De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 22 november pagina 8

22 november 1903 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1378 rijk aesthetisch effekt,. dat zeker gewicht in de schaal zal .hebben gelegd. Doordien namelijk de gevels iets voor over helden, werd als het ware de wer king der perspektief geneutraliseerd, onder wier invloed een zuiver te lood gesteld vlak, voor het oog van iemand, aan den voet er van staande, schijnt achterover te hellen. denkelijke mate voorover te hangen. Bij den gevel der Incassobank is de oude traditie van: het op de vlucht" bouwen, waarvan de legende zegt, dat het thans in Amsterdam niet meer zou veroorloofd wezen,' wederom in eere her steld en leidde zij tot het genoemde resultaat. stallatie; Lips voor de kluisdeuren. J. A.Pool's welbekende fabriek Onder den Sint,Maarteni' te Haarlem en ZaltBommel leverde het koperwerk en voorts de zeer fijn en strak gesneden rosetten op de hoofddeuren. Van Zijl is het beeld houwwerk. Al heeft deze beschouwing het gebouw Men lette slechts op hoe flink eene rjj oude gevels er bij staat. Maar niet zoodra is eene uit de rij verdwenen en vervangen door een volkomen vertikalen gevel, of we nemen waar de tegen stelling doet bovendien het gezichtsbedrog zich als verdubbelen : de vertikale gevel schijnt achterover en de op de vlucht" gebouwde plotseling in vaak belUIIIIIIIIIIIHII UIT DB NATUU XL. Maan- en zonnevlekken. Wat hebben de lezers van mijn twee vorige opstelletjes over de Maan en de natuurlijke historie in de Kalverstraat het mij van de week aangenaam lastig gemaakt. Eerst kwam er een groot pakket vol erken telijkheid van een maan- en menschenkenner. Er zat behalve een mooie collectie transparant-platen van de maan c. s. die ik met de huisgenooten dankbaar bij lamplicht be keken heb ook een volledig ingevuld post pakket-formulier voor terugzending in, be hoorlijk met de noodige 15 et. postzegels gefrankeerd. Ik mag ze zeker wel eenige dagen houden, om ze op school te laten kijken; daarvoor zijn ze bizonder geschikt. Dan iemand, die zooveel en zoo belangstellend informeerde naar de zon, de maan, Jupiter en andere hemellichamen, en een heele reeks artikelen er over in de Groene verlangde, dat ik haar een stel titels van populaire astronomische werken cadeau heb gedaan en haar bewogen heb in te teekenen op Hemel en Dampkring, (Stemler en Co.), Verder eenige briefkaarten met vragen van menschen die nauwlijks tijd hebben Bovengalerij. Bij dezen bouw werkten met den architekt, volgens zijne ontwerpen en gedachten, samen eenige artisteii en firma's, die voor hun aandeel van het bereikte resultaat alle lof verdienen. Wij, noemen daarvan allereerst de aannemers Gebr. Terlingen; voorts o. a. H. J. Wolter (Amersfoort) voor de centrale verwarnling; ' Greveke & Co. voor de elektrische inook niet in alle onderdeelen behandeld, wij .achten haar doel bereikt, wanneer zij siecn'ts laïs hare mëe'ning ondubbel zinnig deed*uil&oöien»%hoe met de nieuwe Incassobaak ,&p Amsterdamsche architektuur een gedistingeerd werk, is rijker ?gewordëh. ;? . -/C",};" li.,-, .','" .?';? -i> ' LELIMAN. IIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIItlllllllllllllllllllHIIIIIIHItlMlllltlHfinilllllillllllljllllllllllll hun krant te lezen"; die zal ik, als het te pas komt, wel eens uitvoerig beantwoor den. Al dadelijk deze: De donkere vlekken en teekeningen, die wij niet een veldkijker op de maan zien, zijn zonder eenigen redelijken twijfel wel degelijk licht- en schaduwplekken, bergen en dalen, diepten en kloven; de groote vlekken, met het bloote oog zichtbaar, werden vroeger, heel lang geleden, voor meeren ge houden; vandaar de benamingen met Mare op de maankaarten; 'het zijn in hoofdzaak groote diep gelegen vlakten, die weinig licht terugkaatsen; en de heldere plekken zijn wat wij op aarde hooggebergten en hoogvlakten of bergstelsels noemen. De bergen heeten naar beroemde mannen, Archimedes, Kepler, Newto^n e. d.; onder de vlakten zijn er, die zooals de Mare serenitatis, een goede 330,000 KM1, groot zijn, dus zoowat tienmaal zoo groot als Nederland. De grootste afstand, dien wij op de maan aan "den hemel zien, is onge veer zoo groot als van New-York tot San Francisco. Het figuurtje hierbij geeft aanschouwelijk de betrekkelijke grootte aan van maan en aarde, maar de onderlinge afstand is mis leidend. Wilt u zich eenigszins een voorstel ling maken van den waren afstand, knip dan de beide bollen uit en plak de aarde op een hoek van deze krant en de maan op den diagonaal tegenoverliggende!! hoek (de krant iiiNimriiiiiiiii Aarde en Maan in de hemelruimte, naar betrekkelijke grootte geteekend. geheel uitgespreid als een opengeslagen boek); want de maan is, wanneer ze het dichtst bij ons staat, nog iets meer dan 100 maal zoover van de aarde verwijderd als haar middellijn lang is. 't Is jammer, dat wij in ons land zoo dik wijls door nevel of wolken belet worden den sterrenhemel te beitijken; want waarlijk't is zoo goed dat een ? mensch al heel jong de bloemen langs zijn weg en de sterren aan zijn hemel denkend en dankend leert bezien. De astronomie is wel iets moeilijker bevat telijk te maken vwor kinderen en voor men schen die geen middelbaar of hooger onderwijs konden genieten, ,dan botanie en zoölogie maar 't zou toch. wel gaan; en de belang stelling is er al wel of volgt spoedig op het met inspanning verkregen inzicht van die buitenaardsche zaken. Dat heb ik eens ondervonden toen w^j in de hoogste klasse ,yan de lagere school, het schijntje er van behandelden, dat het leer plan eischte. Op een neveligen Novembermorgen in 1893 kwamen de jongens, aan wie een week te voren van zon en maan was verteld en die tot waarnemen waren aangespoord, bij school een collega en mij te gemoet loopen met de luide mededeeling, dat er een vlekje op de zon te zien was. Onze lokalen liggen alle op 't Zuiden, en inderdaad namen wij op dien morgen her haaldelijk waar, dat^ telkens wanneer de zon als een. bleeke str&lenlooze schijf door den nevel heen zichtbaar werd, zich een duidelijk zwart stipje vertoonde in de onderste helft aan de Oostzijde. Een doorgang van een planeet kon 't niet zijn, dus waarschijnlijk een zonnevlek. Wij schreven gezamenlijk een brief naar het Meteorologisch Instituut te Utrecht en kregen den volgenden dag een heel aardig schrijven terug, gericht tot de jongens, met n com plimentje voor hun goed waarnemen en hun mededeeling aan het instituut; en daarbij den raad, eenige weken lang door met roet be streken of door gekleurde glaasjes, de zon van tijd tot tijd eens te blijven bekijken, om het vlekje in 't oog te houden. Nog lang heeft de brief op de kastdeur van het lokaal ge hangen en de belangstelling in de hemel lichamen was algemeen. Nu komen in de vvolgende maanden zulke nevelachtige luchten, waar de zon telkens als een verschoten maantje doorheen kijkt, nog al eens voor; en het is niet onmogelijk, dat thans in 1903 ook voor het bloote oog daarbij weer een zonnevlek te zien zal zijn. Die merkwaardigs vlekken zijn onze belang stelling stellig in hooge mate waard; want het wordt meer en meer waarschijnlijk, dat wij daaruit mettertijd een weerprognose zullen kunnen opmaken, veel meer vooruit waar zeggend dan tot nu (voor een enkel etmaal) met barometer-verschillen en electrische sei nen mogelijk is; de voorspellingen van alle Falbs en Capré's zullen daarbij in 't niet zinken. Op den zelfden avond, dat ik in dit blad schreef, hoe de maan en Jupiter, die er vlak onder stond, mij troffen door hun bizonderen glans en hun vreemde kleur, werd door astronomen en belangstellende leeken NoorZonnevlekken in groepen. derlicht waargenomen (Zaterdagavond 30 Oct.), en den volgenden dag kwam het bericht, dat er weer een groote vlek op de zon was verschenen, waarmee Noorderlicht en een ware beroering in den magnetischen toestand van de aarde gepaard ging. Die zonnevlekken verschijnen periodiek. In de honderd jaren gemiddeld negen keer, dus ongeveer om de 11 jaar; ze bereiken naar omvang en aantal in die periode een maxi mum ; en verdwijnen weer tot er bij een minimum, zoo goed als er geen vlek meer te bespeuren is. Nu naderen wij waarschijnlijk, volgens dr. Snellen en andere sterrekundigen, weer een maximum, en dit gaat dikwijls gepaard met een tijdperk van warme zomers. De tijd, waarin wij de zonnevlek van zooeven waar namen, komt met die periodiciteit goed over een, 1893 was al een jaar dichter bij een maximum, dan wij nu zijn. De zonnevlekken verschijnen dikwijls in groepen; veel kleintjes om n of twee groote. Groot wil hier zeggen: tien of meer malen de oppervlakte van de aarde. Een groote donkerbruine kernvlek is meestal door een penumbra, een lichteren ring omgeven, over de vlekken loopen weer smalle lichtbruggen" en door zeer sterke instrumenten zyn er bewegingen of stroomingen in waar genomen. Die vlekken blijven maar zelden langer bestaan dan de duur van n omwen teling van de zon om haar as (ruim 25 dagen); zoodat zij als ze ns onder" zijn gegaan, zel den weer opkomen"; want ze nemen in grootte af; na een minimumtijd komen de vlekken weer snel na elkaar opzetten. Vol gens dr. Kleyn's Astronomie besloegen in 1873, een maximum, de zonnevlekken bijna een duizendste' van de zonsoppervlakte; in 1878, een minimum, slechts 5 millioenste deelen. Over het ontstaan der zonnevlekken zegt de theorie, dat zij het gevolg zijn van het uitstooten van gassen onder een ontzaglijken druk van honderdduizenden aard-atmosfeeren, uit de eigenlijke zonmassa; in de gasvor mige zonsatmosfeer, waarvan wij den buiten kant kunnen zien. Nu is de temperatuur van de zon, volgens de laatste onderzoekingen, een kleine 10,000°en de uit het binnenste komende- gloeiende gassen, waaronder1 vele aardsche metalen, hebben waarschjjnljjk nog veel hooger temperatuur; die gassen koelen af en verdichten naarmate ze verder van de zon weggeslingerd worden, en deze denker geworden metaalmassa's zijn het, die wij als zonnevlekken zien; ze vallen langzamerhand weer op de zon terug. ' De gevolgen nu van deze periodiek verloopende reusachtige uitbarstingen zijn op onze aarde merkbaar; dat is zeker; maar op welke wijze de invloed wordt geoefend^ van Ben Zonnevlek. (Naar dr. H. J. Kleijn. Katechismus der Astronomie}. welken aard het verband is tusschen die uitbarstingen en de temperatuur, het magne tisme en het licht op onze aarde, daar kun nen we nog slechts naar gissen, dat moet nog ontdekt worden. E. HEIMANS. mum i iiin in IMIIIIIIIIIIIIIIHIII i iiiiiiiiiiiiiiiiii ui iiiniiiiiiimiiiiiiiiii iiiiimiimimmiiiiiiiiiiii HUI MEUBEL-BAZAR SINGEL 263-283. by de PalelMtraat Kantoor-Melen enz. MASSIEF EIKEN. 140 X 80 ? Cft.Telefoon 3968. J. MEIJERINK MEIJER. Panorama-Gebouw. Amsterdam, Plantage. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. Vaste prijzen. Toegang vrij. DE PHOENIX, 234 Spuistraat, Amsterdam. Meubileeringen. Geïll. prijscouranten en begrootingen gratis. Levering onder volledige garantie franco geplaatst door geheel Nederland L BINNEN-! HUIS INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN-VERSIERING ^DER-WONING^ 12O ? ROKIN ? 120 91 FAIENCE l EN TEGEL -J FABRIEK MOLLAND NAAML-VENN-CEtf-TB UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl