De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 20 september pagina 10

20 september 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

to D.dJ W,EfEfKiB(L;A/D AJNJD. No. 1360 »\ Uit Indië. Een altyd-recente kwestie. . boeit tier vóór enkele maanden naar aanleiding van een onlangs ingezonden stuk in een der Bitaviasche bhden da proef genomen een lurasfte wit te rechten, die heel wat gemoederen in beweging bracht. In genoemi stuk werdn.l. dfl «wenschelijklieid betoogd, om.aanechtgenpoten van officieren toe te staan eene betrekking uit te oefenen, of wel muziek- of schilderlessen te genen, kortom eenig talent dienstbaar te maken, teneinde het huishoudelijk budget met een batjg «aldo te kunnen doen sluiten, in plaats, zooals veelal het geval schijnt te zij i, de maandelijksche boekhouding ta moeten afsluiten met een tekort. De injender wenschte daarvoor een aparte bepaling, een algemeene order, waarin die toe stemming voor sommige by' verdiensten (andere weer niet) duidelijk omschraven en gegeven werd. Nu is dit een feit, dat een algemeene order van omgekeerde strekking niet bastaat Ner gens is een bepaling te vinden, dat aan offi ciersvrouwen verbiedt om de inkomsten van haren man door eigen werk te verhoogen. En dit is ook natuurlek want het gouver nement heeft wel de mannen in dienst, maar niet hunne ega's en heeft dus over delaatsten niets te zeggen. ../Theoretisch zyn de dames dus vry en kun nen, indien zij dat willen, gaven en talenten aanwenden ten nutte van de schrale beurs. Maar prActisch is h :t anders gesteld : practisch bestaan er nog wel ank re middelen dan een gedrukte bepa'iog, om vry'a menschen te dwingen-«9 al «Ü"- dexe middelen ook unfair te nowen, wat doet dit er toe, zoolang de begrippen van mui aire eer nog zoo buiten gewoon af.wyken van de opvattingen, die wij burgers ons volgens verstand en geweten daar over vormen? Practisch n 1. wordt de man dsr onafhan kelijk- optredende officiers vrouw net zoo lang geplaagd en genegerd tot zijne vrouw, terw lle van den vrede in huis of uit liefde voor haar m.an wel toegeven muet. Zy' onderwerpt zich; hare vrye uren, hare gaven brengen hiar niets op ; want als de stimulans van het zoo noodige geldelijke voordeel ontbreekt-, is inspanning in dit heete klimaat een groote zelfoverwinnir g. Men maakt weer schulden, raakt verbitterd en ontevreden alles ter wille van een domme conventie of van andere minderwaardige op vattingen en gevoelens der buitenwereld. Daarvan zijl voorbeelden te over en wy zullen er hier een paar geven, waarvan wy weten, dat zij historisch zijn. Mevrouw A. is een buitengewoon goede pianiste ea artiste. Al is zij ook getrouwd met een otficier, toch zij ziet terecht in, dat hot onzin zou zyn om die r;dsn bare gaven te verwaa-loozen. Talenten zyn er om ontwikkeld te worden; wie aaLleg heeft en dien aanleg niet door gebru'k voorldurend verbetert, is ? onwas-dig dien te bezitten. Alzoo: mevr. A. treedt op in concerten en geeft algemeen ge waardeerde piatolessen. Misschien zou zy, als ze rijk wa% het eerste gratis doen, uit plezier en ter eigen ontwik keling misschien zou ze het veelal verve lende les geven laten. Maar l... o'ficierstractementen zyn klein, men eischt, dat de stand' opgehouden wordt, en de kostbare dingen, die onder dj rubriek stand ophouden" vallen, zijn legio. *.- Waarom zou zy dus haar man niet helpen ? Is het een schande talenten te bezitten ? Schande een werkzaam, rmttig leven te ver kiezen boven een beuzelachtig d i-o? Is het schande dat een vrouw eigen geld verdient ? Neen, het is een voorrecht als zy' dat kan, een eer als zij het wil, 't is iets mooi?, iets fl'nks, iets knaps voor iedere vrouw behalve voor de oiflciersvrpuw, voor die -fs het een schande. Vefklare dat, wie het verklaren kan ! Intusschen: mevr. A. heeft het ongeluk officiersyrouw te zyn. Al fpoedlg worlt dan ook van alle kanten aanmerking gemaakt op haar misdadig, oneer vol gedrag; zóó dat de militaire autoriteiten er bij te pas komen en haar het concerteeren en les geven tegen betaling, verbieden. Recht hebben zy daartoe r.iet in 't mins*-, doch zy verbieden het dan maar zonder recht. O ho ! daarom Liet getreu'd onsterfiyke !" denkt opgeruimd mevr. A. Rirjgelooren laat ik mij niet l" Voortaan schryft zy geen rekeningen meer, maar hare dankbare leerlingen vereeren haar \jverij met cadeaus. Déar kan zy toch niets tegen doen, nietwaar ? Edoch, ook dit lekt ui1-, en de jaloezie der andere kampenementsdames verbijt zich van woede. Zullen zy het er by laten ? Lieve lezer, dan weet ge niet wat dames jaloezie is! Neen, er wordt net zoolang gestookt en geictrigeerd tot da echtgeroot van mevr. A. overgep'aatst is naar ik wett niet wat voor klein nest. Pdar zyn geen leerlingen om les te remen en rog minder is er publiek voor concerten. Openlijk en geheim gejuich van de mindcrbegaafde, dus meer-eervolle, militaire dames. Maar... Oho ! daarom tiet getreurd onsteifljke, en - ?MimiifHimmitiiiiiiiiuiiiiiiiMiiiiiiiiiifiiHiiiiiJiiiiiiiiiiiiiiilllliiaiiiilit SNUIFJES. Het was tltijd een genoegen een troon rede te lessen, maar in 't bijzonder is het dit geworden, nu Kuyper de lakens uitdeelt, en onder zyn toezicht de tafel wordt ge dekt. Voor een goed deel is dat te danken ftan den stijl, waarin de premier schrijft; niet alleen omdat hij de toonlooze e tot haar -recht brengt, en in 't algemeen over wat krachtiger woorden beschikt, dan zijn ringelooren laat ik mij niet l" denkt als te voren de moedige vrouw wie het geldt. H»ar man gehoorzaamt aan de overplaat sing, maar zvj blijft. *ZJj Uj/jft. Ze offjrt haar huislyk leven, zichzelve t n haar man een tydlang op terwille van haar goed recht en, in dezen, lofMijken t.ots. Zij lijlt en duldt, maar zij blijft, Ei gaat voort les te geven op de plaats waar zij de meeste leerlingen telt. E^re zij deze hoogstaande, flinke vrouw. Z<5o moes en er meer zyu I Voorbeeld II. Mevrouw B, een da-ue v.an zeer goede fami lie, is vóór haar huwelijk uit roeping in Holland verpleegster geveest. M<*n weet, dat het examen hierdoor lang niet gemakkelijk is en de werk kring, behalve een superieur karakter, veel energie, intelligentie en wakkere herser,s eischt. Die vereiïchten stempelen de betrekking tot iets zear eervols. Na komt Arnor en brengt-, zooals meer z'n gewoonte is, ds ding«n ia de war. De ver pleegster t r ou» t een 21e luitenant, ?,ij gaan naar Indiëen na een klein jaar is een aller liefst dochtertje die Driite im Bwde. Liet.ru dit eerste schitterende sterretje aan den ecbtelijken hemel zich niet lang wachten, de tweede ster op de jassenkraag deed het U'èl. Men kwam met de f 170 van het tractementjs nauwelijks toe. En de ouders, dol op hun alleraardigst mooi kindje, zouden voor haar toch zoo gaa-ne een studiebeurs koopen, e?n levensverzekering aangaan. / 25 iedere maat d was daarvoor noodig vertelde hun de Nederlandsch-Indische". Nu weet iedureen, dat een geregelde extrauitgaaf van ? 25 van een 21e luifenantstracteme t onmogelijk af kan! Maar opmerkend welk een gebrek er in Indiëhserscht aan goede, Europeesche en geëxamineerde verpleegsters, lag het voor de hand, dat het moedertje bagon te overwegen: Als ik weer eecs uit verplegen ging?... Met ns in de 2 maanden een verpleging van 10 dagen zijn wij geholpen." Het was haar alzoo slechts te doen om het allernood''gste, want zij stelde haar buiselyk leven hoog en wilde dat in geen geval geheel op* ffcren. Daaiby bedong zy geen lager hono rarium dan de beroepsverpleegsters; (n.l. ? 5 per daj) zij onderkroop zs dus niet. Het was dus geen doodelyke concurrentie, die hun aan gedaan werd. Toc'i kwam er, o enghartige, kleinzielige vrouwenwereld!, van deze z\jde verzet. Een particuliere verpleegster, aan wie het niet aan merr dan voldoende prac'ijk ontbrak, vol voerde de treurige daad van tegen de handelwijza van Mevr. B verzet aan te teekenon, en wel by den legercommandant in persoon. Schaam je poedel, schaam ja wa> ! Het ge,-o!g was: Manlief wfrd overgep'aatst en vrouwlief ging mee. Ze moett wel. Want vwt meegaan bet< ekende het onderhouden van 2 huishou lens op verschillende plaatsen. Ooi dat te betalen zou Me?rouw B. gertgM uit verplegen moeten gaan en waar bleef dan het kir.d? fii r trionfeerde de tegenparty tot veront waardiging van alle weldetkenden. Voorbeeld III. Mevrouv C, reed* in Europa verscheidene jaren met suocei aU journaliste werkzaam gewe sr, komt als o ficiersvrouif raar Indiëen vindt al dodelijk i a aankomst een paar redac teurs, d;e gaarne van bare medewerking aan hun blid gebruik willen maken. Mevr. i* rog een baartje, zy weet van de aparte begrippen omtrent militaire eer nog niets af. Z.j is van jongsaf een bezig leven en zelfs hard werken gewoon; zij heef', toen zij baren man volgde, haren vader moeten beloven in Indiëriet te ver adien zooals zoovelen, maar duch'ig aan eigen ontwikkeling te blijven voortwerken. Mevrouw C taai dus de aanbie dingen der redacteurs aan. QJI niet te zeer da attentie te (rekken, koos zij een p. en liniem, hoewel dat tot nu toe hare gewoonte riet wai. Maar wee! schrijfster had er r iet op gerekend, dat hare stukken overal de aandacht trokken, dat de tieuwsgierigheid jui11 door het pseudo niem gfjrikkeld werd, dat diverse spec fiakIndische gevoeligheden en hoogmoedswaarzinnigen wel eens door haar pennetje geprikt Werden Dra beschuldig Ie men haar van laf hartigheid, oncerÜjkheid, gebrek aan moed En. o baar'j», onnoozel baar'jn, ge vloogt er ir.! Wat!? laf, oneerlek omdat ze schreef pseudoijiem. Dat zou ze anders toonen! Den volgenden dag maakte ze zich openlijk bekend in het blad waarin bare meeste artikelen ver schenen. Het publiek had zijn zin en het duurde geen week of er btevende een rechtg' aarde collega's vrouw blakend van militaire eer" naar den chei''. A's het mevr. C. niet verboden wordt om tegen honorarium in krakten te schrijven, dan ga IK katoentjes verkoopen of een officierjtafel opereri!" zoo blies het uit dit scheep j a-met volle-zeilen. De chef, een w Weckend man, nog i itt in Indische sleur vergri'srl, ontbood den echtgenoot der kamplustige schrijfster, vertelde het gebeurde en sprak verder: Ziet u, ik voor my heb er niets tegen, dat mniiiiiiiiiiiiiiiiiMUHMiiiiiimiiMfuitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiltiiiiiiiiiililllliiH liberale voorgangers, die ook in hun stijl de slacht( ffers waren van hun water- enmelk-politiek, neen, vooral wijl hij zoo prfcies weet hoe een zin samen te stellen, zal deze aan een denkbeeld de meeste glans verkenen. Wanneer hij b v. geld wil vragen voor snelcuurkanonnen dat akelig goedje, dat zoo verschrikkelijk duur is, en er zoo mis selijk uitziet, dat je de schrik al op 't lijf wordt gejaagd, en je portemonnaie begint te beven, als je het zoo maar hoort noe men nu, dan denkt Z.Ex , hoe zal ik mijn menschen toch pparen... en H. M. in staat etellen iets liefs te zeggen, althans iets, dat zonder een blos te ver wekken, over dif vrouwelijke lippen komt; en hij schrijft: »Voor de nieuwe bewapening der artillerie zal ik U een voorstel doen toekomen". Ea wat een zenuwziek mensch zou je moeten zijn, om naar die verbete ring nu niet te verlangen! Een ander voorbeeld. Ieder heeft wel eens gehoord, dat de kroeg- en koffiehuishoudera zich door de afschaffers en geheelonthou ders bedreigd zien in hun middel van bestaan ; en ik voor mij duif aannemen, dat het Christelijk Ministerie in dezen ook allesbehalve een onpartijdig toeschouwer wemcht te blijven. Maar hoe zich nu uit te drukken, zonder de tappers al te droef geestig te maktn ? Kuyper doet het als Wie geregeld '} dagelijks mond en tanden met O do l reinigt, waarborgt , zijne kiezen zeker voor hol worden. volgt: ,Ik wensch uwe medewerking in te roepen om.... den openbaren verkoopvan sterken drank aan meer doeltreffende bepa lingen te onderwerpen'1. Daar nu de Staat het van den draiikaccijns hebben moet, zal hij zoo'n mooie, deftige Slaat blijven, als hij is, zal menig tapper denfcen: Kuyper kan niet anders dan den openbaren drankverkoop willen bevorderen; en wie weet hoe menig rondje de kroegbazen al gedronken hebben op zijn meer «doeltref fende bepalingen" welke zij ondertusschen, indien zij zoo goed als wij wisten wat de groote hervormer met hen voor heeft, allernoodlottigst zouden vinden. Ook heel aardig is de manier, waarop hij het meer gewone tot iets buitengewoons maakt; waarschijnlijk als een lieve at tentie voor de Koningin, die de rede moet uitspreken; daar tengevolge van den vorm, waarin de mededeel i ngen zijn vervat, de aandacht der hoorders in de sterkste span ning wordt gebracht. Zoo mochten wij lezen : ik wensch uwe medewerking in te roepen om: »het stelsel van verzekering uit te breiden tot de ongevallen bij de zeevisscherij '. It ben er zeker van, dat de scheipiinnige honderdvijftig bij zich zelf gedacht hebben : ah, dat gaat een koers uit! Niet alleen de toepassing van het stelsel van verzekering wil H. M. met ons uitbreiden.... maar het stdsd zelf! Maar met een man als mevrouw hare ledige uren nuttig besteedt; integendeel, het zou m i. wen-chelyk zyn dat meerdere officie sdana s daartoe in staat waren en er zooijende minder tijd ain babbelen en kwaadspreken werd verknoeid; maar in dazen is het toch wel eeuigsztns uw vrouvs e'gen schuld, dat ik haar, ter voorkoming van schan daal (o, daar is men in militaire kricgen zco doodsbenauwd voor I) dringend moet verzoeken ten minste voorloopig hare medewerking aan de krant te staken, opdat de andere dames wat van dea schrik zouden zyn bekomen. Eigen schuld? hoe bedoelt u dat?" vroeg de echtgenoot verbaasd. Wel het was niet slim van hair zich bekend te maken; dat hal zy nooit moJen doen Onder pseudoniem ware zij veilig gewe-st en gebleven. Vraagt men er haar naar, dan ont kent ze .eenvoudig en niemand kan haar iets maken". De echtgenoot glimlachte doch liet het zich gezegd zijn. Om den tot dua ver welwillenden en ^eer geschikten chef van haar man riet het hoofd te stooten, willigde mevrouw C. het verzoek om voorloopig" te zwijgen in. Maar zij nam tevens de Jittle hint" uit zyn gecprek ter harte: zy veranderde van psrudoniem, veran derde ook het terrein van hare medewerking en schreef rustig artikels als te voren. Herkende men r aar ondanks da vermomming en vroeg men haar de waarheid, dan ontkende zy', en de vrouw, die bekend stond als ten allen tijde voor de waarheid te durven uitko men, jokte in dezen zonder de minste gewetens wroeging. Zy werd er toe gedwongen. Heb ik u niet gesegd dat de eer" in het militaire een zser aput iets is? Openlyk han delen heet hier een schande, clandestien woidt het toegestaan. Wy weten van een o'ficiersvrouw, dat zy' de klapper», die op haar erf groeien, door bedienden op de passar (markt) laat verkoopen. Dit is voor velen een open geheim, maar de dame in kwestie is onaantastbaar want zij drijfc haar handel clandestien ze houdt gf en open klapperwinkeltje in haar huis, begry'pt u ? Tot hiertoe de voorbeelden. Nu laten we even de tegenstanders aan het woord. O/er de jiloerscaen hebban we't reeds gehad ; de meer bedaarden spreken zoo: Waar mnet 't na ir toe ?" zuchten ze, waar is de grens? De een geeft teeken- en muzieklessen, de ander kookt eten voor de menschen of .-er- j knopt klapp rs. Zij zyn de minderbegaafien, die belaas verreweg de meerderheid vormen, willen echter bij buurvrouw niet jen achter j staan, die zooveel meer verdient. Het gevolg is raijver, orcurrentie en uitoefening van ee.i beroep in stilte dat achter de grenslijn van het waardige is gelegen. Een der v^ordeelen van den olfi?iersstand is juist de weinige con currentie. Ei dan zou deze er in gebracht worden en cog wel door de dames!" Wel, 't is mogelijk, dat wij als niet-mii;tair j de zaak te * urgerlijk'' be chouwer, maar ruimer is onze opvatting zeker als wij vragen wat is er toch tegen corcurrenlii ? Ia 't gansene heelal vindt men d'e, de heele wereld strijdt en groeit dóór de concurrentie Waarom moet de otfieiersstand daarop uitzon deren? Waarom gaat men caa1 bij voorkeur tegen den mach ig-gebiedenden ontwikkdingsstroom in? Waarom l»at men ('ad' vooral, de meerwairdigen achterstaai by de minlerwa\rdigen ? Overal elders is het omgekeerd en dat' is ook wel zoo rationeel. Immers, het is ain de begaaflen, om de wereM vooruit te helpsn ; al ii het ongelukkig, het msg geen eer zyn voor de achterlijken, dat zij achterlijk zyn; zij mogen n et gesteund worden in het tegenhouden van den voor uitgang. Neen, juist da vooruitstuwers hebben wij noodig, juibt aan die moeten we vr^beid laten; remtoestellen zullen er toch ten allen tijde genoeg overblyven. Daarenboven: er diende in 't geheel geen kwestie te zyn van militair of niet militai-1. Am officiers- en andsre vrouwen op slinksche of niet-niLksche wijze de b oefening van persoonlyke gaven ea kundighelen onmogelijk te j maken, het is eenvoudig een inbreuk op iemands i individueele vrijbeid. Iedereen weet dat deze laa'ste als criteriua worlt aangenomen voor de mate van btschavir.g eener uai'e. Hoe meer de persoonlijke vrijheid door wet en staat, door vooroordeel en gewooite in een land aan banden i* gelegd, of gelegd moet wordsr, des te lagi r het peil der algemeene ontwikkeling. Wat de tot den militairen stand behoo:erde mann«n .betreft, voor hen kan m^n zich be roepen op het m^oie woord di>c>pline. Maar op de tch'ge; oo'.en der heeren officieren kan het allerminst van toepa-sirg iyi. Daarom: laat haar vrij! Niet alleen in theorie, dcch ook daadwerkelijk ! N. HARTI; G. VraiweBtlceiing in fe Illie renw. De beroemde E yptoloog G»yet heeft onlargs een merkwaardige vondst gedaan. Ho hetft r.amelijk grafstedan ontdtkt uit het jaar 300, waarin de mummies en vooral de kleedirg er v*n bijzonder goed waren geconserseerd. In het Museum Gu^imet te Pirijs is alles te zien, wit in den liatstnn tijd is ontdekt ge worden op oudheidkundig gebied. Da sarcopbagen zy'a meestal van cederhout en hebben voor het m erendeel een dikte van vier of vijf centimeter, terwijl ze twoe meter lari? zijn. Ean er van werd onder in een put gevonder ; boven op hat deksel lagen tal van voorwerpen, die tot (ffarande moesten dienen en veel kleine poj^s van gebakken aarde. Maar d« inhoud van de sarcophaag was interessanter dan het uiterlijk. Thi U schy'rt de raam te zijn geweett van do scboorp, die in dit gruf was neergelegd LU zestiechonderd jiren geleden. Zij was begraven, g'kleed in een onderkleed en turr'q'ie, alles rijk geborduurd. De kleuren er van nebben heel weirig geleden, door het langdurig onderaardsch verbi^f, en de teekenirg van de broderitën is bewotderenswaardig fiji en smaakvol. Een mai tel ligt over het kleei gespreid en een licht roode gazen sluier is om het hoof! gedrapeerd, ds slippen hangend op de schouders. Dik bruin haar, hier en daar doormepgd met enkele zilverwitte, schy'nen door den tluier haen. DJ handen zijn ontvleps^, de kleine voeten omklead met leeren panu fïMs, waarop een kruis is geborduurd, waarvan het verguldsel nog duidelyk is te zien. Het nauwe kelder ja dat de laatste rust plaats van Thi i's hield omsloten, was van rood gebakken steen, hermetisch afgesloten van de buiter.lucbt. Naast het lijk lagen voorwerpen die haar waarïChy'nl^k tijdets haar leven dierbaar waren geweest. Ein kruis, armbanden, een collier van fijn bewerkte s-teenjw, en een rozenkrans. B'ijkbaar hoorde de doode dus tot den cbrihtelijken godsdienst. Op haar bors lag een klein raanr'ja en een beker in rieten etui. Blijkbaar waren dit attributen, betoorende by de begrafenis van een christen ! laimerc, de heilige Hierory.ious zeide: «Nie mand kan gplulkig wordfn genoemd, dis niet in hrt bezit is van pen deel van het lichaam van Christus ver.at in een rieten koifja, en zyn bloei in een bek«r do^r riet uitgeven l" In de rabyheid van Th;'i i was de at achoreet Sérapion begraven, die als n?a'telaar hekend is Bij wijze van heiliging, had hy' een ijzeren band otn het midden, die zeer nauw was. Groo'e ij jeren ringen omgaven armen en beenen, het lichaam is g< huid in een lang, zwart gewaad. Zooals man weet, waren er gedurende de eerste eeuwen van onzs jirirtelling veler, die door zelfpjjniging de eeuwige gelukzaligheid hoopten deelachtig te worden. Sommigen liepen met bloote voeten op harde, Bcherpgepur.te steer.en, terwijl anderen weer zoo weinig mogelijk voelstl tot zich ramer. deze premier aan 't hoofd staan we voor niets, letterlijk voor niets! En waarlijk dat mag gezegd worden. Immers dadelijk daarop vervolgt Kuyper's troonrede: »Een regeling tfgen invaliditeit en ouderdorn (ie) in voorbereiding'. Is 't niet verbazing wekkend ! »Eeu regeling tegan invaliditeit', dat laat ik nog gaan bij de enorme hoogte waarop de genetskunst, en vooral de natuurgeneeskunst langzamerhand komt te staan; maar een regyling te^en den ouder dom". Ndetn het mij niet kwalijk, dat is mij toch wat kras! II :t is waar, deze regeling is nog maar ia voorbereiding". Da reeks van proefnemingen schijnt no^ niet afgesloten; doch er bestaat onge twijfeld alle hcop, misschien wel zeker heid van slagen, andeis had men da Ko ningin dit niet thans reeds laten zeggen. Nu, dat zal me een wereld geven, waar het calvinisme ons wil ^zegenen met een eeu wige jeugd ! Dat Kuyper tot iets groots in staat ea voor iets groots bestemd was. ik heb het altijd vermoed. DJC'I d>et hij djzj belofte gestand, inderdaad, dan overtreft hij mijne verwachting, die toch al zoo stout was. * * * Het heeft mijn vaderlandslievend hart niet weinig gestreeld, te mogen vernemen dat ome gezant te Constantinopel dea heer Serfp-'on schijnt den vootkeur te hebben. gezever, aan het drpgen van y'zeren, nanws'uitends rirgen om het lichaam. Ot der de graven, waarin vrouwelyke mammie zijn gevoi.der, is er een die schiyfcter, ten minste een geletterde is geweest B ij k baar behoorde ze tot den aanzienleken. stand, daar haar kleedirg zeer kootbaar is Naast baar lagen verscheiden tafelijes van was, zooals men die in oude tijjen gebruikte en opschrijf boe) j ?s waarin allerlei aanteekelingea waren gemaakt betriffende aardrijks kunde en taalotferiirgen. Hoedanig zou de gee^tely'ke ontwikkeling vari da se »gele«rde vrouw" zyn geweest? Watwaren baar lievelirgsvakken en vanwaar kreeg ze de hulpbroni en bij haar studies ? .. . Zy was' blijkbaar jorg toen zy werd nedergelegd in de grafsponde, wai.t haar kastanje bruine haren zyn niet gemengd met witte of grijze. Dat zy crq'iet was, b!y'kt uit de kostbare bracelelten er net halsstoer, die l y' haar werden gevonden. Behalve de vondst van deze en andere mum mies, is de verzameling in het Museum Guimet, ten hoogste interessant door hetgeen er te zien is, op het gebied van kindeikleeren en poppen uit dien tijd. De poppen zijn allen van hout, groot en lomp, maar de kleeding is juist als die van haar kleine meêsteretj 3. Man staat versteld, van het geduld en den ty'H, besteed aan he_t borduren en garneeren van die kleir,e klêedirgitukjes. Waarlijk, metige elegante vrouw uit onzen tijd, zon geen kwaad fi.juur in de salots maken, als zy zich kleedde naar het model van die houten miuiatuurdametjes, van voor zestienhonderd jaar geleden l Als een coi fectie- magazijn!:ouder het ge heim wist van de ver?aanligirg dier ragfijne gazen sti ffjn, dan zou zijn fortuin gemaakt zyn ! Op i er van, is een allegorische voor stelling van de vier jaargetijden allerfraaist uitgevoerd. Men moge veel zeggen van den eenvoud in de eerste christeneeuwen, door de volgelingen van den grooten Meester betoond! Als men ziet, hoe weinig er van dien een voud spreekt, uit de gedane vondsten, dan komt men tot andere gedachten. In de graven worden evengoed als kruisen en heilige rietenmanf'j^s gevonden, poaierdoopj?0, waarop me talen spiegeltjes zijn bevestigd l Doo j es met een zeker pastei o ai de oogleden te verven. Valsche haren om den haardos weelderiger te doen schijnen, dan deze in werkelijkheid is, en einduly'k friseertangetjes en voorwerijfts om het haar te onduleeren. Men ziet net: Er is Liets nieuws or.der de zon, en het is dwaas en onverstandig, het verledene te verhtffjn ten koste van het tegen woordige l VERA. Een Jubilaeum. De firma Veen te Sneek vierde 11. Dinsdag den 75m ve j lardag harer oprichtirg. Zij i» «en der oudste en meest btkende Nederlandsche fabrieken van cacao en chocolade. In den beginne werd in .die fabriek de aloud» chocolaad gumaakt, in de bekende witte pakjes gemerkt met letters A?AA enz. en?. Liter werJ er cacao in poeder gtfabric«erd, die om haar fijne en goede kwaliteit beroemd wer1. M e t den tyd medegaande en zich steeds uit breidende, bracht de firma Veen, de sedert zeer gezochte geconceLtreerde waterciocolade, de chucolat artist'qae t>n andere nieuwigheden iv. den handel. Hat toenemend debiet maakte een uitbreiding der lokaliteiten noodzakelijk ; de 75 jiriga is daarom in een nienw pakje gestoken, en kan iiu weer aan alle eiachea voldoe». ikt is altijd een verblijdend verschijnsel, wanneer ean industriëale onderneming zóó lang bestaa', en het pleit zoowel voor de deugdelijkheid van haar fabrikaat als voor de goede verstandhouding van werkvolk en patroon. MiMiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiimMMiiiHiiiiiimit v. Weckherlin niet alleen ons land, maar ook Zweden, Noorwegen en Denemarken zal vertegenwoordigen bij het Hof van Arbitrage i'n het Venezuela geschil. Zoo fciet men weer, als in 's Vaderland» roemruchte dagen, onze staatslieden geëerd. Europa komt bij ons te leen. Nu weer om Weckherlin. Maar hoe opmerkelijk, dat het toeval ons in staat stelt deze diplomatieke kracht een wijle af te staan. Immers er heerecht nu juist een toestand in het Tarksche land, dat er voor het verblijf van een Nederlandsen gezant te (Jjnstantinopel geen enkele reden kan bestaan. Ook voor onze landgenooten is het daar zoo rustig en veilig. En hoe gelukkig dat Weckherlin in zijn vacantiedagen, ter verhooging van de eere zijns lands, zich voor Scandinaviëter be schikking stelt, om lauweren te plukken tijdens zijn siesta. Dat de erkentelijke Nederl. Regeering, hem, ook na zijn arbeid, in zijn rustdagen, nog een maandje schenke om uit te blazen zoo is mijn bescheiden wensch. Mocht het in de Turksche hoofdstad eens beginnen te rooken of te branden, we hebben daar toch nog onzen verdienstelijken Kawas....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl