Historisch Archief 1877-1940
DE AM.3TERDA M-M EVB
V;0 O R NEDERLAND.
No. 1378
Ik tan .zoo slecht raden, meneer.
r- Dan zal ik 't je maar zeggen: ik j:
je de deur uifc
Verbaasd keek ik m'nheer Straalders aan.
Hjj lachtte.
Je hebt van avond geen les meer,....
je mag gaan spelen! Myn gezicht drukte het
uit wat ik dacht.
Heerlijk!
Je mag geen boek meer inkijken; zeg
thuis maar dat ik het je gezegd heb. En
wil-je me nu beloven naar het opbouwen
van de kramen te gaan kijken... en je mag
ritten, en vliegen en spelen, en al wat je
maar wilt.
Ik dacht, dat het meneer Straalders in
't hoofd geslagen was.
De methode werkt goed. Ze ontspant de
zenuwen. De jongen komt door zijn examen.
Maar nu moet men lezen hoe Been den
jongensangst weet te schetsen, als de
examenandi voor den uitslag, in het stadhuis
wachten, hoe geheimzinnig alles om hen
schijnt,' hoe het koude zweet hen dien
schrikken van de straat! uitbreekt als de
bel gaat, die om met Shakespeare te
spreken hen dachvaart, ten hemel of ter
hel," en zjj: In Burgemeesterskamer" komen.
Hendrik Eben!" werd opgeroepen, want
de aartskwajongen is niemand anders dan de
sehrjjver zelf, de heer Been.
Eben kwam, beefde in de knieën, en ging
bijna aan 't huilen toen hij hoorde, dat hij
er door" was.
Dat werd een pret en plezier. Met allen,
die even gelukkig waren, liep hij door de
stad half zingend van blijdschap, arm in arm,
een lange rist. Het is een lust, het is op
wekkend te lezen van die blije jongens, den
koning te rijk... en dan het plaatje er naast
te zien.
Het boek sluit met de blije mededeeling,
dat er een vervolg op zal komen. Of de
jongens en meisjes op dat vervolg zullen
wachten!
Uit de Gedenkschriften van een Schooljongen
heeft geen aanbeveling noodig. Het beveelt
zich zelf aan. De schrijver, Joh. H. Been,
illMiMliiliHiiiiimiiiiMiiiiiiiiiiHiiiiiiiiimiuimiiiii
heeft; het leven van een jongen verteld, alsof
hij zélf nog jongen was, in echte jpngenstaal,
blij, .en met hemel in de ziel.
1 Aangename uurtjes, vertellingen voor
Jongens en Meisjes, onder redactie van
Cn. KRIEXEN, met Illustraties van W.
K. DE BRUIN. Uitgever L. J. Veerman
te Heusden.
Een boek voor kinderen van eiken leef
tijd; een boek met prachtige platen,
photogravuren; een boek voor een groot
gezin, waarin de kinderen de trap der jeugd
vormen; een boek, dat, uitnemend ge
schikt voor Sinterklaasgeschenk, de' ouders
eigenlijk zich-zelf geven om uit voor te lezen,
of om ieder kind op z'n beurt ee laten zoeken,
wat het zelf wenscht; een boek, geschre
ven in goede taal, door beste kinderschrij
vers; een boek met boeiende vertellingen
voor kinderen van 7?9, van 9?11 en van
11?14 jaar.
De inhoud, daarom vol afwisseling, bevat
O,a.: Een verdrietige dag, door Ch. KRIEXEX;
De mooie pop, door FR. v. D. SCIIAKF ; -De lief
hebbende Laïli, door N. VAN HICHTUM; Een
bittere teleurstelling, door Cn. KRIEXE; Ttimpa
de Zigeunerknaap, door K. M. SCHILD; De
kltine Ramenasventer, door BËTSY ; De
Schippersjonyen, door II J. v. D. KRAAN; Johan en
Bruno, door SUZE AXDRIESSEX; enz.
Dit flink uitgevoerde kinderboek beant
woordt volkomen aan het voornemen van
den Kedacteur, den heer Ch. Krienen, om
goede kinderlectuur bij-een-te-brengen, die
wat geeft voor hart, verstand en phantasie,
en daarbij vele aangename uren brengt.
MARK TWAIN. De 'lotgevallen van Toni
Sawyer, met platen, van JOHAN
BHAAKENSIEK, zesde druk.
C. Jou. KIEVIET, Fu',co de M'nstrcel. Een
historisch verhaal uit den tijd van graaf
Jan I, met platen, van JOHAN
BRAAKENSIEK, tweede druk. Amsterdam,
Van Holkema en Warendorf.
De groote, mooie, helder gedrukte boeken
van deze bibliotheek vinden veel koopers en
lez$r,s, en dat is ge^jr wonder, want de
*ptgévej^ nemen, er 4\iwij|&i herdrukken in- op
vafi'jvat reeds, in ee^i aflSfer kleed gestokert,
blijk heeft Jjegevèfj ?\ag$j£n te slaan in de
wereld van jeugdige lezer&
Van Kievie.t willest de jongelui graag lezen;
zijn Wilde Bob, zijn Club uin M^sen klaar en
zijn De Club op reis houden de^ aandacht met
een stevige lijn gevangen en zijn met een
frisschen, gezonden geest doortrokken. Niet
flauw en niet overdreven, maar vroolijk en
waar te zijn, die lof houdt hesl wat in, en
ons dunkt, dat hij aan deze boeken van
Kieviet toekomt.
Met historische verhalen is de schrijver
ook niet ongelukkig. Het Slot op den Hoef
vindt gretig lezers en deze Fulco de Minstreel
zal er ook wel in komen. Maar uit den aard
der zaak bewegen w4j ons hier in het gewone
kringetje der historische kinderlectuur, een
kringetje, dat erg aan de oppervlakte van
het leven blijft, met vecht- en moord- en
roofverhalen, kinderontvoering, kasteelbe
legering, heldenstukken, door vermomde
personen volbracht, en meer van dien aard.
De liederen, die Fnlco zegt en zingt, geven
intmschen een vriendelijke bekoring aan dit
boek en de blij-einderjds historie is aller
aardigst verteld.
E.i van Torn Sawyer zou men kunnen
zwijgen; die heeft zijn sporen reeds zóó
dubbel en dwars verdiend, dat een zesde
druk aU daze nog maar laag staat op de
ranglijst van de drukken, z joals men die
vinden kan in engelsche en duit^che edities
en in de amerikaansche, om dcie oorspron
kelijke wel 't allerminst te vergeten.
Een boek vol grappen, vol forsche aardig
heden, maar zoo, dat 111311 niet bahoeft te
vreezen, de ondeugendheden door hollandsche
jongens nagedaan te zien.
Actie zit er in, verbazend veel, en
snaaksche durf en amusante joligheid.
Beide jongensboeken zijn door Braakensiek
geïllustreerd ; dat zegt genoeg, oin ieder met
belangstelling de platen te doen nagaan. In
TOTO Sawyer echter staat de p rent van blz. 108
op een verkeerde plaats.
Natuurlijk, dat die platen de waarde van
deze kinderboeken verhoqgen, en bij. Torn.
Sawyer krijgt men buitendien als titelpagina
het portret van Mark Twain met zijn mooi
boos gezicht, dat van zooveel geest getuigt.
VERDERE NIEUWE UITGAVEN.
Eerste Zestal Coöperatieve Novellen, door M.
P. «E CLEBCQ. Uitgever Joh. G. Stemler te
Amsterdam.
CAESAR GEZELI.E, Primulo Vtris. Uitgever
C. A. J. van Dishoeck te Bussum.
Noord-Ilollandsche Vertellingen, door
GEERTRUIDA CARELSEX. Uitgever W. L. Brusse te
Rotterdam.
Tropische bloemen, door FEXXA DE MEYIEH.
Uitgevers P. N. van Kampen en Zoon te
Amsterdam.
Orpheui in de Dessa, door ACGUSTA DB WIT.
Uitgevers P. N. van Kampen en Zoon te
Amsterdam.
Te duur gekocht, door J. EYSTEX. Uitgevers
Blom en Olivierse te Culemborg.
Inrloed van Bloemen en Planten op het
Menschelijk lichaam. Uitgever \V. L. Brusse te
Rotterdam.
Liefde, door JEAXNE REYXEKE VAX STUWE.
Ons oude Nederland. De geschiedenis des
vaderlands van de vroegste tijden tot
op heden, aan ons volk verhaald door
L. PEXXIXG.
Ons werd toegezonden de
</rai>'s-proefaflevering" alsmede een prospectus van een
n'eino geschiedboek", want zegt de uitgever,
de heer D. A. Daamen te Rotterdam aan
een populair, boeiend geschreven werk was
behoefte. En wien kon het auteurschap
beter wordin opgedragen dan aan onzen
Penning, den man, die zoo aangrijpend-en
met zooveel talent djii grooten strijd onzer
stamverwanten met zijn vaardige pen heeft
meegestreden,- door hun heldenkamp in zulke
levende kleuren af te beelden. .. ?
Hij geeft geen dorre kroniek, geen droge
opsommjng van feiten, doch ... laat mij het
oordeel overlaten aan u, die er'in de eerste
plaats belang b\j hebt. ?'',', '
,fOp aanvrage is bij eiken boekhandelaar
de proefaflevering ter inzage t« bekomen en
deze zal u een beteren indruk van den in
houd zoowel als van de uitvoering'doen
verkrijgen dan alle uitwijding. 't Zou mij
intusschen tegenvallen, als u niet tot de
conclusie kwaamt, dat de platen allén den
prijs waard zijn."
De vraag ter zijde gesteld, of naast de
werken van prof. Muller en prof. Blok be
hoefte is aan een nieuw geschiedboek", valt
het te betwijfelen of uit de proefaflevering
iets anders valt te concludeeren, dan dat de
portretten door den heer Isings geteekend,
alles behalve fraai zijn en op de origineele
gelijken als blauwe water-en-melk op vette
room. Heel leelijk is o.a. de beeltenis van
M. A. de Ruyter; en niet zeer fraai de.ge
kleurde prent voorstellende het opbrengen
van de Royal Charles, naar de bekends.
schilderij.
Wat de teekenaar zich voorstelt te maken
van de beeltenissen van Gijsbrecht van
Amstel, Frank van Borselen en Jacob van
Maerlant is ons niet recht duidelijk. Naar den
Bisschop van Munster en Keulen" mogen
wij raden, yondel ontbreekt in de lange
lijst der portretten, welke beloofd wordt,
wel komen daarin'bij v. voor: Napoleon,
Marlbörough,. JE. baron Mackay, gen. de Kok
(s'c) en vice adm. Casembroot.
Uit de keuze van den heer Penning tot
geschiedschrijver des vaderlands vooral na
hetgeen omtrent dezen verdienstelijken auteur
van den boerenoorlog wordt geciteerd
zouden wij haast concludeeren, dat de uit
gever zich de vaderlandsche geschiedenis
voorstelt als een aaneenschakeling van hel
dendaden en worstelingen.
We zullen afwachten de liefhebbers van
een goed geschiedboek mogen 't ook doen.
F. A. B.
REaggi's Aroma
is eeu eenig beproefd middel om gerechten, groenten,
vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen
aangenamen, geur en smaak te geven. Weinig druppel» zijn
Olïl t G kmïdfin voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en
U IU IC HlUiUCIl comestibleshandelaren.
miiimniiiiiiniitnnmimmnimititiiiiitiiiinmmtniiinMmunnmMniiiuiinitiiiiiitiiinimtniimu
o ^
l*
Vakscholen,
Op de Nationale Tentoonstelling van
Vrouwenarbeid kon men zien afgebeeld een
jongen en een meisje, beiden met een ge
nummerd zakje in de hand. Het. was een
plastische voorstelling van het bedrag, dat
op de jaarlijksche begrooting werd gevraagd,
voor het te geven onderricht voor jongens
en dat van meisjes.
Op het zakje van den jongen stond te
lezen: 2,301,623, op dat van het meisje slechts
205,656. :
Men zou meenen, dat, bij zulk een bereke
ning, het'aantal jongens dat der meisjes
verre moest overtreffen in ons land. Het is
juist het tegenovergestelde!
De laatste statistische opgave luidt, dat
de bevolking van Nederland bestaat uit
2,647,544 mannen en 2,699,737 vrouwen, dus
ruim vijftigduizend vrouwen mér als mannen.
Is het te verwonderen, dat bij dit
overeomplëet van vrouwen, door haar wordt
uitgezien naar nieuw te betreden banen, en
dat het niet aangaat langer te berusten in
het feit, dat waar bij zooveel geringer aantal
knapen, de uitgave voor onderwijs dat der
meisjes zoo schromelijk overschrijdt?
Niet alleen in ons land geldt deze klacht.
In Duitschlapd, en vooral in Pruisen,
meenen de vrouwen ook te moeten opkomen
tegen het groote onrecht haar aangedaan.
In een Duitsch vrouwenblad werd er on
langs op gewezen, hoe droevig de resultaten
waren en zijn, van de meisjesopvoeding.
Maar hoe kan het anders?" werd er ge
vraagd, waar nog in 1872 in zake
meisjesopvoeding openlijk werd verkondigd: (Weimar)
De meisjes moeten een goede opvoeding
nebben, om later niet al te vervelend voor
haar mannen te zijn!"
Dus niet ter wille van haarzelf, maar om
haar eventueelen echtgenoot te amuseeren,
moesten de meisjes niet al te onwetend
worden gehouden!
Met dat doel voor oogen zijn dan ook de
Höheren Töchterschulen" gesticht, waar
aan' de meisjes van goeden stand heel veel
boekenwijsheid werd ingestampt, wat haar
in het praktische leven niets van nut was.
Amusant voor haar mannen werden ze
hiermede niet; en, wat erger is, haar opper
vlakkige geleerdheid was haar meer tot last
dan tot vreugde.
Geen wonder! De Duitsche Staat had zich
niet veel moeite gegeven om na te gaan in
hoeverre de meisjes gebaat waren met die
scholen, waar haar niets dan wat onpraktische
dingen werden geleerd.
Alle flnantiëele krachten moesten worden
ingespannen voor het onderwijs van de
jongens. Voor de meisjes was later toch niets
van nut, dan het leven in en voor de drie
K's" volgens den Duitschen Keizer: Kinder,
Kirche, Küche".
Terwijl er in 1901 in Pruisen werd uit
gegeven voor het onderwijs der jongens
?veertien en een half millioen, werd er slechts
aan het onderwijs der meisjes besteed n
kwart millioen, dus voor de jongens 58 maal
mér,
Op een bevolking van 27 millioen zielen,
heeft Pruisen slechts 603 vakscholen en voort
gezet onderwijs (Fortbildungsschulen) voor
meisjes.
Deze hebben gezamenlijk 24,313 leerlingen,
zoodat men wel tot de treurige conclusie
moet komen, dat slechts een. zér klein deel
der inwoonsters van die instellingen profijt
kan trekken.
In Engeland, Noorwegen eu Zweden gaat
men al meer en meer van de gedachte uit,
dat de vrouw evengoed als de man in staat
moet worden gesteld zich een onafhankelijk
bestaan te verschaffen.
Al meer en meer al gaat het uiterst
langzaam komt men tot de overtuiging,
dat een schromelijk onrecht aan de vrouw
is gepleegd, door haar stelselmatig buiten te
sluiten.
S
**r
Wél wordt nog telkens door de tegenstan
ders getracht het streven der feministen ver
dacht te maken de bewijzen daarvan zijn
niet ver te zoeken. Men denke aan het
onlangs voorgevallene in de 2de Kamer
maar steeds grooter wordt het aantal der
genen die met instemming het streven gade
slaan. En hoe kan het ook anders?
Waar Amerika zoo'n schitterend voorbeeld
geeft van onbekrompen zienswijze, waar in
de Vereenigde Staten het recht van de vrouw
op een opvoeding in den wa.ren zin des
wöórds, ten volle wordt erkend, daar moet
ten laatste de tegenstand plaats maken voor
een ruimer inzicht.
In Amerika behooren 67 procent van de
leeraren tot het vrouwelijk geslacht.
Zij fungeeren als directrices van de High
school en hebben zitting in alle lichamen die
het onderwijs betreffen.
Ik zag, tijdjni? mijn verblijf in Denver,
eens een vrouw het Latijn doceeren, in de
hoogste klasse der Highschool. Zij had niet
de minste moeite met hare leerlingen, en
sprak met kalme waardigheid.
Ik zag het Parlement vergaderen in het
Capitool. Eén vrouw was gezeten te midden
der vroede vaderen.
Met korte, sprekende zinnen zeide ze haar
opinie, geen langen omhaal van woorden of
uitwijding over dingen, die niets met het
wezen der zaak hadden te maken!
Es ist erreicht!". voor de Amerikaansche
vrouwen, waarvoor wij bewoonsters van de
Oude Wereld vaak nog zoo bloedig moeten
strijden!
Reeds in 1860 gaf de Regeering der Ver
eenigde Staten tien millioen morgen gronds
ten geschenke aan de Commissie voor onder
wijs, om daarop scholen te bouwen. En niet
alleen dit, maar de bepaling werd er bij ge
maakt, dat die beschikbare grond moest
worden bebouwd met Vakscholen!
In 1860 zagen dus de Amerikanen reeds
in, waarover men in de Oude Wereld in de
laatste jaren eerst is over gaan denken
namelijk het nut der Vakscholen.
Hoe droevig achterlijk zijn we toch!
Nu in den Haag verleden jaar de eerste
vakschool 1) voor meisjes is opgericht, waar
werkelijk geleerd zal worden waaraan ze in
het volgend leven iets zullen hebben, is het
te wenschen, dat door ruime subsidies het
bestaan dezer school zal worden verzekerd.
In alle steden moeten ze verrijzen en ook
de meisjes en vrouwen, levend op het platte
land, moesten in staat worden gesteld aan
het onderwijs deel te nemen. Maar niet
alleen op huishoudelijk gebied, op allerlei
wijze moet het meisje, evenals nu met den
jongen geschiedt, in de jeugd worden klaar
gemaakt voor het leven.
Vijftig duizend vrouwen mér als mannen
in ons kleine Nederland. Ach, men heeft onze
dagbladen maar in te zien, om te weten hoe
vele vrouwen trachten door de wereld te
komen.
Voor mij ligt het Koloniaal Weekblad. In
het laatste nummer bieden zich aan, niet
minder dan 36, zegge zes en dertig jonge
dames", dus uit een stand, die gewoonlijk
als welgesteld genoeg wordt beschouwd om
te kunnen leven zonder bijverdiensten.
De opvoeding van de meesten is er dan
ook zeker niet naar geweest, om haar klaar
te maken voor het leven, ten minste niet
voor the struggle for life!
Immers, twee en twintig van zes en dertig,
beoefenen blijkbaar geen vak!
Als hulp in de huishouding bieden ze zich
aan, eene zelfs zonder salaris!
Is het niet diep treurig, dat dergelijke
toestanden voorkomen, en moeten niet in de
eerste plaats de ouders, maar toch ook de
gansche maatschappij er voor aansprakelijk
worden gesteld?
Waar nog voor vijf jaren, het onderwijs
budget voor jongens en meisjes, een zoo groot
verschil opleverde, ruim twee millioen voor
de jongens en nog geen kwart millioen voor
DAME$.
«l
tu 9
*?5 e
de meisjes, daar moet onwillekeurig het schril
contrast rnet de Amerikaansche toestanden in
het oog vallen.
In de Nieuwe Wereld worden de jongens
in geen enkel opzicht boven de meisjes voor
getrokken. Door den Ainerikaanschen Staat
wordt ten volle erkend, dat zoowel de vrouw
als de man'recht heeft op een jöenschwaardig
bestaan! ', i, ..;.. ,- ' .
Dit is het betrachten der u-are humaniteit I
? \ ?' YEKA.
1-fteeiiai ve de reegis bestaaïi^e Indiistaribschöol.
jLt.;l -., :/s;^A,_.b^;fL^L~Ji.L,
HllllllllllmlIIMIMIIIMIIIIMIIIMIIIMlmilllllllMIIMIIllMIUIIIIIItllllllHIIIIIII
Kory Towska. 1P Een geschenk aan de
koningen van Itajjfc. Cortuchy Castte.
Afodev, f _ ,-; '
De Hongaarsche Dichteres en
novellenschrijfster, Kory Towska, heeft een blijspel
geschreven. Haar eerste proeve op drama
tisch gebied Michaëii Kohlhaas" genoot in
Praag en in Graz eert goede ontvangst. De
intrigue van haar blijspel is aardig gevon
den, en met tinteleuden humor uitgewerkt.
Het stuk wemelt van snedige gezegden en
satyrieke ondeugendheden, waarin de kracht
schuilt van Kory-Towska.
Wat zou het aardig wezen, indien een
onzer vlijtige, moderne vrouwen een blijspel
schreef, waarom men hartelijk kon lachen.
Wat zouden de menschen zich haasten, een
opvoering bij te wonen van een tooneelstuk,
waarbij ieder der toeschouwers, althans voor
een paar uren, eigen mirigheden en beproe
vingen kon vergeten. Er wordt tegenwoor
dig veel geschreid in de schouwburgen. De
in-droeve stukken brengen dut zoo mee, en
bij het meerendeel der toeschouwers, die
Melpomene's tempel binnentreden, komen
de tranen spoedig in de oogen, door den
invloed van smartelijke ervaringen, waaraan
zij zich niet nuar welgevallen onttrekken
kunnen.
* *
*
De stad Parijs heeft ;ian de schoone Eleua
een prachtig geschenk geboden. Eruest
Caron, president van . den Conseil général
de la Seine" had aan den juwelier Andr
Aucoc opgedragen, voor de koningin van
Italië, het insigne van den Conseil général
te vervaardigen. Uit fijn goud en platina,
versierd met edelgesteenten werd het ge
schenk gemaakt. Om aan het insigne een
meer persoonlijk en vrouwelijk karakter te
geven, heeft men het afgewerkt door het
aanbrengen van haar initiaal. De vrij groote
E is gedekt door de Italiaansche kroon,
kruisjes in klaverbladvorm. Onder aan het
insigne bengelt een groote, grijze parel. Op
den feestniaaltijd bij den minister van
bnitenlandsche zaken, droegde koningin het insigne,
dat haar aan den ochtend van dieiizelfden
dag was aangeboden, namens het département
de la Seine.
Nu er toch zooveel gesproken en geschre
ven is, over de mooie, jeugdige koningin
van Italië, willen wij nog iets van haar ver
melden, dat misschien niet algemeen bekend
is. Een bizonderheid van huiselijken aard
en sympathieken eenvoud. Elena is een
specialiteit iu het toebereiden van fijne scho
tels. Dit culinaire talent heeft zij gemeen
met haar gekroonde Cousines", te weten
de keizerin van Duitschland en de koningin
van Engeland. Deze drie vorstinnen hebben
het volste recht op den naam van cordoii-bleu.
* *
*
Gravin Airlie is hofdame van de prinses
van Wales. In den rampzaligen Boereiikrijg
sneuvelde graaf Airlie in Zuid-Afrika. Zijn
weduwe heeft thans zijn graf bezocht, op
Diamond Hill. Het was het uitdrukkelijk
verlangen van graaf Airlie, begraven te wor
den, mocht hij in den oorlog sneuvelen, op
de plaats waar hij het leven liet. (rravin
Airlie is moeder van een aantal kinderen.
Zij is een nog jonge vrouw, met een
fijn aristocratisch en zér minzaam gelaat.
Zij brengt een gedeelte van het jaar met
haar kinderen door iu Schotland, in
Cortachy-Castle. Een oud, romantisch slot, waar
het spookt". In Cortachy-Castle doolt de
geest van een trommelslager. Steeds doet
hij een lugubren roffel hooren, wanneer een
der graven van Airlie in doodsgevaar ver
keert. Bij het verscheiden van den graaf,
wiens overschot op Diamond Hill rust, zal
hij wel niet in gebreke zijn gebleven, schrik
en ontsteltenis in het kasteel te verspreiden
door zijn onheilspellend trom-roeren. Geesten
zijn behoudend, en waarom zou leg' djtmaal
niét geroffeld hebben, indien de traditie van
Cortachy dat nu eenmaal verlangt?
* #
*
Inniger en luider heeft de koningin van
Italiëtot de Parijzenaars gesproken, met
haar zonnigen glimlach en kleurige
schittergewaden, dan destijds do Czarina, met haar
starre gezichtje en witte toiletten. L'imp
ratrice blanche ontdooide niet, te midden
van het zwierig vertoon, de gulle ontvangst
en het opgewonden vreugdegeschetter der
goedhartige, onbezorgde Franschen.
Elena's wandel-toiiet van blauw-grijs mous
seline-velours werd zeer-bewonderd, en heeft
in sterke mate den doorslag gegeven tot het
veelvuldig gebruik van mousseline-velours
fluweel, en panne. Op geen enkel materiaal
komt het kostbare bont dat zoo in zwang
is, beter tot zijn recht, dan op bovengenoemde.
Eén vreugde-uiting, n-en-al
oogen-bekoring, was Elena in haar prachtige robe van
fijn goudweefsel op onderkleed van licht
blauw satijn. Goud-garneersels zijn op 't
oogenblik sterk en vogue. Tot de creaties
van fransch vernuft behoort de robe d'int
rieur, die bij het naderen van den winter,
ook iu Parijs haar naam gaarne wisselt met
tea-gown. Xu de Parisienne ook haar five
o'cloc'k" heeft, geeft zij met blijmoedigheid
aan het toilet waarin zij haar vrienden op
wacht, den naam toa-gown. Een dier
geetaleerde kleedingstukken was gemaakt van
kersen-kleurig mousseline, op een fond van
witte zij, gegarneerd met band-fluweel iu
bijpassende roode tint. Geen ander wit zicht
baar aan het geheele toilet, dau hetgeen door
hot roode inousseline-de-soie heenschemert.
Een andere robe, aangeduid als Zwitsersche
zonsondergang", bestond uit doorschijnend
goudweefsel op een fond van mauve en
zacht groen. Een tea-gown van licht-grijs
fluweel, versierd met zeer dikke, grijze, wollen
kant, maakte door het warme materiaal een
stemmigen winterindruk, die door gaas, ijl
weefsel en Zwitsersehe zonsondergangen"
niet gewekt wordt. De platte hoeden bij
voorkeur in licht vilt, fluweel of chenille,
worden gedragen met achter- of zijwaarts
opgewipte randen. In die randen, vél
garneersel. Groote touft'es van bloemen; veeren,
of een dichte wirreling van strikken. De
struisveer blijft in trek. Om de mooie veer
in haar geheel te doen uitkomen, wordt het
oudereiud van den steel niet meer onder
garneersel gemaskeerd, maar geschoven in
een kokertje van git, mat-zilver of dof-goud.
Ook wordt de veer met een mooie agrafe
of cabochon op den hoed gedrukt, zooals de
veeren bevestigd zijn op hoeden en barretten
van edellieden en x>ages. De veer komt op
die wijze veel mooier en losser uit. Om het
nieuwe aantrekkelijk te maken, moeten wij
steeds terugkeeren tot het oude.
CAPRICE.
* *
*
Gemarineerde haring.?Neem hiervoor goede
winterharing. Zet ze een nacht in koud water.
Maak ze schoon en haal er 't vel af. Doe ze
in een pot. Op l dozijn haringen neemt men
3 gesneden, groote uien, l citroen aan schijf
jes gesneden, 4 laurierbladeren, l takje tym,
8 kruidnagelen en 16 peperkorrels. Doe er
sterken azijn op en laat ze een week goed
gesloten staan, alvorens ze te gebruiken.
INGEZONDEN.
Aan de redactie van De Amsterdammer.
Geachte Redactie !
Met belangstelling las ik de kritiek van
mevr. N. van Kol, over het boek van dr.
Ootmar. Men kan helaas niet alle nuttige boeken
koopen of lezen, en daarom stellen juist de
zulken prijs, op een helder overzicht van het
te beoordeelen boek. Veel spreekt de schrijf
ster in bedoelde beoordeeling, over de opvoe
ding van hare kinderen. Ook geeft ze, in
tegenstelling met dr. Ootmar, de van haar
reeds bikende manier aan, om aan jeugdige
kinderen te vertellen: hoe de kindertjes er
komen."
Ik voor mij geloof niet, dat er bij de
opvoeding bepaalde formules kunnen worden
aangegeven, voor hetzelfde geval. Laat een'
moeder, in ernstige zaken vooral, nooit napra
ten, wat anderen baar voorpraatten ; maar
laat ze naaar plicht en geweten, naar haar
beste weten en kunnen, de woorden zoeken,
die zij noodig oordeelt, speciaal voor dit haar
kind.
't Is ? dan ook volstrekt mijne bedoeling
niet, om aan mevr. Van Kol, dr. Ootmar, of
wie dan ook te zeggen : zie, dit vind ik de
manier om over dit onderwerp met kinderen
te spreken." Ik vertel het alleen, om tnsschen
het sprookje" en de onbewimpelde waar
heid" nog een tusschenweg te noemen, die
ik met mijne kinderen insla.
Mijn kleine jongen, van 8 jaar, vroeg mij
laatst in tegenwoordigheid van zijn zusje van
11 : Moe, hoe wisten pa en u, toen ik
kwam, dat ik een jongetje was."
Ik behoefde geen oogenblik te twijfelen
om hem ernstig te vragen : Kom, dat weet
je, nu zeker zelf wel, hoe denk je, dat wij
het wisten "
Ik durf het niet te zeggen, maar ik denk
wel. dat ik het weet."
Dadelijk daarop zei toen het zusje : kom
jongen, dat mag je toch wel aan moe zeggen,"
waarop hij het mij influisterde en ik ant
woordde alleen : natuurlijk." Het spreekt
van zelf, dat ze inij ook wel eens de vraag
deden: Waar komen de kindertjes van
daan ?" Alweer met den meesten ernst ant
woord ik hen dan: je bent nu nog te klein
om het te begrijpen ; maar heusch, ik beloof
je, dat ik het je zal vertellen, als moe het
nuttig voor je vindt, om het te weten. (Als
het meisje lichamelijk vrouw is geworden,
is het mijns inziens tijd, de beteekenis van
dit feit haar duidelijk te maken, en dan ook
de vraag omtrent de kindertjes" te beant
woorden.)
Dus, u weet het wel," zei toen mijn ventje,
en na mijn toestemmend: zeker," ant
woordde hij alleen: o ja, natuurlijk, want
u hebt kindertjes." Ook het zusje was geheel
bevredigd.
Zoo hebben ze het volste vertrouwen, dat
ik hun nooit voorlieg, maar voelen tevens,
dat ze heel rustig kunnen wachten, totdat
moeder oordeelt, dat ze wijs genoeg zijn, om
ook dit te begrijpen.
Met veel andere zaken moet men dit toch
immers ook wel aan de kleine vragers ant
woorden? En wanneer, wat toch ook gebeu
ren kan, een kind, na het bekende antwoord
van mevr. Van Kol, nog verder vraagt, dan
is H.Ed. immers ook wel verplicht te zeggen :
dat zal ik je later eerst kunnen vertellen,
je zoudt het hu nog niet begrijpen ?"
Speciaal aan de redactie rest me nu nog
de vraag, of ik me ook voor u achter de
volgende ouderteekening mag verschuilen,
omdat het boven behandelde onderwerp van
te intiemen aard is. Het raakt te veel het
gebied, dat heilig is aan de moeder met haar
kind, dan dat men het als een persoonlijk
geval zou mogen gaan lezen, misschen be
spreken.
U dankende voor uwe welwillendheid,
Hoogachtend,
Een Moeder-Onderwijzeres.