De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 1 november pagina 8

1 november 1903 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 D E. A MSHTE RB A M M E R /W E E K B L A D Y O O R NEDERLAND. No. 1875 fate coupoohladen met coupons tot en met no. 12 inleveren. Voor elk couponblad wordt 2 francs uitbetaald. Ten; slotte 'n opmerking: Leedvermaak is 'n jammerlijke karaktertrek. Bij velen wordt ze echter aangetroffen. Vandaar hun lief hebberij om doe* ziekelijke fantasie veel leed ter sprake te brengen dat gelukkig werkelijk niet geleden wordt. Qeheel ongegronde ver dachtmaking trachten zij op te wekken om behalve het genot-van Sehadefreude te smaken, ook krachtig*, kloeke, beleidvolle concurren ten te schaden. Ter voorkoming daarvan kan niet lichtelijk te veel worden gedaan, in 't belang van de betrokken instellingen zelve, zoowel als in dat van 't algemeen. Daarom zag ik met genoegen dat de Incassobank haar boekhouding en de door haar maande lijks gepubliceerde staten onder de controle vaai onafhankelijk accountants-toezicht heeft gesteld, 'n Goed voorbeeld. llllllllllirillllllllMIHIlHIKIUIIIIHIIIIUHUIIHHIUIIIHIIIIHIIHMIHIIIIIIUIHII El beMt M. Eeeds gernimen tijd ligt op uiijn sehrijftafel eea boek ter bespreking, waaraan ik ten volle bovenstaand praedicaat mag toekennen. Ik meen : Musikalische Zeitfragen" van Hermann ' Kretzschmar. De schrijver heeft zich een geachten naam verworven in Duitschland als dirigent en muziekgeleerde en sedert hij zich wegens gezondheidsredenen heeft terugge trokken uit het openbare leven en de muzi kale beweging slechts als critiseerend toe schouwer volgt, is hij nog beter in staat dan vroeger, met den hem eigen scherpen blik, te wijzen op misstanden in het muziekleven, diénoodzakelijk voorziening vereischen. Kretzschmar heeft reeds in zijn bekenden Führer durch den Concertsaal" de bewijzen gegeven van zijn diep-grondige kennis der muziekgeschiedenis -en vooral der muzieklitteratuur. Het licht dat hij op de hoofdwer ken onzer muzikale kunst heeft doen vallen, heeft er ten zeerste toe bijgedragen dien werkan een grootere waardeering te verschaf fen ; zóózelfs dat de verschillende opstellen uit bovengenoemd werk bijna allen als monographieé'n afzonderlijk zijn verschenen en gebruikt woïden als toelichtingen bij uitvoeringen. Geen ?wonder dat een zoo scherpzinnig en vernuftig man langzamerhand moest komen tot de erken tenis van hetgeen in de muziekbeoefening niet goed is en wat meer zegt ook de middelen aan de hand wist te doen tot bestrijding dier misstanden. Hoewel hij zijn werk meer bepaald heeft geschreven met het oog op Duitsche toe standen, heeft het toch ook voor ons land groote waarde. Hij begint zijn werk aldus : Onder muzikale Zeitfragen" zijn niet te verstaan questiën over tempo en maat, maar muzikale aangelegenheden van bijzonder ernstige natuur. Het komt hier aan op in richtingen, gebruiken en opvattingen, die, van huis uit goed en verstandig, in verloop der tijden verouderd, bedenkelijk en gevaar lijk zijn geworden, en die inen zonder dralen diSnt te ?verwijderen. Ook de kunsten zijn blootgesteld aan ziekte en wegkwijning; de "fijne natuïir der muziek zelfs in bijzondere mate. Daarom is het niet voldoende na te gaan hetgeen zij presteert en hoe zij werkt, maar het is noodig, dat men hare geheele organisatie steeds scherp in het oog houdt en tijdig ingrijpt, wanneer zij zich op ver keerde wijze dreigt te ontwikkelen. Bij den nog niet lang geleden plaats gehad hebbenden overgang van de 19e tot de 20e «euw kon men in menig muziek-opstel beschouwingen lezen oyver den toestand der compositie. Met bezorgdheid vroeg men zich af wat er wel moest worden van de richting der nieuwe propheten. Kretschmar meent dat men die zorgen gerust op zij kan zetten en' de ontwikkeling der nieuwe kunst aan zich zelve overlaten, totdat dringender vraag stukken zijn opgelost. Een schoon home ia veel waard, maar voor alles moet dit huis sterk en hecht zijn en bestand tegen weer jjn wind en dan 'iserst komt de stijl. De muziek moet bij het volk ontvankelijkheid en verstand vinden, zij moet, krachtens een juiste en doelmatige beoefening, haar weldadigen zegen aan het volk meedeelun, dan eefst is het tijd, over componisten en rich tingen in de compositie te gaan strijden. De geheele negentiende eeuw is voor Duitschland een tijdperk geweest, waarin dit land het overwicht vermocht te verkrijgen op het gebied der scheppende kunst in geheel de wereld. Namen als Beethoven, Weber, Schubert, Mendelssohn, Schumann, Wagner, Liszt, Brahnis zi)n net inbegrip van meester schap en begaafdheid op hot gebied der muziek, zooals geen enkel ander land ooit kon aanwijzen. De syiivphonie, het lied en het muziekdrama vierden de grootste trioniphen. De teruggang, dien de kerkmuziek en het oratorium moesten ondervinden, vond in de herleving der oude meesters ruimschoots een aequivalent ; want als een der belang rijkste resultaten van de muziekbeoefening der negentiende eeuw mag men beschouwen de overal zich baanbrekende hernieuwde belangstelling in de kunst der ouden. Daarnaast kan de negentiende eeuw bogen op het ontstaan van liedertafels en koorvereenigingen, op de groote populariteit van de piano als huisin.strume.nt, op de stichting van muziekscholen die er tue bijdroegen de vorming van musici in de hand te werken. Daartegenover staat dut een reeks nuttige inrichtingen verdwenen is; zooals bv. de aloude mtiziekcollegiën, de stadpijpers en hunne gilden en do sch'oolkoren ; ook het quartetspclen in den familiekring vroeger zoo algemeen, is tegenwoordig bijna geheel verdwenen. ' De meerderheid van onze muziekbeoefeiiaren meent dat onze tegenwoordige tijd er al zeer goed aan toe is met zijne groote koren en orchesten. Meestal ziet men niet medelijden neer op den ouden tijd, hoewel deze ons toch vooruit was door zijn rijkdom en de decentralisatie zijner muziekbeoefoniiig. Heute teilen wir die Musik in Giesskanueu aus, in deu frttheren Jahrhundorten fiel sie wie eiu Himmelsregen ber das ganze Land, durchdrang alle Stiinde umi Klassen umi hielt in oden Zeiten ganz alleiu das Volk geistig frisch". De schrijver komt aldus tot het resultaat dat, tegenover een belangrijke vermeerde ring in de coinpositie-beoefening staat een zeer sterke achteruitgang in de uitoefening der muziek. Oni daarin verbetering te brengen spoort hij aan meer aandacht to wijden aan r g a. 11 i s a t i o n s k r i t i k. een aardig ge vonden woord, dat volkomen weergeeft wat de schrijver bedoelt. Als dit geschiedt zal ook de compositie er wél bij varen. De bloeiperiode in de duitsche kunst begon met de oprichting van de can torijen en de collegia musica. Het vroeger onmuzikale Zwitserland heeft door Nagel! en de door hem ingevoerde hervorming van het schoolgezang beteekenis verkregen. Het omgekeerde ziet men in Engeland, dat vroeger in den madrigaal-tijd mede aan de spitse stond der muziekboweging, en dat thans, in den tijd van groote koren, orchesten en opera's, in het geheel geen zelfstandig leven ontwik kelt. Ook in Italiëkan men dit bespeuren. Daar heeft de smaak voor de opera geheel en al bedorven den zin voor de heerlijke kunst der vocaal-klassieken. Als nu de schrijver in een negental hoofd stukken tracht den vinger te leggen op do wonde-plek in het hedejuiaagschemuziekle ven, kent hij een ruime plaats toe aan de studie van den zang op de' school. Nichts führt tiefer umi schneller in die Musik ein als Singen". Kretzschmar meent dat de invoe ring van de.ii zang als verplicht leervak op de school wel aan Lnthor te danken is. De oprichting van cantorijen, waarbij leekeu zich belasten met de uitvoering van gefigu reerde muziek, eisehte een vooraf opgedane muzikale ontwikkeling. Vandaar dan ook dat alle z.g. Schulordnungen" van het protestantsche Duitschland het zingen voor schrijven. Later kwam hierin wel een toestand van stilstand, doch mannen als Joh. Ad. Hiller, de vertegenwoordiger van het Kinder lied 1) en voorts Nageli (1810) en Silcher (1853) zorgden er voor dat de vruchten van den heilzameii vroegeren toestand niet ver loren gingen. De schrijver trekt dan te velde togen het onbeduidende, niets-zeggende op het gehoor zingen en breekt een lans voor het loeren van intervallen, verschillende rhythmen on alles wat daarmede in verband staat. Hij wil dat de leerling van de.volksschool, wanneer hij deze verlaat, in staat zal zijn met zijn muziekkennis een koorpartij te kunnen van het blad zingen, zooafs hij ook in de andere schoolvakken zich zelfstandig door het leven zal moeten slaan. De schrijver wijst op J. A. P. Sohultz en de door hem ingevoerde -?StamleslieJer", toen er werd gezongen op de werkplaats, bij liet spinnewiel, in bosch en veld; maar toon waren de leeraren er ook met hart en ziel bij; en zij werden door hunne superieuren en geestelijke herders niet voor vol aangezien, als zij zich minder beijverden voor de muziek. Allen beoefenden minstens het orgelspel on den zang; Voor de leeraren die ten behoeve van kerkelijke conferentién bijeenkwamen, hebben componisten als Schneider en Rob. Yolkmann hunne missen voor mannenkoor zonder begeleiding geschreven en Carl Löwe en Julius Otto hunne oratoriums gecom poneerd von deren Schwierigkeit der einzige heute nach lellende Rest der Gattung, Kichard Wagner's LiebeEinahl der Apostel eiiieu Bcgrifï' giebt" zooals de schrijver zegt. Thans, nu zoovele andere bronnen ver droogd zijn, is het zangonderricht op de school de gewichtigste, voor breedo kringen, de cenige wortel der muzikale volkskracht; zij staat in zeer nauw verband met de hooge kunst n -heeft voor haar een buitengewoon groote beteekenis. Ohne Nachechub austlem Volke kann keine Kunst bestehen,.keine bleibt gesimd, wenn sie die Eühlung niit den Kreisen einfacherer Bildung verliert." Ook aan het zangonderricht op de gymnasia en kweekscholen voor onderwijzers wijdt <lc schrijver behartigenswaardige woorden. Daar deze inrichtingen ten onzent zich geheel niet of bijna niet met muziek bezig houden, verkeereu wij te dien opzichte in nog veel ongunstiger toestand dan in Duitschland. Hoogst belangrijk zijn ook de beschouwingen van Kretzschmar over het privaatonderricht, over de vorming van don vakmusiker, over de muziek op de universiteiten, enz. Later hoop ik terug' te komen op enkele zijner zienswijzen. AST. AVERKAMP. 1) Zie zijn Kurze und erteichterte Anweisung zum Singen für Schuiert in StüJten vrtid DOrfern (179]). The k! story of a Dutcli Boy (Witkop) bij Joh. II. Been, English Translation, bij Roger Acton. De heer Roger Acton heeft het aangedurfd het echt-Hollandschu boek Witkop" onder bovenstaanden titel in 't Engelsch te vertalen. En dat de vertaler het oorspronkelijke werk heeft doorvoeld en begrepen, daarvoor kan de vertaling pleiten. Behoudens kleine veranderingen, die het noodwendig gevolg zijn van 't karakterver schil der talen, is de geest van 't warm ge schreven oorspronkelijke werk bewaard gebleven. En daarop komt het bij vertalen aan. Engolsch lozende, jongens zullen met ge noegen dit wei'k lezen, dat de geschiedenis is van een Hollandseheii jongen, van een naar Been's hart onvervalseliteii zeemans-boy. De uitgever Van Looy zorgde voor een nette uitgave. Den II a a y. Cir. KRIEXEX. NIEUWE UITGAVEN. Verbetering. Een paar weken geleden deelden wij mede, dat Het V. Indische Kook boek van mevr. J. M. J. Catenius-Van der Meijdeit uitgegeven is bij de firma Yau Dorp te Batavia, dit moet zijn de firma G'. <'. T. xan Dorp te iSVwurunj/. Het leelijke jont/c eendje en andere reehulen. Opnieuw uit het Dee.useh vertaald naar HAXS ANDEIÏSEX, geïllustreerd. Uitgave van R. van der Velde te Leeuwarden. De wonderlijke (irontunn run DtiimeJot. Uit het Bngelsch vertaald naar oen sprookje uit den tijd van koning Arthur, geïllustreerd. Uitgave van R. van der Velde te Leeuwarden. De noïtdrnttlle avonturen tun Dun (jiiicliot. Uit het Spaansch naar MIG VEL DE CERVAXÏES. Deel I, geïllustreerd. Uitgave van R. van «Ier Velde te Leeuwarden. Iets om' Hallucinaties en orer mr. J. A. Lee//, door RIA GELMI. Amsterdam, S. L. van Looy. Hel aa-nkn-eeken run tien moed dooryi/niniixtie/c, spel en nport. De (/echtelijke zijde t/er liehainnxoefeniiiyen. Naar het Duitseh van prof. dr. KOXKAD Koen, door P. J. SCHUIL. Rotterdam, Nijgh it Van Ditniar. Programma van het onderwijs aan de Rijkstuinbouwwinterschool te Ticl. Juurrefxliig van de vereeniging Centraal Bureau voor Sociale Adviezen" over het Vierde Vereenigingsjaar (l Juli 1902 tot 30 Juni 190;)). liet lieliiijfilt' liind, door IXA BOVDIEV. BAKKER. Amsterdam, l'. X. v. Kampen & Zn. Eerste zestal coöperatie-novellen, door M. P. DB CLERCQ. -Amsterdam, Joh. G. Stemler Czn. Frite van Clemberg, oorspronkelijke roman, door D. H. SCHEFFER, Amsterdam, Joh. G. Stemler Czn. Catalogue des bibliothèques de feu M. Ie dr. G. VAN VLOTEN, et de feu M. Ie dr. A. J. VAN BEK HOUVEX v,vx OORÜT, langues et litt ratures orientales. Histoire. Géographie. Voyages. Religious. ? Jurisprudence. Histoire naturelle. Livres illustrës. Leide, librairie et iinpriiuerie ci-devant K. J. Brill. Inhoud van Tijdschriften. De Gulden. Winckel. No. 10 : De jongste aanwinsten van het Vondel-Museum te Am sterdam, door Corn. J. Gimpel, (met 2 por tretten.) Vlinders, door Piet Vluchtig. Keur, door Heyn van Cortryck, dr. Eclw. B. Koster, L. ten Haefte, W. D. van Hoogenhuijze met 2 portretten en l facsimile, frag ment door Joh. de Meester. Eigen Haard, No. 44: Carlien, door De Meerulaer, IV. Op Schokland, door L. Nooter, met af b. naar foto's van den heer J. J. S. de Graaf, te Zwolle, I. De Sabangbaai, door J. F. L. de Balbian Verster, met kaartje en af b., I. Het verduurzamen van voedingsmiddelen met Weck's sterilisator, door dr. J. E. Rombouts, met afb., I De onderwerping van Panglima Polóm, met afb. Verscheidenheid. Feuilleton. HELTSJES Oiiyerwaclite oplossiog. 'n EngehcJie vertelling, van WILHELM-^JPAL. Bill was inbreker van beroep. Een handige, pootige kerel, die van aanpakken wist en voor geen kleintje vervaard. Jim, zijn vriend en collega, was een geheel andere persoon lijkheid, een echte heer en werd daarom ook in den kring zijner geestverwanten steeds meneer Jim" genoemd. Meestal vergezelde hij Bill op zijn uitstapjes eu hij verzon do plannen, die de anderen moesten ten uitvoer brengen. Jim zat in een elegant costuum, meteen hoogen,hagelwitten .«taanden boorden 'n das naar den allerlaatsten smaak, op Bill's kamer in oen loeren leunstoel een sigaar te rooken, terwijl Bill half op een kapotteii, driepootigen stoel hing en uit een vies, kort eindje pijp zware rookwolken blies. Plotse ling sprong hij op, sloeg met zijn beide handen op de knieën on zei langzaam en nadrukkelijk : Jim, de zaken gaan slecht!" Ik ben het met je eens, Bill," antwoordde Jim filosofisch : ze gaan niet alleen slecht, maar heel slecht!" Hm," ging Bill voort, weet je niks om ons uit den knoei to helpen." Jim ging achterover in den stoel liggen, sloot half zijn oogoii en bleef eenige oogenblikken in diep nadenken verzonken. Toen ik gisteren mijn dagelijksche wande ling deed, viel mijn oog op oen prachtig huis en ik dacht zoo b.ij mij zelf, dat wc daar onzon slag wel eens konden slaan." Van wien hoort dat huis ?" VaiV onzen bekenden grossier, je weet wel, Bamkum." Getrouwd ? . . . Kinderen ? . . . "Woont ie alleen ?" Ongetrouwd en geen familie. Ik ben te weten gekomen, dat hij geregeld om half zeven dineert. Hoe zou je er over denken, als we dien sinjeur eens een visite gingen maken zoo meteen, tegen '11 uur of half-acht ongeveer." Tegen half acht ?" Ja. Maar we kunnen natuurlijk niet zóó, iii deze plunje, verschijnen." Jim schoof zijn manchetten over zijn hand en vervolgde: Alles, wat we noodig hebbun,' zit hier in onzen kofter." Al sprekend liad Jim don kofl'or geopend 011 even daarna haalde hij twee politie-uniformen te voorschijn. Bill zat in stomme verbazing naar hom to kijken. Deze inspecteurs-uniform is voor mij," zei Jim, die andere is voor jou. Luister nu eens goed. We moeten maken dat we om een uut1 of half acht bij Bankuni in huis zijn. We zullen hem dan waarschijnlijk nog iu de eet kamer vinden. Ik grijp hem Hink in den schouder, en verklaar hem gewoonweg voor mijn arrestant. Hij zal natuurlijk dadelijk vragen, onze volmacht te zien on ik leg hem die bedaard voor z'ii neus." Jim haalde oen voortreffelijk nagemaakte volmacht voor don dag. Hij zal wel woudend worden en razen en tieren, maar ilat's niets, liitussclieii stel ik jou als wacht over hem aan en beveel je, goed op hom te letten, terwijl ik een huis zoeking ga doen. Het gezamenlijk dienstper soneel zal ik in een kamer opsluiten. Daarna ga ik op mij 11 dooie gemak het huis rond en neem alles mee. wat van m'n gading is en waarde heeft.. . Nou, wat zog je van dat ideetje? Niet kwaad, hu V We zijn er dan met n slag wér boven op '." Bill krabde zich achter hot oor, liet ideetje scheen niet zoo bijster in zij n smaak te vallen. Binnen oen uur, stappen we op," zei Jim, ik moot nog een paar noodzakelijke brieven schrijven en terwijl ik dit doe, kun. je vast je uniform aanpassen." Eu meteen stond hij op uit deu leunstoel,, stak een nieuwe sigaar op en ging in de kamer daarnaast, terwijl Bill mot een heimelijk lachje zijn nieuwe pakje aantrok. Ecu uur later was liet tweetal op weg naar de woning van den hoor Bankum en klokslag half acht belde, Jim aan. Do bediende week van schrik een stap achteruit, toert hij zoo onverwacht ecu paar inspecteurs van politie voor zich zag, doch hij herstelde zich spoedig, zei, dat hij de hoeren zou aandienen en verzocht hen, binnen te komen. De eetkamer bevond zich vlak tegenover do straatdeur en toen de bediende haai' opendeed en zijn boodschap overbracht, zagen de twee iu de gang staande bezoekers iets zeer eigenaardigs. De hoer Baiikuui was eensklaps van kleur verschoten on van rood, doodsbleek geworden. Hevige, angst sprak uit zij 11 blik en ontsteld liet iiij de pon, die hij juist ter hand had genomen, op den grond vallen. Hij verhief zich halverwege van 7. ij n stoel, ging toen weder zitten en zei vervol gens tot den bediende: Laatdeheereubinnen, ik verwachtte hen." Wat moet (hit1.'" fluisterde Bill. Hij verwacht ons'1 klonk Jim's antwoord en zachtjes vervolgde hij :,,nu tlink opgepast, hoor. je! 't Komt nou maat1 op slimheid aan." Toen ze binnengetreden waren en d« deur achter hen gesloten hadden, wendde Jim zich tot den heer Bankum en zei op uiterst hoffelijken toon: Het spijt me ten zeerste, meneer, doch ik moet mij van een treurigen plicht kwijten. Ik moet u gevangen nemen." Ja, ja!" antwoordde mr. Bankum, ik begrijp alles, u behoeft me niets te vertellen, ik begrijp volkomen dat u van Scotland-Yard gekomen bent." Juist," gaf Jim beslist ten antwoord. Bill gevoelde een onweerstaanbare neiging tot lachen, en had groote moeite zich goed te houden. Wat zou er gebeuren," vervolgde mr. Ban kum, op zenuwachtig-gejaagden toon, als u naar Scotland-Yard terugging en daar de ver klaring aflegde, dat de vogel gevlogen was ; in n woord, als u mij 24 uren tijd gaf?" Jim zweeg oen oogenbïik ; die vraag kwam hem al te onverwacht, daarop had hij niet gerekend. Wanneer ons niets gevraagd wordt, zal er niets gebeuren," zei hij eindelijk. O zoo, dus we begrijpen elkander goed," liet mr. Bankum zich daarop weder hooren. En wat verlangt ge voor uw bereidwillig heid? Is 1000 pond voor u en 500 voor dien man daar, voldoende ? Neemt u daarmede genoegen, meneer rte inspecteur?" U moet me niet kwalijk nemen," klonk nu Jim's stem weder, dat is de risico niet waard." Goed, 3000 voor u en 1000 voor hém, is dat beter?" Jim knikte toestemmend en mr. Bankum telde hem de bankbiljetten voor, die door Jim zorgvuldig werden nageteld. Dus," vervolgde mr. Bankum, terwijl Jim het geld in zijn portefeuille bergde, als ge in Scothmd-Yard terugkeert, zult u zeggen, dat ik reeds 24 uren weg was, op het oogeiiblik dat u mij kwam arresteeren ?" Dit zal geschieden," verklaarde Jim. Gouden dag, dan!" zei mr. Bankum. Een oogenbïik later stonden du inspecteur en zijn handlanger op straat on keken elkaar verbluft aan. Nu," zei Jim, nadat hij langzamerhand van zijn verbazing was bekomen, wat zeg je daarvan? Ik ben hoclemaal overstuur!" Waarom zou de kerel dat gedaan hebben?" was do wedervraag van Bill. Dit zou hun eonigc dagen later duidelijk worden, want juist op clou viorden avond na die bewuste visite, lixzeïi Jim en BUI in de krant het opzienbarend bericht, dat mr. Ban kum, de welbekende grossier, met een onge looflijk groote som ervan doorgegaan was. Begrijp je 't nou?" vroeg Jim, toen zij ouder het genot van een partijtje overheer lijke oesters bij elkaar zaten en de zaak nog eens bespraken, snap je nou waarom mr. Bankum zoo verbazend royaal was ?" Bill gaf geen antwoord. Maar hij bestelde een nieuwe flesch champagne. Het ffl TC Na deu aanval in No. 13(iO van dit -Week blad o. a. op de Constructie Werkplaatsen gericht door een onbekenden schrijver, zich teekeiiende * * *, werd door mij in No. 1367 het goed recht van bestaan dier inrichting uitvoerig betoogd. Ik ging daarbij dieper in op deu toestand, zooals die zou moeten worden, indien er geen Constructie Werk plaatsen waren, zette uiteen, welke arbeid vereiseht wordt voor het ontwerpen en het aanmaken van nieuwe modellen van materieel, welk personeel daarvoor ook al bestaan er geen Constructie NYerkplaatsen uoodigis.boliandelde du finantieele gevolgen van eeue eventuecle opheiling, on kwam langs dozen weg zonder moeite tot het resultaat dat die opheffing door 's lands belang verboden wordt. Tevens gaf ik als mijne meening tckei\\\eii dat de schrijver hot door hem behandelde onderwerp niet moester was, over welke uiting deze zich thans in een tweede opstel van zijn hand in No. 1371 begrijpelijker wijs verstoord betoont. Dit tweede opstel is echter do beste getuigenis voor mijne be wering, daar Je schrijver met geen enkel woord mijn betoog behandelende, laat staan ontzenuw oude, zich blijkbaar niet waagt op hot daarin betreden speciale terrein, waarop toch alleen de strijd gestreden kan worden. Het ,.nog wat verder oplichten van den sluier", zooals do schrijver zijne meclodeelingeu iu No. 1371 noemt, bepaalt zich iu den aanvang van hot opstel tot ooiie herha ling van de onbewezen en onjuiste .stellingen, door hem in zijn eerste opstel verkondigd, zonder dat acht geslagen is op de critiek, welke mijn betoog daarop geloven! had. Op deze wijze kan men eeuwig iets blijven be weren, doch groote kracht gaat van zoo'n bewijsirant niet uit, en dit gedeelte had dus gerust achterwege kunnen blijven, ware het niet merkwaardig ora do daarin voorkomende lijst van in het jaar 19111 iu de Constructie Werkplaatsen aangemaakte voorwerpen, uit welko door den schrijver iri diens eerste opstel een greep werd gedaan o\u du onbe langrijkheid van den aanmaak aan du Con structie Werkplaatsen te bewijzen.' Vergelijkt men met oen deskundig oog den 'jre<i> met de complete lijst dan zal men dadelijk bespeuren hoezeer door het nog wat verder oplichten van den sluier"- de aanmaak aau belangrijkheid heeft gewonnen. Het otl'cct van dit ontsluieren is dus het omgekeerde van wat de schrijver zich voor stelde, on hut spijt mij dat hij niet nog verder is gegaan, daar dan gebleken zou zijn, dat naast den aanmaak nog zeer belang rijke posten .aan herstellingen werden uitge voerd, en do toestand zich des te gunstiger afteekettt naarmate er meer licht op valt. In het verdere gedeelte van zijn opstel zoekt de schrijver steun bij de veortion-tonscommissie ter veroordeeling van hut beheer bij de Constructie Werkplaatsen. Als toelich ting hoe do commissie het beheer dier Werkplaatsen aan ecu vernietigende cri tiek hoeft onderworpen wordt du geschie denis van oen zoogenaamd omwerkingscoutract aangehaald, en daarna do eerst recht vernietigende critiek van Jon schrijver uit gesproken : Staatsinstellingen, welke zich staande moeten houden door handelingen als de. voormelde, behoorun in ecu goorJondeu Staat niet thuis!" Boom! Op don voorgrond stellende daï^oor de commissie deze omwerkingscontracten hoofd zakelijk veroordeeld zijn om redenen van comptabelen aard, dat hot lijden van geldelijk nadeel door het Kijk als gevolg dezer oiriwurkingscontracten niet onbetwist vaststaat, en dat verder door de Commissie aan het slot van haar verslag wordt verklaard dat geen zweem van oneerlijkheid in het beheer van 's lands gelden is gebleken", moet het van den schrijver een. in hooge mate onvoor zichtige uiting worden genoemd, waar hij durft spreken,van het grove onregelmatige be heer. En nog onvoorzichtiger, te onverantwoordelijker wordt deze tegen de Constructie Werkplaatsen gerichte uiting, wanneer men weet dat het door den schrijver aangehaalde omwerkingscontract, dat als bewijs voor het wanbeheer moest dienen, niet door de Con structie werkplaatsen werd gesloten, en dat ner gens in het rapport der Commissie over Constructie Werkplaatsen een woord gerept, noch minder een vernietigende critiek geveld wordt. Werkelijk, ook met het tweede gedeelte van zijn opstel kan ik den schrijver geen geluk wenschen. Eu wat te zeggen van het derde en laatste gedeelte, waarin diefstallen aan de Hembrug en te 's-Gravenhage gebezigd worden als wapen tegen de Constructie Werkplaatsen te Delft, waarin getracht wordt het vermoedert te wekken dat baatzuchtige bedoelingen bij mijn verweer voorzaten, door op ironische wijze te spreken van den zwaren slag, die de opheffing voor het wapen der artillerie zou zijn, omdat voordeelige, rustige en gewilde". betrekkingen verloren zouden gaart? Is dat de taal van een man, die met ernst het goede zoekt, zijn woorden wikt en weegt, en op zoo hoog een standpunt staat, dat hij ook bij zijn tegenpartij slechts hut eerlijk streven naar verbetering kan veronderstellen? Ik neem afscheid van dit onderwerp. Mijne rustige" betrekking laat mij den tijd niet den schrijver, die nog steeds zoo ver van zijn onderwerp staat, het onjuiste zijner voor stellingen nader aan het verstand te brengen. Indien hij werkelijk ernstig zoekende is naar bezuinigingen in ons Staatshuishouden, raad ik hem echter in eene andere richting zijn geluk te beproeven, naar deze zijde zijn geen lauweren te behalen. Waar hij aan het slot zijner beschouwingen met aandrang de op heffing aanbeveelt in het belang van de reeds zoo zeer bezwaarde belastingschuldigen, daar uit ik als medebelastingschuldige den wcnsch: De Hemel beware ons voor zulke hervor mers." L. A. VAX ROIJEX, Kapitein der Artillerie. De Araitfflitfeesten .te Breda. Geachte liedactie.' Breda heeft feest gevierd! Vijf en zeventigjaar was het geleden, dat K. M. Academie werd opgericht, welk feit, een ieder zal hiermede instemmen, ook al heeft men geen militairistisch hart, voor de belanghebbenden gewichtig genoeg was om feest te vieren. Dat de onaangename dingen, die aan een dergelijk feest verbonden zijn als: vecht partijen, zingen van gemeene liederen, mis bruik van drank enz., ook nu voorkwamen, zal niemand verwonderen, Overal waar in het openbaar fuest wordt gevierd, on zooals iu dit geval de geheele stad meefuift, kan nien dit verwachten. Men weet, dit hoort er helaas bij. Verwonderlijk is het echter dat men in verschillende bladen, o. a. in de plaatselijke, kan lezen, dat geen wanklank werd gehoord"; als wij niet wisten dat het lastig is, vooral voor de Bredasche bladen, om, wat ieder beschaafd mensch moot hebbon gehinderd te vermelden, dafc het dikwijls noodig is voor henzelf en voor du bladen die vertegenwoordigd wenscheii te worden, dat. verslaggevers hun gevoel zoolang aan du kapstok hangen, zouden wij gaan donken, Jat het met dit gevoel treurig was gesteld. Wie kan oprecht spreken van een feest zonder wauklaiik, die Je toonoeloii na het reunisten-Jiner op straat heeft mogen aanschouwen ? Ieder normaal mensch moet zich geërgerd hebben, aan hetgeen toen to te zien was. In dezen ernstigen tijd, waarin vooral mannen van positie, dienaren van het gezag, goeJ de verantwoordelijkheid voor hun op treden moesten vceleii en moesten weten, Jat, waar met het gezagsbegrip wordt ge schermd, het noodig is, dat hun daden niet met dat begrip in strijd zijn, is het treurig, Jat hooggeplaatste militairen iu uniform staaltjes van dronkenschap te zien gaven, die ergerlijk waren. Uitwijden hierover is onnoodig. Dat bij elk feest door een enkelen deelnemer wel eens wat te veel worJt ge bruikt, kan hier niet worden aangevoerd. De toestand was iu moor of mindere mate vrij 'algemeen. Zeer gevoelig zijn in den regel de dragors van ,,'sKoiiings rok" voor Je oor van de uniform; zooals hier dit guwaaJ echter Joor henzelf in nguYirlijken eii letterlijken zin bij dit feest in hot slijk is gescheurd, kunnen zij in het vervolg moeilijk eerbiediging ver langen. Ook aan du discipline, zal het ge beurde geen goed doen. 's Morgens hooreii Je soldaten predikaties over goed gedrag, misbruik van drank, enz. en wordt den. onderofficieren op hut hart gedrukt, Joor hun optreden het voorbeeld te geven, 's avonds ziet men Je meerderen (!!) langs hen pas seeren en blijft het saluut onbeantwoord, omdat de toostauj van Jou meerderen niet toelaat den arm van zijn buurman los te laten. Dikwijls worden bij dergelijke feestelijkheden patrouilles uitgestuurd om een wakend oog to houden op do feestvierende militairen ; ditmaal was Joze maatregel voor de mindere militairen ouuoodig en zou in andere plaat sen misschien hebben kunnen dienon om de foostvïereiiden to beschermen togen eene verontwaardigde menigte. In Brabant is voor manifestaties in Jien zin geen vrees. Het volk wordt opgevoed in eerbiediging van het (lezag en weet Jus dat het niet aangaat een dronken olticier lastig to vallen. De llredaselie Courant schrijft terecht in het nummer van Woensdag 2S October: ,.7,00 feesten kan men alleen in Breda", al is de beteekenis van dezen zin eene andere dan. Jie wij er aan wenschuii te- geven. Toon in April, volgens ministor Kurper, (specialiteit op Gezagsgobied) een aanval word gedaan op de bestaande orde, waren het do militairen, Jio het hardst schreeuwden en Joor wier steun (in do troonrede worden zij er nog expresselijk voor bedankt) het vader land uit Je handen dor anarchie word goreJÜWetten werden gemaakt om herhaling te voorkomen. 7ou hot niet wenscholijk zijn, nu het gezag op andere wijze werd aange rand, al was het puur uit consequentie, niet het maken van wetten voor feestvierende officieren te beginnen ? U. geachte, reductie, zeg ik dank voor de, plaatsruimte. C. I. l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl