De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 24 januari pagina 7

24 januari 1904 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No.1387 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. PRENTEN Expositie bjj de firma JR. T^. J*, de Vries te Amsterdam. Oui, ces impressions qui paraissent o'avoir rien perdu a la vulgarisation Miécaniquement industrielle qui les popularise, et qui semblent tre demeurées, dans leur interprétation par l'imprimeur, des dessins du maitre, des impres sions qui ont garde la clarté, la limpidité, l'aqueux de l'aquarelle. EDM. DE GONCOUET, Outamaro. F, Hierin schuilt geloof ik, de hizondere ?aantrekkelijkheid der Japansche prenten. Zij missen, hoewel het drukprocedésteeds min of meer mechanisch is, het eento nige, vervelende dat ander drukwerk veelal zoo kenmerkt. Wellicht dank zij de eigenaardige wijze van bewerken, hebben zij iets geheel eigens; men ziet er de gevoelige hand van den drukker in, die met zijn vlakke schijf, door meerdere of mindere pressie, er zoo won der volle nuanceering aan weet te geven, ja men kan bij eenige studie er zelfs zeer duidelijk de persoonlijke leiding van den artiest in bespeuren die, hoewel hij zelf zelden of nooit de houtsneden naar zijn eigen werk maakte, er toch wel degelijk voortdurend toezicht op uitoefende. En verklaarbaar wordt dan ook dat Outamaro, die, zoo als men weet, zeer veel voor den druk werkte, langen tijd ten huize van zijn uitgever woonde, waar tevens de werkplaats der houtsnijders was. Die houtsneden zijn dan ook van niet minder bekoorlijkheid dan de origineele teekeningen, en de zekere gering schatting die men veelal voor een prent waarneemt, in tegenstelling met een ?oorspronkelijke teekening of aquarel, is hierbij dan ook in alle deelen misplaatst. De Japansche prent is op zich zelf een uitdrukkingswijze die de artisten zelf door en door kenden, en waarmede zij bij hunne teekeningen wel degelijk rekening hielden. Het spreekt van zelf dat niet iedere prent even belangrijk is, daar ook de Japansche houtsnijkunst hare periode van opkomst, bloei en verval gekend heeft, die eenigszins samengaan met de gelijktijdig heerschende kunstrich tingen. Zoo valt het bloeitijdperk der Japansche houtsnede tegen het einde der achttiende en begin der negentiende eeuw, wanneer eveneens de groote Volksschool" haar glanspunt bereikt. En alles wat zoo kenmerkend is voor de Volksschool", het zich losmaken van de voor schriften der aristocratie, om het leven te kunnen weergeven in al zijn finesses, dat vinden we terug in de houtsnede uit deze periode. Een Hokumi leert ons beter dan iemand anders het volk kennen in al zijn bedrijvigheid, en met een onvergelijkelijke zucht naar het komische doet deze merkwaardige grijsaard ons de verschillende ambachten zien in hunne typischen eenvoud; terwijl een HirodtigM ons geeft de natuur in haar oneindige verscheidenheid. Nu eens gezichten op den broeden Sumida met zijn hooge bruggen, zijn tallooze booten en sloepjes, dan weer vergezichten die zich delicaat tegen den horizon afteekenen, of straatjes in Jedo die voorbeelden zijn van een meesterlijke kleurharmonie. Leereri zij ons het land en het volk kennen, een IJ eisen en Ontamaro doen den rijkdom, gratie en bevalligheid der Japansche vrouwen aan ons oog voorbij trekken. Die geisha's met hunne poppengezichtjes en soepele lijfjes in elegante gewaden als zweefden zij op groote schitterende vleugels, die courtisanes in ISfo. 118. Katsushika Hoknsdi, 1760?1849. De groote weg van okio-Kioto, bij het station Hodogaya aan de Tokaido hunne pompeuse kleedijeu, den grooten strik in wijde lussen naar voren geknoopt, die eenvoudige huismoeders in den geven een blik in de theaterwereld, en we zien van hen acteurs met de zoo kenmerkend expressieve gezichten niet liefelijk en zacht zijn als een vrou wenrol door hen vervuld wordt. Zoo bieden die Japansche prenten ons 1.720?1/92. Acteurs in vrouwenrollen. \o. 120. Ichiriousdi Hiroxhiyt, 1797?ISós. Maan-eifect in een stra.it te Yedo. ernstigen kimono of yukatan; spelende met hare kleinen. En dan zijn daar een Rhmisho, 'l'Hhimyri, 'tJ\iini*ada, die ons en v reeselij ke gebtireu, die de inwendige hartstochten verduidelijken, en waaruit haat en woede ons tegenblikken, zoo zij een oneindige afwisseling en een collectie zooals thans de firma K. W. l', de Vries te Amsterdam, Singel 14(i, exposeert, is in meer dan iu een opzicht belangrijk er leerzaam. We hadden het genoegen door onze medewerking bij het catologizeeren en beschrijven dezer verzameling, ze wat meer van nabij te kunnen beschouwen en bestudeeren, en weder bleek ons wat een schat van wetenswaardigheden zoo'n serie Japansche prenten in zich bevat. Het geheele leven van den Japanner wordt ons duidelijk gemaakt, we zien de vroolijke feesten als de kersen of chrysanten bloeien, we begrijpen de aanlokkelijkheden der theehuizen, doorgronden de mysteriën van den Yoshiwara, en voelen mee de intieme bekoring van den huiselijken haard als de familie rond de ha-bashi gehurkt zit, zooals een der pren ten van Yeshi (no. 50) ons doet zien. Met een nu eens tot het uiterste door gevoerde detailleering, dan weer in enkele eenvoudige lijnen het groote karakter der dingen aangevende, heeft de Japan sche kunstenaar alles in beeld gebracht wat hem omringde, en wie deze collectie dan ook eenigszins nauwkeurig beziet zal zich een idee kunnen vormen van het Japansche leven, beter dan- eenige reis beschrijving hem dit vermag. Hij ziet bij Outamaro de merkwaardigheden van het vrouwenkapsel in meer dan eene prent, wij noemen slechts no. 41, de waardigheid waarmede de courtisane, de oiran, gevolgd wordt door haar bedienden en haar beide leerlingen kamouro's (no. 17), die haar als een prinses,doen schijnen. Bij Yeizan tal van zangeressen, rnethareonafscheidelijke samisen, en bij den grootmeester Katsushika Hokusai het Japansche landschap, gestoffeerd door figuren die hem als een geweldig teekenaar doen kennen en waar bij zijn beslist komische gaven telkens naar voren treden. Bij een landschap, als no. 118, het station Hodogaya aan den grooten weg van Tokio naar Kioto, wijst de figuur van den palankijndrager links, u direct op deze merkwaardige /ijde van Hüksa?* talent. Geheel anders weer leert hij de; natuur bij den grooten dichter Hiroshigr, die nu eens als correct teekenaar, de schepen in de haven afbeeldt met bewonderens waardige accuratesse en zich dan weer als gevoelig colorist doet kennen in zijn straat te Yedo (13H) bij maanlicht. Ter schole bij Slnmshi» en diens beroemden leerling lmnyei, van welke meesters, evenals van Shun-Ko, de firma de Vries een mooie collectie onlangs in London aankocht en die hier thans ook ter be zichtiging gesteld is, verruimt hij zijn kennis van liet theater-leven in Japan. Drie der hierbijstaande reproducties geven een beeld van liet werk dier meesters. En zoo zonden wij voort kunnen gaan, en doen zien dat ook voor hen, die zich niet willen verdiepen in de vaak onuitspreke lijke namen der verschillende kunstenaars en voor wien de artiesten uit de zoo beroemde llkio-vo-zin geheel vreemden zijn. een verzameling Japansche prenten toch niet zoo onbelangrijk is, als men zich wel zou denken. Zij bevat een schat van wetenswaardigheden van land en volk, gezien door de oogen van hen, diede natuur liefhebben als wellicht geen volk ter wereld. Rn al moge de visie der dingen van een Japanner soms ver schillend zijn aan de onze, zijn liefde voor alles wat hem omringt is de reden waarom zijn uitdrukkingswijze toch tot ons westerlingen kan spreken in een taal, begrijpelijk voor hen die meevoelen de schoonheid van alles wat leeft. K. W. I'. Ju. Xo. 1.111. KatmshikH Hokusai, 1700?1849. op een vooruitspringende rotspunt. Uit de zes en dertig gezichten op de Fuji-Yama. Khum/e'i, 1759?IS!9. Theater-scène. A'titsukawa Slinn.iko, 17; -1792. Theater-scène.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl