De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 10 januari pagina 8

10 januari 1904 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1385 Baltimore & Ohio . . . ?. . Ches. & Ohio 34 31% Rock Island c. v. a 24% 21Sfc pref. 60 56% -Colorado & South. c. v. a. . . 13 X 16% Denver & fiio c. v. a 21% 20 Erie commons 30 27?« Kans. C. Southern commons . 19% 18 Va pref. . . . 35% 32% ' Miss. Kans. Texas c. v. a. . . IS^ï16 M N. Y. Ontario & West commons 22% 21 Norf & West c. v. a 5SX 56Ya South. Pac. commous . . . . 48% 46% Railway afgest 21K 19 Union Pacific c. v. a 79% 77 Wabash c. v 37X 36'4 De nadeelige verschillen zouden wellicht aog iets grooter geweest zijn, indien de dividenduitkeering op de preferente Steels achterwege gebleven was. De annonce even wel hiervan verleende in New-York over 't algemeen eenig tegenwicht. Unions, Atchisons, Southern Pacifies, Southern Rails, Denver & Missouri Kansas werden aangeboden. De laatstgenoemde aandeelen bleven zelfs on gevoelig voor het bericht dat de laatste week van 1903 eene vermeerdering der bruto's van 50.000 dollars te constateeren gaf. Ook voor Gulf en Mexican National hadden heden enkele geforceerde verkoopen, onder 'n zeer beperkte markt, plaats. Voor mij heb ik 't Annual report of the Kansas City Southern Eailway Company for the fiscal year ended ' Juni 1903. Zeer belangrijk is de vermeerdeaing in de bruto's ondanks den verminderden vrachtprijs en ondanks de verstoring van het vervoer door de overstroomingen. De bruto's gingen van 5.4 tot ruim 6 millioen vooruit. Dat ''vervoer is tot nog toe voornamelijk van localenaard. Daaruit blijkt dus de krachtige ontwikkeling van de streken door dezen weg doorsneden. En aangezien de Kansas City Southern de kortste verbinding van de Golf van Mexico naar het Noorden, Noord-Oosten en Noord-Westen vormt, mag nog buiten gewone vermeerdering van het transport verwacht worden, als do lijn voor het transito vervoer gebruikt zal worden. De haven te Port-Arthur geeft do schepen een goeden toe gang, maar wellicht vreest men dat de ge steldheid van den weg nog weinig geschikt is voor het enorme transport van dat transito vervoer geven zal. Zeer groote sommen zijn voor verbetering van weg en werken wederom besteed. En daarbij komt als ongunstige omstandigheid de schade door overstrooming veroorzaakt die op 'n half millioen kan worden gesteld. Ondanks dat alles bleef na aftrek van vaste lasten nog 600.000 dollars over, waarvan 300.000 de Har bestemd werden voor het fonds tot herstel van schade door de overstrooming, liet voordeelig saldo der winstrekening weid inet bijna 300.000 dollars verhoogd en nu gebracht op ruiia anderhalf millioen. Meermalen vestigde ik do aandacht op den . invloed die van de Votingtrust verwacht mag worden die zieli gaarne in zijn bestuur gccontinuee»! zag en daarom gaarne direct of indirect over de meerderheid der aandeelen de beschikking verlangt. Onder deze over weging en in verband niet de bovenstaande mededeelingen komt 't voor de nedcrlandsche houders nog steeds gewenscht voor nog ge duld te oefenen en zich te versterken door Eendracht maakt macht. Wat 'n Votingtrust al niet vermag om divideild-uitkeering tegen te gaan en onwaarschijnlijk te maken, dat leert de geschiedenis van de Ontario. Ook voor de houders van Int. Landsyndicaten, waaromtrent weldra een circulaire zal verschijnen, zou verkoop tegen de tegen woordige abnormaal lage prijzen verkeerd zjjn, al zal het gemis van den vroegeren leider in groote mate gemist worden. Het Boorconsortium zal vermoedelijk onder do tegenwoordige omstandigheden geen voort gang hebben gehad. De mededeeling de vorige week omtrent de Mexico-syndieaten gedaan, leiden, óók voor deze, tot de slotsom: niet verkoopen. Inte gendeel. Die met eigen geld kan koopcn en betalen en goede kansen wagen mag, die interessere zich nu bij deze en ook bij de Landsyndicaten. Voor do Kussen en de Japanners zijn de verontrustende politieke verwikkelingen het ergste. Do daling bedraagt voor de eerste ruim l a 2 pC't. Voor do bekende 3 pCts. van 59, zelfs 4 pC't. De japansche stukken die de vorige week van 82 tut 78 terug gin gen, daalden do/e week tot 74^- Bijna alle staatsfondsen verzwakten wat in koers. Hongarije, Italië, de Oostenrijkers en do N. W. S. maken een gelukkige uitzondering. Ook in de stoomvaartgrocp zie ik eenige vastere koersen en wel voor: Kon. l'aketvaart, Ned. Amerik., Kotterd. Lloyd, Neder land", Oostzee". In de Petroleum-groep stegen de Inter nationaal KiiDieensehe, lloll. Kum. en Elzasser. Koninklijke, Moeara Knim en Moesi Uit gingen den anderen kant uit. Over het algemeen blijven de petroleum-berichten en prijzen heel goed. Ten slotte herinner ik den houders van Madoera- stoomtram-obligatiëii aan de wenschelijkheid om hun stukken ten spoedigste te doen inleveren. Amst., Marnixstr. 40D. l - Jau_ .^ D_ gTIGTEBi Bussum, Bonioo . J iimmimiiiiiiiiimii NIEUWE UITGAVEN. Jaarboekje van de Xeder'. Talxilsconrant 1904, bevattende verschillende opgaven ten dienste van fabrikanten en handelaren in tabak en sigaren, bijeengebracht door J. HOFF. Am sterdam, E. van Rossen. POL DE Mo\"r, Lentesotierniien en lu-ee eerste idyllen. Tweede herziene druk. Utrecht, II. v. Bomburgh. De Brandstichter, novollo van TIIEODOOU KABELITZ. No. 168 van Warendorf s Novellen Biblio theek". Amsterdam, Van Holkema & Wareudorf. De nuttige handwerken orer meisjes, Achtste en herziene druk, door A. HKUXISSE en A. M. v. D. VELDEN". Groningen, J. B. Wolters. Oescliiedenis dei- }\'et op de ouderlijke macht en de voogdij, door Mr. A. W. DE VEIES en Mr. F. J. C. v. TBICHT, 2e deel, 3e aflevering. .Groningen, J. B. Wolters. Nederlandsch Strafrecht. Bij de firma P. Noordhoff te Groningen zal binnenkort verschijnen het eerste deel van een Leerboek van hot Nederlandsch Strafrecht van de hand van den IJtrechtscheii hoogleeraar mr. D. Simons. Het eerste doel bevattende de Algemeene Leerstukken is bijna geheel gereed. De schrijver hoopt met de bewerking van het bijzondere gedeelte in 1904 gereed te komen. Dit tweede deel,ongeveer van gelijken omvang, zal in 1905 verschijnen. Het Volksweekblad". Het eerste nummer is verschenen van Het Volksweekblad, onder Eedactie van J. Schaap, met modewerking van tal van auto riteiten op sociaal economisch gebied, uit gaande van de Vereeniging Arbeidersbelany". Gemelde Vereeniging zal alle moeite doen om Het Volksweekblad zoo onderhoudend en aantrekkelijk mogelijk te maken, waartoe tal rijke illustraties, het uitschrijven van wed strijden en het toekennen van premiën zullen medewerken, terwijl de prijs 25 cent per kwartaal en 234 cent per nummer ? zoo uiterst laag is gestold, dat de aanschaffing zelfs voor de meest bescheiden beurzen geen beletsel kan zijn. CORRESPONDENTIE. AVegens plaatsgebrek zijn wij genoodzaakt eenige ingezonden stukken tot het volgende nummer uit te stellen. KED. liiimiillimiiimMHiliiiiMiiliilliiiiiiiiiiimiiiiiitMiiimiiiiijmiiiitmiiiilu UIT DE NATUUR. XLY1I. Winterwandeling. Zelden heb ik mooier zonsondergang gezien dan verleden week op oudejaarsavond. Dat lag zoowel aan de zon ais aan mij. Ik had er haast uiet op durven hopen, dat de oudejaarsdag, dien ik bij mijn oude ouders in mijn geboorteplaats zou doorbrengen, bovendien zoo mooi zou zijn als natuurdag. 't Was ook al zoo lang nat eu guur geweest en wij Amsterdammers waren al heelemaal van kwakkelwinter-gedachten doordrongen. Daar kwam opeens krachtige opwekkende vorst met zijn flikkerend ijs en fonkelende rijp. Op 't allerlest zou het stokoude jaar, zoo onvergetelijk voor de paraplu-venters, nog even den ernstigen wil toonen, om bij ons natuurvrierideii goed to maken wat het ver korven had, of ten minste een belofte voor de toekomst te geven. Na tweeen kon ik 't bij vlampudding, glacéen gezellige visites niet meer harden 011 do boenen volgden dra do gedachten naar die heerlijke veel te weinig bekende Oude Schans aan den IJse] bij 't Katorveor. Dat mooie groote park, eeu klein uur van de stad gelegen en meestal zoo eenzaam als een kerkhof, dat was de school waar ik indertijd het liefst leerde. Daar ben ik al eens zoek geraakt, toen ik acht jaar oud was, zoodat 's avonds onze buurt in de stad in rep en roer geraakte en de omroeper er bij te pas kwam. Ik was na het liggen turen in do zon, die onderging iu de golven van de Yeliiwe, kalmpjes ingedut. Gelukkig vond een boer, die over 't Kleine Veer van Hattem kwam, mij daar slapen; hij bracht mij in donker terug naar de stad. Van de angst van mijn ouders en de boos heid der buren begreep ik toon niet veel. Wat bad mij daar nu kunnen overkomen als ik eens niet gevonden was. Ik voelde mij er altijd zoo veilig en gerust als op mijn kamertje; allo boomen en struiken daarginds waren goede bekenden van mij; ook do vogels met wie ik heel vriendschappelijk omgingen aan wie ik namen gaf, van eigen vinding of die ik had hooren noemen; glad verkeerde meestal, maar voor mij do rechte. Roodborstjes on gictoling kwamen menigmaal gluren naar wat ik daar iu hun bosohjos lag te doen, mot dat boek onder de ellebogen. Een oude haas leefde er; dio kwam geregeld bij mij langs als hij van de uiterwaard was ovorgehuppeld on terwijl hij mijn mossig loesplekje passeerde, maakte hij een paar malle sprongen als ecu uitnoodiging om met hem te spelen ; maar als ik mij bewoog, Het hij zijn wit pluimpje zien. Do eekhoorns kon ik van elkaar onder scheiden door hun kleur en aan de vorm van den staart; het duurde wol eens wat lang oer zij mot hun gele tandjes do noot durfden oppikken dio ik neer had gelegd, maar zij deden 't toch en vochten er oiu. Dezen koer zag ik ook weer een eekhoorutje maar geen enkele levende haas. Wel kwamen wij op don heenweg in de allee een jachtgozclschap togen, hoeren on dragers die hadden met hun zossen vier hazen geschoten, hot bloed kloofde op den blauwen kiel van oon dor drogers; de stakkords, dat was voor hen geen gelukkige Oudejaarsdag geweest. \Vij stapten stevig door, wautde oostewind kneep neg al en de zon daalde snel. Voorbij de Willemsvaart konden wij al zonder Mikken in don rooden bol kijken, al stuud hij nog boven do hoogc eiken en sparren van 't bosch. Net toen hij de toppen bereikt had, waren wij in b'-t Engelse!]!.1 Werk, iiet groote heu velachtige park dat op do Oude Schans is aangelegd. Wat kan een bladorloos bosch op zulk ooümoment vol tinten zijn; daar haalt goou lontoweeldi' bij. Vooral het oude bruine loof' van do jonge beuken gaat dan gloeien als bron-i met goud besprenkeld eu hot geler blad van do eiken, dat altijd ritselt in den wind, wordt fijn grauw van tint. Onder don koepel van zwart-groono dennonaalden kleu ren do omhoogsohietendo zonnestralen de dikke kronkelige takken helder rood en bruin, en de zilveren ringen van de oude populieren glinsteren. Om bot heldere groen van't mos schieten witte takken van koraal, dio fonkelen als dauw on om de flnweeleii kussens op do oude donneiislainmon speelt hot licht mot toovcrglansen van groen on blauw en purper. Overal in do lage takken van sparren, taxus, hulst on alpenro/en, tintelen geluidjes, hoog on Insider; troepen zwarte moezen, piuipeis, koolmeezen duikelen rond, vullen do lucht met glasgotiugel. Langs ecu stam glijden achter elkaar vier of vijf gekleurde balletjes neer, blauw on grijs van boven, wit en zwart om don snavel, bloedrood van onder ; dat zijn boomklevers ; zij alleen ver staan de kunst met het kopje omlaag de gladde boukenstammen af to loopen ; zij doen net of wij er niet zijn, komen op de paden en stoeien dat bet een lust is. Met de groote zwarte oogjes naar do zon gekoerd, zingt een roodborstje hot uit, hoc mooi die zon daar ondergaat cu zwarte merels vliegen elkaar na mot vèrklinkond zwaar gostjieng. Nu is do zon eeu rouzonbal, brandend rood, die door de zwarte stammen schuift en alles zet in vuur en vlam; de fijne naalden stralen zelf en 't donker takken-kantwerk vonkt; de lucht er boven ligt in lagen van rood en groen en violet en daarin staat een groote ster, wit, eenzaam, stil te lichten. Wij gaan de stammen door en klimmen tegen den dijk op ; daar ligt de IJsel, doodsch en stil, vol ijs, het oude riet berijpt, de grooto veerpont ingevroren, een enkel schip, outtakeld, do uiterwaarden wit besneeuwd. De roode zon, nu hooger weer, vervormt zich tot een platte schijf en zweeft op grijze nevels; de heuvels in de verte zijn blauw mot zwarte vlekken en do groote guirlande-iepen, dio van 't Veer de Voluwe over voeren naar Harderwijk en verder, verflauwen tot oen fijne stille golvonrook. De trein van Utrecht kruipt grommend door den traliekoker van de brug, gilt zijn nadering uit. Do zon verdooft, verbleekt en vernevelt tot een flauwe vlek in eeu paarson damp, dan vlamt ze op eens weer op ; meer vreemd dan mooi neemt ze nu allerhande vormen aan: een ei, oen platte doos, splitst zich in tweeën, wordt een antieke vaas met deksel en gaat dan schijnbaar ver boven don horizon onder, een gezichtsbedrog door do straalbroking veroorzaakt. 't Wordt snijdend koud ; hot vriest nu wer kelijk dat hot kraakt. De dennen kreunen. Aau den weg splijt vlak bij ons oen jonge iep on krijgt onder aan den stam een vorstspleet van een meter lang, wij zien de witte rafels langs de kanten nog bewegen. Een enkele hongerige koolmees zoekt bij maanlicht voedsel op don weg. In de villa bij de brug over de vaart is nog druk vogelbezoek in den tuin. Daar hebbon goede kinderen ook aan de vogeltjes een oudejaarsavondfeest bereid. Er hangen walnoten aan een lijn geregen, een halve cocosnoot bengelt aan oeu touw, niet latjes voor de vogelvoetjes. Een vinkeiipaar, een koolmees eu twee pimpels wagon zich in 't kleine groene huisje op den paal waar in 't bakjo lekker voeder ligt. Even te voren in 't park hadden we elkaar al opmerkzaam gemaakt op houdengeblaf on gejank, een geluid, dat van boven uit do lucht scheen to komen; nu hoorden we't opnieuw en heel duidelijk, 't Kwam bij vlagen uit 't westen opzetten en verdween hoog in de lucht aan den oostkant boven de weilanden. Dat moesten trekkende vogels wezen. Wo tuurden omhoog en jawol gewaarschuwd dooi''t nade rend geblaf zagen wo duidelijk een donkere lovende, beweeglijke V door de lucht snellen, en daarachter weer oen on nog oon ; ecu zestal vluchten elk vau oon tien tot twintig wilde ganzen, vlogen luid schreeuwend over ons heen. Vlak boven ons loken ze wit ; zo waren althans lichter dan do lucht, maar ook met don kijker kou ik do kleur niet ondorschoii ion. l lun verbazend sterk geluid gelee.k undor.s iu 't geheel niet op gauzengesnater. hot was wer kelijk moor ecu blaüeii of janken, voreonigd mot 't gegil of getoeter op een hoorn. 't Klonk heusch niet aangenaam on ik kan me bost voorstellen, dat hot indertijd dou j eenzamen on argeloozen wandelaar wel eens wat hui vorig beeft gei naakt al s h ij zoo'n on zicht baren jachtstoot boven zich door do lucht, hoorde trokken. Dat do man daarop thuis ging vertellen vau de spookachtige wilde jacht", was hom ook i n 't geheel niet kwalijk to nomen; 't is haast, zoo rillerig als de legende zelf. die er door ontstaan is. Burger, die do mythe iu dicht hooft, gebracht schijnt dat geluid zelf ook vernomen te hebben ; want, wat wij oude jaarsavond boven ons hoorden, lijkt werkelijk wol iets op ziju Jo, doho, hoosa satsa ! Das is dos wildon Ilooros .Tagd, J )io bis zum jüngsteii Tage wiihrt, l'nd of t dom Wandrer noch bei Nacht Zu Sehreck und (Iraus vorübcriahrt, Das könntc, miiszt'or solist nicht soliwoigon Wohl manches Jagers Mund bezongen. K. lïi:niA.\s. CrilM m mr. J, A. In 't nummer vau l'i) Nov. j.l. geeft mr. J. A. Lovy oen beoordeeling van oon brochure: Ons Onderwijs" van dr. G. V. S. Do ge leerde hoor klaagt daarin over de in Neder' land hoorschoiido achteloosheid bij hot j citooron. Hij haalt oen slordig citaat aan van j dr. G. V. S., door dozen hoor ontleend aan oon opstel van mijn hand over ..Do Schrifte lijke Taal op de Volksschool." Hoewel mr. Lovy l/'HK/t, over do slordigheid bij 't citooreii in 't algemeen on over die van dr. S. in 't bijzonder, geeft deze klacht hem, naar 't schijnt, goou aanleiding om do juistheid der i door dr. S. aangehaalde woiudcn to wani trouwen. Integendeel ! hij oefent critiek uit i op don inbond on de woordenkeiis van dit citaat, als ware hot geheel betrouwbaar. Kn ! jninl hetgeen do schrijver, dr. S , in die woori don tracht te, vinden 011 waarover Jiipiter Lovy zoo schrikkelijk toornt : ..bet. vertoon van wetenschappelijkheid bij don dorpspaedagoog" hoe durft do sukkel ? wordt alleen veroorzaakt door de onvergeeflijke slordigheid dor aanhaling, waarin vooreerst tal van fouten ziju geslopen, maar waaruit vorder opzetj tolijk '.' 0011 verklaring is weggelaten, dio aan do veronderstelling van goloordheidswaau totaal allen schijn ontneemt. Bovendien is do j gohoolo strekking van mijn opstel : in 't licht te stellen het voordooi on 't hoogo belang van ecu krasse beperking van hot onderwijs op de Volksucliriol door oen nauwe verbinding van zaak- en taalonderwijs, waarbij hot eerste in dienst treedt van het tweede, on kennis bijzaak, maar taal : sproken on schrijven (stollen) hoofdzaak wordt. Jultl de ,/v7, mtrlnip/ieüjkhi'id te bannen uit de VulkMchnti'. (Wat is dio dr. S. er dus goed van op do hoogte, dat hij niet eens do moeite hooft genomen 't pacdag'igisch geschrijf van don dorpsschoolmoester to lozen, terwijl hom dit niet ver hindert oen voroordooleiid vonnis to vollen. Z ó ó schrijft men over lager onderwijs). Vol zelfvertrouwen, in do overtuiging dat do klassiek gevormde van alles verstand heeft, geeft mr. Levy ook nu weer gratis los in do Nodorlandscho taal en loeraart dat do onderwijzer c'ost moi zijn leerlingen een opstel doet maken on niet laai maken, want dood hij dit, zegt do taalvorschor Levy, dan zouden ze waarschijnlijk een opstel maken over pannekoeken. Als mr. Levy zich de moeite had willen getroosten 't oorspronkelijke stuk gcheei te lezen, dan zou hij hebben ingezien, dat doet hier aller minst past, daar de onderwijzer de les, die de leerlingen zooveel mogelijk zich-zelf geven, zoodanig heeft geleid, dat hij het op stel bij den leerling heeft doen ontstaan, zoodat hij het hem nu geheel zelfstandig kan l a t o n maken. Indien mr. Levy even had nagedacht, zou hij stellig hebben ge vonden, dat laten maken gelijk is aan doen maken, 't Fransche faire faire, dat hij ziju kleermaker een jas laat maken en niet doet maken, tenzij hij hem er toe dwingt ; dat men slechts zoor zelden zicii opzettelijk van doen maken inplaats van frfimmaken bedient. Ja, indien .'. . . maar waar bleef dan zijn critiok? ('t Verwondert me dat mr. Levy niet ge zegd hooft dat hot Hinken maken moot zijn, de onderwijzer mankt dat do leerling eeu opstel maakt, dan was 't nog logischer ge weest). Doch hij doceert vorder : elke leer ling," staat er in 't geciteerde, hooft oen exemplaar" (van de doovoiietel) in handen." 1) Dit moet zijn: in de liainl", zegt mr. Lovy, in handen is figuurlijk, men heeft oon persoon en een zaak in handen." Alsof in de hand niet figuurlijk gebruikt wordt: hij heeft het in de hand = de beslissing. Eén heelt het Morgen in de hand." Alsof -in handen niet in letterlijke betoekeiiis voorkomt. Had mr. Levy gezegd: liet moet zijn: in d e handen" of in z ij n handen," dan zou het nog de moeite loonou er eens over te denkeu. Men zegt b.v. de krant is in handen, hij nam een krant ter hand of in handen; hij had een courant in de lianden of in de l<and is letter lijk. De hoeren op de sociëteit zaten allen met 0011 courant in /«.inden on niet: in de hand. Ik geef den leerlingen elk een plant ra handen, niet in de hemd, omdat zo die plant met beide handen moeten hanteoren, be handelen, ontleden. Zij hebben nu do plant in do lianden of, omdat hier een overgang is tot do figuurlijke beteekonis, liever, boter: in handen. Elke leerling had een plant inde handin, wil zoggen: hield dio plant mot ziju, do handen vast, droeg die in ziju, do handen, j Zoo b. v. kunnen ze gephotographeerd worden, j kijkende recht voor zich uit, mot elk oen j plant in do handen, d. i. in beide handen. Maar als ze die plant ontleden, hebben zij zo iit liniide». Doch Lovy'beweert van in de hand. Nu, als do taal zich schikt naar hot welbehagen, naar wil on wonsch van dozen rechtsgeleerde,dan is 't goed. Maar dit weet, do hr. Lovy ook wel : 't (j i'In-ui k a/leen beslist, een hooger rechtbank is er niet. (.'. (iliOUSTKA, II. d. S. Inni- III. II. Ij O. U' Xi'edwht. Verantwoording der giften voor het spraakgebrekkige kind. U. te L. f 10; dames D. te H. ? 10. Totaal der giften f 47.50 Zuster BEKKENBOSCH, Heerenreen. SNUIFJES. S l i e d r o c h t, 7 Doe. 1'JOiJ. \) Ik cursiveer /«V/-, in't oorsproukolijkoiiiot. De teak m den lieer R, , P. Jnr. Ofschoon do eerst door don hoor P in 't licht gestelde borg vau onze namaak door zijne eigen nadere mededeelingen reeds tot do reüeler afmetingen vau de spreekwoorde lijke muis geslonken is, willen wij niet na laten ook dit namaak-muisjo oven aan te kijken. De hoor P. hoeft in onze inrichting ge borduurde, bladwijzers gevonden, welke zijn \ vaderhart van trots doden kloppen, omdat j ze hom herinnerden aan zijn eigen vroegere l ontwerpen, gelijk hij ook portefeuilles gezien ! hooit in don trant als vroeger door hom 011 Keutor geëxposeerd zijn. Zeker, uu moot iu do nieuwe beweging ook 't kleine worden hooggehouden on wij kunnen ons dus wol do ontroering van uwen medewerker be grijpen, toen hij meende, dat zelfs hij no^ in zijn bladwijzers on portefeuilles word na gemaakt. Docht wellicht \\il hij do luoeielijkhoid erkennen om ton aanzien van juist deze subtiele kunstvoorwerpen do grens te trokken tusschon 't geen gelijk eu eigen booten moot. Do bladwijzers van onze mede werkster moj. C. L. Boissevain hebben zeker eigenaardigheden met dio van don heer K. W. l', geineen: zo zijn lang on smal, zo zijn np linnen, zo zijn geborduurd mot oeu kruissteek. Wat verschilt is de versiering. Zat nu 's hoeren l'.'s eigendom iu 't formaat ? (dat onze grootmoeders ai kenden?); in do kous van 't, linnen? Is hij de uitvinder vau do kruisstoijk, on moet dus ieder medewerker ? of -werkster, dio deze drie dingen toepast. als namaker van dou lieer l', te bookgostold \ worden, hoe oorspronkelijk do versiering ook wezen mag. Herinneren wij ons wel, dan is do heer Keutor indertijd begonnen ons linnen portefeuilles to zenden, en is do heer R. W. l'. dit vervolgens ook gaan doen, zooals nu weer op hun eigen trant do hoeren J. A. Loebèr on S. 11. do Koos zo vervaardigen. Zijn nu do laatste namakers van den hoor l'., of zijn alle drie't van don heer Kouter? of wol, hebben wo hier to doen mot oeu algemeen product, waaraan ieder vervaardi ger door zijn eigen versiering en uitvoering ten slotte zooveel karakter geeft, als hij zelf in zich hooft,? Wie 't werk vau onze zoo ! oven genoemde medewerkers kent, zal nu ' juist niet vinden, dat dezo voel van don lieer I', af te kijken hebben. De voorstanders ' dor bescherming vanden kunstindii^lriëi-'lon eigendom in ons land kunnen zich met, do , pieterluliigliedeiH, welke den heer l', aan leiding gaven ons op zoo hoogou toon. als namakers aan do kaak to stollen, wol niet inlaten, zonder 't beginsel zelf onherroepelijk belachelijk te maken. Kn omdat wij, die vau namakers hooi wat moor last bobben, dan do hoor i'., voor oen rei-xlandit/c bescherming daartegen (waardoor do ontwikkeling van onze kunsdiijvei beid uiet geschaad wordt) ; mee willen ijveren, hebben we ons de moeito gegeven, even to laten zien, wat zijne klacht [ voor waarde had. Do kwestie voorts van ontworpen des hoeren Kisenlolfel hangt samen l mot diens vroegere betrekking tot .,.\mstelhook". Zijn werk is, mot dat van andere moowerkers daaraan, nooit anders dan met dien algonioonon afkomstnaam aangeduid, on do eenmaal door Amstoihook" aange kochte, ontworpen zijn door den voormaligen leider daarvan beschouwd als rechtmatig verkregen bezit, dat hij zoo goed herhalen mocht, als 0011 uitgever een aangekocht werk herdrukken. Onze inrichting, dio Amstolhookscho voorwerpen van den aanvang af ! verkocht hooft, staat hier overigens geheel j buiten. Met hoogachting. De Dirci-lie nm 'ïISinnt-tJiuix. Onze tijd begint zich wol [wat stork'to kenmerken door een ziekelijke g'evoelszwakhcid, een weeko sentimentaliteit. Tiet is^nu al zoo ver gekomen, dat er lui zijn, diejjn de kranten hun ergernis er over luchten, dat drie honden in + 24 uur van Helmond naar Amsterdam zullen rijden, om een weddiiigsyhap tusschen drie hoeren, waarbij 50 g'ld te winnen of to verliezen zijn. Wat steekt daar nu voor linrdvoohtigs in? Als ik een hond was zou ik het zeker een grooteeer rekenen voor menschen te 11102:011 loopen,. om alzoo uit te maken uit welken zak er vijftig gulden in den anderen zullen over gaan. Ik zou tot mijn incdohonden zeggen: /ie zoo, de beslissing ligt bij ons. Wij zijn hier de actieve partij. Bic drie hoeren mogen toezien, en ze brengen het nooit tot de hoogte van hond. Ik ben er dan ook zeker van d,at wij honden in de ge llustreerde spoi'ttijdsehriftoii zullen ^ crsehijuoii, <fie /uterdagsavouds on Xondagsochteiids de beschaafden nog meer beschaafd maken, dan zij al zijn:?een eer, dio neen lielmondci' ooit beschoren wordt. Zelfs een lioiidenkat1 gaat hem voor. Het is waar, do lieer Storm do Oravo vindt dit een ergerlijke.' weddenschap, omdat die houden zouden kunnen worden dood gereden, en het mishandelen van weerloo/o dieven den menscli onwaardig is; maar ik zou willen vragen, wat is daar nu toiren, dut een hond wordt afgeboitld of' doodge reden '; Xiju die dieren dan voor iets anders als do meiischeu in do wereld!' Als daar zyu drie beschaafde mannen, die zich de moeito gogeveu hebben zich to. ontwikkelen, zoodat zij in het maatschappelijk cu ge/ellig leven een goede plaats innemen,terwijl een hond nog niet eens een glas bier drin ken kan, en die drie willen uu deheelo soos, heel Helmond, heel Brabant, en do gimscho kroegbevolkiug vnn Xederland, eens in spanning brengen met een quuestio. die, al zat zij er een maand voor, door geen enkele waarzegster zou zijn op telossen... zouden zij dan niet eens er n of ecu paar houden a^u mogen wagen y Ieder begrijpt hoe overdreven dat is. Want cu hierop meen ik met nadruk te moeten wijzon het is maar niet de eerste do boste hol, waarin zoo'u waagstuk rijst. Kr moeten heel wat honden-karren zijn gade geslagen en proeven met trokhoiidoii /iju goiioinoii, om ook maar met eenige hoop op succos oen tijdsbestek v ooi' een rit van Helmond naar Amsterdam te durven bepa len. De/e hoeren hebben blijkbaar al 7.00 dik wijls op eeu hondenkar 'o/oton, dat een of twee van hen er goon bezwaar in zien de raming te stellen op li/iiiicn do '24 uur... .Vu zullen er zijn, die liet weer bodoukolijk vinden, dat l lelmomlsoho hoeren opeen liondeiikar rijdei!. Ku dut zou ook zoo kuniion zijn, ware het niet, dat zij hot deden als dienaren van de Wetenschap. Ik geloof niet dat nog ooit ionuind het Xuiissen ót' .Xordeiisskiöld heeft onvol geduid, dat hij zich door honden liet trokken, on even min, meen ik, is er eeu dioreiivriond ge weest, die oen dezorheeft verweten, dat hij oon groot aantal tan dio trekkers heeft ufirebould of vermoord. Xoo is het ook hier. 011 hot zou mij niets verwonderen of onze zoölogische professoren hebben o r eeu ap peltje van opgogooid, o t' men niet eens gogovoiis zou kunnen verzamelen nopens do trekkracht van don hond. i)o wetenschapis uu eenmaal zoo ze wil alles weten 011 oon llelmoiidor weet uiet graag iets het laatst. Bit strekt hom tot oer. Iets dnistors in do geschiedenis is echter do houding van het Kamerlid (Jarel liaymakers. 11 ij hoeft tegongosprokon, dat hij nut Math. v. Looverou en v. d. Schoot y.u'k oeu proefrit hoeft ontworpen. Waarom ? Omdat hij al twintig jaar in verschillende,betrekkingen do achting zijner medeburgers hoeft genoten. Hieruit schijn je to moeten afleiden, dat een al to uemeouziuiieu om gang mot hondeukarreu niet strookt mot de sympathie door de noblesse van Helmond aan haar regenten betoond. Xolt's niet als ei', gelijk bij dezo goloyenlioid, zulle eeu belangrijk doel moe wordt beoogd. Ik kan dit niet anders dan een treurig klassevooroordeel noemen, on hot spijt mij daar om dat iemand als liaymakers hou daarin stijft, /ie eens, had do woddingschap goloopon over eeu rit met don hondenkar van Helmond naar den Haag, dan zou ik althans een schijn van redelijkheid in liaymakers' bezwaar vinden, il o zou dan hebben kuuneii denken, dat het hom er om te doen zou zijn, to probooreu of hij in het vervolg met zoo'n equipage naar de Kamer zou kunnen rijden, iets wat ook ik ongepast zou achten; maar nu, om met v. Loovoreu en v. d. Schoot de wetenschap te helpen vooruitbroiigen, daarvoor moest hij zich niet te hoog hebben geacht. Hoe dit zij.... ook zonder Carel Kaymakers en diens par lementaire redevoeringen, hoeft Helmond door zijn houden zich alweder mooi' beroemd gemaakt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl