Historisch Archief 1877-1940
??;?*?
BE A M S T EED A M M K R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1375
H
i
?werkelijk moeilijk maken in deze een
geschikten en erkenden vertegenwoordiger aan
te wijzen.
Doeh al stemt men dit alles
gereedelyk toe, hopende dat de ruiterlijke erken
ning van. het feit een der middelen mag
wezen om beter toestanden voor te berei
den, dan is het in-compleet der commissie
hiermede wel een gedeeltelijke verklaring
gegeven, maar het schijnt mij hierdoor niet
geheel gerechtvaardigd.
Immers, naast het zinken van het oude
ambacht, dient wel degelijk het ontwaken
van jiieuwe verlangens en daaraan even
redige kundigheden erkend te worden. En
al zou een oudere generatie met het resul
taat van dit streven ook minder ingeno
men zijn, dit kan even min een reden
wezen oin de representatie daarvan to
weren, als het van de jongeren in bou
wende kunsten billijk zou wezen de oude
ren uit te sluiten, ter óorzake van hunne
tekortkomingen. Waarlijk wij leven in een
tijd waarin zulk exclusivisme allerminst
gerechtvaardigd is.
, Er is echter meer. Waar in bijna alle
ambachten de tradities van schoonheid en
techniek verloren gingen, daar bleven zij
bij onze schilders (kunstschilders noemen
wvj ze nog) meest in eere. Mogen zij ook
al het directe rapport op de bouwende
kunsten verloren hebben, door het feit dat
zij met eigen handen eige'n
schoonheidsverlangens vorm geven, daarin
voortwerkende op de ervaringen en beginselen der
oude meesters, zijn zij het meest verwand
aan wat men in de grootste perioden der
kunst met eerbied Ambachtsmeesters"
noemden. Zij hebben wel degelijk erkende
corporaties die hen tegenover de regeering
representeeren kunnen, ik noem slechts de
beide genootschappen Arti et Amicitia en
Pulchri Studio. En dit all.es overwegende
zal men, naar het mij voorkomt, bezwaar
lijk een afdoende reden kunnen vinden,
waarom deze genootschappen niet in com
missie voor het nieuwe gebouw werden
gerepresenteerd. Zij zouden in de beraad
slagingen de eischen van het Ambacht het
meest rechtmatig kunnen dienen, en daar
door grooter kans van deugdelijkheid geven
aan de voorbereiding van een belangrijk
werk.
Moge de opmerking, hier gemaakt, ook
te laat komen, of, niet genoeg gesteund,
kans op resultaat missen, dit kwam mij
voor geen afdoende reden te zijn om haar
terug te houden. Ook wensch ik niet blind
geacht te worden voor het feit dat in onze
schilders-organisatie aan de moderne
ambachts- en kunststrevingen niet ten volle
wordt recht gedaan. Wat dit laatste betreft
zou men den bezorgden slechts toe kunnen
voegen: Inderdaad, deze bedenking heeft
rond. Maar waarom zorgt ge niet voor
eter ?
A. J. DERKIXDËREX.
Bgbel en Beurs.
Kanonschoten in het midden en drukste
gedeelte der stad, doen de bevolking van
Amsterdam van alle zijden -naar het
Damplein snellen, vooral toen de kreet van
dunamift, uit aller mond weergalmde!
Welke bende waagt dien aanslag tegen de
hoofdstad des lands? vraagt een ieder.
Maar al spoedig wordt men gerust gesteld
toen 't blijkt, dat ons gemeentebestuur zijn
overmacht, maar vruchteloos, tracht te
toonen, boven de bouwkracht van een ver
waten (?) voorgeslacht. Immers waar dat
een beursgebouw heeft durven vestigen op
fundamenten zóó hecht en sterk als zou het
eeuwen moeten trotseeren, heeft het levend
geslacht willen toonen, hoe weinig die
Mercuriustempel aan het zooveel wijzer
oordeel van den nazaat voldeedt. En als
moker- noch hamerslag die muren kan
vermorselen, dan moet het in anderer
handen zoo gevreesde dynamiet hier 's
menschen kracht overheerschen.
De plaatsvervanger van dat veroordeelde
gebouw zal dan ook dadelijk toonen, op
welke wijze men thans zulke fundamenten
legt. Scheur bij scheur roept die opvolger
te voorschijn, opdat niet ook zijn zoon zulke
moeielijkheden te overwinnen heeft als thans.
Want dat de torenbouw daarvan de oorzaak
zou zijn, zooals kwaadwilligen schijnen te
beweren, zal wel laster zijn. Of moet die
toren dan de toren van Babel genoemd
worden, nu ook in de zalen boven die fun
damenten een soort van spraak v er warring
plaats schijnt to grijpen, alleen omdat n
enkele waaghals velen verbijsterd doet
staan ?* .
En steunde niet bijna een ieder hem ?
Maar ook in die zalen* is veel vernieuwd
geworden, en de eeuwenlang vast zoo aan
een verbonden handel in goederen n in
geld, vast als de fundamenten van hot oude
gebouw waarin de Unie nog bestond, ver
broken, verbroken ook tussohen de vroegere
medewerkers van stad n land 'i
Toren van Babel en feest van Belsazaf,
blijkens de onheilspellende teekenen aan de
muren der zalen, bijbelsehe waarschuwingen
dus beide!
Zijn hieruit lessen te putten '?! Verande
ringen hier en wijzigingen daar, nu oolf
het gemeentebestuur wijselijk, hoe laat ook,
zijn dynamiettoeleg staakt '?:
Wie ooren keeft om te hporen, die hoore.
Een oud beursbezoeker vraagt zich af,
of een klerikaal landsbestuur, den Bijbel
dus niet alleen op de school, maar ook zelfs
op de Beurs wil zien brengen.
Welk een verwarring wacht ons dan door
dien bouw van den toren v au Babel in de
hoofdstad van Nederland!
X.
De scheidsrechterlgke uitspraak
in de Alaska-quaestie.
De Nederlandsche Minister van
Buitenlandsche Zaken MJ-. R. Itelvil baron van
Lijnden is, naar de bladen vermelden,
naar Parijs vertrokken om niet zijn
Franschen collega Delcasséin overlejt te treden
over de invoering van een scheidsgcreeht,
waaraan de beslissing zou kunnen worden
opgedragen over zekere, tusschen de
beide mogendheden zich voordoende
quaestiën.
"VVij schrijven hier met opzet (en gelteel
op eigen'gezag) : zekere quaestiën", om
dat de tijd, waarin de mogendheden,
de groote mogendheden althans, zich
zullen verbinden tot het onderwerpen van
alle rijzende geschillen aan ecne
scheidsrechterlijke beslissing, ons nog ver ver
wijderd schijnt. In de onlangs tusschen
Frankrijk en Engeland gesloten conventie
zijn de gevallen, waarin de eer en de
onafhankelijkheid van een der beide
contracteerende mogendheden in 't spel
komt, uitdrukkelijk van scheidsreehterlijke
beslissing uitgesloten. En de Tenips
merkte naar aanleiding hiervan op, dat
wanneer zulke uitzonderingen niet werden
gesteld, men even goed algemccne ont
wapening zou kunnen decreteeren. Zoover
zijn wij nog lang niet!
.Intusschen, het arbitrage-beginsel wint
veld, en blijkt werkelijk mér dan een
schoone droom te zijn. Doch het blijkt
ook, dat niet slechts de regeeringen,
maar ook de volkeren tot de eerbiedi
ging van dit beginsel moeten worden
opgevoed. Wie het scheidsgerecht in
roept, dient zich aan de uitspraak te
onderwerpen, ook al stolt die hem in het
ongelijk. En hoeveel moeite dit zwijgend
berusten soms kost, heeft men dezer
dagen aan Canada kunnen zien.
De beslissing gold de zoogenaamde
Alaska-quaestie, m. a. w. de interpretatie
der tractaten van 1825 en 1867 en de
vaststelling eener grenslijn tusschen het
Zuid-Oostelijk deel van Alaska, dat aan
de Vereenigde Staten toebehoort, en
Britsen Columbia, dat een deel van Canada
uitmaakt. Meer bepaald gold het de ooste
lijke grens van een strook lands, zich
over zeven breedtegraden, van Mount St.
Elias tot het zuidelijk uiteinde van het
Princ'e of Wales eiland uitstrekkend.
De bepalingen van het traktaat van 1 825
waren niet zeer duidelijk, vooral omdat
het vrijwel onbekende kustland, waar
vóór zich een talrijke eilanden-groep uit
strekt, talrijke inhammen, bochten en
fjorden vertoont. Waar nu de toppen
van een bergketen, die destijds niet in
kaart was gebracht, mér dan tien mijlen
van deri Oceaan verwijderd waren, zou
de grens op den genoemden afstand ge
trokken worden. Maar . . . waar begint
de Oceaan? Vóór of achter den gordel
van eilanden? En als men dan het laatste
aanneemt, moeten dan de fjorden, in
hammen enz. tot den Oceaan worden
gerekend of tot het land? Op de laatste
vraag antwoordden de Amerikanen : tot
de zee ; de Engelschen : tot het land.
Volgens de eersten moesten dus de grenzen
om die, diep in het land doordringende
inhammen heenloopen; volgens de
laatsten moesten zij die op zekeren afstand
van de kust snijden.
De quaestie werd eerst van groot belang
na de ontdekking der goudmijnen van
Klondyke, tot welke, van de zee uit, de
weg leidt door een breeden, ongeveer
100 Engelsche mijlen langen fjord, die
den de quaestie wel eenigszins
praejudici eerenden naam van L\ nn-Aw/rt«/
draagt. Het noordelijk uiteinde van dien
fjord is door een spoorweg verbonden
met de goudvelden ; in de nabijheid van
dit uiteinde liggen ook de steden Dyea,
Skagway en Pyramidhaven, op welke
Canada aanspraken maakte. En de/e
aanspraken nu zijn door het scheids
gerecht afgewezen ; de grens zal, met
een groote bocht, om het Lynn-k.ana.al
heenloopen en den spoorweg bij White
Pass kruisen. De weg van zee naar
Yukon en Klond\ke voert das voortaan
over het grondgebied der Vereenigde
Hiaten.
De teleurstelling der (.'anadee/.cn werd
nog verscherpt door het feit, dat in het
uit zes personen bestaande scheidsgerecht,
waarin drie Amerikanen, twee
('anadeezen en n Engelschmau zitting hadden,
de doorslag is gegeven door den laatsten,
den Opperrechter Lord Al verstom». De
Canadeezcn beweren, door het
Tiioedcrlaud te zijn opgeofferd aan het streven,
om met de Vereenigde Staten op goeden
voet te blijven, /ij willen niets meer
hooren van do sdioouo beloften en voor
spiegelingen van ( 'liamberlain en con
sorten, die door een stelsel van.
differentieele rechten de koloniën nauwer aan
het moederland willen verbinden, nu dit
moederland hon zoo onbarmhartig in den
steek laat. Zelfs hebben de ('anadeesche
leden van hot sclieiilsgerocht geweigerd,
de beslissing, die hen /,oo teleurstelt,
mede to ondertookcnen.
De ontstemming is begrijpelijk, maar
h;ire uiting bewijst, dat de ( 'anadeozon
nog niet bereid zijn. ter wille van liet
arbitrage-beginsel offers te brengen.
Men moet aan alles wennen, óók
aan beginselen, en vooral aan do toe
passing daarvan.
itiiiimiuiimiiiimiiiiiiimtinimiiiiiiiMiiiMiirimiiiiiiMiiiiiuiiiiiiiiMiiii
Sootafó
miUMItmillimilMlIimmillllinUlllinmilllMMlIlinimillllimilllllMIMIl
Het jaamrsiai fier Kamers ?an Aröied,
De wet van den 2den Mei 1X97 (wet op
de Kamers van Arbeid) noemt in haar
tweede artikel als werkkring dezer instel
lingen :
a. het verzamelen van inlichtingen over
arbeidaaangelegenheden;
b. liet indienen van advies aan de hoofden
der departementen van algemeen bestuur
en de besturen dor provinciën en gemeenten,
hetzij op aanvrage van die autoriteiten,
hetzij uit eigen beweging ton aanzien van
alle onderwerpen welke de belanden van
den arbeid raken;
r. het dienen van advies en hetoutwerpen
van overeenkomsten en regelingen op ver
zoek van daarbij belang hebbenden:
</. het voorkomen on vereffenen van ge
schillen over arbeidsaangelegenhetlen, ook,
voor zoover noodig, door te bewerken, dat
eene seheidsreehterlijke uitspraak tussahen
de partijen tot stand kome.
Deze vierledige taak om inlichtingen l
te verzamelen, advies te verstrekken, rege
lingen te ontwerpen en geschillen te ver
effenen is aan de Kamers van Arbeid
opgelegd om den socialen vrede te bevor
deren, of, zooals de wet het uitdrukt, tot
bevordering der belangen van patroons en
werklieden in onderlinge samenwerking. De
taak is dus een gewichtige, liet arbeidsveld
is ruim en er is verscheidenheid in de
middelen, wolke de wet aanwees om het
doel te bereiken. Elk voor zich en alle to
zanien gunstige omstandigheden om die
Kamers van Arbeid in liet volksleven te
doen innemen een plaats van aanzien en
gewicht. En Dr. Kuyper toen 1102 de
geachte «afgevaardigde uit iSliedreeht"
was destijds vrijwel de tolk der publieke
opinie, toen hij (Handelingen 2de Ka in er,
jaargang 1896,91 blz. 749) het product dezer
wetsvoordraeht betitelde als een veiligheids
klep op den stoomketel van den arbeid.
Die verwachting, sprekende uit dien titel,
is tot dusverre ondergebracht bij de groote
hoop der verstoorde illusies. In den stoom
ketel gonst en raast de verhitte vloeistof
minstens even sterk als in het voorjaar van
1897 en zoo het springen van vlampijp of
ketelwand al uitbleef, der Kamers van Arbeid
behoeft men er geen dank voor te brengen,
want tegenspraak is hier niet te duchten
aan stoomontlasting hebhen ze bitter
weinig gedaan en ze zijn er nog niet in
geslaagd de conciliatie en de arbitrage als
regel i u te voeren bij de arbeidsgeschillen.
De vraag is een belangwekkende hoe de
positie der Kamers van Arbeid kan worden
versterkt en hoe de beginselen dezer instel
lingen ruimer kunnen worden toegepast.
Meer dan eens ook op het verleden jaar
gehouden congres der Kamers van Arbeid
is gepleit voor een verruiming van werk
terrein en bevoegdheden. Afgescheiden van
de meerdere of mindere juistheid dier
weusohen komt 't me toch voor dat de verkla
ring in de eerste plaats elders moet worden
gezocht, niet in de samenstelling of werk
kring der Kamers van Arbeid, doch hierin,
dat ze tot dusverre nog niet hebben ver
worven de publieke Munf/xtel'-iiuj en hef
jinbli.nk vf.rtroincf.n. Yoor de uitvoering dor
der opgelegde taak zijn dit onmisbare voor
waarden, geen wetswijziging kan ze aan
brengen, de eeiiigo weg is dat de instellingen
zelve door haar ijver, ernst, takt en onkreuk
bare eerlijkheid in het volksleven rrrorwfiii
de plaats welke de wet haar weascht toe
te kennen.
Dat er aan die publieke belangstelling en
aan dat publiek vertrouwen veel ontbreekt,
wordt nog weer eens bewezen door het voor
enkele weken in druk verschenen jaarver
slag (Verslagen dor Kamers van Arbeid
over 1902, Boekhandel v/h Gcbr. rielinfante,
Den Haag). Van do 96 Kamers van Arbeid
sedert de invoering der wet hier te lande
opgericht 1) waren er niet meer dan 75 in
staat to voldoen aan het bij art. 33 gesteld
voorschrift om aan den betrokken minister
een jaarverslag te zenden. In die verslagen
is bovenal een jammerlijk verschijnsel de
uiterst geringe deelneming aan de verkiezing
der leden. Bij een negental Kamers van
Arbeid moest in 1902 tussehentijdsehe ver
kiezing plaats hebben en van de respectie
velijke 1H18 en 7181 kiezerspatroons en
kiezerswerkiieden namen er tezamen slechts
227 en 891 aan de stemming deel. Van het
kiesrecht maakten gemiddeld dus maar 171/»
procent der patroons, maar 121A pro.cent
dm1 werklieden gebruik, cijfers die voor een
enkele verkiezing (K. v. Arbeid voor de
bouwbedrijven to Vdraveiihau'O) dalen tot
13 on l! procent der kiesgerechtigden. Slechts
v ooi' n enkele verkiezing (voor hot
drukkorsbodrijf te Utrecht) was de belangstel
ling zoo warm en opgewekt dat Je grootste
helft der kiesbevoogdeu aan do stemming
deelnam. Doch overal elders is ilo mede
werking van werkgevers en werknemers
zóó onbeduidend geweest, dat <!o gevormde
Kamers van Arbeid in geen enkel opzicht
kunnen geven een weerspiegeling van het
wonschon en streven der heide b"trokkon
groepen uit de arbeidswereld.
Ki'iistiiror nog is het feit, dat ds1 Kamers
van Arbeid nog al te veel missen het on
misbaar publiek vertrouwen. De arbeiders
beweging, geleid door <k' xoogezegd neutral"
best mi rdoi'sbouden en arbeidorssecretariateii,
vermijdt vrijwel stelselmatig de conciliatie
eti <ie arbitrage en zelfs wanneer geschillen
aan seheidsi'ochterlijko uitspraak zijn
ouderworpen, stuit de oplossing van het geschil
wel eens af op hot beslist en hardnekkig
verzet der vakvereeniuiug. Met die houding
komt in menig opzicht overeen <!e onwil
van iiieiiigen patroon om voor arbeidsge
schillen de van overheidswege aangewezen
Kamers van Arbeid te willen erkennen,
daar zij op hun verheven putroonsroeht geen
inbreuk (lulden, zelfs niet van do luutlswet.
Verscheidene goode pogingen zijn op dezen
onwil afgestuit en uit het jaarverslag der
Kamers van Arbeid is sa.am t«' stellen eeu
lieole bloemlezing van
workgeversaanmatiging vol gi'ofboid 011 onverstand, tl a, ook
vol onverstand, daar het door werkgevers
verwerpen van ernstige on uoodgomeondo
pogingen om den socialen vrede te bevor
deren, vóór alles wijst op eeu niet begrijpen
van de teokeiien dos tijds.
De gewone uiting van dien onwil is dan
de weigering om inlichtingen te geven, om
voor de Kamer van Arbeid of voor eeu
verzooniiiu'sraad te verschijnen. Niet minder
clan 12 malen is in l'J;)2 de oplossing van
een arbeidsgeschil op die wijze verhinderd.
Nu eens heette 't dat hij (dat is de patroon)
met do Kamer van Arbeid niets te maken
wilde hebben", dan weer dat hij niemand
duldt tusscheu zich on zijn werkvolk". Nog
weer oen ander maal kon do Kamer geen
gehoor verkrijgen on evenmin antwoord,
terwijl nmaal (door oen Leidsche Kamer
van Arbeid) zelfs wordt vermeld dat de
voorzitter opliet kantoor van den werkgever
zoo ruw on omeeu werd ontvangen dat
verdere pogingen moesten worden gestaakt.
Nog is hierbij wol opmerkelijk als oen wel
sprekend getuigenis ; van de in Brabant
lieersclionde opvattingen over arbeidsrechten
en workgevcrsplichten, dat de helft der
op grond van patvoovvsoiiwil onopgeloste
arbeidsgeschillen ten zuiden vau don Moer
dijk kan worden aangewezen.
Is 't al te betreuren dat particulieren
dooi' togen werking de Kamers van Arbeid
iu haar werk belemmeren, nog sterker urief
is 't wanneer een gemeentebestuur de on
willige blijkt te zijn. Daar, bij een orgaan
van het gezag, zou men een strikte nale
ving der wet verwachten, gepaard aan een
streven om de beginselen der wet zoo goed
mogelijk in toepassing te brengen. Blijkens
een der verslagen uit 's-llertogenbosch heeft
daar het gemeentebestuur een andere op
vatting van zijn beschreven en onbeschreven
taak. Niet minder fraai maakte liet een
bestuurder van een Haagsche coöperatieve
vereeniging, die als hooggeplaatst ambte
naar aan een der ministeries medewerkt de
wetten te ontwerpen, doch in zijn commer
cieel bedrijf pertinent weigerde om de wet
toe te passen!
Tegenover zooveel schaduw is er geluk
kig ook licht. In de eerste plaats wel, dat
de onpartijdigheid der Kamers van Arbeid
meerdere erkenning begint te verkrijgen.
onder moor ook hieruit blijkend dat in 1902
ook eenigc malen werkgevers of oen
patroonsvereenigino' zich uit eigen beweging tot de
Kamer van Arbeid hebben gewend om be
middeling in te roepen ot' grieven te ont
wikkelen. Maar ook het geheel aantal aan
haar oordeel onderworpen arbeidsgeschillen
breidt zich uit, wat geschikt is om hoop te
geven voor de toekomst. Tezamen werden
in 1902 door 47 Kamers van Arbeid onder
zocht en berecht 202 arbeidsgeschillen.
Van deze is bij een twaalftal de oplossing
onmogelijk gemaakt door bepaalden onwil
van n' der partijen. Voorts werd bij 46
geschillen de klacht ongemotiveerd bevon
den, worden er 66 beëindigd op voor den
klager gunstige wijze en bleven er 78 nog
zonder gevolg door verschillende oorzaken
als: beëindiging op andere wijze, intrekking,
liggende buiten bevoegdheid der Kamer,
gemis van termen voor tusschenkomst, als
ook door onmacht om aan het oordeel oenige
kracht bij te zetten en aan de uitspraak
eenig gevolg te «even.
Zeker, liet aantal dezer laatste gevallen
is noz veel te groot en het is begrijpelijk
dat men wel heeft gevraagd om rechtsmacht
te geven aan het oordeel der
vevzoeningsraden en de uitspraken bindend te maken.
Ook dat heeft echter zijn bezwaren en de
moroole steun, die aan eiken verongelijkte
wordt gegeven, wanneer zijn klacht door een
on partijdige n verzoeiiingsraad rechtmatig
wordt geoordeeld, die moreele steun is reeds
nu zoo groot eu gewichtig, dat de weerpartij
allicht hot hoofd buigt, in elk geval op
onaangename wijze aan het bestaan van
een vox populi wordt herinnerd.
Dit zul, ook zonder wetswijziging, in de
toekomst wezen een krachtig hulpmiddel,
voor de Kamers vau Arbeid. Verworven ze
het publiek vertrouwen en de publieke be
langstelling, dan zal haar plaats in het
volksleven steeds winnen in aanzien en ge
wicht. Ook zonder wettelijke verbinding zal
een uitspraak der Kamer van Arbeid,
gerugsteund door de publieke meening, dan kun
nen wovden een voortreffelijk middel om de
arbeidsgeschillen op te lossen.
Vaak is gesproken en geschreven van een
fiasco der Kamers van Arbeid. Echter, dat
is voorbarig en wanneer ze maar weten te
voldoen aan de hierboven genoemde voor
waarden, dan wacht haar nog eeu groote
taak en een goede toekomst.
"
_
1) Opgericht werden tot op het einde
van 191 >?> :
iu LS'.IS ...... -!0 Kamers
l <)()<)
11)01
10
. ......
vau welke er in 1901 W>- weder 9 zijn
opgeheven.
Ken tweetal veiloor do bevoegdheid om
besluiten te nemen, 10 Kamers lieten na
verslagen in to zenden on hot jaarverslag
over l !>!):> omvat dus de opgaven van 70
instellingen, ui. van:
IS K. v. A. voor de bouwbedrijven
11! voedings- on genot
middelen.
!l ,; confectiebedrijven.
."> ., drukkorsliodrijveii.
5 ., metaal- 011 houtbe
werking.
4 ., .. tabaksindustrie
:', hot logement- en
kotllohuishuuders bedrijf
:! ., de textielnijverheid
?2 .. ,, het handels-, crediet- eu
ver/okeri ngwe/on
l:! ., diverse bedrijven Uil. l
voor de
visscherij, l voor grondwerkers, l voor het
havenbedrijf, l voor hot landbouwbedrijf, l
voor de wolindustrie, l voor het
schoenmakersbedvijf. l voor de alcobolimlnstrie, l voor
de brillaiitnijverlieid, l voor de tapijtindustrio,
l voor do steen- en pannent'abriengc, l voor
de katoenindustrie, '2 voor verschillende be
drijven.)
L
MtiM in de Hoofdstad.
De ^lahler-dagen behooreii thans tot het
verledeue en << tït<- ,v/<r,«V kan men thans
nadenken over liet aitistieke /<"??'/ dut zij
hebben opgeleverd.
Ontegenzeggelijk is Mahler een interessante
persoonlijkheid, lij vergenoegt rich niet met
tv wandelen op paden die andereu van te
vuren reeds geëll'end- hebben voor hem. Ook
is hij een meester in de behandeling van
liet órehestapparaat; hij beheerselit dit dunkt
mij beter dan de techniek der compositie.
Daarin vind ik hem. vaak ietwat opper
vlakkig. Wat l'alestriua, P.ach, Beethoven.
Wagner en onder de niemveren ook Strauss
voor wonderen gedaan hebben met een motief
is buitengewoon grootsch en kunst/innig.
Dit is steeds beschouwd als oen eigenschap
van. liet geniale. .Mahler schijnt er niet zoo
zeer naar te streven zijn motieven te bewerken,
ze te vor'-ïrooten, verkleinen, om te koeren,
te transponeeren enz. In zijn eerste
symphouie vindt men dit streven nog wol; in zijn
derde echter veel minder. J >aarin kau men eer
eeu poging ontdekken om stemmingen weer
te geven. Jammer is het daarom dat .Mahler
die stemmingen niet gepreciseerd heeft. In
/.iju derde symphonie heeft hij aanvankelijk
opschriften of motto's gebruikt voor (Ie onder
deolen van zijn werk, zooals ik reeds in
mijn vorig opstel mededeelde. Later heeft
hij die verklaringen niet meer willen aan
wenden. Wat mag hem daartoe genoopt
hebben? Zou hem door de critiek misschien
verweten zijn dat zijne muziek niet aan het
programma beantwoordde? Maar is het er
thans beter om geworden? Nu heeft hij
program ma-nnmok gegeven, die hij als zoo
danig geconcipieerd heeft, maar don toe
hoorder als absolute muziek wil doen hoeren.
Dit zou nu niet zoo erg zijn, als men inder
daad maur onder den indruk kon komen
van absolute muziek; dit i.s echter veelal
niet het geval. ]5. v. in hot eerste deel zijner
derde symphonie vraagt men zich af, wat is
de zin dier lange orgelpunten, dier snelle
toonladders in do alten en eelli,. dier
trommelmuziek, enz., enz. ? In absolute muziek is
dit, KÓÓ aangewend, ongemotiveerd; mot
een programma echter kan hot verklaarbaar
worden.
Het tweede deel is een waarlijk schoon
en lijn muziekstuk. De aanhef ongekunsteld
eenvoudig, in don stijl Schubert-Brahms.
Later anders, maar toch zonder excessen.
Ken stuk dat, naar mijn meening, als afzon
derlijk programmanummer zeker altijd
belangstolling zal kunnen wekken.
Van hot derde dool heb ik hier to Amster
dam een veel beteren indruk bekomen dan
to Arnhem. De solo voor buglo-hoorn was
ginds eindeloos lang. Hier, door de plaat
sing op den corridor en door de
klankvariotoit tengevolge van open 011 gesloten
deur, hoegenaamd niet. Zoo men wil slechts
een uiterlijk effect, maar toch n, dat voor
den totaalindruk gewicht in de schaal logt.
Het vierde deel mot zijn alt-solo genoot
te Arnhem in mevr. do Haan een veel betere
vertolkstor dan hier in mej. Hermine Kitte!
uit \Voonen, hoewel deze dame in het bezit
ia van een schoono. klankvolle stem. Opval
lend dat de woorden O Meusch" steeds to
laag geintoiieerd werden !
Het vijfde doel, vroeger genaamd Was
mir die Engel erziihleii" is vol poëzie en
naïveteit gedacht. Zoowel het knapen- als
het vrouwenkoor klinkt kinderlijk eenvoudig.
Men vraagt zich verwonderd af, hoe het
mogelijk is dat deze en do eerste Satz door
denzelfden toondichter gecomponeerd zijn.
Do uitvoering hiervan to Amsterdam was
subliem; het kuapenkoor klonk misschien
iets te krachtig, doch het vrouwenkoor mooi
genuanceerd.
De zesdo Satz kan, evenals do twewle,
beschouwd worden als absolute muziek. Zeer
schoon, met een zaugrijk thema zot dit deel
in. Jammer dat na de eerste expositie het
stuk wat lang is uitgesponnen. Er zit anders
Tarsifal-stemming in. Aan het slot verheft
het zich tot een jubelende apotheose.
Behalve vau het dorde (loei, heb ik bij
de uitvoering hier ter stede slechts oen
bevestiging gekregen van don indruk, te
Arnhem ontvangen.
In zekeren zin jammer was het dat op hot
Zondagavond-concert 's componisten eerste
symphouie werd uitgevoerd. Hoe belangrijk
liet ook is bekend te worden gemaakt met
de eerste pogingen op symphonisch gebied
van oen beroemd componist, wanneer die.
pogingen nog niet mot don uitslag worden
bekroond, dat ons een rijp werk wordt ge
boden, dan is het beter dit in portefeuille
te laten. Ik geloof dat Mahler boter zou
gedaan, hebben indien hij zich had verzet
togen de uitvoering van dit opus en ons
b.v. liever zijne vierde symphonie daarvoor in
de plaats had doen hooren. Ook deze sym
phonie is, evenals de eerste, in de normale
vormen geconcipieerd. De bijzondere voor
liefde van den componist voor de eenvoudige
poëzie van des Knaben Wunderhorn" komt
ook daar voor den dag; want.?das himnilische
Leboli" 'heet het versje, dat tot grondslag
gediend heeft voor de vierde symphonie. In
tegenstelling met Mahler's andere werken,
ondervindt deze symphonie hoegenaamd geen
oppositie. Dit was niet het geval met de
eerste. In 1SSS was zij voltooid. In '94 werd
zij voor liet eerst to AVeimar uitgevoerd en
zooals de toenmalige berichten luidden
.?abgelehert".
liet is mij niet bekend of Ma bier ook bij
zijn eerste symphonie aanvankelijk een pro
gramma heeft gehad. .1.- dit niet het geval
dan moet men constateeren, dat. als absolute
muziek het eerste deel is mislukt. De ver
schillende, grillige, ongemotiveerde eu ook
onlogische momenten die er iu voorkomen,
benevens al die imitatiën van vogelgeluiden,
zijn niet te verdedigen bij een werk dat door
den componist op het standpunt vau absolute
muziek gesteld wordt, liet publiek staat er
vreemd voor. Is hot wél het geval, dan had
men den toehoorder het programma niet
mogen onthouden.
De tweede on derde doelen zijn afgesloten
muziekstukken, die ook zonder programma.
zeer goed verstaan kunnen worden. Ileteeno
als een soort van boerondaus in d en geijkt en
vorm vau .Scherzo en Trio, hot andere als
specimen van treurmarsch. Heide stukken
kenmerken zich in het geheel niet door
rijkdom of eigenaardigheid in de vinding;
zij maken oen allergewoonsten indruk.
I lot vierde d-.'ol wijkt wederom af van den
ouden vorm: daar komen weer brokken iu
waar men voor staut. Wat wil de componist
hierbij uitdrukken, xoo vraagt men zich at'.
Toegegeven moet werden dat daar ook mooie
gedeelten in v.n.-rkomen. B.v. hoi begin i.s
hartstochtelijk woest; het tweede thema i.s
mooi week. Over bet algemeen vind ik dat
uit het vierde deel het mee-te talent spreekt.
Maar tevens komen er de meest bi/arro
dingen in. Aan hot slot doet de componist.
nog enkele motieven van liet eerste deel
optreden, zonder dat daar bepaald behoefro
aan bestaat. Daarna komen de koperen
monden met een korte bewerking van twoo
thema's tegen elkaar, een jubelend slot. uit
galmen.
Na het aanhooren zijner eerste symphonie
geloof ik dat men goed doet bij do beoor
deeling van Mahler als kunstenaar, dit werk
geen al te groote boteekenis toe te kennen.
Ik meen dat de heer Viotta van plan is dezen
winter te 's-< iravenhage met zijn
residentioorchest Mahler's tweede symphonie uit te
voeren. \ K-ze heei't ongeveer denzelfden, bouw
als de derde en zal dus beter in staat zijn
voor ons het juiste beeld van dien kunstenaar
te completeeren.
Te oordeelon naar de de derde symphonie
schijnt het mij toe dat Mahler veel zin hoeft
voor eenvoudige eu kinderlijke poëzie. Do.
naïve liedjes uit des Knabeu Wuuderhom''
trekken hem aan; ook enkele zijner thema's
uit hot eerste deel, zoo populair dat men
bijna zou zoggen banaal, on ook enkele andere
motieven pleiten hiervoor.