Historisch Archief 1877-1940
No. 1375
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Wanneer nu niet alles een eenvoudigen
indruk maakt, dan geloof ik dat de compo
nist zijne natuurlijke geaardheid geweld heeft
aangedaan, ter wille van het modernisme in
de kifnst; m. a. w. dat de componist niet van
huis uit zoo modern is aangelegd als hij zich
wel wil voordoen.
Voorts maak ik er Mahler een grief van
dat hij met zich zelveii zoo voortdurend iu
tweestrijd is omtrent het programuia bij zijn
muziek. Wil hij eenmaal dat genre, dan kome
hij er ook rond vooruit ; maar geen half hei d
te dier zake, daarmede is z ij n kunst evenmin
gediend als de kunst in het algemeen.
Zonder eenigen twijfel zal men echter
Mahler van m,i af in het oog houden. Belang
stelling verdient zijn werk zeer zeker.
AST. AVEKKAMI'.
?immitiiHtiiijmMHiiiiMiiittMtimHiiriiuiiHiiiiimiMiiintmiiiriimiiiMM
Het Nedfiiianöscli iran een
Zoo als men weet dient de rechtervleugel
?van ons beroemd Rijksmuseum tot museum
voor Nederlandsche geschiedenis. Daar vindt
men voorwerpen die voor de geschiedenis
van Nederland waarde hebben. Langzamer
hand schijnt de directie door zwakheid en
goedigheid in dit museum voorwerpen toe
te laten die er niet in thuis behooren. Het
is natuurlijk voor een familie zeer aange
naam, door voorwerpen of portretten in dit
museum vertegenwoordigd te zijn en die te
zien prijken in een zelfde museum met den
spiegel van de'Koyal Charles, indertijd door
x>ns veroverd bij Chatham op de Theems.
Maar de directie is daar om aan zulke
.wenschen weerstand te bieden. Ik wensch man en
paard te noemen. Daar hangt het portret
van de echtgenoote van den nog niet lang
geleden overleden generaal van Limburg
Stirum, den bekenden voorzitter van den
Antidieiistvervangings Bond. Deze generaal moge
een plaats in het museum onzer historie
verdienen, men vraagt .zich echter vergeefs
af welk recht zijne echtgenoote daarop kan
doen gelden. Een gepensioneerd ritmeester
der cavalerie, majoor-titulair, schenkt aan
het museum verschillende oude uniformen
uit deze eeuw en heeft niet alleen zijn
eigen portret er bij doen ophangen, maar
zelfs de opgestopte huid van een van zijn
paarden er doen nederzetten met het op
schrift dat dit een liovelingspaard was van
dien gepensioneerden ritmeester. Toch kan
deze nl. de heer A. O. baron Snouckaert
van Schauburg, geen aanspraak doen gelden
op een plaats in een museum van
Nederlandsche historie, dan dat hij een reeks oude
uniformen daaraan had geschonken. Xu ver
meldt ten slotte de Staatscourant, dat door
de erven van dezen onlangs overleden rit
meester diens uniform en wapens ook al
aan dit museum zijn gelegateerd en dat
daarvoor de dank der regeering is uitge
sproken.
Op die wijze verkleint men de waarde
van ons Nationaal Museum.
Jour 4e Knnö" te Rotterdam.
Een jaar geleden heb ik gelegenheid gehad,
in dit weekblad uitvoerig de aandacht te ves
tigen op de Rotterdamsche Veree'niging
Voor de Kunst", die niet zooveel energie,
en aanvankelijk ook met zooveel goed succes,
de schoone taak op zich heeft genomen om
de kunst, en liefst de beste en hoogste
kunst, in hare velerlei uitingen te brengen
onder het bereik van die kringen van
mede
iiHimmimimiMimiiiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiTen bezoefc bij Mm Victoria.
Uit Helene ]\tcarefcos dngbnel:
Naverteld door A. S. K.-E.
Helena Vaeareseo, de Rumeensche dich
teres, heeft haar herinneringen geboekt over
ontmoetingen, die zij met vorsten eu vorst
innen had, tijdens zij hofdame was, van
koningin Elizabeth van Rumenië, ((.'armen
Sylva). Over die merkwaardige samenkomsten
en bezooken is een-eu-ander na-te-vertellen.
Vooraf ga iets over Helena Vaeareseo zelve. Zij
was Caruien SyJva's troetelkindje. Zér begrij
pelijk. De hoog begaafde, Rumeensche jonge
dame stal het hart harer meesteres, door v
lzfldige ontwikkeling, schalke gratie, inne
mende manieren en een bekoorlijk uiterlijk. De
genegenheid vau kon.iu.gin. Elizabeth, voor
Helena Vactireseo, was zeer groot ; de vorstin
oordeelde, dat geen prinses van den bloede, bij
haar lieveling kon vergeleken worden. Vurig
hoopte zij, dat Helena Vaeareseo, haar een
maal als koningin van Rumenië, zou opvol
gen. Toen ontspon zich, onder het patronaat
van Rumeuië's dichterlijke souvereiue, een
teere liefdes-idylle, door de politiek wreed
verscheurd. Carmen Sylva wandelde, las,
schilderde, musiceerde met Helena Vaeareseo,
en den door het kinderloos Rumeensche
koningspaar aangewezen troonsopvolger, broe
derszoon van koning Carol van Rumenië,
prins van Hohenzollern.-Fotographiëu wer
den gemaakt vau Carmen Sylva, met den
troonsopvolger eu Helena Vaeareseo zittend
aan beur voeten. Verlovingsringen werden
tusschen de jongelui gewisseld. Als
onpraclische dichteres, droomster en dweepster,
had de koningin vau Rumeniëniet vuur
gespeeld... De gevolgen, bleven niet uit.
Helena werd verbannen, en de kroonprins
verloofde zich, op rrrliinym d<T lïiimeenxche
luttie, met ecu Eugelsche prinses, Marie van
Teek, met wie hij in 't huwelijk trad.
Gelukkig vindt de beproefde Rumeensche
jonkvrouw troost in haar letterkundigen
arbeid. Zij dicht iu het fransch, als een
geboren Francaise. Haar bundel Chants
d'Aurore" werd bekroond door de fransche
Académie". Voor een bundel Rumeensche
balladen, verwierf zij den Jules Favre-prijs.
De dichterlijke ontboezemingen en
mededeelingeu der dichteres, der hofdame, der door
smart gerijpte vrouw,zijn onze aandacht waard.
Al mijn herinneringen aan onze reis naar
'Engeland, en ons bezoek aan koningin
Victoria, waarheen ik de koningin van Ru
meniëvergezelde, staan mij nog zóó duidelijk
en helder voor den geest, als waren niet
tallooze jaren heengegledeu over dagen, die
nimmer voor mij zullen terugkeeren. Nóg
zie ik, bij onze aankomst, het kleine station
netje Ballater met groen eu wilde bloemen
versierd. Ook dftAr ontbraken niet het
traditioneele roode vloerkleed en de witte hand
schoenen. O! zei onze vriendelijke koningin
menscheu, die daarvan onder gewone omstan
digheden in deu regel verstoken blij ven ; die
echter mér doet, die ook tracht door toe
lichting in woord en schrift, in die
kringen de kennis en het begrip over de
kunst te out wikkelen, en daardoor het genot
te verhoogeii, opdat de groote kring van
medemenschen niet langer als vreemdelingen
zullen staan op dit gebied.
Daar juist ontvang ik het tweede jaarver
slag der Vereenigiug, en meer om andere
plaatsen op te wekken, dit voorbeeld te vol
gen, dan om propaganda te maken die zij
niet langs dezen weg uoodig heeft deel
ik daaruit het eeu en ander mede. Het aantal
leden der Vereeniging steeg in den loop van
dit vereeiiigiugsjaar Vau 2340 tot 3302, alle
geworven door de leden onderling door
werfeii buurtcommissiën. De Vereeniging heeft
thans een korps hulpsecretarisseu aangesteld,
elk voor een district, die daardoor het contact
tusschen het bestuur en de leden regelmatig
onderhouden. Ze heeft thans ook, voor de
zeer omvangrijke administratie, een eigen
lokaal gehuurd waar het bestuur vergadert,
waar de administratie gevestigd is, waar de
bode der Vereeniging eiken werkdag gedu
rende een paar uur zitting houdt, om alle
uoodige inlichtingen te verstrekken.
Van hetgeen dit jaar door de Vereenigiug
is gedaan, een kort overzicht. Begin Novem
ber : schitterende uitvoering vau Die
Schópfung", door Toonkunst, eu medewerking van
de beste artiesten. Midden November werd
een tentoonstelling gehouden vau boekwerk
van William Marris, eeu prachtige verzame
ling, over welke door den heer L. Simons
van Amsterdam eeu voordracht als leering
en toelichting werd gegeven. In de tweede
helft van December had er eeu 4-tal uitvoe
ringen van kamermuziek plaats. Hiervoor
werd den leden een uitstekende toelichting
verstrekt vau de hand des heeren Sibmacher
Zijnen, die reeds veel voor de Vereeniging
heeft gedaan. Iu 't laatst van December hield
Pol de Mout eeu voordracht naar aanleiding
van de tentoonstelling van Vlaanische primi
tieven. Over literatuur hielden prof.
Vau Hamel en J. de Meester in April
ieder een voordracht, terwijl omstreeks
denzelfden tijd een, door een toelichting ver
duidelijkte, tentoonstelling vau antiek smeed
werk werd gehouden. Nog in dezelfde maand
organiseerde de Vereeniging, evenals het
vorige jaar, een tooneeluitvoeriug, om de
leden belangstelling in te boezemen voor
oud-Hollandsche kunst. De Xed.
Tooneelvereeniging voerde op Wederzijds
huwelijksbedrog", vau P. Langendijk, 'bij het begin
waarvan de heer De Meester een inleiding
gaf om het eigenaardige vau dit werk te ver
duidelijken.
Ten slotte werd in het begin van Juni eeu
tentoonstelling gehouden van schilderijen,
aquarellen eu etsen van Jozef Israëls, en
bronzen van Georg Minne, waarvoor den
leden een toelichting van Jac. Veth was ter
hand gesteld.
Kn dan nog moet gememoreerd de welwil
lendheid van den heer Haverkorn van
Rijsewijk, directeur van het museum Boymans,
die bij een bezoek aan het museum, waartoe
de leden per district werden uitgenoodigd,
als gids en leider zijn diensten aanbood, eu
hen leerde door zijn frisch en oorspron
kelijk woord, het schoone en eigenaardige
der schilderstukken te leeren zien eu be
grijpen. Wie weet voor hoe enorm veel
Rotterdammers het museum Boymans een
gansch vreemd huis is, zal ook beseffen vau
welk nut dit voor velen kan zijn.
Ziehier eeu opsomming van, 't geeu door
soms tot ons ons , dat schrikkelijke roode
kleed eu al die witte handschoenen ! die
vergallen mij overal mijn aankomst. Zou
hetzelfde kleed soms de heele wereld
doorgesleept worden?! Wat zou ik gaarne een
gewoon steenen vloer en bloote handen zien."
Aan het kleine station, werd onze vorstin
ontvangen door den prins en de prinses van
Wales, prins en prinses Henri van
Battenberg, den overleden hertog vau Clareiice eu
prinses Victoria van Wales. Het gewone
ceremonieel der begroeting badplaats. Voor
stellen, buigen, handjesgeveu, glimlachen.
Toen reden de vorstelijke personen, vergezeld
door Rumeensche eu Engelsche hofdames,
naar het slot Balmoral, waar koningin Victoria
verblijf hield. Eén ding hoopte ik vurig : in
die twee dagen, al was liet maar hél even,
EngeUmd's oude vorstin van nabij te zien.
Koningin Elizabeth werd dadelijk naar de
appartementen vau Victoria geleid. De
hofdamvs onderhielden zich met elkaar. Die
dames zijn nooit uitgepraat over de etiquette,
les n-; et contumes" der hoven, waar zij in
functie zijn. Engelsche hofdames hebben ge
lukkig haar eigen inzichten, oordeel en
zenuwen behouden. Duitsche hofdames zijn
willooze. opinielooze, buigende automaten.
Aan haar heeft men volstrekt niets, wat de
conversatie betreft. Terwijl wij zoo Inehtigjes
doorkeuvelden. kwam prins Henri van
j.'attenberir meedeeleu, dat koningin Victoria
ons allemaal bij zich op tea" wenschte.
De prins ging ons voor. Wij volgden hem
op den voet. Daar stond ik op-eens,
diepbuigend voor de lieve, oude vrouw, met haar
reine kinderoogen, haar zaehteu glimlach en
weinig gerimpeld gezicht. Alhion's snuvereine.
Zij sprak vloeiend Erausch, met een licht
Engelsch accent. Wetend: dat zij mij inbaar
moedertaal kon aanspreken, zei de koninirin
in 't Engelsch: Juffrouw Vacaresco. kom
eens bij me zitten."
Zitten? waar? Ik beu bijziend, en zag in
mijn ontsteltenis geeu stoel ! De lieve prinses
Beatrice, redde mij uit deu nood. Zij volde
een fauteuil tot dicht bij de koningin eu zei :
Gaat u hier naast moeder zitten. Hindert
't licht u niet moeder? Zit u goed?"
O ! hoe lief al die teere zorgen voor de oude,
beminde moeder! Koningin Elizabeth bladerde
met de hertogin vau Albany in
mu/iekboeken. Weer kwam Beatrice met een
mededecling : Moeder, Elizabeth hoeft drie liedereu
uitgekozen, zal ik nu laten beginnen ?"
Weet je zeker, lieve," vroeg Victoria,
dat die lessche zangeres een goeie stem
heeft ? Voor Elizabeth zingen, denk er om.
't is geen kleinigheid."
Wees gerust moeder, wij hoorden haar
vau morgen. Ze heeft een prachtige stem.
Elizabeth zal tevreden zijn. Zal ik baar vra
gen te beginnen ?"
Wel neen, we wachten tot Alsa er is. die
brengt haai- man naar 't station ; we wachten
tot zij er is. want het lersche x.angeresje zal
even ingenomen zijn, om voor Alsa te zinu'en
als voor mij."
Met iets teers in de stem. sprak Victoria
over Alsa. haar schoondochter. prinses
Voor de Kunst" aan hare leden gedurende
het tweede vereenigingsjaar is geschonken.
Het is waar: de tentoonstellingen trekken
veel ni'n/h'r belangstelling dan de concerten.
Maar die belangstelling moet gaandeweg ko
men. Eu nu de Vereeniging een eigen orgaan
heeft, waarin zij hare leden de noodige
mededeelingen kan doen, nu zal dit ook wel beter
worden.
Toch geloof ik, dat zij goed zal doen, wil
zij niet afglijden van den wegnaar haar doel,
met op te passen dat zij het contact met de
werkliedenklasse, voor welke zij in de eerste
plaats is opgericht, niet te verliezen. Want
waarlijk : d.idr is gevoel voor kunst eu schoon
heid noodig! Ware het zelfs niet mogelijk,
dat de Vereeniging aan de werklieden-v
ereenigingen opwekkingen zond voor deelname?
Intusschen : het is met warme instemming.
dat ik ook vau dit jaarverslag heb kennis
genomen, en ik hoop vau harte, niet slechts
dat zij hare taak met nog mér vrucht zal
kunnen vervullen, maar ook dat dit schoone
voorbeeld, om de beste kunst te brengen
aan httt volk, eldcvs worde gevolgd.
S.
NttMimiiiuiiiimmtiillimili
Een Dienw ml orer de wijsbegeerte yan
Hielzsck1}
Eigenlijk houd ik niet van. een boek over"
een wijsgeer, gesteld dat wij Nietzsche zoo
mogen noemen. Lees hem zelf. als gij hem.
wilt be-itudeeren. Oven boek over hem. En
dan nog wel een vertaald boek, neen, het
wil er niet bij mij in dat dit de goede weg is.
Wij worden vermoord door boeken overgroote
en kleine schrijvers. Er is een
Shakespearephilologie. een G-oethe-philologie. Moet er ook
alweer een Xietzsche-philo'.ogie komen? Och,
wat een schrijvers, en dus wat een prulwerk!
j Want een groot schrijver, een groot iilüsoof,
wordt door zijnsgelijkeu begrepen, en moet
l door zijn eigen geschriften, helder, doordacht,
tot allen gewend, leven en werken, niet door
boeken over" zijn filosofie.!'J) Niet afgeleide
bronnen, maar de bron zelf. Wie Xietzsche
wil leet'en kennen, h'j leze allereeivt zijn
Zaralhustra, verder eenige zijner brieven en
aph'orismeii, enkele broelunvs uit zijn goeden
tijd, en wat dies meer zij. Zoo vorme hij (of
zij) zich een eigen oordeel. En zóó ook leze
men de werken van alk: denkers, van
Ari; stoteles en l'lato, van Rriiuo en Spinoza
(nu weer Espinoza volgens \V. Meyeï), van
Rousseau en Yoltaire, van Kant en
Schopenhaucr, en vele anderen. Maar al die boekeu
over"' eeu schrijver, over" een wijsgeer!
Weet men wel dat dit nog meer de
iulegkunde bevordert dan de uitiegkunde? Men
j ziet op zoo'u manier Nietzsche niet, maar
! wel Lichtenbergers (mij overigens onbekend)
| beeld van Xietzsche. Zoo'n beeld nu kan
valsi'h zijn. Zoo'u beeld hebben wij niet
noodig. Wij hebben noodig deii heuschen,
den echten, den levenden Xietzsche.
Afgezien vaii dit hoofdbezwaar, is liet boek
van Lichtenberger een goed boek en een
onpartijdig boek (als zoodanig prijst het
terecht ook de welwillende hoogleeraar
v. d. Wyck), en laat de vertaling zich aan
genaam lezen. De indeeliug zou ik heel anders
hebben gemaakt, y,y is wat Dnitsch-
igewikkeld eu wat duister, maar dit is een
bijzaak. Hoofdzaak is dat L. met aanhalingen
uit X.'s thans verzamelde geschriften een
soort vaii systeem" of f,philosophie" heeft.
trachten op te bouwen, en dat hij objectief
heeft trachten te wezen, noch het exces
d'honncuv" van eenzijdige dwepers (vergelijke
iiniiiiiuiiiiiiii
Alexandra van Wales. Er werd nog niet
gezongen; Elizabeth zette zich voor de piano
eii spoelde, tot groote verrukking dev aan
wezigen, Kumeeiische mclodiën.
Kom nog een beetje dichter bij nu; zitten."
zei de oude vorstin tot mij, en vertel mij
eens. wie uw lievehngsconiponisteu zijn."
Mozart en \Vaguer," antwoordde ik.
Wel! wel! Mozart en Wagner, daar ligt
een oceaan tusschen ! Ik houd ook wel van
muziek: tijdens het leven van mijn goeien
man studeerde ik voor zijn genoegen,
hél vlijtig, mi beu ik oud en stram..." en
toeJ) ! soms, wordt de verzoeking mij te
machtig eu dan speel ik weer oude. lieve
melodieën die mij een heel verleden voor
den geest roepen. Verbeeld u, een dezer
dagen trommelde ik nog eens op het klavier
en daai1 hoor ik opeens juichkreten en scha
terlachen van een mijner kleinkinderen:
Grootmoeder aan 't piano-spelen .' groot
moeder aan 't piano-spelen, maar grootmoe
der, waarom wil » nu nog studeeren ! . . .
zoo gaat het, als je oud wordt". . .
Toen moest ik van ons geboorteland,
Runienië. vertellen. Over onze meesteres was
Victoria in verrukking. Ik'beu toch zóó j
gelukkig, dat ik eindelijk kennis met haar
gemaakt heb. Ik had Hooit gedacht, dat ik j
zóó zon worden ingepalmd, door een
onbekende. Alles wat /ij doet en zegt, vind
ik bekoorlijk. En wat een stem hoeft ze ! Om
die stem allén zou men haar liefhebben.
In Kumeniëwordt zij zeker op de handen
gedragen. Mijn natuur leidt allerminst tot
overdrijving; geestdriftig en lyrisch ben ik
heelemaal niet : zij die dagelijks met mij
omgaan, zouden liet u kunnen bevestigen,
maar, over uw koningin ben ik in de wolken.
Vergeet vooral niet, d;it in Ruineniëte ver
tellen. Schrijf een boek over uw land. Ik zou
hel heerlijk vinden, als de Kngelschen uw
land en uw volk leerden kennen eu lief
hebben. Van uw natie zijn nog niet alle
geheimen verklapt. Denk er- eens over. Oeef
een uitvoerige beschrijving van lang vergeten
helden uit Rumeuië's vroegste tijden. Kngel
schen houden van geschiedenis. Zij komen
aJtijd terug op plaatsen, waar zij historische
bizonderhedeit ontdekken. Hun bezoeken
zouden de welvaart van uw land bevorderen.
A ergeet niet, wat Zwitserland en Italiëaan
Engelsehen verschuldigd zijn. En, als gij
y.e naar .Kumeniëweet te, lokken, zorg er dan
voor. dat zij zelf forelleii kunnen visschen
i'ii laat ze ilink bergen klimmen !". . .
Een licht geritsel in de salons, deed alle
aanwezigen opstaan. Koningin Victoria ver
rees ook. en steunde op haar ebbenhouten
stok. Zacht beschenen door de matte bleek
heid van het schenieruuvtje, trad de prinses
van Wales, in rood lluweelen robe gekleed,
op de koningin toe en omhelsde haar hartelijk.
Met lief gebaar, drukte zij de oude vrouw
weer iu haar leunstoel, schikte de plooien
van haar zwart zijden kleed, en zette den j
stok weei- onder haar bereik.
I.ieve kind." zei Victoria, ik ben blij, dat
je er bent. Wij hebben een lerseh meisje
Bevraagd om van middag wat voor ons te
de vroegere Multatulivergoderij) noch de
indiguité" van even eenzijdige dompers en
tegenstanders nabootsende. Als zoodanig
moeten wij het boek toejuichen, dat thans
door een Xederlandsche dame (zelfs vrouwei
gaan aan wijsbegeerte doen!) in een goed
Xeder-landsch kleed gestoken en ons aange
boden wordt.
Xietzsche heeft, als Multatuli, veel heele en
halve waarheden en paradoxen verkondigd,
veel geesten wakker geschud, veel klokken
geluid. Hij deed dat iu welluidende taal, in
rhythmisch prosa, in soms diepgevoelde soms
geestige termen en vormen ">). Vandaar zijn
invloed in het twijfelende, dcniokratische,
vrij denkende jongere Duitschland, bij het
opkomende geslacht. Hij is geen olympisch
vorst als Goethe, maar een vechter, een
hemelbenkor, een christendombestormer. Hij
is een echt kind van onzen tijd, die. zoekt
naar nieuwe idealen eu nieuwe vormen.
Xietxsche is. of noemt zich, eeu aristokraat,
maar tegelijk werkt hij zeer demokratisch.
Hij breekt deii heerscheuden voruigodsdieiist
i\t', nv.vdïis ii\ hoogereu eu tVjiu-reii zin uiter
mate godsdienstig 4).
Xietzsche is een groot philoloog, maar
alleen in den superieuren zin des woords
(hij gaf geen uitgaven met kommentareii").
Ook is hij een groot Wagiierkenner, eu, tot
zekere hoogte, Wagnerbestrijder. Dit is zijn
tweede verdienste. En zijn derde verdienste
is eeu oorspronkelijk lijkende, geestig eu
smaakvol meegedeelde wijsbegeerte, hoewel
misschien niet zoo doordacht als die van
Kant. en niet zoo stelselmatig als die van
Schopcnhuu.T, bij wien hij zich vroeger
wilde aansluiten 5).
Ik kan hier ter plaatse Xietzsche's hoofd
werk, een soort van bijbel in aphorismen,
niet aanhalen, Bij gebreke daarvan moet ik
erkennen dat Lichtenberger daarover een
gezond oordeel heeft uitgesproken, en wil
dit dan ook lueedeeleu. Ik weet wel, zegt hij
(blz. 2;>) dat sommige Duitsche critici tegen
X. ;ds stylist opkomen, en ik erken dat een
vreemdeling niet de meest bevoegde persoon
is om den stijl te beoordeeleii van eeu werk.
dat niet in zijne moedertaal is gescheveii;
toch meen ik dat in on/.e dagen de Duitsche,
kritiek bijna algemeen de hooge litterarische
waarde van Xictzsche's werken erkent. Voor
den Franschman althans is het eeu genot
zijne geschriften, 1:00 vol kleuren, en toch
zoo juist, zoo krachtig en tevens zoo buigzaam,
zoo rijk aan schilderachtige uitdrukkingen
en heldere zegswijzen, te lezen. Zijn zinbouw
getuigt dat een lijnvoelend peukunsteiiaar,
met nauwkeurige zorg en kuustvaardigheid,
zichzelf bewust van zijne wijze van arbeiden,
aan het werk is geweest, en toch blijft hij
natuurlijk en frisch, los eu levendig, zooals
men zelden vindt in Duitse]i proza, dat juist
door zijn zwaren, omvangrijke!! bouw den
Franschinau dikwijls onaangenaam klinkt.
Xietzsche's stijl is door eu door waar gevoeld
011 lyrisch ; men ziet in zijne teerste psycho
logische analysen, in zijne meest abstracte
redeueeringen, d.it hij niet alleen met de
menschelijke rede, maar niet zijn geheele
wezen denkt, en dat hjj in elk zijner gedachten
eeu deel van zichzelf heeft gegeven. Hij is
dus niet alleen een schitterend moralist,
zooals b.v. Amiel, die meester in het scheppen
van aphorismen. maar kan ook, waar het
noodig is, zich verhell'en tot de meest gevoel
volle lyriek. Toch is het zeer zeker over
dreven het prozugedicht Zan/tlnittm te ver
gelijken bij Goethe's Fa ast; (i) Xietzsche's
werk is veel minder begrijpelijk voor de
meiischheid dan dat van Goethe, eu ik geloof
niet dat liet ooit ten volle in den smaak
tllllllllllllllllUMIIIIIIIIIIIIIII
zingen. Zij kan nu wel beginnen, we hebben
op jou gewacht."
Vol, krachtig eu zuiver klonk de stem der
zangeres, door de bijna donkere salons, niet
anders verlicht, dan door de twee brandende
waskaarsen aan de piano. De Icrsche ging
op in haar voordracht. Overtuiging, kracht,
liere onverzettelijkheid trilden in haar stem.
Scherp teekende zich tegen het licht der
kaarsen haar zuiver, trofsch profiel af. Iedereen
luisterde met gespannen aandacht. Lampen
werden binnengebracht, gelukkig temperden
de lampekappen het licht zoodanig, dat de
bekoring van het half-donker gedeeltelijk
behouden bleef. Ik wil gaarne the Wearing
of the Green" hooreii zingen," zei de oude
vorstin met vaste stc-m. Algeineene conster
natie. ,,Xeen ! dat niet, dat niet," hoorde men
aan alle kanten. Hier... onmogelijk!"...
De koningin herhaalde haar verzoek, en zich
wendend naar het jonge meisje dat ons
betooverde door haar gezang: Wil u mij het
genoegen doen, dat lied voor mij te zingen?"
Zeker mevrouw!"
Vast en beslist klonk het antwoord-der
schoone lersche. The Wearing of the
Green" is een nationaal lied'. Een hart
verscheurende smeeking om recht, een
grootsche uiting van toorn, een woest
opflikkereii van haat, door het lersche meisje ver
tolkt, niet al de kracht van haar jeugdige,
hartstochtelijke ziel. Ik begreep, waarom men
liiiiveraehtig was, dit lied te doen zingen iu
tegenwoordigheid van Engelaud's koningin.
Ademloos zaten wij te luisteren. Toen het
lied uit was, verroerde zich niemand.
Elizabeth stond op, en met onnavolgbare
gratie en waardigheid, knielde zij neer voor
Victoria, liefkoosde haar handen en zei :
Wat is u groot! u is een groote koningin,
overtuigd van de liefde van uw volk, anders
zou u niet kunnen verdragen, dat men zoo
iets in uwe tegenwoordigheid zong" . . .
Het lied is mooi," antwoordde Victoria,
en o! ik houd zooveel van mijn Ieren..."
Weer wendde zij haar gelaat naar de zangeres.
Lieve, ik dank je hartelijk ! Je hebt mij
veel genoegen gei laan, en je bent de aanlei
ding, dat de koningin van Rnmeniëmij een
compliment heeft gemaakt, dat ik nimmer
zal vergeten."
Aan tafel zat koningin Elisabetli aan de
rechterzij van koningin Victoria. Links van
haar schoonmoeder, de prinses van Wales.
De oude vorstin luisterde oplettend naar de
gesprekken, maar, sprak zelf niet veel. Toen
wij na den eten in groepjes stonden te praten
en te. lachen, keerde de koningin van Kumeni
zich even naar mij, en lei haar vinger
oj> den mond. De prinses! van Wales be
merkte mijn verlegenheid en zet heel vrien
delijk: Dat is niets'. Moeder vindt het heer
lijk, wanneer jonge meiischen pret hebben."
En waarom moeten jullie zoo lachen, lord
Cross," vroeg Victoria, aan den staatsman
die omringd was door Kuineeusche hofdames.
Of, mag ik 't niet weten ?" . . .
Lord Cross vertelde, dat juffrouw Vaeareseo
zoo dolgraag een paar dagen onderkoningin
vau Britsch-Iudiëwilde we/.eu, alleen oui op
kan vallen van anderen dan hen, die tot den
beknopten kring behooren van verfijnde ???
wellicht zelfs eenigszins, fin de siècle"
geesten. Daarentegen dunkt mij dat de lezer,
die vertrouwd is geraakt met zijn symbolieken,
dithyrambischen stijl en met de op het oog
onsamenhangende taal van dat werk, dat zoo
eenig in zijn soort is, zich niet zal kunnen
onttrekken aan eene vreemd intense1, bijna
physieke 7) ontroering, aan eene aandoening,
die ook sommige orkestwerken in ons ver
wekken. In dit dichterlijk proza gevoelt men
de hartstochtelijke liefde voor muziek van
den schrijver, eu het is te begrijpen dat eeu
van de meesters der jongere Duitsche school,
Riehard Strauss, Xietzsche's Zarathitstm koos
tot onderwerp vau een zijner meest bekende
symphonische gedichten.
Tot zoover de Duitsche Franschman Lichten
berger, en dit is voortreffelijk. Wil men
evenwel N. en. den Zarathustra lezen, men
neme het boek zelf, ik herhaal het; heeft
men 't goed gelezen, dan kan ter vergelijking
een geschrift zooals van Lichtenberger dienst
doen. Ook Ie ',e uien, om een raider on lerdeel
te noemen, de geschriften van X. over Wagner
en over Bayreuth zelf, en toetse daaraan
Wagner's partituren en Wagner's verzamelde
geschriften, geen tweede- en
derderangsgeschrift van volgelingen, vereerders of be
strijders, die een verkeerden indruk kunnen
geven. 8) Op die belangrijke kwestie vau
bet Muziekdrama" kom ik weldra, naar ik
hoop, terug. Voorloopig slechts dit dat ik
Xietzsche in hoofdzaak gelijk geef, dat
Xietzsche, /onder zelf iets beters te hebben
geleverd, naar mij dunkt Wagner's, gebreken
juist heeft aangegeven, dat Xietzsche gevoeld
heeft hoe Wagner iu sommige opzichten een
afdwaling is geweest, en hoe het drama der
toekomst in andere richting moet worden
ontwikkeld.
U tree h t. Dr. II. C. Mi LI.EK.
(Mot i-nlijt.)
1) Internationale Bibliotheek". Henri
Lichtenberger. Hoogl. aan de Universiteit te
Xancy, Nietssclte'* J'liilotophie. Vertaling van
mevr. M. Erancois?Merkus. Met voorwoord
vau Trof. Jhr. B. H. C. K. van der Wyck.
Amsterdam, S. L. van Looy, 1908. Ho. KKïblz.
2) Ik noteei'de er al tientallen, in het
Duitsch ontelbare (die op d,-u duur alleen
in 't stof van bibliotheken terechtkomen).
Ook enkele in het Fransch (o. a. vau .T. de
Gaultier), iu het Engelsen (o. a. van G. X'.
Dolson), enz. "Waar moet dat heen?
:i) Zi-e K. M. Meyer, Die deutsche
Litteratur des l!). Jahrhunderts. Berliu 1S)()0, S.
725. Kurt Breysig in Die Zukunft"
Berlin 1900, S. 122. '?Hoe smakeloos even
wel dezelfde X. kon zijn toont o. a. het
versje, meegedeeld in : Das Lebeu F. Xietz
sche's, Bd. l, Leipzig IS'Jö, S. 273.
4) Eeu knap Fransch medicus, A. Regnard,
zegt over zijn theorie van heeren-en sla
venmoraal, enz. geestig het volgende :
D'autre part, arguant de eette rare
reproduction des hommes de génie et de
l'extiuction, a la longue, des families qui en
produisent, les disciples deRousseau, les hommes
de la nature", et autres Tolstoïcieus, nous
montrent la réalisatiou de l'idéal humaiii
dans la rud.'sse, l'ignorance et l'imbécilité.
C'est une pure niaiserie, un aspect spécial
du sentiment judéo-chrétien de l'ascétisme
et de l'humilité, véritable dogme
d'aplatissement, morale d'esclaves et de dégénérés, si
vigoureusemeut flagellés, dans ges crits
lucides, par Ie grand et malheureux Xietz
sche (Eucore un, chez qui la folie a touff
Ie génie en pleine volutïonj".
eeu witte olifant te rijden, die moest knielen
om uit de Gtmges te drinken, terwijl zij op
zijn rug zat. De koningin antwoordde lachend:
Wel, u is eeu dichteres, gij kunt u verbeel
den te ziju, precies wat ge zelf wilt."
Juist," hervatte lord Cross, want, eerst
wilde juffrouw Vaeareseo keizerin der
Vereenigde Staten zijn . .."
Kei/erin der Vereenigde Staten ! wat een
vreemde titel! Zou zóó iets nog ooit gebeuren?"
In gedachten verzonken bleef de oude
vrouw eeu oogeublik staan. Den volgenden
dag, deelde prinses Beatrice aan Ileleua
Vaeareseo mee, dat koningin Victoria zoo
gaarne Milde, dat zij een vers in haar album
zou schrijven.
's Avonds werd hot gesloten album met
den sleutel op Heleiia's kamer gebracht.
Eeu verzameling lieve, teere, aandoenlijke
herinneringen bevatten deze alburnbladen. Ge
droogde bloemen, o. a. een bosje heidekruid,
afkomstig uit het bruidsbouquet dat prins
Albert aan zijn bruid Victoria had gegeven.
Teekeuingen, brieven vau deu prins-gemaal,
brieven vau den overleden Duitschen keizer
Erederik III, eeu teekeuing vau zijn graf.
Eenige coupletten van liet In Mea'ioriam"
door Teiinysoii zelf geschreven.
Helena bleef deu geheeleii nacht op, om
iu het album te lezen en er eenige dicht
regelen iu te schrijven, die-zeer iudeu smaak
vau Eugelaud's koningin vielen. Zij dankte
llelena Vaeareseo hartelijk, drukte eeu kus
op haar voorhoofd en zei: Ge hebt juist
geschreven wat ik verlangde ! Uw gedicht zal
een schakel blijven, tusschen mij eu de
dichteres.
Van het talent der Rumeensche dichteres,
waaraan door verschillende Xederlandsche
schrijvers,(wij noemen slechts prof. A. G. van
Hamel, W. G. van X'ouhuys en Frits Lapidoth),
hulde is gebracht, een enkele proeve :
IL PA S S A.
11 passa ; j'aurais- du saus doute
Xe poiut paraitre en sou cheiniu;
Mais ma uuüsoii est sur la route
Et j'avais des fleurs dans la main.
Il paria ; j'aurais dti peut-ètre
Xe poiiit m'enivrer de sa voix;
Mais l'aube emplissait ma fenëtre,
II faisait avril (.lans les bois.
Il m'aima; j'aurais du saus doute
X'avoir pas I' amour aussi prompt,
Mais, hélas ! quaud Ie c<eur coute,
C'est toujours Ie c«ur qui répond.
Il partit; je devrais peut-être
Xe plus l'attendre et Ie vouloir ;
Mais demaiii l'avril va paraitre
Et saus, lui Ie ciel sera noir.
Vorst iioch vorstin, hebben haar voor deze
regelen eeu kus gedrukt op 't voorhoofd. De
kunstenares kan met andere hulde volstaan :
de ontroering van hare lezers' eu lezeressen,
gewekt door den rustigen eenvoud, waar
mede zij hen deelgenoot maakt vau haar
smartelijk ervaren.