Historisch Archief 1877-1940
Itf'
D E A M S T E E D A M M E E WEEKBLAD VOO E N D E E L A N D.
No.1374
zeer belangrijk vooruitgaan en wel van 56
ot 61X voor de gewone, en van 133 tot
138 voor de preferente aandeelen. Over deze
stukken is ook meermalen in deze rubriek,
meer of minder uitvoerig gesproken. Voor
Barge en Moorman aandeelen mag een ver
betering van 40 tot 43 M vermeld worden
«n de Javasehe cnltuur mij aandeelen ste
gen van 69 tot 78. Ook voor de Koloniale
Bank en voor de Ned. Indische Handelsbank
kon dezelfde algémeene invloed eenige prijs
verbetering bewerken.
Santa Rosa, een prachtige, verleidelijke,
sympathiewekkende naam, maar de
tabaksmaatschappij van dezen, naam verkeert in
geldelijke moeilijkheid. Verschillende
plan^nen worden door het bestuur besproken ter
'Verkrijging van de noodige geldmiddelen
om de c£outchoucaanplant voort te zetten.
Weldra zullen de aandeelhouders in alg
meene vergadering worden bijeengeroepen.
In de petroleumgroep, waarover in deze
rubriek in de laatste weken gunstige
beachoüwtagen werden gegeven, zie ik dan ook
over het algemeen hoogere koersen. Het
meest steeg de prijs van de Int.
Bumeeneöhe door een koefsvooruitgang van 82X tot
87M h. k. Zooals in deze rubriek meermalen
is gezegd bleef de productie toenemen en
een dezer dagen berichtte de directie, dat
een nieuwe sonde op de concessie te
Buatenari de olielaag bereikte,, waardoor thans de
dftgelijksche productie 130,000 Kg. bedraagt.
Insiders zeggen nog hoogere koersen ;te ver
wachten op groad van hun bekende gege
vens. De Moeara Enim ayaijce.erde van 82%
& 85 tof 8 7 M en de Ho^ Rumeenaehe mocht
van 10 tot 13 H vöoruilgsian.
Houders vatf iBarlettaKföten, schrijft uwe
nummers nauwkeurig ójren levert de opgaaf
? bij uwen commissionair in. Een bankiershuis
te Frankfort a/d. Main wil, in samenwerking
met een bank te Milaan, uwe belangen be
pleiten. Hoop doet leven.
Amst, MamiMtr 409. i Qc ,03 D &
Bössurn, Borneo". f
ImillMlllllllflIllllmiMIflIimMIIMIUIIIItllimlIlllllltlllimillllllMMIIIIIIItll
Boekverkooping te Leiden.
Bibliotheken van dr. W. Pleyfre, e. a
Voor het begin van het nieuwe
veilingseizoen kondigt de firma Burgersdijk en
Niermans eene belangrijke auctie aan, waarvan
de catalogus verscheen. Hij bevat voor een
deel de interessante oudheidkundige biblio
theek van wijlen dr. AV. Pleyte, directeur van
's Eijks muséum' Van ' oudheden téLeiden.
Tal" van 'kostbare reeksen van tijdschriften,
zeldzame boekeu, standaardwerken, en ma
nuscripten staan in de catalogus vermeld.
Men zie de rubrieken vóórhistorie, bescha
vingsgeschiedenis, folklore, anthropologie,
egyptische oudheid, grieksche en romeinsche
archeologie, het Oosten, vroegste en
middeleeuwsche historie va.n ons land, nieuwere
geschiedenis, plaatsbeschijving, geslacht- en
wapenkunde, penningkunde, enz. Ook de
afdeeling taal- en letterkunde is goed ver
tegenwoordigd. Onder het vele belangrijke
hier geboden viel ons oog o. m. op eene
interessante verzameling oude volksboeken
n een dito kinderboeken uit het eind, der
18e en begin der 19e eeuw,
Bij deze boekerij zijn gevoegd twee
biblioJOHAN BEAAKENSIEK. *)
DOOR
Dr. E. D. PIJZEL.
Tien tegen n, dat, als in een gezelschap
over Braakensiek wordt gesproken, zijn naam
in verband wordt gebracht met de platen
van De Groene", of om den officieeleu
naam te gebruiken van De Amsterdammer
Weekblad voor Nederland. Sinds zestien jaren
teekent Braakensiek voor dit blad elke week
eene ? groote plaat op steen, en ongeveer
dertien jaar lang nog een tweede kleinere,
meest eene penteekening, die door reproductie
voor de boekdrukpers wordt geschikt ge
maakt. Die Weekblad-platen hebben Braaken
siek ver over de grenzen van ons vaderland
een grooten naam verschaft. Bijna zonder
uitzondering hebben zij' eene politieke strek
king, of althans een politieleen ach tergrond,
en zij vormen tezamen een werk, dat allen
eerbied afdwingt voor het talent en de werk
kracht van den knappen en vruchtbaren
teekeuaar. Een lange en breede rij van
potentaten en monarchen, van binnen- en
buitenlandsche staatshoofden, zijn voor
Braakensiek familiare kennissen" geworden,
die hij, in verband met de geschiedenis: van
den dag, in vlugge trekken schetst en in
allerlei denkbare houdingen eu groepeeringen,
in velerlei actie, goedgelijkend, vaak uit
muntend getvpeerd, altijd correct geteekeud,
aan de lezers van het bekende blad voorstelt".
Ziedaar eene zijde van Braakensiek's talent.
Met eene andere zijde daarvan hebben wij
van tijd tot tijd de lozers van Eigen JJnard
laten kennis maken. Volkstypen en tooueelen
uit het volksleven, uit het Amstenlumscho
in 't bijzonder, worden door Braakensiek
uitmuntend weergegeven. De achterbuurten
der hoofdstad hebben geen geheimen meer
voor hem; op de markten en pleinen, langs
straten en grachten, in sloppen en stegen.
in kroegen en herbergen en vergaderlokalen
heeft hij ziju oogen den kost gegeven, eu
wat hij met scherpen, blik en voor humor
ontvankelijke!! geest waarnam, vastgehouden
en gemeengoed gemaakt in
typisch-Amsterdamsche schetsen. Van deze kouden wij er
enkele reproduceeren: de Gestoorde Bruiloft"
(1897), de Kiezentrekker" (1897), de
Sjabbeswandeliiig"! 1902 )enin?OudeSchuld"( 19(13).
Nog vau een anderen kant mochten wij
Braakeusiek aan onze lezers voorstellen. Hij
is een uitmuntend illustrateur. die steeds de
grootste zorg. wijdt aan het weergeven der
eigenaardigheden van het tijdperk, waarin
de door hem verluchte" geschiedenis speelt.
Wij behoeven onzen lezers wel niet te
herinneren, hoe hij voor ons Jan ten
Brink's laatste novelle Brechtje Spieghels"
illustreerde en aan deze zcventiend'ceuwsche
schets door zijne levendige plastiek en zijne
historische nauwgezetheid eene dubbele aan
trekkelijkheid verleende.
Gaarne maken wij gebruik van de gelegen
heid, ons geboden door de reproductie van
Braakensiek's schilderij Oude Schuld," om
hier. iets mede te doelen over het leven en
theken op theologisch, philósophisch en
rechtsgeleerd gebied. De laatste bevat een in
ons land weinig voorkomende verzameling van
werken over verzekeringswètenschap, vooral
levensverzekering. Zonder twijfel zaldeze vei
ling veelbelangstelling wekken. De boeken zijn
te zien Vrijdag en Zaterdag a.s.
NIEUWE UITGAVEN.
^Middelnederlandse Marialegenden,, vanwege
de Maatschappij der Nederlandsclie letter
kunde. Uitgegeven door dr. C. G. N. DE
VOOYS, 2e deel. Leiden, boekhandel en druk
kerij voorheen E. J. Brill.
JOHAN E. ELJAS, De vroedschap van Amster
dam 1578?1795. Met een inleidend woord van
den archivaris der stad Amsterdam mr. W.
tt. VEDER. Eerste deel. Haarlem, Vineent
Loosjes.,
Intreêrede, gehouden op den lln October
903 voor de Wed. Hérv. Gemeente van
Groningen, door G. HULSMAN. Groningen, P.
JSfoordhoff.
Van 's levens doel, door J. J. HOOGBWERFF.
Leiden, A. H. Adriani.
Het opkamertje van den onderwijzer. Taai
studie, voor de hoofdaete I,-Staring, .door
B. SCHELTS VAN KLOOSTERHüis. Culemborg,
Blom & Olviers.
Mlt Santa Barbara in Südafrika, von OTTO
VON LOKBEEG. Leipzig, Historisch-PolitisCher
Verlag (Rudolf Höfstetter.)
Ikesboek der Algémeene geschiedenis, door dr.
M. G. DE BOER. Eerste deel. Gron. P. Noordhoff.
De Hygiëne van Do-fp en Stad, dóór dr.
WIIHELM EBSTEIN. Met toestemming van den
schrijver uit het Duitsch vertaald. Utrecht,
PI. 'Honig.
Jong Leven, dóór P." VAS DER MEER, 2 dln.
Amst., D. Buijs Dzn.
De Orkst Concertspeler. Eene verzameling
van soli en fragmenten voor viool uit orkest
werken, met vingerzetting, streken en
voordrachtsteekens door CHR. POORTMAN. 2 dln;
Groningen, P. Noordhoff.
HtTSJES
Dg
Een schetsje uit m ij n k i n d e r t ij d.
JSTaar het Duitsch door.XrDwiG TIIOMA.
Bindinger, onze meester, had een oogje op
mdja zuster Marie.
Ik merkte het al heel gauw, maar thuis
decUai.ze er erg geheimzinnig :mee, opdat ik
er toch vooral niets van zou merken.
Vroeger kibbelde Marie altijd met me en
als mijn moeder zuchte Ach God, jongen",
deed Marie -er gewoonlijk nog wat bij en /ei,
dat ik. een kwajongen was, die nergens voor
deugde,
*) Oör de welwillendheid der redactie
van Eiyen Haard zijn wij in staat gesteld, dit
artikel over onzen hooggewaardeerde!!
medeiverker in zijn geheel over te nemen.
l Red. Wil.)
iimiliuiiliUMiiHHNHMniiillmiiiniiMiuiiiiriluiifdfiiHiiufHlffft'iKiffrru
werken, van den zoo terecht populairen kun
stenaar.
« *
Johan Braakeusiek is op 24 Mei 1858 te
Amsterdam geboren. Zijn vader, die toen in
de Noorderstraat woonde, was van beroep
kaartteekeuaar. Ofschoon dit vak meer tech
nische dan artistieke qualiteite.ii vereischt,
had de oude heer Braakensiek toch een goed
oog voor teekenen, on moedigde den aanleg
daarvoor bij zijn zoons aan, zooveel hem
mogelijk was. Braakensiek's oudste broeder,
zeventien jaar ouder dan hij, toekende, grif
en vlug' uit het hoofd." Hij was eerste
teekenaar bij de firma Amand en werkte later
ook op andere groote ateliers. Spelenderwijs
zonder dat daarbij nog sprake kon zijn
van een ernstig bedoelde opleiding profi
teerde de kleine Johan van de ervaring van
dezen ouderen broeder, vooral wanneer deze
wat hem nog al eens overkwam door
ziekte genoodzaakt was tehuis te blijven en
het bed te houden. Zoo hield Johan toen
een ventje van 5 of (> jaar den ouderen
broer gedurende eene langdurige ziekte trouw
gezelschap en zat bij hem op 't bed allerlei
poppetjes te teekenen. Dat waren niet de
tvaditioneele gedrochtjes, die de meeste kin
deren teekenen een driehoek voor den
romp, met een slordig cirkeltje, op of ergens
in de buurt van den tophook, als hoofd.
twee stippen als oogoii en een mondstreep
c» /<irc met een ueu~ in jii'Olil. armen en
boenen fantastisch gezellig uit de /elfde
hoeken aan de ba-is van den romp-driehoek
ontspringend maai' heusehe poppetjes, in
velerlei mogelijke en ook wel eens onmoge
lijke standen. Juist die vreemde standen
trokken den kleinen jongen aan: conventio
neel!' houdingen interesseerden hem niet.
De lagere school heeft met lïraakensiik
niet veel eer ingelegd, Giihveg- erken! hij
zelf, over den tijd tu^sclien zijn zesde en zijn
twaalfde jaar sprekend: ..ik was te sul'en te
beroonl om wal te loeren". De kleine Johan
was zokor, lichamelijk, wat men noemt ..ecu
min kereltje": daarbij was hij, naar hij meent
tengevolge van een val uit het raam opzijn
derde jaar. tamelijk doof. Toch deed hij. op
zijn manier, zijn best. Hij herinnert zich,
hoe hij eens als taak had opgekregeu. ecu
versje van vier coupletten van buiten" to
loeren on daartoe geen kans zag. Wél had
hij bij elk couplet eene toepasselijke teeko
ning gemaakt, en dacht mot dit kunstproduct
het hart van den onderwijzer te vermurwen.
Vorgeefsche moeite! De gestrenge pydagoog
vertoonde do illustratie aan de giechelende
kinderschaar, en scheurde haar toen veront
waardigd in stukjes.
Nog vóór zijn twaalfde jaar werd
Braakcnsiek van school weggezonden, omdat hij
tóch niet loeren kon." Hetgeen niet belette,
dut n van Braukeiisick's toenmalige leer
meesters hem vele jaren later, toen de kleine
Johan reeds een man van naam \vas gewor
den, verzekerde : ,,lk heb altijd wel gedacht,
dat er in jou wat stak." Brauken<iek dacht
het zijne van deze late wuurdceriiig!
Op do ongelukkige schooljaren volgde een
nog ongelukkiger tijd. De knaap werd voor
allerlei kleinigheden gebruikt, die tot zijn
ontwikkeling niets bijdroegen; rondweg ge
zegd, hij bracht een paar jaar als loopjongen
door. Toen hij vijftien jaar was, begreep
Maar in eens werd dat heel, heel anders.
Als ik naar school ging, liep ze mij nu aan
d« trap na en zei: Wil je niet een appel,
Lou ?" En dan keek ze of ik wel een schoon
kraagje aan had en als mijn das niet goed
zat; iriaakte zij er een nieuwen strik in.
Eens zelfs kocht-zei een nieuwen voor me,
wat vroeger nooit gebeurd was.
Dat kwam mij toen wel verdacht voor,
maar precies waarom ze het deed, snapte ik
toch niet.
Als ik thuis kwam, vroeg ze mij telkens:
Heb je een beurt gehad ? Is meneer vrien
delijk tegen je?" ?
Wat gaat jou dat toch aan?" zei ik, doe
toch niet zoo onwijs! om jou geef ik toch
niets."
Ik meende eerst, dat het een nieuw kunrtje
van haar was, omdat meisjes alle
oogenblikken wat anders hebben om bezig te zijn.
Van achteren af heb ik hot begrepen.
Bindinger kon mij niet lijden en ik hem
niet: Hij was slordig en vuil. Dat hij aan zijn
ontbijt altijd zachte eieren at, kon men aan
zijn baard zien, waarin eigeel zat.
Hij sproeide iemand altijd in zijn gezicht
als hij sprak en zijn oogen waren zoo groen
als die van een kat.
Z\jn haar liet hij niet knippen en zijn jas
zat altijd vol roos.
Als hij over de oude Germanen sprak,
streek hij altijd over zijn baard en sprak dan
met een basstem.
Ik geloof echter niet dat ze zoo 'n buik en
zulke afgeloopen schoenen hadden als hij.
Op andere jongens bromde hij, maar mij
sloot hij maar op ep zei daii telkens weer :
Jij zult nooit een nuttig lid van de maat
schappij worden, kwajongen!"
Toen werd er een bal gegeven van de
liedertafel, waar mijn moeder en Marie heengingen.
Zij kreeg voor die gelegenheid een rose japon
en ze huilde erg, omdat de naaister zoo laat
er mee klaar was.
Ik was blij tóen ze de deur uit waren-met
al hun drukte. Den volgenden dag onder het
middageten praatten zij steeds maar over hot
bal en Marie zei tegen mij : j,zest Lou. mijn
heer Bindinger was er ook. Wat is dat een
aardige man !"
Dat ergerde mij geweldig en ik vroeg haar
of hij org gesproeid had en of er op haar
rose japon geen eiervlekken gekomen waren.
Zij kreeg oen erge kleur, sprong ineens op
en liep weg en ik kon door de deur nog
hooren dat ze huilde.
Ik docht dat ze niet goed wijs was, maar
mijn moeder zei erg boos: Je moet niet
zoo onaardig over je meester spreken; dat
kan Marietje niet verdragen."
Ik zou wel eens willen weten, wat het
haar aangaat ; liet is toch stom du t ze daarom
huilt."
Marietje is een goed kind," zei mijn moe
der en zij ziet wat ik voor verdriet heb als
jij niets leert en onaardig bent tegen je
meester."
Maar het is toch een feit dat zijn heele
baard vol eierdooier zit," zei ik.
Hij is een zeer brave en knappe man, die
een mooie carrière kan maken. Kn hij was
heel aardig- tegen Marietje. En hij heeft haar
ook gezegd, hoeveel moeite hij met jou heeft.
En nu wil ik er verder niets meer over
hooren!"
Ik zei ook niets meer, maar ik dacht:
zijne familie, dat .zijn liefhebberij voor
teekenen toch nog wel iets waard was, en
verkreeg voor hem een plaats op een
mode winkel, waar hem het teekenen werd op
gedragen van borduur- en soutache-patrouen,
welke door hem op zijde, fluweel eu andere
stoffen werden overgebracht. Tweemaal per
week woonde hij een les bij op een avond
cursus van 15. J. Tétar van KI ven. Deze
bekende kerkonschilder, wiens werken uiterst
nauwgezet, maar zeer droog waren, bleef als
paedagoog getrouw aan de destijds voor dilet
tanten algemeen toegepaste methode. Hij
liet zijn leerlingen wïteekeneu in 't oneindige,
alles naar gelithografcerde voorbeelden, neu
zen en oogen en ooren en monden, koppen
met nette en precieso arceeringen,
traditioneole landschupjes met drie of vier ver
schillende boomslagen" van lluysmans. en
dergelijk soort van werk, dat tegenwoordig
door eiken H. B. S.-leeraar in het teekenen
zeer terecht! als weinig vormend eu
ontwikkelend zou worden afgekeurd.
Zoo ging het oen jaar voort, tot een
golukkig toeval den knaap in aanraking bracht
met den heer Martin Kalf. destijds redacteur
aan het Iltnidi'lfililiid. De lieer Kalf moest
Braakensiek's vader spreken, over een
wundelgids voor Kaam en omstreken. De oude
Braakensiek zou de waudelkaavt toe kenen,
en Martin Kalf zou er don tekst bij schrijven.
lu do woning van de Braukonsiek's word do
heer Kalf bijzonder getroffen door eenige
schetsen van den toen zestienjarigen Johan.
Hij zag dadelijk, dat er talent in den jongen
zat, on stelde zich voor. dat tulent tot zijn
recht te doen komen.
Maar hoe? De eerste ? l"'ging was niet
gelukkig. Martin Kalf was bozig me! een
werk over het tooneel. en droog Johan Braa
kensiek op. daarvoor de teokeningen te maken.
Er kwam niets van terecht : de jonge man
bleek, bij alle natuurlijke begaafdheid, niet
genoeg onderlegd te zijn. Maar Martin Kalf
gaf zijn plan om wat van den jongen te maken,
niet op. Johan moest naar do
..TeekenAcadeiuie" gaan. De directeur dor Academie,
de heer de Poorter, Werd geraadpleegd, eu
Johan moest hem en den hoor Allobó zijn
schetsen komen vertoonen. De beide hoeren
wilden eerst niet gelooveu. dat de knaap die
schetsen uit het hoofd" had gemaakt, te
moei' omdat Braakoiisiok noch van anatomie.
noch van perspectief theoretisch eeuig begrip
had. Hij had eenvoudig een kijk op do
dingen" eu wat heel wat zeldzamer is,
het vermogen om dien juiston kijk op on
bewust juiste wijze weer te geven. Maar om
tot de Academie te worden toegelaten moest
hij een examen afleggen, en onbewuste ken
nis is voor zulk een examen een slechte
voorbereiding. Do heer de l'oorter liet den
knaap drie maanden lang in een leegstaand
schooilokaal onder zijn eigen leiding werken,
on toen kou de traditioneele pleistorkop voor
hot toelatings-exameii met een alleszins be
vredigend resultaat worden geteekend.
Voorloopig kou echter slechts de avond
cursus aan do Academie worden bijgewoond.
Die kostte r'4(1; de volledige cursus ? 1.00,
011 de familie van Johan wu< niet in staat
om hot hoogere schoolgeld te betalen, liet
bleef immers niet bi.j hot schoolgeld: ook in
de toeken- en schilderhehoeftou moest wor
den voorzien. Gelukkig kreeg do jongeman
Wat is die Bindinger toch een vent, om mij
zwart te maken bij mijn zus.
's Middags met het opzeggen kwam ik aan
de beurt, ik had niets aan Nepos gedaan
en het vertalen ging dus heel slecht.
Waarom heb. je weer niets uitgevoerd ?"
vroeg hij.
Ik wist er zoo gauw niet uit te komen
en zei: Ja mijnheer, ik heb eigenlijk niet
gekund!"
Wat heb je niet gekund?"
Ik heb niets aan mijn Nepos kunnen doen,
omdat mijn. zuster naar het bal ging."
Dat is tocii het toppunt van onbeschaamd
heid, met zoo'n dwaze verontschuldiging voor
don dag te komen," zei hij ; maar ik had al
wat bedacht en zei dat ik zoo'n hoofdpijn
gehad had, omdat de naaister niet kwam en
toen ik haar moest gaan halen, op straat
uitgleed en met mijn hoofd op de steenen
sloeg en vreesclijke hoofdpijn kreeg.
Ik dacht bij, mezelf, als hij het niet
gelooven wil, is mij dat ook onverschillig, om
dat hij het toch niet bewijzen kan.
Hij gaf rmj geen uitbrander en liet me
gewoon weggaan.
Een dag daarna, toen ik uit school kwam,
zat Marie ? op de kanapee in de huiskamer
en huilde verschrikkelijk. En. mijn moeder
hield haar hoofd vast en zei: er zal toch
wél wat van komen, Marietje, wees maar
kalm, kindje!"
Neen er komt nooit iets van, die kwa
jongen doet het expres, om mij ongelukkig
te maken."
Wat heeft ze nu weer voor een huilbui?"
vroeg ik.
Toen werd mijn moeder zóó kwaad, als ik
haar nog nooit gezien heb.
Dat moet je nog vragen ook," zei ze. Je
kan het niet voor God verantwoorden, wat
je je zuster aandoet; 't is je niet genoeg dat
je lui bent, nu geef je het arme meisje de
schuld en zegt, dat je op de steenen gevallen
bent, omdat je voor haar naar de naaister
moest. Wat moet die goede mijnheer Bindinger
van ons denken?"
Hij zal denken dat we voordeel van hem
willen trekken! Hij zal denken dat we alle
maal liegen en dat ik ook zoo ben," schreeuwde
Marie eu drukte weer haar natten zakdoek voor
haar oogen.
Ik maakte maar dadelijk rechtsomkeert,
omdat ik wel wist, dat ze zich nog erger
aanstelde als ik er bij was en ik kreeg voor
straf mijn eten op mijn kamertje.
Dat was op eon Vrijdag; en 's Zondags
daarop kwam mijn moeder bij mij boven en
lachte zoo vriendelijk en zei dat ik eens in
de huiskamer moest komen.
Daar stond meneer Bindinger en Marie
stond met haar hoofd op zijn schouder en
hij loenschte erg. Mijn moeder nam mij bij
de hand en zei: Lou, Marietje wordt nu
de vrouw van je meester," en toen nam ze
haar zakdoek uit haar zak en weende. En
Marie huilde. Kn Bindinger kwam naar mij
toe, legde zijn hand op mijn hoofd en zei:
Wij zullen een nuttig lid van de maatschappij
van hem maken."
nu en dan kleine ..karweitjes", waardoor hij
zich het noodige kon aanschaffen, en hielp
een andere broer van hem spoedig aan het
overige, zoodat hij den geheeleii dagcursus
kon bijwonen.
Zoo gingen vier jaren in ijverigen arbeid
voorbij, Braakoiisiok volgde de lessen van
Wijnvold, Allebó, Kuiser, Stracké, Alberdingk
Tbijm on de Poorter. Vooral de beide
eerst«reiincmde. hebben, jiaar zijne meening, veel
tot zijne vorming bijgedragen. Maar met
"Toote duiikbuurhoid gedeukt bij óók den
steun, die hom in die academie-jaren dooi
den heer Martin Kalf is geschonken. Deze
bad zich aanvankelijk ten doel gesteld,
Braakeusiek's gebrekkige schoolopvoediuguau
te vullen on bom vreemde talon te loeren.
Muur . . . hot ging niet. Braukensiek kou
er ziju hoofd niet bij houden. ..Als iemand
over zulke dingen begint, dun kijk ik onwil
lekeurig alleen maar naar de gezichten die
hij trekt, naar do manier waarop hij zijn
armen on handen beweegt, naar de plooien
in zijn jas, eu zulke zaken." Toch waren die
avonden lang niet onvruchtbaar 011 beeft
Braakensiek in den omgaug met ziju
weiwillenden Mentor heel wat algémeene kennis
opgedaan.
Toen hot vijlde jaar aan de Academie zon
ingaan, kocht I'rof. Allebó eenige
potloodsciiotson van Brauken-'iek voor ? Kil).?.De
kooper wilde niet genoemd zijn. alleen als
iemand die in het werk van den jongen
artist behing stelde. Later bleek- bet do wol
bekende kmist-Maeceuas Willink van ('oliën
geweest te zijn. die don jongen man in staat
\\ ilde stellen, zonder do hulp van zijne familie
de laatste schoolgelden uun de Academie te
betalen.
Braakeusiek had den cursus aan de Aca
demie met goed gevolg doorloopen. Muur nu
kwam do crrootc vraag: ..hoe kun ik het
aangeboren talent, de zelf-vorworvon vaardig
heid, de opgedane kennis on wetenschap,
mij praktisch ten nutte maken?'' Dat is de
dubbeltjos-c|iiaestie. die helaas voor hot ont
luikend talent, dut zonder steun van buiten
zijn weg m<:et vinden, alle andere quaestién
naar den achtergrond dringt.
Braakeusiek begon zij n zelfstandige loopbaan
als illustrateur. Ken van zijn eerste werken
bestond in de illustratie van Justus van
Muurik's werk Uit hot Volk". Braakeusiek
kwam daardoor in aanraking met den
symputbiokou uitgever Tj. van llo'kema. een man
van uToote energie eu breedc opvatting. 0011
model voor velen in don omgang' met d
auteurs 011 do illustrateurs, wier werk hij
uitgaf. Ook de- samenwerking met Justus vau
Muurik eu Braakensiek beeft zich sedert dien
tijd onafgebroken voortgezet. Die samenwer
king bestond ook wol eens iu gemeenschap
pelijke /visjes, ivuüi'liij natuurlijk f\>' meerdere
ervaring van den ..zakenman" Van Maurik
aan Braakensiek ten goede kwam. Zoo bijvoor
beeld op een tochtje naar Londen, want
Braukonsiek verstaat geen Kngelscb. Van
Maurik bad zijn zaken to doen. on moest ziju
reisgezel dus wel een*' een goed deel van den
dag door Londen luton rondzwerven. En juist
dat rondzwerven bad voor Braakensiek groote
aantrekkelijkheid. Alle* liep best af:
Braakonsiok kroeg een kaartje moe. waarop stond:
way to (volgde de naam van het hotel)" e»
met dieft-talisman gewapend vond Braaken
siek in xje millioenenstad gelegenheid om
naarhartelust rond te dwalen, en toch op tijd
weer in zijn hotel te zijn.
Braakensiek's werk als illustrateur
vereischte natuurlijk eene niet geringe historische
studie. Sy het werk van Justus van Maurik
kon .hij teekenen wat hij in Amsterdam zelf
en in onzen tijd had waargenomen, maar voor
de illustratie van Louwerse's Vaderlandsche
(Geschiedenis en van de werken van Marryat
moest hij naar bronnen zoeken, die hij hoofd
zakelijk op het Prentenkabinet te Amsterdam
vond. Men kan echter honderden en duizenden
van oude prenten bekijken en in de puntjes
eene minutieuse voorstelling geven van de
wijze, waarop onze voorvaderen zich kleedden
en huishielden, uonder iii staat te zijn die
figuren uit den ouden tijd zoo los en onge
dwongen, zoo overtuigend getrouw te
teekeneii, als Braakensiek dit doet, Hoe consciën
tieus hij daarbij te werk gaat, moge blijken
uit het volgende feit.
Jaren geleden werd door den heer De la
Mar in het Amsterdamsche Paleis voor Volks
vlijt een stuk gemonteerd, dat de
innemingvan den Briel door de Watergeuzen tot onder
werp had. Braakensiek zou er een
comedieplaat" voor teekenen, een geïllustreerd affiche
om aan te plakken. Toen hij gereed was,.
vertoonde hij den heer De la Mar zijn werk..
Groote verbazing van den tooiieeldirecteur.
Dat lijkt naar niets! Je hadt die Geuzen
behoorlijk in uniform moeten teekenen!"
Braakensiek maakte den directeur bescheiden
lijk opmerkzaam, dat in het laatst der zes
tiende eeuw zelfs bij de meeste staande legers
nog geen uniform bestond; dut de Geuzen
eigenlijk een saanigeraapte bende waren, van
allerlei rang en stand en beroep, en dat dit
in hun costuum moet uitkomen. En de heer
de la Mar liet zich overtuigen en deed afstand
van de mooie Geuzen-uniformen. Misschien
heeft hij zich getroost, door den nap en den
bed elstuf als herkenningsteek eu voor de Geuzen
te behoudeiii
Tijdens eene ernstige ziekte van zijn ouderen
broeder kreeg Johan Braakensiek de opdracht
in zijne plaats de platen te teekoiien voor
het Politienifutvs. Een zeer verheven werk
was dit illustreeren van misdaden en onge
lukken zeker niet, maar de jonge teekenaar
pakte gaarne alles aan wat hij kon krijgen.
Zijn vlugheid en handigheid kwamen hem
hierbij uitstekend te pas; het was bijna altijd
spoed werk, wat moest worden geleverd. Dik
wijls werd het onderwerp van de plaat
's morgens om tieik uur opgegeven, dadelijk
op steen geteekend en om twee uur gedrukt!
Johan bleef het werk voortzetten ook nadat
zijn broeder weer hersteld was, en wel op
uitdrukkelijk verlangen van de uitgevers. Hij
wist echter al spoedig heel wat beter voor
waarden te bedingen: terwijl de oudere broer
zich voor een plaat met ? 1.50 moest tevreden
stellen, vroeg 011 vorkreeg Johan, zoodra hij
zich voor vast verbond, eerst ? H».?, later
? 15.?per plaat. De zoo genoemde
comedieplaten brachten hem gewoonlijk een beschei
den sommetje op, maar daarbij vrijen toegang
tot verschillende schouwburgen, eene gele
genheid, die door den jongen man gretig:
werd aangegrepen. Braakensiek bleef voor
het Geïllustreerde l'olitlenieuu-s teekenen tot
1887, toen zijn geregelde arbeid voor het
Weekblad <le Amsterdammer begon.
Reeds in de jaren 1885?87 had Braaken
siek af en toe voor het Weekblad eene plaat
geteekend. In October 1887 besloot de uit
gever, Tj. van Holkeiria, in overleg met de
redactie, elke week een plaat te geven. Aan
vankelijk zou het werk worden verdeeld
tusscheu Braakensiek en Willem Steelink.
Deze laatste, een knap graveur on et<er, lileek
echter al spoedig voor dit soort van werk
minder geschikt to zijn.
Onder de eerste platen der sedert onafge
broken serie is er nog eene, die half door
Steelink, half door Braakensiek geteekend is.
Het onderwerp was: Willige en onwillige
sujetten." (>p de eene helft toekende Braa
kensiek den bekenden Donuto, zijn gehyp
notiseerde sujetten met den blik
behecrschond. Op de andere helft gaf Steelink den
Russischen generaal Kaulbars, met de knoet
in de vuist de Bulgaarsche aanhangers van
vorst Alexunder tot onderwerping aan de u
wil van den Czar dwingend.
Het is een lust, Braakensiek aan het werk
te zien op de redactie-vergaderingen, in welke
hot onderwerp der platen wordt besproken
011 vastgesteld. Zoodra men het eens is ge
worden, zet hij zich aan het werk, en in een
paar minuten, met enkele rake. forsclie krab
bels, is de schets gereed. Ordonnantie 011
compositie staan hem dadelijk helder voor
den geest. Onwillekeurig, onbewust haast,
rimstriieert hij zijn figuren. Heeft bij een ge
lijkenis eens te pakken, dan is de hooi o per
soon zijn geestelijk eigendom geworden en
is liet hom onverschillig, of hij zijn sujetten
i o /'("'c, c» jirofil of iu welke andere houding
ook moet leekenen. Geen actie of stand is
zóó gecompliceerd, dat hij ze niet met ver
rassende vlugheid (-11 juistheid weet voor to
stellen. Jammer, dat Braakensiek die vele
honderden potloodscbetsen voor zijn platen
niet heeft bewaard: de vergelijking mot de
afgewerkte platen zou een zeer interos^anten
kijk geven op zijn manier van. coiieipieeren
en afwerken.
Dat Braakeusiek's Wet 7,'Wï</-prenten ook
in het buitenland zeer worden gewaardeerd,
stipten wij boven reeds met een enkel woord
aan. John (iraud-('artoret, die eene grondige
studio heeft gemaakt van zulk eene ..politiek
in beelden", spreekt met bewondering over
Ie eélèbre M. Braakensiek" eu geeft hem
oen eereplaats iu zijne verzumelwerken. En
vele Engolsche. Fransehe en Duitsche bladen
reproduceeren vaak.op
verkleindeschaul.depolitioke prenten van onzon IloHandsehen artist.
De teekeningen eu aquarellen, door Braa
kensiek O]i zijn atelier vervaardigd, vinden
in de laatste jaren steeds gemakkelijk den
weg' naar particuliere verzamelingen. En
wanneer onze Hollaudsehe uitgevers hunne
boeken goed geïllustreerd willen bobben,
hebben zij iu Braakensiek den rechten man.
Laat ons ten slotte voor de velen, die
Braakensiek alloen uit zijn teekeniugen
kennon, nog vermolden, dat hij een gelukkig 011
zorgzaam echtgenoot en huisvader is, en.
daarbij verklappen, dat zijn Nedeiiandsche
Maagden." eene onmiskenbare gelijkenis
vertooneii mot Mevrouw Braakensiek en dat een
zijner dochtertjes, tot zijn groote vreugde, het
talent van den vader schijnt te zullen erven.
Mogen den sympatiekeii kunstenaar, die
thans" in de volle kracht van zijn leven en
werken is. nog vele jaren van vruchtbareu.
arbeid beschoren zijn!