De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 22 november pagina 3

22 november 1903 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1S78 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. 3 beperkt, is ook voor vereenvoudigers een woordelijst niet overbodig gebleken. Voor eerst orn de weg te wijzen bij 't schrijven van ei en ij; on en au; v en ?; z en s enz.; ten tweede, omdat het niet weinigen moeilik valt uit de algemene regels tot de spelling v.an een bepaald woord te besluiten, en eindeïik omdat zich voor ieder, bij lk orthografles systeem, gevallen van twijfel voordoen." In de Oktoberaflevering van het tijdschrift Noord en Zuid zjjn deze woorden geciteerd (nit de tweede band) en door een anonimus van opmerkingen voorzien die, naar men mij verzekert, ook door andere leken worden gemaakt. De satïriese onbekende verklaart dan, dat de spelling van de Arries en te Winkel nood zakelijk (moest) -worden afgeschaft, want de knappe lul konden die lastige spelling"" mei volgen. Ze moesten altijd hun woorden lijst '"bij zich hebben. Met de vereenvou digde"" spelling was zoo iets niet noodig; moeilijkheden waren er niet meer, en nu weten de vereenvoudigers zelf geen weg met eïen ij, met au en ou enz. en komen zij tot de openlijke bekentenis, dat er bij' alle spellin gstelseis regels zijn, waarvan de toepas sing niet meevalt en dat er voor elke spelling een woordenlijstje"" noodig is om in twijfelachtige gevallen te raadplegen. Hot zal voor velen, die tot dusverre diepbes£haamd naar hun woordenlijst"" keken, een ver luchting zijn, dit te hooren." In deze ontboezeming vinden wij waarheid naast onwaarheid. Ook zie ik er in een soort van verzoek tot de argeloze lezer om . . . een valse gevolgtrekking te maken. .Dat de vereenvoudigers scherpe kritiek hebben geoefend op de orthografie van de Vries en te Winkel ? dut is waarheid. Maar onwaarheid, dat de vereenvoudigers zouden hebben verklaard: in ons systeem komen geen moeilikheden voor. Ik schreef b. v. in 1801 : Ik weet zeer goed, dat -eeöin alle opzichten konsekwente spelling tot de onmogelikheden behoort." 1) Een paar jaar later : Men, heeft (bjj spel lingverandering) rekening te houden met een zeer groot aantal landgenoten, die of niet in staat zouden zijn te lezen wat iii een sterk gewijzigde spelling was opgesteld, of die er gewoon-weg voor zouden bedanken, zich de inspanning, aanvankelik aan het lezen van zo'n vi<eemde" " taal verbonden, te ge troosten." 2) En in 1897 : Of de nieuwe regeling nu vofeaaakt is? Niemand die 't zal beweren. Maar 't volmaakte is dikwels onbereikbaar. En als men er hél ver van af heeft gestaan, is 't zeker onbereikbaar met n greep. AVij hebben iets beters willen geven daii wat bestond. Kun stap doen in de goede richting." .'!) Het zou niet moeilik ziju meer dergelijke citaten bij te brengen. Mij dunkt dat het overbodig is. J? u de poging van de Onbekende uit Noord en Zuid om zijn lezers te brengen tot een vaJse gevolgtrekking. Hij hoopt blijkbaar dat ze na zijn voor lichting zó zullen redeneren : In het stelsel van de Vries en te Winkel komem moeilikheden voor die hot raadplegen van een woordelijst wenselik maken. In het stelsel van de Vereenvoudigers komen, volgens hun eigen bekentenis, ook Hroeilikheden voor die . . . (enz.). Dés is <er geen reden om het stelsel van de Vries en te WiukeJ door dat van de Vereenvoudigers te vervangen. Maar wie loopt er nra zó gemakkelik in ! Wanneer iemand die zijn gezondheid ver waarloost, kans heeft dat hij spoedig sterft; ?en wanneer er voor iemand die hygiënies HfMinriiimiiniMiiifmifniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiriitiiiiriMiiiiMiiiiiiHiii HET DOQDSNUMMER. BOOR MARK TWAIN. Hot was in den tijd van Olivier Cromwell. Overste Mayfar, de jongste officier van dien rang in het leger van den protector, telde nauwelijks dertig jaar, doch was ondanks zijn jeugdigen ouderdom een echt veteraan, ge hard tegen alle krijgsgevaren. Op ziju zeven tiende jaar was hij de militaire loopbaan begonnen, had verscheidene veldslagen mee gemaakt en zich door moed en beleid de achting en de toegenegenheid zijner meerderen weten te verwerven en tegelijk met deze zijn hoogen rang in het leger. Thans echter drukten. hem zware zorgen; een schaduw was opzijn geluk gevallen. Het was winteravond; de wind gierde door den schoorsteen en de regen kletterde tegen de ruiten. Jn de huiskamer van den overste heerschte een droevig zwijgen; hij had met zijn jonge vrouw ampel eu breed gesproken o-ver liet onheil, dat lien boven het hoofd hing, daarna hadden ze te zamen een hoofd stuk uit den Bijbel gelezen en als naar ge woonte hun avondgebed gedaan. Toen bleef hun .niets anders over, dan hand in hand naar liet vuur te staren en... te wachten. Lang zouden ze niet hoeven wachten, dat wisten ze eu mevrouw Mayfar huiverde bij de ge dachte. Zij hadden slechts n kind, Abby, oen meisje van ruim zeven jaar. Dat kind was hun afgod. Zoo aanstonds zou ze binnen komen, om goeden nacht te zeggen en daarom ^prak de overste haastig tot zijn vrouw: Droog je tranen af, vrouwtje, laat Abby niet zien, dat je gehuild hebt. Toe, doe maar even je best, om vroolijk te wezen. Laten we, om harentwil, een oogenblik trachten te v«rgeten, wat ons boven 't hoofd hangt." Ja, ik «al 't probeeren. Ik zal trachten mijn verdriet in mijn hart op te sluiten, zonder dat het breekt." En we zullen beproeven met geduld te dragen, wat ons opgelegd wordt, en niet ver geten, -dat -alles wat God doet welgedaan is en tot ons eigen bestwil.... Zijn wil ge schiede! O, ik kan ze wel met een geloovige aiel zeggen, deze woorden, maar van ganscher harte erin berusten, neen, dat is mij heden iiiet mogelijk! De gedachte, dat ik deze lieve trouwe hand misschien voor do laatste maal in de mijne mag drukken...." Stil, lieveling, daar komt ze al aan!" Een kleine gestalte met lange blonde krullen kwam in haar wit iiaehtpounetje vroolijk de kamer binneiihuppelen en sprong leeft, óók een kans bestaat dat hij spoedig sterft; mag men dan konkluderen: het lichaam ondervindt geen nadeel van losbandigheid? Of, als er van zeven wrakken die 't scheep vaartverkeer belemmeren, vijf worden opge ruimd, mag men dan spreken van onnodige moeite en kosten omdat . . . men altijd nog stoten kiiu op een van de beide andere ? Wie onbevooroordeeld de zaak bekijkt, ziet immers dadelik wat het geval is! De volgers van de vereenvoudigde spelling zullen 'n enkele maal in de woordelijst moeten nagaan, of ij dan wel ei in een woord gebruikelik is; hoe 'n bastaardwoord wordt geschreven, enz. Bij diezelfde woorden zal de aanhanger van de Vries en te Winkel zijn lijst raadplegen. Maar bovendien zal hij 't moeten doen iii gevallen van aarzeling tussen e of e,e, o of oo, s of srJt, verbiudings-» of geen verbiiidings-n, verbindings-s of geen verbindings-s. En dan nog telkens en telkens om te zien of een niet-onzijdig woord mannelik genoemd wordt of vromvelik! Als iemand niet begrijpt dat hier tussen 't volgen van de vereenvoudigde schrijfwijze en het toepassen van de spelling-de Vries en te Winkel groot onderscheid bestaat, dan schort het hem iu het gunstigst geval aan ffoei Ie vil. Okt. 190:5. K. A. KOTJ.EWIJX. 1) In Onze lastige Spelling" (Vragen run den ]><'!/}? Herdrukt iu mijn Uitstellen on-r Spelling en Verbuiging, blz. 14. 2} Aid. 31. 3) Tveemaemdel. Tijdschrift. Ojist. om' Spell. ui Verb., blz. 101. Voor Sinterklaasgeschenken. A<ii)T G.IDMS SET.MEI:. Een doktersfam'die i'ii }«i 'hooge Noorden. Een verhaal voor UK ieders eu kinderen (Geschikt voor eiken leeftijd boven y of 10 jaar). Vertaald uit, het Noorse!) door J>ETSY NoitT. Uitgever W. Hilarius Wzn. te Almelo. Moeders, die nog geen keuze hebbe gedaan om met Sinterklaas hun kinderen een mooi boek te geven, kiezen: .Agot Gjems Selmcr's Een dokterttfamilie. Het lieflijke en grootsche van X oor wegen, het land met zijn fjords, zijn rotsen en zijn stille vlakten, ontwaart men op iedere bladzijde. Erisch en oorspron kelijk, deugdelijk en degelijk, boeiend en niet vermoeiend is dit boek, dat zoowel kinderen zal behagen als ouders. Een gevoel naar het betere, een gevoel van het grootsche komt al lezende, over den belangstellende. Een doklei-xfamilie kan zoowel met Sinter klaas als met kersttijd tot geschenk dienen. De hoofdstukken: Vt'ifir kerstmis en kerst avond bevelen het zelfs als kerstgeschenk aau. En welke hoofdstukken!Een No:jr alleen kan het kerstfeest zoo beschrijven, want Jule-feest is het grootste feest in Noorwegen, het winterfeest gelijk Johaunisfeest het zomerfeest is. Eene vrouw met gezond oordeel over kinderboeken als X. van Hiehtum kon dan ook met volle overtuiging een woordje vooraf (waarom steeds liet tot vervelens toe ge bruikte woordje intens. Intens wordt bela chelijk) aan het hoofd van dit kinderboek plaatsen. Wie Een doktersj'ainUie gelezen heeft, zal de woorden van N. van liichtum nazeggen eu beamen. Welke eischen moet en mag men stellen aan een kinderboek? Allereerst voele men het warme, liefde volle hart van den auteur er in kloppen; --") Een ware gebeurtenis, ontleend aan de Letters and Speeches of Olirer Cromwell. vlug naar haar vader toe, die bet kind aan zijne borst drukte en hartstochtelijk kuste. Hè, papa, u moet me niet zoo hard klissen, u haalt al m'n krullen door de war." Zoo, Abby, wel dat spijt me verschrik kelijk, hoor. Je moet er maar niet boos om wezen, kindje." Wel neen, paatje, maar spijt het u heusch? Zegt u niet voor een grapje, dat het u spijt 7" J-e moest eens zien, hoe 'n verdriet ik heb, Abby!" zei de overste, en terwijl hij zijn gezicht met beide handen bedekte, deed hij, alsof hij werkelijk'huilde. Nu dacht Abby ook> dat het meenons was. Ze begon luid te schreien, trachtte met geweld de handen voor haar vader's gelaat weg te trekken en riep uit: Niet huilen, papa! Abby heeft het niet zoo gemeend. Abby zal het nooit weer doen. Toe, paatje. niet huilen." Weer probeerde zij, de groote handen weg te krijgen en toen de overste zich gewonnen gaf en eensklaps op vroolijken toon zei : Kiek kiek, gefopt, kleine hartedief ik. . . ." viel ze hem in de rede met de woorden: Hè, stoute vader, u hebt niet eens gehuild. IJ hebt maar net gedaan of u verdriet had! Nu wil Abby ook niet langer bij u blijven. Maatje is veel liever voor Abby, ik ga naar maatje toe" Ze wilde zich van zijn knie laten glijden, maar haar vader sloeg beide armen om haar heen en zei: Neon kindje, loop maar niet weg, blijf maar bij me, vader zal je niet meer plagen. Wacht, laat ik eerst de tranen wegkussen, zóó, en uu mag je zelf voor paatje een straf bedenken, je mag me met je laten doen, wat je wil, paardje rijden, clown spelen, bedenk maar!" Een zonnig lachje deed eensklaps Abby's gezichtje van vreugde stralen. Weg was haar verdriet, en in de handjes klappend riep ze verrukt uit: Dan moet vader een' mooi verhaaltje vertellen!". . . . Stil, wat is dat ? De ouders luisterden met ingehouden adem. De wind was iets minder hevig geworden en ze hoorden voetstappen naderen, al dichter en dichter bij komen, ze gingen voorbij en stierven weg in de verte. Verruimd zagen ze elkander een seconde aan, man en vrouw, en onmiddellijk daarop vroeg de vader: Dus een verhaaltje, Abby?" Ja, papa, eu voor van avond eens een heel treurig." Maar lieve kind, waarom een treurige ge schiedenis, een vroolijke is toch veel aardiger." Doch welke moeite papa zich ook gaf, Abby van haar voornemen af te brengen, er was niets aan de zaak te veranderen. Abby had gevraagd om een treurig verhaal, papa had gezegd, dat hij z'n woord honden zou en dus werd het een treurig. Vader was immers een Hink en braaf soldaat, die zijn woord gegeven had en dit nu maar niet zoo zouder reden breken mocht. Eu zoo zu" de dan zij de vorm schoon, de stijl vloeiend en los, de woordenkeus eenvoudig eu sober, en voor de kinderen begrijpelijk. Als geheel zij het voor volwassenen als voor kinderen even aantrekkelijk het kenmerk van ware kunst en, zoo mogelijk, door zijn warmen, bezielenden inhoud, van opvoedende kracht. voor ouders en kinderen, beiden. .Agot Gjems Sehner is blijkbaar zelf eene lieve, warm-gevoelende, hoogontwikkelde, paedagogisch buitengewoon begaafde moeder, en de kinderen zijn, met al hun eigenaar digheden, bepaald naar de natuur geteekend. Ook de vader, de algemeen beminde dok ter, welk een mooie, eenvoudige heldenfiguur! En dan de treffende natuurbeschrijvingen, zoo verheffend eu zoo hoog-ernstig van op vatting, eu toch voor niet al te jonge kin deren, volkomen begrijpelijk ! Kinderen heb ben een fijn gevoel voor nutuurschoon, al kunnen ze hun indrukken niet ondes woorden brengen. Mevr. Selmer houdt er rekening mede. Ze spreekt niet tot de kinderen als tot aardige, snoezige poppetjes, die men met onbeduidend gesnap moet bezighouden, maar als tot kleine inenschjes met reeds voor alle goede eu hooge indrukken ontvankelijke zieltjes. Zulke reine, hoog moreele indrukken, in hun jeugd ontvangen, de kinderen vergeten ze nooit, eu ze zullen hun, later, dikwijls tot een schild zijn tegen vele booze invloeden. Als men dit boek leest, krijgt men een gevoel of men alle kinderen wel naar het hooge Noorden zou willen zenden om opge voed te worden. Allen, die dit heerlijke boek lezen, meer voor kinderen vau 11) jaar en er boven, wel tot 10 jaar, 't zij jongens of meisjes, zullen het meer dan voldaan uit de handen leggen, om het later nog eens te lezen, eu telkens weer de hoofdstukken van Kcrataranil. en denavond er voor. Mevr. Selmer heeft haar land, het gamle Norge" lief. Op kerstavond zou ze willen, dat alle Noren het lied vau Björnsou auuhieven : Ju, ri el»ker detie I.unuet, dat is. overgezet zijnde: Ja, wij hebben ons land lief'. Ze ont houdt deu lezer dan ook niet het bijwonen vau het groote nationale feest in Noorwegen, ieder jaar den ITden Mei op Eidvoldspluats in ('hristiunia gevierd, ter herinnering aaoi het feit, dat jaren geleden, Noorwegen .. . Noor wegen werd, een feest, dat ook door Ibsen zijn: Bond der Jongeren gevierd wordt. Kveu mooi en opgewekt beschrijft mevr. Selmer het St. Jaiisfeest in Noorwegen. Door het gelieele buek gaat de grootsche Noorsche natuur, met haar sombere en blijde dagen, met haar lange nachten tot de Midder. nachtszon do nachten verdrijft en alles jubelt: Zomer! Zomer.' Lenige welgeslaagde fotogravuren geven een goed denkbeeld van de' fjords, de rotsen en de ijsbergen van Noorwegen: Gezi-cht op den fjord, De haren fan Tröins eu De iMt'oden. Ilemnie's rerhaultjes, door JOUAXXA KAK KER, lllustratiëii en band versiering van MKDAKD TVTCIAT. Uitgegeven door C. A. J. van Dishoeck. Weer zoo'n mooi boek, voor jongens en .meisjes, van y?1'2 en meer jaren, inprettigen verteltoon, geheel geschreven naar den geest van kinderen. liet ziju vier verhalen, liet een al mooier dan he-t andere. Hoe lief is niet Ma-rietje's besla,'t, hoe voel houdt ze van haar broertje en hoe klopt op school haar hartje als het ventje ziek is, en hoe bjij is ze, als ze hem genezen iet. En dan: liet J'oe.nje, met den grondtoon: ,,We zjjn arm aan geld, maar, o, zou rijk aan liefde!..." Sla het niet over dit verhaaltje, eindigend met een uituoodiging miHiMiiiiimiimiiiimiiiiiiiuiimmiHiiMiiiiiiiiiiiHiiiiiiuuitHiiHiiuiuii overste zich dus wel verplicht, zijn woord te houden. 4 Ziet u, vader, u moet niet altijd grappige of vroolijke verhaaltjes vertellen; Ketje zegt, dat de menschen- laug niet alt.ijd vroolijk zijn en dikwijls verdriet hebben. Is dat echt waar, papa? Zij zegt van ja!" De moeder zuchtte en de angst sloeg haar weer oni het hart. Ook de overste had uiooite, zich goed te houden, doch liij wist zich weldra te herstellen eu zei op vriendulijken toon: Ja, Abby, Ketje heeft gelijk, ieder nieusch heeft wel eens verdriet, dat is niet anders eu daar is niets aan te doen ook!" He, vertelt u daar dan eens een geschie denis van, papa, maar dun ook heel, vreeselijk erg, dat we allemaal bang worden. Toe, maatje, komt u naast me zitten eu hou m'ii handjes vast. Weet u, als hol dan soms al te naar wordt, is het niet zoo verbazend erg. Hè, ja, zóó zit ik heerlijk. Nu, papa, begin nou, ik luister." Komaan dun maar. Er waren eens drie oversten. . . ." O, dul's leuk! Ik weet, wat of oversten zijn, omdat u er nok ren bent en ik dus precies de uniform ken. En verder, paatje?''' ,,Zc luidden in den slag'tegen de discipline gezondigd, en. . ." Het woord discipline" was Abby nog ge heel vreemd. Nieuwsgierig en verwonderd vroeg ze: Kun je dat opeten, papa. is het lekker ?" De ouders schoten ondanks hun verdriet in een lach en de vader antwoordde: NVen. Abby. dat beteekont heel wat anders. Ze overtraden ern bevel. . . ." Is dat dan. . . .','" Neen, kindje, dut is ook al niet om op te eten, evenmin als dat andere. Luister nu rnaur. De drie oversten moesten in een treurigeil veld slag een gewaaiidcn aanval doen op een sterke stelling, om de soldaten het terugtrekken gemakkelijker te maken. Maar in hun ijver gingen zij te ver. en deden een werkelijken aanval, namen de stelling stormenderhand iu en wonnen den slag. De opperbevelhebber prees hen wel is waar uitermate, doch hij was tegelijkertijd zeer vertoornd over hun onge hoorzaamheid eu zond hen naar Londen, opdat de krijgsraad over hun lot zon kunnen be slissen." Dut m (jet de groote generaal Cromwell doen, is 't niet papa?" .?Ja, Abby." Ik heb hem eens gezien, vadertje. Hij komt tusschenbeide wel hier langs met de soldaten, eu dan zH hij wat trotsch op z'n paard en een gezicht zet ie. . . . kijk, zóó, . . . ja, precies weet ik het eigenlijk niet recht, maar erg tevreden kijkt ie niet eu je kan duidelijk zien, dat iille menschen bang voor hem zijn. Maar ik ben niets bang voor hem, want mij kijkt hij altijd even vriendelijk aan." O, jou lieve, kleine babbelkous! Dus, zooals ik zei, de oversten werden naar Londen ge bracht eu als ze op hun eerewoord beloofden om. Sinterklaas te komen vieren; en vergeet het dichterlijke: Van het Prinsesje, dat onterreden geworden was allerminst, en let ook eens op de illustraties en de boekversiering van Tytgat, die meer zou doen als spreken der kleur voor de teekening en den letter waren genomen. Hoe Kleïit-Knoelie onder de Menschen kwam, door AXXA DK SAVORNIX LOHMAX. Teekeningen van L. W. R. WEXCKBHACH. Uitgegeven door C. A. J. van Dishoeck te Bussum. Reeds -plaatjes van "Wenckebach op zichzelf maken Klein-Knoelie tot een mooi kinder boek. Parmantig .zit Klein-Rnoelie's paatje op de kleine lezers of lezeressen te wachten om de dreumissen flink in de oogen te kijken. ?Een pleizier voor de jongens en meisjes, dat het hondje-zelf, van wie in het, met mooie groote letters gedrukte, boek verhaald wordt, niet gehad heeft, want Klein Knoelie heeft zjjn paatje nooit gekend. Die w.as al dood voor ziju geboorte. Alle bladzijdan hebben, boven, een rand van bloemen. Tegenover velen vindt men mooie gekleurde te.ekeningen, die heel juist uitdrukken wat in het boekje te lezen staat, wat hondjes gevoelen en wat kinderen willen, als: Klein-Knoelie in de kool als het gaat sneeuwen." Klein-Knoelie en de twee meisjes en het eene jongetje," die het beestje voor geen goud zouden willen missen. Het verhaal is heel lief en vriendelijk, en bevattelijk voor kinderen, al komen er een enkele maal wel eens groote-menschenwoorden in. De taal, goed, zuiver en beschaafd Ilollandseh, is eene aanbeveling te raeer voor dit met smaak uitgevoerde kinderboek voor den beschaafden stand. Uit de (iedenkscliriften rein een School jongen, door HEXDRIK EIIEX, (Joh. H. Been). Schrijver vau: Drie jongens op reis." Geïllustreerd door 7. B. HEUKELOM. Amsterdam S. L. van Looy. Geef een jongen, geef een meisje, onder en boven de 14 jaar, >c gedenkschriften ran een frchooljonyen in handen, en ge krijgt niets meer van den jongen noch van het meisje gedaan, voor het boek is uitgelezen. Gaat de jongen of het meisje op het Gym nasium dan wordt het boek verslonden. Want er komt in dat bock, nog al wat over de Latijiiscfoe school in voor. Béschooljongen is -een echte jongen, die dol van open-luchtleveu houdt, gaarne onder de zeeloodseu zwerft, een rakkert, een vat vol kuttekwaad, maar ... hij werkt ook, en heeft een hart van goud; hij is een engel voor zijn moeder, en voor zijn vader een klein, guitig vrind j e. De jongen doet y.ini veel kattekwaad, jaagt oude dames zóó de dood op het lijf, dat de vrouw vau den catechiseermeester dreigt aau de familie de huur op te zeggeu om toch nooit meer dien slechten, geineenuii jongen, die eigentlijk naar Mettray of Kruisberg moest, iii luiar huis te, hebben, meester Teilers kou les geven aan wien hij wilde... die jongen kwam nooit iu der eeuwigheid meer in haar huis!" liet goede hartje vau den jongen klopte hevig. Hij droomde van al de dreigementen. Maar alles kwam weder terecht ; het werd op nieuw vrede en vriendschap. De jongen werkt, wordt geplaagd met mathesis en algebra, en wat niet al, tot het examen wordt. Dien exameiitijd Jijet z'n angst en blijdschap heeft Keen prachtig- ge teekend. Men maakt eu gevoelt alles met!. Een examen om en bij kermistijd, . . . kan het naardijr!. . . een tijd, als de jongens liever de tenten zien o7)liouwen on achter de tenten naar de imiiitiiiuiiimii mama, . . Stil maar landje, terug te y.ulleu komen, mochten ze hun familie vaarwel. . .." Stil! Ze luisterden. Weder klonken schreden, doch weder gingen ze voorbij. De moeder leuude uiet het hoofd togen dt-ji schouder van luiar echtgenoot, opdat noch hij, noch het argelooze kind iets van haar groote droef heid zien zouden. Van morgen zijn ze thuisgekomen !" Met groote oogeii staarde Abby haar vader aan; even later vroeg ze op eens: Pupa, is 't echt gebeurd ?" Zeker, kindje," O, wilt prachtig, nou en wtit toen? Hè, maatje. . . . huilt u?" t is niets.. . . ik. ... ik vond 't zoo treurig en ik dacht. ... ik dacht UJiu die vrouw en kinderen van die oversten." Maar moederlief, gaat u daar nu niet om huilen. '\ is toch immers maar een verhaaltje, u zult Kien, dat alles nog weer goed afloopt; vertelt u maar gauw verder papa, dun komt u des (e gauwer aan. het eindje vau: eii ze leefden gelukkig tut uun hun dood toe." Zult u dun ook niet meer huilen, mama?" En de overste va: te den. draad vun zijn verImul weder op en vervolgde: Vóór ze naar huis mochten gaan. werden de gevangenen eerst in den Tower gebracht. en duur werd wel een uur lang krijgsraad over hen gehouden, tot men eindelijk het schuldig" over hen uitsprak en men besloot, hen te laten doodschieten." Doodschieten, vader? O, wat verschrik kelijk ! Maar n ia ma, uu huilt u alweer, lleusch, u hoeft niet te huilen, het komt aanstonds allemaal weer terecht. Slaat u muur een eindje over, paatje, dan bent u eerder aan 't eind; f u vertelt ook zoo langzaam." Ja. kind, maar ik moet ook tusschenbeide even bedenken, en je vult me telkens in de rede. Nu dun, de drie oversten...." Kent u ze vader?" Ju, ik keu ze." Hè, ik wou dut ik ze ook kende, ik houd wat veel van oversten, omdat u er ook een bent, geloof ik. Eu toen ?" De drie oversten waren erg bedroefd en al de officieren vau den krijgsraad ook, want ze wilden niet, dat de gevangenen zouden worden doodgeschoten. Na lang over en weer praten, gingen drie ofticiereu naar generaal Cromwell en vroegen uit naam van allen, die in deu krijgsraad gezeten hadden, of de generaal toestemming wilde geven, dat aan twee van de oversten genade, werd geschon ken en er maar een doodgeschoten zou worden. Dat zou voldoende ziju, om een voorbeeld te stellen bij het leger. Doch de generaal, die zeer streng was, wees hun verzoek van de hand, want wanneer zij volgens hun zeggen, hun plicht gedaan en naar hun geweten ge handeld hadden, wilde hij evenmin zijn plicht verzaken, noch ziju soldateneer bezoedelen. Ze antwoordden echter, dut ze hem niets verzocht hadden, wat zij ook niet zouden geheimen kijken, en vol bewondering opzien naar een spullebaas en opschrikken als de baas van het Marionettentheater tot eender, vrindjes zegt : . . . maar van jou kan je moeder wel gehakt maken." In dien tijd stelt ieder rechtgeaarde jongen een slangenmeiisch, in bekwaamheid, boven alle curatoren van het gymnasium, boven curator-krullebol in de eerste plaats. Maar boven meneer Straalders den docent, stelt de jongen het slangenmensch niet. Terwijl curator-krullebol hem op het examen als Beëlzebub voorkomt, wordt docent Straal ders zijn beschermengel. Als hij op een namiddag bij hem komt, om nog even iets te repeteeren voor den volgenden dag, zegt hij : En nu heb ik nog een vroolijke tijding voor je. . . . Raad eens. IIUMlIUIIIHnillllHllllMMinittUltllllllMnilllUUfmillHIJIIIIJIUIItHIIIHIII 40 cents per regel. linniliiHlliHniiiiniiitniiriiNtiimriiMtrm«iiimHinliiiiiiiiiHiinniiHHi tot fl 3.7O per Meter! Franco en vrüvau invoerrechten toegezonden! Stalen ommegaand; evenzoo van zwarte, witte en gekleurde Henwetrerg-Zyde" van 6O'«l tot uil.H5 per Meter. 6. HBimeberg, Zijde-Fafcr. (k. & k. Hofl.), ZSrh*. Grands Yias de Cliaapgite B. A. EIPPING & Co., Amst. Zeker en zonder pijn werkt het Echte Radlaiiersdie Eküterooren middel, / 0.-5Ö. Altee.ii echt met do firma ~KRONENA POTHEEK, Berlin. Depot bjj CLEBAN &Co., I>OLAK, PHAKMACH; FRANCAISE. Piano-, Dïid- CE MHZ eüailel mnmoos *v KALSIIOVK^, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS eiiPIANINO'siuKoop en in Huur Reparecreii Stemmen Ruilen. Voarhanden eene ruime sor teering pas verschenen Boek- en Plaatwerken bij J. II. n K II' I T, Boek- en Kunsthandel, Utrechtschestr. 54, Amsterdam. Telephoon No. 3947. gedaan hebben, indien zij in zijn plaats waren eu hun het hooge voorrecht geschonken werd, genade te verleenen. Dit antwoord maakte een diepen indruk op den generaal; hij overlegde nog eenige minuten niet zich zelven eu zijn gelaat werd iets minder streng. Eindelijk zei hij : \Velnu, ik sta u uw verzoek toe. Twee mogen in het leven blijven, n moot sterven. Het lot zal aanwijzen, wie. Ze moeten dus loten." Hebben ze geloot, papa ? Wie van de drie werd nu doodgeschoten':" Ze hebben niet geloot, kind." Waarom niet papa'!" Och kindje, dat begrijp je nog niet zoo goed. 't Is eigenlijk heelemaal geen kinder geschiedenis en.. ." O, paatje, dat is juist echt, dat hindert niet, vertelt n maar verder, waarom wonen xo niet loten. Maatje luistert toch ook en die begrijpt het wel." Nu dun, ze zeiden, dat degene, die het doodsmminuT trok, zich vrijwillig ter dood veroordeelde en dit stond, wat men hier ook tegen iu trachtte te brengen, gelijk met zelf moord. Ze waren geloovige Christenen en hun godsdienst verbood lam, de hand aan zich zelf' te slaan, ze wilden dan maar liever alle drie sterven." Stil! Do wind ? Neon. Stap stap ? stap roinmedebora, rominedebom. . . . Iu naam vun don generaal, doe open !" Kijk eens, papa, soldaten ! Ik zie ze zoo graag, raag ik opendoen, hètoe, paal j o, ja?" Zij sprong vun haar vader's knie, liep naai de (leur ou zei vroolijk: Komt naar binnen. komt naar binnen! Abby mag zelf opendoen. Hier zijn ze, papa, grenadiers! Hè, grena diers keu ik toch zoo goed." De kleine afdeeliiig marcheerde naar bin nen, stelde zich in 't gelid, 't geweer in den arm; huu officier grootte. De veroordeelde overste stond recht overeind en beantwoordde den groet. Zijn vrouw was naast hem komen staan, doodsbleek en met een wuuhopigtreurige uitdrukking in de vochtige oogen . geen snik, geen jammerklacht verried haar nameloos wee. Het kind zag alles met van verbazing starende oogen aan. Een innige omhelzing van vader, moeder en kind; daarna het kort bevel: Naar deu Tower marsen!" Met vasten, militairen tred verliet de overste zijn huis, gevolgd door de afdeeliiig. De deur viel in 't slot. O moedertje, was dat niet mooi? Ik heb u toch vooruit gezegd, dat alles goed afloopen zou. Nu gaan ze naar den Tower, brengen papa bij de oversten en dan.... Abby, mijn schat, mijn lief, onschuldig kind, kom bij me, dicht, dicht bij me !" riep plotseling do moeder op hartverscheureuden toon uit. Toen viel ze in zwijm. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl