De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 27 september pagina 3

27 september 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

1370 DEAMSTERDAMMEB WEEKBLAD VOOR NE D E RL AND. stone was 83 toen hij zijn laatste ministerie samenstelde. £a hij kan, ia afwachting van deae hoogste voldoening van eijne eerzucht, zijn politiek jasje nog wel eens, of desnoods meermalen, keeren of ver wisselen. Zooveel is zeker: Chamberlain's ver-f d«ujaing van het tooneel is slechts een femle. De vraag is maar, wanneer wij deeea meester in beginselloosheid, dezen virtaoas in unscrupulousmss, zullen zien terugkeeren. Misschien zullen wij dan nog met weemoed aan den philosofischen Balfour terugdenken. "Brief Bit Utrecht, door JAS VAN 'T STICHT. Er .zijn, of schy'nen hier plannen aanhangig «oo groot en grootspa, alsof we In Nieuw York woonden, in plaats van in... Utrecht! Het eeuige onderscheid is maar, dat men er in NituwYqrk in n of tw«e jaar mede klaar zou zijn, terwjjl het hier wel n of twee menschengeslachten nl duren voor ze verwezenlijkt zijn. Daar is ia de eerste plaats het groote fpoorwegplati: de verlegging van de lijnen van Amster dam ea Rotterdam r, aar den Bosch en Are hèm lange de Keulsche Vaart, (het Merwede Kanaal) en, in verband daarmede, de verplatting van het Qentraalstation raar den .oever van dat zelfde kanaal. Wel, het is vreemd of eigeniyk is het niet vreemd maar sedert er van Blaatswege een commissie ij benoemd om caar de ui t f oei baarheid van dat kostbare plan een onderzoek in te stellen, en de voorloo^ige be richten, of liever geruchten, weinig goeda noj>e»s den uitslag van dat onderzoek doen ver wachten, zyn de klachten omtrent d spoorwegover wegen, die onze stad van alle zijden omringen, vooral den arbeidenden stand zooveel oponthoud veroorzaken, nog grüadlicher" ver stomd dan diéder spoorwegambtenaren over hun toestand", ,sedert de ei q>;ête-commissie daarnaar een onderzoek instelt Zoo'n commissie vervult nog altijd de rol van het bekende Jdititje! Dan zweeft one hier nog altijd boven het hoofd het plan om het stadhuis in de plaats van de Janskerk op het Janskerkkof te zetten, maar daar schijnt Oorlog niet tevreden dat het ons voor de uitbreiding der stad naar het Oeeten met het fort de Bilt en zijn kleine en groote .verboden kringen" ia den weg staat on* ook eenigseins te dwarsboomeo. Daar ia namelijk in een zeer onaanzienlijk,'tegen de Janskerk staand gebouwtje het bureau van den plaatselyken kommandant gevestigd en waar Ooi log eenmaal een plaats veroverd hoeft, daar laat het zich, naar jyn stra tegisch beginsel, niet neer 200 gemakkelijk uitdrijven. Tot voor korten tyd was beneden dat bureau ook de hoofdwacht gevestigd, waar een detachement 24 wen achtereen op aritsen sliep of op tafels hing en vroeger 's avonds ten 9 uur de taptoe geslagen werd en een gedeelte van de stad van de Jansstraat over de Veerstraat naar de Willemskaierne in rep en roer bracht door een geweldigen roffel door een breede rjj trommelslagers teweeggebracht, die dien weg eiken avoud aflegden. In die dagen weid er -op Oudejaarsavond groote taptoe gehegden met muziek van de veldartiilerie, die doer de geheele stad trek. Doch toen er by zoo'n gelegenheid eens een man door een pistoolschot doodcljjk werd getroffen, trachtte men verdere dergelijke ongevallen te voorko men door de groote taptoe af te schaffen en het «ehieten te laten voortduren. | DE KONING KOMT! Naar het Duitsch, VAN KARIN MICHAELIS. De ZiekeEkairerstraat windt zich in smalle jaramerhjkheid tusschen de huizen door. Eens een hoofdstraat, pul en voornaam, is zy nu een achterstraat, *?" een on»andet)yk achterstota je. Zg leeft in de herinnering aan vroegere tjjden en in bet bewostzijn, een historisch huis aan haar ne, en den ryksten en oudsten man der stad aan haar andere einde te kunnen vertoonen. De rijkste en oudste man, de verver en wolscheerder Jens H-insen is byna honderd jaar oud; daarom ziet z\)n ei f er ook uit, alsof het reeds den eeuwigen slaap was ingegaan. De steenen trap leidt raar een verweerde, knobbelige, met groote spijkers besla,en deur, zoo stevig als de deur van een koninkl^ke schatkamer. De deel van hst huis is groot en kaal, heeft een steenen vloer en een zoldering met dikke balken. Onder de kleine dwarsbalken stralen twaalf roode manen, de symbolen van het jaar. Die afbeeldingen van de maan waren eertijds de vreugde van de boeren, zoo duidelyk geleken zy op de echte maan aan dan hemel. Links aan het venster, by de afgesleten lange tofcl, zit~een oude g.kromdu knecht, gekleed in een witte broek en een blauw hemd, en met een puntmuts op hst hoof i. Door het groene, licht gebogen glas van de vensterruiten valt een goulglanzend, gedempt licht, dat tot vredig gepeins stemt. Lorenj zit goed, want hy at lang Zyn pijp gaat niet uit, maar is ook niet aangestoken, dat gebeurt pas 's avonds, als het werk is afgeloopen. Maar de doorrookte steel smaakt toch naar zijn ge liefde tabak. Hm," zegt hy' van tijd tot tijd. Ja, j i, dat is zoo,' wordt er dan geant woord van de lange tafel aan het venster rechts. Daar zit een oude vrouw, zoo rimpelig en genoegelyk aU een goed gebraden appel. Zy' breit een kous van blauw en wit katoen. Vóór den middag staat Lorenz op om zijn rondte te maken en te zien, of alles iu orde i?. Hy houdt van de ververy' met de taaie liefde van een oud man. De leege kuipen in het bijgebouw zien er uit ah reusachtige tulpen, delepeis stellei de meeldraden voor. Korenbiauw zy'a ze, en okergeel, en rood, als een mooie fijne zakdoek. .Niemand kan zien dat de kuipen sedert twee-en-twintig jaar niet meer gebruikt zijn. Met zijn hemdsmouw veegt Loienz het siof van den Itpel in de koreablauwc ku'p. De spinnewebben, die ongostosrd en weelierig in alle hieken en gaten hangen, als klimop aan een ruïne, worden nooit weggeveegd; dat staat juist zoo gezellig, vitdt Lorenz. Da muizen kruipen weg; alles staat op zyn plaats. Ilij strooit gerst voor de gulzige kippen, hakt wat beukeiihout en strompelt dan raar den zolder, De gewone dagelijksche taptoe kwam tot haar einde door het afbranden der Willemskazerne op welker plaats de H. B. S. voor meisjes werd gebouwd. Veel later eerst is de hoofdwacht opgeheven, wier eenig nut dan ook daarin scheen te be staan, dat er den geheelen dag een schildwacht op en neer drentelde, die nauwlettend uitzag of er ook een hooggeplaatste z\jn weg daar langs dreigde te nemen, om dan de geheele slaperige wacht ia 't geweer te roepen, ten einde aan den voorbijgaande de noodige eer te bewijzen. Tegenwoordig merkt men van het bestaan van het militaire instituut tegen de berk nog maar iets als men een jongeling tegen den uitgesleten trap naar het bureau ziet opstrompelen om zich aan te geven voor koloniaal" of een verlofganger denzelfden weg ziet nemen om zyn pas te laten afteekenen. Het is dus te verwachten dat de tegenwer king van Oorlog in dit opzicht nog wel overwotnen zal worden en dat we pp dat plein eenmaal een monumentaal raadhuis zullen zien stichten, Het tegenwoordige st&dhuis is dan als geknipt voor een postkantoor. Het thans in ge bruik z\jnde hoofdkantoor is door de regeering EU voorloopig wel weer uit da engte" gered door voor een vijftal jaren een naast gelegen stal te huren en voor bureaux in te richten, maar het blijft daar behelpen. Ei als het tegenwoordige stadhuis voer postkantoor wordt ingericht be hoeft men waarJyk niet bevreesd te zijn uit gelachen te zullen worden, als om de Kamperui, die het Ruk nu weer de onschuldige Ktmpecaira heeft op den hals gehaald door den bouw van een tweemaal te groot postkantoor. Etfio, als het stadhuis op het Janskerkhof komt zal het daar staan in een passende om geving, ook in hiatorischen zin. Want op dat plein hielden in vroeger ty'd de gilden hunne morgeospraken" men dineerde in dien tijd vroeger dan tegenwoordig en hield daarna zijn siesta en in een hoek van het plein prijkt nog de hooge stoep, die raar da deftige statenkatner leidt, welke thans tot museum van de prolessoren Habrecht en Rosenberg huisvest en de lijken der gevangenen uit Leiden die daar in den kelder in blikken kisten met spiritus bewaard worden, ten behoeve van de aangrenzende snijkamer. Man is thats reeds druk bezig om de hoekige en smalle straten, die van het Domplein (de Zuidzy'de), naar het Jamkerkhof leiden, te hervorm in in een fraaien breeden toegangsweg, zoodat men van het Janskerkhof de schoone Domkerk onmiddelyk in 't gezicht heeft. Naar het Oosten staat het Janskerkhof door de breede Nobelstraat en de daarop uitloopende Nachtegaalstraat in rechtstreeksere verbindicg met de drukbevolkte Maliebaan en omligger.de wijken. Ea a) geeft de Nachtegaalstraat door hare te geringe breedte in den laat et en tyd ook aanleiding tot vele klachten, men hoopt dat de aankoop door de gemeente van een groot terrein in die straat, ook het begin moge zijn van een streven naar verbetering en ver betering van dien toegangsweg. O irer de Potter straat zijn door de herhaaldelijk voorgekomen ongelukken, zoovele klachten gerezen dat een verbreeding ook daarvan niet kan uitblijven. Dan de Jansstraat nog maar, en ook van de Westzijde is er een irtchtige weg van het station naar het stadhuis. Ik zal m'n kleinkinderen vast waarschuwen, dat ze hier in«ttertjjd nog meer belasting zullen hebben te betalen dan waaronder hun opa th*ns gebukt gaat. Aan de Zuid-Oostzijde der stad zullen we kry'gen de terreinen zyn er althans reeds voor aangekocht of ten geschenke gekregen een Hervormde kerk, een Roomsche kerk, een flVMrtrf.iltllMHnuimlIlmlIMMIMIIIIIIIIINtlllltlllNIII wair een niet bepaald aangename geur heerscht. Lams , geiten- en vosseavellen, en koehuiien waarvan de mageu cog niet zyn weggenomen, hangen daar op y^erdraleu uitgespannen. Sshaaimessen en woltcUaren liggen te roesten op de groote weegschaal. Het geheel maakt dan indruk alsof een lange Sibbathsrust op den zolder is neergedaald. Sommige menschen zeggen, dat Jens Har.sen, de verder en wolscheerder, eenige duizenden guldens had kunnen verdienen door den ge heelen boel te verkoopen, vóórdat de motten en de vliegen alles hadden bjdorven. Maar rijke memcnen hebben den tyd en ds middelen onj gevoelens te koesteren, en Jens Hansen had een gevoel, dat hy zelf ook het buis zou worden uitgedragen als kelder en zolder wer den leeggemaakt. Lorenz pompt een paar emmers vol water ea draagt ze naar binnen, waar Mette rm voor den haard staat. Hij gaat op het houtblok zit ten, neemt haar breikous op en begint te breien. .?Niet te stijf, Lorenz, niet te sty'f! Ei wees voorzichtig mtt myn kluwen, hoor !" Kort daarna moet hy den brij roeren, terwyl Mette door de voorkamer naar de zaal gaat om de tatel te dekken. Daarbinnen zit de vrouw dei huizes op een verhooging bij het venster, waarsoor een t-pioiinetje hangt, dat zóó groen is geworden, dat het lijkt op een verzameling kikkereieren op een eendenvijver. S.ijf en stratn zit de oude nvuw daar op ha*r stoel, een rachtinuts op tiet h ofd. Haar handen rus ten in haar schoot, zoo kaiin en si il als alleen mogelyk is voor ha.iderj, aie weten, dat hun werkdag voorby is, en dat het werk goed gedaan is. Zij is blind, doch d-. wer,kbrivawen staan donker en scherp gUeekend boven di doffi oogen, ver.ueld door do staar e,i lut m e a van den geneesbssr. DJ zonde, haaf Gjd ervoor te hebben gedankt, dat JeiiS vóór haar is blind gewordsr, in plaats van over zijn o. geluk te weenen, is zij zich bewust. IJ lelheiJ houdt haar rug recht on Ja ks jic'ut en oulerdoin. Als ecu beebl van Holger Darske, met do hand onder da warg en den baard op de tafel, zit de "oude verrer e:i woLcheerder op de sofa. Telkens als de groote oude han^klok rtrismaal tik'' heeft gezegd, antwoordt een t ichte echo in zyn borst: tik", en telkens als de klok een vol uur heeft geslagen, zegt bij: Zie:o?, moeder, nu ia dit uur ook al weer voorbij." Laat ons God daarvoor da: ken P klir.kt onveranderlijk het antwoord. O -erigers wonit het gesprek alechts door get'achi'n govoer], want de beide ou'jes der kon hardop, en wat in den eenen hoek worit gezegd, wordt in den anderen beaarnl. Mette brengt da pap binnen en zet clcn schoteïr.ecr op d-: met bruin wfcsrlysk beiïefeto tafel. De curie vrouw komt vati Lurii- --c ihoogira; at en vindt tast :;d den wet; \Vi; iic j: ook ht)f:er, va'.br V' ira-ut rij. Maar de OM.- man. n nat f;..;; hii:p 'oï'J. Zijn bevtiid.i l-and/u ki.un.sn rs-^ !>:>:?': ?:. n Irjr l bantc;reii, jr.aar *an f.i.-.u :a' t ee.i vor:-. i;:-.! iL-.; geen fjirake inetr. D.;arvi;n heeft !.-!j atsfar. i moetfn doe;,, tegelijk met zijn t&ü''^;'. t!vf;'eenigdeji dui'eid vorsten en k.>r.in;v"-:; zieh i'i al huiïpracht er. hte: Jijkhtij, aa i';r.'. n R. K. ziekenhuis en een klooster of iets der gelijks. Dat zal daar dus worden de vrome buurt" en met het oog op de voortvarendheid van kerkelijke zijde steeds aan den dag gelegd, mogen we verwachten de totstandkoming van deze inrichtingen nog wel te zullen beleven. Een niet zóó vrome inrichting is hare vol tooiing al haast nabij Het is op het Oudkerk hof de 8>cieteit Cim'rinus, vroeger gevestigd in het bekende huis Lotz, dat sedert eenigen tyd van eigenaar is veranderd. Een aantal ttudenten, lid van die sociëteit een soort van cafétrop tard, waar, als nergens anders meer iemand wakker was, toch altyd nog eenige ontspanning te vinden was hebben dat huis aangekocht, la'.en verbouwen en naar hun zin inrichten. Daar kunnen ze nu eens echt gezellig bij elkaar zyn ! In het vroegere huis werden de deuren der sociëteit by vaderlandsche- en orarjefeesten gastvry voor stadgenooten geopend en de sociëteit was dan toepasselijk versierd en droqg den vaderlandslievenden naam Van Geuzenhol. Dan ging bet er nog wel eens liberaal-vader landslievend toe ! De nieuwe studentensociëteit op het St. Jans kerkhof schijnt wegens gebrek aan gezellig heid" niet alleen by de bezoekers, maar vooral bij da zalen van het gebouw zelf, door de leden van bet corps nogal gemeden te worden. tmimttuiutlMMmtttttmitlufinmtimittninilulMllilllMiilillliH Sociak aanqclcqznfiabwt ^ v «iiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiniiitiifiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii Een'Baaacée? De faam, getuigend van groote vermeer dering d<er opbrengsten van den bodem, een overvloedige litteratuur, altijd maar weer aandringend op uitbrei ling van hec vak, een stroom van specialiteiten" in nieuwsblad of vakorgaan voortdurend ijverend voor het bedrijf', de lust tot peuteren aan het agrarisch vraagstuk, om n.l. den arbeider een stukje tuicgrond te verschaffen, of in 't algemeen het klein grondbezit te herstellen, dit zijn allemaal omstandigheden, die elk afzonderlijk en alle te zamen er toe hebben medegewerkt om den tuinbouw in ons land populair te makeu. Men kan zich er over verheugen, dat de groeiende belangstelling in de aangelegen heden van het platteland bij voorkeur zich uit in betuigingen van sympathie voor dezen meest intensieyen vorm van grondbewerking. Gedeeltelijk toch ligt hierin een erkenning van de maatschappelijke beteekenis en waarde van dit bedrijf. Maar bedenkelijk woidt 't wanneer die ontwaakte belangstelling ontaardt in een sollen met den tuinbouw en men, overschattend de beteekenis en het uitbreidingsvermogen, de ruimer beoefening van het tuinbouwbedrijf gaat beschouwen en aanprijzen als een soort universeel geneesmiddel voor alle de kwalen en plagen van het platteland. Dan zal die overschatting van oen tuinbouw er toe kunnen medewerken dat de aandacht van andere vragen wordt afgeleid, dan zal 't sollen met den tuinbouw een goede be hartiging der algetueene laodbouwbelangen in den weg kunnen staan. En zoover is 't nu reeds gekomen, niet alleen bij de «spraakmakende gemeente", maar ook retds in de kricgen van regeering en volksvertegenwoordiging, 't Is me zelf HitiiHituMiiiMitiifiiiiiiiiiiimiiimiimiiiiiiniiMiiiiiiliiiimiiniit zij nog niet in staat zyn, een eenvoudig brandiKstdbiad te maken," dat sload geschre ven in hun stichtelyk dagboek". Ea w»s het dan geen beepot ing, ja meer zelfs: was het dan niet God verdoeken, dat de kwakzalvers van den tegenwoorJi^en tyd zich ophielden met het maken van tanden uit iroor? Jens Hangen en zijn vrouw bogen zich voor de wet der ver gankelijkheid. E'ke tand die uitviel, viel erenals het muntje, volgens Gjd's wil. En zoo aten zij dan pap. Na het eten kwam Meite weer bknen. Wel moge het u bekomen!" Vergeet niet GoJ te danken, Mette," klonk de waarschuwende stem van de vrouw des huizes. Moeder," zeide Jens Hansen, fle lucht ly'kt my zoo prachtig blauw toe, zullen we eens een beetje door den tuin wandelen 't" De ouae vrouw, die altijd graig tegensprak, antwoordde: Ik geloot dat er boven de kerk een regenwolk hangt. Maar zij stond tcch op en nam den arm van haar man. En beiden op een stok steunend, verlieten zij de kamer. Jeiis Har.sen werd altyd aangedaan bij de gedachte san hoornen en bloemen. Goddank dat wij niet zoo blind zyn, als somoiige anderen, die noch de zon noch de maan kun'en zien." Ei hij richtte zij;i glaneloozc oogen, die zoo verbleekt waren als ver welkte vergeet-rcy-nie'j es, op zijn vrouw. Het bewustzy'n van hun verioren gezichtsvermogen knaagde als een worm aan de gemoedsiust der beide oudjes. Zij wilden niet blind zijn. Beiden konden d';n zonneschijn nog onderscheiden als bluedrooden nevel, en, bteunende op dit kleine reitj-i van hun vermogen om te zien, vertelden zij e;kaar allerlei or schuldige Jeugenf j 'A Wan neer zij arn hun rheumatische ledematen voel den, dat het slecht weer was, dan deden zij het altijd voorkomen, alsof zij den wind of'den re^en korden zien. Lorenz hoorde het stoo'en van de twee stokken op den vloer, en kwam eerbiedig op zijn kousen naderbij om de deur te openen en het tuinhek vast te houden, terwijl de twee oudjes arm in arm de verweerie trap af gingen Iu den tuin groeiden aardbeiranken en vergeetmij-riieij;s o belemmerd tusschen het zachte gras door. Kozen, goudsbloemen en reseda stonden in vollen bloei; de vlierstruiken droegen zwarte be^en, en de jonge spreeuwen piepten iu de restjes. Dat allts zien" de oudjes. Lingzaam, voetje VOLT voetje,strompelen zij door den tuin, eiken heester betastend, v/üiriekende geuren inade mend, en luisterend raar het gekweel der vogels. l Kn dan gaan zij op een bark zitten en i spreken over liet verleden. Oude tijden en oude l \risnden worden herdacht; mosdeitja verdiept ' ?Ach in baar herinner}: gen en vadertje in de ' zijne, en geen van beidc-n luistert naar de v, ooi den van deii uuder. Maar dat doet er -.iets l" !>-,? v.'ltie rozenstruik, die gepiant w?rcl, toon Jens Harsen bas.a werd, bloeit en geurt boven hun hoofden; nijr.a zavcritig jap.r is zij oud, t':i de tvee oi»';-s zijp. niet vsr i,au de hondc'd. D. wir.d t'.u::Uït c'o c r Ja takken, de warme wel overkomen dat me op een verzuchting over hooge pachtsommen en geringe resul taten van den graan bouw door een zeer hooggeplaatst man_ werd geantwoord met de als terechtwijzing bedoelde vraag: waarom leggen de landbouwers zich dan niet mier toe op den tuinbouw? Ia dezen gedachten gang werd de tuin bouw dus reed j geacht te kunnen oplossen de sociaaleconomische zoowel als de technische landbouwvragen. De »man in the streel" moge zoo redeneeren, dan past een glimlach. Maar ernstiger wordt 't indien de stuurlieden van den Blaat ook zoo spreken, ge tuigenis sfljggend van een volkomen wan begrip, alsof'de pl.m. 30.000 hectaren tuingrond zoo maar kon worden uitgebreid met de pl.m. 2 millioea hectaren akker en weide. Het uitbreidingsvermogen van den Nederlandschen tuinbouw is waarlijk niét zoo groot. Onbegrensd is 't heelemaal niet. Opgewonden «.specialiteiten1' a la Ericus hebben indertijd wel eens een fchilderij opgehangen van Nederland als Europa's vruchten- en groententuin, doch j tmoaer ge noeg hebben ze daarbij vergeten dat er niet alleen een groeiplaats, doch ook een verkoopgelegenheid moet zijn. Ea aan die laatste hapert wel iets. De grens van het eigen verbruik, dat wil z3ggen dat de binneulandsche productie en het binnenlandsch verbruik tegen elkaar opwegen, is door den tuinbouw reeds lang overschreden. En de productie neemt ge regeld nog toe, niet alleen door een stijgende opbrengst van den grond, als gevolg van een meer wetenschappelijke behandeling, maar ook door een steeds zich uitbreidend aantal tuiniers. Terwijl in de 10 jarige periode (1890-1900) tutschen de 7e en 83 volkstelling het meEscheraantal toenam met 13 pCt, nam het aantal personen, werkzaam in het tuinbouwbedrijf', toe met 24H proceiit. De verhoogde productie heeft gedeeltelijk haar weg kunnen vinden in het binnenland, als een gevolg van het alge meen toenemend consumptie-vermogen, dat wederom een gevolg is van den algemeen verhoogden levensstandaard. Overigens woidt de Nederlandsce tuin bouw meer tn meer afhankelijk van buitenlandsche afnemers, wat bewezen wordt door de uitroercijfer?. De statistiek geeft aan dat de z. g. uitvoer uit het vrije verkeer voor enkele tuinbouwproducten bedroeg: in 1800 in 1900 Aardappelen . 62 240,867 Kj. 141,815,669 Kg. waarvan raar Pruisen . .31392079 50,587813 BuomvrnchSen. 13 54ii 631 22,391631 waarv.n.Pruisjn 568 688 13,209 233 Groenten . . 65540312 1.^8.054224 waarv.n Pruisen 28,093 465 86.239,748 Een in alle opzichten dus enorme st\jging van den uitroer, voortdurend ook in de twee laatste jaren, waarvan de cijfers nog niet geheel ter beschikking zijn. De vraag is nu maar of die buitenlandEche yerkoopsgtlegenheid altijd zoo gunstig zal blijven, dat we steeds kunnen rekenen voor een groeiend tuinbouwbedrijf afnemers in het buitenland ie vinden. Die vraag zou ik riiet gaarne bevestigend beantwoorden. Immers, we leveo in een tij i dat elk land meer en meer streeft te worden de produ cent van zijn eigen veroruiksmiddelen. De economische verwording der nijverheidsbedrijven wijst al in die richting en de landbouw gaat velgen. Ook de wetgeving der staten' wordt aan dat streven herhaalrozengcur maakt hen een weinig dommelig. Heb je get>laper, vadertje '<" Wel neen, hoor, ik zat te denken l" Waaraan dacht jj. ?'' Wel, ik zat erover te dei ken, dat ik sinds Frederik den Z-3fden geen optocht heb gezien. Tegenwoordig gaan er stoombooten e,i treken, en Kopenhagen ligt eigenlijk in 't geheel niet ver hier vandaan. Ea ik heb altijd gewenscht den koning eens te zien. voordat ik sterf. Wat zou j s daarvan zeggen ?" Ik zou zeggen, dal je met die dwaasheden Biair moet wachten tot ik dear ben, waar wij allemaal thuis hooren. Ziezoo: en nu ga ik weer naar huis." uit louter ijver boort zij haar stok in een molhhoop en zou by'ua gevallen zyn. Je zoudt ons voor God ea alle menschea een gek figuur laten slaan I" Ja, zij was werkelijk boos. Maar na de koffis slaagde Jets er n, haar weer in een goed humeur te krijger, en wel door haar voor te steller, boven" eei s een l<ijl<je te gaan nemen. Da bovenverdieping was namelijk de vreugde en trots van de oude vronw. Toen Mette h;orde, wat er zou gebeuren, vloog zij, zoj gauw ba ir rheutnatitche beenen haar korden dragen, de trap op, met een stofdoek IE de hand. Want al was de oude vrouw ook stekeblind, in al haar tien vingers had zy oogen genoe/. Toen trippelden vadertje en moedertje door al de rieden gemeubileerde" katners van de bovenverdiepirg rond. Hy betastte de behang sels en de vensterkozijnen, om te zien, of er ook werklieden noodig waren, en zij bevoelde de overtrekken dsr meubelen, sritffelde overdl raar stof, en streek met de hand over de vloeren om te voelen of alles wel goed schoon w i s. Al het blankgepoetste koperwerk en de kast met het zilver werden onderzocht, al het linnen werd geteld, en de mijden j iponnen werden van het halsboordje tot aan den zoom van den rok betast, om te zien, of da mot er niet in gekomen wa*. We klseren waren bijna driehonderd jaar oud, en waren in den loop der tijden opge kocht van allerlei oude families uit de buurt. En over elke japon wist de oude vrouw een geschiedenis te vertellen. Als ik dood ben, moeten ze naar het museum," placht zy te zeggen. Liter op den middag zat zij weer op haar verbooging voor het raao), en de oude man zat op de sofa, en do groote hangklok tikte, totdat de zon was ondergegaan. * * -XEen krant hielden da oudjes er riet op ra. Daar staat niets anders in dan nicuwprv?e!.«che leugens en lichtzinnige artikelen over comedies en zingende jrtt':ouwen on dergelijke wereldsche dingen niets voor fatsoenlijke merschen." Dcch Loranz was in stilte op een courant geabonneerd en hij en Mette lazen alias, zoswel de polletiek", als de ongelukken" on het vuileton". Eens op een dag sprong Lorecz ceder L11 lezen van de krant plotseling oj>, en Hop zotder zijn klompen uit te trekken, zoo bard delijk dienstbaar gemaakt. Doctrinaire yrijhandelaars mogen dit betreuren, het feit ligt er eenmaal en met dat feit moet men rekening houden. Ojk bij bespiegeling over de vooruitzichten van den tuinbouw. De voornaamste afnemers onzer tuin bouwproducten zijn Engeland en Pruisen. Ia beide landen woidi de productie ver overtroffen door het verbruik, waarin be halve onze tuiniers pok van uit Frankrijk, België, Italië, Amerika enz. wordt voorzien. Ernstige belemmering hebben we tot dus verre bij dien uitvoer niet ondervonden, maar die belemmering komt, zoo wis en zeker als de dag van morgen, Ia de beide landen heeft .de verdwenen eeuw aanschouwd een zeldzame ontplooiing van het nrjverheidsbedrijf. Engeland is voorgegaan en na den grooten oorlog is Daitschland gevolgd, speciaal Pruisen. De nijverheid vroeg alle handen, de grondbewerking kon zoo hooge loonen niet uitbe talen, ze werd van ondergeschikte betee kenis en onderwijl ia in korten tij-i de warenproductie vertwintigvoudigd. Maar ook deze productie heeft haar grenzen; de concurrente staten betwisten elkaar een plaats op de markt van alle werelddeelen, hoe ruim ook, is toch bet verkoopterrein beperkt, nieuwe mededingers verrijzen bovendien en het sterk groeiend mensetienaantal zal aanttonds d win gen o m de g rondbewerking weer in eere te herstellen. Zóó in Duitschland, zóó Ojk in Engeland, als 't noodig is zal de wetgeving der staten daartoe mede een weg banen. 't Is wel opmerkelijk dat reeds nu beide staten de biunenlandsche productie kunst matig willen bevoid-jren. Da nieuwste Duitsche tarief wetgeving is daarvan reeds een bewijs, maar ook in Engeland beoogt men iets _ dergelijks. De tolunieplannen van minister Chamberlain getuigen hiervan, maar.ook en misschien is dat hitr van nog meer beteekenis de lersche landwetgeving van het oogenblik. Deze toch heeft niet alleen het doel oin de malcontente Ieren tevreden te stellen, maar ook om Ierland weer te maken tot het groene eiland ', een voorraadschuur voor het land der Britten, die nu voor hun levensmidde len geheel en al afhankelijk zijn van de buiteclaudsche aanvoeren. In een niet ver wijderde toekomst zullen onze tuinbouwers dat Ierland als een nieuwen concurrent op de Londensche markt vinden, waarbij de imperialistische plaanen van Cnamberlain ons dan zullen brengen in de ongun stigste positie. Dat ij echter nog toekomstmuziek. Meer nauwkeurig laten zich nagaan de vermoe delijke gevolgen van de wel. goedgekeurde maar nog niet ingevoerde Duitsche toltarieven. Voorde bovengenoemde tuinbouw producten, die van hier in massa naar Pruissen en ook naar andere deelen van het Duitsche rijk worden uitgevoerd, zal volgens dat tarief per 100 Kg. worden ge heven : Aardappelen van 15 Februari- 31 Juli 2 50 Mark. Idem van l AugusttU?14 Fe bruari, vrij. s Boomvruchten van 25 September?25 No vember, vrij. Idem van 26 November?24 S ?pfember 2 50 Mark. Groenten (kool), 't geheele jaar 2 50 Mark. Definitief is deze heffiog nog niet en de datum der invoering is nog niet bepaald. Deze invoering der tarieven kan nog wor den voorafgegaan door de sluiting van mogelijk naar den heer des huizes toe. .Zyne Majesteit de koaing komt morgen, Zaterdag, in de stad ! Hier staat het gedrukt, zwart op wit !" Verleden jwr stond er in de krant, dat de wereld zou vergaan," zeide de oude vrouw, om te foonen, dat de mededeeling haar niet had geïmperneerd". Maar Jei s HiBsen geraakte in verrukking. Zouden wij wrrkelyk de onvergelykelyke eer hebben, zóó ie;s te beleven, moeder, moeder l dan is het toch Gods wil geweest, dat ik niet in het graf zal worden gelegd, vóórdat ik onzen koning heb gezien !" Toen Lorenz vertelde, dat de koning niet alleen in de stad zou komen, maar dat hy zelfs door de Zickenkamersfraat zou rijden, om het historische huis te zien, raakte Jens heelemaal in ex'ase. Moeder ! ik kryg my'n gezicht weer, ja, geloof me inaar, ik kryg myn gezicht weer, want den koning moet ik zien l" In den r acht van Vrijdag op Zaterdag sliep in het huis van Jens Har.sen Liemind. Mette zat in haar kamertje en naaide kanten plooise's in de eenige zwarte japon, die zy ooit had bezeten. Lorenz zat raast haar en breide een kous van witte en roode wol, die hy met de hulp, die Mette hem had beloofd, nog hoopte klaar te krijgen, om de komst van den koning met de lands kleuren te kunnen vieren. Alleen ter wille van den koning werd de/e inbreuk op de vormen toegestaan, en mocht Lorenz den geheelen racht in Mette's kamer door brengen. Sinds den tijd dat hij ganzerjongen was bad Lorerz het hof gemaakt aan Mette, die in die dagen bij den vijver in het gras lag en de tong naar hem uitstak. Als jongeling3, a!s man, als grijsaard, steeds was hij trouw gebleven aan zy'n eerste liefde. Ea twee jaar geleden was Mette's bait gesmolten, en had zij hem haar spaarbankboekje met de acht honderd gulden laten zien. Maar nu zullen we toch maar wachten tot de oudjes <p het kerkhof liggen, die kunnen het buiten ons niet stellen." En langzamerhand was het Lorenz en Mette duidelijk geworder, dat zij wel een beetje al te lang hadden ge*acht en aan deze zijde van het graf maar liever niet meer over trouwen moesten denken. Nu lagen de met een geel sigarenbandje bijeen gebonden spaarbankboekjes in Mette's kleercEkist. Tusschen de boekjes in lag een velletje papier, waarop bun gemeenEchanpeJijk testament geichreven stond: Het hierbij lig gende geld achttien honderd gulden moet gebruikt worden voor het oprichttn van een marnieren geJenkteeken boven de aanltche overblijfselen van Lorerz Jo;>peien en Mette Tyr. Z\) waren elkaar trouw in leven en dood. DJ Heer_ schei ke bun de eeuwige zaligheid. !" Da duidelijke stijl en de juiste spelling waren de gevolgen van bet ijvirïge krantenlezen. Bovendien hal Lorenz alle woorder, die zij hadden- nocclfg gebaa, in da krast aangestreept en ze daarna bi geknipt. {Slot i-o'gt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl