De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 1 november pagina 3

1 november 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1375 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Wanneer nu niet alles een eenvoudigen indruk maakt, dan geloof ik dat de compo nist zijne natuurlijke geaardheid geweld heeft aangedaan, ter wille van het modernisme in de kifnst; m. a. w. dat de componist niet van huis uit zoo modern is aangelegd als hij zich wel wil voordoen. Voorts maak ik er Mahler een grief van dat hij met zich zelveii zoo voortdurend iu tweestrijd is omtrent het programuia bij zijn muziek. Wil hij eenmaal dat genre, dan kome hij er ook rond vooruit ; maar geen half hei d te dier zake, daarmede is z ij n kunst evenmin gediend als de kunst in het algemeen. Zonder eenigen twijfel zal men echter Mahler van m,i af in het oog houden. Belang stelling verdient zijn werk zeer zeker. AST. AVEKKAMI'. ?immitiiHtiiijmMHiiiiMiiittMtimHiiriiuiiHiiiiimiMiiintmiiiriimiiiMM Het Nedfiiianöscli iran een Zoo als men weet dient de rechtervleugel ?van ons beroemd Rijksmuseum tot museum voor Nederlandsche geschiedenis. Daar vindt men voorwerpen die voor de geschiedenis van Nederland waarde hebben. Langzamer hand schijnt de directie door zwakheid en goedigheid in dit museum voorwerpen toe te laten die er niet in thuis behooren. Het is natuurlijk voor een familie zeer aange naam, door voorwerpen of portretten in dit museum vertegenwoordigd te zijn en die te zien prijken in een zelfde museum met den spiegel van de'Koyal Charles, indertijd door x>ns veroverd bij Chatham op de Theems. Maar de directie is daar om aan zulke .wenschen weerstand te bieden. Ik wensch man en paard te noemen. Daar hangt het portret van de echtgenoote van den nog niet lang geleden overleden generaal van Limburg Stirum, den bekenden voorzitter van den Antidieiistvervangings Bond. Deze generaal moge een plaats in het museum onzer historie verdienen, men vraagt .zich echter vergeefs af welk recht zijne echtgenoote daarop kan doen gelden. Een gepensioneerd ritmeester der cavalerie, majoor-titulair, schenkt aan het museum verschillende oude uniformen uit deze eeuw en heeft niet alleen zijn eigen portret er bij doen ophangen, maar zelfs de opgestopte huid van een van zijn paarden er doen nederzetten met het op schrift dat dit een liovelingspaard was van dien gepensioneerden ritmeester. Toch kan deze nl. de heer A. O. baron Snouckaert van Schauburg, geen aanspraak doen gelden op een plaats in een museum van Nederlandsche historie, dan dat hij een reeks oude uniformen daaraan had geschonken. Xu ver meldt ten slotte de Staatscourant, dat door de erven van dezen onlangs overleden rit meester diens uniform en wapens ook al aan dit museum zijn gelegateerd en dat daarvoor de dank der regeering is uitge sproken. Op die wijze verkleint men de waarde van ons Nationaal Museum. Jour 4e Knnö" te Rotterdam. Een jaar geleden heb ik gelegenheid gehad, in dit weekblad uitvoerig de aandacht te ves tigen op de Rotterdamsche Veree'niging Voor de Kunst", die niet zooveel energie, en aanvankelijk ook met zooveel goed succes, de schoone taak op zich heeft genomen om de kunst, en liefst de beste en hoogste kunst, in hare velerlei uitingen te brengen onder het bereik van die kringen van mede iiHimmimimiMimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiTen bezoefc bij Mm Victoria. Uit Helene ]\tcarefcos dngbnel: Naverteld door A. S. K.-E. Helena Vaeareseo, de Rumeensche dich teres, heeft haar herinneringen geboekt over ontmoetingen, die zij met vorsten eu vorst innen had, tijdens zij hofdame was, van koningin Elizabeth van Rumenië, ((.'armen Sylva). Over die merkwaardige samenkomsten en bezooken is een-eu-ander na-te-vertellen. Vooraf ga iets over Helena Vaeareseo zelve. Zij was Caruien SyJva's troetelkindje. Zér begrij pelijk. De hoog begaafde, Rumeensche jonge dame stal het hart harer meesteres, door v lzfldige ontwikkeling, schalke gratie, inne mende manieren en een bekoorlijk uiterlijk. De genegenheid vau kon.iu.gin. Elizabeth, voor Helena Vactireseo, was zeer groot ; de vorstin oordeelde, dat geen prinses van den bloede, bij haar lieveling kon vergeleken worden. Vurig hoopte zij, dat Helena Vaeareseo, haar een maal als koningin van Rumenië, zou opvol gen. Toen ontspon zich, onder het patronaat van Rumeuië's dichterlijke souvereiue, een teere liefdes-idylle, door de politiek wreed verscheurd. Carmen Sylva wandelde, las, schilderde, musiceerde met Helena Vaeareseo, en den door het kinderloos Rumeensche koningspaar aangewezen troonsopvolger, broe derszoon van koning Carol van Rumenië, prins van Hohenzollern.-Fotographiëu wer den gemaakt vau Carmen Sylva, met den troonsopvolger eu Helena Vaeareseo zittend aan beur voeten. Verlovingsringen werden tusschen de jongelui gewisseld. Als onpraclische dichteres, droomster en dweepster, had de koningin vau Rumeniëniet vuur gespeeld... De gevolgen, bleven niet uit. Helena werd verbannen, en de kroonprins verloofde zich, op rrrliinym d<T lïiimeenxche luttie, met ecu Eugelsche prinses, Marie van Teek, met wie hij in 't huwelijk trad. Gelukkig vindt de beproefde Rumeensche jonkvrouw troost in haar letterkundigen arbeid. Zij dicht iu het fransch, als een geboren Francaise. Haar bundel Chants d'Aurore" werd bekroond door de fransche Académie". Voor een bundel Rumeensche balladen, verwierf zij den Jules Favre-prijs. De dichterlijke ontboezemingen en mededeelingeu der dichteres, der hofdame, der door smart gerijpte vrouw,zijn onze aandacht waard. Al mijn herinneringen aan onze reis naar 'Engeland, en ons bezoek aan koningin Victoria, waarheen ik de koningin van Ru meniëvergezelde, staan mij nog zóó duidelijk en helder voor den geest, als waren niet tallooze jaren heengegledeu over dagen, die nimmer voor mij zullen terugkeeren. Nóg zie ik, bij onze aankomst, het kleine station netje Ballater met groen eu wilde bloemen versierd. Ook dftAr ontbraken niet het traditioneele roode vloerkleed en de witte hand schoenen. O! zei onze vriendelijke koningin menscheu, die daarvan onder gewone omstan digheden in deu regel verstoken blij ven ; die echter mér doet, die ook tracht door toe lichting in woord en schrift, in die kringen de kennis en het begrip over de kunst te out wikkelen, en daardoor het genot te verhoogeii, opdat de groote kring van medemenschen niet langer als vreemdelingen zullen staan op dit gebied. Daar juist ontvang ik het tweede jaarver slag der Vereenigiug, en meer om andere plaatsen op te wekken, dit voorbeeld te vol gen, dan om propaganda te maken die zij niet langs dezen weg uoodig heeft deel ik daaruit het eeu en ander mede. Het aantal leden der Vereeniging steeg in den loop van dit vereeiiigiugsjaar Vau 2340 tot 3302, alle geworven door de leden onderling door werfeii buurtcommissiën. De Vereeniging heeft thans een korps hulpsecretarisseu aangesteld, elk voor een district, die daardoor het contact tusschen het bestuur en de leden regelmatig onderhouden. Ze heeft thans ook, voor de zeer omvangrijke administratie, een eigen lokaal gehuurd waar het bestuur vergadert, waar de administratie gevestigd is, waar de bode der Vereeniging eiken werkdag gedu rende een paar uur zitting houdt, om alle uoodige inlichtingen te verstrekken. Van hetgeen dit jaar door de Vereenigiug is gedaan, een kort overzicht. Begin Novem ber : schitterende uitvoering vau Die Schópfung", door Toonkunst, eu medewerking van de beste artiesten. Midden November werd een tentoonstelling gehouden vau boekwerk van William Marris, eeu prachtige verzame ling, over welke door den heer L. Simons van Amsterdam eeu voordracht als leering en toelichting werd gegeven. In de tweede helft van December had er eeu 4-tal uitvoe ringen van kamermuziek plaats. Hiervoor werd den leden een uitstekende toelichting verstrekt vau de hand des heeren Sibmacher Zijnen, die reeds veel voor de Vereeniging heeft gedaan. Iu 't laatst van December hield Pol de Mout eeu voordracht naar aanleiding van de tentoonstelling van Vlaanische primi tieven. Over literatuur hielden prof. Vau Hamel en J. de Meester in April ieder een voordracht, terwijl omstreeks denzelfden tijd een, door een toelichting ver duidelijkte, tentoonstelling vau antiek smeed werk werd gehouden. Nog in dezelfde maand organiseerde de Vereeniging, evenals het vorige jaar, een tooneeluitvoeriug, om de leden belangstelling in te boezemen voor oud-Hollandsche kunst. De Xed. Tooneelvereeniging voerde op Wederzijds huwelijksbedrog", vau P. Langendijk, 'bij het begin waarvan de heer De Meester een inleiding gaf om het eigenaardige vau dit werk te ver duidelijken. Ten slotte werd in het begin van Juni eeu tentoonstelling gehouden van schilderijen, aquarellen eu etsen van Jozef Israëls, en bronzen van Georg Minne, waarvoor den leden een toelichting van Jac. Veth was ter hand gesteld. Kn dan nog moet gememoreerd de welwil lendheid van den heer Haverkorn van Rijsewijk, directeur van het museum Boymans, die bij een bezoek aan het museum, waartoe de leden per district werden uitgenoodigd, als gids en leider zijn diensten aanbood, eu hen leerde door zijn frisch en oorspron kelijk woord, het schoone en eigenaardige der schilderstukken te leeren zien eu be grijpen. Wie weet voor hoe enorm veel Rotterdammers het museum Boymans een gansch vreemd huis is, zal ook beseffen vau welk nut dit voor velen kan zijn. Ziehier eeu opsomming van, 't geeu door soms tot ons ons , dat schrikkelijke roode kleed eu al die witte handschoenen ! die vergallen mij overal mijn aankomst. Zou hetzelfde kleed soms de heele wereld doorgesleept worden?! Wat zou ik gaarne een gewoon steenen vloer en bloote handen zien." Aan het kleine station, werd onze vorstin ontvangen door den prins en de prinses van Wales, prins en prinses Henri van Battenberg, den overleden hertog vau Clareiice eu prinses Victoria van Wales. Het gewone ceremonieel der begroeting badplaats. Voor stellen, buigen, handjesgeveu, glimlachen. Toen reden de vorstelijke personen, vergezeld door Rumeensche eu Engelsche hofdames, naar het slot Balmoral, waar koningin Victoria verblijf hield. Eén ding hoopte ik vurig : in die twee dagen, al was liet maar hél even, EngeUmd's oude vorstin van nabij te zien. Koningin Elizabeth werd dadelijk naar de appartementen vau Victoria geleid. De hofdamvs onderhielden zich met elkaar. Die dames zijn nooit uitgepraat over de etiquette, les n-; et contumes" der hoven, waar zij in functie zijn. Engelsche hofdames hebben ge lukkig haar eigen inzichten, oordeel en zenuwen behouden. Duitsche hofdames zijn willooze. opinielooze, buigende automaten. Aan haar heeft men volstrekt niets, wat de conversatie betreft. Terwijl wij zoo Inehtigjes doorkeuvelden. kwam prins Henri van j.'attenberir meedeeleu, dat koningin Victoria ons allemaal bij zich op tea" wenschte. De prins ging ons voor. Wij volgden hem op den voet. Daar stond ik op-eens, diepbuigend voor de lieve, oude vrouw, met haar reine kinderoogen, haar zaehteu glimlach en weinig gerimpeld gezicht. Alhion's snuvereine. Zij sprak vloeiend Erausch, met een licht Engelsch accent. Wetend: dat zij mij inbaar moedertaal kon aanspreken, zei de koninirin in 't Engelsch: Juffrouw Vacaresco. kom eens bij me zitten." Zitten? waar? Ik beu bijziend, en zag in mijn ontsteltenis geeu stoel ! De lieve prinses Beatrice, redde mij uit deu nood. Zij volde een fauteuil tot dicht bij de koningin eu zei : Gaat u hier naast moeder zitten. Hindert 't licht u niet moeder? Zit u goed?" O ! hoe lief al die teere zorgen voor de oude, beminde moeder! Koningin Elizabeth bladerde met de hertogin vau Albany in mu/iekboeken. Weer kwam Beatrice met een mededecling : Moeder, Elizabeth hoeft drie liedereu uitgekozen, zal ik nu laten beginnen ?" Weet je zeker, lieve," vroeg Victoria, dat die lessche zangeres een goeie stem heeft ? Voor Elizabeth zingen, denk er om. 't is geen kleinigheid." Wees gerust moeder, wij hoorden haar vau morgen. Ze heeft een prachtige stem. Elizabeth zal tevreden zijn. Zal ik baar vra gen te beginnen ?" Wel neen, we wachten tot Alsa er is. die brengt haai- man naar 't station ; we wachten tot zij er is. want het lersche x.angeresje zal even ingenomen zijn, om voor Alsa te zinu'en als voor mij." Met iets teers in de stem. sprak Victoria over Alsa. haar schoondochter. prinses Voor de Kunst" aan hare leden gedurende het tweede vereenigingsjaar is geschonken. Het is waar: de tentoonstellingen trekken veel ni'n/h'r belangstelling dan de concerten. Maar die belangstelling moet gaandeweg ko men. Eu nu de Vereeniging een eigen orgaan heeft, waarin zij hare leden de noodige mededeelingen kan doen, nu zal dit ook wel beter worden. Toch geloof ik, dat zij goed zal doen, wil zij niet afglijden van den wegnaar haar doel, met op te passen dat zij het contact met de werkliedenklasse, voor welke zij in de eerste plaats is opgericht, niet te verliezen. Want waarlijk : d.idr is gevoel voor kunst eu schoon heid noodig! Ware het zelfs niet mogelijk, dat de Vereeniging aan de werklieden-v ereenigingen opwekkingen zond voor deelname? Intusschen : het is met warme instemming. dat ik ook vau dit jaarverslag heb kennis genomen, en ik hoop vau harte, niet slechts dat zij hare taak met nog mér vrucht zal kunnen vervullen, maar ook dat dit schoone voorbeeld, om de beste kunst te brengen aan httt volk, eldcvs worde gevolgd. S. NttMimiiiuiiiimmtiillimili Een Dienw ml orer de wijsbegeerte yan Hielzsck1} Eigenlijk houd ik niet van. een boek over" een wijsgeer, gesteld dat wij Nietzsche zoo mogen noemen. Lees hem zelf. als gij hem. wilt be-itudeeren. Oven boek over hem. En dan nog wel een vertaald boek, neen, het wil er niet bij mij in dat dit de goede weg is. Wij worden vermoord door boeken overgroote en kleine schrijvers. Er is een Shakespearephilologie. een G-oethe-philologie. Moet er ook alweer een Xietzsche-philo'.ogie komen? Och, wat een schrijvers, en dus wat een prulwerk! j Want een groot schrijver, een groot iilüsoof, wordt door zijnsgelijkeu begrepen, en moet l door zijn eigen geschriften, helder, doordacht, tot allen gewend, leven en werken, niet door boeken over" zijn filosofie.!'J) Niet afgeleide bronnen, maar de bron zelf. Wie Xietzsche wil leet'en kennen, h'j leze allereeivt zijn Zaralhustra, verder eenige zijner brieven en aph'orismeii, enkele broelunvs uit zijn goeden tijd, en wat dies meer zij. Zoo vorme hij (of zij) zich een eigen oordeel. En zóó ook leze men de werken van alk: denkers, van Ari; stoteles en l'lato, van Rriiuo en Spinoza (nu weer Espinoza volgens \V. Meyeï), van Rousseau en Yoltaire, van Kant en Schopenhaucr, en vele anderen. Maar al die boekeu over"' eeu schrijver, over" een wijsgeer! Weet men wel dat dit nog meer de iulegkunde bevordert dan de uitiegkunde? Men j ziet op zoo'u manier Nietzsche niet, maar ! wel Lichtenbergers (mij overigens onbekend) | beeld van Xietzsche. Zoo'n beeld nu kan valsi'h zijn. Zoo'u beeld hebben wij niet noodig. Wij hebben noodig deii heuschen, den echten, den levenden Xietzsche. Afgezien vaii dit hoofdbezwaar, is liet boek van Lichtenberger een goed boek en een onpartijdig boek (als zoodanig prijst het terecht ook de welwillende hoogleeraar v. d. Wyck), en laat de vertaling zich aan genaam lezen. De indeeliug zou ik heel anders hebben gemaakt, y,y is wat Dnitsch- igewikkeld eu wat duister, maar dit is een bijzaak. Hoofdzaak is dat L. met aanhalingen uit X.'s thans verzamelde geschriften een soort vaii systeem" of f,philosophie" heeft. trachten op te bouwen, en dat hij objectief heeft trachten te wezen, noch het exces d'honncuv" van eenzijdige dwepers (vergelijke iiniiiiiuiiiiiiii Alexandra van Wales. Er werd nog niet gezongen; Elizabeth zette zich voor de piano eii spoelde, tot groote verrukking dev aan wezigen, Kumeeiische mclodiën. Kom nog een beetje dichter bij nu; zitten." zei de oude vorstin tot mij, en vertel mij eens. wie uw lievehngsconiponisteu zijn." Mozart en \Vaguer," antwoordde ik. Wel! wel! Mozart en Wagner, daar ligt een oceaan tusschen ! Ik houd ook wel van muziek: tijdens het leven van mijn goeien man studeerde ik voor zijn genoegen, hél vlijtig, mi beu ik oud en stram..." en toeJ) ! soms, wordt de verzoeking mij te machtig eu dan speel ik weer oude. lieve melodieën die mij een heel verleden voor den geest roepen. Verbeeld u, een dezer dagen trommelde ik nog eens op het klavier en daai1 hoor ik opeens juichkreten en scha terlachen van een mijner kleinkinderen: Grootmoeder aan 't piano-spelen .' groot moeder aan 't piano-spelen, maar grootmoe der, waarom wil » nu nog studeeren ! . . . zoo gaat het, als je oud wordt". . . Toen moest ik van ons geboorteland, Runienië. vertellen. Over onze meesteres was Victoria in verrukking. Ik'beu toch zóó j gelukkig, dat ik eindelijk kennis met haar gemaakt heb. Ik had Hooit gedacht, dat ik j zóó zon worden ingepalmd, door een onbekende. Alles wat /ij doet en zegt, vind ik bekoorlijk. En wat een stem hoeft ze ! Om die stem allén zou men haar liefhebben. In Kumeniëwordt zij zeker op de handen gedragen. Mijn natuur leidt allerminst tot overdrijving; geestdriftig en lyrisch ben ik heelemaal niet : zij die dagelijks met mij omgaan, zouden liet u kunnen bevestigen, maar, over uw koningin ben ik in de wolken. Vergeet vooral niet, d;it in Ruineniëte ver tellen. Schrijf een boek over uw land. Ik zou hel heerlijk vinden, als de Kngelschen uw land en uw volk leerden kennen eu lief hebben. Van uw natie zijn nog niet alle geheimen verklapt. Denk er- eens over. Oeef een uitvoerige beschrijving van lang vergeten helden uit Rumeuië's vroegste tijden. Kngel schen houden van geschiedenis. Zij komen aJtijd terug op plaatsen, waar zij historische bizonderhedeit ontdekken. Hun bezoeken zouden de welvaart van uw land bevorderen. A ergeet niet, wat Zwitserland en Italiëaan Engelsehen verschuldigd zijn. En, als gij y.e naar .Kumeniëweet te, lokken, zorg er dan voor. dat zij zelf forelleii kunnen visschen i'ii laat ze ilink bergen klimmen !". . . Een licht geritsel in de salons, deed alle aanwezigen opstaan. Koningin Victoria ver rees ook. en steunde op haar ebbenhouten stok. Zacht beschenen door de matte bleek heid van het schenieruuvtje, trad de prinses van Wales, in rood lluweelen robe gekleed, op de koningin toe en omhelsde haar hartelijk. Met lief gebaar, drukte zij de oude vrouw weer iu haar leunstoel, schikte de plooien van haar zwart zijden kleed, en zette den j stok weei- onder haar bereik. I.ieve kind." zei Victoria, ik ben blij, dat je er bent. Wij hebben een lerseh meisje Bevraagd om van middag wat voor ons te de vroegere Multatulivergoderij) noch de indiguité" van even eenzijdige dompers en tegenstanders nabootsende. Als zoodanig moeten wij het boek toejuichen, dat thans door een Xederlandsche dame (zelfs vrouwei gaan aan wijsbegeerte doen!) in een goed Xeder-landsch kleed gestoken en ons aange boden wordt. Xietzsche heeft, als Multatuli, veel heele en halve waarheden en paradoxen verkondigd, veel geesten wakker geschud, veel klokken geluid. Hij deed dat iu welluidende taal, in rhythmisch prosa, in soms diepgevoelde soms geestige termen en vormen ">). Vandaar zijn invloed in het twijfelende, dcniokratische, vrij denkende jongere Duitschland, bij het opkomende geslacht. Hij is geen olympisch vorst als Goethe, maar een vechter, een hemelbenkor, een christendombestormer. Hij is een echt kind van onzen tijd, die. zoekt naar nieuwe idealen eu nieuwe vormen. Xietxsche is. of noemt zich, eeu aristokraat, maar tegelijk werkt hij zeer demokratisch. Hij breekt deii heerscheuden voruigodsdieiist i\t', nv.vdïis ii\ hoogereu eu tVjiu-reii zin uiter mate godsdienstig 4). Xietzsche is een groot philoloog, maar alleen in den superieuren zin des woords (hij gaf geen uitgaven met kommentareii"). Ook is hij een groot Wagiierkenner, eu, tot zekere hoogte, Wagnerbestrijder. Dit is zijn tweede verdienste. En zijn derde verdienste is eeu oorspronkelijk lijkende, geestig eu smaakvol meegedeelde wijsbegeerte, hoewel misschien niet zoo doordacht als die van Kant. en niet zoo stelselmatig als die van Schopcnhuu.T, bij wien hij zich vroeger wilde aansluiten 5). Ik kan hier ter plaatse Xietzsche's hoofd werk, een soort van bijbel in aphorismen, niet aanhalen, Bij gebreke daarvan moet ik erkennen dat Lichtenberger daarover een gezond oordeel heeft uitgesproken, en wil dit dan ook lueedeeleu. Ik weet wel, zegt hij (blz. 2;>) dat sommige Duitsche critici tegen X. ;ds stylist opkomen, en ik erken dat een vreemdeling niet de meest bevoegde persoon is om den stijl te beoordeeleii van eeu werk. dat niet in zijne moedertaal is gescheveii; toch meen ik dat in on/.e dagen de Duitsche, kritiek bijna algemeen de hooge litterarische waarde van Xictzsche's werken erkent. Voor den Franschman althans is het eeu genot zijne geschriften, 1:00 vol kleuren, en toch zoo juist, zoo krachtig en tevens zoo buigzaam, zoo rijk aan schilderachtige uitdrukkingen en heldere zegswijzen, te lezen. Zijn zinbouw getuigt dat een lijnvoelend peukunsteiiaar, met nauwkeurige zorg en kuustvaardigheid, zichzelf bewust van zijne wijze van arbeiden, aan het werk is geweest, en toch blijft hij natuurlijk en frisch, los eu levendig, zooals men zelden vindt in Duitse]i proza, dat juist door zijn zwaren, omvangrijke!! bouw den Franschinau dikwijls onaangenaam klinkt. Xietzsche's stijl is door eu door waar gevoeld 011 lyrisch ; men ziet in zijne teerste psycho logische analysen, in zijne meest abstracte redeueeringen, d.it hij niet alleen met de menschelijke rede, maar niet zijn geheele wezen denkt, en dat hjj in elk zijner gedachten eeu deel van zichzelf heeft gegeven. Hij is dus niet alleen een schitterend moralist, zooals b.v. Amiel, die meester in het scheppen van aphorismen. maar kan ook, waar het noodig is, zich verhell'en tot de meest gevoel volle lyriek. Toch is het zeer zeker over dreven het prozugedicht Zan/tlnittm te ver gelijken bij Goethe's Fa ast; (i) Xietzsche's werk is veel minder begrijpelijk voor de meiischheid dan dat van Goethe, eu ik geloof niet dat liet ooit ten volle in den smaak tllllllllllllllllUMIIIIIIIIIIIIIII zingen. Zij kan nu wel beginnen, we hebben op jou gewacht." Vol, krachtig eu zuiver klonk de stem der zangeres, door de bijna donkere salons, niet anders verlicht, dan door de twee brandende waskaarsen aan de piano. De Icrsche ging op in haar voordracht. Overtuiging, kracht, liere onverzettelijkheid trilden in haar stem. Scherp teekende zich tegen het licht der kaarsen haar zuiver, trofsch profiel af. Iedereen luisterde met gespannen aandacht. Lampen werden binnengebracht, gelukkig temperden de lampekappen het licht zoodanig, dat de bekoring van het half-donker gedeeltelijk behouden bleef. Ik wil gaarne the Wearing of the Green" hooreii zingen," zei de oude vorstin met vaste stc-m. Algeineene conster natie. ,,Xeen ! dat niet, dat niet," hoorde men aan alle kanten. Hier... onmogelijk!"... De koningin herhaalde haar verzoek, en zich wendend naar het jonge meisje dat ons betooverde door haar gezang: Wil u mij het genoegen doen, dat lied voor mij te zingen?" Zeker mevrouw!" Vast en beslist klonk het antwoord-der schoone lersche. The Wearing of the Green" is een nationaal lied'. Een hart verscheurende smeeking om recht, een grootsche uiting van toorn, een woest opflikkereii van haat, door het lersche meisje ver tolkt, niet al de kracht van haar jeugdige, hartstochtelijke ziel. Ik begreep, waarom men liiiiveraehtig was, dit lied te doen zingen iu tegenwoordigheid van Engelaud's koningin. Ademloos zaten wij te luisteren. Toen het lied uit was, verroerde zich niemand. Elizabeth stond op, en met onnavolgbare gratie en waardigheid, knielde zij neer voor Victoria, liefkoosde haar handen en zei : Wat is u groot! u is een groote koningin, overtuigd van de liefde van uw volk, anders zou u niet kunnen verdragen, dat men zoo iets in uwe tegenwoordigheid zong" . . . Het lied is mooi," antwoordde Victoria, en o! ik houd zooveel van mijn Ieren..." Weer wendde zij haar gelaat naar de zangeres. Lieve, ik dank je hartelijk ! Je hebt mij veel genoegen gei laan, en je bent de aanlei ding, dat de koningin van Rnmeniëmij een compliment heeft gemaakt, dat ik nimmer zal vergeten." Aan tafel zat koningin Elisabetli aan de rechterzij van koningin Victoria. Links van haar schoonmoeder, de prinses van Wales. De oude vorstin luisterde oplettend naar de gesprekken, maar, sprak zelf niet veel. Toen wij na den eten in groepjes stonden te praten en te. lachen, keerde de koningin van Kumeni zich even naar mij, en lei haar vinger oj> den mond. De prinses! van Wales be merkte mijn verlegenheid en zet heel vrien delijk: Dat is niets'. Moeder vindt het heer lijk, wanneer jonge meiischen pret hebben." En waarom moeten jullie zoo lachen, lord Cross," vroeg Victoria, aan den staatsman die omringd was door Kuineeusche hofdames. Of, mag ik 't niet weten ?" . . . Lord Cross vertelde, dat juffrouw Vaeareseo zoo dolgraag een paar dagen onderkoningin vau Britsch-Iudiëwilde we/.eu, alleen oui op kan vallen van anderen dan hen, die tot den beknopten kring behooren van verfijnde ??? wellicht zelfs eenigszins, fin de siècle" geesten. Daarentegen dunkt mij dat de lezer, die vertrouwd is geraakt met zijn symbolieken, dithyrambischen stijl en met de op het oog onsamenhangende taal van dat werk, dat zoo eenig in zijn soort is, zich niet zal kunnen onttrekken aan eene vreemd intense1, bijna physieke 7) ontroering, aan eene aandoening, die ook sommige orkestwerken in ons ver wekken. In dit dichterlijk proza gevoelt men de hartstochtelijke liefde voor muziek van den schrijver, eu het is te begrijpen dat eeu van de meesters der jongere Duitsche school, Riehard Strauss, Xietzsche's Zarathitstm koos tot onderwerp vau een zijner meest bekende symphonische gedichten. Tot zoover de Duitsche Franschman Lichten berger, en dit is voortreffelijk. Wil men evenwel N. en. den Zarathustra lezen, men neme het boek zelf, ik herhaal het; heeft men 't goed gelezen, dan kan ter vergelijking een geschrift zooals van Lichtenberger dienst doen. Ook Ie ',e uien, om een raider on lerdeel te noemen, de geschriften van X. over Wagner en over Bayreuth zelf, en toetse daaraan Wagner's partituren en Wagner's verzamelde geschriften, geen tweede- en derderangsgeschrift van volgelingen, vereerders of be strijders, die een verkeerden indruk kunnen geven. 8) Op die belangrijke kwestie vau bet Muziekdrama" kom ik weldra, naar ik hoop, terug. Voorloopig slechts dit dat ik Xietzsche in hoofdzaak gelijk geef, dat Xietzsche, /onder zelf iets beters te hebben geleverd, naar mij dunkt Wagner's, gebreken juist heeft aangegeven, dat Xietzsche gevoeld heeft hoe Wagner iu sommige opzichten een afdwaling is geweest, en hoe het drama der toekomst in andere richting moet worden ontwikkeld. U tree h t. Dr. II. C. Mi LI.EK. (Mot i-nlijt.) 1) Internationale Bibliotheek". Henri Lichtenberger. Hoogl. aan de Universiteit te Xancy, Nietssclte'* J'liilotophie. Vertaling van mevr. M. Erancois?Merkus. Met voorwoord vau Trof. Jhr. B. H. C. K. van der Wyck. Amsterdam, S. L. van Looy, 1908. Ho. KKïblz. 2) Ik noteei'de er al tientallen, in het Duitsch ontelbare (die op d,-u duur alleen in 't stof van bibliotheken terechtkomen). Ook enkele in het Fransch (o. a. vau .T. de Gaultier), iu het Engelsen (o. a. van G. X'. Dolson), enz. "Waar moet dat heen? :i) Zi-e K. M. Meyer, Die deutsche Litteratur des l!). Jahrhunderts. Berliu 1S)()0, S. 725. Kurt Breysig in Die Zukunft" Berlin 1900, S. 122. '?Hoe smakeloos even wel dezelfde X. kon zijn toont o. a. het versje, meegedeeld in : Das Lebeu F. Xietz sche's, Bd. l, Leipzig IS'Jö, S. 273. 4) Eeu knap Fransch medicus, A. Regnard, zegt over zijn theorie van heeren-en sla venmoraal, enz. geestig het volgende : D'autre part, arguant de eette rare reproduction des hommes de génie et de l'extiuction, a la longue, des families qui en produisent, les disciples deRousseau, les hommes de la nature", et autres Tolstoïcieus, nous montrent la réalisatiou de l'idéal humaiii dans la rud.'sse, l'ignorance et l'imbécilité. C'est une pure niaiserie, un aspect spécial du sentiment judéo-chrétien de l'ascétisme et de l'humilité, véritable dogme d'aplatissement, morale d'esclaves et de dégénérés, si vigoureusemeut flagellés, dans ges crits lucides, par Ie grand et malheureux Xietz sche (Eucore un, chez qui la folie a touff Ie génie en pleine volutïonj". eeu witte olifant te rijden, die moest knielen om uit de Gtmges te drinken, terwijl zij op zijn rug zat. De koningin antwoordde lachend: Wel, u is eeu dichteres, gij kunt u verbeel den te ziju, precies wat ge zelf wilt." Juist," hervatte lord Cross, want, eerst wilde juffrouw Vaeareseo keizerin der Vereenigde Staten zijn . .." Kei/erin der Vereenigde Staten ! wat een vreemde titel! Zou zóó iets nog ooit gebeuren?" In gedachten verzonken bleef de oude vrouw eeu oogeublik staan. Den volgenden dag, deelde prinses Beatrice aan Ileleua Vaeareseo mee, dat koningin Victoria zoo gaarne Milde, dat zij een vers in haar album zou schrijven. 's Avonds werd hot gesloten album met den sleutel op Heleiia's kamer gebracht. Eeu verzameling lieve, teere, aandoenlijke herinneringen bevatten deze alburnbladen. Ge droogde bloemen, o. a. een bosje heidekruid, afkomstig uit het bruidsbouquet dat prins Albert aan zijn bruid Victoria had gegeven. Teekeuingen, brieven vau deu prins-gemaal, brieven vau den overleden Duitschen keizer Erederik III, eeu teekeuing vau zijn graf. Eenige coupletten van liet In Mea'ioriam" door Teiinysoii zelf geschreven. Helena bleef deu geheeleii nacht op, om iu het album te lezen en er eenige dicht regelen iu te schrijven, die-zeer iudeu smaak vau Eugelaud's koningin vielen. Zij dankte llelena Vaeareseo hartelijk, drukte eeu kus op haar voorhoofd en zei: Ge hebt juist geschreven wat ik verlangde ! Uw gedicht zal een schakel blijven, tusschen mij eu de dichteres. Van het talent der Rumeensche dichteres, waaraan door verschillende Xederlandsche schrijvers,(wij noemen slechts prof. A. G. van Hamel, W. G. van X'ouhuys en Frits Lapidoth), hulde is gebracht, een enkele proeve : IL PA S S A. 11 passa ; j'aurais- du saus doute Xe poiut paraitre en sou cheiniu; Mais ma uuüsoii est sur la route Et j'avais des fleurs dans la main. Il paria ; j'aurais dti peut-ètre Xe poiiit m'enivrer de sa voix; Mais l'aube emplissait ma fenëtre, II faisait avril (.lans les bois. Il m'aima; j'aurais du saus doute X'avoir pas I' amour aussi prompt, Mais, hélas ! quaud Ie c<eur coute, C'est toujours Ie c«ur qui répond. Il partit; je devrais peut-être Xe plus l'attendre et Ie vouloir ; Mais demaiii l'avril va paraitre Et saus, lui Ie ciel sera noir. Vorst iioch vorstin, hebben haar voor deze regelen eeu kus gedrukt op 't voorhoofd. De kunstenares kan met andere hulde volstaan : de ontroering van hare lezers' eu lezeressen, gewekt door den rustigen eenvoud, waar mede zij hen deelgenoot maakt vau haar smartelijk ervaren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl