De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 25 oktober pagina 2

25 oktober 1903 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1374 De ontwerper acht voorts de indienststelling van Inspekteurs van Arbeid \venschelijk. Zeer zeker zijn ze ter Sumatra's Oostkust nuttig en noodig, maar hier mag men wel nazeggen de bij het kaart spel vaak gebezigde uitdrukking hoog uitkomen of thuisblijven." Vooral daar ter Oostkust moeten ze moreel op een hoog standpunt staan, dus ook flink ge salarieerd worden en hun positie aan zienlijk worden gemaakt en ook door het Gouvernement niet worden getole reerd dat ze, naar Indische wijze, logeeren en te gast gaan bij de werkgevers. Voor deze inspekteurs vooral zij het om ook eens gelijk de heer Van den Brand een woord uit Deuteronomium aan te halen geschreven Gij zult het aan gezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen, want het geschenk verblindt de oogen der wijzen en verkeert de woorden der rechtvaardigen." In n woord men dient het ambt zoo te maken dat b.v. rechterlijke ambtenaren en maatschappelijk even aanzienlijken er naar solliciteeren willen, en dan weer: wat deze ambtenaren den Staat kosten late men middels verhoogde belasting betalen door degenen, die de indienststelling van zulke ambtenaren noodig deden zijn. Hier en daar zou ik nog wat kunnen aanteekenen, zoo b.v. de vraag doen of art. 4 niet kan vervallen 2); het con tract brengt van zelf modo wat daar staat geschreven en 't eerste lid van art. 6 is ten deze genoeg. Voorts, ten aanzien van art. 7 en van de 2e en '3e alinea van art. 5, voldoende achten dat de werknemer een exemplaar van zijn contract in zijn bezit heeft, aan den voet waarvan dan kan worden opgeteekend zijn lichaamslengte in centi meters, zijn keubare teekeiien en wanneer en waardoor het contract is geëindigd. Legitimatiekaart en wcrkmanspas zouden dan geheel kunnen achterwege blijven. Men moet den inlander niet met paperassenboel lastigvallen, liet inachtneming hiervan zou art. 7 evenwel kunnen blijven bestaan als hebbende administratief nut. Ten aanzien van art. 9: 3) Aan wie moet het nog verschuldigd loon worden afge dragen, als de werkman tijdens den duur van zijn contract sterft en geeft dit artikel geen aanleiding om ten minste al dadelijk geen nieuw contract te sluiten? (deze opmerking afgescheiden van wat ik bij art. l aanteekende). Wat de Zondagsrust betreft, we zijn hier in een milieu van niet-Christenen en ook menig bedrijf laat geen geheele Zondagsrust toe, b.v. sommige mijnarbeid nooit en landbouwarbeid in sommige tijden van 't jaar niet. De dispensatie behoort o. i. te worden verleend of ge weigerd door den hoogsten ambtenaar i. c. den resident. Is in do laatste alinea van art. 2 4) een maand niet wat lang P Hier wordt het belang van den werkgever te weinig . geteld. Mijn bestek laat niet toe moer aandacht te wijden aan de artikelen van hot ont werp. Te roemen valt er zeker niet weinig in het geheel, zoo b. v. ook de verplichte betaling in Nedcrl. Ind. courant. Het Gouvernement had het nooit moeten gedoogen, dat hot daar, terwijl wij eon maat wet hebben, zoo toeging. In het ontwerp zien we den arbeid van con man, dio het wel meent met arme verongelijkten, met iemand, d:'e de toestanden tor Oostkust kent en dio als jurist en belijdend Christen no«: eenige waarde aan zijn werk kon bijzetten. Vroeger, voordat de eerste koelieor donnantie werd uitgevaardigd, is er ook van particuliere zijde oen ontwerp ge maakt, dat, zij het ook wat gewijzigd, als koelie-ordonnantie de wereld intrad. Onzalig, behalve voor hen/elven, zijn de gevolgen geweest van dit door geld mannen gemaakte ontwerp. Daarom zou het weuschelijk zijn, dat men, ten deze verbetering beoogende, de noodige aan dacht wilde schenken aan een ontwerp dat voor beide contractecrende partijen zorgt, dat ook den werkman voldoende beschermt en hem rechten geeft en dat niet te kort doet aan zijn meiischelijke vrijheid. Zulk een ontwerp gaf de lieer Van den Brand in zijn Arbeidswet, zijnde een koulie-ordonnnntic ontdaan van wat haar onbillijk maakte. Van al wat haar waardevol maakte," hooren we de stem van zelfzucht en eigenbelang verbeterend aanmerken en over al de Buitenbezittingen en in Neder land en in den vreemde, overal waar belanghebbenden zitten, hooren we den nagalm ervan. Zoolang die stem nog zoo machtig klinkt en niet wordt overstemd, is er echter geen hoop dat een Arbeidswet als de hier besprokene als model zal kunnen dienen, waarnaar men zich ter verbete ring van bestaande bepalingen met vrucht 1) Elk uiet-deskundifce zelfs kan zich daar van overtuigen alleen door een der K. Ord's aandachtig te lezen. 2) Art. 4 luidt: De werknemer is verplicht zijn arbeid te verrichten, de hem door nf j namen.-! den werkgever gegeven IK -velen ge trouw na te komen, en zich in alles over eenkomstig zijn contract te gedragen. ;>) Art. 'J legt den werkgever de verplich ting O)) om bij expiratie van het contract den werknemer het geld voor de terugreis naar de plaats waar deze werd aangeworven uit te keereu, vermeerderd met vijf gulden voor onderhoud gedurende de reis. lüj 011middclijk op de expiratie ge vol ad i-e nttagemeut zijn die gelden niet verschuldigd. 4) /iekte of verlof gedurende niet langer dan een maand heeft geen invloul op de berekening van den duur der overeenkomst. zou kunnen richten. Tegen de bierkaai" kan men niet vechten" is een zegswijze die ook in dezen strijd om recht zijn ongelukkige beteekenis doet gelden. Want ook hier is een bierkaai," hard ate graniet. Toch, als we die deukjes en scheuren zien, veroorzaakt door het wa pentuig van de strijders tegen den harden steen, dan is er hoop dat door aanhoudend stooteu en raineien do heele kade ten slotte toch nog ineenvallon kan. 's-Gravenhage, 30 Sept, 1903. II. R. IvOOKMAAKER. Onze eerste Minister en de Engelenwereld. i. Ministers doelen in zoover liet lot van Keizers en Koningen, dat hunne gangen in liet Binnen- en Buitenland wij nauwkeurig en dikwijls zeer uitvoerig worden medege deeld. )e nieuwsgierigheid van hen die weten willen wanneer onze eerste minister uitlaudig is, hoe hij aldaar gekleed gaat, welke plaatsen hij in ons huid bezoekt en wat hij daar spreekt, wanneer hij ten Hove dineert, of zelf een diner geeft, dut alles en nog' veel meer, wordt vrijwel bevredigd; maar is toch v.rcl bezien niet veel anders dan oene vermeerdering van opper dukkige kennis. Van een ehristolijken minister of een minister-theoloog, zooals onze eerste minister ook wel genoemd wordt, willen weetgierige menschen iets anders weten. Wat leest hij?' Wat schrijft hij 'i Welke uitstapjes maakt iij op geostolijk gebied? Ziedaar vragen, wier beantwoording van meer belang is dan de medcdeoliimeii die zijn kleeding, zijn spijs en zijn drank betreffen. Want al schuilt er waarheid in de duitscho woordspeling: dat een monseh is wat hij eet, die opmerking is onwaar als men het geestelijk voedsel buiten sluit. De vruchtbare pen van dr. 'vu v per is begrijpelijkerwijze gedurende zijn minister schap niet zóó productief als voor dien tijd het .geval was. Toch gaf hij als minister een boek uit. En wel eeu waarvan de titel aanstonds herinnert dat wij hier ook nog met den theoloog te doen hebben, en dat als van zelf de vraag doet opkomen : ver plaatst het ons alleen in hoogov sfeeren, ver, zeer ver boven de aarde, of leert het ons tevens inzien welk verband er bestaat tussehen de ehristelijkheid van onzen mi nister 011 zijn politiek 'i l >r Et/iji'l<>n <!<>'/?<, (/oor I Ir. A. KIIIJIHT, {fiJn-L'rr <('? ll'tii'iiixi'i', Aamt-Tf/HHi, l'rei ui-i< i, is een geschrift dat tot de nieuwste letterkundige plunje van onzen eersten minister behoort en waarvan de lezing een treffend bewijs is dat even ver als de hemel verwijderd is van de aarde, de afstand is tusschon zijn christendom en zijn politiek, en dat waar de hemel grooten invloed uitoefent op de aarde, omgekeerd bij onze eersten minister zijn politiek in het geheel geen invloed ondergaat van zijn christendom. Meermalen is gevraagd: \\aarin bestaat toch de christelijke politiek van onzen eersten minister, waarin verschilt hij toch van andere ministers die vóór hem aan de ministertafel waren gezeten:' Opent hij de kamerzittingen niet een gebed:' Lee 4 hij een kapittel voor uit God's woord? Heeft hij zorg gedragen dat er een bijbel op d,: ministertafel aanwezig is? Toont de aan wezigheid van een crucifix, dat mou ook de roomsch-katholieken niet vergeet ? Niets van deze christelijke kenteekeneu kenteekenen waardoor zich de christelijke en kerkelijke scholen bijvoorbeeld van de neutrale inrichtingen voor onderwijs onder scheiden - vindt men bij dezen minister. Do politieke Christus wordt buiten de deur gesloten, de naam des 'loeren in oilicieele stukken niet anders gebruikt dan de liberulistische hoeren dat sleden, liet gelies'le christendom waarom /om ooi te doen is geweest, blijkt iu d'1 Tweede Kamer op non-activiteit te zijn gestold, niet veel anders te zijn dan een introdnctiebillet waarmede men de K;r.i:or on do mnMste tiii'el bereikt, maar dat daarna waardeloos is .'.'.'oworden. Yi aar het zoo en niet anders gestold is. is het dan ook ^eon wonder dat roo,\ i,<et dr. Kuyper kan opstijgen naar de on^olenw oreld, on na hier door hem te zijn rondgeleid, en allerlei van hom ts' hebben vernomen, weder kun afdalen naar «ie r.arde, \net i';.1 overtuiging dut oen ministerie met (ie enueienworeld ni"ts boter is dan ocno rogs-ering die het zonder deze wereld weet te stollen. Ouze eerste w.nistei' schrijft: bij de ondelen komen we in aanraking met eon wereld van geestelijke wezens, Min wie naai' luid van (!ods woord, een werking 't /ij ten uoodo. 't /.ij ten kwade op ons meiischelijk loven nitraat', (p. '-}. Mocht iemand antwoorden dat hij nou'nooit in zijn leven iets van zoo n gooden of kwaden engel hoeft bespeurd, dan merkt dr. K u y per op: dat ook de a<-tiodie van de engelen uit gaat zich nog altoos in zekere zwevende algemeenheid voor ons verliest on weiirort vaster grijpbare vormen aan te nemen" (p. 2)12). In de engelonwei'old ziet go dus ook al vertlauwing dor gron/on. Toch trekt onze Premier een scherpe grens tussehen />'/';7"'/-engelen die hij alleen voor werkelijk bestaande wezens houdt, en AVr/.'-engeien die hij voor louter gedrochten der l'antazio aanziet. Kon Michaël en een Gabriël, be staan daarom werkelijk in don hemel, oen L'riël on eon lïat'aël zijn fantastische wezens omdat ze niet in eon calvinistische bijbel genoemd worden. Alles te xaam gonomi'n zijn er nou geen vijftig personen, aan wie persoonlijk zulk een onuelonvorsohijiiing in verband met hun zaligheid verschenen is ', (p. 277) heet het, een statistiek die in do oogen dor goloovigo Kooinschon nog wol (?en on ander te wonsciien zal overlaten. Trouwens wat de enn'olon betreft gaan lïoomschen en Protestanten uiteen. Mot do rechtzinnige Protestanten maakt onze mi nister zich van de engelouversehijningen af door de bewering: In onze bedeel ing komen geen Kiigolouvorschijniiigon moer voor" (p. IU). Dat is het bekende praatje, wat voor argument moet gelden, om de Bijbel-engelen als iets oonigs te handhaven tegenover Kork-ongeien en particuliere oiigolvcrschijningon: on dat juist om deze partijdige bedoeling alleen, reeds alle waarde van een argument mist. Onze Premier zoirt: Alen overdrijft dan ook niet, zoo men klaagt dat de Calvinisten al te zeer aan het stuk van de Engelen vervreemd zijn'7 (p. 10). Ons dunkt dat het calvinistisch geloof meebrengt zich niet veel met het leerstuk deiEngelen in te laten zelfs indien het mogelijk ware dat daardoor de band die hen met de .Koomschen verbindt nog inniger werd. Immers waar do calvinistische L'e r mee brengt te gelooven aan liet verschikkelijk raadsbesluit des Heercu dat de groote meerderheid ten eeuwige verdoemenis staat opgeschreven, waar menige calvinist in sombere stemming zich dus de vraag moet stellen: ben ik misschien ook gopraodostiteerd om voor eeuwig verloren te ga.au daar is hot te donkei' om zich veel mot do euueloiiwereld te be:rooi"ii': tenzij men hier oen engel met een spooksel ga verwarren, en iroeu onderscheid moer make tusschen goede on kwade engelen. En tegen dat. gevaar waarschuwt de minister van binneniaiidsche zaken. Zijne Excellentie zegt toJi dat het allerminst aangaat een M/iookw' met een fi/ijrl te ver warren. Ouder oen M;>or>A':;i7 verstond won stee,Is ui't es'ii engel, maar de geest van een ufijcxtorn'ii iii/'iixcli,". (p. 91). De spiritisten mogen uitmaken of de onderscheiding juist is, en de theologen beslissen of de nieuw-testamontiselie verschijning on van Mozes on Elia gelijk mogen gestold worden mot spookverschijningen. Waren er vijf- e\i veertig jaar godeden theologen die do engelen vergeleken met motaphysische vleermuizen -?- weinig eer voor de metnphysiea, en te veel eer voor de vleermuizen 1) ?- dr. Kuyper doet nog erger wanneer hij ze vergelijkt mot bacillen. Het doet hem lood dat ..do gonooskimdiue geleerden welaan liet bestaan van de bacillen, maar gemeenlijk' niet aan liet bosttum van (h\ engelen gelooven; terwijl omgekeerd menig geloovigc wel aan liet bestaan van de engelen hecht, maar op het gebied der ziekte van bacillen weinig hooron wil". (p. 4!)). Gelijk hot mot de bacillen gaat, gaat liet toch met de engelen. In een kamer waar go neerzit, op don weg waar ge wandelt, ja tot in uw hart kunnen n of moer engelen tegenwoordig zijn, om don wille Gods bij u uit te voeren, zonder dat u1 i j zelf er ook maar iets van merkt", (p. 1(>2). Ku waar do bacillen nu op een abnormalen toestand wijzen, is dit ook ms't de engelen het geval, immers liet is eeu feit, altijd volgens onzon premier, dat in liet paradijs zoolang in dat paradijs de zonde niet in brak on de heerlijkheid er stand hield, van geen engelen gewag wordt gemaakt" (p. IJS). liet is verder een feit dat de rrivr/iijn/i/ij van engelen niet normaal maar abnormaal is, dat de kinderen der meiischeu lager staan als zo zulke verschijumii'en noodig hebben 011 liooger als de noodzakelijkheid van deze verschijningen wegvalt", (p. 159.) Kon gewaagde uitspraak van iemand die siipranaturalist is 011 het snpraiiaturalisme hooier acht dan het naturalisme. (S/ot roltjf.i .]. A. HKI.I'KK SusmirooKK. I) Godgeleerde' liijdragon IS.jS. Xo. 11. Tuchtscholen. Kon bij Koninklijke boodschap van 9 September ingediend Ontwerp van wet tot aanvulling en verliooging van hot i V e hoofdstuk (!"r Staatsbegrooting van het dienstjaar l9(H->" vraaut de eerste gelden aan ter bekostiging van de eerste bijzondere maatregelen, die leiden moeten lot de in voering van de Kinderwetten, die al van 12 Kobriiari 191'! nf in hot Slii'it-tlilml staan. Langzaam gaat zeker. Nadat de Kinder wetten waren aangenomen, peinsde men twee on oen half jaar over do vraa^, welke wel do eerste bijzondere maatregelen zonden moeten zijn om ze in te voeren. Toen men daaromtrent de noodigo zekerheid had ver kregen, vroeg men de eerste gelden aai' ter bekostiging van d'o maatregelen. Maar daarmee zijn we er nog nu-t. Want volgens een aan de Kamer ovorü'ologd plan zullen wij ge luid moeten hebben tot het einde van l'.Mi.'i, vóór de wetten volledig zijn inu'OA oord. Hoe verklaarbaar ook de w onschen naar spoed mogen zijn" zout de A'. II. ('.-? bij hoe, die buiten de pruct;sc!ie behandeling der dingen staan, /.ij moeten altijd beseffen, dat zij er buiten staan en dal de moeilijk heden alleen gezien worden door hen, die er binnen zijn. Voor de invoering der wet ten waren \\\ <!T.t i/ovul noodig nieuwe gebonwen, en nieuwe Lïobon won on i werpt men niet. vóór men in bijzonderheden zi-di heeft gedacht, hoe het leven daarbinnen georga niseerd zul we/ou. Dat eis-dite studie, ver gelijking mrt het buitenland ; bepaaldelijk ten aanzien der tuchtscholen, dio iets heel nieuws moeten worden, waarvoor de Kin derwetten niet voel meer aangaven dan do ulü'omoono bestenimingslijn. ISovondieu eon overhaaste of onvoldoend ovordui-hio in voering kan de pructijk \an do beste wet ten bederven. Het is een v.undor groot kwaad, nog een paar jaar in afgekeurde toestanden voort te leven, dan tientallen van jaren lang in zoogenaamde hervormde toestanden te tobben met de uebroaeii van een mislukte voorbereiding." Alzoo wij moeten geduld hebben. Wij staan buiten de behandeling der zaak en ons voegt ilus bescheidenheid. Wij wilieu echter toch het volgende /eggen. Kr zijn op sommige lagere scholen enkele leerlingen, l of 2 p('t. van het geheele aantal, die zich ongevoelig tooueii voor do i uchthiiddolen, waarover de onderwijzer kan beschikken, ('f' geërfde bedorvenheid dan wel de slechte invloed der ouders de gemeenheid er in gebracht heel't, is moeilijk te zoggen. Doch zeker is, dat die jongens, want het zijn bijna altijd jongens, niets geven om vermaning, berisping of straf, /e verstoren in de school voortdurend do orde, zijn ongozogü'olijk m de hoou'sto mate en loeren dus zoo goed als niets. Op straat brufalisooroii zij de voorbijgangers, plagen katten en houden, gooien do emmers om, bekladden de muren, vooral dio dor school met allerlei vuil, stelen fruit van de karren en zootighedon van de snoeptuf'els en be spotten de politieagenten, als die zoo on verstandig zijn, hen achterna te zitten. Tot laat in den avond zwerven zij op straat, eindelijk komen zij zelfs vele nachten achter elkander niet meer thuis. l)an sla pen zij in leegstaande spourvrag^ons of w-nar ze cruviis au i"i's onder dak kunnen komen, zich voedende mei gestolen worst, koek of krentenbrood. Want van kwaad vervallen zij tot erger. Eerst stelen zij snoepgoed, later dringen zij openstaande winkels binnen om daaruit weg te halen, wat hun begeerlijk lijkt. Eindelijk leiden zij een volslagen bandietenleven. Het einde van hun vrijheid bestaat moestal daarin, dat ze op heeterdaad worden betrapt, we gens diefstal veroordeeld en opgesloten in een verbeterhuis. Wij zouden dezen toestand onverdragelijk vinden, als we er niet door don tijd aan gowoon waren geraakt. Want liet is toch wel .beschouwd heel erg, dat men in on/e samenleving deze knapen zoo laat verwil deren. Als ze uit Xoderl. Mettra y of van den Kruisborg later in do maatschappij torugkeeren, vervallen zij heel dikwijls weer tot diefstal of misdaad, /e komen voel te laat in deze gestichten, /oodra de onder wijzer der lagere school verklaarde, dat hij zijn macht over hou verloren had, moesten zij geplaatst kunnen worden in inrichtin gen, waar ze door een strenge tucht op liet goode pad werden gehouden. Dan was de kans /oor groot, dat er nog bruikbare monschon van groeiden. Do straatschenderij neemt niet toe of af doch blijft stationair. S. hooi en politie staan er machteloos tegenover. De eerste treft vaak liet verwijt, dat zij er niets tegen doet, doch dit verwijt is onverdiend. Want als een gewone schooljongen op straat kiittekwaad uitvoert, krijgt hij tegenwoor dig daarvoor op school behoorlijk straf en dan is het uit. Als de onderwijzers er op letten, en dat doen zo zoover on/e erva ring reikt allen, misth'iigo.u /i;di de leer lingen niet 0(i straat. Doch het zijn die boel enkele, waarover de onderwijzer geen voldoende nsa-'-lit heeft, die de schoolbuurt onveilig maken. Men spreekt zoo dikwijls van de baldadigheid op straat en men denkt dan onwillekeurig aan al de knapen, die zich daar ophouden, doch de straatschen derij wordt bedreven door enkele indivi duen. \\ ij hebben het beleef!, dat eenige jaren achter elkander een olioele wijk \an Amsterdam in onrust werd gehouden door n kwajongen van eeu jaar of tien. liet is onze stollijje overtuiging dat er voorgoed oen einde zon komen r,an de baldadigheid o]) straat te Amsterdaro, als (laar maar n tuchtschool word opgericht, waarop jaar lijks eeu vijf 011 twintigtal jongens gojihiatst konden worden. Het mideel, dat do niaatscluippy lijdt, doordat deze kleine deugnieten tot dieven en boosdoeners opgroeien en de last, dien wij van hen hebben, befeokonon echter niets bij het nadeel, dat zij aan het onderwijs toebrengen. Vroeger, vóór de invoering der Leerplichtwet, kon de onderwijzer oen leorlini;', die het ai te bont maakte op school met consent van J>. en W. den toegang tot de school voorgoed ontzeggen. Dat was eon zeer doelmatige straf. Want do ouders, die den knaap nu den hooien dag tot hun last haddon, kwamen moestal tot hot b o.-'.o f', dat zo zich toch eens wat meer met hem moesten bemoeien. Als de knaap dan na heel veel moeite weer tot een school werd toegelaten en de ouders den onderwijzer meer steunden dan vroeger, gedroeg hij zich soms boter. .Nu do Leerplichtwet is ingevoerd, kan een scholier echter niet moer wegens wangedrag' voorgoed worden ver wijderd. Alleen tijdelijk kan men hem den tooirnng tot de s;diool ontzeggen. In de school zijn dus uu kinderen, die door hunne grooto bedorvenheid daar niet behoorden te worden geduld, /ij richten er onberekenbare schade aan. /ij zijn de oorzaak, dat de veertig leerlingen, dio met hen in dezelfde klasse zitten, geen behoor lijk onderwijs ontvangen. Aan ordelijke en gozou'gelijke kinderen wordt het vezels-hup opgedrongen \an jeugdige misdadigers. Geen enkele les bijna kan in zulk een klasse zonder scènes rustig \orloo|ien; de onder wijzer is voortdurend in een gemoedstoe stand, di" hem ongeschikt maakt rot opgcwokten arbeid. Wie van de medos'dioüoron niet al ie vast in zijn schoenen staat, wordt bovendien door den deugniet op allerlei wijzen \erleid. Steelt hij ajipelen van do grooiifekarroii, spoedig doen .'! of 4 van de knapen uit dezelfde klasse het ook. Moeten ooniiie scholieren gestraft worden, omdat zij buiten de s-hool iets onbehoorlijk:' heb ben gedaan, steeds blijkt, dat hij orde nunsti'diter of de oorzaak van is. Maar wij moeten geduld hebben, zout de X. 11. C. W ij staan buiten de practisehc behandeling der dingen en kunnen er dus niet over oordeolon. Of het nog een paar jaar duurt voor do tnchtseholon er z\)ii, dat is housch z.oo erg niet. De drommel hale die wijze A'. li. C. 11. IIIMIIIIIIIIIIlIIMIItl ScciaU aan i Gczöiifilieiijspolitie ia woiiiEE en weriplaa's m bnisartoiilers. liet is bekend, dat liet stelsel van den huisarbeid een bedrijfsvorm is waaronder do arbeiders liet meest geblikt gaan. Xu j valt do huisarbeid voorzoover hij wordt j uitgeoefend door volwassen mannen, niet onder do Arbeidswet en meestal ook niet onder do Veiligheidswet. Wel is de Arbeids wet van toepassing op den arbeid van kinderen, jeugdige personen en vrouwen, ook wanneer deze arbeid thuis plaatsvindt voor een of ander bedrijf, maar niet veel nadenken is er voor noodiu' om tot de con clusie te komen, dat zoolang er niet andere wettelijke maatregelen zijn uitrollen, b.v. het voorschrift van verplichte registratie der huisarbeiders, de wet een doode letter blijft. In de Verslagen van do Inspecteurs i van den Arbeid komt dan ook telkens de verzuchting voor, dat zij zoo weinig ( ontrólo op den huisarbeid kunnen uitoefenen vooral uit onbekendheid met de plaatsen waardene arbeid wordt gedreven. Waar alzoo de huisarbeid gepaard gaat met groote nadeden voor de arbeiders on onder dit stelsel de meest mogelijke uit buiting kan plaats hebben en waar de wet óf' in het geheel niet van toepassing is, <'d in aeval zij nou theoretisch op den huisarbeid betrekking heeft, toch niet in werkelijkheid voel kan ingrijpen, is liet mot te verwon deren, dal e i' zon nu en dan stommen e.puaan om in deze eon radicale wij/iu'inu' te brengen. Thans zal ik niet te diep op deze quaestic ingaan, maar ik stel mij voor binnen kort een uitgebreide studio van dit vraag stuk te publieeeren. Thans wil ik mij alloen bezighouden met de regeling van do gezondheidsjiolitio iu woning en werkplaats. 7oo ergens met de eischon der hygiëne gespot wordt, dan is het bij den huisarbeid. Of er voldoende licht 011 lucht kan toetreden, of er geslapen en gegeten wordt in de werkplaats, veront reinigd door stof, of de lucht ook veront reinigd is door smeulende houtskool of gloeiende kolen ter verwarming van liet porsijzer, om dat alles bekommert zich de ondernemer of do sweater niet. En do wet geeft in deze ook geou hulp. En hoe staat hot met bot ingrijpen van de gemeentewet? Vergeleken mei het vorige jaar, zijn wij nu eon grooto schrede vooruit gegaan. Toen bestond voor de gemeentebesturen nog' slechts de bepaling van art. t.'iöder ge meentewet waarbij zij bevoegd worden ver klaard voorschriften te geven in liet be lang der niift/Liu'c gezondheid, veiligheid i on zedelijkheid en was het woord <:i>iiil.-arc. do struikelblok voor die besturen, welke dieper wenschton iu te grijpen ter wille; van het algemeen belang. Thans hebben wij gekregen do Woningwet, die don Haa den plicht oplegt bouw- en bewoningverordeiiinuen te waken en den genoemden struikelblok heeft weggenomen, en de Ge zondheidswet, die in plaats van de vroegere/ j Inspecteurs on Geneeskundige Kaden, dio l niet veel vermochten uit te richten, heeft gegeven een Gezondheidsraad, Inspecteurs en Gezondheidscommissies, welke in staat /iju met kracht op te treden ter wille van de volkshytrièno. Eeu eveutneeie regeling van de irozondheidspolitie in woning on werkjilaats van don huisarbeider moot betreffen zoowel den arbeider /elven als de klanten, hot publiek. Mot deze twee zij Ion dor regeling zal ik mij bezighouden. f oo;w/<r/yffji in hl-t h"!inif/ ritu Ii/'f />!<b'ifk. Xemen wij het bekende Unudrapport van Amsterdam betreffende de kloodingindustrie ter hand, dan /ion w ij daarin, dat ook deze commissie zoodanige \oorschrifteu wenscht. Wij lezen toch: Ten slotte zullen maatregelen moeten worden voorgeschreven tot ontsmetting vau alle kleediugstukken, | vervaardigd door werklieden in wier gezinI non t\ phus, roodvonk, jiokkeu of diphteritisi heerschfen gedurende den tijd slat die kleej deren daar aanwezig waren. Hoewel het naar onze meening in het algemeen wenscbelijk zoude zijn onder deze ziekten ook do hnigtcriim te begrijpen, achten wij dit j toch onpractisch, /oolang deze ziekte niet ! opgenomen is onder do besmettelijke ziekten on daardoor niet de handhaving van oen dergelijk verbod gemakkelijk wordt ge maakt." Dezelfde meening is ook toegedaan mr. Pb. Kalkonbnrg iu een aan het rapport toegevoegde bijlage. Yi elke l ie palingen gel;! en in andere landen?' De Staten Massu^liusotts, New-York, Marylund, Peniisylvanie, Indiaua, Michigan en Wisconsin bobben voorticschrovon, dat bei paalde werkzaamheden slechts dan'in woonj ruimten mogen worden verricht, als dezv) j aan bepaalde eischon voldoen. Ohio dwingt do tiiss-heunianiien (swea ters) ingeval zij vreemde arbeiders in dienst hebben, do/e ju bepaalde, van woon- en j slaapriiimtou geheel en al u"schei,!ou l»c;ileil te di'on arbeiden. Nieuw Xceland verbiedt iu het algemeen j producten te vervaardigen in het huis waarin | zich een lijder aan oen besmettelijke ziekte bevindt of' in de laatst'' 1-1- (ingon hooft bevonden, zond-.j- dut hot workhxaal met alle materialen voldoende outsmct is. j In de Ka: tory and YVnrkshup Act 1901 j heeft Engeland dit voorbeeld gevolgd. !n sommige wcfgcvinu'cn w i'rden de amb tenaren van den gezondheidsdienst gemach tigd die ma.'itregelen te nomen, welke zij ^oweiischt achten, in andere is uitdrukkelijk do vernietiging der producten opgenomen, terwijl in N'ew-York on Missouri do ver:; ilachto producten van e"n bij/onder merk worden voorzien wolk merk alleen van wego de Gozondheidsjiolitio, nadat de producten i;odosinfccto"rd zijn. r,;ag worden verwijderd. '\ Dit merk is aldi s: T E.N KM EXT M A 1) E. A/ïixos! by order <;f the !?'«??tory Ins-poction Departement, Sta'te of' Xo w- Vork. Any per-'.on unluwfully removing or dofaciii^' this label will be proseciited. Welke maatregelen dienen er bij ons to lande worden genomen? \ olu'ens de geneeskundige wetten moet, zoo er eeu besmettelijke ziekte uitbreekt, daarvan onmiddellijk kennisgegeven worden aan den Burgemeester. op.i;it d-ze do noo\ dige maatregelen kan ne;;:on, wal holroi't ; liet aanbrengen van liet keutoeken. Do/o, wetsbepalingen geiden natuurlijk ook, zoo er in hot jcozin van den huisarbeider een besmettelijke ziekte heers dit. V\ iii'incei' uu een wetsbepaling' iu het loven is geroepen betreffende de verplichte regi stratie der huisarbeiders, kent het ge meentebestuur en dus ook do burgemeester de nanion on adressen van de huisarbeiders en kan er alzoo worden nnoeu'aan of, /,)() er aanu'ifro van hot uitbreken van de ziekto wordt ^odaan, die ziekte heerscht in het gezin van oen huisarbeid'')'. Is dat het ge\al, dan moet op d"n burueniooster de ver plichting worden u'olegd daarvan onmid dellijk kennis te u'eveii aan de Gezond heidscommissie. De commissie dient dun dadelijk die maatregelen te nomen, die /jj noodig acht, hetzij ont.<n:etting, hetzij voruictigiiii: : het laatste alleen in de uiterste noodzakelijkheid. Ingeval van outsmctting, ] zou ik het gowons'.'ht a hten . die outs:i!otto goederen van oen bepaald door <h> Gezondheidscommissie aangebracht merk j te voorzien, welk merk de ondernemer, d. w. '/,. degene voor wiens rekening' do goederen vervaardigd zijn, niet zelf zal mogen verwijderen, Joch aileen oen ^eniach: t;gde van de Gozoii'ihci.isconnnissio. Hot aanbrengen van dit merk acht ik hierom j noodiü', om den ond'-rnemer te maken rot i een orgaan van do u ozon Iheidspolitie. Ten einde dit doel te bereiken, dient voorts oj» den huisarbeider i]:' v??rp'iehtiiig te worden Belegd van hot uitbrok"ii van een Ix'smottolijko ziekte onmiddellijk beiédit to^-c-, eii

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl