De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 3 januari pagina 5

3 januari 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Ne* 1884 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Aroma om te kruiden is een eenig beproefd middel om gerechten, groenten, vleezen, soepen, sausen, ragout s, oogenblikkelijk een krachtigen aangenamen, geur en smaak te geven. Weinig droppels z^Jn voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en comestiblesnandelaren. HiiimmHiiiimHiiiiiimiiiMiimiMiiminiimiimmimiiiiiMHiiiiiiiMiHiu Prinses Wiszoiewsla, ,1 In Parijs is overleden prinses Wiszniewska, presidente en oprichtster van den Vrouwenvredebond. Deze bond telt zes millioen leden en om vat de landen en staten: Frankrijk, Enge land, Zweden en Noorwegen, Denemarken, Amerika, Italië, Roemenië, Rusland, Spanje, Egypte, Finland, enz. Hij werd gesticht in 1896. Reeds lang vóór dien, had prinses Wisz niewska zich moeite gegeven het solidariteits gevoel op te wekken der vrouwen, met het doel door eendracht macht te verkrijgen. Zij meende dat een Internationale bond mér zou kunnen bereiken dan een nationale, en vele hoogstaande vrouwen, zoowel in Frankrijk als daarbuiten, waren het met haar eens; getuige het vice-presidentschap voor Duitschland, dat door Lina Morgenstern wordt waargenomen, en dat van Frankrijk waar Marya Chéliga die post bekleedi In 1900 werd op de Wereldtentoonstelling te Parijs het eerste congres gehouden. De meeste landen hadden hun gedelegeerden gezonden. Vele spreeksters en sprekers en ook de presidente zeide het in haar openingsrede "waren van oordeel, dat het bevorderen van den vrede niet alleen, voornamelijk in de roeping van de vrouw ligt! Maar, dat, wil zjj met vrucht werkzaam zijn, in de eerste plaats de opvoeding der kinderen moet zijn ingericht, om hun gunstig voor de vredesidée te stemmen. Geen verhalen van wreedheden gepleegd in den oorlog, of het bovenmatig verheerlijken n tot held verheffen van personen, omdat zij een aantal mede-menschen al heeten het vijanden" koelbloedig over de kling hebben gejaagd!... Was de bond aanvankelijk gesticht met het doel te propageeren voor algemeene ontwa pening, al spoedig begreep het Bestuur, dat dit Voorloopig een utopie zon blijken te zijn. Men veranderde daarom den naam van den Bond in: Allianee des femmes pour la paix par l'éducation". Prinses Wiszniewska wijdde zich geheel aan de bevordering der belangen van den Bond, en voerde steeds zelf de uitgebreide correspondentie, daarin bijgestaan door haar sympathieken echtgenoot prins Wiszniewski. Op het diner dat te haren huize werd ge geven, ter gelegenheid van het Congres, waren vele gedelegeerden tegenwoordig. Ik was de eenige gast, die als niet-gedelegeerde aanwezig was, omdat het kleine Neder land heil zocht in zijn isolement. Niet doordrongen van de gedachte, dat men slechts macht en recht verkrijgt door vereenigd optreden, bleef het toenmalige bestuur van den Vrouwenbond verre staan. Ik woonde het Congres bij en was getuige van de waardeering en hulde door zoovele eminente mannen en vrouwen aan de wak kere presidente gebracht! Jammer, dat bij al het door haar tot stand gebrachte de bittere deceptie niet uitbleef. Jaloezie en afgunst trachtten af te breken, wat met zooveel zorg was opgebouwd. Hierop nader in te gaan is onnoodig. Het zou haar niet baten, die nu de eeuwige rust is ingegaan! Maar tóch dient te worden vermeld, hoe, door al die droevige, door haar opgedane ervaringen, niet haar moed en energie, maar wél haar physieke kracht allengs ten onder ging. Haar laatste brief aan mij dateert van einde October. Zij voelde zich zwak , n dag vooruit en twee dagen achteruit". Maar toch spreekt ze nog vol belangstelling over het Congres voor den Vrede, dat dezen zomer te Berlijn zal worden gehouden. Haar geheele brief getuigt van berusting in het onvermijdelijke; geen enkele klacht of verwijt aan het adres van degenen die haar door hun lasterlijke aantijgingen het leven zoo zwaar hebben gemaakt! Ik herinner me den laatsten avond door gebracht in Parijs. Ik had tijdens mijn lang durig verblijf in die stad, veel verkeerd ten huize van prinses Wiszniewska. Veel groot heden uit de parijsche wereld had ik er ontmoet, maar dien laatsten avond was ik in een intiem samenzijn met haar en den prins. Weinig dacht ik bij het afscheid nemen, dat ik de lieve vrouw niet weer zou zien. De begrafenis had plaats bij avond. Vele vrienden hadden zich verzameld op het kerkhof Pêre la Chaise. De lijkwagen was bedekt met vlaggen gezonden uit de landen waarvan de vrouwen zich hadden geschaard onder haar vredesbanier. Aan het graf werd gesproken door Marya Chéliga en den advocaat Billard. Het was treffend door eenvoud en waarheid. De maan verlichtte met haar schijnsel de talrijke menigte; diep geroerd gingen allen huiswaarts. Aussi je ne vous dis pas adieu", mais au revoir"!" Dit waren de laatste woorden van de overledene bij het uitspreken van haar sluitingsrede op het Vredecongres in 1900. Zij zal het volgende congres niet meer bijwonen. Zij ruste in vrede! VBKA. Wandelingen in het rijk der vrouwen. Naar het Engelsch van MAX O'ÜELL (Paul Blouet) door A. VAN SLOOTKN. Joh. G. Stemler, Amsterdam. Hare Koninklijke Hoogheid de Vrouw" kan tevreden zijn. Zij vindt zich tegenwoor dig in de letterkunde het voorwerp eener belangstelling, die zich uit in voortdurende bespreking. Boeken over de vrouw" zijn bepaald in de mode. Indien waarlijk de letter kunde den spiegel voorhoudt aan de maat schappij, dan is dat een goed teeken. Vergissen wij ons niet, dan is het reeds de derde maal, dat een geestig schrijver zich met haar bezig houdt. Max O'Bell, de Engelsche pseudoniem voor Paul Blouet, Franschman van geboorte, inaar zijn laatste boeken althans, schrijvend in het Engelsch, waar mee hij door een langdurig-verblijf in En geland vertrouwd was geraakt, is begonnen met zijn naam te vestigen door John Buil et son ile, later gevolgd door Les filles de John Buil. En nu zijn er, bijna tegelijk, drie zijner werken verschenen in eene Nederlandsche vertaling; twee van mevrouw de Graaft' van Cappelle en het bovenstaande van A. van Slooten. Wandelingen" heeft de auteur zijn boek genoemd en die naam schijnt ons alleszins gepast. Wandelen is voor de meeste menschen een genoegen. En dat is het blijkbaar geweest voor dezen schrijver. Zoo flink en zoo vlug, zoo luchtig en vluchtig heeft zijne pen gewandeld over het papier, er is in het gansche boek geen spoor te vinden van moeizame productie. Heele kleine wande lingetjes zijn het, die niet vermoeien, bijwijlen niet langer dan ne pagina druks. Soms zijn ze zelfs ingekrompen tot eenaphorisme van enkele regels. Maar, zooals niet alle wandelaars doen, heeft hij goed rondgekeken, met scherpen blik gespeurd naar alle kanten, terwijl wat hij hoorde en zag om zich heen, meestal warm is gekleurd, door de opge wekte stemming, die de flinke beweging teweegbracht. Toch veel meer dan de opper vlakte der dingen kan men al wandelende niet zien. Niemand kan twee heeren dienen en wil men onderzoeken het diepste diep der zaken, ontleden de bestanddeelen, ken nen hun innigst wezen, dan moet men af dalen in der aarde schoot of in de stille werkplaats het ontleedmes of den smeltkroes ter hand nemen. Modern is dit boek geenszins. Het had ook twintig jaar vroeger geschreven kunnen zijn. Max 'Rell is Paul Blouet gebleven; m. a. w. hij is Franschman door en door, met een Franschen kijk op de dingen eii een Franschen smaak, hij beschrijft ze met die levendigheid en helderheid van gedachte, die juistheid en soberheid van uitdrukking, die veelzeggingskunst, waarvan zijne landgenooten het geheim bezitten. Er wordt in dit boek veel gesproken over liefde en huwelijk en schoonheid en verre is het van mij te beweren, dat deze dingen ouderwetsch zijn of het ooit zullen worden. Toch er heden ten dage, in een boek aan de vrouw gewijd, zooveel plaats aan te geven, dat is wel een klein beetje ouder wetsch. Ik geloof dat onze vrouwelijke studenten, die geen tijd en geen hart hebben om het zooveel tijd, zorg en gedachten eischende probleem op te lossen, om altijd keurig ge kapt en elegant gekleed, bwn gantée et bien chaussée te zijn, weinig in zijn smaak zouden vallen. Evenmin onze jonge schilderesjes, die, om beter de kunst te kunnen dienen, haar eigen toilet verwaarloozen en een zeer onartistieken indruk maken. Ik denk hier o. a. aan de in afschuwelijke groote ruiten gekleede Amerikaansche schilderessen, die ik dezen zomer in Haarlem ontmoette. Het was dan ook zeer goed gezien van den verluchter en in overeenstemming met den inhoud, om de vrouw, die op den omslag geheel huur ge slacht moet vertegenwoordigen, ut' te beel den als een wandelend modeplaatje. Want van een dieper ingaan op hetgeen heden ten dage hoofd en hart der vrouwenwereld be weegt, op 't geen er woelt en gist in veler gemoed, is hier geen sprake. Het drama van de vrouw, als eenling strijdend haar levens strijd, zoekend, dwalend, stijgend tot onge kende hoogte, of ondergaand, schijnt hem geen belang in te boezemen. De groote vragen op vrouwengebied zijn hier behandeld op eene wijze, die zijne landgenooten ejffleurer" zouden noemen. Toch wie al te veel tegen den tijdstroom op wil roeien, maakt zich belachelijk. En k ridicule tue. Dus houdt ook Max O'Rell Een pleidooi voor de werkende vrouw", heeft hij een boek over de emancipatie gelezen : L'affranchissement de la femme" par mr. Novicow. En met een ontzetting die ons doet denken aan mr. Reitsrna contra mr. Van Dorp ten onzent, somt hij op wat de vrouw der toekomst zal moeten weten en wezen : schrijfster, advocaat, kunstenares, doctores, professor. In nederiger kringen wordt ze klerk, fabrieksarbeidster, post- en telefoonbeambte. We hebben, om een voorbeeld te noemen, voor eenigen tijd van eene Ainerikaansche gehoord, die eeu schitterend examen als scheepsingenieur had gedaan; ze legde voor de commissie het model over van een schip, fraaier en beter van constructie, dan eenig bestaand vaartuig." Als eerste bezwaar, uit Max O'Rell de stelling, dat in het nieuwe toekomstsysteem [ de vrouwen zoo zullen opgaan in haar bezig heden als broodwinsters, dat ze maar heel weinig tijd zullen overhouden om aan de liefde te wijden. De vrouw leeft door en voor de liefde," die uitspraak zal een ongerijmd heid worden. Ze zal wel de liefde ontmoeten op haar levensweg, maar ze zal blijven staan of doorgaan, al naar 't haar lust. Aan 'c slot van zijn artikel, zegt de schrijver : Mr. Novicow verzekert ons, dat de uitkomsten van dit systeem, wanneer 't eenmaal in wer king is, zóó voortreffelijk zullen zijn, dat de maatschappij tot de ontdekking zal komen een climax te hebben bereikt, het duizend jarig rijk van gelukkige en volmaakte be schaving. En overweldigd door al de feiten, de voorteekenen van dezen staat van zaken, die hij in Engeland maar vooral in Amerika waarneemt, voegt hij er bij: Wel, als 't zoover komt, kan ik me toch met n ding over m'n oud-worden troosten; ik zal er dan niet meer zijn, om dat alles te aanschouwen." Wat ons zelven aangaat, we waardeeren in Mac O'Rell dit ruiterlijk kleur bekennen, dit openlijk belijden van het aartsconservatisme op het besproken punt, waarvan een klein weinigje verscholen ligt, in het hart ook van den liberaalsten man. Zooals bij onze zomersene zwerftochten, we ons dikwijls wel een vast einddoel hebben gesteld, maar, bedwelmd door ruimte, licht en kleur, steeds ons laten verleiden andere richtingen in te slaan, bijwegen te betreden, zoo verlaat deze wandelaar op geestelijk gebied telkens der vrouwen rijk" om uit stapjes te maken op het uitgebreider maat schappelijk terrein. Daaraan danken we de wandelingen op allerlei gebied, die een groot deel van het boek innemen, de Wandelingen op Huwelij ksgebied", hetgeen toch niet uitsluitend een vrouwelijk terrein is: Pour se marter il faut tre deux, zegt het Fransche spreekwoord. De schrijver heeft daaraan een vijftiental hoofdstukken gewijd, vol voor schriften en raadgevingen. Oude beproefde recepten uit de huisapotheek zijn het. Maar daar het menschelijk hart welbeschouwd, een heel ouderwetsch ding is en de grootste factor in huiselijk en huwelijksleven, kunnen ze nog uitstekend dienst doen. Hij vindt de intrede in de huwelijksboot niet ongevaar lijk. Als Franschman als getrouwd man wellicht is hij allesbehalve blind voor de klippen waarop die stranden kan. Maar hij is onpartijdig genoeg om den man dikwijls de schuld te geven. Aan den vlinder" den zelfzuchtigen man", den huistiran" worden bepaalde hoofdstukken gewijd". Van veel zelfkennis getuigen uitspraken als; Er zijn heel wat jonge meisjes, door zorgvuldige moeders opgevoed orn opgewekte, zorgzame, trouwe echtgeriooten tu worden; i;i den regel echter hebben de mannen in haar volstrekt geen zin". Mannen en vrouwen beminnen niet vóór hun dertigste jaar, de eerste vooral niet. Vóór dien tijd is het weinig meer dan eeu repetitie, die de voorstelling voorafgaat. Ge lukkig zij, die, bij de uitvoering, hetzelfde gezelschap hebben behouden, waarmee ze repeteerden". Meer dan n vrouw verkiest tegenwoordig haar onafhankelijkheid boven een huwelijk, dat dan ook niet zelden de moeilijkste kostwinning voor een vrouw blijkt te zijn". De langzaam verdwijnende liefde eener vrouw kan niet in 't leven teruggeroepen worden door een stel brillanteu oorringen van duizenden guldens, doch die liefde had in 't leven kunnen blijven door het dage lijkse!) meebrengen van een stuiversbosje viooltjes, die voor haar 't bewijs zijn, dat de man lederen dag aan haar denkt." Wij vreezen echter, dat menig modern vrouwtje menig jong meisje in haar on ervarenheid vooral het voorhoofd zal fronsen bij de raadgevingen van Max o'Rell omtrent haar gedrag in 't huwelijk. AVel wordt haar in 't begin aangeraden zich niet te laten wegcijferen, maar berusting blijft op veel punten het wachtwoord. Gij zult een afgedwaald echtgenoot nooit tot u terugvoeren met verwijten, tranen en heftige tooneelen; denk er aan, dat ge u leelijk maakt, wanneer ge schreit en bepaald afstootelijk als ge scènes maakt. Alleen door vriendelijkheid, zachtheid, toewijding en ver standig gedrag kunt ge hem aan uwe zijde terugbrengen; stel u niet tevreden met ver geven alleen, vergeten moet ge." Vervul uw plichten, klaag nooit, eisch nooit iets dat u niet aangeboden wordt, be halve eerbied." ..Wanneer uw man u zijn liefde niet kan schenken, ik bedoel de liefde van een minnaar bega dan niet de fout zijn vriend schap te weigeren." Zet uw gezicht altijd in een opgewekten plooi." Ten slotte eene klacht, eene echt manne lijke klacht, die in. i. niet geheel gerecht vaardigd is. Ik beken eerlijk, dat ik er een hekel aan heb altijd uitroepingen te hooren als: Wat zou een tehuis zijn zonder moeder? De Hemel zegene onze moeder! enz. Moeder's liefde. moeder's toewijding, moeder's invloed, moe der's dit en moeder's dat. Vader bestaat toch ook, dunkt me en maakt zich tusschenbeide toch heusch wel zoo nuttig, dat hij geen reden heeft z'n bestaan te moeten excuseeren". Wij kennen veel gezinnen, waarin ,,Vader" wel degelijk eeue groote, misschien de eerste ] plaats beslaat. Het wil me toeschijnen, dat j in deze, als in de meeste andere verhoudingen, l het individueele der persoonlijkheid den door slag geeft. Natuurlijk, dat bij den zelfzuchtigen man", den huistiran", de kiekens vluchten onder de vleugelen der klokhen. Ook in deze kleine wereld krijgt men, evenals in de groote, gewoonlijk terug wat men haar biedt. j Wat de vertaling aangaat, het was voor i mijnheer of juffrouw Van Slooten, zeker i geen gemakkelijke taak om het luchtig en lustig gekeuvel van Max o'Rell over te gieten in een vorm, die het origineel in allen deele recht deed weervaren. Tot op zekere hoogte, [ is dit echter vrij wel gelukt. Hinderlijk vond ik het veelvuldig gebruik van eene uitdruk king als die lui". Klinkt dit in het dagelijksch leven al niet heel beschaafd, in eene vertaling, waaraan men hooger eisenen stelt, ontmoet men het liever in 't geheel niet. Ook het germanisme: iemand eene be merking" maken voor opmerking, H. M. K. HIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIWIIIIimUIIIHIIUH niiiininiiiiiiiiiiiiiiiii Nieuwe vrouwenclub" in Weenen. Sarah Bernhardt als Xoraya. Kate Vouglas Wiggin. Lady Hope's Club. Dr. Susch en dr. Hermine Edenliuize. Aan het eind van de vorige maand werd in de Donaustad, het druk-woelige Weenen, de Nieuwe Vrouwenclub" ingewijd. De club is gelegen in het centrum dor stad (Tuchlauben 11). Zes groote, goed verlichte, modern en smaakvol ingerichte vertrekken, zijn be stemd om vrouwen van diverse pluimage Op n punt samen-te-brengen. De presidente, mevrouw Helena Forsmann, sprak eenige hartelijke woorden tot de dames, op den openingsdag aanwezig. Zij uitte den wensch, dat in deze nieuwe club zich zouden ver eenigen, zoowel gefortuneerde vrouwen, als zij, die moeten werken, voor haar dagelijkseh brood. Een overbrugging van standen . . . Hél mooi, in principe. Zeker in het belang van velerlei vraagstukken op feministisch gebied, waarvoor men nog ijverig zoekt naar een goede oplossing. Ver van elkaar staande elementen hebben wijd-uitén-loopende mee ningen. Samensmelting ig gewenscht. Zou ooit een club zulk een verzustering" tot stand brengen ? In de verre toekomst mis schien, voor het oogenblik, vrees ik, dat geen statuten hoe logisch in elkaar grijpend, dat geen gebouw hoe geriefelijk en aanlokkelijk het zijn moge, het verschil in stand zullen te-niet doen. ^- * *? i Dat Sardou's nieuwe stuk La Sorcière" j reeds zoo spoedig te Parijs zou gespeeld | worden, was hél even een kleine teleurstel ling voor den ouden dramaturg, l April 1854 werd zijn eerste stuk La Taverne des Trabans" voor het voetlicht gebracht. Sardou had zich iu 't hoofd gezet zijn nieuwe werk La Sorcière" te laten gaan" den eersten April 1904. Op die wijze had hij met het tooneel zijn gouden bruiloft willen vieren. De om standigheden hebben bet anders gewild. Sardou had gedacht, dat het uit het Duitsch j overgezette stuk Jeanne Wedekind" waarin Sarah Bernhardt voor het eerst een oude vrouwenrol vervulde, minstens eenige maan den het répertoire zou houden. HetDuitsche stuk viel niet in den smaak van het levendig, Parijsch publiek, hoewel Sarah in den titel rol zér bewonderd werd. La Sorcière" kwam aan de beurt en werd een triomf voor den ouden tooneelschrijver en voor de eeuwig-jeugdige tooneelspeelster. Schitterend is haar creatie van Zoraya, de jonge Spaansche vrouw, de Moorsche, in liefde zwaar beproefde weduwe, die door haar kennis van kruiden en planten, waaruit zij geneesmid delen bereidt en haar vermogen om menschen onder hypnose te brengen, van hekserij wordt beticht. Bekoorlijk, meeslepend, n en al passie, gloed en leven was Sarah Bernhardt als Zoraya. Ook mevrouw Moreno behaalde in dit nieuwe werk van den geestigen, productieven Sardou, een onbetwist succes. * * * Weer is een nieuwe roman Rebecca of Sunnybrook Farm" verschenen van de hand der Amerikaansche schrijfster, mevr. George Christopher Riggs, meer bekend onder haar schuilnaam Kate Douglas Wiggin. Kate is geboortig uit Philadelphia. Van al haar werken is Timothy's Quest" het meest be kende, het werd in verschillende talen over gezet, zelfs in 't .Tapansch. Kate Douglas Wiggin is een groote kindervriendin. Veel tijd, zorgen en geld offert zij aan kleine kin deren en bewaarscholen. Haar voorlaatste roman Diary of a Goose Girl" is een humo ristisch verhaal over de avonturen van een Amerikaansch meisje dat in de leer ging in een soort hoenderpark in Sussex. * * * In Upper Berkeley Street Londen, is de club gesticht door Lady Hope, in volle wer king en vollen bloei. Genoemde club is door haar opgericht ten behoeve van mannelijke bedienden. In dit Tehuis zijn lees-, schrijf-, billard- en badkamers. Het lidmaatschap kost 10 shillings 'sjaars. Voor ons lijkt deze som (zes gulden) vrij hoog. In Engeland echter, zijn de loonen der bedienden, meiden en knechts, veel hooger dan in Holland. Lady Hope. die persoonlijk alle onkosten bestreed voor de oprichting van deze club, zou zich zér verheugen, indien het ledental dat iiu lot vier honderd gestegen is, zich kon uitbreiden, door vergrooting van het gebouw. Geheel-onthouding wordt in de club toepgepast. Voor weinig geld kunnen de leden thee, koflie, chocolade, koek en beschuiten krijgen. Ook bezit de club een koilïe-karretje" dat 's avonds uitrijdt en stationneert in straten en voor huizen, waar partijen gegevon worden,, en waar knechts, koetsiers en palfreniers dikwijls staan te verkleumen. Wanneer de gast vrouw een honderd-tal kaartjes koopt, voor dertig shillings, dan zorgt het koflie-karretjc dat allo wachtende bedienden zich kunnen verkwikken met warme kollie en koek. Het is te hopen, dat onze partijengevende kringen die er tuk o]> zijn. Engelsche modes te volgen, Engelsche gewoonten en gebruiken te huldigen, niet zullen achterblij ven, naar Loiidenschen trant, het buiten wachtend personeel 'te onthalen op verwar mende dranken. Lady Hope is een dochter van generaal sir Arthur Cotton en weduwe van den admiraal sir James Hope. * * * Den 4den November j.l. promoveerden aan de universiteit te Bonn, voor de eerste maal, twee doctoressen, de dames Busch uit Bonn en Hermine Edenhuize uit Oost-Fries land. Het examen der dames was schitterend en hare proefschriften verwierven den hoogsten lof. Hartelijk en vol geestdrift werden zij toegesproken door den deken der medische faculteit, Geheimrath Tritscb. Hij weeg haar ook op den ernst van haar beroep, aan het leven vol gevaar en opoffering, waaraan zij vrijwillig haar krachten en bekwaamheden gingen wijden. Niet als een pikante sport" beschouwde hij persoonlijk, het studeerën der vrouw, maar als een goed werk waarvoor men eerbied moet hebben. Ook weee hij de dames op den ondank en de verguizing waar aan medici bloot t taan, maar hij onthield haar niet zijn bewondering voor de eeuwig jonge en frissche wetenschap der geneeskunde. Een wetenschap die steeds aanspoort tot onder zoek, en waarbij ieder antwoord op een proef, onmiddellijk weer nieuwe vragen stelt. Alles goeds wenschte hij haar toe, bij het aanvaarden van haar nuttigen en zwaren arbeid. CAPRIGE. IIIIIIIIIIIMIIIIMIIIIItllllllllllllllllMllltlllllnlIIIIIIIIIMIIIIIUIHIIIIItlllllllllir £60 receptie büieii Sultan. i. De Radaman had zijn einde bereikt. De vastentijd had tot groote voldoening van de Muzelmannen zijn wettig voorgeschreven kring gesloten. Ontelbaar waren de schapen, fraai gehoornd als met kurketrekkers, velen zelfs tweedubbel, die uit de vlakten en berghellingen van Serviëen Bulgarije waren aangevoerd, begeleid door schilderachtig getooide en half-gekleede herders en vee handelaars op de vrachtbooten van de Oostenrijksche Lloyd. Ook de Hollandsche stoomers der Kon. Ned. Stoomvaart Maat schappij hadden duizenden wollige passagiers aan dek genomen, en overgebracht van Saloniki naar Constantinopel. Van allen was het de eerste, maar ook de laatste zeereis geweest. Hun levensuren waren geteld: zij zouden wel dra moeten vallen als oil'ers van dankbaarheid na de volbrachte vastenmaand. Elke Turk die 't eeiiigszins kan bekostigen, slacht na den Radaman zijn schaap. Ook de Sultan doet dit. Althans, hij wordt geacht dit te doen, wanneer hij met een flikkerend mes even de keel van een vast gebonden schaap aanraakt, en het bloedig slachterswerk aan zijn daartoe meer be voegden plaatsvervanger overlaat. Na deze symbolieke plechtigheid ontvangt j zijne Turksche Majesteit de gelukwenscheu en huldebetooningen van zijn hoogste grootwaardigheids-bekleeders en opper-oflicieren. En dergelijke eerbetooiiing bij te wonen is zeker een voorrecht, dat met beide handen moet worden aangegrepen, en dankbaar dient te worden aanvaard. Wanneer een bezoeker van de Turksche hoofdstad zich in betrekkingstelt met het Gezantschap zijner natie, dan is er kans, dat hem op zijn aanvrage de toe gang tot de plechtigheid niet wordt geweigerd. Een paar dagen nadat het verzoek door middel van de Nederlandsche legatie tot den ceremonie-meester aan het Hof van de Ver heven Porte is gericht, verrast een fraai officieel stuk, voorzien van een reuzenstempcl en gesteld in de Fransche taal, den aanvrager. Le grand-maitre des cérémonies de S. M. Impériale" had de eer Mr... avec sa familie" uit te noodigen tot het bijwonen der receptie welke zou gehouden worden in het paleis Dolman Bachtjséop den zooveelsten Juli . . . des morgens ten 8 ure. Ofschoon de receptie ten 8 ure zou aan vangen, werd men verzocht om 7 ure aan wezig te zijn en... o schrik! voor de op hof-recepties niet bedachte reizigers:.. .. habit de rigueur"! De eerste gedachte die ons bekroop, was die van een jammerlijke teleurstelling. Dat hadden wij immers vooruit wel kunnen bedenken! Hoe zou men bij een receptie ten hove kunnen tegenwoordig zijn zonder zwarten rok! Weg illusies, verdwenen op dat grijnzende machtwoord: habit de rigueur". Doch waar n:ij wikten, daar beschikten onze welwillende raadgevers aan de Nederlandsche legatie. Dat habit" was slechts aangegeven om de brutale Engelsche toeristen te weren, die vaak de onbeschoftheid hadden in vol maakt reiskostuum, met spijkerschoenen en grijze kuitkousen, mot omlam'ferden helmhoed ten paleize te verschijnen. Dat was nu wel wat al te kras. Maar een gewoon zwart jacket kon den rok uitnemend vervangen, terwijl de kwestie bij de dames natuurlijk al zeer gemakkelijk voor oplossing vatbaar was. Toen dit vermeende bezwaar was opge heven werd de morgen met verlangen tege moet gezien. De rijtuigen waren te kwart vóór zes besteld, een vreemd idee voor ons, Westerlingen, die zich een gang ten hove op dat onrijpe uur moeilijk kunnen voor stellen, daar in West-Europa laat en deftig veelal synoniem zijn. Een soort van wijding ontvingen de beide huurrijtuigen door de tegenwoordigheid der kawassen", gewapende Armeniërs, dienaren der Nederlandsche lega tie. Het was een ofh'ciëele vertooning, die ons eerst deed lachen om de wapening der zwaar behaarde kerels, wier pistolen en dolken en messen en sabels in den gordel, overwelfd door den kogulriem, gedachten aan onveiligheid en gevaar wekten. Later evenwel zegenden wij in gedachten dat gene, wat wij eerst als een kleine aanstellerij" van ons geleide hadden beschouwd, daar de gewapende manschappen blijkbaar van een passe-partout voorzien waren. Nergens althans waar we iindero rijtuigen zagen tegen houden en wachten, werd ons de toegang ook maar in het minst bemoeilijkt. Uit de bovenstad l'era, het Europeesche deel van Conxtantinopel. waarin ons hotel gelegen was, daalden wij langs de nog stille

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl