Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
C. J. SCHULZE, de populairste blyspel-vertooner van Nederland.
(Bij gelegenheid vm> zijn K-jarig jubileum).
Mij zal dat geen kwaad doen, maar als dit lïffeèns iemand
van zichzelf moest'lozen,' die aanleg had tot pedanterie."
IIIIIIIIHIIIimilllllllMHIIIIimilllllllMIHIIIIIIIMIHIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIMIIIII
Timoreesch snijwerk en ornament
Bijdrage tot de Indonesische, kunst
geschiedenis.
DOOR
J. A. LOBBER JR.
Uitgave Mart. Nijhoff, 's Gravenhage.
Het is nog zoo lang niet geleden dat
men de kunstuitingen die men in onzen
lltnillllllllllllMMIIIinillllllllUIUIIIIIIIIIIUMIIIIIIIIUUtltlllllllltUllllllllllUlllHIUIIIIIIlUttMIIIIIIIIttlllllllltllllllllUlUUIllllllltllllllllKllllllllltllllltllll
De deeling in randen opstaande ribben
als uitsluitende versiering.
archipel, diéirieiT in Britsen Guinea,
die men aan den Cpngo aantreft, met
een glimlaeh,als i wel aardig" voor die
onbeschaafde volken, aanzag.
Nog onlangs hoorde ik, in een der
Jfutsdep#rtementen van een spreker, die
ons over 'Java zou vertellen, dat daar
nog vele heidensche overblijfselen waren,
tempels en beelden, die echter-voor onzen
Europeeschen smaak" niets meer dan
wanstaltige gedrochten waren. En die
man vertelde het, zij het dan ook in zijn
groote onbenulligheid, met een autoriteit,
als was hij ten volle van de waarheid
ervan overtuigd. En ik geloof waarlijk
dat hij niet zoo heel alleen staat in die
meening; k heb tal van menschen
geDe deeling in randen en opstaande ribben
als uitsluitende versiering.
sproken die de Boro-boedoer uit aan
schouwen meenden te kennen en het een
groote steenmassa met beeldhouwwerk
maar toch niet zoo heel belangrijk von
den ; die gebatikte sarongs beschouwden,
uit het oogpunt van zonde van dien tijd,
daar gedrukte even, ja veel fraaier en
zuiverder waren, die smeed-en snijwerk
nog al primitief vonden en zoo meer.
En omdat er nog tal van menschen
zijn, die trotsch op hunne blanke huid
meenen schouderophalend over de kunst
van hunne bruine broeders te moeten
oordeelcn, evenals men over, geknutsel
van kinderen soms spreekt, daarom is
het ons telkens weer een [vreugde als er
een komt, die getuigt dat'Jdaar schatten
verscholen liggen in onzen rijken archipel;
die met overtuigende bewijzen laat zien
de schoonheid van het batikwerk, die
ons wijst op het kerngezonde van het
Indische smeedwerk, die ons toont in
schat van voorbeelden den rijkdom in
weef kunst, de ontzaglijke variatie in het
IJrti'blatl-motii'f.
De ornaments-ontwikkeling, afgesloten door
runden en afgedeeld in opstaande ribben.
vlechtwerk. Daarom ook is het hier
boven aangekondigde werkje van den
heer Loebèr als een aanwinst te beschou
wen in de litteratuur, die ons onzen
archipel doet kennen, niet uitsluitend als
het land overvloeiende van suiker, koffie,
kina en rijst, noch als het land waarvan
de revue scandaleuse over het maatschap
pelijk en zedelijk leven boekdeelen zou
kunnen vullen, maar als het land rijk
aan kunstuitingen, die eens het volk
boheerschten, en die goddank nog levende
onder hen zijn gebleven, al is' de aan
raking met het Westen dan ook niet
zonder invloed gebleven.
* *
*
In genoemd boek behandelt de hoor
Loebèr in het bijzondei' de kunst op
Timor en dan nog als speciaal onder
deel hiervan het snijwerk, dat op bam
boe kokers voorkomt. Deze kokers die
meestal een deel uitmaken van den dik
werf onsmakelijken inhoud van don
sirizak, zijn on als voorbeelden van een zeer
hoog meesterschap over het materiaal
on om ter wille van liet ornament van
zeer groote belangrijkheid. Hoc eenvou
dig het oogenschijnlijk .ons voorkomt,
Drielilitfl-niotii'f.
De ornarnents-oiitwikkoling afgcsli
randen en afgedeeld in opstaandi
brengt het .snijden in do gladde
bamboehuid, /eer vele moeilijkheden met zich;
do ronding zoowel als de loop der vezels
doen bij don niet zeer bedre
ven werkman, het mes uitglij
den, en daardoor een kras
ontstaan die niet meer te ver
helpen valt, daar die door de
wij/.e van bewerken direct in
het oog loopt. De Timorees
bedient zich n.l. van een twee
tal versioringswijzon waarbij
hij, hetzij het ornament zelf1.
hetzij den fond geheel of door
arceering wegsnijdt, en daarna,
de ruw gekomen onderlaag
met zwarte was inwrijft, waar
door de versiering duidelijker
naar voren treedt. En in die
versiering weet hij zoo uitste
kend evenwicht te bewaren,
nu eens door de te groote
vlakken geel met kleine; stip
pen of lijntjes te breken, dan
weer om door arccering het
zware, van groote zwarte ge
deelten te vermijden. En
deze" (de kokers) schrijft de
heer Loebèr, zijn nergens
toevallig versierd; geen luk
raak plaatsen van motieven,
welks effect door meerdere of
mindere handigheid der ver
sierders beheerscht wordt. In
serieuze strengheid loopen zij
om den koker heen en vormen
een x/itifriiil r/f/w/zondorboiriii
of einde." Zoo is dit ornament dus zuiver
beredeneerd aangebracht, door menschen
die of intuitief juist voelden, of zeker
wisten de plaats die het als onderdeel
van het geheel moest innemen.
Al vergelijkende uit een vrij belang
rijk aantal hem ten dienste staande
voorJJricblad-tnoticf.
Dc'^omainents-ontwikkeling, afgesloten door
runden en afgedeeld in opstaande ribben.
beelden komt de schrijver er' toe, een
viertal groepen aan te nemen, waar
onder hij de ornament verdeelingen terug
brengt, die hij achtereenvolgens betitelt
als :
De gelijkmatige, rechtlijnige
motiefverdeeling in doorloopende reeks. De
deeling in randen en opstaande ribben
als uitsluitende versiering. De
moticfverspreiding in schuine, doorloopcude reeks.
De ornamentsoiitwilvkoling afgesloten
door randen en afgodoeld in opstaande
ribben.
Dat er behalve deze verschillende wijze
van versieren ook nog andere indeelingen
voorkomen, dat men sommigen combi
neert, dit laat zich zeer wel begrijpen,
maar steeds beheerscht een geometrische
indeeling volkomen den detailvorm. We
zien o. a. uit een gedeeltelijk voltooide
koker uit het Museum te Leiden hoe
uit een vierkantje waarin achtereen
volgens diagonalen en een overhoeks
aangebracht vierkant getrokken is het
verdere ornament zeer eenvoudig is op
gebouwd.
AVaur de motieven op een grondslag
van schuingeplaatste lijnen verdeeld zijn,
krijgen we a.ls eindigiug een
wandvcrsiering van driehoekjes, die de schrijver
in verband brengt met een borgketen.
Of men het werkelijk zoover zou moeten
zoeken, wc betwijfelen liet,en beschouwen
zo veel meer als onwillekeurig gevormd
door de snijlijnen van het diagram waarop
de versiering berust. Het is toch opmer
kelijk dat bijna altijd een geometrische
basis aan hun versiering ten grondslag
ligt, al is die veelal dan ook slechts
hulpmiddel gebleven om hunne motieven
te groepeercn. Een tweetal motieven
dat do Timorees bij voorkeur aanwendt
op zijn kokers zijn, hot drieblad en hot
stervormig ornament. liet eerste komt
voor uitsluitend wit op een ingesneden
of gearceerd fond, en dit schijnt, hoe
wel het insnijden van liet ornament
allicht gemakkelijker is, bij deze ver
siering te behooren; in tegenstelling van
het ster-ornament dat juist bij voorkeur
weggesneden is. Beide motieven gelijk
tijdig worden nooit toegepast, -wel in
veroeniging met spiralen, gebogen lijnen
en geometrisch ornament, en hoewel er
op beide talloozc va.riatiën bestaan, kan
men ze toch meestentijds direct her
kennen en onder de een of andere
groep thuis brengen. Naast deze beide
vrij zuivere ornamentgroepen treedt
nu en dan een herinnering aan de
levende natuur in hunne versieringen op.
Deze geven nu eens meer dan eens
minder het uitsluitend karakter der
dingen, en zijn soms gebleven als losse
motieven te midden van een streng ge
houden lijnenspel, soms zooals enkele
vogel-motieven, verwerkt tot een zeer
gelukkige ornamentale samenstelling;
deze laatste vooral bij eindigings-vormen
van lepels. Trouwens de verschillende
versierde voorwerpen en het verschillend
materiaal brengen als het ware hunne
eigen motieven mede. Zoo kenmerken
de baniboekokers zich door uitsluitend
geometrisch ornament met drieblad, ster,
spinneweb-figuur, en soms een vogel,
schildpad, of zonneschijf; de houten koker
uitsluitend geometrisch ornament; de
beenen kokers als hoofdmotieven de
krokodil en duizendpoot, soms ster of
zon-motief; de kalebassen missen gedeel
telijk de geometrische samenstelling en
vertoonen spinneweb, hert en vogel; de
lepels zijn bijna uitsluitend versierd met
vogel-ornament; en de kammen ten slotte,
zijn soms geometrisch, soms met mensch,
vogel, schildpad of sterfiguur versierd.
Of dit geheel toevallig is ? waarschijnlijk
niet, maar welke symboliek eraan ten
grondslag ligt, hieromtrent verkeert men
in duister, daar hiervoor meerdere en
uitgebreidere kennis van land en volk,
van zeden en gewoonten >toe noodig zou
zijn. De heer Loebèr bepaalde zich
uitshiitend tot het ornament, en kwam tot
de verrassende overtuiging, dat bij de
Timoreesche versieringen de geometrie
een zeer belangrijke rol speelt, hetzij als
Do ornaments-ontwikkeling afgesloten door
randen en ufgedeeld in opstaande; ribben.
ornament zelf, hetzij als schema, voor
verdeeling. In oen volgend artikel hopen
we op deze bijzonderheid nog even torn»1
te komen.
u. w. r. J r.
HERBEBT SPENCER, f
Het
als de
stemt
on ia 11 leut s-on t wikkeling, afgesli
afgedeeld in "K-Maandt
i' randen en
- <S' DtTi'tnlu'i'
in 's lunere der ,\atnv,
ih'ingt kciti tu'schuffenur (ieist.
Gliickseligl wem sic niir
Die iiussrc Soliale weist.
verscheiden van een harer lieroën,
menschhoid thans te betreuren heeft,
tot droeven ernst, gelijk tot
nabetrachting der plaats, door hem, in de
wereld der ideeën, ingenomen. Deze zijne
geestelijke nalatenschap, in kort bestek' te
overzien, is onmogelijk. Aangeduid slechts
kan zij worden, door eone verwijzing natii'
hoofdpunten zijner wereld- en levensbe
schouwing, waarvan oen afgerond beeld is
ontworpen, door Otto Oaupp, in eene schets,
opgenomen in Frommans Klassiker dor
l'hilosophio, V. Stuttgart 1897.
Langs den weg der techniek ('oorspron
kelijk was Spencer ingenieur), kwam hij tot
de wijsbegeerte, zijn levenstaak. Opmerke
lijk, en voor de leer der associatie, een ge
wichtige steun, is, dat de lozing van air
Charles .Lyell's beroemde beginselen der
geologie, bij den achttienjarige, naar hijzelf
mededeelt, de gedachte wekte en deed rijpen
van den samenhang dor organische en
der anorganische wereld, welk verband L vel l
ten ecnenmale verwierp. In dier voege vatte,
bij hem, post het denkbeeld eenev ontwik
keling, waaraan, eerst veel later, Darwin,
met proefondervindelijk bewijs, zijn naam
verbinden zou.
Algemeongeldiglieid der natuurwetten on
eenvormigheid van het natuurlijk gebeuren
was derhalve, van meet af, hot wachtwoord
voor Spencer's bemoeiing;, do signatuur van
geheel zijne machtige werkzaamheid. Xoo
ergens, geldt hier het: in magnis voluisso
sat est. Waar de weteuschapsvertakkingen,
eindeloos, zich vermenigvulden, en
uitloopon op eene specialiseering, die, maar al te
vaak, den onafwijsbaren drang van hot
menschelijk gemoed naar eenheid onbevre
digd laat', trad Spencer op als do
bouwhoer, die, van het architectonisch geheel,
althans do uiterlijke lijnon ontworpen zou.
Do in,lerli)lii', lijnon, want de «lijriiK'i'ni'
samenvoeging slechts, en niet meer dan
deze, achtte hij taak en roeping der wijs
begeerte.
Het óéne denkbeeld nu, dat Spencer, op
de verschillende gebieden van hot Xijii,
be