De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 25 oktober pagina 10

25 oktober 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Itf' D E A M S T E E D A M M E E WEEKBLAD VOO E N D E E L A N D. No.1374 zeer belangrijk vooruitgaan en wel van 56 ot 61X voor de gewone, en van 133 tot 138 voor de preferente aandeelen. Over deze stukken is ook meermalen in deze rubriek, meer of minder uitvoerig gesproken. Voor Barge en Moorman aandeelen mag een ver betering van 40 tot 43 M vermeld worden «n de Javasehe cnltuur mij aandeelen ste gen van 69 tot 78. Ook voor de Koloniale Bank en voor de Ned. Indische Handelsbank kon dezelfde algémeene invloed eenige prijs verbetering bewerken. Santa Rosa, een prachtige, verleidelijke, sympathiewekkende naam, maar de tabaksmaatschappij van dezen, naam verkeert in geldelijke moeilijkheid. Verschillende plan^nen worden door het bestuur besproken ter 'Verkrijging van de noodige geldmiddelen om de c£outchoucaanplant voort te zetten. Weldra zullen de aandeelhouders in alg meene vergadering worden bijeengeroepen. In de petroleumgroep, waarover in deze rubriek in de laatste weken gunstige beachoüwtagen werden gegeven, zie ik dan ook over het algemeen hoogere koersen. Het meest steeg de prijs van de Int. Bumeeneöhe door een koefsvooruitgang van 82X tot 87M h. k. Zooals in deze rubriek meermalen is gezegd bleef de productie toenemen en een dezer dagen berichtte de directie, dat een nieuwe sonde op de concessie te Buatenari de olielaag bereikte,, waardoor thans de dftgelijksche productie 130,000 Kg. bedraagt. Insiders zeggen nog hoogere koersen ;te ver wachten op groad van hun bekende gege vens. De Moeara Enim ayaijce.erde van 82% & 85 tof 8 7 M en de Ho^ Rumeenaehe mocht van 10 tot 13 H vöoruilgsian. Houders vatf iBarlettaKföten, schrijft uwe nummers nauwkeurig ójren levert de opgaaf ? bij uwen commissionair in. Een bankiershuis te Frankfort a/d. Main wil, in samenwerking met een bank te Milaan, uwe belangen be pleiten. Hoop doet leven. Amst, MamiMtr 409. i Qc ,03 D & Bössurn, Borneo". f ImillMlllllllflIllllmiMIflIimMIIMIUIIIItllimlIlllllltlllimillllllMMIIIIIIItll Boekverkooping te Leiden. Bibliotheken van dr. W. Pleyfre, e. a Voor het begin van het nieuwe veilingseizoen kondigt de firma Burgersdijk en Niermans eene belangrijke auctie aan, waarvan de catalogus verscheen. Hij bevat voor een deel de interessante oudheidkundige biblio theek van wijlen dr. AV. Pleyte, directeur van 's Eijks muséum' Van ' oudheden téLeiden. Tal" van 'kostbare reeksen van tijdschriften, zeldzame boekeu, standaardwerken, en ma nuscripten staan in de catalogus vermeld. Men zie de rubrieken vóórhistorie, bescha vingsgeschiedenis, folklore, anthropologie, egyptische oudheid, grieksche en romeinsche archeologie, het Oosten, vroegste en middeleeuwsche historie va.n ons land, nieuwere geschiedenis, plaatsbeschijving, geslacht- en wapenkunde, penningkunde, enz. Ook de afdeeling taal- en letterkunde is goed ver tegenwoordigd. Onder het vele belangrijke hier geboden viel ons oog o. m. op eene interessante verzameling oude volksboeken n een dito kinderboeken uit het eind, der 18e en begin der 19e eeuw, Bij deze boekerij zijn gevoegd twee biblioJOHAN BEAAKENSIEK. *) DOOR Dr. E. D. PIJZEL. Tien tegen n, dat, als in een gezelschap over Braakensiek wordt gesproken, zijn naam in verband wordt gebracht met de platen van De Groene", of om den officieeleu naam te gebruiken van De Amsterdammer Weekblad voor Nederland. Sinds zestien jaren teekent Braakensiek voor dit blad elke week eene ? groote plaat op steen, en ongeveer dertien jaar lang nog een tweede kleinere, meest eene penteekening, die door reproductie voor de boekdrukpers wordt geschikt ge maakt. Die Weekblad-platen hebben Braaken siek ver over de grenzen van ons vaderland een grooten naam verschaft. Bijna zonder uitzondering hebben zij' eene politieke strek king, of althans een politieleen ach tergrond, en zij vormen tezamen een werk, dat allen eerbied afdwingt voor het talent en de werk kracht van den knappen en vruchtbaren teekeuaar. Een lange en breede rij van potentaten en monarchen, van binnen- en buitenlandsche staatshoofden, zijn voor Braakensiek familiare kennissen" geworden, die hij, in verband met de geschiedenis: van den dag, in vlugge trekken schetst en in allerlei denkbare houdingen eu groepeeringen, in velerlei actie, goedgelijkend, vaak uit muntend getvpeerd, altijd correct geteekeud, aan de lezers van het bekende blad voorstelt". Ziedaar eene zijde van Braakensiek's talent. Met eene andere zijde daarvan hebben wij van tijd tot tijd de lozers van Eigen JJnard laten kennis maken. Volkstypen en tooueelen uit het volksleven, uit het Amstenlumscho in 't bijzonder, worden door Braakensiek uitmuntend weergegeven. De achterbuurten der hoofdstad hebben geen geheimen meer voor hem; op de markten en pleinen, langs straten en grachten, in sloppen en stegen. in kroegen en herbergen en vergaderlokalen heeft hij ziju oogen den kost gegeven, eu wat hij met scherpen, blik en voor humor ontvankelijke!! geest waarnam, vastgehouden en gemeengoed gemaakt in typisch-Amsterdamsche schetsen. Van deze kouden wij er enkele reproduceeren: de Gestoorde Bruiloft" (1897), de Kiezentrekker" (1897), de Sjabbeswandeliiig"! 1902 )enin?OudeSchuld"( 19(13). Nog vau een anderen kant mochten wij Braakeusiek aan onze lezers voorstellen. Hij is een uitmuntend illustrateur. die steeds de grootste zorg. wijdt aan het weergeven der eigenaardigheden van het tijdperk, waarin de door hem verluchte" geschiedenis speelt. Wij behoeven onzen lezers wel niet te herinneren, hoe hij voor ons Jan ten Brink's laatste novelle Brechtje Spieghels" illustreerde en aan deze zcventiend'ceuwsche schets door zijne levendige plastiek en zijne historische nauwgezetheid eene dubbele aan trekkelijkheid verleende. Gaarne maken wij gebruik van de gelegen heid, ons geboden door de reproductie van Braakensiek's schilderij Oude Schuld," om hier. iets mede te doelen over het leven en theken op theologisch, philósophisch en rechtsgeleerd gebied. De laatste bevat een in ons land weinig voorkomende verzameling van werken over verzekeringswètenschap, vooral levensverzekering. Zonder twijfel zaldeze vei ling veelbelangstelling wekken. De boeken zijn te zien Vrijdag en Zaterdag a.s. NIEUWE UITGAVEN. ^Middelnederlandse Marialegenden,, vanwege de Maatschappij der Nederlandsclie letter kunde. Uitgegeven door dr. C. G. N. DE VOOYS, 2e deel. Leiden, boekhandel en druk kerij voorheen E. J. Brill. JOHAN E. ELJAS, De vroedschap van Amster dam 1578?1795. Met een inleidend woord van den archivaris der stad Amsterdam mr. W. tt. VEDER. Eerste deel. Haarlem, Vineent Loosjes., Intreêrede, gehouden op den lln October 903 voor de Wed. Hérv. Gemeente van Groningen, door G. HULSMAN. Groningen, P. JSfoordhoff. Van 's levens doel, door J. J. HOOGBWERFF. Leiden, A. H. Adriani. Het opkamertje van den onderwijzer. Taai studie, voor de hoofdaete I,-Staring, .door B. SCHELTS VAN KLOOSTERHüis. Culemborg, Blom & Olviers. Mlt Santa Barbara in Südafrika, von OTTO VON LOKBEEG. Leipzig, Historisch-PolitisCher Verlag (Rudolf Höfstetter.) Ikesboek der Algémeene geschiedenis, door dr. M. G. DE BOER. Eerste deel. Gron. P. Noordhoff. De Hygiëne van Do-fp en Stad, dóór dr. WIIHELM EBSTEIN. Met toestemming van den schrijver uit het Duitsch vertaald. Utrecht, PI. 'Honig. Jong Leven, dóór P." VAS DER MEER, 2 dln. Amst., D. Buijs Dzn. De Orkst Concertspeler. Eene verzameling van soli en fragmenten voor viool uit orkest werken, met vingerzetting, streken en voordrachtsteekens door CHR. POORTMAN. 2 dln; Groningen, P. Noordhoff. HtTSJES Dg Een schetsje uit m ij n k i n d e r t ij d. JSTaar het Duitsch door.XrDwiG TIIOMA. Bindinger, onze meester, had een oogje op mdja zuster Marie. Ik merkte het al heel gauw, maar thuis decUai.ze er erg geheimzinnig :mee, opdat ik er toch vooral niets van zou merken. Vroeger kibbelde Marie altijd met me en als mijn moeder zuchte Ach God, jongen", deed Marie -er gewoonlijk nog wat bij en /ei, dat ik. een kwajongen was, die nergens voor deugde, *) Oör de welwillendheid der redactie van Eiyen Haard zijn wij in staat gesteld, dit artikel over onzen hooggewaardeerde!! medeiverker in zijn geheel over te nemen. l Red. Wil.) iimiliuiiliUMiiHHNHMniiillmiiiniiMiuiiiiriluiifdfiiHiiufHlffft'iKiffrru werken, van den zoo terecht populairen kun stenaar. « * Johan Braakeusiek is op 24 Mei 1858 te Amsterdam geboren. Zijn vader, die toen in de Noorderstraat woonde, was van beroep kaartteekeuaar. Ofschoon dit vak meer tech nische dan artistieke qualiteite.ii vereischt, had de oude heer Braakensiek toch een goed oog voor teekenen, on moedigde den aanleg daarvoor bij zijn zoons aan, zooveel hem mogelijk was. Braakensiek's oudste broeder, zeventien jaar ouder dan hij, toekende, grif en vlug' uit het hoofd." Hij was eerste teekenaar bij de firma Amand en werkte later ook op andere groote ateliers. Spelenderwijs zonder dat daarbij nog sprake kon zijn van een ernstig bedoelde opleiding profi teerde de kleine Johan van de ervaring van dezen ouderen broeder, vooral wanneer deze wat hem nog al eens overkwam door ziekte genoodzaakt was tehuis te blijven en het bed te houden. Zoo hield Johan toen een ventje van 5 of (> jaar den ouderen broer gedurende eene langdurige ziekte trouw gezelschap en zat bij hem op 't bed allerlei poppetjes te teekenen. Dat waren niet de tvaditioneele gedrochtjes, die de meeste kin deren teekenen een driehoek voor den romp, met een slordig cirkeltje, op of ergens in de buurt van den tophook, als hoofd. twee stippen als oogoii en een mondstreep c» /<irc met een ueu~ in jii'Olil. armen en boenen fantastisch gezellig uit de /elfde hoeken aan de ba-is van den romp-driehoek ontspringend maai' heusehe poppetjes, in velerlei mogelijke en ook wel eens onmoge lijke standen. Juist die vreemde standen trokken den kleinen jongen aan: conventio neel!' houdingen interesseerden hem niet. De lagere school heeft met lïraakensiik niet veel eer ingelegd, Giihveg- erken! hij zelf, over den tijd tu^sclien zijn zesde en zijn twaalfde jaar sprekend: ..ik was te sul'en te beroonl om wal te loeren". De kleine Johan was zokor, lichamelijk, wat men noemt ..ecu min kereltje": daarbij was hij, naar hij meent tengevolge van een val uit het raam opzijn derde jaar. tamelijk doof. Toch deed hij. op zijn manier, zijn best. Hij herinnert zich, hoe hij eens als taak had opgekregeu. ecu versje van vier coupletten van buiten" to loeren on daartoe geen kans zag. Wél had hij bij elk couplet eene toepasselijke teeko ning gemaakt, en dacht mot dit kunstproduct het hart van den onderwijzer te vermurwen. Vorgeefsche moeite! De gestrenge pydagoog vertoonde do illustratie aan de giechelende kinderschaar, en scheurde haar toen veront waardigd in stukjes. Nog vóór zijn twaalfde jaar werd Braakcnsiek van school weggezonden, omdat hij tóch niet loeren kon." Hetgeen niet belette, dut n van Braukeiisick's toenmalige leer meesters hem vele jaren later, toen de kleine Johan reeds een man van naam \vas gewor den, verzekerde : ,,lk heb altijd wel gedacht, dat er in jou wat stak." Brauken<iek dacht het zijne van deze late wuurdceriiig! Op do ongelukkige schooljaren volgde een nog ongelukkiger tijd. De knaap werd voor allerlei kleinigheden gebruikt, die tot zijn ontwikkeling niets bijdroegen; rondweg ge zegd, hij bracht een paar jaar als loopjongen door. Toen hij vijftien jaar was, begreep Maar in eens werd dat heel, heel anders. Als ik naar school ging, liep ze mij nu aan d« trap na en zei: Wil je niet een appel, Lou ?" En dan keek ze of ik wel een schoon kraagje aan had en als mijn das niet goed zat; iriaakte zij er een nieuwen strik in. Eens zelfs kocht-zei een nieuwen voor me, wat vroeger nooit gebeurd was. Dat kwam mij toen wel verdacht voor, maar precies waarom ze het deed, snapte ik toch niet. Als ik thuis kwam, vroeg ze mij telkens: Heb je een beurt gehad ? Is meneer vrien delijk tegen je?" ? Wat gaat jou dat toch aan?" zei ik, doe toch niet zoo onwijs! om jou geef ik toch niets." Ik meende eerst, dat het een nieuw kunrtje van haar was, omdat meisjes alle oogenblikken wat anders hebben om bezig te zijn. Van achteren af heb ik hot begrepen. Bindinger kon mij niet lijden en ik hem niet: Hij was slordig en vuil. Dat hij aan zijn ontbijt altijd zachte eieren at, kon men aan zijn baard zien, waarin eigeel zat. Hij sproeide iemand altijd in zijn gezicht als hij sprak en zijn oogen waren zoo groen als die van een kat. Z\jn haar liet hij niet knippen en zijn jas zat altijd vol roos. Als hij over de oude Germanen sprak, streek hij altijd over zijn baard en sprak dan met een basstem. Ik geloof echter niet dat ze zoo 'n buik en zulke afgeloopen schoenen hadden als hij. Op andere jongens bromde hij, maar mij sloot hij maar op ep zei daii telkens weer : Jij zult nooit een nuttig lid van de maat schappij worden, kwajongen!" Toen werd er een bal gegeven van de liedertafel, waar mijn moeder en Marie heengingen. Zij kreeg voor die gelegenheid een rose japon en ze huilde erg, omdat de naaister zoo laat er mee klaar was. Ik was blij tóen ze de deur uit waren-met al hun drukte. Den volgenden dag onder het middageten praatten zij steeds maar over hot bal en Marie zei tegen mij : j,zest Lou. mijn heer Bindinger was er ook. Wat is dat een aardige man !" Dat ergerde mij geweldig en ik vroeg haar of hij org gesproeid had en of er op haar rose japon geen eiervlekken gekomen waren. Zij kreeg oen erge kleur, sprong ineens op en liep weg en ik kon door de deur nog hooren dat ze huilde. Ik docht dat ze niet goed wijs was, maar mijn moeder zei erg boos: Je moet niet zoo onaardig over je meester spreken; dat kan Marietje niet verdragen." Ik zou wel eens willen weten, wat het haar aangaat ; liet is toch stom du t ze daarom huilt." Marietje is een goed kind," zei mijn moe der en zij ziet wat ik voor verdriet heb als jij niets leert en onaardig bent tegen je meester." Maar het is toch een feit dat zijn heele baard vol eierdooier zit," zei ik. Hij is een zeer brave en knappe man, die een mooie carrière kan maken. Kn hij was heel aardig- tegen Marietje. En hij heeft haar ook gezegd, hoeveel moeite hij met jou heeft. En nu wil ik er verder niets meer over hooren!" Ik zei ook niets meer, maar ik dacht: zijne familie, dat .zijn liefhebberij voor teekenen toch nog wel iets waard was, en verkreeg voor hem een plaats op een mode winkel, waar hem het teekenen werd op gedragen van borduur- en soutache-patrouen, welke door hem op zijde, fluweel eu andere stoffen werden overgebracht. Tweemaal per week woonde hij een les bij op een avond cursus van 15. J. Tétar van KI ven. Deze bekende kerkonschilder, wiens werken uiterst nauwgezet, maar zeer droog waren, bleef als paedagoog getrouw aan de destijds voor dilet tanten algemeen toegepaste methode. Hij liet zijn leerlingen wïteekeneu in 't oneindige, alles naar gelithografcerde voorbeelden, neu zen en oogen en ooren en monden, koppen met nette en precieso arceeringen, traditioneole landschupjes met drie of vier ver schillende boomslagen" van lluysmans. en dergelijk soort van werk, dat tegenwoordig door eiken H. B. S.-leeraar in het teekenen zeer terecht! als weinig vormend eu ontwikkelend zou worden afgekeurd. Zoo ging het oen jaar voort, tot een golukkig toeval den knaap in aanraking bracht met den heer Martin Kalf. destijds redacteur aan het Iltnidi'lfililiid. De lieer Kalf moest Braakensiek's vader spreken, over een wundelgids voor Kaam en omstreken. De oude Braakensiek zou de waudelkaavt toe kenen, en Martin Kalf zou er don tekst bij schrijven. lu do woning van de Braukonsiek's word do heer Kalf bijzonder getroffen door eenige schetsen van den toen zestienjarigen Johan. Hij zag dadelijk, dat er talent in den jongen zat, on stelde zich voor. dat tulent tot zijn recht te doen komen. Maar hoe? De eerste ? l"'ging was niet gelukkig. Martin Kalf was bozig me! een werk over het tooneel. en droog Johan Braa kensiek op. daarvoor de teokeningen te maken. Er kwam niets van terecht : de jonge man bleek, bij alle natuurlijke begaafdheid, niet genoeg onderlegd te zijn. Maar Martin Kalf gaf zijn plan om wat van den jongen te maken, niet op. Johan moest naar do ..TeekenAcadeiuie" gaan. De directeur dor Academie, de heer de Poorter, Werd geraadpleegd, eu Johan moest hem en den hoor Allobó zijn schetsen komen vertoonen. De beide hoeren wilden eerst niet gelooveu. dat de knaap die schetsen uit het hoofd" had gemaakt, te moei' omdat Braakoiisiok noch van anatomie. noch van perspectief theoretisch eeuig begrip had. Hij had eenvoudig een kijk op do dingen" eu wat heel wat zeldzamer is, het vermogen om dien juiston kijk op on bewust juiste wijze weer te geven. Maar om tot de Academie te worden toegelaten moest hij een examen afleggen, en onbewuste ken nis is voor zulk een examen een slechte voorbereiding. Do heer de l'oorter liet den knaap drie maanden lang in een leegstaand schooilokaal onder zijn eigen leiding werken, on toen kou de traditioneele pleistorkop voor hot toelatings-exameii met een alleszins be vredigend resultaat worden geteekend. Voorloopig kou echter slechts de avond cursus aan do Academie worden bijgewoond. Die kostte r'4(1; de volledige cursus ? 1.00, 011 de familie van Johan wu< niet in staat om hot hoogere schoolgeld te betalen, liet bleef immers niet bi.j hot schoolgeld: ook in de toeken- en schilderhehoeftou moest wor den voorzien. Gelukkig kreeg do jongeman Wat is die Bindinger toch een vent, om mij zwart te maken bij mijn zus. 's Middags met het opzeggen kwam ik aan de beurt, ik had niets aan Nepos gedaan en het vertalen ging dus heel slecht. Waarom heb. je weer niets uitgevoerd ?" vroeg hij. Ik wist er zoo gauw niet uit te komen en zei: Ja mijnheer, ik heb eigenlijk niet gekund!" Wat heb je niet gekund?" Ik heb niets aan mijn Nepos kunnen doen, omdat mijn. zuster naar het bal ging." Dat is tocii het toppunt van onbeschaamd heid, met zoo'n dwaze verontschuldiging voor don dag te komen," zei hij ; maar ik had al wat bedacht en zei dat ik zoo'n hoofdpijn gehad had, omdat de naaister niet kwam en toen ik haar moest gaan halen, op straat uitgleed en met mijn hoofd op de steenen sloeg en vreesclijke hoofdpijn kreeg. Ik dacht bij, mezelf, als hij het niet gelooven wil, is mij dat ook onverschillig, om dat hij het toch niet bewijzen kan. Hij gaf rmj geen uitbrander en liet me gewoon weggaan. Een dag daarna, toen ik uit school kwam, zat Marie ? op de kanapee in de huiskamer en huilde verschrikkelijk. En. mijn moeder hield haar hoofd vast en zei: er zal toch wél wat van komen, Marietje, wees maar kalm, kindje!" Neen er komt nooit iets van, die kwa jongen doet het expres, om mij ongelukkig te maken." Wat heeft ze nu weer voor een huilbui?" vroeg ik. Toen werd mijn moeder zóó kwaad, als ik haar nog nooit gezien heb. Dat moet je nog vragen ook," zei ze. Je kan het niet voor God verantwoorden, wat je je zuster aandoet; 't is je niet genoeg dat je lui bent, nu geef je het arme meisje de schuld en zegt, dat je op de steenen gevallen bent, omdat je voor haar naar de naaister moest. Wat moet die goede mijnheer Bindinger van ons denken?" Hij zal denken dat we voordeel van hem willen trekken! Hij zal denken dat we alle maal liegen en dat ik ook zoo ben," schreeuwde Marie eu drukte weer haar natten zakdoek voor haar oogen. Ik maakte maar dadelijk rechtsomkeert, omdat ik wel wist, dat ze zich nog erger aanstelde als ik er bij was en ik kreeg voor straf mijn eten op mijn kamertje. Dat was op eon Vrijdag; en 's Zondags daarop kwam mijn moeder bij mij boven en lachte zoo vriendelijk en zei dat ik eens in de huiskamer moest komen. Daar stond meneer Bindinger en Marie stond met haar hoofd op zijn schouder en hij loenschte erg. Mijn moeder nam mij bij de hand en zei: Lou, Marietje wordt nu de vrouw van je meester," en toen nam ze haar zakdoek uit haar zak en weende. En Marie huilde. Kn Bindinger kwam naar mij toe, legde zijn hand op mijn hoofd en zei: Wij zullen een nuttig lid van de maatschappij van hem maken." nu en dan kleine ..karweitjes", waardoor hij zich het noodige kon aanschaffen, en hielp een andere broer van hem spoedig aan het overige, zoodat hij den geheeleii dagcursus kon bijwonen. Zoo gingen vier jaren in ijverigen arbeid voorbij, Braakoiisiok volgde de lessen van Wijnvold, Allebó, Kuiser, Stracké, Alberdingk Tbijm on de Poorter. Vooral de beide eerst«reiincmde. hebben, jiaar zijne meening, veel tot zijne vorming bijgedragen. Maar met "Toote duiikbuurhoid gedeukt bij óók den steun, die hom in die academie-jaren dooi den heer Martin Kalf is geschonken. Deze bad zich aanvankelijk ten doel gesteld, Braakeusiek's gebrekkige schoolopvoediuguau te vullen on bom vreemde talon te loeren. Muur . . . hot ging niet. Braukensiek kou er ziju hoofd niet bij houden. ..Als iemand over zulke dingen begint, dun kijk ik onwil lekeurig alleen maar naar de gezichten die hij trekt, naar do manier waarop hij zijn armen on handen beweegt, naar de plooien in zijn jas, eu zulke zaken." Toch waren die avonden lang niet onvruchtbaar 011 beeft Braakensiek in den omgaug met ziju weiwillenden Mentor heel wat algémeene kennis opgedaan. Toen hot vijlde jaar aan de Academie zon ingaan, kocht I'rof. Allebó eenige potloodsciiotson van Brauken-'iek voor ? Kil).?.De kooper wilde niet genoemd zijn. alleen als iemand die in het werk van den jongen artist behing stelde. Later bleek- bet do wol bekende kmist-Maeceuas Willink van ('oliën geweest te zijn. die don jongen man in staat \\ ilde stellen, zonder do hulp van zijne familie de laatste schoolgelden uun de Academie te betalen. Braakeusiek had den cursus aan de Aca demie met goed gevolg doorloopen. Muur nu kwam do crrootc vraag: ..hoe kun ik het aangeboren talent, de zelf-vorworvon vaardig heid, de opgedane kennis on wetenschap, mij praktisch ten nutte maken?'' Dat is de dubbeltjos-c|iiaestie. die helaas voor hot ont luikend talent, dut zonder steun van buiten zijn weg m<:et vinden, alle andere quaestién naar den achtergrond dringt. Braakeusiek begon zij n zelfstandige loopbaan als illustrateur. Ken van zijn eerste werken bestond in de illustratie van Justus van Muurik's werk Uit hot Volk". Braakeusiek kwam daardoor in aanraking met den symputbiokou uitgever Tj. van llo'kema. een man van uToote energie eu breedc opvatting. 0011 model voor velen in don omgang' met d auteurs 011 do illustrateurs, wier werk hij uitgaf. Ook de- samenwerking met Justus vau Muurik eu Braakensiek beeft zich sedert dien tijd onafgebroken voortgezet. Die samenwer king bestond ook wol eens iu gemeenschap pelijke /visjes, ivuüi'liij natuurlijk f\>' meerdere ervaring van den ..zakenman" Van Maurik aan Braakensiek ten goede kwam. Zoo bijvoor beeld op een tochtje naar Londen, want Braukonsiek verstaat geen Kngelscb. Van Maurik bad zijn zaken to doen. on moest ziju reisgezel dus wel een*' een goed deel van den dag door Londen luton rondzwerven. En juist dat rondzwerven bad voor Braakensiek groote aantrekkelijkheid. Alle* liep best af: Braakonsiok kroeg een kaartje moe. waarop stond: way to (volgde de naam van het hotel)" e» met dieft-talisman gewapend vond Braaken siek in xje millioenenstad gelegenheid om naarhartelust rond te dwalen, en toch op tijd weer in zijn hotel te zijn. Braakensiek's werk als illustrateur vereischte natuurlijk eene niet geringe historische studie. Sy het werk van Justus van Maurik kon .hij teekenen wat hij in Amsterdam zelf en in onzen tijd had waargenomen, maar voor de illustratie van Louwerse's Vaderlandsche (Geschiedenis en van de werken van Marryat moest hij naar bronnen zoeken, die hij hoofd zakelijk op het Prentenkabinet te Amsterdam vond. Men kan echter honderden en duizenden van oude prenten bekijken en in de puntjes eene minutieuse voorstelling geven van de wijze, waarop onze voorvaderen zich kleedden en huishielden, uonder iii staat te zijn die figuren uit den ouden tijd zoo los en onge dwongen, zoo overtuigend getrouw te teekeneii, als Braakensiek dit doet, Hoe consciën tieus hij daarbij te werk gaat, moge blijken uit het volgende feit. Jaren geleden werd door den heer De la Mar in het Amsterdamsche Paleis voor Volks vlijt een stuk gemonteerd, dat de innemingvan den Briel door de Watergeuzen tot onder werp had. Braakensiek zou er een comedieplaat" voor teekenen, een geïllustreerd affiche om aan te plakken. Toen hij gereed was,. vertoonde hij den heer De la Mar zijn werk.. Groote verbazing van den tooiieeldirecteur. Dat lijkt naar niets! Je hadt die Geuzen behoorlijk in uniform moeten teekenen!" Braakensiek maakte den directeur bescheiden lijk opmerkzaam, dat in het laatst der zes tiende eeuw zelfs bij de meeste staande legers nog geen uniform bestond; dut de Geuzen eigenlijk een saanigeraapte bende waren, van allerlei rang en stand en beroep, en dat dit in hun costuum moet uitkomen. En de heer de la Mar liet zich overtuigen en deed afstand van de mooie Geuzen-uniformen. Misschien heeft hij zich getroost, door den nap en den bed elstuf als herkenningsteek eu voor de Geuzen te behoudeiii Tijdens eene ernstige ziekte van zijn ouderen broeder kreeg Johan Braakensiek de opdracht in zijne plaats de platen te teekoiien voor het Politienifutvs. Een zeer verheven werk was dit illustreeren van misdaden en onge lukken zeker niet, maar de jonge teekenaar pakte gaarne alles aan wat hij kon krijgen. Zijn vlugheid en handigheid kwamen hem hierbij uitstekend te pas; het was bijna altijd spoed werk, wat moest worden geleverd. Dik wijls werd het onderwerp van de plaat 's morgens om tieik uur opgegeven, dadelijk op steen geteekend en om twee uur gedrukt! Johan bleef het werk voortzetten ook nadat zijn broeder weer hersteld was, en wel op uitdrukkelijk verlangen van de uitgevers. Hij wist echter al spoedig heel wat beter voor waarden te bedingen: terwijl de oudere broer zich voor een plaat met ? 1.50 moest tevreden stellen, vroeg 011 vorkreeg Johan, zoodra hij zich voor vast verbond, eerst ? H».?, later ? 15.?per plaat. De zoo genoemde comedieplaten brachten hem gewoonlijk een beschei den sommetje op, maar daarbij vrijen toegang tot verschillende schouwburgen, eene gele genheid, die door den jongen man gretig: werd aangegrepen. Braakensiek bleef voor het Geïllustreerde l'olitlenieuu-s teekenen tot 1887, toen zijn geregelde arbeid voor het Weekblad <le Amsterdammer begon. Reeds in de jaren 1885?87 had Braaken siek af en toe voor het Weekblad eene plaat geteekend. In October 1887 besloot de uit gever, Tj. van Holkeiria, in overleg met de redactie, elke week een plaat te geven. Aan vankelijk zou het werk worden verdeeld tusscheu Braakensiek en Willem Steelink. Deze laatste, een knap graveur on et<er, lileek echter al spoedig voor dit soort van werk minder geschikt to zijn. Onder de eerste platen der sedert onafge broken serie is er nog eene, die half door Steelink, half door Braakensiek geteekend is. Het onderwerp was: Willige en onwillige sujetten." (>p de eene helft toekende Braa kensiek den bekenden Donuto, zijn gehyp notiseerde sujetten met den blik behecrschond. Op de andere helft gaf Steelink den Russischen generaal Kaulbars, met de knoet in de vuist de Bulgaarsche aanhangers van vorst Alexunder tot onderwerping aan de u wil van den Czar dwingend. Het is een lust, Braakensiek aan het werk te zien op de redactie-vergaderingen, in welke hot onderwerp der platen wordt besproken 011 vastgesteld. Zoodra men het eens is ge worden, zet hij zich aan het werk, en in een paar minuten, met enkele rake. forsclie krab bels, is de schets gereed. Ordonnantie 011 compositie staan hem dadelijk helder voor den geest. Onwillekeurig, onbewust haast, rimstriieert hij zijn figuren. Heeft bij een ge lijkenis eens te pakken, dan is de hooi o per soon zijn geestelijk eigendom geworden en is liet hom onverschillig, of hij zijn sujetten i o /'("'c, c» jirofil of iu welke andere houding ook moet leekenen. Geen actie of stand is zóó gecompliceerd, dat hij ze niet met ver rassende vlugheid (-11 juistheid weet voor to stellen. Jammer, dat Braakensiek die vele honderden potloodscbetsen voor zijn platen niet heeft bewaard: de vergelijking mot de afgewerkte platen zou een zeer interos^anten kijk geven op zijn manier van. coiieipieeren en afwerken. Dat Braakeusiek's Wet 7,'Wï</-prenten ook in het buitenland zeer worden gewaardeerd, stipten wij boven reeds met een enkel woord aan. John (iraud-('artoret, die eene grondige studio heeft gemaakt van zulk eene ..politiek in beelden", spreekt met bewondering over Ie eélèbre M. Braakensiek" eu geeft hem oen eereplaats iu zijne verzumelwerken. En vele Engolsche. Fransehe en Duitsche bladen reproduceeren vaak.op verkleindeschaul.depolitioke prenten van onzon IloHandsehen artist. De teekeningen eu aquarellen, door Braa kensiek O]i zijn atelier vervaardigd, vinden in de laatste jaren steeds gemakkelijk den weg' naar particuliere verzamelingen. En wanneer onze Hollaudsehe uitgevers hunne boeken goed geïllustreerd willen bobben, hebben zij iu Braakensiek den rechten man. Laat ons ten slotte voor de velen, die Braakensiek alloen uit zijn teekeniugen kennon, nog vermolden, dat hij een gelukkig 011 zorgzaam echtgenoot en huisvader is, en. daarbij verklappen, dat zijn Nedeiiandsche Maagden." eene onmiskenbare gelijkenis vertooneii mot Mevrouw Braakensiek en dat een zijner dochtertjes, tot zijn groote vreugde, het talent van den vader schijnt te zullen erven. Mogen den sympatiekeii kunstenaar, die thans" in de volle kracht van zijn leven en werken is. nog vele jaren van vruchtbareu. arbeid beschoren zijn!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl