Historisch Archief 1877-1940
Ne* 1884
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Aroma
om te kruiden
is een eenig beproefd middel om gerechten, groenten,
vleezen, soepen, sausen, ragout s, oogenblikkelijk een krachtigen
aangenamen, geur en smaak te geven. Weinig droppels z^Jn
voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en
comestiblesnandelaren.
HiiimmHiiiimHiiiiiimiiiMiimiMiiminiimiimmimiiiiiMHiiiiiiiMiHiu
Prinses Wiszoiewsla,
,1
In Parijs is overleden prinses Wiszniewska,
presidente en oprichtster van den
Vrouwenvredebond.
Deze bond telt zes millioen leden en om
vat de landen en staten: Frankrijk, Enge
land, Zweden en Noorwegen, Denemarken,
Amerika, Italië, Roemenië, Rusland, Spanje,
Egypte, Finland, enz. Hij werd gesticht in
1896.
Reeds lang vóór dien, had prinses Wisz
niewska zich moeite gegeven het solidariteits
gevoel op te wekken der vrouwen, met het
doel door eendracht macht te verkrijgen.
Zij meende dat een Internationale bond
mér zou kunnen bereiken dan een nationale,
en vele hoogstaande vrouwen, zoowel in
Frankrijk als daarbuiten, waren het met
haar eens; getuige het vice-presidentschap
voor Duitschland, dat door Lina Morgenstern
wordt waargenomen, en dat van Frankrijk
waar Marya Chéliga die post bekleedi
In 1900 werd op de Wereldtentoonstelling
te Parijs het eerste congres gehouden. De
meeste landen hadden hun gedelegeerden
gezonden.
Vele spreeksters en sprekers en ook de
presidente zeide het in haar openingsrede
"waren van oordeel, dat het bevorderen van
den vrede niet alleen, voornamelijk in de
roeping van de vrouw ligt! Maar, dat, wil
zjj met vrucht werkzaam zijn, in de eerste
plaats de opvoeding der kinderen moet zijn
ingericht, om hun gunstig voor de
vredesidée te stemmen.
Geen verhalen van wreedheden gepleegd
in den oorlog, of het bovenmatig
verheerlijken n tot held verheffen van personen,
omdat zij een aantal mede-menschen al
heeten het vijanden" koelbloedig over de
kling hebben gejaagd!...
Was de bond aanvankelijk gesticht met het
doel te propageeren voor algemeene ontwa
pening, al spoedig begreep het Bestuur, dat
dit Voorloopig een utopie zon blijken te zijn.
Men veranderde daarom den naam van
den Bond in: Allianee des femmes pour la
paix par l'éducation".
Prinses Wiszniewska wijdde zich geheel
aan de bevordering der belangen van den
Bond, en voerde steeds zelf de uitgebreide
correspondentie, daarin bijgestaan door haar
sympathieken echtgenoot prins Wiszniewski.
Op het diner dat te haren huize werd ge
geven, ter gelegenheid van het Congres, waren
vele gedelegeerden tegenwoordig.
Ik was de eenige gast, die als
niet-gedelegeerde aanwezig was, omdat het kleine Neder
land heil zocht in zijn isolement.
Niet doordrongen van de gedachte, dat
men slechts macht en recht verkrijgt door
vereenigd optreden, bleef het toenmalige
bestuur van den Vrouwenbond verre staan.
Ik woonde het Congres bij en was getuige
van de waardeering en hulde door zoovele
eminente mannen en vrouwen aan de wak
kere presidente gebracht!
Jammer, dat bij al het door haar tot stand
gebrachte de bittere deceptie niet uitbleef.
Jaloezie en afgunst trachtten af te breken,
wat met zooveel zorg was opgebouwd. Hierop
nader in te gaan is onnoodig. Het zou haar
niet baten, die nu de eeuwige rust is ingegaan!
Maar tóch dient te worden vermeld, hoe,
door al die droevige, door haar opgedane
ervaringen, niet haar moed en energie, maar
wél haar physieke kracht allengs ten onder ging.
Haar laatste brief aan mij dateert van
einde October. Zij voelde zich zwak , n
dag vooruit en twee dagen achteruit". Maar
toch spreekt ze nog vol belangstelling over
het Congres voor den Vrede, dat dezen zomer
te Berlijn zal worden gehouden.
Haar geheele brief getuigt van berusting
in het onvermijdelijke; geen enkele klacht
of verwijt aan het adres van degenen die
haar door hun lasterlijke aantijgingen het
leven zoo zwaar hebben gemaakt!
Ik herinner me den laatsten avond door
gebracht in Parijs. Ik had tijdens mijn lang
durig verblijf in die stad, veel verkeerd ten
huize van prinses Wiszniewska. Veel groot
heden uit de parijsche wereld had ik er
ontmoet, maar dien laatsten avond was ik
in een intiem samenzijn met haar en den prins.
Weinig dacht ik bij het afscheid nemen,
dat ik de lieve vrouw niet weer zou zien.
De begrafenis had plaats bij avond. Vele
vrienden hadden zich verzameld op het
kerkhof Pêre la Chaise. De lijkwagen was
bedekt met vlaggen gezonden uit de landen
waarvan de vrouwen zich hadden geschaard
onder haar vredesbanier.
Aan het graf werd gesproken door Marya
Chéliga en den advocaat Billard. Het was
treffend door eenvoud en waarheid.
De maan verlichtte met haar schijnsel de
talrijke menigte; diep geroerd gingen allen
huiswaarts.
Aussi je ne vous dis pas adieu", mais
au revoir"!"
Dit waren de laatste woorden van de
overledene bij het uitspreken van haar
sluitingsrede op het Vredecongres in 1900.
Zij zal het volgende congres niet meer
bijwonen. Zij ruste in vrede!
VBKA.
Wandelingen in het rijk der vrouwen. Naar
het Engelsch van MAX O'ÜELL (Paul
Blouet) door A. VAN SLOOTKN. Joh. G.
Stemler, Amsterdam.
Hare Koninklijke Hoogheid de Vrouw"
kan tevreden zijn. Zij vindt zich tegenwoor
dig in de letterkunde het voorwerp eener
belangstelling, die zich uit in voortdurende
bespreking. Boeken over de vrouw" zijn
bepaald in de mode. Indien waarlijk de letter
kunde den spiegel voorhoudt aan de maat
schappij, dan is dat een goed teeken.
Vergissen wij ons niet, dan is het reeds
de derde maal, dat een geestig schrijver zich
met haar bezig houdt. Max O'Bell, de
Engelsche pseudoniem voor Paul Blouet,
Franschman van geboorte, inaar zijn laatste boeken
althans, schrijvend in het Engelsch, waar
mee hij door een langdurig-verblijf in En
geland vertrouwd was geraakt, is begonnen
met zijn naam te vestigen door John Buil et
son ile, later gevolgd door Les filles de John
Buil. En nu zijn er, bijna tegelijk, drie zijner
werken verschenen in eene Nederlandsche
vertaling; twee van mevrouw de Graaft'
van Cappelle en het bovenstaande van A. van
Slooten.
Wandelingen" heeft de auteur zijn boek
genoemd en die naam schijnt ons alleszins
gepast. Wandelen is voor de meeste
menschen een genoegen. En dat is het blijkbaar
geweest voor dezen schrijver. Zoo flink en
zoo vlug, zoo luchtig en vluchtig heeft zijne
pen gewandeld over het papier, er is in het
gansche boek geen spoor te vinden van
moeizame productie. Heele kleine wande
lingetjes zijn het, die niet vermoeien, bijwijlen
niet langer dan ne pagina druks. Soms
zijn ze zelfs ingekrompen tot eenaphorisme
van enkele regels. Maar, zooals niet alle
wandelaars doen, heeft hij goed rondgekeken,
met scherpen blik gespeurd naar alle kanten,
terwijl wat hij hoorde en zag om zich heen,
meestal warm is gekleurd, door de opge
wekte stemming, die de flinke beweging
teweegbracht. Toch veel meer dan de opper
vlakte der dingen kan men al wandelende
niet zien. Niemand kan twee heeren dienen
en wil men onderzoeken het diepste diep
der zaken, ontleden de bestanddeelen, ken
nen hun innigst wezen, dan moet men af
dalen in der aarde schoot of in de stille
werkplaats het ontleedmes of den smeltkroes
ter hand nemen.
Modern is dit boek geenszins. Het had
ook twintig jaar vroeger geschreven kunnen
zijn. Max 'Rell is Paul Blouet gebleven;
m. a. w. hij is Franschman door en door,
met een Franschen kijk op de dingen eii
een Franschen smaak, hij beschrijft ze met
die levendigheid en helderheid van gedachte,
die juistheid en soberheid van uitdrukking,
die veelzeggingskunst, waarvan zijne
landgenooten het geheim bezitten.
Er wordt in dit boek veel gesproken over
liefde en huwelijk en schoonheid en verre
is het van mij te beweren, dat deze dingen
ouderwetsch zijn of het ooit zullen worden.
Toch er heden ten dage, in een boek aan
de vrouw gewijd, zooveel plaats aan te geven,
dat is wel een klein beetje ouder wetsch.
Ik geloof dat onze vrouwelijke studenten,
die geen tijd en geen hart hebben om
het zooveel tijd, zorg en gedachten eischende
probleem op te lossen, om altijd keurig ge
kapt en elegant gekleed, bwn gantée et bien
chaussée te zijn, weinig in zijn smaak zouden
vallen. Evenmin onze jonge schilderesjes, die,
om beter de kunst te kunnen dienen, haar eigen
toilet verwaarloozen en een zeer onartistieken
indruk maken. Ik denk hier o. a. aan de
in afschuwelijke groote ruiten gekleede
Amerikaansche schilderessen, die ik dezen zomer
in Haarlem ontmoette. Het was dan ook
zeer goed gezien van den verluchter en in
overeenstemming met den inhoud, om de
vrouw, die op den omslag geheel huur ge
slacht moet vertegenwoordigen, ut' te beel
den als een wandelend modeplaatje. Want
van een dieper ingaan op hetgeen heden ten
dage hoofd en hart der vrouwenwereld be
weegt, op 't geen er woelt en gist in veler
gemoed, is hier geen sprake. Het drama van
de vrouw, als eenling strijdend haar levens
strijd, zoekend, dwalend, stijgend tot onge
kende hoogte, of ondergaand, schijnt hem
geen belang in te boezemen.
De groote vragen op vrouwengebied zijn
hier behandeld op eene wijze, die zijne
landgenooten ejffleurer" zouden noemen. Toch
wie al te veel tegen den tijdstroom op wil
roeien, maakt zich belachelijk. En k ridicule
tue. Dus houdt ook Max O'Rell Een pleidooi
voor de werkende vrouw", heeft hij een boek
over de emancipatie gelezen :
L'affranchissement de la femme" par mr. Novicow. En met
een ontzetting die ons doet denken aan
mr. Reitsrna contra mr. Van Dorp ten onzent,
somt hij op wat de vrouw der toekomst zal
moeten weten en wezen : schrijfster, advocaat,
kunstenares, doctores, professor. In nederiger
kringen wordt ze klerk, fabrieksarbeidster,
post- en telefoonbeambte. We hebben, om
een voorbeeld te noemen, voor eenigen tijd
van eene Ainerikaansche gehoord, die eeu
schitterend examen als scheepsingenieur had
gedaan; ze legde voor de commissie het model
over van een schip, fraaier en beter van
constructie, dan eenig bestaand vaartuig."
Als eerste bezwaar, uit Max O'Rell de
stelling, dat in het nieuwe toekomstsysteem [
de vrouwen zoo zullen opgaan in haar bezig
heden als broodwinsters, dat ze maar heel
weinig tijd zullen overhouden om aan de
liefde te wijden. De vrouw leeft door en voor
de liefde," die uitspraak zal een ongerijmd
heid worden. Ze zal wel de liefde ontmoeten
op haar levensweg, maar ze zal blijven staan
of doorgaan, al naar 't haar lust.
Aan 'c slot van zijn artikel, zegt de schrijver :
Mr. Novicow verzekert ons, dat de uitkomsten
van dit systeem, wanneer 't eenmaal in wer
king is, zóó voortreffelijk zullen zijn, dat de
maatschappij tot de ontdekking zal komen
een climax te hebben bereikt, het duizend
jarig rijk van gelukkige en volmaakte be
schaving. En overweldigd door al de feiten,
de voorteekenen van dezen staat van zaken,
die hij in Engeland maar vooral in Amerika
waarneemt, voegt hij er bij: Wel, als 't zoover
komt, kan ik me toch met n ding over
m'n oud-worden troosten; ik zal er dan niet
meer zijn, om dat alles te aanschouwen."
Wat ons zelven aangaat, we waardeeren in
Mac O'Rell dit ruiterlijk kleur bekennen,
dit openlijk belijden van het
aartsconservatisme op het besproken punt, waarvan een
klein weinigje verscholen ligt, in het hart
ook van den liberaalsten man.
Zooals bij onze zomersene zwerftochten,
we ons dikwijls wel een vast einddoel hebben
gesteld, maar, bedwelmd door ruimte, licht
en kleur, steeds ons laten verleiden andere
richtingen in te slaan, bijwegen te betreden,
zoo verlaat deze wandelaar op geestelijk
gebied telkens der vrouwen rijk" om uit
stapjes te maken op het uitgebreider maat
schappelijk terrein. Daaraan danken we de
wandelingen op allerlei gebied, die een groot
deel van het boek innemen, de Wandelingen
op Huwelij ksgebied", hetgeen toch niet
uitsluitend een vrouwelijk terrein is: Pour
se marter il faut tre deux, zegt het Fransche
spreekwoord. De schrijver heeft daaraan een
vijftiental hoofdstukken gewijd, vol voor
schriften en raadgevingen. Oude beproefde
recepten uit de huisapotheek zijn het. Maar
daar het menschelijk hart welbeschouwd,
een heel ouderwetsch ding is en de grootste
factor in huiselijk en huwelijksleven, kunnen
ze nog uitstekend dienst doen. Hij vindt de
intrede in de huwelijksboot niet ongevaar
lijk. Als Franschman als getrouwd
man wellicht is hij allesbehalve blind
voor de klippen waarop die stranden kan.
Maar hij is onpartijdig genoeg om den man
dikwijls de schuld te geven. Aan den vlinder"
den zelfzuchtigen man", den huistiran"
worden bepaalde hoofdstukken gewijd". Van
veel zelfkennis getuigen uitspraken als; Er
zijn heel wat jonge meisjes, door zorgvuldige
moeders opgevoed orn opgewekte, zorgzame,
trouwe echtgeriooten tu worden; i;i den regel
echter hebben de mannen in haar volstrekt
geen zin".
Mannen en vrouwen beminnen niet vóór
hun dertigste jaar, de eerste vooral niet.
Vóór dien tijd is het weinig meer dan eeu
repetitie, die de voorstelling voorafgaat. Ge
lukkig zij, die, bij de uitvoering, hetzelfde
gezelschap hebben behouden, waarmee ze
repeteerden".
Meer dan n vrouw verkiest tegenwoordig
haar onafhankelijkheid boven een huwelijk,
dat dan ook niet zelden de moeilijkste
kostwinning voor een vrouw blijkt te zijn".
De langzaam verdwijnende liefde eener
vrouw kan niet in 't leven teruggeroepen
worden door een stel brillanteu oorringen
van duizenden guldens, doch die liefde had
in 't leven kunnen blijven door het dage
lijkse!) meebrengen van een stuiversbosje
viooltjes, die voor haar 't bewijs zijn, dat
de man lederen dag aan haar denkt."
Wij vreezen echter, dat menig modern
vrouwtje menig jong meisje in haar on
ervarenheid vooral het voorhoofd zal
fronsen bij de raadgevingen van Max o'Rell
omtrent haar gedrag in 't huwelijk. AVel
wordt haar in 't begin aangeraden zich niet
te laten wegcijferen, maar berusting blijft op
veel punten het wachtwoord.
Gij zult een afgedwaald echtgenoot nooit
tot u terugvoeren met verwijten, tranen en
heftige tooneelen; denk er aan, dat ge u
leelijk maakt, wanneer ge schreit en bepaald
afstootelijk als ge scènes maakt. Alleen door
vriendelijkheid, zachtheid, toewijding en ver
standig gedrag kunt ge hem aan uwe zijde
terugbrengen; stel u niet tevreden met ver
geven alleen, vergeten moet ge."
Vervul uw plichten, klaag nooit, eisch
nooit iets dat u niet aangeboden wordt, be
halve eerbied."
..Wanneer uw man u zijn liefde niet kan
schenken, ik bedoel de liefde van een
minnaar bega dan niet de fout zijn vriend
schap te weigeren."
Zet uw gezicht altijd in een opgewekten
plooi."
Ten slotte eene klacht, eene echt manne
lijke klacht, die in. i. niet geheel gerecht
vaardigd is.
Ik beken eerlijk, dat ik er een hekel aan
heb altijd uitroepingen te hooren als: Wat
zou een tehuis zijn zonder moeder? De Hemel
zegene onze moeder! enz. Moeder's liefde.
moeder's toewijding, moeder's invloed, moe
der's dit en moeder's dat. Vader bestaat toch
ook, dunkt me en maakt zich tusschenbeide
toch heusch wel zoo nuttig, dat hij geen
reden heeft z'n bestaan te moeten excuseeren".
Wij kennen veel gezinnen, waarin ,,Vader"
wel degelijk eeue groote, misschien de eerste ]
plaats beslaat. Het wil me toeschijnen, dat j
in deze, als in de meeste andere verhoudingen, l
het individueele der persoonlijkheid den door
slag geeft. Natuurlijk, dat bij den zelfzuchtigen
man", den huistiran", de kiekens vluchten
onder de vleugelen der klokhen. Ook in deze
kleine wereld krijgt men, evenals in de groote,
gewoonlijk terug wat men haar biedt. j
Wat de vertaling aangaat, het was voor i
mijnheer of juffrouw Van Slooten, zeker i
geen gemakkelijke taak om het luchtig en
lustig gekeuvel van Max o'Rell over te gieten
in een vorm, die het origineel in allen deele
recht deed weervaren. Tot op zekere hoogte, [
is dit echter vrij wel gelukt. Hinderlijk vond
ik het veelvuldig gebruik van eene uitdruk
king als die lui". Klinkt dit in het
dagelijksch leven al niet heel beschaafd, in eene
vertaling, waaraan men hooger eisenen stelt,
ontmoet men het liever in 't geheel niet.
Ook het germanisme: iemand eene be
merking" maken voor opmerking,
H. M. K.
HIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIWIIIIimUIIIHIIUH
niiiininiiiiiiiiiiiiiiiii
Nieuwe vrouwenclub" in Weenen. Sarah
Bernhardt als Xoraya. Kate Vouglas
Wiggin. Lady Hope's Club. Dr.
Susch en dr. Hermine Edenliuize.
Aan het eind van de vorige maand werd
in de Donaustad, het druk-woelige Weenen,
de Nieuwe Vrouwenclub" ingewijd. De club
is gelegen in het centrum dor stad
(Tuchlauben 11). Zes groote, goed verlichte, modern
en smaakvol ingerichte vertrekken, zijn be
stemd om vrouwen van diverse pluimage Op
n punt samen-te-brengen. De presidente,
mevrouw Helena Forsmann, sprak eenige
hartelijke woorden tot de dames, op den
openingsdag aanwezig. Zij uitte den wensch,
dat in deze nieuwe club zich zouden ver
eenigen, zoowel gefortuneerde vrouwen, als
zij, die moeten werken, voor haar dagelijkseh
brood. Een overbrugging van standen . . .
Hél mooi, in principe. Zeker in het belang
van velerlei vraagstukken op feministisch
gebied, waarvoor men nog ijverig zoekt naar
een goede oplossing. Ver van elkaar staande
elementen hebben wijd-uitén-loopende mee
ningen. Samensmelting ig gewenscht. Zou
ooit een club zulk een verzustering" tot
stand brengen ? In de verre toekomst mis
schien, voor het oogenblik, vrees ik, dat geen
statuten hoe logisch in elkaar grijpend, dat
geen gebouw hoe geriefelijk en aanlokkelijk
het zijn moge, het verschil in stand zullen
te-niet doen.
^- *
*?
i Dat Sardou's nieuwe stuk La Sorcière"
j reeds zoo spoedig te Parijs zou gespeeld
| worden, was hél even een kleine teleurstel
ling voor den ouden dramaturg, l April
1854 werd zijn eerste stuk La Taverne des
Trabans" voor het voetlicht gebracht. Sardou
had zich iu 't hoofd gezet zijn nieuwe werk
La Sorcière" te laten gaan" den eersten April
1904. Op die wijze had hij met het tooneel
zijn gouden bruiloft willen vieren. De om
standigheden hebben bet anders gewild.
Sardou had gedacht, dat het uit het Duitsch
j overgezette stuk Jeanne Wedekind" waarin
Sarah Bernhardt voor het eerst een oude
vrouwenrol vervulde, minstens eenige maan
den het répertoire zou houden. HetDuitsche
stuk viel niet in den smaak van het levendig,
Parijsch publiek, hoewel Sarah in den titel
rol zér bewonderd werd. La Sorcière"
kwam aan de beurt en werd een triomf
voor den ouden tooneelschrijver en voor de
eeuwig-jeugdige tooneelspeelster. Schitterend
is haar creatie van Zoraya, de jonge
Spaansche vrouw, de Moorsche, in liefde zwaar
beproefde weduwe, die door haar kennis van
kruiden en planten, waaruit zij geneesmid
delen bereidt en haar vermogen om
menschen onder hypnose te brengen, van hekserij
wordt beticht. Bekoorlijk, meeslepend, n
en al passie, gloed en leven was Sarah
Bernhardt als Zoraya. Ook mevrouw Moreno
behaalde in dit nieuwe werk van den
geestigen, productieven Sardou, een onbetwist
succes.
* *
*
Weer is een nieuwe roman Rebecca of
Sunnybrook Farm" verschenen van de hand
der Amerikaansche schrijfster, mevr. George
Christopher Riggs, meer bekend onder haar
schuilnaam Kate Douglas Wiggin. Kate is
geboortig uit Philadelphia. Van al haar
werken is Timothy's Quest" het meest be
kende, het werd in verschillende talen over
gezet, zelfs in 't .Tapansch. Kate Douglas
Wiggin is een groote kindervriendin. Veel
tijd, zorgen en geld offert zij aan kleine kin
deren en bewaarscholen. Haar voorlaatste
roman Diary of a Goose Girl" is een humo
ristisch verhaal over de avonturen van een
Amerikaansch meisje dat in de leer ging in
een soort hoenderpark in Sussex.
* *
*
In Upper Berkeley Street Londen, is de
club gesticht door Lady Hope, in volle wer
king en vollen bloei. Genoemde club is door
haar opgericht ten behoeve van mannelijke
bedienden. In dit Tehuis zijn lees-, schrijf-,
billard- en badkamers. Het lidmaatschap kost
10 shillings 'sjaars. Voor ons lijkt deze som
(zes gulden) vrij hoog. In Engeland echter,
zijn de loonen der bedienden, meiden en
knechts, veel hooger dan in Holland. Lady
Hope. die persoonlijk alle onkosten bestreed
voor de oprichting van deze club, zou zich
zér verheugen, indien het ledental dat
iiu lot vier honderd gestegen is, zich
kon uitbreiden, door vergrooting van het
gebouw. Geheel-onthouding wordt in de
club toepgepast. Voor weinig geld kunnen
de leden thee, koflie, chocolade, koek
en beschuiten krijgen. Ook bezit de club
een koilïe-karretje" dat 's avonds uitrijdt
en stationneert in straten en voor huizen,
waar partijen gegevon worden,, en waar
knechts, koetsiers en palfreniers dikwijls
staan te verkleumen. Wanneer de gast
vrouw een honderd-tal kaartjes koopt, voor
dertig shillings, dan zorgt het
koflie-karretjc dat allo wachtende bedienden zich
kunnen verkwikken met warme kollie en
koek. Het is te hopen, dat onze
partijengevende kringen die er tuk o]> zijn. Engelsche
modes te volgen, Engelsche gewoonten en
gebruiken te huldigen, niet zullen achterblij
ven, naar Loiidenschen trant, het buiten
wachtend personeel 'te onthalen op verwar
mende dranken. Lady Hope is een dochter
van generaal sir Arthur Cotton en weduwe
van den admiraal sir James Hope.
* *
*
Den 4den November j.l. promoveerden
aan de universiteit te Bonn, voor de eerste
maal, twee doctoressen, de dames Busch uit
Bonn en Hermine Edenhuize uit Oost-Fries
land. Het examen der dames was schitterend
en hare proefschriften verwierven den
hoogsten lof. Hartelijk en vol geestdrift werden
zij toegesproken door den deken der medische
faculteit, Geheimrath Tritscb. Hij weeg
haar ook op den ernst van haar beroep, aan
het leven vol gevaar en opoffering, waaraan
zij vrijwillig haar krachten en bekwaamheden
gingen wijden. Niet als een pikante sport"
beschouwde hij persoonlijk, het studeerën
der vrouw, maar als een goed werk waarvoor
men eerbied moet hebben. Ook weee hij de
dames op den ondank en de verguizing waar
aan medici bloot t taan, maar hij onthield haar
niet zijn bewondering voor de eeuwig jonge en
frissche wetenschap der geneeskunde. Een
wetenschap die steeds aanspoort tot onder
zoek, en waarbij ieder antwoord op een proef,
onmiddellijk weer nieuwe vragen stelt.
Alles goeds wenschte hij haar toe, bij het
aanvaarden van haar nuttigen en zwaren
arbeid. CAPRIGE.
IIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIItllllllllllllllllMllltlllllnlIIIIIIIIIMIIIIIUIHIIIIItlllllllllir
£60 receptie büieii Sultan.
i.
De Radaman had zijn einde bereikt. De
vastentijd had tot groote voldoening van de
Muzelmannen zijn wettig voorgeschreven
kring gesloten. Ontelbaar waren de schapen,
fraai gehoornd als met kurketrekkers, velen
zelfs tweedubbel, die uit de vlakten en
berghellingen van Serviëen Bulgarije waren
aangevoerd, begeleid door schilderachtig
getooide en half-gekleede herders en vee
handelaars op de vrachtbooten van de
Oostenrijksche Lloyd. Ook de Hollandsche
stoomers der Kon. Ned. Stoomvaart Maat
schappij hadden duizenden wollige passagiers
aan dek genomen, en overgebracht van
Saloniki naar Constantinopel. Van allen was het
de eerste, maar ook de laatste zeereis geweest.
Hun levensuren waren geteld: zij zouden wel
dra moeten vallen als oil'ers van dankbaarheid
na de volbrachte vastenmaand. Elke Turk
die 't eeiiigszins kan bekostigen, slacht na
den Radaman zijn schaap.
Ook de Sultan doet dit. Althans, hij wordt
geacht dit te doen, wanneer hij met een
flikkerend mes even de keel van een vast
gebonden schaap aanraakt, en het bloedig
slachterswerk aan zijn daartoe meer be
voegden plaatsvervanger overlaat.
Na deze symbolieke plechtigheid ontvangt
j zijne Turksche Majesteit de gelukwenscheu
en huldebetooningen van zijn hoogste
grootwaardigheids-bekleeders en opper-oflicieren.
En dergelijke eerbetooiiing bij te wonen
is zeker een voorrecht, dat met beide handen
moet worden aangegrepen, en dankbaar dient
te worden aanvaard. Wanneer een bezoeker
van de Turksche hoofdstad zich in
betrekkingstelt met het Gezantschap zijner natie, dan
is er kans, dat hem op zijn aanvrage de toe
gang tot de plechtigheid niet wordt geweigerd.
Een paar dagen nadat het verzoek door
middel van de Nederlandsche legatie tot den
ceremonie-meester aan het Hof van de Ver
heven Porte is gericht, verrast een fraai
officieel stuk, voorzien van een reuzenstempcl
en gesteld in de Fransche taal, den aanvrager.
Le grand-maitre des cérémonies de S. M.
Impériale" had de eer Mr... avec sa familie"
uit te noodigen tot het bijwonen der receptie
welke zou gehouden worden in het paleis
Dolman Bachtjséop den zooveelsten Juli . . .
des morgens ten 8 ure.
Ofschoon de receptie ten 8 ure zou aan
vangen, werd men verzocht om 7 ure aan
wezig te zijn en... o schrik! voor de op
hof-recepties niet bedachte reizigers:.. ..
habit de rigueur"!
De eerste gedachte die ons bekroop, was
die van een jammerlijke teleurstelling. Dat
hadden wij immers vooruit wel kunnen
bedenken! Hoe zou men bij een receptie
ten hove kunnen tegenwoordig zijn zonder
zwarten rok! Weg illusies, verdwenen op dat
grijnzende machtwoord: habit de rigueur".
Doch waar n:ij wikten, daar beschikten onze
welwillende raadgevers aan de Nederlandsche
legatie. Dat habit" was slechts aangegeven
om de brutale Engelsche toeristen te weren,
die vaak de onbeschoftheid hadden in vol
maakt reiskostuum, met spijkerschoenen en
grijze kuitkousen, mot omlam'ferden helmhoed
ten paleize te verschijnen. Dat was nu wel
wat al te kras. Maar een gewoon zwart
jacket kon den rok uitnemend vervangen,
terwijl de kwestie bij de dames natuurlijk al
zeer gemakkelijk voor oplossing vatbaar was.
Toen dit vermeende bezwaar was opge
heven werd de morgen met verlangen tege
moet gezien. De rijtuigen waren te kwart
vóór zes besteld, een vreemd idee voor ons,
Westerlingen, die zich een gang ten hove
op dat onrijpe uur moeilijk kunnen voor
stellen, daar in West-Europa laat en deftig
veelal synoniem zijn. Een soort van wijding
ontvingen de beide huurrijtuigen door de
tegenwoordigheid der kawassen", gewapende
Armeniërs, dienaren der Nederlandsche lega
tie. Het was een ofh'ciëele vertooning, die
ons eerst deed lachen om de wapening der
zwaar behaarde kerels, wier pistolen en
dolken en messen en sabels in den gordel,
overwelfd door den kogulriem, gedachten
aan onveiligheid en gevaar wekten. Later
evenwel zegenden wij in gedachten dat
gene, wat wij eerst als een kleine
aanstellerij" van ons geleide hadden beschouwd,
daar de gewapende manschappen blijkbaar
van een passe-partout voorzien waren. Nergens
althans waar we iindero rijtuigen zagen tegen
houden en wachten, werd ons de toegang
ook maar in het minst bemoeilijkt.
Uit de bovenstad l'era, het Europeesche
deel van Conxtantinopel. waarin ons hotel
gelegen was, daalden wij langs de nog stille