De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 13 september pagina 8

13 september 1903 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEB DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1368 NIEUWE UITGAVEN. «Biblioteek voor Jongens en Meisjes". Nieuwe serie. Onder redactie van Hendrik Eben. The Historie of a Dwtch Boy, Witkop by Joa. H. BEEN. English translation by Roger Acton. Amsterdam, S. L. van LOOT. Daarna, door CTEIBL BUYSSB, Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. ?Internationale Biblioteek" HENRI LIOHTBNBERGEB, Nietzsche's Phüosophie. Vertaling van mevr. M. FBANQOÏS?MEEKÜS. Amsterdam, S. L. v. Looy. Leerboek der Scheikunde, door Dr. G. H. COOPS, Ie deel Anorganische Scheikunde, met 26 figuren en 2e deel Organische Scheikunde, met 24 figuren. Groningen, P. Noordhoff. Hoofdenen der Staathuishoudkunde, door Mr. I. B. GOHBN. Groningen, P. Noordhoff. Nedertandsche Staatswetten, met opneming van de oorspronkelijke redactie der gewijzigde artikelen en ten aanzien der Grondwet met verwijzing naar de correspondeerende artikelen der Gronwetten van 1815 en 1848 door Mr. K. MBIJBB WIBBSMA. Tweede, vermeerderde druk. Groningen, P. Noordhoff. ?The Grnno Series". III. Thai Winter Night and Other tories. Annotated by L. P. ETKMAK and C. J. VOOBTMAN, Groningen, P. Noordhoff. ALPRED BE VIGNT, Contes choisis. Précedés d'nne notice et accompagnés de notes explicatives, par E. E. B. IACOMBLÉ. Groningue, P. Noordhoff. Oppenheimer's Kolonisatie-Idee. Een. plei dooi voor Gemeenschappelijk Grondbezit door Mr. I. B. COHEN. Groningen, P. Noordhoff. HE.TSJES Iet M rade familie. Naar het Duitsch van HANS VON HOIFENSTHAL. De familie Endlicher in Halle verkeerde dezen oudejaarsavond in een groote spanning. Er was een gedraaf en gevlleg in hun woning, een nakyken van provisiekast en andere kasten? een schoonmaken van hoeken en gaatjes, een zacht fluisteren van de vier zusters met elkaar en veel beteekenend lachen, alsof er iets by'ster geheimzinnigs aan de hand was. Mevrouw Endlicher, vrouw van den controleur van dien naam, iemand van ongeveer 56 jaar, met grijzend, eenvoudig gescheiden haar, liep stil door het huis. Ze hield haar hoofd wat voorover gebogen, zooals ze alty'd deed, als iets haar hinderde. Een brief had ze in haar hand, een brief van haar eenigen zoon, dien ze voor de zooveelste maal uit het couvert deed en weer overlas, zoodat ze hem al van buiten kende. Daarin deelde Henk, assistent, aan een kliniek in München, haar in korte, eenvoudige woorden mee, dat h\j zich met eene jonge francaise uit Genève verloofd had. Hij wist, schreef hq, dat zy'n ouders deze kennismaking, die luj reeds een jaar geleden in Genève ge maakt had, toen hij voor studie daar vertoefde, liever niet hadden zien voortgezet, maar hij hield te veel van zqn meisje, om haarterwille van «ijn ouders, op te geven. En ten slotte vroeg hij, haar op oudejaarsavond te mogen te huis brengen, opdat vader, moeder en zusters zijn uitverkorene konden leeren kennen. HU had om die reden verlof genomen en was zyn meisje tot Zürich tegemoet gereisd. Wat mevrouw Endlicher reeds lang in stilte had gevreesd, was nu gebeurd. Reeds toen haar zoon uit Genève teruggekeerd was en van dat meisje vertelde, had züeen onbestemde angst gehad, dat hij daaraan zou blijven hangen. Later had h\j weinig meer over haar gesproken, maar dikwijls lagen dikke brieven met vreemde post zegels op zijn schrijftafel of briefkaarten in 't fransen geschreven, die de heimelijke zorg van moeder de vrouw steeds nieuw voedsel gaven. Nu was het werkelijkheid geworden, wat zij tot nu toe slechts gevreesd had. Haar eenige zoon neemt een iranc,aise tot vrouw, een meisje uit een vreemd land, van wier familie men niets afweet, geen van de familieleden kent, die misschien niet degelijk is, in ieder geval licht zinnig en dol op pleizier, zooals alle fransche vrouwen. God mag weten, of ze haar Henk niet in haar netten gevangen heeft, om hem later ontrouw te worden? Heeft men niet ontelbare malen van zulke dingen gehoord? En het huis houden ? Wat brengt zoo'n vreemde daarvan terecht, en dan nog wel een fransche, die er niets van kent, die vast en zeker gewend is, om lichtvaardig van den een en op den anderen dag te leven en het geld liever voor opschik uitgeeft. Geld ? Ja, als zy' dat ten minste cog had ! Maar Henk had haar vroeger al verteld, dat Mathilde een arm meisje was, dat niets dan een klein uitzet mee zou brengen. En wat een andere partijen zou haar Henk hebben kunnen doen. Daar hadt je nu Helene Wiedmann, de dochter van een rijk winkelier in Innsbrück; een heel mooi meisje, misschien veel mooier zelfs dan die framche mamsel en geld zat er ook, en wat moeder Endlicher het voornaamste vond was dat Helene van een degelijke familie afstamde, van wie men vader en moeder kende. Maar zoodra ze over dat huwelijk begonnen was, had hy zijn neus op getrokken en zich afkeerig over dat meisje uitgelaten. En waarom ? Hy mocht haar niet, zei hy, en daarmee uit. Wat 'n uitzet zou die meegebracht hebben, heel wat anders dan deze schoondochter. Zeker niet degelijk ; slecht goed, goedkoop linnen uit tweedehands winkels. En moeder Endlicher streek liefkozend met haar hand over het mooie oude linnen, dat in de gangkast opgestapeld lag, sloot met een diepen zucht de kast en ging weer in de kamer. Geen van allen waren ze er mee ingenomen. Zij, evenals haar man, die als duitache patriot een bepaalden afkeer tegen die Romeinen had, dat verwijfde soort, zooals hij zich uitdrukte. Mg heeft het al van het begin af aan tegen gestaan," had hij gezegd, maar nu kan men er niets meer aan doen. Nu hij eenmaal ver loofd is, kunnen we niet meer trachten hem ervan af te brengen. Dat kan niet, maar spijten doet het me." Plotseling was bij in de kamer blijven staan en had met fonkelende oogen gezegd:, Pas op, dat je haar de briljanten broche niet geeft; m\jn moeder zou zich in haar graf omkeeren, als ze in handen van een Fransche kwam. Die is alleen bestemd voor een meisje uit een dege lijke familie. Dat Fransche gespuis" bromde hy tnsschen zyn tanden. Ja haar man had gelijk, het briljanten kruis wilde züdeze schoondochter niet geven. Het was een groote kostbare broche van briljanten in oud zilver gezet, een iamiliestuk van groote waarde, dat steeds van de moeder aan de bruid van den oudsten zoon overging. Dikwyls had zy' vroeger haar zoon daarvan verteld en er altijd bijgevoegd; Zie jellenk, dat krygt nu jouw bruid, maar natuurlijk als aj naar onzen zin is." Deze zou het niet krijgen, deze niet, die reeds allen somber stemde voor zq er nog was. Haar man en ook de meisjes, maar haar zelf toch wel het meest. Wat had zij zich veel van een huwelijk van haar Henk voorgesteld. En nu moest dit gebeuren I Zjj zag op de klok. Zes uur. Ze schrok; er was niet veel tijd meer. Om zeven uur kwam de trein uit Oberlade aan, waarmee het paartje komen zou. De vreugde over het weerzien van haar jon gen, dien zij sedert den zomer niet gezien had, raakte heelemaal op den achtergond door de zorg over de vreemde. Jammer dat hu den oudejaarsavond op die manier voor ons vergalt," zei moeder Endlicher tot haar beide oudsten, terwijl ze naar boven ging om zich te kleeden. Maar de twee jongste meisjes stonden maar met elkaar te smoezen en vonden het heele geval erg interessant. .Ik ben nieuwsgierig hoe het met het fransch spreken gaat," zei de een. . O ze kan heel goed duitsch, dat heeft Henk geschreven," zei de jongste, die zich juist daarover het meest bezorgd had gemaakt. Een uur later zat men in een grooten kring om de ronde tafel in de eetkamer. Tusschen de beide ouders zat de Fransche, groot en slank met een fijn, smal gezichtje, w1""***" een paar groote donkere oogen een bijzondere be koring gaven. Haar kleeding was eenvoudig en smaakvol en van beste qualiteit, iets wat moeder dadelijk opgevallen was. Vader had dadelijk gemerkt, dat ze heel goed duitsch sprak, zoo goed zelfs, dat men de Francaise nauwelijks in haar herkende. De zusters vonden haar snoezig. Hetty, op een na de jongste, lachte haar broer at' en toe bewonderend toe, en de jongste stond zelfs eens op en fluisterde Henk in zijn oor: Wat een dot l" By de oudsten ging het langzamer. Ze wisten immers niet of ze aan moeder zou bevallen. En daar ze onder de plak zaten, durfden ze nog niet te veel toenadering toonen. Tenminste nu nog niet. Papa sprak 'nu juist met haar en daardoor vond mama nu gelegenheid om haar nog nauw keuriger op te nemen: Hm, nette manieren zonder gemaaktheid, en bescheiden. Hoe aardig ze met haar man praat en hoe ze aan alles deel neemt! Hm, maar niettemin kan ze toch wel niet degelijk zijn. En bovendien. Nu vertelt ze juist, dat ze zoo blij is een groot deel van haar opvoeding te München doorgebracht te hebben. Dat wilde haar moeder zoo, die de duitsche opvoeding beter vond. Dat viel in goede aarde. Een kleine overwinning is reeds behaald. By haar man natuurlijk. Op haar maakt dat minder indruk. Desniettemin blijft zij toch een fransche, mogelijk toch licht zinnig. Nu wil lij eens wat meer te weten komen en vraagt aan de schoondochter: Lijken de kleine genoegens in Halle je niet wat heel min? Je was toch zeker in Gerieve gewend veel mee te maken l" O neen," antwoordde Mathilde, wij leefden zeer stil en teruggetrokken. Mama hield er niet van dat ik veel uitging en daarom bleven we meest te huis." En wat deedt je dan 's avonds?" Al naar dat het zoo uitkwam mevrouw, soms was er nog veel te doen als wij op den dag niet klaar waren gekomen met naaien of verstellen en vooral in den laatsten ty'd had ik het druk om mijn uitzet in orde te brengen." De trekken van moeder Endlicher kregen een vriendelijker uitdrukking. En nog eens vroeg ze, maar nu veel zachter: En onze gewoonten, zoudt ge je daarin kunnen schikken? Bevalt het je dan hier?" O ja, heel erg," antwoordde zij levendig; waar mijn Henk is, ben ik gelukkig. En daar enboven hoop ik mevrouw, dat ik hier veel mag komen en wensen ik van harte, dat u van mij zal gaan houden." En toen zy' de zusters aankeek: En dan hoop ik ook veel steun aan jullie te hebben." Groote pauze. Maar ze knikten, hoewel erg verlegen, toch heel vriendelijk. Heb jullie al overlegd, wanneer je zult trouwen," vraagt moeder nu zonder haar blik van Mathilde ai te wenden. Zeker moedertje," zegt Henk vriendelijk. U weet toch dat ik in 't najaar uit München kom om my' hier Ie vestigen. En dan zouden we graag willen trouwen, als U en Vader er niets tegen hebt." Heelemaal niet," flapte papa er uit, die reeds heelemaal ten gucste van de aanstaande schoondochter gekeerd was, niet in 't minste," hij was er zelf verbaasd over, zoo gauw als dat in zyn werk gegaan was. Hij, die vroeger.... Hm, ja, wat een onderscheid is dit ook, met wat hij zich van een Frangaise voorgesteld had. HU vond zijn Henk een duivelskunstenaar om zoo'n persoontje machtig te worden. Groot en slank, met mooie verleidelijke oogen. Nou, papa Endlicher keek trotsch naar alle kanten. Waarachtig niet kwaad. Men mag toch niet vooringenomen zyn, overlegde hy. En voor het overige, zocals Franschen hem in 't algemeen tegen stonden, zoo eene was zy niet, kon het er geen zijn met zulke ideeën. Eene duitsche opvoeding de beste! Dat was goed gezegd, daarmee had ze zyn hart gestolen, 'n Aardig meisje. Moeder was 't nog niet met zichzelf eens. Wat was er nog een boel te vragen en in klaarheid te brengen. Dit en dat, wat haar nog bekommerde. Maar zy' scheen toch erg tevreden. Hoe langer hoe gelukkiger begon ze er uit te zien... Maar nu nog iets Had haar man haar niet verteld dat in Frankrijk het zooge naamd twee-kinderstelsel algemeen in gebruik was ? Als zy nu maar wist, hoe Mathilde daar over dacht ? Maar neen dat ging toch niet... Misschien zoo ! Wist je al dat Henk vier zusters had ?" Ja natuurlijk heeft hy' me dat verteld en ik heb hem benyd. By ons ben ik maar de eeiiige gebleven, hoewel mijn moeder er graag een paar by had willen hebben. En voor een moeder is 't ook veel aardiger als er meer kinderen zyn, niet waar Henk?" vroeg zy er met hare gewone levendigheid by. Goddank," dacht moeder Endlicher, en zy voelde zich verlicht. Ja dat is een heel goed standpunt," zei de controleur luid. Zijn gebaard gezicht straalde van plezier en hij gaf zyn buurvrouw hartelijk de hand. o«n stond hy op, wenkte zyn vrouw en zeide: Een oogenblik, ik heb nog iets met mama te bespreken." En hoewel hij maar even naar de zykamer ging, vond hy 't noodig het meinje van zijn zoon nogmaals de hand te drukken. In de zij kamer zei geen van beiden iets; de man liep heen en weer en de vrouw keek hem na. Zeg moeder, wat de^k je, zouden we haar het kruis toch maar niet i;<;vren ?" Moeder is bly' dat nu haar man er over be gint ; maar ze doet 'u beetje gereserveerd, weet het niet goed te verwerken, dat ze daar op een* van idee veranderd zyn en dat ze zich in een wip door die Francaise hebben laten inpakken. Daarom zegt se eerst: Maarvader, meen je dat hensch?" Daarop was de beurt aan vader om een beetje verlegen te zijn met zijn houding. Hij, de grimmige Franschen-hater, gaat uit bedelen voor een Franchise l Bedelen om het knus. Als zijn moeder dat eens wist ? Binnen hoorde men Henk en Mathilde lachen, zy met een heldere stem, vol klank, iets waar voor vader een zwak heeft. Zeg, ik zon 't haar maar geven; het is een aardig meisje; kom, krijg beïmaar." Moeder zegt alweer niets, als vader 't goed vindt, is zy verantwoord. Een aardig meisje is het, daar gaat niets van af. En solide. In dat opzicht kan men moeder niet beetnemen. Toen kwam er een klein sleuteltje van haar horlogeketting glijden, dat op een doosje met reliquien bleek te passen. In het onderste laadje ligt herhaal delijk ingepakt in zacht zijde-papier het familie stuk. Zy ontwikkelt het voorzichtig, beademt het en poetst het op met haar zakdoek. Dan stopt ze het weg in haar linkerhand en naar de achterkamer gaande, heeft zy haar rechter noodig om haar oogen droog te wrijven. Neen maar hoe is het mogelijk, ze ziet er maar schemerachtig mede. Vader" roept ze, maar deze is door de andere deur weg, want ook hy is niet normaal. Hy vermant zich en vraagt terug, met een stem, die hem zelf vreemd klinkt: wel?" Henk is opgestaan, heeft gemerkt dat er iets is. En Mathilde, die Heek ziet opstaan, doet insgelijks. Met vlugge pasjes loopt de oude vrouw op Mathilde toe en terwijl de tranen nu vr\jehjk over haar wangen tippelen, omhelst ze haar nieuwe dochter en drukt haar het kruis in beide handen. Ghaibres Garnies. Schets, van ANTON TSCHECHOIF. «Hoor eens even meneer Iwanitsch" sprak, of liever gilde, met een gezicht rood van kwaad heid en ergernis, mevrouw de overste Naschatarina, de b uurster vau no. 47 tot den hotelier. r~ümoet mij een andere kamer geven, of ik verlaat op staanden voet uw huis, uw ellendig pension! Het lijkt precies een gemeene herberg! Ga toch eens na, ik heb twee volwassen doch ters en den ganschen dag, ja den halven nacht door zelfs krijgt men niets anders te hooren dan gemeene, ordinaire taal! Het is op die manier niet uit te houden l... Dag en nacht, zeg ik en soms zelfs gaat hij zóó te keer, dat me de gal letterlijk overloopt. Zoo'n gemeene aapjeskoetsier. Het is nog een zegen, dat mijn lieve meisjes er geen woord van begrijpen, anders zou ik waarachtig nog genoodzaakt zijn, de straat met ze op te gaan.... Wacht, daar begint ie al weer! Nu, luistert u nu eens!" In de kamer daarnaast deed iemand met een heldere bas stem op vroolijken toon het volgend verhaal: Neen maar, hoe vindt jelui die mop, dat's nog een heel andere geschiedenis. Je herin nert je luitenant Druschkow misschien nog wel ? Nu, diezelfde Druschkow schopte_dat gele mormeltje dat ik vroeger had, in een hoek vau de kamer en hij tilde daarbij ouder gewoonte z'n rechterbeen zoo hoog op, dat we onverwacht een verdacht gekraak hoorden. Iedereen dacht, dat het billardlakeu scheurde, maar neen, toen we naderbij kwamen en de zaak onderzochten, bleek het, dat alle naden van het kleedingstuk, dat Adam nooit gekend heeft, los gesprongen waren. De deugniet had met zóó'n kracht achteruitgeschopt, dat geen naad aan zijn pan talon was heel gebleven. ... Ha-ha-ha-ha! 't Ergste echter was, dat er dames bij tegen woordig waren en nog wel de vrouw van dien sufferigen tweede-luitenant Okurin.... Okurin was woedend. ... Hoe kon iemand zich in tegenwoordigheid van zijn vrouw zdó onbeschoft gedragen? Het eene woord haalde 't andere uit.... Je kent onze luidjes P Okurin stuurt zijn getuigen naar Druschkow. Doch deze is niet mal eu zegt lachend, dat Okurin zijn secondanten niet bij hem maar naar den kleermaker, die die broek zoo slecht genaaid heeft, moet sturen, want dat die eigenlijk de oorzaak is van het gebeurde." Lilie en Milie, de dochters van de vrouw van den overste, die, met de mollige kinnetjes op de nog molliger handjes gesteund, uit het venster zaten te kijken, sloegen dadelijk bedeesd de oogen naar den grond. Nu, heeft u 't nu gehoord?" ging mevrouw Naschatarina voort, zich triomfeerend tot den pensionhouder wendend. En dat blieft u nu niets bizonders te noemen. Ik ben de vrouw van een overste, meneer. Mijn man is districtscommaudeur. Ik verkies met, dat zoo'n ge meene koetsier in mijn tegenwoordigheid zulke onfatsoenlijke praatjts houdt!" Het is geen koetsier, genadige vrouw, hij is kapitein bij den staf, stafkapitein Kikin. .. . Van adel...." Nu, maar als hij zijn adel zóó vergeet, dat hij zich aanstelt als een gemeene kerel, is hij eigenlijk nog veel meer te verachten! Kort en goed, ik verkies nu, dat u niet langer redena ties houdt, die toch niets ge f en, maar dat u afdoende maatregelen neemt! , Maar wat moet ik dan doen, genadige vrouw f U bent niet de eenige, die zich beklaagt; van alle kanten word ik met klachten overstelpt, doch ik weet heelemaal niet, hoe ik hem aan pakken moet.... Als ik bij bem op de kamer kom, om eens een hartig woordje met heui te spreken, dan stormt hij, nog voordat ik een vierde gedeelte heb gezegd, van hetgeen ik zeggen wou, met zijn beide gebalde vuisten op mij af, en gooit mij, ja 't is een schandaal, de grofste beleedigingen naar het hoofd. Als bij 's morgens opgestaan is, begint bij al met in zijn overhemd.... neemt u me uiet kwalijk.... over den corridor te wandelen. Of hij neemt, als hij te veel gedronken heeft, een revolver en schiet dan den eenen kogel na den anderen in den muur. O'erdag bedrinkt hij zich, 's nachts speelt hij kaart en als dat gedaan is beginnen de vechtpartijen .... Ik schaam me waarachtig voor de andere huurders. Maar waarom zegt u hem dan zijn kamers niet op f" Ja, dat is gauw gezegd, maar zóó iemand krijg je niet makkelijk weg. Hij is reeds drie maanden huur scbuldig en of ik uu ook al ge zegd heb, dat ik hem die drie maanden huur wel zal schenken, als hij dan in Godsnaam zoo vriendelijk wezen en heen gaan wil, niets helpt, e commissaris van politie beeft hem reeds doen waarschuwen. De rechter heeft hem al tot ontruiming van zijn kamer veroordeeld, doeh hij beeft cassatie aangevraagd en toen weer geappelleerd en zoodoende rekt, eii rekt bij de zaak tot ui 't oneindige.... Zuo'n ongeluks vogel ! Ja, en u moest zier;, wat 'u flinke, knappe veiit hij is. En waarachtig, als ie nuchter is, heelt'maa! nuchter, dan kau men zich geen heter, gemoedelijker, gezelli^T meiise.'i vóorsteüeii. N o ? niet la!>g geleden had ie eens 'L goeie bui en toen heeft hij den godganschelijken dag brieven zitten schrijven, waaronder twee aan zijn ouders". «Arme ouders.!" zuchtte de vrouw van den overste. «Ja, dat mag n wel zeggen, 't Is niet alles voor ze, zoo'n verloopen jongen te hebben. Ik weet niet, hoeveel kamers hij al gehad heeft en er gaat geen dag voorbij, of hij moet voor 't een of ander schandaal voor 't gerecht komen. 't Is miserabel". »En wat 'n leveu voor zijn vrouw !" jam merde alweer de vrouw van den overste. Z'n vrouw ! Hij heeft geen vrouw, Ja, d&t moest er uog bijkomen, dat hij eeu vrouw had! Hij mag God danken, dat hij niet getrouwd is...." De vrouw vau den overste liep nadenkend een paar malen van de deur naar het venster en van het vensier weer naar de deur. »Dus hij is nog niet getrouwd, zegt u P" vroeg zij. Neen, genadige vrouw". »Hm !.... Nog niet getrouwd ...." sprak ze zacht tot zich zelf. Hm !.... Lilie en Milie ga een beetje van dat venster vandaan ... het tocht er zoo ... Wat jammer, zoo'n jong mensch nog en al zoo diep gezonken. Hoe kan hij toch zoo geworden zijn P Hij had onder een anderen invloed moeten staan, een zorgvolle moeder moeten hebben, die hem .... Dus hij is ongetrouwd P Nu ja... Natuurlijk ... och," zich weder tot den pen. sionhouder wendend, doch thans uiterst beleefd, weet u, wat u doen moest, gaat n eens naar 'm toe en vraagt u hem eens uit mijn naam.... of bij zoo beleefd zou willen zijn, zich vau dergelijke praatjes en uitdrukkingen te ont houden .... zegt u maar zdó. De vrouw van deu overste Naschatarina laat u dit vriendelijk verzoeken.... zij woont met haar.... beide dochters op No. 47 is van haar landgoed naar de stad gekomen..." «?Jawel!" *Of neeo, u moet liever zeggen, mevrouw Naschatarina met haar beide meisjes. Hij zal mij toch ten minste wel zijn excuses komeu aanbieden. In den loop vau den dag zijn we altijd thuis. Hè, Milie doe dat raam daar toch dicht." Gunst, mama, hoe komt u er toe zoo'n ordinair mersch bij u te verzoeken, zoo'n dron ken vent, zoo'n lompert, zoo'n braniemaker l" Wil je wel eens gauw je mond houden, ma chérie,... zoo praat je nu altijd en je zult eindigen met te blijven zitten. Zou je dat zoo verkieslijk vinden ? Laat ie wezen, wat het wil, hij is in ieder geval lang geen onaannemelijke partij.... Men moet van alles profijt weten te trekken. Wie weet P" zuchtte de zorgvolle moeder, haar dochter met een bedenkelijken blik aanziende. Misschien is dit nu de aangewezen weg, om tot je bestemming te geraken. Ik zou dus ten minste maar beginnen met van middag een beetje toilet te maken ...." mHflINHIIIMIIIHIIIinil imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiu Aan net verkeerde kantoor. Proeve van moderne JSngelsche reclame. Onlangs meldde zich op het bureau van The Boy's Leader een stevige juffrouw aan, gewamet een parapluie en vergezeld van een jongetje. Is dit de plaats, waar de Indianen bevochten worden ?" vroeg zij den dienstdoenden ambte naar. Is dit de localiteit, waar een dappere jongen het kanon laadt en een kogel door het hart van den roodhuid jaagt?" vroeg zy ver der, terwijl zy den jongen eens flink aan de ooren trok en haar parapluie met een harden slag op den lessenaar deed neerkomen. Wy geven verhalen voor jongens," antwoordde de jonge man, trachtende haar tot kalmte te brengen, maar niet die soort van ..." Ik wou weten, of dit de voorgeschoven stellingen zyn, waaruit de moedige jongeling snel op zyn brieschend, wild prairiepaard springt, en met een nimmer falende zekerheid, n voor n al zyn bloeddorstige vijanden door steekt en dan zyn vervolgers in 't stof doet by'ten bij elk schot uit zyn hem nimmer ver latend geweer?" Neen mevrouw; stellig niet l" zei de jonge man. Is dit de plaats, waar de vermetele blanke heimelyk de Indiaansche legerplaatsen nadert, bliksemsnel zich een weg door de als van den donder getroffen wilden baant, des kapiteins touwen lossnydt en hem y'lings in zyn armen meevoert, nog vóór de wilde Indianen zich van hun verbazing hebben hersteld ? Ddt is het nu maar, wat ik weten wou en dan ook nog, of die soort dingen hier bedreven worden." En zy probeerde, of ze den man een slag met haar parapluie op zyn hoofd kon geven. Ik herinner me werkelijk niets van zulke speciale gevallen," klonk zyn antwoord. Ik ben op onderzoek uit naar de plaats, waar de rooverhoofman den sidderenden dili gence-koetsier door zyn vonken-schietende oogen hypnotiseert en machteloos maakt, terwijl hy de mannelijke passagiers bliksemsnel berooft en de handen der dames kust met een hoffelykheid, die een adelyke afkomst en een ridderlyke natuur verraadt!" schreeuwde de vrouw, den redacteur in een hoek duwende. Ik wil dat appartement zien, waar die zaken geregeld worden," en met de kracht van een voornamer kwam de parapluie op het hoofd van den verschrikten man terecht. Het slachtoffer hijgde naar adem. Pardon, mevrouw..." Laat me de kelders eens zien, waar de spionnen van de sierra's gevangen gehouden worden, en de hokken waar de detectives zitten. Wijs me de kast met Spaansche zeeroovers l" en by elke nieuwe vraag patste de groenkatoenen besteedster om des jongen man's hoofd, tot hy eindelyk met een handigen sprong over een lessenaar wist te wippen, die nu een barricade vormde. 0?er die barricade ston den ze elkaar aan te staren. Na zich een weinig hersteld te hebben zei de beambte op beleefden toon : U bent hier aan het verkeerde adres, mevrouw. In The Boy's Leader komen nooit van die stuivers-moord- en -doodslaggeschiedenissen voor. Die verhalen zyn van Jnles Verne, Mancelle Fenn, president Roosevelt en andere beroemde schryvers van derge lijke lectuur. Ihe Buy's Leader stelt zich ten doel het goede aan te kweeken, Ihe Boy's Lfader wil niet demoraliseeren. Laat uw zoontje er een meenemen, leest u het zelf eens en u zult zien, dat we er geen onnoodigen ophef van hebben gemaakt." Dar. is 't in orde," zei de juffrouw, die ondertusschen tot kalmte war, gekomen. Ik hoop, dat ik n niet te lang heb opgehouden." O volstrekt niet," verbeterde de beambte opgelucht en zyn das recht trekkend. Ga dan maar mee l" sprak de juffrouw, zich tot haar zoontje wendende, met de eene hand hem bij den kraag vattend, in de andere hand een paar nummers van The Boy's Leader aannemend. Eu als ik je nou weet zie met een pistool of een geweer in je hand of je met een mes overal in zie snijden en kerven, dan beloof ik je, dat ik ereis maken zal, dat jij denkt, dat die zich snel als de wind voort bewegende, kronkelende, alles verzengende vlammen van zoo'n niet te stuiten, over de vlakten, met triomfantelijk gebrul, voortgezweept wordende prairiebrand in jou broekie zyn gevaren en er een beetje blijven spelen I" Het eerste nummer van The Boy's Leader zal verkrijgbaar zyn a. s. Dinsdag 8 Sept. Pry's l penny. Het is een blad dat ieder jongen gerust mee naar huis kan nemen. (Uit Pearsons WeeMy). Opbrief aan neer J, B. Schepers,*) (Naar aanleiding van zyn kritiek, in no. 1364 van dit Weekblad, over myn verzenbundeltje, »Uit Blijde Trjden".) 't Is niet de gewoonte op beoordeelingen over eigen werk in te gaan, maar ik geloof het recht te hebben, gedeeltelijk de kritiek door u gegeven te weerleggen* U toont op sommige plaatsen in uw beoor deeling, niet behoorlyk een vers te kunnen lezen of het is u er om te doen geweest, iemand belachelijk te maken, door een ver keerde uitleg van zyn werk te geven, wat ik van u niet mag denken. U schrijft: «Biezonder leerzaam is voor wie lezen wil dit sonnet": (u haalt dit sonnet aan, wat ik niet noodig acht voor mijn bewys, een paar vers-regels is myn voldoende) »let op dat water-woud met teeder-gouden blaadjes ! 't ld zeker herfst." Waarom moet het zeker herfst zyn, heeft u nooit gouden bladeren gezien dan in den herfst ? dat is sterk voor iemand die «Bragi" geschreven heeft l Verder: »en die vogeltjes, die zich met dat wond zeker de nestjes dekken, moesten liever maar naar warmere streken gaan. Gek hè, om zich met een woud de nestjes te dekken en dat waren toch vogeltjes! En toch kunnen ze onder die herkules-arbeid nog tjinkend avondzingen." U denkt hier moppig te zyn en drijft een beetje de spot met me, ik beklaag u echter, want u kunt niet behoorlijk lezen, er staat: «waar ook de vogeltjes mee de nestjes dek ken ..." Nu wordt met deze vers-regel het volgende bedoeld en kan een ieder die zich een beetje moeite geeft, er ook uitmaken: «terwy'1 ook de vogeltjes hun nestjes dekken." dus mee is hier: eveneens, tegelijkertijd, ter wijl enz., maar niet: waarmee. Een woord heeft meestal meer dan n beteekenis, dit schijnt u niet te weten. Verder haalt n van een ander gedicht dit aan: «terwyl haar voetjes teederhedeu dansten, van liefly'kheden, grootelijks bedacht" en zegt vervolgens: «Grotelyks betekend alty'd »in hoge mate", «bizonder", dus in plaats dat ze als van zelf uit haar ziel komen eu in haar voetenspel zich uiten, heeft zy er heel lang op zitten denken^ Meer dan dwaas!" Dat «groteliks" alty'd «in hoge mate", >bizonder" beteekend, ben ik volkomen met u eens, daarom gebruikte ik dit ook. Maar u maakt van «bedacht", .denken" en dat snap ik niet recht! Ik wil er heel gewoon mee zeggen dit: dat haar voetenspel (dans) ftizowder-goed bedeeld was met «lieflykheden". Waarom u nu aan bedenken een verkeerde (of Jiever andere) beteekenis geeft en daardoor haar lang laat denken om lieflykheden in haar voetenspel te geven, is my totaal onbegrijpe lijk. En verder haalt u dit aan: >de ry'ken feesten en zie a maar zonder schroom dat de armen kwijnen weg in breede stroom", en zegt vervolgens: >natuurlyk is 't beeld weer fout; (i^ zou en met meer recht kunnen zeggen, natuurlyk leest hij weer fout) ze kwijnen weg aan de tering in 't water; in plaats van behoorlik te verdrinken ; maar ook natuurlik ! ry'ken die perpetueel «feesten". Nu maar die ry'ken vieren natuurlik feest! Dat ben je als rijke verplicht (geestig) ; d'as je beroep (bepaald guitig); en de armen gaan zwemmen of zich verdrinken dat weet ik nog niet; immers de slotregel op bovenge noemde volgende is: «rust vindend eeuwig te morgen of te avond." Ook deze regel valt te bewonderen ?" Hadt u in plaats van geestig te willen zyn weer behoorlyk gelezen, dan hadt u uwe geestigheden achterwege kunnen houden bf leest u slecht om geestigheden te kunnen debiteeren, dan heb ik niets gezegd. »dat de armen kwijnen weg in breede stroom," beteekend, voor ieder die z'n hersens by elkaar heeft, het volgende : een breede stroom armen (geen lichaamsdeelen, maar lichamen, want ik zie u wér guitig lachen, een teeken, dat er weer een mop op handen is) kwynt weg. Dus liggen ze niet in een rivier te rotten. U wilt de menschen heusch te veel wy's maken. Aan 't slot van uw beoordeeling geeft u mij een welgemeende raad, ik geef u er ook een: begin eerst «goed, rond Nederlands" te begrij pen en ga dit dan beoordeelen l Hoogachtend, Brussel, Uw dw. dn., 2-9-03. MEINDEHT BOOQAEEDT Jr. *) Daar myn uitgever geen exemplaar van dit nummer kreeg en ik in 't buitenland ver toef, kwam my' uw beoordeeling eerst nu in handen. Brief nit Utrecht. Mijnheer de Hoofdredacteur! Naar aanleiding van den brief uit Utrecht in nummer 1306 van De Amsterdammer stellen de ondergeteekenden er prys op te verklaren, dat zij niet hun lidmaatschap der katholieke kiesvereeniging hebben neergelegd en dat hun bedanken als bestuurslid in geen verband staat met de houding der katholieke kiesvereeniging by de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Utrecht, 4 Sept. 1903. COBNS. VAN STEAATEN. A. J. VAK DIKKEN BIJVOET.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl