Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEKDA'MME'R WEEKBLAD TOOR NEDERLAND.
No. 1387
den rechter opdroeg. Te meer overweging
verdient dat, waar over de beteekenis van
den eed in een proces onder juristen nog
zoo'n ^verschil van opvatting bestaat. Moet
nl. de- eed het geschil tusschen partijen weer
geven, derhalve rekening houden met de
beweringen van de tegenpartij in 't proces,
of moet de eischer den gedaagde een eed op
dragen die uitsluitend loopt over de posita
van den eischer?
M. a. w. kan de eischer in een geding
tot betaling van geleverde goederen, waarin
de tegenpartij zich op betaling beroepen
heeft, volstaan met haar dezen eed op te
dragen: dat het onwaar is, dat zij van
eischer de bij dagvaarding genoemde goederen
heeft gekocht en ontvangen; of moet de
eischer haar.laten zweren, dat het 'waar is,
dat zij de bij, dagvaarding gemelde goederen
aan hem heeft betaald? Er zijn rechters bij
wie eerstgemelde eed wel opgaat. De tegen
partij kan dien eed natuurlijk niet afleggen,
wijl haar beroep op betaling eene erkentenis
van koop en ontvangst der goederen in zich
aduit. De eischer heeft dan zijnerzijds, ten
gevolge van de eedsweigering door den ge
daagde, zijne posita bewezen. De tegenpartij
moet nu van haar kant aantoonen, dat zij
-betaald heeft, hetgeen haar, indien zij geen
'bewijs van kwijting heeft, niet gemakkelijk
?zal 'vallen.
Andere rechters zeggen, dat eerstgemelde
-«ed 't.gesclnl tusschen partijen niet beheerscht.
Zy zouden alleen den tweeden eed beslissend
rerklaren, zoodat in dat geval de positie van
den eischer in 't proces zwak zou worden.
Wordt nu de rechter met 't opmaken
?van den deciaoiren eed belast, dan kan 't
althans niet meer voorkomen, dat een zaak
«nberecht blijft door het verschil van opvat
ting tusschen de partij en de/i rechter over
den opgedragen eed.
Men bedenke ook, dat voor den kanton
rechter partijen zelf wel hare zaak behan
delen, van wie niet verwacht kan worden,
dat zij eene juiste eedsformule kunnen stellen.
De oproeping tot eedsaflegging en de oproe
ping om voort te procedeeren moest toege
laten zijn bij aangeteekendeu brief, indien
(Je tegenpartij althans een bekend adres heeft.
? Ook art. 100 B. li.-v. werkt belemmerend
op den gang der kanton-procedure. Dat
.artikel bepaalt, dat wanneer eene der par
tijen een stuk als valsch of vervalscht
be? schouwt, het schrift of eene handteekening
ontkent, de zaak door de rechtbank moet
worden berecht. Die bepaling werkt als 't
ware de ontkentenis van schriftelijke stukken
in de band. De partij, die zich van het
Stuk had willen bedienen, is meestal zoo
verstandig het document, waarvan do
valschheid is ingeroepen, terug te nemen om ver
wijzing van de zaak naar de rechtbank te
voorkomen, hetwelk minstens een paar
hon?derd gulden kosten na zich zou, sleepen en
dat voor een vordering beneden ? 200. Kan
die partij hare vordering dan langs anderen
weg bewijzen, dan is er nog niet veel ver
speeld, maar erger is 't, wanneer zij daartoe
?geen kans ziet. Bij beroep op vervalsching
Tan een overgelegd stuk late daarom do wet
gelegenheid de procedure bij het
kantou'gerecht aanhangig te doen blijven.
Zaken waarin men derden-arrest (artt.
475?479 en 735?757 d. B. K. V.) of conserva
toir arrest (artt. 727?734 B. K. V.) heeft
.doen legden, alsmede zaken waarin men be
slag heeft doen leggen tegen schuldenaren,
?zonder bekende woonplaats, of tegen vreem
delingen (art. 704 B. R. V.) en ook in de
?gevallen voorzien bij de artt. 303, 304, 305,
B. R. V., moeten volgens de bestaande wet
geving toch behandeld worden voor de recht
bank, onverschillig van het bedrag der vorde
ring. Wenschelijk ware 'A, die procedure voor
den kantonrechter te brengen, wanneer de
hoofdsom hoogstens ? 200.?bedraagt. Thans
komt 't herhaaldelijk voor, dat feitelijk het
belaag van een crediteur meebrengt in zaken
beneden / 200.?? derden-arrest of conser
vatoir arrest te doen leggen. Hij laat 't echter
na ter vermijding van do f 300.?a f 400.
kosten, die uit een dergelijk beslag kunnen
voortvloeien, welke kosten misschien niet eens
verhaalbaar zijn op den debiteur. Bewandelt
hij nu den gewonen procesweg en heeft hij
goed en wel vonnis verkregen dan hooft do
debiteur tijdons de procedure gelegenheid
gehad zijne goederen to verkoopen of te ver
duisteren, zoodat do crediteur dan met een von
nis blijft zitten, dat hij niet executeeren kon.
Wat de kosten dor kantonprocedure en
van de executie van het vonnis betreft, mag
't een fout heeten, dat die kosten niet i u
verhouding staan tot het gevorderde bedrag
van do hoofdsom. Alleen ten opzichte van
vorderingen benedon ? 25.?mag de. grifliier
niets declareeren. Toch brengen die heeren
ook voor die vorderingen steeds wat in reke
ning, zij 't een kleinigheid.- i Do een moor dan
de ander.) Daarbij komt nog, dat ofschoon er
een t arief voor c Ie grifliers bestaat, moii i n soort
gelijke zaken bij 't eene kantongerecht meer
moet betalen dan bij 't andere. Wordt hot
wetsvoorstel o ui do emolumenten van de
griffiers af te schallen en hun een vast salaris
toe te kennen tot wet verheven [een stap
in de goede richting] dan zal dat wol
veranderen, maar laat men dan ook alle
tarieven van jnstitiokoston on salarissen in
? burgerlijke zaken herzien en naar een vorm
zoeken, waardoor de kosten in verhouding
-worden gebracht tot het bedrag van do
hoofdsom. Als ik meedeel, dat voor vorde
ringen benedon ? 200, die bij verstek (dat
is dus feitelijk zonder proces) worden too
gewezen, de gercchts- en executiekosten
tot en met den verkoop van de roerende
goederen van den schuldenaar ? 7(i.?a
? g().?bedragen, zal niemand dat eene
regeling noemen, dio waard is bestendigd te
worden.
GEKARD G. LEXSICI.IVK.
Eene studie in volkskracht.
De lange titel van dit geschrift luidt zeer
oneigenlijk : Ons kazerneleger als Opvoedings
en Gezondheids-Instituut. De verworping van
het bestaande stelsel met do aanwijzing van
wat er voor in de plaats moot komen, is do
wezenlijke kern geworden. Tituleering en in
deeling zijn hier evenwel bijzaken ; vooral, nu
meer gegeven wordt, dan men zou vermoeden.
't Is teekenend voor onze militaire toestan
den, dat eon otlicier der nieuwo richting, als
de schrijver dezer studie, 't noodig oordeelde,
deze met de verzekering to beginnen, dat de
kazcrnetoestanden toch niet zoo slecht zijn
als van zokere /ijdo is beweerd. Natuurlijk
zal men gaarne gelooven, dat de ollicieren
h«n wakend oog over de manschappen laten
gaan, maar wat kan er van de moreele vor
ming der laatsten terecht komen, als de eer
sten feitelijk buiten de kazerne blijven en de
leiding hoofdzakelijk in handen van gegra
dueerdejongelingen" ligt, die door hun leeftijd
en eene onvoldoende opvoeding in den regel
zoo weinig gezag kunnen uitoefenen, dat zij
de overtreding der voorschriften oogluikend
moeten dulden. Er zou trouwens heel wat
flinkheid noodig zijn oni bij de allerellendigste
inrichting van wachtlokalen en
soldatenkamers onder den verderflijken invloed van
de slechte traditie uit den tijd der plaatsver
vanging de verschillende voorschriften be
hoorlijk tot hun recht te laten komen. Het
zou moeilijk vallen, eene fabriek aan te trefl'en,
waar zooveel slordigheid bestaat als hier in
de kazerne wordt aangewezen. Men heeft zich
blijkbaar nog niet los kunnen maken van de
begrippen uit vroegere dagen, toon het leger
uit menschen bestond, voor wie hot er, naar
't schijnt, minder op aan kwam, hoe het ver
blijf in de kazerne was. De vuile trappen en
gangen, vieze spuwbakjes, die nooit gedesin
fecteerd worden, rommelige kastjes, te klein
om het noodige te bevatten, onmooglijke
handdoekjes en
waschgelegenheden.allerprimitiefste vergaarplaatsen van etengerij
eudrinkwateremmers, die met alle hygiëne spotten,
om van a,ndere dingen niet to reppen, zijn
zoovele aanklachten tegen de inrichting en
beheer der soldaten-woonhuizen, waar de
nationale opvoeding onzer jongelingschap
hare voltooiing wacht. Hoe zouden ook betere
toestanden bestaanbaar zijn, waar de admini
stratieve leiding niet aan de olticieren van
administratie, maar aan die van den troep
is opgedragen, welke aan hun eigenlijk werk
meer dan genoeg hebben, en de ollicieren van
gezondheid niet anders verschijnen als om do
voorgewende of echte zieken te onderzooken.
Voegt men hierbij de vervelende, weinig
krijgshaftige diensten van wachten en corveó'n
en hot onvermijdelijk stelselloos werken met
do bespottelijk zwakke eenheden van het.
blijvend gedeelte na do regiment^manoeuvves
in September, dan zal men begrijpen, dat het
kazerneleven in stode van krijgsmaiistucht
aan te kweeken niots daii verveling en weer
zin opwekt.
Deze stand van zaken wordt oorst recht
duidelijk, wanneer men bedenkt, dat men
zich in den jare 1900 zooveel nog altijd dee
moedig aan de reglementen van 1815 onder
werpt, dio den landsverdodigor verbieden een
keteltje koflie weg te brengen of eon paar
schoenen uit do reparatie te halen zonder de
begeleiding van een korporaal ; on dio don
kapitein, als hij eens een soldaat zijner
kompagnio voor een half uurtje iets bizondors
zou willen opdragen in hot belang van don
dit-nst, uitdrukkelijk voorschrijven, daarvoor
eerst do toestemming van don
bataiilonskommandant to vragen, wat deze uit gebrek
aan troopendionst dikwijls verleidt om voor
konipagnieskommamlant to spelen ! 7>ou het
geen tijd worden, jaarlijks oonigo ollicieren
bij verschillende inlichtingen van handel of
nijverheid te detacheeren, opdat men in het
logor de kunst zou leuren verstaan, hoe eene
zaak moot worden ingericht on gedreven ?
Dat deze alleronniooglijkste toestanden,
zooals de schrijver beweert, het onvermijdlijk
gevolg zijn van vredes-kazerno-legers, zou ik
niet gaarne ten volle buamen. 't Komt mij
integendeel voor dat veel anders had kunnen
zijn on ook anders zou wozoii, indien men
niet uit dommen. kastegeost de voeling met
do burgermaatschappij verwaarloosd had on
men niet zijn neus had opgetrokken voor wat
in den boezem van het volk loeft en werkt.
Of zo nu nog voor hervorming vatbaar zijn,
nu de kazerne na zooveel jaren van verwor
ding niet moor als eon goede inrichting voor
de opvoeding van don soldaat kan worden
beschouwd en liet hiermee een heel andoren
kant uit moet, is eene vraag, waarop niemand
ja zal zeggen, dio eene radikalo verandering
noodig acht.
In iSO'J schroef ik in Ken Volksleger
Nederland en '/witserhuid :
Wie hot Zwitsersohe stelsel verwerpt
d. i. hot stelsel on niet do uitvoering moot
noodzakelijk tot hot Pruissis.:he overgaan.
Aan dit alternatief i- niet to ontkomen.
tenzij men er in stilte iets o;i gwondoii hoeft,
dat de militaire wijsheid van Europa bescha
men zou."
Do ongenoemde schrijver hooft hot ook 7,00
begrepen, en. daar 't Pruisische voor ons niet
wenschelijk is, hot. /witsersche verkozen, zij
het ook in gewijzigden vorm.
Natuurlijk is ook naar zijne mouning, do
algeinoono dienstplicht de oenigo gezonde
grondslag van eon leger, liet Nederlandse!).'
volk mag niet langer in twee helften ge
scheiden blijven, waarvan hot eene opgeroe
pen wordt om te strijden on het andere stil
thuis gelaten wordt, /cm du invoering van
algemoeneu dienstplicht aan den oenen kant
eene aanmerkelijke, verzwaring van de per
soonlijke en geldelijke lasten mot zich mee
brengen; aan den anderen kant zou dit
ruimschoots worden opgewogen door eene
belangrijke inkrimping van hot aantal
dienstjareu, waarmee leger on maatschappij beMe
in hoogo mate gebaat zouden zijn.
't Stelsel, door hem aangopruzen, noemt
eon diensttijd van -) maanden aan van l Mei
tot l Sopt. on laat daarna allo miliciens met
groot verlof vertrekken. De vrees voor eoiio
binnen- of bui'enlandM'he overrompeling
behoeft niet zwaar te wegen, daar het eene
vluggere en logischere mobilisatie toelaat
dan het bestaande. In do plaatsvandokazorr.es
mot 't garnizoensloven on de
garnizoenscliensten, dio n geoefend l loid n discipline
beiuuleelen", zoudon kampen betrokken wor
den, waar opvoeding, tucht on dienst eer<t
ton volle tot hun recht kunnen komen. Of.
zooals de schrijver zegt: liet gezonde on
opwekkende loven to veMe, do afwisseling.
het meerdere toezicht, en de strenge discipline
in do kampen, het vorkoer in groote
troepen-verbanden, dat dagelijks in aanraking
komen der soldaten mot allo
troepenoflicieren, generaals en kolonels niet. uitgezonderd.
zou voeren tot meerdere woderzijdsohe kennis
011 hoogachting, tot oen ongekend peil van
practisoho gooofendheid, kunst van samen
werking 011 oen leven wekkend gevoel van
eigenwaarde on /elf-kracht,"
Uit den aard dor zaak verlangt dit stelsel
eene geheel andere opleiding van do
vadorlandsche jeugd dan liet tegenwoordig militair
vooronderiïcht, dat, hoe goed bedoeld, niets
anders is als treurig lapwerk. Vóór liet in
diensttredon moot du jeugdige man 700
degelijk ontwikkeld zijn in schieten on turnen
011 zoo ernstig weten to gehoorzamen on
samen to werken, dat hij met vrucht in liet
spe-ciliek militaire handwerk kan worden
opgeleid. Wiu door stand on ontwikkeling
geroepen zijn in du maatschappij gezag uil to
oefenen, zijn dan in het leger de aangewezen
personen om een kommando te voeren. Met
den troep van hun jaar onder de wapens
gekomen, blijven ze als militie-kader aan
dien troep verbonden; nemen, als 't noodig
is, met hunne oude bekenden de wapenen op
en trekken na afloop van den dienst of den
strijd weer met hen naar huis. Ziedaar de
kern van het echte volksleger. Om de hooge
eischen van den modernen oorlog wenscht
de schrijver natuurlijkerwijs de rangen van
rogiments-kommandant af alleen bezet te zien
met beroepsofficieren.
De aandachtige lezer zal uit het vooraf- !
gaande wol hebben kunnen opmaken, dat
het besproken geschrift cone welkome studie
over do eindelooze defensiekwestie mag hee
ten. Misschien worden wij er nog eens toe
gebracht om met nadruk te eischen, wat wij
toch vrij algemeen als de eenige uitkomst
beschouwen: het volksleger op don broeden,
hechten grondslag eoner ferm ontwikkelde
jeugd. Dan zal hot niet meer gebeuren, dat
men allerlei gebreken voorwendt ofzich ver
minkt om vrij to komen. Veeleer zal dan ook
hier de wet noodig blijken, dio in Zwitserland
den dienstplichtige met straf bedreigt, als hij
lichaamsgebreken tracht te verheimlijkeu.
Zoo gaarne wil men daar hot vaderland
dienen, on zoo groot is daar do schande, er
niet voor te deugen.
Moge het hier eens zoo ver komen! Maar
dan moeten wij eeno andere richting uit als
zoogenoemde volksvoroenigingeii, die geen
hooger ideaal kennen dan wat rond te schar
relen binnen don ongen kring van zekere
militaire denkbeelden.
K o 11 e r d a m, 10 Jan.
H. Kii:iïsou.
Een anachronisme.
Het bestuur dor geneeskundige
vereeniging tot bevordering van het ziekenhuis
wezen hooft, en nog wel eenstemmig, het
rapport eoncr commissie tot het beramen
van maatregelen om verkeerde elementen
uit het verplegend personeel te weren,
aangenomen. Dat rapport verdient . niet
onopgemerkt te blijven.
Men loost daarin dat de commissie liet
betreurd heeft dat finnntieele overwegingen
haar beletten om het livrotteu-stclsol aan
te bevelen, zoodat zo, als pis aller, maat
regelen moet voorstellen, dio nog veel minder
mot de sociale rechtvaardigheid zipi over
een to brengen dan dat in ons land terecht
veroordeelde stelsel. Die maatregelen zijn
hoogst eenvoudig. Ken directeur die oen
verpleger niet langer waardig keurt om
tot liet verplegend personeel te behooreu
zal slechts, voor 't gemak op een
reoeptpapiertjo (sic), den naam van den ontsla
genen mot zijn eigen naam aan deu secretaris
van het bestuur behoeven op te geven.
Deze schrijft heide namen iu een register.
Indien nu oen of ander directeur eon ver
pleger moet aanstellen, kan hij van deu
secretaris vernemen of een sollicitant gesig
naleerd is en door wien. L)at is alles; slechts
bevat het rapport nog de vermakelijke
phrase, dat oen sollicitant, die naar de reden
zijner afwijzing vraagt, tevreden kim (sic)
zijn met de vorm"l:ling van het feit dat
hij verzwegen h. ?:?!'( vroeger reeds elders
bij de verpleging to/ijn werkzaam geweest.
Vraagt men nu welke motieven tot dat
signaleeren aanleiding geven dan loost men,
dat bedoeld worden verplegers die de ont
slag verleenende directeur niet waardig
vindt tot liet verplegend personeel to
behooren en voor wier kennismaking hij zijne
collega's wenscht to behoeden.
Aan het slot van liet rapport vindt men
nou' als r<iiiflii'i',lil/'ii nader gespecificeerd:
on eerlijkheid, il ronk on se ha p, twist/oeken.
Dat ook oen ondergeschikte aanspraak
kan maken om niet veroordeeld te worden
zonder mot de redenen daarvoor bekend te
zijn gemaakt en zonder in do gelegenheid
te zijn gestold om zich to verdedia'on, schijnt
bij geen dor loden dezer vereeniging te
zijn opgekomen.
XASO.
Duitschland in koloniale
; moeielijliheden.
De jongste der kolonisooronde mogend
heden, Duits.'dilaud, maakt op hot oogonblik
kennis mot de schaduwzijden van het kolo
niale vraagstuk.
Diiitsch /nid-\Vest-Afrika is van de jonge
Dnitsche koloniën de oudste, al dagtookent
liet bezit van dio stroken nog slechts uit
do dagen van liïsmarek. Het omvat oen
dool van hot ,,/warto Werelddeel", dat
noch rijk, noch vruchthaar kan worden
neiiooind. Hij do vordooling van hot
Afrikaansolio grondgebied is Duitschland wel
wat laat irokomen, en: fni'i/i' ri'Hiciil/lnin ux/w,
voor do laatkomeaden blijven slechts do
botton over. Xoch naar /uid-\Vcst-Afrika,
noch naar DuiNeli-l lost-At'rika, noch naar
Kameroen, noch naar Togoland hooft men
-zooa l s hot ,1 DU run1 '/'??? / V/M/.s do/o r dagen op
merkte oen geregelden toevoer van
Duitsche kolonisten kunnen verkrijgen, ofschoon
toch jaarlijks duizenden emigranten liet
Dnitscho vaderland \orlaton om zich in don
j vreemde te vestigen.
Koniire weken geleden kwam uit deze
slecht 'eilijondo kolonie hot bericht van
oen opstand ouder oen inlandsclion stam, de
ISondel/warts, die in liet /uiden dor kolonie,
in Naniaqualand, verblijf houden. liet
grootste gedeelte M)n de in de kolonie
beschikbare troepen was daarheen gezonden,
on de oproerde beweging was /onder grooto
moeite on /onder belangrijke verliezen bijna
geheel onderdrukt, toen plotseling ecu voel
ornstiu'cr opstand uitbrak in hot noorden
; dor kolonie, onder den stam dor llororo's.
Door dozen opstand wordt juist hot moest
ontwikkelde doel dei1 kolonie bedreigd, «lat
zich langs do spoorweglijn van Swakopmond
aan de \Valvischbaai tot Windlioek uitstrekt.
Dat hier en daar door de opstandelingen
aan do weinig talrijke en zeer verspreid
wonende blanke kolonisten belangrijke
vor', liezen zijn toegebi-ac lit, schijnt vast to staan.
In do zitting van don Diiitschen Kijksdag
i verklaarde de Kijk>k;)iiseli«' Von Biilow,
?? dat er helaas geen twijfel kon bestaan aan
den ernst van don toestand. De vruchten
van oen tienjarige vlijt en volharding zijn
in hot gebied van den opstand vernietigd.
Ken mxmt aantal kolonisten hebben hun
eigendommen aan Ijindlioeven. landerijen
en \ ee verloren, /waarder nou1 drukt do
zoi'ü1 wegens het lot van de uit do boerde
rijen naar de stations gevluchte blanken,
die een vertwijfelden strijd hadden to voe
ren tegen de overmacht der inboorlingen.
Het laat zich thans nog niet overzien, hoe
vele van de ver in het land verstrooid
wonende /ar»«?r"-gezinnen de bescher
mende muren der stations niet tijdig hebben
kunnen bereiken."
Later is het gebleken, dat de opstande
lingen /elfs min of meer versterkte plaatsen
hebben omsingeld en die op hun manier
belegeren, (relukkig kunnen zij niet be
schikken over geschut, maar door plunde
ring van de overvallen hoeven zijn zij in
het bezit gekomen van goede geweren, van
ammunitie en van paarden.
Do oorzaak van den opstand is te zoeken
in het ruwe optreden der ^Kuropeesche
handelaren, die de inboorlingen op allerlei
wij/e verleiden en dwingen tot het maken
van schulden, on dan hunne vorderingen
met de uiterste gestrengheid innen, natuur
lijk onder bescherming der autoriteiten.
Het einde van zulk eene transactie is ge
woonlijk, dat do handelaar, dio geen be^
taling in geld kan verkrijgen, beslag leai
op het vee van den schuldenaar en dit uit
de weideplaatsen of stallen Iaat weghalen.
Natuurlijk wekt dit bij de inboorlingen
groote verbittering.
Tusschen deu opstand van de
Bondcl/wart's in het zuiden en dien van de Herero's
in het noorden der kolonie schijnt geen
bepaald verband te bestaan. Integendeel,
do verschillende stammen in de kolonie
staan te vijandig tegenover elkander om
er aan te (leuken, zich tegen den blanken
kolonist als gemeenschappelijke]! vijand te
voreenigen. /oo zouden eon aantal stammen
hulptroepen in den strijd tegen de
Uomlelzwarts; zoo zullen, naar men onderstelt,
ook thans de astard's, de Damara's en de
"Witbooi's aan do zijde der Dnitschers tegen
do Heroro's strijden.
Ware dit niet hot geval, dan zou de zaak
dor kolonisten misschien verloren zijn, daar
de uit Duitscliland afgezonden troepen eerst
omstreeks S Februari te Swakopsmond
kunnen aankomen.
iitimiiimmimmmmimiimimiiiimiiiMtitmitiiiiimmmlmimmm»
Sociale aauqcl&qzn/icben
<J c>
de striii ia Hoori-Frantüfc
gelet ri heeft. ')
(lelijk alle groote gebeurtenissen die in
een bepaald land plaats grijpen tegelijker
tijd eon los zijn voor andere volken zoo
strekt ook de werkstaking der Fransche
weverijen ter onzer leering. Hij die geregeld
in do Fransche blalen kennis nam van het
begin en do voortzetting dor staking weet
maar al te goed dat do \Vot-.Millorand, in
voerende don arbeidstijd van 1.0 uur, oen der
voornaamste oorzaken is geweest waarom do
strijd van do zijde dor patroons met zooveel
hardnekkigheid word gevoerd.
?Jaurès in de l' elite Jf<;i>ttl>liiinf., het
counikt besprekende, verwees om zulks to staven
naar hetgeen de hoor Fdouard l'aysen in
de Kcoito/iii-tfi! J''i'uitnti>i van 24 October
durfde schrijven:
Deze wet (n. I. de wet Millcrand) heeft
noodlottige gevolgen, die steeds grooter
zullen worden. Men kan van nu af', zooals
wij gezien hebben, hunnen omvang bere
kenen. Tegenover de stoornis die. deze in
onze industrie brengt, /oude het wijs zijn
haar af te schaffen on niet te wachten tot
dat de herhaalde toepassing op !i() .Maart
I!)rt4 opnieuw nioeiolijklieden in het loven
roept.''
Jaiirès teekent bij doze uitlating terecht
aan. Xiohior dus het geheim van don strijd
iu liet Noorden. Maai1 hij /.al ei1 niet in
slagen de arbeiders on het parlement to
misleiden. De niododooltiiLïdat mon in do
toxtiol-indiistrio. dio reeds do salarissen
hoeft gereduceerd tot oen zeer laai;1 bedrag,
er aan donk r om de lange werkdagen in te
voeren, dio de \\ot ('on weinig hooft willen
beperken, staat irolijk mot de omverwerping
van do gohoolo arbeidswetgeving mot het
afsnijden Aan iedere hoop dor arbeidende
klassen, met het belachelijk maken onzer
noo.l/akelijkste on verstandigste wetten van
oen rop-.ibiikoinsch parlement.
Inderdaad toont zich hier de font van
ons tegenwoordig stelsel van voortbrenging,
zooilra men in onze bestaande maatschappij
hot lot dor arbeidende klasse in n opzicht
verbetert, ontmoet men in menia ander op
zicht tal van. mooiolijklieden.
Do wot-Millorand hoeft voor de weverijen
den arbeidsduur wettelijk beperkt. Maar nu
/oeken do werkgevers een correctief' in
loonsvormindoi'ini;1 en in do weigering' van
loonsverliooginu' waar deze wellicht
billijkhoidshalvo gerechtvaardigd is.
(ieeii/.in.s betwist ik hierdoor de
wonseholijkheid van partiëelo hervormingen. Maar
wol blijkt hieruit dat alleen van dwang
maatregelen waardoor de arbeid in zijn
iji'lii-i'! wettelijk is ^eroalementoord, oonige
duurzame verbetering to wachten is.
\og oen ander punt verdient in deze
staking on/e aandacht. Herhaaldelijk worden
de looiion bekort of' \erliooging afgewezen
mot oen verwij/inu naar de bnitonlamlseho
concurrentie. Sdiijnbaar hooft do patroon
in dat geval de rechtvaardigheid voor zich.
Maar dit zonde oorst dan iets botcokenon,
indien op eerlijke onpartijdige wijze kon
vergeleken worden on hetgeen de gezamen
lijke arbeiders n hetgeen do patroons tot
dusverre! genoten hi-lilieii on nog genieten.
Mon spreekt vaak van «(^//(-^wei'king
tusselien ka pitaal en arbeid, tusschen werkgever
on werknemer. Doch mon vergoot dat do
grondslag van deze samenwerking nergens
bestaat on in onze Instaande samenleving
bijna niet kan aangegeven worden.
Fenvoiidiü' omdat (L; verbond ing van ondernemer
en arbeider in ,?>'/'?/? bedrijf wisselt.
Hier is oen ondernemer oen xelfiiiiitJi' inuii,
die zijn onderneming zelf iroschapon hooft ;
die haar hooft doen ontwikkelen en wiens
beleid on denkkracht haur nog steeds op
de hoogte houdt.
F.ldors ??-- on dit u'oval is ook niet zeld
zaam ecu ondernemer dio eenvoudig van
vader of grootvader de onderneming geërtM
hooft, die, gesteund door ervaren meester
knecht* on werklieden. Ifii/t on voortzet,
l. Dit opstel i-eod.- vroeger ons toegezonden
bleef wegens lal van oorzaken unu'Oplaatst.
Kien.
doch die vaak de voorlichting van zijne
ondergeschikten behoeft. Weer elders een
maatschappij waar de eigenlijke patroons
niet eens bekend zijn, waar zij als aandeel
houders een paar maal's j aars samenkomen
en overleggen hoe no? meer dividen'd kan
gemaakt of hoe vermindering Tan dividend
kan voorkomen worden. Kortom de ver
houding tusschen kapitaal en arbeid is in
de onderscheidene ondernemingen zóó ver
schillend dat n grondslag in het geheel
niet bestaat en nimmer zoolang onze samen
leving op de vvije mededinging berust
bestaan kan. In de eerste onderneming zal
de werkgever een leouwenaandeol, in de
andere een veel geringer deel van den
gemeenschappelijke!! arbeid verrichten. Maar
toch mag gevraagd worden waarom steeds
bij verhooging dor productie-onkosten of
bij verscherping der internationale concur
rentie de ondergeschikte arbeiders in dienst
van den ondernemer het gelag moeten
betalen.
Want men vergete niet dat het bekorten
van arbeidsloon de eerste behoeften treft,
noodig voor het menschelijk bestaan, terwijl
vermindering van de ondernemerspremie
gedurende enkele jaren slechts de voldoening
van luxe en verdere behoeften in den weg
staat. \an christelijk standpunt wordt ont
houding van het loon als een wraakroepende
zonde beschouwd. Maar oxvoldoende loon
is dit eveneens zoolang het niet gerecht
vaardigd is en het is niet gerechtvaardigd
zoolang de ondernemer zelf n in de ver
vlogen jaren eene belangrijke ondernemers
premie heeft getrokken en nog trekt. Xiedaar
de Christelijke leer. Want'ten slotte kan
ii>(Ji>>\ poging tot arbeidsverbetering worden
afgewezen met een beroep op de
buitenlandsclie concurrentie.
Men kan zelfs verder gaan en bewijzen (?)
dat inkorting van loon, ja iedere verhinde
ring van sociale wetgeving in het belang
der arbeiders zelven is.
De arbeiders immers kunnen slechts werk
vindon dooi1 hot bestaan der industriën en
dus verdwijnen deze door te felle
buitenlaiidsche concurrentie, dan vinden de
arbeiders ook geen werk.
Men vergeet hierbij, dat eene verbeterde
sociale wetgeving, een hoogere levens
standaard in een land den arbeidersstand
zelven krachtiger maakt.
.ledere staking is indirect bijna steeds
een aanklacht tegen onzon huidigen ge
meenschapsvorm. Volstrekt niet tegen de
ondernemers on arboiilgovors in de eerste
plaats.
Men stelt soms hot socialistisch stelsel
tegenover het kapitalistisch stelsel. Ik ver
worp dio laatste benaming geheel. Kr is
juist ijff.it stelsel. Kn men doet derhalve
vorkoord to spreken van, oen kapitalistisch
Do stakingen toonon bijna altijd ilitaan:
dat er in onze maatschappij zonder eonigen
regel, zonder eenigen maatstaf geproduceerd
wordt. Dat de arbeid (in den ruimsten zin
opgevat) geheel ongereglementeerd, volko
men aan toevallige on tijdelijke, dikwijls
zeer plotseling zich wijzigende omstandig
heden is overgeleverd.
. Kr zijn tal van economische machten, die
ook deu werkgevers te sterk zijn. De groote
schommelingen in prijzen, speciaal der
produ'-tieoiikosten, somtijds zeer snel elkander
opvolgende, brengen do industrieën en
ondoriiemingen in een onzekerheid, die aan
eon regelmatig?, vas^goleido arbeidsorga
nisatie in don weg staat.
Kn iedere depressie treft bet eerst ben,
do grooto arboidorsgroopen, die niets dan
hunne physieke kracht hebben aan to bieden
on die ten slotte toch mot vrouw en
kindoren mocjten loven. Men wijst vaak om do
ongelijke verdeeling to rechtvaardigen op
do grooto risico van don ondernemer. Vol
komen juist. Maar draaut do arbeidnomer
niet gelijke, ja. nog zwaardere risico ?" Menig
patroon hooft meestal buiten de zaak nog
eenig fortuin, hetwelk hom zelfs hij
volkomen ondergang dor onderneming voor
'obivk vrijwaart. Maar is do risico van den
bexirloo/en arbeider nier veel grootor :* (iaat
de onderneming teniet, dan is hij werkloos.
Kn werkloos botookont bier broodeloos.
lüllijklioidshalvo moot op gelijke gronden
in bot loon oen verüoodinu bourepou zijn
voor do risico dio hij draaut.
Volkomen erken ik de grooto waarde
die de vrijheid dor mededinging on do vrij
heid van hot initiatief voor onze
samen! loving ucliad hooft on nog geeft.
Doch laten we vooral do koerzijde dezer
vrijheid niet vergeten. Dot is dunkt me,
goed bij een groote stakinu, zooals er thans
te Arnicntièrcs plaats vond, er op to wijzen
dat naast-do grooto lichtzijden onze
ocono! misdie verhoudingen ook brood e on donkere
schaduwen vooruitwerpen.
Iedere staking wijst op hot volkomen
1 stolsellooze in ons maatschappelijk stelsel
; van voortbrenging, op do .innerlijke
disj harmonie, o\> de, volkomen afwo/.itïheid van
orde on regelmaat.
«. J. V.
TM Anno. sturen.
Het lu'stnur van Liefdadigheid naar Ver
mogen" schrijft ons:
| In de dagbladen verscheen dezer dagen do
; ernstige waarschuwing van de ..Vereoniging
i van Armbesturen1' aan onze stadgeiiooten om
l niet te geven, zonder onderzoek, aan
oiibe; kenden.
\Vij twijfelen niet, of bij velen zal die roep
stem ingang gevonden hebben, doch zal dezo
of gene, die gaarne helpt, maar <le
gelegen\ heid mist om behoorlijk 1e onderzoeken,
j allicht voor <lo grooto moeilijkheid staan,
| hoe zekerheid te verkrijgen, dat zijne hulp
: goed geplaatst is en goed besteed zal worden.
f Met het oog daarop zoudt u don lozers,
i en zeer zeker ook don workelijkon armen,
| oen grooton dienst bewijzen, als u in uw
blad do aandacht er op zoudt willen
vesti| gou, dat hot < iertoolschap Liefdadigheid
i naar Vermogen" voor ieder stadgenoot, die
i ons daartoe geldelijk in de go logeiiheid
i wil stellen, steeds gaarne zijn bemiddel
ing verleent om onderzoek to doen en
i huip te bieden, waar noodig en wenschelijk.
Men stort te onzen kantore een zeker bedrag,
\ waaruit dan, nadat het onderzoek is ingesteld,
j de noodig gebleken hulp verstrekt wordt.
Wij hopen, dat verschillenden uwer lezers
zich daartoe opgewekt gevoelen en verklaren
ons gaarne bereid ieder dio bot wenscht,
nader en uitvoerig in to lichten omtrent eou
en ander.