Historisch Archief 1877-1940
No. 1S78
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
3
beperkt, is ook voor vereenvoudigers een
woordelijst niet overbodig gebleken. Voor
eerst orn de weg te wijzen bij 't schrijven
van ei en ij; on en au; v en ?; z en s enz.;
ten tweede, omdat het niet weinigen moeilik
valt uit de algemene regels tot de spelling
v.an een bepaald woord te besluiten, en
eindeïik omdat zich voor ieder, bij lk
orthografles systeem, gevallen van twijfel voordoen."
In de Oktoberaflevering van het tijdschrift
Noord en Zuid zjjn deze woorden geciteerd
(nit de tweede band) en door een anonimus
van opmerkingen voorzien die, naar men
mij verzekert, ook door andere leken worden
gemaakt.
De satïriese onbekende verklaart dan, dat
de spelling van de Arries en te Winkel nood
zakelijk (moest) -worden afgeschaft, want de
knappe lul konden die lastige spelling""
mei volgen. Ze moesten altijd hun woorden
lijst '"bij zich hebben. Met de vereenvou
digde"" spelling was zoo iets niet noodig;
moeilijkheden waren er niet meer, en nu
weten de vereenvoudigers zelf geen weg met
eïen ij, met au en ou enz. en komen zij
tot de openlijke bekentenis, dat er bij' alle
spellin gstelseis regels zijn, waarvan de toepas
sing niet meevalt en dat er voor elke spelling
een woordenlijstje"" noodig is om in
twijfelachtige gevallen te raadplegen. Hot zal
voor velen, die tot dusverre diepbes£haamd
naar hun woordenlijst"" keken, een ver
luchting zijn, dit te hooren."
In deze ontboezeming vinden wij waarheid
naast onwaarheid. Ook zie ik er in een soort
van verzoek tot de argeloze lezer om . . . een
valse gevolgtrekking te maken.
.Dat de vereenvoudigers scherpe kritiek
hebben geoefend op de orthografie van de
Vries en te Winkel ? dut is waarheid.
Maar onwaarheid, dat de vereenvoudigers
zouden hebben verklaard: in ons systeem
komen geen moeilikheden voor.
Ik schreef b. v. in 1801 : Ik weet zeer goed,
dat -eeöin alle opzichten konsekwente spelling
tot de onmogelikheden behoort." 1)
Een paar jaar later : Men, heeft (bjj spel
lingverandering) rekening te houden met een
zeer groot aantal landgenoten, die of niet in
staat zouden zijn te lezen wat iii een sterk
gewijzigde spelling was opgesteld, of die er
gewoon-weg voor zouden bedanken, zich de
inspanning, aanvankelik aan het lezen van
zo'n vi<eemde" " taal verbonden, te ge
troosten." 2)
En in 1897 : Of de nieuwe regeling nu
vofeaaakt is? Niemand die 't zal beweren.
Maar 't volmaakte is dikwels onbereikbaar.
En als men er hél ver van af heeft gestaan,
is 't zeker onbereikbaar met n greep. AVij
hebben iets beters willen geven daii wat
bestond. Kun stap doen in de goede richting." .'!)
Het zou niet moeilik ziju meer dergelijke
citaten bij te brengen. Mij dunkt dat het
overbodig is.
J? u de poging van de Onbekende uit Noord
en Zuid om zijn lezers te brengen tot een
vaJse gevolgtrekking.
Hij hoopt blijkbaar dat ze na zijn voor
lichting zó zullen redeneren :
In het stelsel van de Vries en te Winkel
komem moeilikheden voor die hot raadplegen
van een woordelijst wenselik maken.
In het stelsel van de Vereenvoudigers
komen, volgens hun eigen bekentenis, ook
Hroeilikheden voor die . . . (enz.).
Dés is <er geen reden om het stelsel van
de Vries en te WiukeJ door dat van de
Vereenvoudigers te vervangen.
Maar wie loopt er nra zó gemakkelik in !
Wanneer iemand die zijn gezondheid ver
waarloost, kans heeft dat hij spoedig sterft;
?en wanneer er voor iemand die hygiënies
HfMinriiimiiniMiiifmifniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiriitiiiiriMiiiiMiiiiiiHiii
HET DOQDSNUMMER.
BOOR
MARK TWAIN.
Hot was in den tijd van Olivier Cromwell.
Overste Mayfar, de jongste officier van dien
rang in het leger van den protector, telde
nauwelijks dertig jaar, doch was ondanks zijn
jeugdigen ouderdom een echt veteraan, ge
hard tegen alle krijgsgevaren. Op ziju zeven
tiende jaar was hij de militaire loopbaan
begonnen, had verscheidene veldslagen mee
gemaakt en zich door moed en beleid de
achting en de toegenegenheid zijner meerderen
weten te verwerven en tegelijk met deze zijn
hoogen rang in het leger. Thans echter drukten.
hem zware zorgen; een schaduw was opzijn
geluk gevallen.
Het was winteravond; de wind gierde door
den schoorsteen en de regen kletterde tegen
de ruiten. Jn de huiskamer van den overste
heerschte een droevig zwijgen; hij had met
zijn jonge vrouw ampel eu breed gesproken
o-ver liet onheil, dat lien boven het hoofd
hing, daarna hadden ze te zamen een hoofd
stuk uit den Bijbel gelezen en als naar ge
woonte hun avondgebed gedaan. Toen bleef
hun .niets anders over, dan hand in hand
naar liet vuur te staren en... te wachten. Lang
zouden ze niet hoeven wachten, dat wisten
ze eu mevrouw Mayfar huiverde bij de ge
dachte. Zij hadden slechts n kind, Abby,
oen meisje van ruim zeven jaar. Dat kind
was hun afgod. Zoo aanstonds zou ze binnen
komen, om goeden nacht te zeggen en daarom
^prak de overste haastig tot zijn vrouw:
Droog je tranen af, vrouwtje, laat Abby
niet zien, dat je gehuild hebt. Toe, doe maar
even je best, om vroolijk te wezen. Laten
we, om harentwil, een oogenblik trachten te
v«rgeten, wat ons boven 't hoofd hangt."
Ja, ik «al 't probeeren. Ik zal trachten
mijn verdriet in mijn hart op te sluiten,
zonder dat het breekt."
En we zullen beproeven met geduld te
dragen, wat ons opgelegd wordt, en niet ver
geten, -dat -alles wat God doet welgedaan is
en tot ons eigen bestwil.... Zijn wil ge
schiede! O, ik kan ze wel met een geloovige
aiel zeggen, deze woorden, maar van ganscher
harte erin berusten, neen, dat is mij heden
iiiet mogelijk! De gedachte, dat ik deze lieve
trouwe hand misschien voor do laatste maal
in de mijne mag drukken...."
Stil, lieveling, daar komt ze al aan!"
Een kleine gestalte met lange blonde
krullen kwam in haar wit iiaehtpounetje
vroolijk de kamer binneiihuppelen en sprong
leeft, óók een kans bestaat dat hij spoedig
sterft;
mag men dan konkluderen: het lichaam
ondervindt geen nadeel van losbandigheid?
Of, als er van zeven wrakken die 't scheep
vaartverkeer belemmeren, vijf worden opge
ruimd, mag men dan spreken van onnodige
moeite en kosten omdat . . . men altijd nog
stoten kiiu op een van de beide andere ?
Wie onbevooroordeeld de zaak bekijkt, ziet
immers dadelik wat het geval is!
De volgers van de vereenvoudigde spelling
zullen 'n enkele maal in de woordelijst moeten
nagaan, of ij dan wel ei in een woord
gebruikelik is; hoe 'n bastaardwoord wordt
geschreven, enz.
Bij diezelfde woorden zal de aanhanger van
de Vries en te Winkel zijn lijst raadplegen.
Maar bovendien zal hij 't moeten doen iii
gevallen van aarzeling tussen e of e,e, o of
oo, s of srJt, verbiudings-» of geen
verbiiidings-n, verbindings-s of geen verbindings-s.
En dan nog telkens en telkens om te zien
of een niet-onzijdig woord mannelik genoemd
wordt of vromvelik!
Als iemand niet begrijpt dat hier tussen
't volgen van de vereenvoudigde schrijfwijze
en het toepassen van de spelling-de Vries en
te Winkel groot onderscheid bestaat, dan
schort het hem iu het gunstigst geval
aan ffoei Ie vil.
Okt. 190:5. K. A. KOTJ.EWIJX.
1) In Onze lastige Spelling" (Vragen run
den ]><'!/}? Herdrukt iu mijn Uitstellen on-r
Spelling en Verbuiging, blz. 14. 2} Aid. 31.
3) Tveemaemdel. Tijdschrift. Ojist. om'
Spell. ui Verb., blz. 101.
Voor Sinterklaasgeschenken.
A<ii)T G.IDMS SET.MEI:. Een doktersfam'die
i'ii }«i 'hooge Noorden. Een verhaal voor
UK ieders eu kinderen (Geschikt voor
eiken leeftijd boven y of 10 jaar).
Vertaald uit, het Noorse!) door J>ETSY
NoitT. Uitgever W. Hilarius Wzn. te
Almelo.
Moeders, die nog geen keuze hebbe gedaan
om met Sinterklaas hun kinderen een mooi
boek te geven, kiezen: .Agot Gjems Selmcr's
Een dokterttfamilie. Het lieflijke en grootsche
van X oor wegen, het land met zijn fjords,
zijn rotsen en zijn stille vlakten, ontwaart
men op iedere bladzijde. Erisch en oorspron
kelijk, deugdelijk en degelijk, boeiend en
niet vermoeiend is dit boek, dat zoowel
kinderen zal behagen als ouders. Een gevoel
naar het betere, een gevoel van het grootsche
komt al lezende, over den belangstellende.
Een doklei-xfamilie kan zoowel met Sinter
klaas als met kersttijd tot geschenk dienen.
De hoofdstukken: Vt'ifir kerstmis en kerst
avond bevelen het zelfs als kerstgeschenk
aau. En welke
hoofdstukken!Een No:jr alleen kan het kerstfeest zoo
beschrijven, want Jule-feest is het grootste
feest in Noorwegen, het winterfeest gelijk
Johaunisfeest het zomerfeest is.
Eene vrouw met gezond oordeel over
kinderboeken als X. van Hiehtum kon dan
ook met volle overtuiging een woordje vooraf
(waarom steeds liet tot vervelens toe ge
bruikte woordje intens. Intens wordt bela
chelijk) aan het hoofd van dit kinderboek
plaatsen.
Wie Een doktersj'ainUie gelezen heeft, zal
de woorden van N. van liichtum nazeggen
eu beamen.
Welke eischen moet en mag men stellen
aan een kinderboek?
Allereerst voele men het warme, liefde
volle hart van den auteur er in kloppen;
--") Een ware gebeurtenis, ontleend aan de
Letters and Speeches of Olirer Cromwell.
vlug naar haar vader toe, die bet kind aan
zijne borst drukte en hartstochtelijk kuste.
Hè, papa, u moet me niet zoo hard
klissen, u haalt al m'n krullen door de war."
Zoo, Abby, wel dat spijt me verschrik
kelijk, hoor. Je moet er maar niet boos om
wezen, kindje."
Wel neen, paatje, maar spijt het u
heusch? Zegt u niet voor een grapje, dat
het u spijt 7"
J-e moest eens zien, hoe 'n verdriet ik
heb, Abby!" zei de overste, en terwijl hij
zijn gezicht met beide handen bedekte, deed
hij, alsof hij werkelijk'huilde. Nu dacht Abby
ook> dat het meenons was. Ze begon luid te
schreien, trachtte met geweld de handen voor
haar vader's gelaat weg te trekken en riep
uit: Niet huilen, papa! Abby heeft het niet
zoo gemeend. Abby zal het nooit weer doen.
Toe, paatje. niet huilen."
Weer probeerde zij, de groote handen weg
te krijgen en toen de overste zich gewonnen
gaf en eensklaps op vroolijken toon zei :
Kiek kiek, gefopt, kleine hartedief ik. . . ."
viel ze hem in de rede met de woorden:
Hè, stoute vader, u hebt niet eens gehuild.
IJ hebt maar net gedaan of u verdriet had!
Nu wil Abby ook niet langer bij u blijven.
Maatje is veel liever voor Abby, ik ga naar
maatje toe"
Ze wilde zich van zijn knie laten glijden,
maar haar vader sloeg beide armen om
haar heen en zei: Neon kindje, loop maar
niet weg, blijf maar bij me, vader zal je niet
meer plagen. Wacht, laat ik eerst de tranen
wegkussen, zóó, en uu mag je zelf voor
paatje een straf bedenken, je mag me met je
laten doen, wat je wil, paardje rijden, clown
spelen, bedenk maar!"
Een zonnig lachje deed eensklaps Abby's
gezichtje van vreugde stralen. Weg was haar
verdriet, en in de handjes klappend riep ze
verrukt uit: Dan moet vader een' mooi
verhaaltje vertellen!". . . .
Stil, wat is dat ?
De ouders luisterden met ingehouden adem.
De wind was iets minder hevig geworden
en ze hoorden voetstappen naderen, al dichter
en dichter bij komen, ze gingen voorbij
en stierven weg in de verte.
Verruimd zagen ze elkander een seconde
aan, man en vrouw, en onmiddellijk daarop
vroeg de vader:
Dus een verhaaltje, Abby?"
Ja, papa, eu voor van avond eens een
heel treurig."
Maar lieve kind, waarom een treurige ge
schiedenis, een vroolijke is toch veel aardiger."
Doch welke moeite papa zich ook gaf,
Abby van haar voornemen af te brengen, er
was niets aan de zaak te veranderen. Abby
had gevraagd om een treurig verhaal, papa
had gezegd, dat hij z'n woord honden zou
en dus werd het een treurig. Vader was
immers een Hink en braaf soldaat, die zijn
woord gegeven had en dit nu maar niet zoo
zouder reden breken mocht. Eu zoo zu" de
dan zij de vorm schoon, de stijl vloeiend en
los, de woordenkeus eenvoudig eu sober, en
voor de kinderen begrijpelijk. Als geheel zij
het voor volwassenen als voor kinderen even
aantrekkelijk het kenmerk van ware
kunst en, zoo mogelijk, door zijn warmen,
bezielenden inhoud, van opvoedende kracht.
voor ouders en kinderen, beiden.
.Agot Gjems Sehner is blijkbaar zelf eene
lieve, warm-gevoelende, hoogontwikkelde,
paedagogisch buitengewoon begaafde moeder,
en de kinderen zijn, met al hun eigenaar
digheden, bepaald naar de natuur geteekend.
Ook de vader, de algemeen beminde dok
ter, welk een mooie, eenvoudige heldenfiguur!
En dan de treffende natuurbeschrijvingen,
zoo verheffend eu zoo hoog-ernstig van op
vatting, eu toch voor niet al te jonge kin
deren, volkomen begrijpelijk ! Kinderen heb
ben een fijn gevoel voor nutuurschoon, al
kunnen ze hun indrukken niet ondes woorden
brengen. Mevr. Selmer houdt er rekening
mede.
Ze spreekt niet tot de kinderen als tot
aardige, snoezige poppetjes, die men met
onbeduidend gesnap moet bezighouden, maar
als tot kleine inenschjes met reeds voor alle
goede eu hooge indrukken ontvankelijke
zieltjes.
Zulke reine, hoog moreele indrukken, in
hun jeugd ontvangen, de kinderen vergeten
ze nooit, eu ze zullen hun, later, dikwijls tot
een schild zijn tegen vele booze invloeden.
Als men dit boek leest, krijgt men een
gevoel of men alle kinderen wel naar het
hooge Noorden zou willen zenden om opge
voed te worden.
Allen, die dit heerlijke boek lezen, meer
voor kinderen vau 11) jaar en er boven, wel
tot 10 jaar, 't zij jongens of meisjes, zullen
het meer dan voldaan uit de handen leggen,
om het later nog eens te lezen, eu telkens
weer de hoofdstukken van Kcrataranil. en
denavond er voor.
Mevr. Selmer heeft haar land, het gamle
Norge" lief. Op kerstavond zou ze willen,
dat alle Noren het lied vau Björnsou
auuhieven : Ju, ri el»ker detie I.unuet, dat is. overgezet
zijnde: Ja, wij hebben ons land lief'. Ze ont
houdt deu lezer dan ook niet het bijwonen
vau het groote nationale feest in Noorwegen,
ieder jaar den ITden Mei op Eidvoldspluats in
('hristiunia gevierd, ter herinnering aaoi het
feit, dat jaren geleden, Noorwegen .. . Noor
wegen werd, een feest, dat ook door Ibsen
zijn: Bond der Jongeren gevierd wordt.
Kveu mooi en opgewekt beschrijft mevr.
Selmer het St. Jaiisfeest in Noorwegen.
Door het gelieele buek gaat de grootsche
Noorsche natuur, met haar sombere en blijde
dagen, met haar lange nachten tot de
Midder. nachtszon do nachten verdrijft en alles
jubelt: Zomer! Zomer.'
Lenige welgeslaagde fotogravuren geven
een goed denkbeeld van de' fjords, de rotsen
en de ijsbergen van Noorwegen: Gezi-cht op
den fjord, De haren fan Tröins eu De iMt'oden.
Ilemnie's rerhaultjes, door JOUAXXA KAK
KER, lllustratiëii en band versiering van
MKDAKD TVTCIAT. Uitgegeven door C.
A. J. van Dishoeck.
Weer zoo'n mooi boek, voor jongens en
.meisjes, van y?1'2 en meer jaren, inprettigen
verteltoon, geheel geschreven naar den geest
van kinderen. liet ziju vier verhalen, liet een
al mooier dan he-t andere. Hoe lief is niet
Ma-rietje's besla,'t, hoe voel houdt ze van haar
broertje en hoe klopt op school haar hartje
als het ventje ziek is, en hoe bjij is ze, als
ze hem genezen iet. En dan: liet J'oe.nje, met
den grondtoon: ,,We zjjn arm aan geld, maar,
o, zou rijk aan liefde!..." Sla het niet over
dit verhaaltje, eindigend met een uituoodiging
miHiMiiiiimiimiiiimiiiiiiiuiimmiHiiMiiiiiiiiiiiHiiiiiiuuitHiiHiiuiuii
overste zich dus wel verplicht, zijn woord
te houden. 4
Ziet u, vader, u moet niet altijd grappige
of vroolijke verhaaltjes vertellen; Ketje zegt,
dat de menschen- laug niet alt.ijd vroolijk zijn
en dikwijls verdriet hebben. Is dat echt waar,
papa? Zij zegt van ja!"
De moeder zuchtte en de angst sloeg haar
weer oni het hart. Ook de overste had uiooite,
zich goed te houden, doch liij wist zich weldra
te herstellen eu zei op vriendulijken toon:
Ja, Abby, Ketje heeft gelijk, ieder nieusch
heeft wel eens verdriet, dat is niet anders
eu daar is niets aan te doen ook!"
He, vertelt u daar dan eens een geschie
denis van, papa, maar dun ook heel, vreeselijk
erg, dat we allemaal bang worden. Toe,
maatje, komt u naast me zitten eu hou m'ii
handjes vast. Weet u, als hol dan soms al te
naar wordt, is het niet zoo verbazend erg.
Hè, ja, zóó zit ik heerlijk. Nu, papa, begin
nou, ik luister."
Komaan dun maar. Er waren eens drie
oversten. . . ."
O, dul's leuk! Ik weet, wat of oversten
zijn, omdat u er nok ren bent en ik dus
precies de uniform ken. En verder, paatje?'''
,,Zc luidden in den slag'tegen de discipline
gezondigd, en. . ."
Het woord discipline" was Abby nog ge
heel vreemd. Nieuwsgierig en verwonderd
vroeg ze: Kun je dat opeten, papa. is het
lekker ?"
De ouders schoten ondanks hun verdriet
in een lach en de vader antwoordde: NVen.
Abby. dat beteekont heel wat anders. Ze
overtraden ern bevel. . . ."
Is dat dan. . . .','"
Neen, kindje, dut is ook al niet om op te
eten, evenmin als dat andere. Luister nu rnaur.
De drie oversten moesten in een treurigeil veld
slag een gewaaiidcn aanval doen op een sterke
stelling, om de soldaten het terugtrekken
gemakkelijker te maken. Maar in hun ijver
gingen zij te ver. en deden een werkelijken
aanval, namen de stelling stormenderhand
iu en wonnen den slag. De opperbevelhebber
prees hen wel is waar uitermate, doch hij was
tegelijkertijd zeer vertoornd over hun onge
hoorzaamheid eu zond hen naar Londen, opdat
de krijgsraad over hun lot zon kunnen be
slissen."
Dut m (jet de groote generaal Cromwell
doen, is 't niet papa?"
.?Ja, Abby."
Ik heb hem eens gezien, vadertje. Hij
komt tusschenbeide wel hier langs met de
soldaten, eu dan zH hij wat trotsch op z'n
paard en een gezicht zet ie. . . . kijk, zóó, . . .
ja, precies weet ik het eigenlijk niet recht,
maar erg tevreden kijkt ie niet eu je kan
duidelijk zien, dat iille menschen bang voor
hem zijn. Maar ik ben niets bang voor hem,
want mij kijkt hij altijd even vriendelijk aan."
O, jou lieve, kleine babbelkous! Dus, zooals
ik zei, de oversten werden naar Londen ge
bracht eu als ze op hun eerewoord beloofden
om. Sinterklaas te komen vieren; en vergeet
het dichterlijke: Van het Prinsesje, dat
onterreden geworden was allerminst, en let ook
eens op de illustraties en de boekversiering
van Tytgat, die meer zou doen als spreken
der kleur voor de teekening en den letter
waren genomen.
Hoe Kleïit-Knoelie onder de Menschen kwam,
door AXXA DK SAVORNIX LOHMAX.
Teekeningen van L. W. R. WEXCKBHACH.
Uitgegeven door C. A. J. van Dishoeck
te Bussum.
Reeds -plaatjes van "Wenckebach op zichzelf
maken Klein-Knoelie tot een mooi kinder
boek. Parmantig .zit Klein-Rnoelie's paatje
op de kleine lezers of lezeressen te wachten
om de dreumissen flink in de oogen te kijken.
?Een pleizier voor de jongens en meisjes, dat
het hondje-zelf, van wie in het, met mooie
groote letters gedrukte, boek verhaald wordt,
niet gehad heeft, want Klein Knoelie heeft
zjjn paatje nooit gekend. Die w.as al dood
voor ziju geboorte.
Alle bladzijdan hebben, boven, een rand
van bloemen. Tegenover velen vindt men
mooie gekleurde te.ekeningen, die heel juist
uitdrukken wat in het boekje te lezen staat,
wat hondjes gevoelen en wat kinderen willen,
als: Klein-Knoelie in de kool als het gaat
sneeuwen." Klein-Knoelie en de twee meisjes
en het eene jongetje," die het beestje voor
geen goud zouden willen missen.
Het verhaal is heel lief en vriendelijk, en
bevattelijk voor kinderen, al komen er een
enkele maal wel eens
groote-menschenwoorden in. De taal, goed, zuiver en beschaafd
Ilollandseh, is eene aanbeveling te raeer voor
dit met smaak uitgevoerde kinderboek voor
den beschaafden stand.
Uit de (iedenkscliriften rein een School
jongen, door HEXDRIK EIIEX, (Joh. H.
Been). Schrijver vau: Drie jongens
op reis." Geïllustreerd door 7. B.
HEUKELOM. Amsterdam S. L. van Looy.
Geef een jongen, geef een meisje, onder
en boven de 14 jaar, >c gedenkschriften ran
een frchooljonyen in handen, en ge krijgt niets
meer van den jongen noch van het meisje
gedaan, voor het boek is uitgelezen.
Gaat de jongen of het meisje op het Gym
nasium dan wordt het boek verslonden.
Want er komt in dat bock, nog al wat over
de Latijiiscfoe school in voor.
Béschooljongen is -een echte jongen, die
dol van open-luchtleveu houdt, gaarne onder
de zeeloodseu zwerft, een rakkert, een vat
vol kuttekwaad, maar ... hij werkt ook, en
heeft een hart van goud; hij is een engel
voor zijn moeder, en voor zijn vader een
klein, guitig vrind j e.
De jongen doet y.ini veel kattekwaad, jaagt
oude dames zóó de dood op het lijf, dat de
vrouw vau den catechiseermeester dreigt aau
de familie de huur op te zeggeu om toch
nooit meer dien slechten, geineenuii jongen,
die eigentlijk naar Mettray of Kruisberg
moest, iii luiar huis te, hebben, meester
Teilers kou les geven aan wien hij wilde...
die jongen kwam nooit iu der eeuwigheid
meer in haar huis!"
liet goede hartje vau den jongen klopte
hevig. Hij droomde van al de dreigementen.
Maar alles kwam weder terecht ; het werd
op nieuw vrede en vriendschap.
De jongen werkt, wordt geplaagd met
mathesis en algebra, en wat niet al, tot het
examen wordt. Dien exameiitijd Jijet z'n
angst en blijdschap heeft Keen prachtig- ge
teekend. Men maakt eu gevoelt alles met!. Een
examen om en bij kermistijd, . . . kan het
naardijr!. . . een tijd, als de jongens liever de tenten
zien o7)liouwen on achter de tenten naar de
imiiitiiiuiiimii
mama, . .
Stil maar landje,
terug te y.ulleu komen, mochten ze hun
familie vaarwel. . .."
Stil!
Ze luisterden. Weder klonken schreden,
doch weder gingen ze voorbij. De moeder
leuude uiet het hoofd togen dt-ji schouder
van luiar echtgenoot, opdat noch hij, noch
het argelooze kind iets van haar groote droef
heid zien zouden.
Van morgen zijn ze thuisgekomen !"
Met groote oogeii staarde Abby haar vader
aan; even later vroeg ze op eens: Pupa,
is 't echt gebeurd ?"
Zeker, kindje,"
O, wilt prachtig, nou en wtit toen? Hè,
maatje. . . . huilt u?"
t is niets.. . . ik. ... ik
vond 't zoo treurig en ik dacht. ... ik dacht
UJiu die vrouw en kinderen van die oversten."
Maar moederlief, gaat u daar nu niet om
huilen. '\ is toch immers maar een verhaaltje,
u zult Kien, dat alles nog weer goed afloopt;
vertelt u maar gauw verder papa, dun komt
u des (e gauwer aan. het eindje vau: eii ze
leefden gelukkig tut uun hun dood toe."
Zult u dun ook niet meer huilen, mama?"
En de overste va: te den. draad vun zijn
verImul weder op en vervolgde:
Vóór ze naar huis mochten gaan. werden
de gevangenen eerst in den Tower gebracht.
en duur werd wel een uur lang krijgsraad
over hen gehouden, tot men eindelijk het
schuldig" over hen uitsprak en men besloot,
hen te laten doodschieten."
Doodschieten, vader? O, wat verschrik
kelijk ! Maar n ia ma, uu huilt u alweer, lleusch,
u hoeft niet te huilen, het komt aanstonds
allemaal weer terecht. Slaat u muur een eindje
over, paatje, dan bent u eerder aan 't eind;
f u vertelt ook zoo langzaam."
Ja. kind, maar ik moet ook tusschenbeide
even bedenken, en je vult me telkens in de
rede. Nu dun, de drie oversten...."
Kent u ze vader?"
Ju, ik keu ze."
Hè, ik wou dut ik ze ook kende, ik houd
wat veel van oversten, omdat u er ook een
bent, geloof ik. Eu toen ?"
De drie oversten waren erg bedroefd en
al de officieren vau den krijgsraad ook, want
ze wilden niet, dat de gevangenen zouden
worden doodgeschoten. Na lang over en weer
praten, gingen drie ofticiereu naar generaal
Cromwell en vroegen uit naam van allen,
die in deu krijgsraad gezeten hadden, of de
generaal toestemming wilde geven, dat aan
twee van de oversten genade, werd geschon
ken en er maar een doodgeschoten zou worden.
Dat zou voldoende ziju, om een voorbeeld te
stellen bij het leger. Doch de generaal, die
zeer streng was, wees hun verzoek van de
hand, want wanneer zij volgens hun zeggen,
hun plicht gedaan en naar hun geweten ge
handeld hadden, wilde hij evenmin zijn plicht
verzaken, noch ziju soldateneer bezoedelen.
Ze antwoordden echter, dut ze hem niets
verzocht hadden, wat zij ook niet zouden
geheimen kijken, en vol bewondering opzien
naar een spullebaas en opschrikken als de
baas van het Marionettentheater tot eender,
vrindjes zegt : . . . maar van jou kan je moeder
wel gehakt maken." In dien tijd stelt ieder
rechtgeaarde jongen een slangenmeiisch, in
bekwaamheid, boven alle curatoren van het
gymnasium, boven curator-krullebol in de
eerste plaats.
Maar boven meneer Straalders den docent,
stelt de jongen het slangenmensch niet.
Terwijl curator-krullebol hem op het examen
als Beëlzebub voorkomt, wordt docent Straal
ders zijn beschermengel. Als hij op een
namiddag bij hem komt, om nog even iets te
repeteeren voor den volgenden dag, zegt hij :
En nu heb ik nog een vroolijke
tijding voor je. . . . Raad eens.
IIUMlIUIIIHnillllHllllMMinittUltllllllMnilllUUfmillHIJIIIIJIUIItHIIIHIII
40 cents per regel.
linniliiHlliHniiiiniiitniiriiNtiimriiMtrm«iiimHinliiiiiiiiiHiinniiHHi
tot fl 3.7O per Meter! Franco en
vrüvau invoerrechten toegezonden!
Stalen ommegaand; evenzoo van zwarte, witte
en gekleurde Henwetrerg-Zyde" van
6O'«l tot uil.H5 per Meter.
6. HBimeberg, Zijde-Fafcr. (k. & k. Hofl.), ZSrh*.
Grands Yias de Cliaapgite
B. A. EIPPING & Co., Amst.
Zeker en zonder pijn werkt het
Echte Radlaiiersdie Eküterooren middel,
/ 0.-5Ö. Altee.ii echt met do firma
~KRONENA POTHEEK, Berlin. Depot bjj CLEBAN &Co.,
I>OLAK, PHAKMACH; FRANCAISE.
Piano-, Dïid- CE MHZ eüailel
mnmoos *v KALSIIOVK^,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS eiiPIANINO'siuKoop en in Huur
Reparecreii Stemmen Ruilen.
Voarhanden eene ruime sor
teering pas verschenen
Boek- en
Plaatwerken
bij J. II. n K II' I T,
Boek- en Kunsthandel,
Utrechtschestr. 54, Amsterdam.
Telephoon No. 3947.
gedaan hebben, indien zij in zijn plaats waren
eu hun het hooge voorrecht geschonken
werd, genade te verleenen. Dit antwoord
maakte een diepen indruk op den generaal;
hij overlegde nog eenige minuten niet zich
zelven eu zijn gelaat werd iets minder streng.
Eindelijk zei hij : \Velnu, ik sta u uw verzoek
toe. Twee mogen in het leven blijven, n
moot sterven. Het lot zal aanwijzen, wie.
Ze moeten dus loten."
Hebben ze geloot, papa ? Wie van de drie
werd nu doodgeschoten':"
Ze hebben niet geloot, kind."
Waarom niet papa'!"
Och kindje, dat begrijp je nog niet zoo
goed. 't Is eigenlijk heelemaal geen kinder
geschiedenis en.. ."
O, paatje, dat is juist echt, dat hindert
niet, vertelt n maar verder, waarom wonen
xo niet loten. Maatje luistert toch ook en die
begrijpt het wel."
Nu dun, ze zeiden, dat degene, die het
doodsmminuT trok, zich vrijwillig ter dood
veroordeelde en dit stond, wat men hier ook
tegen iu trachtte te brengen, gelijk met zelf
moord. Ze waren geloovige Christenen en
hun godsdienst verbood lam, de hand aan
zich zelf' te slaan, ze wilden dan maar liever
alle drie sterven."
Stil!
Do wind ? Neon. Stap stap ?
stap roinmedebora, rominedebom. . . .
Iu naam vun don generaal, doe open !"
Kijk eens, papa, soldaten ! Ik zie ze zoo
graag, raag ik opendoen, hètoe, paal j o, ja?"
Zij sprong vun haar vader's knie, liep naai
de (leur ou zei vroolijk: Komt naar binnen.
komt naar binnen! Abby mag zelf opendoen.
Hier zijn ze, papa, grenadiers! Hè, grena
diers keu ik toch zoo goed."
De kleine afdeeliiig marcheerde naar bin
nen, stelde zich in 't gelid, 't geweer in den
arm; huu officier grootte. De veroordeelde
overste stond recht overeind en beantwoordde
den groet. Zijn vrouw was naast hem komen
staan, doodsbleek en met een
wuuhopigtreurige uitdrukking in de vochtige oogen .
geen snik, geen jammerklacht verried haar
nameloos wee. Het kind zag alles met van
verbazing starende oogen aan.
Een innige omhelzing van vader, moeder
en kind; daarna het kort bevel: Naar deu
Tower marsen!" Met vasten, militairen
tred verliet de overste zijn huis, gevolgd
door de afdeeliiig. De deur viel in 't slot.
O moedertje, was dat niet mooi? Ik heb
u toch vooruit gezegd, dat alles goed afloopen
zou. Nu gaan ze naar den Tower, brengen
papa bij de oversten en dan....
Abby, mijn schat, mijn lief, onschuldig
kind, kom bij me, dicht, dicht bij me !" riep
plotseling do moeder op hartverscheureuden
toon uit. Toen viel ze in zwijm.
(Slot
volgt).