Historisch Archief 1877-1940
AM3TÉR DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 136$
De Met föPreyer.
Een van Millet's meesterwerken, bekend als
»La Femme a la Lampe", is tot l October tegen
een kleinen entreeprijs tentoongesteld in
het rustige zaaltje van Prerer's kunsthandel,
Bokte 32.
Bühet binnenkomen noodt een rijf j e stoelen
n tot plaats nemen althans toen ik binnen
kwam waren ze alle onbezet. Ge kont dan
tegenover het schilderij gezeten even bekomen
van het geroesemoes der straatdrnkte, dat
complex van oog- en oorvermoeiende
kleinbeden en n gewennen aan den overgang tot
deze zoo gansch andere omgeving. Maar lang
snit ge niet zitten voor dit doek of ge zult
de macht gevoelen die er van uitgaat; vóór
ge 't weet, zqt ge weggevoerd uit het kleine
kringetje, waarin even te voren uw gedachten
ronddoolden; ge voelt een heerlijke verruiming
in ? opkomen, die u tevens stemt tot vromen
eerbied en u deemoedig maakt. En eenmaal
vereenzelvigd met het tafereel, dat u zoo on
weerstaanbaar geboeid houdt, zult ge de om
geving vergeten, wordt het schilderij de wer
kelijkheid en het u omringende verbeelding.
Het schilderij wie denkt hier aan schil
deren, aan stoffelijk menschen-maakwerk? Zoo
overwegend is het geestelijk element in dit
kunstwerk, dat het n is, als hoordet ge een
zachte muziek,' als rees een schoone droom in
n, of de heugenis aan een vertelling, die eens
n verrukte in uw kinderjaren.
We z|jn allengs zoo gewoon geworden te
trachten ons zelve rekenschap te geven van
het schoone, dat uit kunstwerken tot ons
spreekt; maar hier ontvliedt deinst tot analyse,
tot critisch zien; ge kunt niet besluiten tot
nadere beschouwing van onderdeelen over te
gaan, jammer als ge bet vinden zoudt de
stemming te verstoren, waarin de zachte dwang
eener bedwelming u gebracht heeft. En als ge
later op straat zfjt, als menschen, dingen en
geluiden niet tot uw bewustzijn door
dringen, doordat het pas geziene heel uw
geestesleven nog omvangen houdt tien tegen
een dat ge een goed vriend dan zonder
groeten voorbijgaat.
Dagen daarna, als te midden uwer
dagelyksche besognes soms plotseling dat beeld weer
voor u opleefr, zult ge u zelf mogelijk met
verbazing gaan afvragen, welke magische kracht
toch huisde in dat doek. 6e herinnert u dan
hoe alles zoo heel gewoon was: een jonge
boerenvrouw, die by een lampje een oude
schapenvacht verstelde aan het bedje van haar
slapend kind. Dergelijke tooneeltjes, die we
tot ' beu wordens toe zagen, mochten soms
bizondere gevoelens van medelijden of belang
stelling opwekken door tragische omstandig
heden van dood of ziekte of mhère, maar
hier de vrouw is een jonge flinke vrouw,
met, ik zon haast zeggen alledaagsch gezicht,
geen madonna-gelijkenis, geen kommervolle j
uitdrukking, noch gelukzalige moeder-glimlach i
. op haar gelaat, die vrouw gaat geheel op
in haar bezigheid : het verstellen van de vacht;
kalm en blozend slaapt daarbij het kind in
den zachten schijn van 't lamplicht. En dat
alles werd geschilderd zoo kinderlijk eenvoudig,
zonder eenig vertoon van virtuositeit in een
klenrgamma zoo sober als men maar denken kan.
MÜdunkt niemand, niet de meest sceptisch
aangelegde, kan dit grootsche werk onbewogen
aanschouwen; het moet verstaanbaar zijn, zoo
wel voor den schilder, den kunstkenner als
voor den leek en beklagenswaardig zon het met
den wansmaak moeten zijn van hem, bij wien
geen greintje zuiver gevoel overbleef om voor
deze schoonheid ontvankelijk te kunnen zijn.
Als gezelschap voor Millet's meesterwerk heeft
de heer Preyer een kleine doch uitgezochte
collectie werken uit den Barbizon tijd mede
hier geëxposeerd.
We zagen er vier Corot's uit zeer
uiteenloopende perioden, eindigende met een delicieus,
levendig landschapje, een Diaz zoo forsch als
een Delacroiz, n uitstekende studie van Van
Marcke, een groote Danbiirny, een maan effect,
dat ik niet onvoorwaardelijk bewonderen kan,
een Ziem, een Du préen last not least nog
een heerlijke pastei van Millet. Een zeer vroege,
preciense Mauve misstond ie deze omgeving
niet. Heeft de heer Prey'er dan nog de vrien
delijkheid n een groote olieverfstudie van
Termeulen te laten zien, zoo ry'p en rijk van
kleur als ik nimmer (en schilderij van dien
meester zag, dan twijfel ik niet of ge zult
heengaan met het dankbare gevoel een hoog
kunstgenot te hebben gesmaakt.
J. W. N.
Panl M. t
Het portret van Paul Rink geeft mij, by
verzuim van de vorige week, alsnog gelegenheid
eenige regelen »ter nagedachtenis" over hem
te kunnen geven. Niet alleen dat ik me daar
door op plichtgetrouwe wijze van mijn
verslaggeverstaak kwijt, maar vooral wijl ik vind, dat
ook aan dezen afgestorvene een woordje van
hulde wel verschuldigd is.
Het is al haast twee weken geleden, dat de ?
kranten den dood van Rink vermeldden en dus
is het geven van biographische bijzonderheden
nu minder op zijn plaats. Ik zou ze ook bijna
niet kunnen geven; zyn persoon was me vol
komen onbekend en is me alleen van belang
om zijn arbeid. We hebben meermalen gele
genheid gehad critiek daarop te geven, gunstig
en afkeurend, maar nagenoeg altijd viel zijn
werk voor bespreking in de termen. En nu,
de herinneringen daaraan in totaal vergaderend
kan ik met overtuiging uitspreken: wat jam
mer dat deze zoo vroegtijdig by zyn werken
door den dood voor altijd onderbroken werd.
Want een, die nog met volle kracht en wel
gemeend arbeidende is aan de ontwikkeling
van eigen gaven, geleid in vast besloten rich
ting, kan gerekend worden tot de jongeren, al
is hij dan ook reeds een veertigjarige.
Daarbij '8 'n onzen lyd van onzekerheid
een talent niet zoo spoedig uitgegroeid. De
verwisselingen gaan zeer sne) tegenwoordig,
richtingen veranderen spoediger dan vroeger;
maar de individuen ondervinden daardoor
belemmering in hun beweging, die zich, weife
lend richtend in zoo bewogen strooming, de
ei pen koers moet trachten te behouden.
Rink was niet een dergenen, wier werken
't een na het ander, als uit een vasten verm
gegoten zijn. H\j was niet een dier
gemakzuchtigen of onmachtigen, die een veilig honk
hebben gevonden en daarvan niet meer los
komen.
Hij gaf op tentoonstellingen wel eens teleur
stellingen, maar zijn werk hield toch altijd
het vertrouwen levendig, dat verrassingen by
zijn inzendingen eiken keer te wachten waren.
Hij was nog volop in de studie, zocht rog
PAUL RINK f. (Naar een potloodteekening van Joh. Braakensiek).
steeds, met overtuiging en wil, zoodat een
eigene kant aan zyn streven duidelijk
onderkenbaar was.
Tot zijne eer moet van Rink worden nage
zegd, dat hij nooit de ontwikkeling van zijn
talenten heeft aangewend om in navolgingskunst
te schijnen wat h\j niet was. Hy had te grondig
besef ook zeker van de kunstuiting die onzen
tijd gedenkwaardig zal doen blijven, om met
het hulsel ervan zijn eigen producten te tooien.
Toch was hij met zyn aangeboren vaardigheid,
best in staat geweest zijn hand er toe te zetten
naar dezen of genen kant uit van de kunst der
groote modernen, werken voort te brengen,
die den banalen schilderij-smaak in 't gevlei
kwamen. Maar van al de beroemdheden, die
de algemeene vereering genieten, is er geen
spoor van navolging ia zijn werk te vinden.
Z\j a streven was beslist een anderen kant uit
l en hij had daarbij de drift tot doorzetten. Hij
zag de natuur vooral in haar kleurigheid;
kleuren in het licht, om haar klare zelf
standigheid, ieder in de eigene waarde
nagespeurd en dan gerangschikt tot een helder,
luid uitklinkend geheel. Zijn schilderijen waren
als zoovele studio's, met ernstige volharding
herhaalde proeven in dat streven. Ik herinner
me dan wel werken : oude vrouwen met haar
scherp belijnde gezichten, of kleine meisjes
met vlasblond haar en bloswangen, scherp
contrasteerend met het helle groen van gras
velden, zoo kernachtig van uitdrukking en
levendig van uitzien, dat in Rink duidelijk
een der belangwekkendste vertegenwoordigers
der jongere generatie kon worden gezien. En
al hebben we dan ook nog niet zijn doelen
in voldragen uiting bereikt mogen zien, kan
toch ook het karaktervolle werk van dezen
Ook Dit de natuur.
Afgescheiden van elke uitvoering van het
geziene in teekening of schilderij, wat is het
zien zelf dan nog een wonder en tegelijk
kostelijke kunst.
We beklimmen den top van een heuvel, en
de vlakte breidt zich onafzienbaar ver uit.
Ons gezicht bestrijkt een grens van zooveel
mylen, als ons oog nauwelijks strepen bedraagt.
En in dat kleine oog weerkaatst, helder als in
een spiegel, al wat binnen dien omtrek ligt,
en teekent zich daar nauwkeurig af tot in
miljoenste deeltjes. Een mijl op een streep...
voelt of begrijpt ge, wat dat wil zeggen ?
Dat wonder, latend voor hetgeen het is, als
zijnde de eerste, natuurlijke, eigenlijk dier
lijke gewaarwording want ook de dieren zien
en aanschouwen, en. ... onderscheiden soms
vlugger dan wij maar ondervindt ge na die
eerste, primaire inwerking nog niet vele andere 1
Kwam de vraag nooit eens boven, waarom die
kring rondom u, die horizon, noodwendig een
cirkel dat uitspansel boven u, een zuivere
overkoepeling moet vertoonen ? Viel hat nooit
eens op, hoe onder het stijgen de gezichteinder
langzaam met u oprees; zoodat het onderzoek
overweging verdienen zou, of dat altijd, ook
bij sneller en hooger vlucht zou gebeuren, in
een ballon bijv. ? Dat schijnbaar ry'ztn van
de vlakte met alles daarop, het dalen van het
luchtruim daar boven, dat convergeeren en
concentreeren der ganse h e omgeving, kortom
een latge reeks van ziensverschijnselen zou
dan worden onthuld. Doch er is nog zooveel.
AU contrast of protest tegenover die machtig
horizontale, staat al dadelijk de niet minder
krachtig verticale beweging in het landschap
zich uitsprekend in de menschgestalte, in
bouwwerk en plantengroei in het strekkend
vergezicht domineerend als mijlpaal of molen
wiek, torenspits of populier. En tusschen beide
in buigt, schuivelt en kromt ah overgang en
verzoening, als transactie, de loopende zigzag
of bewegelijk rankende lijn, als golving van
slingerpad, oever en vliet, over akker en
heuvel beweeg, langs boomomtrek en
boschI silhouet, naar het immer vormwisselend wolken
contour.
Zoo groeit uit overzicht, inzicht, in het groot
lijnen plan der natuur, van den bodem naar
het zenith ; van welk schema de horizon de
belangwekkendste blijft. Eindigt de vlakte
daar, de lucht, de wolkverschijning begint
er, opdoemend of wegtrekkend.
Het landschap staat stil het wolkenheir
wordt, worstelt en vergaat. Het leeft, actievol
en dramatisch, en schept de stemming der
aarde meermalen per dag om. Het vergoedt
den bewoner der laagvlakte soms zij a gemis aan
bergen en deelt zijn grond een trek van
grootschheid, van gezelligheid mee.
Verheffend glijden de vlietende
wolkschadnwen over zijn diep groen verzadigde weiden
en stille vaarten. Door lieflyke en bevallige
lichtspeling en sehaduwval worden zy'n eenzame
hoeven spraakzaam, leren zijn verre steden en
dorpen, met het grijs en rood van muren en
daken in de kleursymfoniën van morgen- of
avondgloor. De wolken regeeren het licht,
houden het vast, laten het uitstroomen of doen
het weerkaatsen. Ze geven het lar dschap zijn
grondstemrning.
En nu moge de visie voor lijn, vorm en
kleur, toon en concentratie van licht - dat
vermooid zien van de natuur bij enkelen
't gevolg zyn van beslisten aanleg, by weer
anderen de vrucht van langdurige studie, het
zich van ty'd tot ty'd inlaten met, of zich over
geven aaa een dergelijk optisch onderricht
moet ieder ten goede komen.
Laat ons nemen een stadsgezicht in vogel
vlucht.
Waarom na de moeite van het torenklimmen,
alleen in 't eerst zoo verbijsterend complex
slechts een paar overbekende punten opge
diept, om dan verder te constateeren, dat het
daar boven luchtig aanvoelt, maar... het
uitzicht er prachtig is 1 Waarom niet getracht
in die zee van huizen en daken de voornaamste
punten, in <iat weefsel van loopgraven en
gangen de hoofdaderen te ontwarren ? Niet
beproefd van enkele gebouwen en monumenten
de groote massa's, omtrekken, profielen en
afmetingen goed te onderkennen ? Niet ge
probeerd verdeeling of partijen te onderschei
den, groepeering of plan, in groote trekken,
van stad en environs te snappen ? Of waarom
niet stil gestaan, om in het breede
lichtspelingen en kleurcontrasten te bestndeeren, ten
einde een ruw beeld, een algemeen silhouet
te vatten en althans een indruk van 't ge
heel mee te nemen ?
Aanschouwen is goed, komt bijna vanzelf,
maar daarna volge het beschouwen, waarbij
het om opnemen en onthouden te doen is,
onverschillig of het kunstwerk of natuur geldt.
De leek aanschouwt het geheel, wat voor
oogen is. De liefhebber, kenner of kunstenaar
begint waar de andere eindigt, om vervolgens
door analyse en synthese, door zoeken naar
evenwicht tusschen opgave en vertolking, door
vergelijking met analoge en al vroeger geziene
uitingen te komen tot een nieuw
ensemblegezicht een vollediger, dieper en rijker
aanblik des geheels. Al klimmend trekt hij den
berg rond, om op zijn spiraaltocht niet alleen
een verhoogd, maar tevens hooger standpunt
in te nemen.
Weer een andermaal zijn we aan zee. Dwalend
en klauterend over strand en duin, valt het
beurtelings met ona dalen en rijzen van de
kim nog gemakkelijker onder observatie en
conhóle. De golvende lijn der deining vindt
haar opvolgster in de rollende, weldra werve
lende en spiraallijn der opgezweepte baren,
storm- en onweerswolken. Terwijl door de
beide bedrijvige en woelzieke elementen
lucht en water de horizontale lijn verbannen
wordt, blijft in rust de strekkende
gezichteinder domineeren.
Zeker, het lustige spel der golven, de aardige
tooneeltjes aan 't strand en tegen 't duin, het
uitstevenen of binnenloopen van de
visschersvloot hebben als gebeurtenissen u meermalen
vermaakt: met niets te doen dan maar te k ij keu,
trekt en boeit de zee altoos. Doch met haar
alleen, waar zy uit den grauwen horizon, op
u afkomt, in al haar grootheid, zonder paden
of wegen hebt güdan de mogelijkheid
verondersteld, in dien baaierd de algemeene
beweging, den grooten polsslag, het regelmatig
verloop zelfs te kunnen benaderen ?
Stellig ontging by kalm getij, het flikkerend
zonlicht en de wisselende kleurwerking op de
breed gespreide watervlakte u niet. Honderd
maal gaaft ge uw verwondering lucht l
Zocht of speurde uw oog ook wederzydsch
verband, daar wolken en water van nature
al verwant beide het licht weerkaatsen in
uitermate verscheiden aard, en intenser dan
op de vlakte ? Doorliep uw blik nooit de
ruimte om overeenstemming tusschen omhoog
en omlaag, om samenhang te vorgchen tusschen
het met stippen bezaaide strand en verwijderde
punten op zee ? Weer anders doen de door
den nacht verzadigde morgenkleuren aan, dan
de door den dag gerijpte, warmere avondtinten.
Wat kan een doodeenvoudig moment: het uit
komen van een groep tegen het zand of tegen
den oceaan, van een silhouet tegen de lucht,
al een aandoening wekken.
Maar niet aanstonds wordt het oog gelokt
door het schouwspel van lijn en kleur, of is
de geest vaardig voor toon en stemming. Het
accoord van het Hollandsche landschap en
zeegezicht is intiem en diepliggend, misschien
moeilijk te vatten. De natuur vermooid te zien,
als samengesteld uit louter schilderontroerin
gen, als beeldde zy zich zei re af als een schil
derij, waarvan men deel uitmaakte daar
begint men niet mee.
Er is gradatie en er zijn trappen. En reikt
de laader ver, optisch onderricht zal er ons
moeten brengen.
begaafden schilder, al is 't ook minder direkt,
van heilzamen invloed zijn op het streven
van alle recht-willenden.
W. S.
ii n in iini iini ui imiiiiiiiimii in in in in ui i u iiiiiiiiiniiiiin
C H O O O L A T-V EEN
AIMISTNtli:
LE PLUS DÉLICIEUX CHOCOLAT POUB CROQUER.
Panorama-GreTDou'w.
Amsterdam, Plantage.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Vast e prijzen. Toegang vrij.
DE PHOENIX.
234 Spuistraat, Amsterdam.
Meubileeringen.
Geïll. prijscourantea en begroetingen gratis.
Levering onder volledige garantie franco
geplaatst door geheel Nederland.
L BINNEN-:
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN- VERSIERING
SDER-WONINGH
12O-ROKIN-12O
12 Etsen van
WILM STEELINK.
Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN,
Bibliothecaris te Utrecht.
Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst
in rood kader met vele vignetten en
handteekeningen, kost dit prachtwerb
(groot folio fonn.) gebonden slechts
- ?12.50.