Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEB DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1368
NIEUWE UITGAVEN.
«Biblioteek voor Jongens en Meisjes". Nieuwe
serie. Onder redactie van Hendrik Eben. The
Historie of a Dwtch Boy, Witkop by Joa. H.
BEEN. English translation by Roger Acton.
Amsterdam, S. L. van LOOT.
Daarna, door CTEIBL BUYSSB, Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf.
?Internationale Biblioteek" HENRI
LIOHTBNBERGEB, Nietzsche's Phüosophie. Vertaling van
mevr. M. FBANQOÏS?MEEKÜS. Amsterdam, S.
L. v. Looy.
Leerboek der Scheikunde, door Dr. G. H.
COOPS, Ie deel Anorganische Scheikunde, met
26 figuren en 2e deel Organische Scheikunde,
met 24 figuren. Groningen, P. Noordhoff.
Hoofdenen der Staathuishoudkunde, door
Mr. I. B. GOHBN. Groningen, P. Noordhoff.
Nedertandsche Staatswetten, met opneming
van de oorspronkelijke redactie der gewijzigde
artikelen en ten aanzien der Grondwet met
verwijzing naar de correspondeerende artikelen
der Gronwetten van 1815 en 1848 door Mr.
K. MBIJBB WIBBSMA. Tweede, vermeerderde
druk. Groningen, P. Noordhoff.
?The Grnno Series". III. Thai Winter Night
and Other tories. Annotated by L. P.
ETKMAK and C. J. VOOBTMAN, Groningen,
P. Noordhoff.
ALPRED BE VIGNT, Contes choisis. Précedés
d'nne notice et accompagnés de notes
explicatives, par E. E. B. IACOMBLÉ. Groningue,
P. Noordhoff.
Oppenheimer's Kolonisatie-Idee. Een. plei
dooi voor Gemeenschappelijk Grondbezit door
Mr. I. B. COHEN. Groningen, P. Noordhoff.
HE.TSJES
Iet M rade familie.
Naar het Duitsch van HANS VON HOIFENSTHAL.
De familie Endlicher in Halle verkeerde
dezen oudejaarsavond in een groote spanning.
Er was een gedraaf en gevlleg in hun woning,
een nakyken van provisiekast en andere kasten?
een schoonmaken van hoeken en gaatjes, een
zacht fluisteren van de vier zusters met elkaar
en veel beteekenend lachen, alsof er iets by'ster
geheimzinnigs aan de hand was.
Mevrouw Endlicher, vrouw van den controleur
van dien naam, iemand van ongeveer 56 jaar,
met grijzend, eenvoudig gescheiden haar, liep
stil door het huis. Ze hield haar hoofd wat
voorover gebogen, zooals ze alty'd deed, als iets
haar hinderde. Een brief had ze in haar hand,
een brief van haar eenigen zoon, dien ze voor
de zooveelste maal uit het couvert deed en
weer overlas, zoodat ze hem al van buiten
kende. Daarin deelde Henk, assistent, aan een
kliniek in München, haar in korte, eenvoudige
woorden mee, dat h\j zich met eene jonge
francaise uit Genève verloofd had. Hij wist,
schreef hq, dat zy'n ouders deze kennismaking,
die luj reeds een jaar geleden in Genève ge
maakt had, toen hij voor studie daar vertoefde,
liever niet hadden zien voortgezet, maar hij
hield te veel van zqn meisje, om haarterwille
van «ijn ouders, op te geven. En ten slotte
vroeg hij, haar op oudejaarsavond te mogen
te huis brengen, opdat vader, moeder en zusters
zijn uitverkorene konden leeren kennen. HU
had om die reden verlof genomen en was zyn
meisje tot Zürich tegemoet gereisd.
Wat mevrouw Endlicher reeds lang in stilte
had gevreesd, was nu gebeurd. Reeds toen haar
zoon uit Genève teruggekeerd was en van dat
meisje vertelde, had züeen onbestemde angst
gehad, dat hij daaraan zou blijven hangen. Later
had h\j weinig meer over haar gesproken, maar
dikwijls lagen dikke brieven met vreemde post
zegels op zijn schrijftafel of briefkaarten in 't
fransen geschreven, die de heimelijke zorg van
moeder de vrouw steeds nieuw voedsel gaven.
Nu was het werkelijkheid geworden, wat zij tot
nu toe slechts gevreesd had. Haar eenige zoon
neemt een iranc,aise tot vrouw, een meisje uit
een vreemd land, van wier familie men niets
afweet, geen van de familieleden kent, die
misschien niet degelijk is, in ieder geval licht
zinnig en dol op pleizier, zooals alle fransche
vrouwen. God mag weten, of ze haar Henk niet
in haar netten gevangen heeft, om hem later
ontrouw te worden? Heeft men niet ontelbare
malen van zulke dingen gehoord? En het huis
houden ? Wat brengt zoo'n vreemde daarvan
terecht, en dan nog wel een fransche, die er
niets van kent, die vast en zeker gewend is, om
lichtvaardig van den een en op den anderen dag
te leven en het geld liever voor opschik uitgeeft.
Geld ? Ja, als zy' dat ten minste cog had !
Maar Henk had haar vroeger al verteld, dat
Mathilde een arm meisje was, dat niets dan
een klein uitzet mee zou brengen.
En wat een andere partijen zou haar Henk
hebben kunnen doen. Daar hadt je nu Helene
Wiedmann, de dochter van een rijk winkelier
in Innsbrück; een heel mooi meisje, misschien
veel mooier zelfs dan die framche mamsel en
geld zat er ook, en wat moeder Endlicher het
voornaamste vond was dat Helene van een
degelijke familie afstamde, van wie men vader
en moeder kende. Maar zoodra ze over dat
huwelijk begonnen was, had hy zijn neus op
getrokken en zich afkeerig over dat meisje
uitgelaten. En waarom ? Hy mocht haar niet,
zei hy, en daarmee uit. Wat 'n uitzet zou die
meegebracht hebben, heel wat anders dan deze
schoondochter. Zeker niet degelijk ; slecht goed,
goedkoop linnen uit tweedehands winkels. En
moeder Endlicher streek liefkozend met haar
hand over het mooie oude linnen, dat in de
gangkast opgestapeld lag, sloot met een diepen
zucht de kast en ging weer in de kamer.
Geen van allen waren ze er mee ingenomen.
Zij, evenals haar man, die als duitache patriot
een bepaalden afkeer tegen die Romeinen had,
dat verwijfde soort, zooals hij zich uitdrukte.
Mg heeft het al van het begin af aan tegen
gestaan," had hij gezegd, maar nu kan men
er niets meer aan doen. Nu hij eenmaal ver
loofd is, kunnen we niet meer trachten hem
ervan af te brengen. Dat kan niet, maar spijten
doet het me."
Plotseling was bij in de kamer blijven staan
en had met fonkelende oogen gezegd:, Pas op,
dat je haar de briljanten broche niet geeft;
m\jn moeder zou zich in haar graf omkeeren,
als ze in handen van een Fransche kwam. Die
is alleen bestemd voor een meisje uit een dege
lijke familie. Dat Fransche gespuis" bromde
hy tnsschen zyn tanden.
Ja haar man had gelijk, het briljanten kruis
wilde züdeze schoondochter niet geven. Het
was een groote kostbare broche van briljanten
in oud zilver gezet, een iamiliestuk van groote
waarde, dat steeds van de moeder aan de
bruid van den oudsten zoon overging.
Dikwyls had zy' vroeger haar zoon daarvan verteld
en er altijd bijgevoegd; Zie jellenk, dat krygt
nu jouw bruid, maar natuurlijk als aj naar
onzen zin is."
Deze zou het niet krijgen, deze niet, die
reeds allen somber stemde voor zq er nog was.
Haar man en ook de meisjes, maar haar zelf
toch wel het meest. Wat had zij zich veel
van een huwelijk van haar Henk voorgesteld.
En nu moest dit gebeuren I
Zjj zag op de klok. Zes uur. Ze schrok; er
was niet veel tijd meer. Om zeven uur kwam
de trein uit Oberlade aan, waarmee het paartje
komen zou.
De vreugde over het weerzien van haar jon
gen, dien zij sedert den zomer niet gezien had,
raakte heelemaal op den achtergond door de
zorg over de vreemde.
Jammer dat hu den oudejaarsavond op die
manier voor ons vergalt," zei moeder Endlicher
tot haar beide oudsten, terwijl ze naar boven
ging om zich te kleeden. Maar de twee jongste
meisjes stonden maar met elkaar te smoezen
en vonden het heele geval erg interessant.
.Ik ben nieuwsgierig hoe het met het fransch
spreken gaat," zei de een. . O ze kan heel goed
duitsch, dat heeft Henk geschreven," zei de
jongste, die zich juist daarover het meest
bezorgd had gemaakt.
Een uur later zat men in een grooten kring
om de ronde tafel in de eetkamer. Tusschen
de beide ouders zat de Fransche, groot en
slank met een fijn, smal gezichtje, w1""***" een
paar groote donkere oogen een bijzondere be
koring gaven. Haar kleeding was eenvoudig en
smaakvol en van beste qualiteit, iets wat moeder
dadelijk opgevallen was. Vader had dadelijk
gemerkt, dat ze heel goed duitsch sprak, zoo
goed zelfs, dat men de Francaise nauwelijks
in haar herkende. De zusters vonden haar
snoezig. Hetty, op een na de jongste, lachte
haar broer at' en toe bewonderend toe, en de
jongste stond zelfs eens op en fluisterde Henk
in zijn oor: Wat een dot l" By de oudsten
ging het langzamer. Ze wisten immers niet of
ze aan moeder zou bevallen. En daar ze onder
de plak zaten, durfden ze nog niet te veel
toenadering toonen. Tenminste nu nog niet.
Papa sprak 'nu juist met haar en daardoor
vond mama nu gelegenheid om haar nog nauw
keuriger op te nemen: Hm, nette manieren
zonder gemaaktheid, en bescheiden. Hoe aardig
ze met haar man praat en hoe ze aan alles
deel neemt! Hm, maar niettemin kan ze toch
wel niet degelijk zijn. En bovendien.
Nu vertelt ze juist, dat ze zoo blij is een
groot deel van haar opvoeding te München
doorgebracht te hebben. Dat wilde haar moeder
zoo, die de duitsche opvoeding beter vond. Dat
viel in goede aarde. Een kleine overwinning
is reeds behaald. By haar man natuurlijk. Op
haar maakt dat minder indruk. Desniettemin
blijft zij toch een fransche, mogelijk toch licht
zinnig. Nu wil lij eens wat meer te weten
komen en vraagt aan de schoondochter:
Lijken de kleine genoegens in Halle je niet
wat heel min? Je was toch zeker in Gerieve
gewend veel mee te maken l"
O neen," antwoordde Mathilde, wij leefden
zeer stil en teruggetrokken. Mama hield er
niet van dat ik veel uitging en daarom bleven
we meest te huis."
En wat deedt je dan 's avonds?"
Al naar dat het zoo uitkwam mevrouw,
soms was er nog veel te doen als wij op den
dag niet klaar waren gekomen met naaien of
verstellen en vooral in den laatsten ty'd had ik
het druk om mijn uitzet in orde te brengen."
De trekken van moeder Endlicher kregen een
vriendelijker uitdrukking. En nog eens vroeg
ze, maar nu veel zachter:
En onze gewoonten, zoudt ge je daarin
kunnen schikken? Bevalt het je dan hier?"
O ja, heel erg," antwoordde zij levendig;
waar mijn Henk is, ben ik gelukkig. En daar
enboven hoop ik mevrouw, dat ik hier veel
mag komen en wensen ik van harte, dat u
van mij zal gaan houden." En toen zy' de
zusters aankeek: En dan hoop ik ook veel
steun aan jullie te hebben." Groote pauze.
Maar ze knikten, hoewel erg verlegen, toch
heel vriendelijk.
Heb jullie al overlegd, wanneer je zult
trouwen," vraagt moeder nu zonder haar blik
van Mathilde ai te wenden.
Zeker moedertje," zegt Henk vriendelijk.
U weet toch dat ik in 't najaar uit München
kom om my' hier Ie vestigen. En dan zouden
we graag willen trouwen, als U en Vader er
niets tegen hebt."
Heelemaal niet," flapte papa er uit, die
reeds heelemaal ten gucste van de aanstaande
schoondochter gekeerd was, niet in 't minste,"
hij was er zelf verbaasd over, zoo gauw als
dat in zyn werk gegaan was. Hij, die vroeger....
Hm, ja, wat een onderscheid is dit ook, met
wat hij zich van een Frangaise voorgesteld had.
HU vond zijn Henk een duivelskunstenaar om
zoo'n persoontje machtig te worden. Groot en
slank, met mooie verleidelijke oogen. Nou,
papa Endlicher keek trotsch naar alle kanten.
Waarachtig niet kwaad. Men mag toch niet
vooringenomen zyn, overlegde hy. En voor het
overige, zocals Franschen hem in 't algemeen
tegen stonden, zoo eene was zy niet, kon het
er geen zijn met zulke ideeën. Eene duitsche
opvoeding de beste! Dat was goed gezegd,
daarmee had ze zyn hart gestolen, 'n Aardig
meisje.
Moeder was 't nog niet met zichzelf eens.
Wat was er nog een boel te vragen en in
klaarheid te brengen. Dit en dat, wat haar
nog bekommerde. Maar zy' scheen toch erg
tevreden. Hoe langer hoe gelukkiger begon ze er
uit te zien... Maar nu nog iets Had haar man
haar niet verteld dat in Frankrijk het zooge
naamd twee-kinderstelsel algemeen in gebruik
was ? Als zy nu maar wist, hoe Mathilde daar
over dacht ? Maar neen dat ging toch niet...
Misschien zoo !
Wist je al dat Henk vier zusters had ?"
Ja natuurlijk heeft hy' me dat verteld en
ik heb hem benyd. By ons ben ik maar de
eeiiige gebleven, hoewel mijn moeder er graag
een paar by had willen hebben. En voor een
moeder is 't ook veel aardiger als er meer
kinderen zyn, niet waar Henk?" vroeg zy er
met hare gewone levendigheid by.
Goddank," dacht moeder Endlicher, en zy
voelde zich verlicht.
Ja dat is een heel goed standpunt," zei de
controleur luid. Zijn gebaard gezicht straalde
van plezier en hij gaf zyn buurvrouw hartelijk
de hand. o«n stond hy op, wenkte zyn vrouw
en zeide: Een oogenblik, ik heb nog iets met
mama te bespreken."
En hoewel hij maar even naar de zykamer
ging, vond hy 't noodig het meinje van zijn
zoon nogmaals de hand te drukken. In de zij
kamer zei geen van beiden iets; de man liep
heen en weer en de vrouw keek hem na. Zeg
moeder, wat de^k je, zouden we haar het kruis
toch maar niet i;<;vren ?"
Moeder is bly' dat nu haar man er over be
gint ; maar ze doet 'u beetje gereserveerd, weet
het niet goed te verwerken, dat ze daar op
een* van idee veranderd zyn en dat ze zich
in een wip door die Francaise hebben laten
inpakken. Daarom zegt se eerst: Maarvader,
meen je dat hensch?" Daarop was de beurt
aan vader om een beetje verlegen te zijn met
zijn houding. Hij, de grimmige Franschen-hater,
gaat uit bedelen voor een Franchise l Bedelen
om het knus. Als zijn moeder dat eens wist ?
Binnen hoorde men Henk en Mathilde lachen,
zy met een heldere stem, vol klank, iets waar
voor vader een zwak heeft.
Zeg, ik zon 't haar maar geven; het is een
aardig meisje; kom, krijg beïmaar." Moeder
zegt alweer niets, als vader 't goed vindt, is
zy verantwoord. Een aardig meisje is het, daar
gaat niets van af. En solide. In dat opzicht
kan men moeder niet beetnemen. Toen kwam
er een klein sleuteltje van haar horlogeketting
glijden, dat op een doosje met reliquien bleek
te passen. In het onderste laadje ligt herhaal
delijk ingepakt in zacht zijde-papier het familie
stuk. Zy ontwikkelt het voorzichtig, beademt
het en poetst het op met haar zakdoek. Dan
stopt ze het weg in haar linkerhand en naar
de achterkamer gaande, heeft zy haar rechter
noodig om haar oogen droog te wrijven. Neen
maar hoe is het mogelijk, ze ziet er maar
schemerachtig mede. Vader" roept ze, maar
deze is door de andere deur weg, want ook
hy is niet normaal. Hy vermant zich en vraagt
terug, met een stem, die hem zelf vreemd
klinkt: wel?"
Henk is opgestaan, heeft gemerkt dat er iets
is. En Mathilde, die Heek ziet opstaan, doet
insgelijks. Met vlugge pasjes loopt de oude
vrouw op Mathilde toe en terwijl de tranen
nu vr\jehjk over haar wangen tippelen, omhelst
ze haar nieuwe dochter en drukt haar het
kruis in beide handen.
Ghaibres Garnies.
Schets, van ANTON TSCHECHOIF.
«Hoor eens even meneer Iwanitsch" sprak,
of liever gilde, met een gezicht rood van kwaad
heid en ergernis, mevrouw de overste
Naschatarina, de b uurster vau no. 47 tot den hotelier.
r~ümoet mij een andere kamer geven, of ik
verlaat op staanden voet uw huis, uw ellendig
pension! Het lijkt precies een gemeene herberg!
Ga toch eens na, ik heb twee volwassen doch
ters en den ganschen dag, ja den halven nacht
door zelfs krijgt men niets anders te hooren
dan gemeene, ordinaire taal! Het is op die
manier niet uit te houden l... Dag en nacht,
zeg ik en soms zelfs gaat hij zóó te keer, dat
me de gal letterlijk overloopt. Zoo'n gemeene
aapjeskoetsier. Het is nog een zegen, dat mijn
lieve meisjes er geen woord van begrijpen,
anders zou ik waarachtig nog genoodzaakt zijn,
de straat met ze op te gaan.... Wacht, daar
begint ie al weer! Nu, luistert u nu eens!"
In de kamer daarnaast deed iemand met een
heldere bas stem op vroolijken toon het volgend
verhaal:
Neen maar, hoe vindt jelui die mop, dat's
nog een heel andere geschiedenis. Je herin
nert je luitenant Druschkow misschien nog
wel ? Nu, diezelfde Druschkow schopte_dat gele
mormeltje dat ik vroeger had, in een hoek vau
de kamer en hij tilde daarbij ouder gewoonte
z'n rechterbeen zoo hoog op, dat we onverwacht
een verdacht gekraak hoorden. Iedereen dacht,
dat het billardlakeu scheurde, maar neen, toen
we naderbij kwamen en de zaak onderzochten,
bleek het, dat alle naden van het kleedingstuk,
dat Adam nooit gekend heeft, los gesprongen
waren. De deugniet had met zóó'n kracht
achteruitgeschopt, dat geen naad aan zijn pan
talon was heel gebleven. ... Ha-ha-ha-ha!
't Ergste echter was, dat er dames bij tegen
woordig waren en nog wel de vrouw van dien
sufferigen tweede-luitenant Okurin.... Okurin
was woedend.
... Hoe kon iemand zich in tegenwoordigheid
van zijn vrouw zdó onbeschoft gedragen? Het
eene woord haalde 't andere uit.... Je kent
onze luidjes P Okurin stuurt zijn getuigen naar
Druschkow. Doch deze is niet mal eu zegt
lachend, dat Okurin zijn secondanten niet bij
hem maar naar den kleermaker, die die broek
zoo slecht genaaid heeft, moet sturen, want dat
die eigenlijk de oorzaak is van het gebeurde."
Lilie en Milie, de dochters van de vrouw
van den overste, die, met de mollige kinnetjes
op de nog molliger handjes gesteund, uit het
venster zaten te kijken, sloegen dadelijk bedeesd
de oogen naar den grond.
Nu, heeft u 't nu gehoord?" ging mevrouw
Naschatarina voort, zich triomfeerend tot den
pensionhouder wendend. En dat blieft u nu
niets bizonders te noemen. Ik ben de vrouw
van een overste, meneer. Mijn man is
districtscommaudeur. Ik verkies met, dat zoo'n ge
meene koetsier in mijn tegenwoordigheid zulke
onfatsoenlijke praatjts houdt!"
Het is geen koetsier, genadige vrouw, hij
is kapitein bij den staf, stafkapitein Kikin. .. .
Van adel...."
Nu, maar als hij zijn adel zóó vergeet, dat
hij zich aanstelt als een gemeene kerel, is hij
eigenlijk nog veel meer te verachten! Kort en
goed, ik verkies nu, dat u niet langer redena
ties houdt, die toch niets ge f en, maar dat u
afdoende maatregelen neemt! ,
Maar wat moet ik dan doen, genadige vrouw f
U bent niet de eenige, die zich beklaagt; van
alle kanten word ik met klachten overstelpt,
doch ik weet heelemaal niet, hoe ik hem aan
pakken moet.... Als ik bij bem op de kamer
kom, om eens een hartig woordje met heui te
spreken, dan stormt hij, nog voordat ik een
vierde gedeelte heb gezegd, van hetgeen ik
zeggen wou, met zijn beide gebalde vuisten op
mij af, en gooit mij, ja 't is een schandaal, de
grofste beleedigingen naar het hoofd. Als bij
's morgens opgestaan is, begint bij al met in zijn
overhemd.... neemt u me uiet kwalijk....
over den corridor te wandelen. Of hij neemt,
als hij te veel gedronken heeft, een revolver en
schiet dan den eenen kogel na den anderen in
den muur. O'erdag bedrinkt hij zich, 's nachts
speelt hij kaart en als dat gedaan is beginnen
de vechtpartijen .... Ik schaam me waarachtig
voor de andere huurders.
Maar waarom zegt u hem dan zijn kamers
niet op f"
Ja, dat is gauw gezegd, maar zóó iemand
krijg je niet makkelijk weg. Hij is reeds drie
maanden huur scbuldig en of ik uu ook al ge
zegd heb, dat ik hem die drie maanden huur
wel zal schenken, als hij dan in Godsnaam zoo
vriendelijk wezen en heen gaan wil, niets
helpt, e commissaris van politie beeft hem
reeds doen waarschuwen. De rechter heeft hem
al tot ontruiming van zijn kamer veroordeeld,
doeh hij beeft cassatie aangevraagd en toen weer
geappelleerd en zoodoende rekt, eii rekt bij de
zaak tot ui 't oneindige.... Zuo'n ongeluks
vogel ! Ja, en u moest zier;, wat 'u flinke,
knappe veiit hij is. En waarachtig, als ie nuchter
is, heelt'maa! nuchter, dan kau men zich geen
heter, gemoedelijker, gezelli^T meiise.'i
vóorsteüeii. N o ? niet la!>g geleden had ie eens 'L
goeie bui en toen heeft hij den
godganschelijken dag brieven zitten schrijven, waaronder
twee aan zijn ouders".
«Arme ouders.!" zuchtte de vrouw van den
overste.
«Ja, dat mag n wel zeggen, 't Is niet alles
voor ze, zoo'n verloopen jongen te hebben. Ik
weet niet, hoeveel kamers hij al gehad heeft
en er gaat geen dag voorbij, of hij moet voor
't een of ander schandaal voor 't gerecht komen.
't Is miserabel".
»En wat 'n leveu voor zijn vrouw !" jam
merde alweer de vrouw van den overste.
Z'n vrouw ! Hij heeft geen vrouw, Ja, d&t
moest er uog bijkomen, dat hij eeu vrouw had!
Hij mag God danken, dat hij niet getrouwd is...."
De vrouw vau den overste liep nadenkend
een paar malen van de deur naar het venster
en van het vensier weer naar de deur.
»Dus hij is nog niet getrouwd, zegt u P"
vroeg zij.
Neen, genadige vrouw".
»Hm !.... Nog niet getrouwd ...." sprak
ze zacht tot zich zelf.
Hm !.... Lilie en Milie ga een beetje van
dat venster vandaan ... het tocht er zoo ...
Wat jammer, zoo'n jong mensch nog en al zoo
diep gezonken. Hoe kan hij toch zoo geworden
zijn P Hij had onder een anderen invloed moeten
staan, een zorgvolle moeder moeten hebben,
die hem .... Dus hij is ongetrouwd P Nu ja...
Natuurlijk ... och," zich weder tot den pen.
sionhouder wendend, doch thans uiterst beleefd,
weet u, wat u doen moest, gaat n eens naar
'm toe en vraagt u hem eens uit mijn naam....
of bij zoo beleefd zou willen zijn, zich vau
dergelijke praatjes en uitdrukkingen te ont
houden .... zegt u maar zdó. De vrouw van
deu overste Naschatarina laat u dit vriendelijk
verzoeken.... zij woont met haar.... beide
dochters op No. 47 is van haar landgoed
naar de stad gekomen..."
«?Jawel!"
*Of neeo, u moet liever zeggen, mevrouw
Naschatarina met haar beide meisjes. Hij zal
mij toch ten minste wel zijn excuses komeu
aanbieden. In den loop vau den dag zijn we
altijd thuis. Hè, Milie doe dat raam daar toch
dicht."
Gunst, mama, hoe komt u er toe zoo'n
ordinair mersch bij u te verzoeken, zoo'n dron
ken vent, zoo'n lompert, zoo'n braniemaker l"
Wil je wel eens gauw je mond houden,
ma chérie,... zoo praat je nu altijd en je zult
eindigen met te blijven zitten. Zou je dat zoo
verkieslijk vinden ? Laat ie wezen, wat het wil,
hij is in ieder geval lang geen onaannemelijke
partij.... Men moet van alles profijt weten te
trekken. Wie weet P" zuchtte de zorgvolle
moeder, haar dochter met een bedenkelijken blik
aanziende. Misschien is dit nu de aangewezen
weg, om tot je bestemming te geraken. Ik zou
dus ten minste maar beginnen met van middag
een beetje toilet te maken ...."
mHflINHIIIMIIIHIIIinil
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiu
Aan net verkeerde kantoor.
Proeve van moderne JSngelsche reclame.
Onlangs meldde zich op het bureau van The
Boy's Leader een stevige juffrouw aan,
gewamet een parapluie en vergezeld van een jongetje.
Is dit de plaats, waar de Indianen bevochten
worden ?" vroeg zij den dienstdoenden ambte
naar. Is dit de localiteit, waar een dappere
jongen het kanon laadt en een kogel door het
hart van den roodhuid jaagt?" vroeg zy ver
der, terwijl zy den jongen eens flink aan de
ooren trok en haar parapluie met een harden
slag op den lessenaar deed neerkomen.
Wy geven verhalen voor jongens," antwoordde
de jonge man, trachtende haar tot kalmte te
brengen, maar niet die soort van ..."
Ik wou weten, of dit de voorgeschoven
stellingen zyn, waaruit de moedige jongeling
snel op zyn brieschend, wild prairiepaard springt,
en met een nimmer falende zekerheid, n
voor n al zyn bloeddorstige vijanden door
steekt en dan zyn vervolgers in 't stof doet
by'ten bij elk schot uit zyn hem nimmer ver
latend geweer?"
Neen mevrouw; stellig niet l" zei de jonge
man.
Is dit de plaats, waar de vermetele blanke
heimelyk de Indiaansche legerplaatsen nadert,
bliksemsnel zich een weg door de als van den
donder getroffen wilden baant, des kapiteins
touwen lossnydt en hem y'lings in zyn armen
meevoert, nog vóór de wilde Indianen zich
van hun verbazing hebben hersteld ? Ddt is
het nu maar, wat ik weten wou en dan
ook nog, of die soort dingen hier bedreven
worden." En zy probeerde, of ze den man
een slag met haar parapluie op zyn hoofd
kon geven.
Ik herinner me werkelijk niets van zulke
speciale gevallen," klonk zyn antwoord.
Ik ben op onderzoek uit naar de plaats,
waar de rooverhoofman den sidderenden dili
gence-koetsier door zyn vonken-schietende oogen
hypnotiseert en machteloos maakt, terwijl
hy de mannelijke passagiers bliksemsnel berooft
en de handen der dames kust met een
hoffelykheid, die een adelyke afkomst en een
ridderlyke natuur verraadt!" schreeuwde de
vrouw, den redacteur in een hoek duwende.
Ik wil dat appartement zien, waar die zaken
geregeld worden," en met de kracht van een
voornamer kwam de parapluie op het hoofd
van den verschrikten man terecht.
Het slachtoffer hijgde naar adem. Pardon,
mevrouw..."
Laat me de kelders eens zien, waar de
spionnen van de sierra's gevangen gehouden
worden, en de hokken waar de detectives zitten.
Wijs me de kast met Spaansche zeeroovers l"
en by elke nieuwe vraag patste de
groenkatoenen besteedster om des jongen man's
hoofd, tot hy eindelyk met een handigen sprong
over een lessenaar wist te wippen, die nu
een barricade vormde. 0?er die barricade ston
den ze elkaar aan te staren. Na zich een
weinig hersteld te hebben zei de beambte op
beleefden toon : U bent hier aan het verkeerde
adres, mevrouw. In The Boy's Leader komen
nooit van die stuivers-moord- en
-doodslaggeschiedenissen voor. Die verhalen zyn van
Jnles Verne, Mancelle Fenn, president
Roosevelt en andere beroemde schryvers van derge
lijke lectuur. Ihe Buy's Leader stelt zich
ten doel het goede aan te kweeken, Ihe Boy's
Lfader wil niet demoraliseeren. Laat uw
zoontje er een meenemen, leest u het
zelf eens en u zult zien, dat we er geen
onnoodigen ophef van hebben gemaakt."
Dar. is 't in orde," zei de juffrouw, die
ondertusschen tot kalmte war, gekomen. Ik
hoop, dat ik n niet te lang heb opgehouden."
O volstrekt niet," verbeterde de beambte
opgelucht en zyn das recht trekkend.
Ga dan maar mee l" sprak de juffrouw,
zich tot haar zoontje wendende, met de eene
hand hem bij den kraag vattend, in de andere
hand een paar nummers van The Boy's Leader
aannemend. Eu als ik je nou weet zie met
een pistool of een geweer in je hand of je
met een mes overal in zie snijden en kerven,
dan beloof ik je, dat ik ereis maken zal, dat
jij denkt, dat die zich snel als de wind voort
bewegende, kronkelende, alles verzengende
vlammen van zoo'n niet te stuiten, over de
vlakten, met triomfantelijk gebrul,
voortgezweept wordende prairiebrand in jou broekie
zyn gevaren en er een beetje blijven spelen I"
Het eerste nummer van The Boy's Leader
zal verkrijgbaar zyn a. s. Dinsdag 8 Sept.
Pry's l penny. Het is een blad dat ieder jongen
gerust mee naar huis kan nemen.
(Uit Pearsons WeeMy).
Opbrief aan neer J, B. Schepers,*)
(Naar aanleiding van zyn kritiek, in no. 1364
van dit Weekblad, over myn
verzenbundeltje, »Uit Blijde Trjden".)
't Is niet de gewoonte op beoordeelingen
over eigen werk in te gaan, maar ik geloof
het recht te hebben, gedeeltelijk de kritiek
door u gegeven te weerleggen*
U toont op sommige plaatsen in uw beoor
deeling, niet behoorlyk een vers te kunnen
lezen of het is u er om te doen geweest,
iemand belachelijk te maken, door een ver
keerde uitleg van zyn werk te geven, wat ik
van u niet mag denken. U schrijft:
«Biezonder leerzaam is voor wie lezen wil
dit sonnet": (u haalt dit sonnet aan, wat ik
niet noodig acht voor mijn bewys, een paar
vers-regels is myn voldoende) »let op dat
water-woud met teeder-gouden blaadjes ! 't ld
zeker herfst." Waarom moet het zeker herfst
zyn, heeft u nooit gouden bladeren gezien dan
in den herfst ? dat is sterk voor iemand
die «Bragi" geschreven heeft l Verder: »en
die vogeltjes, die zich met dat wond zeker
de nestjes dekken, moesten liever maar naar
warmere streken gaan. Gek hè, om zich met
een woud de nestjes te dekken en dat waren
toch vogeltjes! En toch kunnen ze onder die
herkules-arbeid nog tjinkend avondzingen."
U denkt hier moppig te zyn en drijft een
beetje de spot met me, ik beklaag u echter,
want u kunt niet behoorlijk lezen, er staat:
«waar ook de vogeltjes mee de nestjes dek
ken ..."
Nu wordt met deze vers-regel het volgende
bedoeld en kan een ieder die zich een beetje
moeite geeft, er ook uitmaken: «terwy'1 ook
de vogeltjes hun nestjes dekken."
dus mee is hier: eveneens, tegelijkertijd, ter
wijl enz., maar niet: waarmee. Een woord heeft
meestal meer dan n beteekenis, dit schijnt
u niet te weten.
Verder haalt n van een ander gedicht dit aan:
«terwyl haar voetjes teederhedeu dansten,
van liefly'kheden, grootelijks bedacht" en zegt
vervolgens:
«Grotelyks betekend alty'd »in hoge mate",
«bizonder", dus in plaats dat ze als van zelf
uit haar ziel komen eu in haar voetenspel
zich uiten, heeft zy er heel lang op zitten
denken^ Meer dan dwaas!"
Dat «groteliks" alty'd «in hoge mate",
>bizonder" beteekend, ben ik volkomen met
u eens, daarom gebruikte ik dit ook. Maar
u maakt van «bedacht", .denken" en dat snap
ik niet recht! Ik wil er heel gewoon mee
zeggen dit: dat haar voetenspel (dans)
ftizowder-goed bedeeld was met «lieflykheden".
Waarom u nu aan bedenken een verkeerde
(of Jiever andere) beteekenis geeft en daardoor
haar lang laat denken om lieflykheden in haar
voetenspel te geven, is my totaal onbegrijpe
lijk. En verder haalt u dit aan:
>de ry'ken feesten en zie a maar zonder
schroom dat de armen kwijnen weg in breede
stroom", en zegt vervolgens:
>natuurlyk is 't beeld weer fout; (i^ zou en
met meer recht kunnen zeggen, natuurlyk
leest hij weer fout) ze kwijnen weg aan de
tering in 't water; in plaats van behoorlik te
verdrinken ; maar ook natuurlik ! ry'ken
die perpetueel «feesten".
Nu maar die ry'ken vieren natuurlik feest!
Dat ben je als rijke verplicht (geestig) ; d'as
je beroep (bepaald guitig); en de armen
gaan zwemmen of zich verdrinken dat weet ik
nog niet; immers de slotregel op bovenge
noemde volgende is:
«rust vindend eeuwig te morgen of te avond."
Ook deze regel valt te bewonderen ?"
Hadt u in plaats van geestig te willen zyn
weer behoorlyk gelezen, dan hadt u uwe
geestigheden achterwege kunnen houden bf leest
u slecht om geestigheden te kunnen debiteeren,
dan heb ik niets gezegd.
»dat de armen kwijnen weg in breede stroom,"
beteekend, voor ieder die z'n hersens by elkaar
heeft, het volgende : een breede stroom armen
(geen lichaamsdeelen, maar lichamen, want ik
zie u wér guitig lachen, een teeken, dat er
weer een mop op handen is) kwynt weg. Dus
liggen ze niet in een rivier te rotten. U wilt
de menschen heusch te veel wy's maken.
Aan 't slot van uw beoordeeling geeft u mij
een welgemeende raad, ik geef u er ook een:
begin eerst «goed, rond Nederlands" te begrij
pen en ga dit dan beoordeelen l
Hoogachtend,
Brussel, Uw dw. dn.,
2-9-03. MEINDEHT BOOQAEEDT Jr.
*) Daar myn uitgever geen exemplaar van
dit nummer kreeg en ik in 't buitenland ver
toef, kwam my' uw beoordeeling eerst nu in
handen.
Brief nit Utrecht.
Mijnheer de Hoofdredacteur!
Naar aanleiding van den brief uit Utrecht
in nummer 1306 van De Amsterdammer stellen
de ondergeteekenden er prys op te verklaren,
dat zij niet hun lidmaatschap der katholieke
kiesvereeniging hebben neergelegd en dat hun
bedanken als bestuurslid in geen verband staat
met de houding der katholieke kiesvereeniging
by de laatste gemeenteraadsverkiezingen.
Utrecht, 4 Sept. 1903.
COBNS. VAN STEAATEN.
A. J. VAK DIKKEN BIJVOET.