zyn zeer gebrekkelyk gejulleert, en word alleen hier van een Afdruk vertoond, u m de zeldzaame Overblyfzelen der eerfteBoekdrukkonftti.-gendti.-zr tegenwoordige Letterproef te vergelyken; nademaal thans de'Lettergietevy alhier in l laarlem, de Geboorteplaatsder Boekdrukkonft, tot de grootile volmaaktheid gebragt is. Haarlemsche Courant is van het eece geslacht der Enschedé's overgegaan op het andere. In 1787 werd o.a. het Courantierschap aan Johannes en Jacobns, kleinzonen van Iza&k, verleend tegen 5000 gulden's jaars. Hetstadsdrukkerschap ging over op Cb. H. Bonn. Spoedig vroeg deze er ontheffing van aan, en werd het weder aan de Enschedé's opgedragen. Aan mr. Johannes Enschedéde eerste gestudeerde en de tweede Johannes heeft de Haarlemsche Courant en het geheele bedrijf der Enschedé's grootste verplichting. Hy be toonde zich een der wakkerste. Wat hij ran een correspondent voor zyne courant eischte, kan men nog heden eii-chtm. In bet brievencopyboek, dat van 1782 tot op heden in ouafbroken reeks aanwezig is in het archief der Enscfaedé's, kan men het, bg veel merkwaar digs, lezen. De allereerste brief in het copy boek is een weigering om voor anderen de biljetten te drukken van Tilly's Haarlemmerolie. Andere brieven spreken over een aandeel in de reederij van een kaperschip; over het besluit om by 's lands regeering te rekwestree ren en ondershands te werken om het oprichten van meerdere cienwspapiertm tegen te gaan ; dat de gietery wegens oorlog met Engeland geen letters zou durven verschepen ; dat er een hevig dispuut zou ontstaan of de betaling in Holland&ch ofte wel in Zeeuwsc.h Courant moest geschieden ; dat Hun Edel Groot-Acht baren zien beklagen over courantartikelen, dat in zake de troebelen geen advertenties worden opgenomen, en politieke beschou wingen steeds geweigerd worden. Uit de boeken bly'kt hoe voorzichtig men was met het opnemen van nieuwsberichten aangaande da politieke partijschappen. IQ een brief van 9 Maart 1787, waarbij mr Johannes een cor respondent te Amsterdam aanstelt, schrijft hy o. a., om de «manier van denken betrekkelijk de courant" kortelyk te détailleeren: .Wy b«hooren geenszins onder de heethoofdige Pa triotten, maar wel onder diegenen welke op eene bedaarde wy je de herstelling van s Lands vryheid en volksvoorrechten poogen te bevor deren. Dus zyn wy aflceerig van alle persona liteiten en haatelykheden, welke de persoon en en zaaken hoe langer hoe meer van elkander verwijderen, en de breuk met veelen onher stelbaar maaken, maar aan den anderen kant schroomen wy nimmer te zeggen hetgeen waar heid is, dat is de daadzaaken die beboorlyk geverifieerd zyn. Op dezen laatsten zouden wy u verzoeken vooral het oog te houden''. Niet minder juist van goede journalistieke opvatting is hetgeen de eerste mr. Jobannes Enschedéschrijf t aan een Haagschen correspon dent: >De soort van nouvelles welke ik zoude verlangen zyn zoodanige welke mogen publiek gemaakt worden; daartoe behoort vooral waar heid en onpartijdigheid; gehazardeerd nieuws zoude my zeer onaangenaam zyn, dewyl eene retractie het crediet onzer courant zeer zoude benadeelen,... met al hetgeen de Chronique Scandaleuse aangaat, zyn wy ook niet gediend, Mr. Hendrik Jacob Dtocysius Durselen Enschedé. terwijl «rij, zooveel in ons is, altoos hoopen te zorgen dat geen particulier door ons eenige onaangenaamheid zoude ly'den." M£t deze opvatting van journalistiek is het geen wonder, dat de Haarlemsche Courant reeds in de 18a eeuw in hoog aanzien stond, en dat, zoowel de regeering van eigen land, als ge zanten van vreemde mogendheden, zich aan den inhoud niet weinig gelegen lieten liggen. Om en b\j 1799 werd de leiding der Oprechte Haarlemsche Courant opgedragen aan den Waalschen predikant: JosnéTeissèdre l'Ange. Tot 1811 behield deze de leiding. Tydens de Fransche overheerscbing werd de courant tot een advertentieblad teruggebracht: ?Affiches, annonces et avis divers de Harlem" luidde de titel van 3 December 1811 tot 16 November 1813. In 1813 beging Mr. Johannes Enschedé, adjunct-maire van Haarlem, de grootvader van den thans levenden Johannes, de stoute daad, de Haarlemsche courant, terwy'l de Fransche bezetting nog in de stad lag, weder in haar vroegeren vorm uit te geven. Het snel verloop der omwenteling is hierdoor niet weinig be vorderd. In 1846 verscheen de Haarlemsche krant niet meer drie maai, maar zes maal in de week en werd dus een werkelyk dagblad. In 1862 g«noot de firma Enschedéen Zonen het voorrecht als leden der redactie aan de Haarl. Crt. te verbinden Coenraad Bn&ken Huet en Piet Bruyn, en later leden der familie W aller. In Oktober 1866 werd het formaat der krant vergroot en de inhoud uitgebreid. Dit ge schiedde drie jaar later, 1869, by' de afschaffing van het dagbladzegel, nogmaals. Op den laten »De gedachte, dat. aan de geestkracht van ENSCHEDÉ, aan zq'n vakkennis, in den loop der jaren niet kan ontbroken hebben een toegewijd personeel, een toegewijde klasse van werklieden, die voor hem en met hem en sqn opvolgers, ook voor hun eigen belangen mochten werkzaam zqn, deed ons het voornemen opvatten ons dezen dag n te gevoelen met U, geachte firmanten l Uw personeel toch, dat zich met trots kan noemen het personeel van Joh. ENSCHEDÉ& ZONEN, zon heden niet feestvieren als de familie ENSCHEDÉniet doorgaande bestaan had uit, en voortgebracht had, mannen van talent en bekwaamheid, mannen die steeds de eer van het vak boven hun belang fielden en konden stellen. Maar.... eenlingen, hoe begaafd ook, hoe bekwaam in leiding en ondernemingsgeest, kunnen weinig tot stand brengen, wanneer de door hen geleide, arbeid niet wordt uitgevoerd door werklieden, die zich geloen eer en in hun vak en daardoor hun, die zij dienen, eeneere naam verschaffen! Gij, myne heerea, hebt in uw vooreaten degelijke hoofden gehad, maar ... ook degelyke werklieden, ander» eou de uit komst niet zóó schitterend kunnen zyn l" Het zich-én-gevoelen van patroon en gezel, het samen-\jveren om het bedrijf tot voorbeeld te doen strekken in binnen- en buitenland, heeft den naam der firma EsaoasvÉEN ZONEN de groote vermaardheid geschonken, en aan de gezellen het voorrecht, dat het eene eer is bij deze firma werkzaam te zqn of te z\jn geweest. Gezellen en patroons strekken door hun kunst en hun samengaan tot roem van 't land. Dit was de grondgedachte van de rede door Prof. Dr. J. BOSSCHA, op het 200jarig gedenkfeest uitgesproken, ten aanhoore van de voornaamste mannen des lands. >De zeldzaam merkwaardige gedenkdag, dien de drukkerg der ENSCHEDÉ'S heden mag vieren, wekt vreugde en dank. Wy menschen, die weten dat in de wereld alles voorbijgaat en dat menschelyk vernuft allerminst den mensen zelven tegen den macht des ty'ds beschermen kan, wij vindan er eene opwekking in en vreugde, in een treffend voorbeeld te zien, hoe eene opeenvolging van kloeke, door denzelfden wakkeren geest bezielde mannen eene menschelyke instelling kan doen voortleven ge durende een tijdperk, dat zeer verre de grenzen van onze eigene ervaringen overschrijdt, nog te meer wanneer, zooals hier, die instelling niet gezegd kan worden de macht des ty'ds te trotseeren, maar veeleer, door mede te gaan met den ty'd, aan zijn voortgang nieuwe levens kracht heeft ontleend. ?Vooral trekt ons daarbij aan, dat ry, die dat wonder hebben verricht, dit bereikt hebben door trouw aan ond-Hollandsche beginselen van degelijkheid en nauwgezetheid, wars van nphef en vertoon, en, in overeenstemming met de wapensprenk der ENSCHEDÉ'S: »ne trop haut, ne trop bas", eigen verdiensten en krachten niet overschattende, doch in vromen eerbied voor hunne voorgangers en wat dezen tot stand Proeve van letterdruk. Non Plus Ultra, op 2£ punt gegoten. Juli van dat jaar verscheen de krant in formaat en in vorm, die nog tot den huldigen dag onveranderd behouden zyn, het eervol verleden bewarend. Voor ruim driejaar heeft de firma Ensched en Zonen nog het aan zyn gegeven aan de «Stadseditie der oprechte Haarlemsche Courant" met ry'k geïllustreerd Zondagsblad, eene uitgave, reeds thans tot grooten bloei gekomen. De practische indeeling, het prettig-aanzien dankt de stadseditie aan haar eersten hoofdredacteur, H. van Wickevoort Commeiin. De zorg voor de Haarlemsche Courant, hoe groot op zichzelve, was en is een klein onder deel der uitgebreide werkzaamheden der Enschedé's. Geheel arbeidende in den geest hunner voorvaderen, en rekening houdende met den nieuweren ty'd, is de aandacht, die zy' blyven schenken aan de lettergieterij en aan alle tak ken van het zetters-, drukkers- en plaatdrukkersbedry'f, niet gering. Berende het deugdely'ke oude, openen zij alle poorten voor het nieuwere. Bij het in werking komen der snelpersen, waren zy de eersten, die een snelpers aanschaften. Zy hebben letters uit de 15e eeuw, de zoogenaamde .monnikenletter", met welke voor enkele jaren zij nog een. dissertatie gedrukt hebben ; 1) zy hebben Hebreeuwsche, Syrische, Javaansche, Baliceesche, Russische en vele andere soorten letters. Sommige letters zyn gegraveerd onder toezicht van P. P. Roorda van Eysinga, dr. Siebold, prof. dr. H. Kern, enz. Als curiositeit zijn zy ook in het bezit van een romeinechrifc op een corpus van 2% punt, de kleinste type voor den boekdruk, welke immer gegraveerd is. De huidige firmanten, mr. Johannes, mr. Charles en mr. Hendrik Jacob Dionysius Durselen Enschedékennen niet alleen hun bedrijf in den grond, maar zyn ook doorkneed in het wetenschappelijke gedeelte er van, ge tuige hunne geschriften over de l ettergieterij, over de uitvinding van de boekdrukkunst, enz. Zelf het-vak-kennen, maakt dat de patroon den gezel, en de gezel den patroon waardeert. Treffend is dit gebleken, in Juni van dit jaar by de herdenking van het 200-jarig bestaan der Enschedé's, uit de mannelijke en vrij moedige toespraak van den chef-boekhouder, J. A. GKRBKR, het hoofd der feestcommissie van het geheele personeel, toen hij o. a. tot de huidige firmanten deze woorden in zijne toe spraak, als vry en zich - zelf bewust man, uitsprak: 1) Deze veel te weinig gewaardeerde dis sertatie is: >De hystorie van die seue wyse mannen van romen, bewerkt do^r A. J. Botermans''. Herdrukt by Johannes Enschedéen Zonen te Haarlem, naar het eenig bekende exemplaar der editio princeps Ao 1479, be rustende in de Bibliotheca Academiae Georgiae Augustae te Göttirger, en uitgegeven by' de Erven F. Bobn te Hiarlem. brachten, eene voortdurende aansporing vin dende, om hoog te houden da eiscben en de beteekenis van eigen arbeid. Aldus is het inderdaad dat de EXSCHEVÉ'S een levensduur hebben bereikt, thans reeds tweemaal grooter dan die der ELZEVIERS. Wat ons hier brengt is een gevoel van dank voor de groote diensten, door U in uw bedrijf bewezen aan wetenschap en letteren, aan han del en nijverheid, aan onderscheidene takken van openbaar en bijzonder beheer, maar bovenal voor hetgeen uw werk heeft bijgedragen tot verhooging van nationalen roem, en wat uw voorbeeld kan bijdragen tot versterking van vertrouwen in onze eigenaardige nationale kracht," Van het samen-werken, het samen-leven van patroon en gezel spreekt de geheele ten toonstelling. Ook de Koninklijke onderschei dingen, op den gedenkdag uitgereikt, i\jn in dien geest verleend. Eene werd toegekend aan de firma JOHANNES ENSCHEDÉEN ZONEN, in de persoon van den oudsten firmant, Mr. JOHANNES ENSCHEDÉ; eene andere aan het personeel in de persoon van den gezel H. ROBIN, den oudste in dienstjaren. J. H. RÖSSING. UIT DE NATUUR. XXX. Van een boek en een bloem. Een gonzende s t eek mug, die zich niet wilde laten vangen, bad my van morgen een uur vroeger dan gewoonlijk in de kleeren gezet Om my'n ergernis te doen bekoelen, nam ik een boek, gisteren op zicht gestuurd, een boek met een titel, die me even sterk tot lezen, althans tot bladeren lokte, als de pas opgeko men Scptemberzon, die een prachtiger! Z mdag beloofde, toe wandelen. Mimicry, selection, darwinismus. Erklarung seiner thesen bfr mimicry (sensu generali) auf dem im Jahre 1901 in Berlin stattgefunder en en internationalen zoologischer! congres, vorgetragen von M C. Piepers, dr. jur. utr. Brill, Leiden 1903 't Lijkt my een heel degelijk, heel ernstig als waarschuwing tegen overdrijving bedoeld boek en toch een boek met spot, met ironische opmerkingen, met slagen in 't gezicht zoowel als steken onder water, gericht, r iet tegen den eersten den besten op biologisch gebied, maar ook tegen lui als Herman Muller den vader der bloemenbiologie, tegen Wallace, te»en grootvader Darwin zelfs en tegen zyn liefheb bende kleinkinderen als Grant Allen c. s. Met zware bommen als ZwangeorstelluDg", phantastische Erfindung", Mimicry-Fanatismus", verderbliche darwinistische Lebrsatze", Tru^scbluss dummer Glauben" en dergelijke, zoowel als met fijne giftige pijltjes b v. die hübsche Entdeckung Grant AUen's", die

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl