Historisch Archief 1877-1940
No.1381
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
van den meester, b.v. de symplionie Koméo
et Juliette" en het Te Deutn" voor ditmaal
ter uitvoering had gekozen; zij zou dan een
verdienstelijk werk gedaan hebben, te meer
omdat laatstgenoemd werk hier nog onbe
kend s.
Ik meende niet deze regelen en persoon
van Berlioz en zijn beteekenis ala kunste
naar eenigsïins in de herinnering te brengen
van den muzieklievenden lezer.
AST. AVERKAMP.
iiimmmmnmHuiitmrHiitrmHiHiiMimnmiiiHmiiHHir
EK.
Verslagen van kunstbeschouwingen in Arti,
die een huishoudelijk karakter dragen, zijn
hier eigenlek niet op hun plaats en te min
de* belangwekkend voor de lezers als de
kunstbeschouwing, zooala deze, reeds tot
het verledene behoort. Gedurende drie korte,
donkere Deeemberdagen is de groote zaal en
de voorzaal van Arti gevuld geweest .met
aquarellen etc. van Rink. In het gunstigste
geval kan het bezoek der Arti-leden niet
zeer groot z\jn geweest, veel beperkter in
elk geval dan deze expositie verdiende.
Zft .was een bevestiging vaa hetgeen in
dit blad en elders gezegd werd bij het over
lijden van den jongen kunstenaar; Kink'a
werkzaamheid en groote productieve kracht
zien we hier voor oogeii en omdat meii-den
kunstenaar wiens leven n lange, harde
studietijd was, juist hier in zijn ware karakter
leert kennen, beter dan ooit door
tentoonetellingswerk mogelijk geweest is, daarom
vooral vind ik het zoo jammer, dat niet
meerderen in de gelegenheid zijn geweest
zijn nagelaten werken bijeen te zien.
Voor de jongere schildere kan ik me geen
leerzamer voorbeeld denken. Als we zien
hoe ontzettend veel Kink gestudeerd heeft,
hoe gestadig maar langzaam, heel langzaam
aan z\jn talent zich ontplooide, tot het in de
laatste jaren van zijn leven, bij de studie van
het visscbersvolk aan de Zuiderzee, zicli eerst
in al z\jn rijkdom kennen deed; als we verge
lijken gaan studie's van vijf, zes jaar geleden
met die kapitale aquarel, een visscher .aan
't roer; en de grootheid van visie bewon
deren die in deze heroïke figuur ligt beslo
ten ; als we zulke vruchten zien van
volhardenden arbeid en geloof in zich zelf, komt
de vraag weer boven of de meeste jongeren
zich niet te veel verdiepen in wijsgeerige
bespiegelingen in plaats van aan te pakken,
te schilderen, te teekenen, wat los en vast is.
Wat op deze- kunstbeschouwing te zien
was bestond uitsluitend uit hetgeen Eink
nog in portefeuille had.
Zou met deze collectie als grondslag en
als aanvulling eenige goede werken uit later
tijd, die hun plaats al in verzamelingen ge
vonden hebben, maar door de eigenaars
zeker gaarne uit .piëteit jegens den jongge
storvene zullen worden afgestaan, niet een
tentoonstelling tot stand kunnen worden
geIIIIIIIIIIINIIMIIIII
uniiiiimiiiiiimiiiiiiimtM
bracht, waaraan het stedelijk Museum b.v.
wellicht gaarne gastvrijheid zou verleenen?
Mij dunkt de kunat van Kink moet in
haar eenvoudige oprechtheid tot veler harten
spreken en vooral zijn doordringen in het
visschersleven, dat van zooveel dieper ernst
getuigt, dan het werk der buitenlanders, die
Markers en Volendammers grootendeels alleen
als menschen in heel zonderlinge kleeding
beschouwen, vooral dat groote, mooie begrip
van het zeemansleven, zooals hij het ons in
zijn laatste werken nog geven mocht, doet ons
verlangen naar een gelegenheid, waar ieder
Kink nog eenmaal in zijn volle kracht kan
zien en dit welbesteede kunstenaarsleven
met eerbied kan herdenken.
J- W-
NW, ie Zwart bij Vaa fi
De tentoonstelling De Zwart omvat een
kleine honderd werken van dezen schilder.
Voor een groot deel is het werk uit den
laatsten tijd, maar er zijn ook vroegere schil
derijen en aquarellen en deze geven, verge
leken met de eerste, een cigenaardigen kijk
op den onvoorzienen loop die dit talent ge
nomen heeft.
Hadden we De Zwart's hort scoop moeten
trekken uit de schilderijen uit zijn begintijd,
dan zou, er alle reden zijn geweest hem
te voorspellen, dat hij de gnnsteliug van het
publiek zou worden, de populaire schilder,
-ëie-^egenover de bewondering van een breede
schare, weinig tegenstand ontmooten zou.
Een 'schilderij als Xo. 35, stationeerende
rijtuigen", voldoet geheel aan den gemiddel
den smaak van een kunst-beschaafd publiek;
het is solide van kleur en teekening, 't ver
toont geen buitensporigheden, 't is een geluk
kig gekozen geval, een schilderij dat aangenaam'
aandoet. Ik herinner mij er meer in dit genre
uit den zelfden tijd en alle hadden deugdelij
ker hoedanigheden, stonden op hechter
grondslagen dan waarop verscheiden e ge vierde
schilderijenmakers van beroep hun werk ooit
gebouwd hebben.
Waar het succes hem zóó toelachte, ver
dient het te meer met eerbied te worden
erkend, dat De Zwart het den rug toekeerde
en, zelfwaardeering boven den lof' van het
oordeelend publiek stellend, niet ging teren
op eenmaal behaald voordeel, maar onver
poosd bleef doorwerken aan de volmaking
zijner kunst.
In zijn vroege werken vinden we al een
sterke neiging om de kleuren krachtig te d«en
spreken, een eigenaardigheid die hier niet
zoo opvalt, maar in het werk van De Zwart
op gemengde tentoonstellingen altijd aan
stonds naar voren trad. Die zin is bij hem
passie geworden en heeft den weg bepaald
waarheen zijn studie zich richten zou.
Met veronachtzaming van vele der eischen
die aan een wél-verzorgd schilderij worden
gesteld, heeft hij er zich meer on meer op
toegelegd zijn kleuren aldoor zuiverder en
petillanter te maken, ze aan te brengen in
hun meest krasse uitschijning.
Wel is bij het drieste uiten van elk der
kleuren het onderling verband niet immer in
gelijke mate inniger geworden, zoodat zij
elkaar stutten en schragen in hun uitbundige
uitgelatenheid, en al zouden soms de in oen
schilderij aanwezige krachten, bij meerder
sauieüstemmen, nadrukkelijker de bedoeling
van den schilder weergeven, De Zwart heeft
te veel het instinct van den Hollandschen
schilder, dan dan dat .het soms gewaagd
bijeenbrengen van velerlei krasse kleuren
het gevaar voor 'bontheid zou kunnen doen
ontstaan.
Mocht dat gebrek aim eenheid ook al wat
hinderlijk zijn in een paar groote schilderijen
van jongen datum no. 35 Oude liefde" en
no. 2 Kalfje op stroo", die zwakke zijde,
van zijn kunst geeft zich weinig bloot in de
groote hoeveelheid kleine stukjes uit De
Zwart's laatsten tijd.
Die, soms heel kleine paneeltjes, lijken
mij alle direct naar de natuur of naar versche
indrukken daarvan geschilderd te zijn. Zij
zijn vlot, met volle kwast in rake kleuren
opgezet en geven door hun buitengewone
frisuhheid den indruk, dien we buiten krijgen
nu een regennacht als de atmosfeer zoo
inzuiver is en het sappige zomergroen van
alle stof ontdaan ons in zijn oubezoedelde
kleuren tegensehittert. Ze schenken ons een
momenteel genot, we doorleven even de
acuto bezieling, die den schilder in bijna
nerveuse gejaagdheid de ontvangen impressie
ononderbroken deed uitzeggen; we voelen
mee dat korte, maar algeheele opgaan in de
vertolking van 't geen hem in vervoering
bracht. Maar 't is geen kunst, die laag
naw.erkt, zulk eene eischt voorbereiding en
rijping iii den geest vun den maker vóór het
werk tot staod kwam, een ander wordings
proces dan deze snel gevatte, vlot uitge
voerde schilderijtjes hadden te doorloopen.
Onder de beste van deze soort- merken we
op een paar landsehapjes met koeien die
gemolken worden, ik meen nis. 18 en ól een
pittig wintertje, een schuur met mannen bij
een fel lamplicht no. 5ö(dit wut meer door
werkt) en een heel rijp hoefsmederijtje no. 4(1
Ofschoon er geen genre te bedenken is
dat \ve hier niet vertegenwoordigd zien, kan
men De Zwart geen oogoublik veelzijdigheid
als deugd aanrekenen. In de meest verschei
den onderwerpen: figuurjandschap, zeegozicht,
stilleven etc. kunnen we niet anders zien
dan een beweegkraciit, die beroering bracht
in den hem steeds aanwezigen hartstocht
voor kleuren, die slechts op een aanleiding
wachtte om zich door uiting ontspanning
te geven.
Het zou te 'betreuren zijn, als dit tot een
zijdigheid voerde ; wanneer, hetgeen we aan
dramatische kracht als zijn eigendom vinden
in zijn vroegere schilder-jen Lijn afhalen'"
en Eerste nieuws van boord" weer niet
eenmaal zich aanpaste aan zijn zuiver
pietunuil kunnen en <le mildere, meer poëtische
natuuraanschouwing, die het teekeiiachtigo
aqttarellerje inhoudt, dat de buitenzijde van
den catalogus versiert, niet wederkeerde om
den straffen wil te temperen, die allicht naar
liet stelselmatige zou kunnen leiden.
We moeten de firma v. Wisse lingh dank
baar zijn voor deze tentoonstelling, die de
belangstelling in een kranig werker als De
Zwart zal hebben verhoogd, ons leert hem
te waardeeren om hetgeen hij nu reeds
gegeveii heeft en doet voorzien dat we in de
toekomst nog veel van hem verwachten
mogen. J. W. N.
Tentoonstelling in het Binnenhuis
van meubelen, ontworpen en ten
deele uitgevoerd doo den heer
K. van Leeuwen.
Gehoor gevende aan eene uitnoodiging
deidirectie, van liet Binnenhuis, zagen we in de
af'geloopen week aldaar eenige meubelen,
ontworpen dour den heer K. van Leeuwen;
die genoemde heer ter expositie naar Arnhem
gezonden had. Als ik mij niet vergis zijn ze
reeds van vroeger datum, ten minste ze
herinneren me zeer sterk aan die, welke
destijds op de Architectura-tentoonstelling
aanwezig waren; nu echter door snijwerk
meer geacheveerd. Hoc het echter zij, de
zelfde meer volmaak, of nieuwe, waaraan de
vroegere als een oefening zijn voorafgegaan,
zij doen den heer Vmi Leeuwen kennen
als iemand van zeer goeden smaak, fijn ge
voel voor verhouding, juist begrip voor de
eischen die de versiering moet innemen ten
dienste van het geheel, kortom als een kracht
van wien we in dezen tijd van de moderne
lijn" tot de meest primitieve eenvoud, veel
goeds nog kunnen verwachten.
Uit de boekenkast, zoowel als de linnen
kast, spreken de ernst en de nauwgezetheid
van den maker die den middenweg wist te
kiezen tusschen groote rijkdom en weelde
righeid on overdreven zucht tot het nood
zakelijkste, in vorm en versiering.
De meubelen van de heeren Berluge en
Van don Bosch bespraken we reeds vroeger,
en de thans geëxposeerde!! zijn geloof ik
ook reeds oude bekenden, of ten minste met
kleine afwijkingen nagenoeg aan hun vroeger
werk verwant. De batiks van de firma Stom
en Lebeau zagen we ook reeds eerder, ten
minste het aandeel dat de heer Lebeau in dezen
arbeid hoeft, zon onlangs nog de schermpjes
die te Turijn deel hadden uitgemaakt van
de Xederlandsche ai'deeling. Nieuw was echter
een procédé, als men mij wel hoeft ingelicht.
dat het gebatikte door middel van houtdruk
weergeeft. Hierbij wordt langs photogra
schen weg het gebatikte patroon op hout
overgebracht en verkreeg men aldus de eigen
aardige teekening, die de wastechniek mede
brengt, ook van eeir houtdruk. Als ik dit
juist heb begrepen, lijkt mij de behandeling
niet heel zuiver en mooi van opvatting. Met
komt mij voor dat dit ongeveer is wat de
gedrukte sarongs in Indiëbeoogen, een
goedkoopor proc;o<!édat iets met het oorspron
kelijke gemeen heeft: zuoiets van een volks
uil gave.
Andere zaken in het Binnenhuis, brachten
ons tot de ontdekking dat zelfs deze onder
neming geen respect voor artistiek eigendom
schijnt te "bezitten en men er het werk van
vroegere medewerkers namaakt of door ande
ren nagemaakt, exposeert. Waar geen wet
helaas dit eigendom beschermt, en de heer
Fanaat in het nummer van j.l. week dergelijk
plagiaat van de firma Pool aanhaalde, daar
verbaasde het ons ten zeerste in het Binnen
huis dat bij de oprichting zelfs namen van
ontwerper en uitvoerder bij iederen arbeid
pleegde te vermelden, thans eveneens te
moeten constateeren dat men ook hier eens
andermans ontwerpen niet respecteert, en
als de eerste de beste handelsonderneming,
als gemeengoed beschouwt. Waar de wetge
ving dergelijke namaak, zij het dan ook, voor
den vorm met slechts geringe wijziging, toe
laat, daar moet de couscieritie van den
artist zich hiertegen verzetten, en een zaak als
het Binnenhuis het niet in de hand werken.
R. W. P. Jr.
Inhoud van Tijdschriften.
Vlaanderen, Dee. 1903 : Dorpsgeheiuien, door
Stijn Streuvels. Jantje Verdure, door Stijn
Streuvel». Verzen: Verwelkoming, door
John Keats; To a nightingale, Morgenlicht,
door Kenéde Clercq. De sprookjes-litte
ratuur en SJarie Marx Koning, door Herman
Teirlinck. ? Toreau, door August Vermeylcn.
Over de prinses Zoniienschijn.door Lodewijk
Ontrop. Overzicht, door H. T.
Onze Kunst, aft. 12: Tekst.: Max Rooses,
De teekeningen der Vlaamsche meesters:
(Jordaens en andere historie-schilders. der
XVLTe eeuw). Kunstberichten. Boeken
en tijdschriften. Platen: Jac. Jordaens,
Veritas Dei, Het Mirakel vanden II. Martinus,
Een Vignet, Zoo d'ouden zongen, De aan
bidding der Herders, De Gèit.jjj^nalthea,
Mansportret, De aanbidding, der Koningen,
Vrouwenportret en VrouwenliQQ&|. Jan
Cossiers (?), portret van Jan Frans Cossiers.
Alb. Baertsoen, Stadsgracht, (ets). II. J.
Haveriiian, Moeder en kind, Stadstuintje,
Nacht te Algiers en Markt te Tanger.
Onbebekende Meester 1480, St. Ilolena het ware
kruis terugvindende.
De Nieuwe Tijd, Xo. 12: Vers, duor II.
Gorter. De beroepstelling van 1S99, door
W. H. Vliegen. Moeielijkheden der Neder-"
landsehe arbeidersbeweging, II De Solida
riteit in hare problemen, door II. Koland
Holst. Nogmaals professor Treub's
pliilosophie, door 11. Gorter. Een nieuwe eisch,
door J. van den Tempel. ' De taak der
bestuurdorsbonden, door II. Spiekmaii. liet
congres te Dresden in de kwestie Mehrhig,
door J. Snks;
Cnxmos, Dec. l!.Mi:ï: Paul Pegoix, Vanitas
vanitatum. Jlerminione Ramsden, Mother
Shipton. Gertrud Brückert, Am Ufer der
Maros. Dora Garin, Annie. Dr. Paul
Ssymunk, Das dentsche Studeritenlobcn. A lire
G-reeven, A première at the German theater.
rritiques littóraires : Is. Querido,
Monschenwee. Supplément artistique.
iimimiiiiiimiii
zijn en toch goed koken, dat kan iedere zuinige huisvrouw
; met MAGGI'S al°m Co°nTeerde MAGGI'S AROMA om t. b.ld.n
want weinige druppels voor het opdienen bijgevoegd zijn voldoende om aan groenten, vleezen,
sauzen, zwakke bouillon enz. dadelijk eenen verrassenden krachtigen en aangenamen smaak te geven.
Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars. In flacons van / 0.30 tot ? 5.25.
ARZAAM
iiiiiiimiiiiiiiiiiiimmiiimiiiiiini iiinii m MI imiiiiiiiiiiiiimiiuii
iiiimiiiii
A
De m er'
Yoorhet
Onder den titel : Een nieuwe beweging"
heb ik liet vorige jaar in dit blad de aandacht
gevestigd op eene instelling die een uitne
mend nuttig werk op zich heeft genomen,
n.l. het onderwijs-congres". Dit is een zeer
los verbonden combinatie van allerlei
nietkêrkelijke arbeiders-vereenigingen, en
daarneven ook vereenigingen van onderwijzers
en afdeelingen van Volksonderwijs", welke
combinatie zich ten doel stelt, door het
houden ^an congressen over actueele onder
werpen, het instellen en publiceeren van
enquêtes en het uitgeven van geschriften,
onder de arbeidersklasse de belangstelling
in, en het oordeel over alles wat het on
derwijs voor de volksklasse betreft, aan te
wakkeren.
Vorige onder wijs-congresseii hebben zich
bezig gehouden niet leerplicht en
ambaehtsonderwijs. In de vorige maand is er
wederom een congres gehouden, waar behan
deld werd het belangrijk vraagstuk : De zorg
der gemeenschap voor het zeer jrmije kind. En
waar in de zee van Maandagavoud-lectuur
onzer dagblad-pers een verslag van zulk oen
congres als 't ware verdrinkt, en slechts door
enkelen wordt opgevischt, acht ik het nuttig,
in een invloedrijk weekblad als dit er nog
eens de aandacht op te vestigen.
Het congres is voor dit vraagstuk niet
onvoorbereid gekomen. Reeds in April 1902
w'erd aan vereenigingen in het geheele land
een vragenlijst gezonden voor een enquête,
ten einde te weten hoe het thans met de
zorg voor do kinderen beneden don
schoolleeftijd gesteld is. Daarvoor verscheen een
uitvoerig en veelzijdig rapport, 't welk op
schromelijke verwaarloozing wijst van zér
vele kleinen, die de zorgen eener verstandige
moeder ontberen. Leerzaam is hetgeen het
rapport over het platteland mededeelt. In
de provincie Groningen bestaat ongeveer in
't geheel niets wat op eenige verzorging van
de jeugd gelijkt ; terwijl toch in geen enkele
provincie de veld- en veenarbeid van
vrou?vfen mér voorkomt dan dddr. Slechts in
l*
enkele grootere dorpen, bestaan bewaarscho
len ; maar van crèches voor jonge kinderen,
b.v. van l tot -4 jaar, is nergens sprake. In
Friesland is het wol iets beter gesteld ; in
de meeste dorpen van beteekenis bestaan er
bewaarscholen, waar kinderen op zeer jongen
leeftijd worden toegelaten. Do moeste zijn
echter instellingen, wier leerkrachten (/een
opleiding hebben genoten, en staan, in den
een of anderen vorm, onder kerkelijke controle.
In Twente is het evenmin ruim gesteld
met de gelegenheid tot verzorging van zeer
jonge kinderen. In Gelderland ontbreekt over
't geheel op hot platteland alles wat naar
behoorlijke verzorging gelijkt. En waar er
iets aanwezig is,-daar is hot in handen van
katholieke religieuzen, die, zooals men weet,
van de nieuwe leermethode nieix moeten
hebben, en don kinderen loeren bidden,
i zingen en bidden. Om van Limburg, 011 het
! grootste deel van Brabant, maar niet eens
j te spreken.
In de groote steden is het, wat hot bewaar
school-onderwijs aangaat, beter gesteld ; dat
spreekt vanzelf'. Maar ook slechts van onder
wijs aan kinderen boven don leeftijd van :>
jaren. Van crèches .is ook d.iar \veinig sprake.
't Is echter wél opmerkelijk, dat in die
steden (zooals b. v. Groningen, Amster
dam, enz.) waar vanwege de gemeente hot be
waarschoolwezen niet geregeld is, het aantal
christelijke bewaarscholen veel grooter is dan
b. v. te Rotterdam eu te Leeuwarden, waar
het bewaarschoolwezen op behoorlijk goede
wijze door de gemeente is geregeld. Te Am
sterdam zijn van do 107 bewaarscholen
45 christelijke on .ïparticuliere. In het be
langwekkende rapport over Amsterdam wordt
i dan-ook uitdrukkelijk verklaard, dat er uit
stekende voorbereidende scholen bestaan,
doch dat deze grootendeels een kerkelijke
kleur dragen. Voor jongere kinderen be
staan nagenoeg geen goede neutrale bewaar
scholen, die voor een arbeidersbeurs bereik
baar zijn."
Het spijt me niet moer aan het belang
rijke rapport van Amsterdam te kunnen
oiitleenen. Uit dit en uit velo andere rapporten
blijkt de groote ernst waarmee de inlichtin
gen zijn ingewonnen en verwerkt. En daaruit
kan met volle recht deze conclusie worden
getrokken, dat de verzorging van zeer jonge
kinderen, wier moeders buitenshuis hun broo,d
moeten verdienen, alles te wenschen over
laat, en er van eenige opvoedkundige en
hygiënische verzorging dier kinderen in 't
gehoel geen sprake is; dat het
bewaarschoolonderwijs op het platteland ook aan zeer
geringe paedagogischo eischen niet voldoet,
on alleen daar in de groote steden van een
een eonigszins bevredigende toestand gespro
ken kan worden, waar hot
bewaarsclioolj onderwijs uitgaat van de gemeente, die aan
' localiteit niet alloen maar ook aan do kwali
teit en doeltreffendheid van 't onderwijs
hare zorg besteedt, en aan do leerkrachten
althans eenige eischen van bekwaamheid
stelt, d. w. z. daarvoor ook gelegenheid tot op
voeding verschaft. \Vil men er nog een ge
rechtvaardigde conclusie aan verbinden, dan
is het deze, dat hoe langer do bemoeiing,
controle on zorg van overheidswege uitblijft,
hoe mér men de geestelijke en ook een
deel van de lichamelijke zorg voor zeer
jonge kinderen hu.iten de zaak dor publieke
lichamen plaatst, hoe meer men ook het
torrein aan do kerkelijke groepen overlaat, en
de dogmatisooi'ing van de arbeidersklasse, zoo
noodlottig voor don maatschappelijke!! voor
uitgang, laat voortwoekeren.
Op het laatst gehouden congres hoeft de
heer Gorhard nog eenige belangwekkende
cijfers aan de gegevens van het rapport toe
gevoegd. Kr bestaan aldus zijne becijfe
ring in N'ederland ongeveer 7-iO,ono kin
deren beneden do zos jaar. Aan de kinderen
van de pi. m. 2011,001) arbeiders, die zich
aan den landarbeid wijden, wordt zoo goed
als »!et» gedaan. Alleen te Amsterdam zijn
or .".'.).ü:iO kinderen beneden (l jaar, die, op
geen enkele inrichting geplaatst zijn. Te
Rotterdam zijn l!'i,000 kinderen van '2?('jaar,
terwijl er op do bewaarscholen niet mér
zijn dan 12.000. Welke verzorging en op
voeding ettelijke duizenden dezer kinderen
dus ,,genieten" laat zich denken. En deze
toestand vindt men allerwoge.
Gaarne zou ik aan het rapport zélf meer
gegevens ontleeuen; niet zoozeer nu, wat
.-.S
den feitelijken toestand aangaat, dan wel
over de niocning, daarin van velerlei zijdon
uitgesproken, luie men denkt dat van over
heidswege in dozen het best aangewend kan
l worden. Om die vraag goed te overwegen
is noodig, dat men inderdaad nrertnir/d is,
dat de huidige toestand schadelijk is voor
de lichamelijke en verstandelijke
vormingvan talloos veli' kindoren. I'it don rijken
voorraad van gegevens on meeningen neem
ik alleen dit gedeelte uit een antwoord uit
Groningen. Daar de opvoeding der kin
deren," luidt hot daarin, reeds ver voor
den zesjarigen leeftijd moeten beginnen en
velo ouders niet in staat zijn die taak der
opvoeding naar bohooren uit te voeren, is
het de plicht dor overheid die taak over te
nemen. De onmacht der ouders, voldoende
zorg te dragen vour de opvoeding hunner
kinderen, vlooit in de eerste plaats voort
uit gebrek aan tijd. Zelfs daar, waar de
moeder gecne werkzaamheden buitenshuis
behoeft te verrichten, is zij toch dikwijls
door hare velerlei huiselijke bezigheden ge
noodzaakt de kinderen te veel aan zichzelf
on aan elkander over te laten. In de tweede
plaats ontbreekt hot vele ouders aan de
noodigo bekwaamheid het moeilijke werk der
opvoeding naar buhnoren uit te voeren. Hoe
hard het ook moge klinken, voor vele kin
deren is het een zegen, dat zij een godeolte
van den dag aan do leiding der moeder ont
trokken en naar bewaarscholen gezonden
worden, waar zij gewennen aan orde on regel
maat, waar zij loeren te gehoorzamen en zich
te schikken naar anderen."
In overeenstemming met deze mooning is
ook de uitspraak van hot congres over dit
onderwerp te Amsterdam. Hot zijn zeer
algomeeiie uitspraken, maar als mér waren
zij niet bedoeld. Do conclusies komen
neer op een, in de vrijzinnige
arbeiderskringen algemeen gesteund wordend appèl
aan de overheid, om zich de verzorging
van de kinderen ook benedon (i jaar mér
dan tot nu toe aan te trekken. De
conclusiën gaan uit van de stelling dat de
arbeiders-ouders, in groote meerderheid daar
toe, wegens economische oorzaken, zelf niet
IHIIItllllllllllllllinillllllllttlllflIllinilltlllllltlflIIIIMtllllllllllllllllllllflIlHllllltllHllllinilllllMIIIIII
timMiiiiimimniimiiiumi!
iliiiimiiimiiiil
! bij machte zijn; terwijl uit paedagogisch
oog| punt een meer systematisch opvoeden en
verzorgen waaronder men geen
sohoolonderwijs in don gewonen zin behoeft te
verstaan het latere onderwijs zeer veel ten
goode zal komen.
Ik laat de verdere details van de in
zeven stellingen vervatte uitspraak maar
rusten. Ze betreffen do uitvoering en stellen
regelen. Maar zoover is het nog niet. Het
zal nog heel wat duren, vóór de overheid
op dit gebied daadwerkelijk en krachtig
optreedt.
Maar ook dit staat vast: zal ze het ooit
doen, on daarmee de lichamelijke en
zede| lijke vorming onzer toekomstige burgers in
i de hoogste mate bevorderen, dan moet op
: déze, zeer degelijke wijze dio
gemeenschaps1 zorg worden bepleit en voorbereid. Daartoe
heeft het congres en de enquête, die er aan
vooraf' ging, zeer nuttig werk gedaan.
S.
ECU Diew prentenboek
Jan A'ldfiKsen, verteld en geteokoiid door
OOM BEX. Uitgever J. M. [?«chalekainp,
Buiksloot.
Do kinderen mogen wel hoele schoone
handjes hebben, als ze hot Jan-Klaassou-boek
aanvatten, zoo mooi en keurig zijn de
tcekoningon in kleur, de druk van woorden en.
van muziek.
Groote monschen zullen met welbehagen
het Jan-Klaasseii-boek bewonderen, on kin
deren zullen het bewaren tot zo ouder zijn,
en alles nog beter snappen, en in staat zijn
te gevoelen het mooie van dit prachtworkje
met kustelijkon omslag: Jan Klaassen, achter
het wapen van Amsterdam opspringende, do
hand in de hoogte, alsof hij zweert: Am
sterdam getrouw tot den dood."
De titelprent is bijzonder fraai: Finrerkkias
rijdende over de daken van Amsterdamsehe
huizen met trapjesgevels, en gevels uit weinig
lateren tijd; het oude wapen van Am
sterdam in don Sterrenhemel.
Kunstvrienden en kunstvriendinnen zul
len zeker hoog ingenomen zijn met Ja»
Klaasen, verteld en geteekend door Oom Ben.
meest geschikte
Onderkleeding is
Prof. Dr. JAE&ER s
(Fabrikaat W.
, Sfuttgart).
Hoofddepot te Amsterdam: K, F, DEUSCHLE BENGER, Kalverstraat 157,