De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1903 27 december pagina 10

27 december 1903 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Srfctj a-t DE AMSTERDAMMER WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1383 Be» Berlijffiic&e tetescüool. Naar Berlijn gekomen om daar in een van ?de talrijke schilderateliers les te nemen, vond ik al spoedig dat de 4 morgenuren, die in de ateliers aan 't teekenen of schilderen besteed worden, mijn werklust niet voldeden en informeerde ik waar en hoe men zijne mid dagen .nuttig zou. kunnen gebruiken. Met eene introductie van mijn leermeester voor zien ging ik naar het mij zeer gerecomman deerde atelier van den heer Lewin Funcke, Kantstrasse 159 en wat ik daar za<», vond ik zoo bijzonder eigenaardig en goed, dat ik het gaarne in Holland wilde bekend maken en hoop dat het wellicht ook daar navolging zal vinden. Op 'tvertoonen van mijne introductiekaart (zonder deze wordt men niet opgenomen) ? werd~mij door den heer Lewin Etincke een toegangsbewijs gegeven ; bij de portiersvrouw voorzag ik mij van schetsboeken en verdere benoodigheden en nam toen, 't was 5 minu ten voor 5, in de helder verlichte zaal op een van de bankjes plaats die in een halven cirkel om het podium stonden. Om klokslag 5 uur waren alle plaatsen door heeren en dames van verschillenden leeftijd bezet en iedereen zat in afwachtende houding, gereed om te beginnen, want bij dezen cursus is vlugheid hoofdyereischte. In-de eerste 2 kwartier wordt namelijk naar een in beweging zijnd model geteekend; b.v. het model schept water en giet dit uit, de beweging wordt regelmatig herhaald en moet worden weergegeven. 5 minuten pauze. Groote stilte, men ver neemt alleen 't ritselen van papier en 't slijpen van houtskool; men is al weer gereed voor eene nieuwe schets. Gedurende den ovorigen tijd, blijft de Akt" (de Duitsche term voor ,jiaakt model) tel kens een Vi uur, ook met pauzes van 5 min., in dezelfde houding. Gecorrigeerd wordt er niet, daarvoor zou trouwens geen tijd zijn. De heer Lewin Funcke beoordeelt de verschil lende standen van het model, maar verder is ieder geheel op zichzelf aangewezen. De portiersvrouw vervult de rol van pedel aan eene universiteit bij eene promotie, zij komt telkens het hora", Pause" en Pause aus" verkonden ; ook neemt zij bij 't weggaan het verschuldigde geld in ontvangst, dat is ongeloofelijk weinig; voor 2 uur betaalt men 50 pf.! Daarbij is men absoluut niet gebonden, men is geheel vrij te komen wanneer men wil. lederen dag van 5?7 uur staat ere en model, afwisselend man nelijk en vrouwelijk. EK is ook een avond cursus waar het model eene week lang de zelfde houding aaneemt, dit is voor degenen die eene nauwkeurige teekening willen maken. Ook hiervoor is de prijs hetzelfde. De groote opkomst, ik telde circa 30 per sonen, toont aan, hoezeer deze school in trek is en de ijver waarmee gewerkt wordt dat het hier serieus, degelijk werk geldt. DlNAH. KOHNSTAMM. PoppententoonsteJling. Het bestuur van het Kinderziekenhuis te Dordrecht vestigt de aandacht van de lezers van dit blad op eene Poppententoonstelling, die zij voornemens is te houden in de maand' Maart 1904, ten voordeele van hare inrichting. Door vele toezeggingen daartoe in staat ge steld, belooft die tentoonstelling zeer interes sant te zullen worden. Ook lezers van dit blad zijn wellicht in het bezit van poppen of speelgoed, die ter opluistering in dE ten toonstelling kunnen opgenomen worden. Gaarne houdt het bestuur zich aanbevolen voor de toezegging daarvan vóór 15 Februari. Op verzoek wordt een circulaire toegezonden door de secretaresse mevrouw A. C. VolkerVolkèr, Wolwevershaven 57, die steeds bereid is de noodige inlichtingen te verstrekken. Moge deze roepstem velen opwekken door %hunne inzending mede te werken tot het succes van deze tentoonstelling. Bet Kerstfeest Is niet het Kerstfeest voor ons, bewoners van noordelijk gelegen streken, het hoofdfeest van het jaar ? Is niet het Kerstfeest ook voor hem, die niet hecht aan een positief kerksch geloof, een feest dat op natuurlijken bodem rust, vrij van dogma of wonder ? Zonnewende! Het is alsof met haar een onuitsprekelijk verheven gevoel door de natuur waart. Al w-at leeft is door haar aan gegrepen, door de zonnewende in den winter tijd. Geheimzinnig, verborgen en toch zoo machtig, zoo krachtig, zoo werkdadig. Mag men van een feest in de natuur spreken, dan is het woord zonnewende het welsprekendste, het meest zeggende, het meest omvattende. Bij inenseh en dier en plant, bij elk levend wezen bespeurt men het tot in elke zenuw, in elke spier, in elke levenscel : er werkt een geheimzinnige kracht. Daar ligt zooveel bekoorlijks in het geheim zinnige der zonnewende, die opklimming van het licht, van het nieuwe leven. Het is geschied in den geheimvolleu nacht, en toch bespeurt men het nog niet. Men weet en is overtuigd dat de kracht wrerkt, maar de openbaring van die werking laat zich nog wachten. Men ziet slechts den stilstand, men bemerkt geen achteruitgang meer. Men weet het dat in den laiigsten nacht het licht tot een nieuwen loop is geboren, maar het kon digt zich eerst da;1rdoor aan dat de sombere dagen niet korter worden, de zwarte nachten niet langer. Ook in den zomertijd geschiedt iets dergelijks: maar de stilstaande dag leidt de gedachten af van den overstelpenden gloed van licht en vreugde in het zomergewoel. In den winter, bij den stilstand van den nacht is de geheimzinnige werking meer verborgen, men heeft een voorgevoel van 't geen men niet ziet, en de bekoring is er des te grooter om. Het duurt lang eer men de overwinning van het licht op de duisternis kan waarnemen. Wel gedurende een paar weken wordt de kamp tussehen licht en duisternis gestreden, waaruit de zonnegloor eindelijk als overwinnaar te voorschijn treedt. Het nieuwe jaar is geboren-en vangt aan onder een toevloed van frissche kracht. De overtuiging grijpt ons aan, dat geen nood zoo groot, geen vloek zoo zwaar kan zijn, die niet door hulp van een machtig, hooge natuur kracht kan worden gelenigd, opgeheven, verbannen. Nauw had het Christendom met zijn stra lenden gloed in de kille atmosfeer der germaansche oudheid verwarming gebracht, of de menschelijke geest wenddo zich van het zwakke beeld der natuur tot het Wezen dat zich in en door die natuur in ijn denkver mogen afspiegelt. In don noordelijken winNederl. Israël. Jongensweeshuis te Amsterdam. Het bestuur der propaganda-commissie verzoekt ons mede te deelen, dat zij voor de Weldadigheidsvoorstelling op 28 December a.s. in den Stadsschouwburg (?Durand en Durand" door de Kon. Ver. Het Ned. Tooneel") zich de welwillende medewerking wist te verze keren van mevr. Jeanne Salomonson?Asser (zang) en mevr. A. Röntgen (piano). De gelegenheid om de talentvolle zangeres, die 'zoo zelden in het publiek optreedt te hooren, zal wel niemand willen laten voorbij gaan, temeer waar de begeleiding in handen is van eene artiste als mevrouw Röntgen. Men kan van heden af bij den bureaulist van den Stadsschouwburg plaatsen voor deze voorstelling bespreken. IIHMtHMHMrmlMmMimiMltmlHmMMIMIIItllllllllllllllUIIIIIIIMIMIIIHlm Milicien of reservist. Leiddraad met practische wenken, in het bij/onder voor ouders wier zonen in de toekomst dienst plichtig zijn en den 16-jarigon leeftijd hebben bereikt, door G. POLVI.IET, eerste luitenant der infanterie. Schiedam, II. A. M. Roelants. 1903. De heer Polvliet, zoo goed bekend aan do vele jongeren, dio in het Kamp bij Laren nuttige en tevens aangename dagen sleten, gaf dit boekskon uit, waaraan werkelijk be hoefte bestond. Gelukkig dat de wijzigingen in de Militiewet op don inhoud weinig in vloed hadden. Wel ontbreken de jongste voorschriften betreffende de opleiding tot militie-officier. De uitgever moge spoedig een nieuwen druk noodig achten, die in dank zal worden ontvangen, on waarin dan de heer Polvliet wat meer categorisch de voor- en nadeolen van den dienst als milicien of reservist kan aangeven, hetgeen toch voor menig ouder en zoon van veel belang is. A. N. J. E. Dubbel Herstel. Ds. Drijver te Naarden heeft een onder houdend Kerstverhaal geschreven, getiteld : Dubbel Herstel, dat n vel druks beslaat en een keurig plaatje bevat. Het is bestemd voor verspreiding op groote schaal, vooral geschikt voor Zondagsscholen enz. NIEUWE UITGAVEN. Maatschappij tot Nut van 't Algemeen." Voeding en I-leiding aan schoolgaande kinderen. Een overzicht van buiten- en binnenland. Met inleiding en advies, door J. BRÜINWOLD RIEDEL. Amsterdam, S. L. van Looy. Theorie en praktijk. Beschouwingen omtrent den tegenwoordigon toestand van nijverheid van Nederland, door FELÏX DRIESSEN. Leiden, Eduard Ydo. GUSTAV FRENSSEN, De drie getrouwen. Ver taling van G. H. PRIEJI. Amsterdam, C. L. G. Veldt. Multatitliana. Verspreide en onuitgegeven stukken medogedet ld door dr. A. S. KOK met een bibliographisch overzicht der geschriften van Multatuli, door Louis D. PETIT. Baarn, Hollandia-drükkerij. Wijsgeeri-ge bladen, door dr. H. W. PH. E. VAN DEN BERGH, I. Amsterdam, W. Versluy?. De spiegel der waarheid. Moderne moderalisatiön over liefde, prostitutie en huwelijk, door L. M. HERMANS. Deventer, G. J. Lankkamp. Mr. F. A. van Hall als minister. Mededeelingen en herinneringen van mr. J. G. GLEICIIMAN. Amsterdam, P. N. van Kampen & Zoon. Het heek jaar rond. Feesten, gebruiken, iiuiiiiiiiiiiiiiinii ternacht treedt de beteekenis van die lang durige duisternis met grooter levendigheid te voorschijn dan bij zuidelijke volkeren. Zóó ontstond de viering van Christus' geboorte, door de Christelijke kerk aangepast aan reeds bestaande toestanden. In allen eenvoud wordt het ons verteld, zonder smuk, zonder opschroeving. In den duisteren nacht, in de grootste .verborgen heid, in een verwonderlijke omgeving, te midden van benepen omstandigheden en in aardschen nood, verschijnt op aarde de tot mensch geworden Zoon Gods. Voor geloovigon een diepzinnig, aanbiddenswaardig verhaal, een ware blijde boodschap; voor ongeloovigon eon vertelling mot verheven beteckonis on diepen zin. Doch het eenvoudig en heerlijk ver haal volgend daar openbaart zich tegen over de aardsche ellende, waarin do Verlosser der toekomst zijn eerste levensuren door brengt, de heerlijkheid van de belofte in de gedaante van den engel, die het blijde be richt brengt van hot terugkeerendo . licht, die het einde van do duis*ernis, welke de aarde dekt, aankondigt met het bekende woord : Zie, ik verkondig u groote blijd schap, die van alle volkeren wezen zal." Do geheole aarde ligt verzonken in dichte duisternis, tastbaar en drukkend. In dezen nacht breekt voor haar het licht aan, dat leven, opwekking, vreugd en verkwikking brengen zal, zij hot dan in wrerkelijken, zij het in geestelijken zin. Er is in die geboorte van een verlossend licht wil men: van een Verlosser, een herinnering aan don oersten Adam en Eva, do stamouders der <'hristenheid, van wie ook do op het Kerfstfeest geborene afstamt. De tweede Eva, de moeder Maria, herinnert aan de eerste, door wie volgens het symbolieke verhaal, de zonde het eerst bij de mensch heid haar intocht deed. Uit herinnering daaraan," zegt eon kerkelijk schrijver, wordt het Kerstfeest met den Kerstboom gevierd, die (om het zoo uit te drukken) de stam boom is van don Zoon des Menschen, waarbij het eerste meuschenpaar aan den wortel des booms zijn plaats vindt, terwijl door het hoog verheven, groote toplicht de Jongge borene zelf wordt aangeduid." Van waar dit treffend symbool? Zou het wn:ir zijn, wat goloorde verklaarders ons ver tellen, dat het tot ons komt uit Egypto, het land der symbolen? Zou het kunnen zijn, dat de daar op dezelfde wijze met lichten versierde pyramide reeds diende, om ook het foost van do wedergeboorte dos lichts to vieren? Zeer zeker is het mogelijk. Te moor omdat wij bij allo heidonsche volkeren omstreeks dezen tijd van hot jaar eon uiting van vreugde vertellingen en legenden, in Nederland en elders. Verzameld voor kinderen van 12 jaar en daarboven, door NEI.LIE. 6e Bundeltje: (Decem ber.) Rotterdam, Maasereeuw & Bouten. De beschikking over de ongeboren niet levens vatbare vrucht, door dr. HK. DE VRIES. Amster dam, L. J. Vermeer. Jaeobus fjellamy, door dr. J. HOEKSMA. Amsterdam, Boek-, Kunst- on Handelsdruk kerij voorh. Gobr. Bingor. Inhoud van Tijdschriften. Kigen Haard. No. 52 : Zijn zoon on zijn huis, door L. E. (Slot.) Kerstdagen in Noor wegen, door ivej. M. Stok, met af b. Keri-t verschijning, door Jer°. do Vries, bij do plaat. Zwevende Madonna, naar de schilderij van Fran/, Defreirger. Een Jachtgezelschap bij winterdag, door J. Daalder Dz. Reis-. indrukken van Noord-Celebes, door Luit. A. Rombach, met afb. naar foto's van den schrijver. Feuilleton. FMAekrnlrft en Tot ons leedwezen ontvingen wy de bijdragen voor deze rubriek-en niet tydig genoeg, om ze in dit nummer op te nemen, dat wegens het Kerstfeest twee dagen vroeger moet verschijnen. Red. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiuiiimiiiiiiiiiiii in i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiin Iets over CalTiDisMe geneesMe. fi'eachte Redactie. ! In uw nr. van 20 dezer vond ik een stuk van den heer Helper Sesbrugger over : Iets over Calvinistische geneeskunde." Vergun mij naar aanleiding daarvan een paar opmer kingen in het midden te breng-en. Vooreerst las ik dezen zin: Zij (de Oalv. geneeskundigen) zullen zich verklaren tegen lijkverbranding, tegen vivisectie, tegen sani tair toezicht op de prostitutie, en overbodig te zeggen dat zij ook tegen vaccinatie zijn," Uit het verband bleek mij niet bepaald duidelijk, of dit de woorden van dr. K. zijn of van den schrijver. Doch indien dit laatste het geval is, dan zou ik zeggen: Dat zou mij niets verbazen. Tegen het sanitair toe zicht op de prostitutie verklaart zich bijna iedere medicus; en wat de vaccinatie betreft, medici van allerlei richting hebben zich daartegen verklaard. Een voorbeeld volsta hier. Nog kort geleden schreef dr. Sybrandi in Tijdschrift voor Physwche Therapie en Hygiëne, (Juni): De, vaccinatie als kunstbewèrking zondigt tegen, dea eersten en hoogsten regel der chirtirgièd*oor een stof in een zelfgemaakte wond te brengen, waarin schim mels en microben voorkomen". Verder vind ik een vergelijking gemaakt tussehen vaccinedwang en dienstplicht. Leest men deze twee zinnen aandachtig, dan gevoelt men reeds, dat die vergelijking mank gaat. Ik lees nl.: Immers als de regeering wél mag zeggen; ik heb uw lichaam noodig om den bodem der grondbezitters te verdedigen, dan enz.; en: ik wil gezonde burgers hebben. Dat klopt niet'. De laatste zin zou moeten luiden: ik heb uw lichaam noodig om.... wat? Moeilijk valt het hier den zin te volaantreffen, die steeds wijst op een groote blijdschap" waarvan de engel sprak in Bethlehems velden, en die dus ook is van alle volkeren." De Perzen vierden in dezen tijd het feest van den vroolijken dag", wanneer de Koning, de eenige niet-slaaf in zijn land, van zijn troon gestegen, zich aan de tafel zijner onder danen neerzette en sprak: ik ben n der uwen." In Klein-Aziöen Phoeniciëvierde men feest ter eore van Moloch, waarbij kinderen, onnoozele kinderen, als oflers vielen aan een geheimzinnig werkende natuurkracht, die voor het ontwikkelen van het ontspruitend leven, jonge levenskracht als voedsel noo dig had. Bij de Grieken was hot omstreeks dezen tijd, dat een priesteres in de mysteriën den kleinen God lacchos (Dionysus aan de moe derborst) den God als kind, Gods zoon, als zonnegod, als licht-aaubrenger, in een mandje aan de goloovige schare toonde. J n Egypte ziet men eveneens de moeder weelde van Isis afgebeeld, waar ze den juist geboren Zonnegod zoogt. Dan. weer troont hij, te midden van bloemen en bloesems in plaats van i u armoedige windselen, als een schitterende bambino", want de jeugdige (fod is daar een kind van den tijd waarin de planten gaan opleven en werking vertoonen. Ook Rome had zijn Kerstfeest" al droeg het niet dien naam. Het was het feest der Saturnalia, voorafgegaan door de Brumalia, d. i. de koude, de kortste dagen, van 24 Nov. tot 17 Dec. Het feest werd dan gevierd van den zonnestilstand. Hoe kon men dit beter vieren dan door een algemecne staking van alle bezigheden? Stilstand van rechtspraak, vacantie op de scholen, reces van regeeringslichamen? Ook stilstand op het land: de tijd van den oogst was lang voorbij, 't seizoen voor het gereedmaken van de nieuwe akkers was nog niet aangebroken, al ging men ook toebereidseleu maken. De slaven waren vrij van dienst: zij droegen hoeden als symbool van vrijheid; een slaaf had anders niet het ius pilei, het recht om zich het hoofd met een hoed te dekken. De heer bediende zijn knecht die aan tafel aanzat, ter herinnering hoc in den goeden, ouden, gouden tijd, toen Saturnus het heelal bestuurde, allen gelijk waren. De slaven mochten zich zonder vrees voor straf allerlei kleine vrijheden veroor loven. Het lo Saturnalia, o Saturnalia!" weergalmde door Rome's .straten. Er heerschte omstreeks dcu blijden dag van de zonuewende een uitgelatenheid, die doet denken aan de Carnavalsdrukte en vastenavondsprct in zuidelijke streken. Zulk een geanimeerde stemming valt bij zuidelijke volkeren in den tooien. Nu zal misschien de schrijver ant woorden : Ja, maar, het is niet de kwestie van een al of. niet voltooiden zin; het is het beginsel. Het spijt me, dat de schrijver dan niet de lezing op 14 Mei 11. van prof. Fabius in ,,De Werkende Stand" hoorde. Uitvoerig weerlegde hij al die vergelijkingen. Merk waardig blijft wel, dat voorzoover ik weet bij den leerplicht die vergelijking niet werd gemaakt. En we weten, hoe de z. g. n. rechterzijde ten sl-otte gestemd heeft. Doch gesteld al, dat die zin: ik wil ge zonde burgers hebben", juist, is, dan zijn er nog genoeg bezwaren op te geven. Immers de vraag blijft, of een ongevaccineerde geen gezond burger zou zijn. Bovendien leidt de consequentie van dat idee tot een gevaarlijk standpunt. Ik wil gezonde burgers hebben". Hebben dan degenen, die ongelukkigen en lijdenden door middel van chloroform enz. uit het loven willen helpen, niet volkomen gelijk? De maatschappij ondervindt uiets dan last van hen. Aanvaardt men evenwel die consequentie niet, waarom zou het dan een halfslachtig standpunt wezen, ijverde men vóór dienstplicht, doch tegen vaccine dwang? Doch de inconsequentie dergenen, die mili tieplicht met vaccined wang vergelijken, springt duidelijk in 't oog, lot men op de voorstellen, die ons gedaan worden. Van medische zijde is onlangs voorgesteld in te voeren absoluten dwang ; evenwel met n restrictie: de zwakke kinderen krijgen dan voorloopig (misschien ad Calendas Graecas) uitstel *). AVaarom ? De Overheid wil gezonde burgers hebben. Leveren dan zwakke kinderen geen gevaar op? t) Men zegge niet: de lichamelijke toestand van het kind worde in aanmerking genomen ; want men kan even goed vrijstel ling pleiten voor gemoedsbezwaarden (gelijk meen ik Doopsgezinden bij den eed hebben). Of is het lichaam van meer beteekenis dan het geweten ? Wat zijn we dan achteruitgegaan fints de dagen der Hervor ming in de eeuw der Vooruitgang. Ik zou van het onderwerp kunnen afstap pen, was er niet nog n punt, waarop ik zoo gaarne een antwoord kreeg. Het is, zegt men, een medische kwestie. Doch merk waardig genoeg werpt men ons altijd sta tistieken voor de voeten, of wel men wijst op landen en plaatsen voor en na de invoe ring der inenting. Dat is toch geen medische kwestie. Zulke dingen kan een leek even goed nagaan of beoordeclen als een medicus. Een wetenschappelijk bewijs voor het nut der vaccine heb ik nog niet gevonden. Misschien zal de schrijver antwoorden : de kwestie van het al of niet gevaarlijke. Maar op dit punt zijn de specialiteiten (gaat men niet alleen bij ons land te rade) geenszins homogeen. Desniettegenstaande is het voor de leeken van het grootste belang te weten, tot welke gevolgtrekkingen de specialiteiten zijn gekomen. Want zij zijn er het eerst bij betrokken. Iiituszchen had de Overheid tot zoolang zich van dwang moeten onthouden. U dankend voor de verleende plaatsruimte teeken ik mij Hoogachtend L'w Du: Dr. R e ss e n, 20 Dec. '03. II. J. C. PIERSON. *) Ondertusschen moeten uu de zwakken, willen ze op school komen, er maar aan gelooven. In Engeland is er ten minste vrij stelling en voor zwakken ii voor gemoedsbezwuarden. f) Misschien is het goed ook zwakke kin deren in te enten. Ze loopen dan gevaar vroeg te sterven ; want de Overheid wil ge zonde, ja ook sterke burgers hebbeu. Maar dat is een Spartaansch, geen Nederlandsch beginsel. smaak, en te verwonderen is het niet, dat men de feesten voor uitbreiding vatbaar achtte. Nog twee feestdagen werden aan do eigen lijke Saturnalia toegevoegd; de Sigillaria, waarop men elkander poppen van zilver, brons of terra cotta ten geschenke gaf. Caligula, de dwaze keizer, op wiens rekening wel doller invallen geboekt staan, voegde er nog n dag bij : 't feest der Juvenalia, waarop de ouderen van dagen de spelletjes hunner jonge jaren hernieuwden. De ouder dom werd jong: symbool van datgene, wat ook in de natuur geschiedde ; do oude, afge leefde jaarkring hernieuwt zich tot het pas geboren jaar, gevoed door het aansterkende lovenwekkende, klimmende zonnelicht. Ook do geschenken, welke wij bij ons op St. Nieolaas, in Duitschland on Engeland op het Kerstfeest, iu Frankrijk als trounes zien aangeboden, vinden wc bij de Saturualia in de oude wereld terug. Een zeer gewild cadeau, vooral gezocht door schriele gevers, waren zilveren lepeltjes dio men zwaar of dun kon laten makoii al naar do eischcn van beurs of hart. De dichter Martialis beklaagt er zich in een gedichtje over, dat do geschenken van een vriend van jaar tot jaar geringer en van minder waarde worden. AAN POSTVMIANUS. Op ons S.ituniusfcest, 't is tien jaai' uu geleden, Zundt S'j '"'J een caleau va" zilver, vier pond. zwaar. Toeu 'k ho >pte op mevr (Ven mensen in niet j/.oo gauw tevreden, En denkt: krijg 'k ns cailcnux, dan blijft dat immer \v;ï;'ir) Toen zondt gij iets/oowat slechts van deliel ft der waarde. En 't derde en vierde jaar bracht mij n»jt minder aan. Het vijfclejaar? Wat «üs 't? Keu schoteltje van aarJc (Verbeeldde't zilver soms?-) dat vóór mij kwarn-tesiann. In 't zevende dat volgt (>;ij houdt niet van verbrassen!) En 't achtste ook daarop, volgt nu een lepel-paar. In 't negende, alweer, zoo licht haast als een vcerije, Als 'l tiende jaar nu komt, dim voel 'k aan uw geschenk, Xaar 'k vrees, geen zwaarte meer. Och, k>er toch, beste kerel, Tot de oude vierpond weer, waaraan ik uóg steeds denk. Men ziet het: in de oude wereld ging het al net als bij ons. De zondvloed van prullen, waarmee men elkander meent te moeten overstelpen, doet niet onder voor de nietswaardige dunne lepeltjes uit den tijd van don dichter Mar tialis. En waar men zich bij ons, bij hot aan bieden van allerlei fraais en leclijks, tevens' op don Pegasus werpt, en 't dichtpaard don vrijen teugel viert, om in rijm on maat (kreu pel of goed-loopend) bijschriften als begelei dende verklaring samen te flansen, daar volgt 211011 (zij 't ook onbewust) het voorbeeld der oudheid, waar ook do tijd der Saturnalion bij voorkeur was aangewezen voor hot tappen Hamaak te 'l Biaueiiliiis. Geachte Redactie. Indien onze vroegere en uw tegenwoordige^ medewerker R. W. P. opgaaf wil 'doen van 't geen hem in 't Binnenhuis als namaak toeleek, zullen we daarover gaarne verder spreken. Hoogachtend, l'w dw. Directie van 't Binnenhuis.. Ontvangen giften Naaivereeniging Liefdadigheid naar vermogen te Valtermond. Jantje, Apeldoorn, ? ], benevens een pak jongeiisklocren; den heer A. H. Kalfl'te Amsterdam, / 25; P. V. te Rotterdam, ?25; T. G. H. te Amsterdam, ? 5; inej. K. S., ooderwijzeres te den Haag, ? 2.50 ? B F teiel, / 0.50; M. v. G. te Amsterdam, ? 2;_ villa Erica te Bloemendaal, ? 5; H. te Lei den, ? 2.50; Van Wijk te den Haag. een pak meisjes kleeren, en uit Alkmaar een pak kleeren gemerkt O. D. Aan alle deze inzenders(sters) brengen wij onzen oprcchten dank, voor de arme kleinen. Had t u zelf eens die blijde gezichten kunnen zien, wat had u kunnen genieten. Nu hebben. wij zulks gedaan. Zijn er onder de lezers van dit blad menschen, .die kleeren hangen. hebben, welke ze niet gebruiken, wij zijn . vijftien werkende leden, dus kunnen het wel vermaken. Nogmaals dank voor de goede giften, wij hadden niet op zooveel durven. rekenen. A. KI.EIKNBERG?ZEVEN, verlosk. presidente. T. TI.MMKR, onderwijzeres, secretaresse. J. KROOS, penninymeesteresse. Valtermond, den 19 Dec. 1903. Daar sommige giften wat laat kwamen, en wij er nog al veel werk mee hadden, voor we alle pakken gereed hadden, deze dank zegging eerst heden geplaatst. Staislantaaraoiistehre, Rotterdam, 14 November 1903. Het komt mij zoor wenschelijk voor, zoowel in hot belang van do gemeente als van den stadslantaarnopstekers zelve, dat laatstge noemde hunne functie, d. i. het aansteken en weder uitdooven der stadslantaarns, zij zulks por fiets doden, natuurlijk in die gevallen uitgezonderd, wanneer zich op den openbaren weg hinderpalen voordeden, waar door het fietsrijden onmogelijk werd gemaakt. Het voordeel, dat hierin voor do gemeente gelegen is, is nl., ontdekt do lantaarnopsteker oen defect aan oen lantaarn, hij te spoediger daar den chef modo in kennis kan stollen, onder wiens toezicht de lantaarns staan.. Voorts was voor don lantaarnopsteker het voordeel er aan verbonden, hij eerder van zijne werkzaamheden terug was en hij minder slijtage aan klcoding had en niet zoo lang: aan het slechte weder was blootgesteld. Hoogachtend, UEd. Dn. K. SCIIRAVER. uit het dichtvat. De zeden lieten toen veel toe, wat thans ongehoord zou zijn. De Satur nalia gaven het aanzijn aan een obscoene poëzie, die in cleganten vorm de grofsteplathedon durfde zeggen, zóó zelfs dat een dichter als Martialis, die voor geen kleintje vervaard was, zich nu en dan meent te moe ten verontschuldigen. En wanneer wij dan nog in herinnering brengen dat ook reeds toen het smullen aan bepaalde feestspijzen in zwang was, waarbij wij denken aan de Engelscho plum-pudding en turkey, de Duitsche kerstgans, aan ons kerst-brood en kerstkransen, dan komen wij, tot deze gevolgtrekking: Hoe christelijk ook het Kerst- of Christfoost moge lijken, hoe vervormd het ook moge zijn, met hoeveel kerkelijke symbolen liet Weihnachtsfest, het feest zur geweihten Nacht" ook moge doortrokken zijn, het is van zuiver heidenschen oorsprong, of, laat ons liever zeggen: het is oen louter natuurfeest mot diep godsdienstigen zin. Zoo oud als do menschhoid is, heeft op grond van een beslist natuurgevoel in den tijd der \vintor-zonuewendo de mengchelijke gewaar wording van nieuw leven en frissche wer king zich doen gevoelen on zich geopenbaard. Op verschillende wijzen gaf de menschheid uiting aan haar blijdschap over de weder geboorte van het licht, en beschouwde steeds de zonnewonde als den tijd van de vervul ling dor heorlijkheidsbelofte voor de toekomst, hetzij uit zuiver materieel oogpunt als een belofte voor de naaste toekomst op deze aarde, in het naderend frissche, herlevende voorjaar, hetzij als een belofte voor het geestelijk hior-namaals en voor een zalig leven na dit loven. Of men zich het verkwikkend schouwspel gunt vaii een knetterend blok, een Jule-blok op don haard, dan of men zich vermeit in hot bewonderen van den helder verlichten, meer symbolieken Kerstboom, of men met de oude Kelten en Germanen gelooft aan een persoonlijk rondtrekken van den grooten Wotan en van Hertb.ii, dan of men met de Chris tenheid zich neerbuigt voor de schamele wieg . in Bethlehem's stal hot diep geworteld en onuitroeibaar geloof aan een nieuw leven bestond en bestaat en zal blijven bestaan zoolang de monsch mensch blijft; De mensch zal steeds in den klimmenden zonneglans een hoopvol gloren voor do toekomst ineenen to onderscheiden. Uit die lichtbron put do terneergedrukte mensch weer levensmoed, weer kracht, om den strijd opnieuw te aan vaarden en den tocht op zijn weg, soms zoo moeilijk on zwaar, te hervatten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl