Historisch Archief 1877-1940
8
D E. A MSHTE RB A M M E R /W E E K B L A D Y O O R NEDERLAND.
No. 1875
fate
coupoohladen met coupons tot en met no. 12
inleveren. Voor elk couponblad wordt 2 francs
uitbetaald.
Ten; slotte 'n opmerking: Leedvermaak is
'n jammerlijke karaktertrek. Bij velen wordt
ze echter aangetroffen. Vandaar hun lief
hebberij om doe* ziekelijke fantasie veel leed
ter sprake te brengen dat gelukkig werkelijk
niet geleden wordt. Qeheel ongegronde ver
dachtmaking trachten zij op te wekken om
behalve het genot-van Sehadefreude te smaken,
ook krachtig*, kloeke, beleidvolle concurren
ten te schaden. Ter voorkoming daarvan kan
niet lichtelijk te veel worden gedaan, in 't
belang van de betrokken instellingen zelve,
zoowel als in dat van 't algemeen. Daarom
zag ik met genoegen dat de Incassobank
haar boekhouding en de door haar maande
lijks gepubliceerde staten onder de controle
vaai onafhankelijk accountants-toezicht heeft
gesteld, 'n Goed voorbeeld.
llllllllllirillllllllMIHIlHIKIUIIIIHIIIIUHUIIHHIUIIIHIIIIHIIHMIHIIIIIIUIHII
El beMt M.
Eeeds gernimen tijd ligt op uiijn sehrijftafel
eea boek ter bespreking, waaraan ik ten volle
bovenstaand praedicaat mag toekennen. Ik
meen : Musikalische Zeitfragen" van Hermann
' Kretzschmar. De schrijver heeft zich een
geachten naam verworven in Duitschland als
dirigent en muziekgeleerde en sedert hij zich
wegens gezondheidsredenen heeft terugge
trokken uit het openbare leven en de muzi
kale beweging slechts als critiseerend toe
schouwer volgt, is hij nog beter in staat dan
vroeger, met den hem eigen scherpen blik,
te wijzen op misstanden in het muziekleven,
diénoodzakelijk voorziening vereischen.
Kretzschmar heeft reeds in zijn bekenden
Führer durch den Concertsaal" de bewijzen
gegeven van zijn diep-grondige kennis der
muziekgeschiedenis -en vooral der
muzieklitteratuur. Het licht dat hij op de hoofdwer
ken onzer muzikale kunst heeft doen vallen,
heeft er ten zeerste toe bijgedragen dien
werkan een grootere waardeering te verschaf
fen ; zóózelfs dat de verschillende opstellen uit
bovengenoemd werk bijna allen als
monographieé'n afzonderlijk zijn verschenen en gebruikt
woïden als toelichtingen bij uitvoeringen. Geen
?wonder dat een zoo scherpzinnig en vernuftig
man langzamerhand moest komen tot de erken
tenis van hetgeen in de muziekbeoefening
niet goed is en wat meer zegt ook de
middelen aan de hand wist te doen tot
bestrijding dier misstanden.
Hoewel hij zijn werk meer bepaald heeft
geschreven met het oog op Duitsche toe
standen, heeft het toch ook voor ons land
groote waarde. Hij begint zijn werk aldus :
Onder muzikale Zeitfragen" zijn niet te
verstaan questiën over tempo en maat, maar
muzikale aangelegenheden van bijzonder
ernstige natuur. Het komt hier aan op in
richtingen, gebruiken en opvattingen, die,
van huis uit goed en verstandig, in verloop
der tijden verouderd, bedenkelijk en gevaar
lijk zijn geworden, en die inen zonder dralen
diSnt te ?verwijderen. Ook de kunsten zijn
blootgesteld aan ziekte en wegkwijning; de
"fijne natuïir der muziek zelfs in bijzondere
mate. Daarom is het niet voldoende na te
gaan hetgeen zij presteert en hoe zij werkt,
maar het is noodig, dat men hare geheele
organisatie steeds scherp in het oog houdt
en tijdig ingrijpt, wanneer zij zich op ver
keerde wijze dreigt te ontwikkelen.
Bij den nog niet lang geleden plaats gehad
hebbenden overgang van de 19e tot de
20e «euw kon men in menig muziek-opstel
beschouwingen lezen oyver den toestand der
compositie. Met bezorgdheid vroeg men zich
af wat er wel moest worden van de richting
der nieuwe propheten. Kretschmar meent
dat men die zorgen gerust op zij kan zetten
en' de ontwikkeling der nieuwe kunst aan
zich zelve overlaten, totdat dringender vraag
stukken zijn opgelost. Een schoon home ia
veel waard, maar voor alles moet dit huis
sterk en hecht zijn en bestand tegen weer
jjn wind en dan 'iserst komt de stijl. De
muziek moet bij het volk ontvankelijkheid
en verstand vinden, zij moet, krachtens een
juiste en doelmatige beoefening, haar
weldadigen zegen aan het volk meedeelun, dan
eefst is het tijd, over componisten en rich
tingen in de compositie te gaan strijden.
De geheele negentiende eeuw is voor
Duitschland een tijdperk geweest, waarin
dit land het overwicht vermocht te verkrijgen
op het gebied der scheppende kunst in geheel
de wereld. Namen als Beethoven, Weber,
Schubert, Mendelssohn, Schumann, Wagner,
Liszt, Brahnis zi)n net inbegrip van meester
schap en begaafdheid op hot gebied der
muziek, zooals geen enkel ander land ooit
kon aanwijzen. De syiivphonie, het lied en
het muziekdrama vierden de grootste
trioniphen. De teruggang, dien de kerkmuziek
en het oratorium moesten ondervinden, vond
in de herleving der oude meesters ruimschoots
een aequivalent ; want als een der belang
rijkste resultaten van de muziekbeoefening
der negentiende eeuw mag men beschouwen
de overal zich baanbrekende hernieuwde
belangstelling in de kunst der ouden.
Daarnaast kan de negentiende eeuw bogen
op het ontstaan van liedertafels en
koorvereenigingen, op de groote populariteit van de
piano als huisin.strume.nt, op de stichting
van muziekscholen die er tue bijdroegen de
vorming van musici in de hand te werken.
Daartegenover staat dut een reeks nuttige
inrichtingen verdwenen is; zooals bv. de
aloude mtiziekcollegiën, de stadpijpers en
hunne gilden en do sch'oolkoren ; ook het
quartetspclen in den familiekring vroeger
zoo algemeen, is tegenwoordig bijna geheel
verdwenen.
' De meerderheid van onze
muziekbeoefeiiaren meent dat onze tegenwoordige tijd er
al zeer goed aan toe is met zijne groote
koren en orchesten. Meestal ziet men niet
medelijden neer op den ouden tijd, hoewel
deze ons toch vooruit was door zijn rijkdom
en de decentralisatie zijner muziekbeoefoniiig.
Heute teilen wir die Musik in Giesskanueu
aus, in deu frttheren Jahrhundorten fiel sie
wie eiu Himmelsregen ber das ganze Land,
durchdrang alle Stiinde umi Klassen umi
hielt in oden Zeiten ganz alleiu das Volk
geistig frisch".
De schrijver komt aldus tot het resultaat
dat, tegenover een belangrijke vermeerde
ring in de coinpositie-beoefening staat een
zeer sterke achteruitgang in de uitoefening
der muziek. Oni daarin verbetering te brengen
spoort hij aan meer aandacht to wijden aan
r g a. 11 i s a t i o n s k r i t i k. een aardig ge
vonden woord, dat volkomen weergeeft wat
de schrijver bedoelt.
Als dit geschiedt zal ook de compositie er
wél bij varen. De bloeiperiode in de duitsche
kunst begon met de oprichting van de can
torijen en de collegia musica. Het vroeger
onmuzikale Zwitserland heeft door Nagel!
en de door hem ingevoerde hervorming van
het schoolgezang beteekenis verkregen. Het
omgekeerde ziet men in Engeland, dat vroeger
in den madrigaal-tijd mede aan de spitse
stond der muziekboweging, en dat thans, in
den tijd van groote koren, orchesten en opera's,
in het geheel geen zelfstandig leven ontwik
kelt. Ook in Italiëkan men dit bespeuren.
Daar heeft de smaak voor de opera geheel
en al bedorven den zin voor de heerlijke
kunst der vocaal-klassieken.
Als nu de schrijver in een negental hoofd
stukken tracht den vinger te leggen op do
wonde-plek in het hedejuiaagschemuziekle ven,
kent hij een ruime plaats toe aan de studie
van den zang op de' school. Nichts führt
tiefer umi schneller in die Musik ein als
Singen". Kretzschmar meent dat de invoe
ring van de.ii zang als verplicht leervak op
de school wel aan Lnthor te danken is. De
oprichting van cantorijen, waarbij leekeu
zich belasten met de uitvoering van gefigu
reerde muziek, eisehte een vooraf opgedane
muzikale ontwikkeling. Vandaar dan ook
dat alle z.g. Schulordnungen" van het
protestantsche Duitschland het zingen voor
schrijven. Later kwam hierin wel een toestand
van stilstand, doch mannen als Joh. Ad.
Hiller, de vertegenwoordiger van het Kinder
lied 1) en voorts Nageli (1810) en Silcher
(1853) zorgden er voor dat de vruchten van
den heilzameii vroegeren toestand niet ver
loren gingen.
De schrijver trekt dan te velde togen het
onbeduidende, niets-zeggende op het gehoor
zingen en breekt een lans voor het loeren
van intervallen, verschillende rhythmen on
alles wat daarmede in verband staat. Hij wil
dat de leerling van de.volksschool, wanneer
hij deze verlaat, in staat zal zijn met zijn
muziekkennis een koorpartij te kunnen van
het blad zingen, zooafs hij ook in de andere
schoolvakken zich zelfstandig door het leven
zal moeten slaan.
De schrijver wijst op J. A. P. Sohultz en
de door hem ingevoerde -?StamleslieJer",
toen er werd gezongen op de werkplaats, bij
liet spinnewiel, in bosch en veld; maar toon
waren de leeraren er ook met hart en ziel
bij; en zij werden door hunne superieuren
en geestelijke herders niet voor vol aangezien,
als zij zich minder beijverden voor de muziek.
Allen beoefenden minstens het orgelspel on
den zang; Voor de leeraren die ten behoeve
van kerkelijke conferentién bijeenkwamen,
hebben componisten als Schneider en Rob.
Yolkmann hunne missen voor mannenkoor
zonder begeleiding geschreven en Carl Löwe
en Julius Otto hunne oratoriums gecom
poneerd von deren Schwierigkeit der einzige
heute nach lellende Rest der Gattung, Kichard
Wagner's LiebeEinahl der Apostel eiiieu
Bcgrifï' giebt" zooals de schrijver zegt.
Thans, nu zoovele andere bronnen ver
droogd zijn, is het zangonderricht op de
school de gewichtigste, voor breedo kringen,
de cenige wortel der muzikale volkskracht;
zij staat in zeer nauw verband met de hooge
kunst n -heeft voor haar een buitengewoon
groote beteekenis. Ohne Nachechub austlem
Volke kann keine Kunst bestehen,.keine bleibt
gesimd, wenn sie die Eühlung niit den Kreisen
einfacherer Bildung verliert."
Ook aan het zangonderricht op de gymnasia
en kweekscholen voor onderwijzers wijdt <lc
schrijver behartigenswaardige woorden. Daar
deze inrichtingen ten onzent zich geheel niet
of bijna niet met muziek bezig houden,
verkeereu wij te dien opzichte in nog veel
ongunstiger toestand dan in Duitschland.
Hoogst belangrijk zijn ook de beschouwingen
van Kretzschmar over het privaatonderricht,
over de vorming van don vakmusiker, over
de muziek op de universiteiten, enz.
Later hoop ik terug' te komen op enkele
zijner zienswijzen.
AST. AVERKAMP.
1) Zie zijn Kurze und erteichterte
Anweisung zum Singen für Schuiert in StüJten
vrtid DOrfern (179]).
The k! story of a Dutcli Boy (Witkop) bij
Joh. II. Been, English Translation, bij
Roger Acton.
De heer Roger Acton heeft het aangedurfd
het echt-Hollandschu boek Witkop" onder
bovenstaanden titel in 't Engelsch te vertalen.
En dat de vertaler het oorspronkelijke werk
heeft doorvoeld en begrepen, daarvoor kan
de vertaling pleiten.
Behoudens kleine veranderingen, die het
noodwendig gevolg zijn van 't karakterver
schil der talen, is de geest van 't warm ge
schreven oorspronkelijke werk bewaard
gebleven.
En daarop komt het bij vertalen aan.
Engolsch lozende, jongens zullen met ge
noegen dit wei'k lezen, dat de geschiedenis is
van een Hollandseheii jongen, van een naar
Been's hart onvervalseliteii zeemans-boy.
De uitgever Van Looy zorgde voor een
nette uitgave.
Den II a a y. Cir. KRIEXEX.
NIEUWE UITGAVEN.
Verbetering. Een paar weken geleden
deelden wij mede, dat Het V. Indische Kook
boek van mevr. J. M. J. Catenius-Van der
Meijdeit uitgegeven is bij de firma Yau Dorp
te Batavia, dit moet zijn de firma G'. <'. T.
xan Dorp te iSVwurunj/.
Het leelijke jont/c eendje en andere reehulen.
Opnieuw uit het Dee.useh vertaald naar HAXS
ANDEIÏSEX, geïllustreerd. Uitgave van R. van
der Velde te Leeuwarden.
De wonderlijke (irontunn run DtiimeJot. Uit
het Bngelsch vertaald naar oen sprookje uit
den tijd van koning Arthur, geïllustreerd.
Uitgave van R. van der Velde te Leeuwarden.
De noïtdrnttlle avonturen tun Dun (jiiicliot.
Uit het Spaansch naar MIG VEL DE CERVAXÏES.
Deel I, geïllustreerd. Uitgave van R. van «Ier
Velde te Leeuwarden.
Iets om' Hallucinaties en orer mr. J. A. Lee//,
door RIA GELMI. Amsterdam, S. L. van Looy.
Hel aa-nkn-eeken run tien moed dooryi/niniixtie/c,
spel en nport. De (/echtelijke zijde t/er
liehainnxoefeniiiyen. Naar het Duitseh van prof. dr.
KOXKAD Koen, door P. J. SCHUIL. Rotterdam,
Nijgh it Van Ditniar.
Programma van het onderwijs aan de
Rijkstuinbouwwinterschool te Ticl.
Juurrefxliig van de vereeniging Centraal
Bureau voor Sociale Adviezen" over het Vierde
Vereenigingsjaar (l Juli 1902 tot 30 Juni 190;)).
liet lieliiijfilt' liind, door IXA BOVDIEV.
BAKKER. Amsterdam, l'. X. v. Kampen & Zn.
Eerste zestal coöperatie-novellen, door M. P.
DB CLERCQ. -Amsterdam, Joh. G. Stemler Czn.
Frite van Clemberg, oorspronkelijke roman,
door D. H. SCHEFFER, Amsterdam, Joh. G.
Stemler Czn.
Catalogue des bibliothèques de feu M. Ie
dr. G. VAN VLOTEN, et de feu M. Ie dr. A. J.
VAN BEK HOUVEX v,vx OORÜT, langues et litt
ratures orientales. Histoire. Géographie.
Voyages. Religious. ? Jurisprudence.
Histoire naturelle. Livres illustrës. Leide,
librairie et iinpriiuerie ci-devant K. J. Brill.
Inhoud van Tijdschriften.
De Gulden. Winckel. No. 10 : De jongste
aanwinsten van het Vondel-Museum te Am
sterdam, door Corn. J. Gimpel, (met 2 por
tretten.) Vlinders, door Piet Vluchtig.
Keur, door Heyn van Cortryck, dr. Eclw. B.
Koster, L. ten Haefte, W. D. van
Hoogenhuijze met 2 portretten en l facsimile, frag
ment door Joh. de Meester.
Eigen Haard, No. 44: Carlien, door De
Meerulaer, IV. Op Schokland, door L.
Nooter, met af b. naar foto's van den heer
J. J. S. de Graaf, te Zwolle, I. De
Sabangbaai, door J. F. L. de Balbian Verster, met
kaartje en af b., I. Het verduurzamen van
voedingsmiddelen met Weck's sterilisator,
door dr. J. E. Rombouts, met afb., I De
onderwerping van Panglima Polóm, met
afb. Verscheidenheid. Feuilleton.
HELTSJES
Oiiyerwaclite oplossiog.
'n EngehcJie vertelling, van WILHELM-^JPAL.
Bill was inbreker van beroep. Een handige,
pootige kerel, die van aanpakken wist en
voor geen kleintje vervaard. Jim, zijn vriend
en collega, was een geheel andere persoon
lijkheid, een echte heer en werd daarom ook
in den kring zijner geestverwanten steeds
meneer Jim" genoemd. Meestal vergezelde
hij Bill op zijn uitstapjes eu hij verzon do
plannen, die de anderen moesten ten uitvoer
brengen. Jim zat in een elegant costuum,
meteen hoogen,hagelwitten .«taanden boorden
'n das naar den allerlaatsten smaak, op Bill's
kamer in oen loeren leunstoel een sigaar te
rooken, terwijl Bill half op een kapotteii,
driepootigen stoel hing en uit een vies, kort
eindje pijp zware rookwolken blies. Plotse
ling sprong hij op, sloeg met zijn beide handen
op de knieën on zei langzaam en nadrukkelijk :
Jim, de zaken gaan slecht!"
Ik ben het met je eens, Bill," antwoordde
Jim filosofisch : ze gaan niet alleen slecht,
maar heel slecht!"
Hm," ging Bill voort, weet je niks om
ons uit den knoei to helpen."
Jim ging achterover in den stoel liggen,
sloot half zijn oogoii en bleef eenige
oogenblikken in diep nadenken verzonken.
Toen ik gisteren mijn dagelijksche wande
ling deed, viel mijn oog op oen prachtig huis
en ik dacht zoo b.ij mij zelf, dat wc daar onzon
slag wel eens konden slaan."
Van wien hoort dat huis ?"
VaiV onzen bekenden grossier, je weet wel,
Bamkum."
Getrouwd ? . . . Kinderen ? . . . "Woont ie
alleen ?"
Ongetrouwd en geen familie. Ik ben te
weten gekomen, dat hij geregeld om half
zeven dineert. Hoe zou je er over denken,
als we dien sinjeur eens een visite gingen
maken zoo meteen, tegen '11 uur of half-acht
ongeveer."
Tegen half acht ?"
Ja. Maar we kunnen natuurlijk niet zóó,
iii deze plunje, verschijnen."
Jim schoof zijn manchetten over zijn hand
en vervolgde: Alles, wat we noodig hebbun,'
zit hier in onzen kofter." Al sprekend liad
Jim don kofl'or geopend 011 even daarna haalde
hij twee politie-uniformen te voorschijn.
Bill zat in stomme verbazing naar hom to
kijken.
Deze inspecteurs-uniform is voor mij," zei
Jim, die andere is voor jou. Luister nu eens
goed. We moeten maken dat we om een uut1
of half acht bij Bankuni in huis zijn. We
zullen hem dan waarschijnlijk nog iu de eet
kamer vinden. Ik grijp hem Hink in den
schouder, en verklaar hem gewoonweg voor
mijn arrestant. Hij zal natuurlijk dadelijk
vragen, onze volmacht te zien on ik leg hem
die bedaard voor z'ii neus."
Jim haalde oen voortreffelijk nagemaakte
volmacht voor don dag.
Hij zal wel woudend worden en razen en
tieren, maar ilat's niets, liitussclieii stel ik
jou als wacht over hem aan en beveel je,
goed op hom te letten, terwijl ik een huis
zoeking ga doen. Het gezamenlijk dienstper
soneel zal ik in een kamer opsluiten. Daarna
ga ik op mij 11 dooie gemak het huis rond
en neem alles mee. wat van m'n gading is
en waarde heeft.. . Nou, wat zog je van dat
ideetje? Niet kwaad, hu V We zijn er dan met
n slag wér boven op '."
Bill krabde zich achter hot oor, liet ideetje
scheen niet zoo bijster in zij n smaak te vallen.
Binnen oen uur, stappen we op," zei Jim,
ik moot nog een paar noodzakelijke brieven
schrijven en terwijl ik dit doe, kun. je vast
je uniform aanpassen."
Eu meteen stond hij op uit deu leunstoel,,
stak een nieuwe sigaar op en ging in de kamer
daarnaast, terwijl Bill mot een heimelijk lachje
zijn nieuwe pakje aantrok. Ecu uur later
was liet tweetal op weg naar de woning van
den hoor Bankum en klokslag half acht belde,
Jim aan.
Do bediende week van schrik een stap
achteruit, toert hij zoo onverwacht ecu paar
inspecteurs van politie voor zich zag, doch
hij herstelde zich spoedig, zei, dat hij de
hoeren zou aandienen en verzocht hen, binnen
te komen. De eetkamer bevond zich vlak
tegenover do straatdeur en toen de bediende
haai' opendeed en zijn boodschap overbracht,
zagen de twee iu de gang staande bezoekers
iets zeer eigenaardigs. De hoer Baiikuui was
eensklaps van kleur verschoten on van rood,
doodsbleek geworden. Hevige, angst sprak
uit zij 11 blik en ontsteld liet iiij de pon, die
hij juist ter hand had genomen, op den grond
vallen. Hij verhief zich halverwege van 7. ij n
stoel, ging toen weder zitten en zei vervol
gens tot den bediende: Laatdeheereubinnen,
ik verwachtte hen."
Wat moet (hit1.'" fluisterde Bill.
Hij verwacht ons'1 klonk Jim's antwoord
en zachtjes vervolgde hij :,,nu tlink opgepast,
hoor. je! 't Komt nou maat1 op slimheid aan."
Toen ze binnengetreden waren en d« deur
achter hen gesloten hadden, wendde Jim zich
tot den heer Bankum en zei op uiterst
hoffelijken toon: Het spijt me ten zeerste,
meneer, doch ik moet mij van een treurigen
plicht kwijten. Ik moet u gevangen nemen."
Ja, ja!" antwoordde mr. Bankum, ik
begrijp alles, u behoeft me niets te vertellen,
ik begrijp volkomen dat u van Scotland-Yard
gekomen bent."
Juist," gaf Jim beslist ten antwoord.
Bill gevoelde een onweerstaanbare neiging
tot lachen, en had groote moeite zich goed
te houden.
Wat zou er gebeuren," vervolgde mr. Ban
kum, op zenuwachtig-gejaagden toon, als u
naar Scotland-Yard terugging en daar de ver
klaring aflegde, dat de vogel gevlogen was ;
in n woord, als u mij 24 uren tijd gaf?"
Jim zweeg oen oogenbïik ; die vraag kwam
hem al te onverwacht, daarop had hij niet
gerekend.
Wanneer ons niets gevraagd wordt, zal
er niets gebeuren," zei hij eindelijk.
O zoo, dus we begrijpen elkander goed,"
liet mr. Bankum zich daarop weder hooren.
En wat verlangt ge voor uw bereidwillig
heid? Is 1000 pond voor u en 500 voor dien
man daar, voldoende ? Neemt u daarmede
genoegen, meneer rte inspecteur?"
U moet me niet kwalijk nemen," klonk
nu Jim's stem weder, dat is de risico niet
waard."
Goed, 3000 voor u en 1000 voor hém, is
dat beter?"
Jim knikte toestemmend en mr. Bankum
telde hem de bankbiljetten voor, die door
Jim zorgvuldig werden nageteld.
Dus," vervolgde mr. Bankum, terwijl Jim
het geld in zijn portefeuille bergde, als ge
in Scothmd-Yard terugkeert, zult u zeggen, dat
ik reeds 24 uren weg was, op het oogeiiblik
dat u mij kwam arresteeren ?"
Dit zal geschieden," verklaarde Jim.
Gouden dag, dan!" zei mr. Bankum.
Een oogenbïik later stonden du inspecteur
en zijn handlanger op straat on keken elkaar
verbluft aan.
Nu," zei Jim, nadat hij langzamerhand
van zijn verbazing was bekomen, wat zeg
je daarvan? Ik ben hoclemaal overstuur!"
Waarom zou de kerel dat gedaan hebben?"
was do wedervraag van Bill.
Dit zou hun eonigc dagen later duidelijk
worden, want juist op clou viorden avond na
die bewuste visite, lixzeïi Jim en BUI in de
krant het opzienbarend bericht, dat mr. Ban
kum, de welbekende grossier, met een onge
looflijk groote som ervan doorgegaan was.
Begrijp je 't nou?" vroeg Jim, toen zij
ouder het genot van een partijtje overheer
lijke oesters bij elkaar zaten en de zaak nog
eens bespraken, snap je nou waarom mr.
Bankum zoo verbazend royaal was ?"
Bill gaf geen antwoord. Maar hij bestelde
een nieuwe flesch champagne.
Het
ffl TC
Na deu aanval in No. 13(iO van dit -Week
blad o. a. op de Constructie Werkplaatsen
gericht door een onbekenden schrijver, zich
teekeiiende * * *, werd door mij in No. 1367
het goed recht van bestaan dier inrichting
uitvoerig betoogd. Ik ging daarbij dieper in
op deu toestand, zooals die zou moeten
worden, indien er geen Constructie Werk
plaatsen waren, zette uiteen, welke arbeid
vereiseht wordt voor het ontwerpen en het
aanmaken van nieuwe modellen van materieel,
welk personeel daarvoor ook al bestaan er
geen Constructie NYerkplaatsen
uoodigis.boliandelde du finantieele gevolgen van eeue
eventuecle opheiling, on kwam langs dozen
weg zonder moeite tot het resultaat dat die
opheffing door 's lands belang verboden wordt.
Tevens gaf ik als mijne meening tckei\\\eii
dat de schrijver hot door hem behandelde
onderwerp niet moester was, over welke
uiting deze zich thans in een tweede opstel
van zijn hand in No. 1371 begrijpelijker
wijs verstoord betoont. Dit tweede opstel
is echter do beste getuigenis voor mijne be
wering, daar Je schrijver met geen enkel
woord mijn betoog behandelende, laat staan
ontzenuw oude, zich blijkbaar niet waagt op
hot daarin betreden speciale terrein, waarop
toch alleen de strijd gestreden kan worden.
Het ,.nog wat verder oplichten van den
sluier", zooals do schrijver zijne
meclodeelingeu iu No. 1371 noemt, bepaalt zich iu
den aanvang van hot opstel tot ooiie herha
ling van de onbewezen en onjuiste .stellingen,
door hem in zijn eerste opstel verkondigd,
zonder dat acht geslagen is op de critiek,
welke mijn betoog daarop geloven! had. Op
deze wijze kan men eeuwig iets blijven be
weren, doch groote kracht gaat van zoo'n
bewijsirant niet uit, en dit gedeelte had dus
gerust achterwege kunnen blijven, ware het
niet merkwaardig ora do daarin voorkomende
lijst van in het jaar 19111 iu de Constructie
Werkplaatsen aangemaakte voorwerpen, uit
welko door den schrijver iri diens eerste
opstel een greep werd gedaan o\u du onbe
langrijkheid van den aanmaak aan du Con
structie Werkplaatsen te bewijzen.'
Vergelijkt men met oen deskundig oog den
'jre<i> met de complete lijst dan zal men
dadelijk bespeuren hoezeer door het nog
wat verder oplichten van den sluier"- de
aanmaak aau belangrijkheid heeft gewonnen.
Het otl'cct van dit ontsluieren is dus het
omgekeerde van wat de schrijver zich voor
stelde, on hut spijt mij dat hij niet nog
verder is gegaan, daar dan gebleken zou
zijn, dat naast den aanmaak nog zeer belang
rijke posten .aan herstellingen werden uitge
voerd, en do toestand zich des te gunstiger
afteekettt naarmate er meer licht op valt.
In het verdere gedeelte van zijn opstel
zoekt de schrijver steun bij de
veortion-tonscommissie ter veroordeeling van hut beheer
bij de Constructie Werkplaatsen. Als toelich
ting hoe do commissie het beheer dier
Werkplaatsen aan ecu vernietigende cri
tiek hoeft onderworpen wordt du geschie
denis van oen zoogenaamd
omwerkingscoutract aangehaald, en daarna do eerst recht
vernietigende critiek van Jon schrijver uit
gesproken : Staatsinstellingen, welke zich
staande moeten houden door handelingen als
de. voormelde, behoorun in ecu goorJondeu
Staat niet thuis!" Boom!
Op don voorgrond stellende daï^oor de
commissie deze omwerkingscontracten hoofd
zakelijk veroordeeld zijn om redenen van
comptabelen aard, dat hot lijden van geldelijk
nadeel door het Kijk als gevolg dezer
oiriwurkingscontracten niet onbetwist vaststaat,
en dat verder door de Commissie aan het
slot van haar verslag wordt verklaard dat
geen zweem van oneerlijkheid in het beheer
van 's lands gelden is gebleken", moet het
van den schrijver een. in hooge mate onvoor
zichtige uiting worden genoemd, waar hij
durft spreken,van het grove onregelmatige be
heer. En nog onvoorzichtiger, te
onverantwoordelijker wordt deze tegen de Constructie
Werkplaatsen gerichte uiting, wanneer men
weet dat het door den schrijver aangehaalde
omwerkingscontract, dat als bewijs voor het
wanbeheer moest dienen, niet door de Con
structie werkplaatsen werd gesloten, en dat ner
gens in het rapport der Commissie over
Constructie Werkplaatsen een woord gerept,
noch minder een vernietigende critiek geveld
wordt.
Werkelijk, ook met het tweede gedeelte
van zijn opstel kan ik den schrijver geen
geluk wenschen.
Eu wat te zeggen van het derde en laatste
gedeelte, waarin diefstallen aan de Hembrug
en te 's-Gravenhage gebezigd worden als
wapen tegen de Constructie Werkplaatsen te
Delft, waarin getracht wordt het vermoedert
te wekken dat baatzuchtige bedoelingen bij
mijn verweer voorzaten, door op ironische
wijze te spreken van den zwaren slag, die de
opheffing voor het wapen der artillerie zou
zijn, omdat voordeelige, rustige en gewilde".
betrekkingen verloren zouden gaart? Is dat
de taal van een man, die met ernst het goede
zoekt, zijn woorden wikt en weegt, en op
zoo hoog een standpunt staat, dat hij ook
bij zijn tegenpartij slechts hut eerlijk streven
naar verbetering kan veronderstellen?
Ik neem afscheid van dit onderwerp. Mijne
rustige" betrekking laat mij den tijd niet
den schrijver, die nog steeds zoo ver van
zijn onderwerp staat, het onjuiste zijner voor
stellingen nader aan het verstand te brengen.
Indien hij werkelijk ernstig zoekende is naar
bezuinigingen in ons Staatshuishouden, raad
ik hem echter in eene andere richting zijn
geluk te beproeven, naar deze zijde zijn geen
lauweren te behalen. Waar hij aan het slot
zijner beschouwingen met aandrang de op
heffing aanbeveelt in het belang van de reeds
zoo zeer bezwaarde belastingschuldigen, daar
uit ik als medebelastingschuldige den wcnsch:
De Hemel beware ons voor zulke hervor
mers." L. A. VAX ROIJEX,
Kapitein der Artillerie.
De Araitfflitfeesten .te Breda.
Geachte liedactie.'
Breda heeft feest gevierd! Vijf en
zeventigjaar was het geleden, dat K. M. Academie
werd opgericht, welk feit, een ieder zal
hiermede instemmen, ook al heeft men geen
militairistisch hart, voor de belanghebbenden
gewichtig genoeg was om feest te vieren.
Dat de onaangename dingen, die aan een
dergelijk feest verbonden zijn als: vecht
partijen, zingen van gemeene liederen, mis
bruik van drank enz., ook nu voorkwamen,
zal niemand verwonderen, Overal waar in
het openbaar fuest wordt gevierd, on zooals
iu dit geval de geheele stad meefuift, kan
nien dit verwachten. Men weet, dit
hoort er helaas bij. Verwonderlijk is het
echter dat men in verschillende bladen, o. a.
in de plaatselijke, kan lezen, dat geen
wanklank werd gehoord"; als wij niet wisten
dat het lastig is, vooral voor de Bredasche
bladen, om, wat ieder beschaafd mensch
moot hebbon gehinderd te vermelden, dafc
het dikwijls noodig is voor henzelf en voor
du bladen die vertegenwoordigd wenscheii
te worden, dat. verslaggevers hun gevoel
zoolang aan du kapstok hangen, zouden wij
gaan donken, Jat het met dit gevoel treurig
was gesteld. Wie kan oprecht spreken van
een feest zonder wauklaiik, die Je toonoeloii
na het reunisten-Jiner op straat heeft mogen
aanschouwen ? Ieder normaal mensch moet
zich geërgerd hebben, aan hetgeen toen to
te zien was.
In dezen ernstigen tijd, waarin vooral
mannen van positie, dienaren van het gezag,
goeJ de verantwoordelijkheid voor hun op
treden moesten vceleii en moesten weten,
Jat, waar met het gezagsbegrip wordt ge
schermd, het noodig is, dat hun daden niet
met dat begrip in strijd zijn, is het treurig,
Jat hooggeplaatste militairen iu uniform
staaltjes van dronkenschap te zien gaven,
die ergerlijk waren. Uitwijden hierover is
onnoodig. Dat bij elk feest door een enkelen
deelnemer wel eens wat te veel worJt ge
bruikt, kan hier niet worden aangevoerd.
De toestand was iu moor of mindere mate
vrij 'algemeen.
Zeer gevoelig zijn in den regel de dragors
van ,,'sKoiiings rok" voor Je oor van de
uniform; zooals hier dit guwaaJ echter Joor
henzelf in nguYirlijken eii letterlijken zin bij
dit feest in hot slijk is gescheurd, kunnen
zij in het vervolg moeilijk eerbiediging ver
langen. Ook aan du discipline, zal het ge
beurde geen goed doen. 's Morgens hooreii
Je soldaten predikaties over goed gedrag,
misbruik van drank, enz. en wordt den.
onderofficieren op hut hart gedrukt, Joor hun
optreden het voorbeeld te geven, 's avonds
ziet men Je meerderen (!!) langs hen pas
seeren en blijft het saluut onbeantwoord,
omdat de toostauj van Jou meerderen niet
toelaat den arm van zijn buurman los te laten.
Dikwijls worden bij dergelijke feestelijkheden
patrouilles uitgestuurd om een wakend oog
to houden op do feestvierende militairen ;
ditmaal was Joze maatregel voor de mindere
militairen ouuoodig en zou in andere plaat
sen misschien hebben kunnen dienon om
de foostvïereiiden to beschermen togen eene
verontwaardigde menigte.
In Brabant is voor manifestaties in Jien
zin geen vrees. Het volk wordt opgevoed in
eerbiediging van het (lezag en weet Jus dat
het niet aangaat een dronken olticier lastig
to vallen. De llredaselie Courant schrijft terecht
in het nummer van Woensdag 2S October:
,.7,00 feesten kan men alleen in Breda", al is
de beteekenis van dezen zin eene andere dan.
Jie wij er aan wenschuii te- geven.
Toon in April, volgens ministor Kurper,
(specialiteit op Gezagsgobied) een aanval word
gedaan op de bestaande orde, waren het do
militairen, Jio het hardst schreeuwden en
Joor wier steun (in do troonrede worden zij
er nog expresselijk voor bedankt) het vader
land uit Je handen dor anarchie word
goreJÜWetten werden gemaakt om herhaling
te voorkomen. 7ou hot niet wenscholijk zijn,
nu het gezag op andere wijze werd aange
rand, al was het puur uit consequentie, niet
het maken van wetten voor feestvierende
officieren te beginnen ?
U. geachte, reductie, zeg ik dank voor de,
plaatsruimte. C. I.
l