Historisch Archief 1877-1940
D E A M STER D I M M E B W E E K'B L A D VOOR NEDERLAND.
No. 1338
strekte en rijke Congo-gebied in zijne macht
te krijgen.
Hiermede zijn wij gekomen bij het
mo'ief voor dit koninklijk bezoek.
De Testiging van den ongo-staat, over
welken Leopold II van Belgiëals onbe
perkt souverein heerscht, is velen, en
' yooial den Engelschen, steeds een doorn
in het vleesch geweest. En in Duitsche
koloniale kringen was men te dezen
opzichte weinig minder ongunstig
geatsind. Keizer Wilhelm, tusschen wien
en koning Leopold op grond van karakter
en aanleg reeds niet veel sympathie
kou bestain, moet door het succes op
koloniaal gebied van den
ondernemenden Coburger allesbehalve gesticht zijn
geweest, en niet ongeneigd om ge
hoor te geven aan de inblazingen van
de En^elsche staatslieden, die hem
eene vordeeling van de Portugeesche
koloniën en van den Congostaat tusscheu
Duitechland en Engeland voorspiegelden
als een begeerlijk doel, ? begeerlijk in
het belang der humaniteit natuurlijk!
^ Leopold II zocht onder die
omstandighelen zooveel mogelijk toenadering tot
Frankrijk. Toen kwam de oorlog in
ZuidAfrika en de verwijdering tusschen
Duitschland en Engeland, gevolgd door
de agitatie van Engelsche kooplieden
tegen het wanbeheer van den Congostaat.
De weg was voor koning Leopold
nu aangewezen. Hij moest aan de per
sonen, die de leiding der Duitsche kolo
niale politiek in handen hebben, duidelijk
maken, dat een Belgische Congostaat
altijd nog beter is, voor Duitschland
althans dan een Engelsche.
Of hem dit zal gelukken ?
Het is bekend, dat koning Lcopold
reeds in het vorige jaar te Berlijn wouselite
te komen. Hij was toen juist te Ween en
geweest, en daar zijn waarschijnlijk
familie-quaesties van minder aangenamen
aard ter sprake gekomen. Men weet, dat
koning Leopold's dochter Stéphanie ge
huwd is geweest met kroonprins Rudolph
van Oostenrijk, en dat het overlijden van
koningin Henriëtte van Belgiëaanleiding
heeft gegeyen tot zeer onverkwikkelijke
tooneelen in de Belgische koningsfamilie.
Thans is Leopold II door keizer Wil
helm in een eigenhandigen brief
uitgenoodigd, naar Berlijn te komen. Hij komt
er om iets te vragen, als de mindere in
macht en aanzien, maar wellicht als de
meerdere in wereldwijsheid. Voor klin
kende frasen, voor historische piëteit,
voor al wat op sentimentaliteit gelijkt, is
deze Yankee onder de monarchen
zooals de Brusselsche correspondent van
de Frankfurter hem dezer dagen noemde
volmaakt ontoegankelijk. Maar hij is
tevens een volmaakt diplomaat. En het
zou ons niet verwonderen, als hij uit de
passéd* 'armes te Berlijn als overwinnaar
terugkeerde, met den ironischen, wél
verborgen glimlach voor de menscheu
ililimiiiiimiiiiiMiiiiiiimiiiinmiHiMtiMiMnMiiMti
GELUK.
Dialoog
VAN
ATJGUSTE HAUSCHNER.
RENATE, even over de dertig deftige
verschijning ? groote gestalte
bleeke gelaatskleur.
CHRISTINK, 18 jaar, slank, frisch, blo
zend. Fladderend, blond haar,
dweperige bruine oogen.
Huiskamer in einpire-stijl. 2 uur 's naclits.
Ik lamp is b'jna uitgebrand. IL't vuur
in dm haard is uitgegloe.id.
REXATE (zit in een los peignoir op een leun
stoel. Zij -is ingedommeld, liet boei: n-a.arin ~e
heeft gelezen, 'is op den grond getallen}.
CnrusTiNK (m sortie, een kanten doekje OM
het haar, doet de deur open): Tante Renate
wat! bent u nog op ?"
R. (schrikt op): Wa wat is er ?... O,
ben jij liet, Christine?"
C. (dichterbij komend): Heb ik u aan 't
schrikken gemaakt? Wat spijt me dat!"
R. (nog slaapdronken): Hoe laat is het'.' i/e
kijkt op haar horloge). Lieve hemel, al twee
uur. (Zij rekt zich en rilt). He, wat is liet
hier koud !"
C. (heeft mantel en doekje op een stoel gelegd.
Zij draagt een luchtig, aan den hals uitgesneden,
wit japonnetje, een ruikertje viooltjes op de borst):
Maar hoe kunt u nu zoo lang opblijven'.'
Hebt u op ons gewacht ?''
K. (haastig): O neeii. Ik had alleen maar
geen trek om naar bed te gaan. En toen ben
ik toch ingedommeld. (Tenrijl :e ('hrift'ne
vriendelijk aanziet). Nu, en jij '.' Heb je veel
plezier gehad ?"
G. (dweepziek): l'lezier gehad '.' Ik was in
het paradijs!"
R. (glimlacht): O, o! (ze kijkt om), lïenje
alleen gekomen ?"
C.: Oom heeft me gebracht. En toen in
hij nog even verder gereden met miss
Leighton."
K.: O, zoo."
C.: Hij l,ad het haar beloofd zo woont
hier vlak bij."
R. (staat op): N-n dan zullen wij alvast
maar gaan slapen."
C. (houdt liat.tr terug): Och toe, tautetje, laat
me nog een beetje opblijven !"
K. (Is weer gaan zitten) : Lieve kind, wat wil
je dan nog doen 's nachts om l' uur ?''
C. (opgewonden) : Iets ! lezen zingen, spe
len. Maar niet-dadelijk naar bed na dien
verrukkelijken avond."
R. (achterover leunend, met kalme vriendelijk
heid): Lieve kind, wat ben je opgewonden !"
C. (knielt naast haar): Ja precies, opge
wonden, heel, heel anders dan ik gewoon
lijk ben."
R. (strijkt haar zacht over het haar) : Ik zie
het, maar ik begrijp het niet. Je hebt toch
anders in die weken in Berlijn al heel wat
gezien."
C. Dat heb ik ook. Allerlei heerlijks en
moois, dat ik nooit van mijn leven zal vergeten."
van groote woorden en fraaie idealen,
die de stille weelde is van den man
van zaken."
lUlIlllUllllltllMIHIIIUINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllMIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIII»
Sociafó
IIIMIIIIIIIimillimttMIIIlllllltllHJIIIIIIIlimiMllllllUIIIHIHIIIIimtlMtllin
Het ontwr5 y0or fle nieuwe Arbeidswet.
i.
Met het pas ingediende ontwerp voor eene
nieuwe Arbeidswet, heeft h< t
ministerie'Kuyper voor het eerst in deze 4-jarige
psriode een belangrijk en zelfstandig stuk
arbeid- op het gebied der sojiale wetgeving
geleverd. Een belangrijk stuk wetgevendcn
arbeid, waaraan alle aandacht moet worden
geschonken door ieder die betrokken is bij,
of' eanig belang stelt in, de ontwikkeling on
uitbreiding onder arbeidswetgeving. Want
niet slechts dat hier een heel complex van
wetsmaatregelen in i'an wet wordt
saamgevoegd : Leerlingstelsel, Arbeidswet en
Veiligheidswet, maar al de wettelijke be
schermingsmaatregelen, sedert 18H9 uitge
vaardigd, v. orden thans ook overhoop ge
haald, stuk voor stuk nagekeken, opgelapt,
aangevuld, uitgebreid. Het leerlingstelsel is
bovendien een novum, niet alleen in onze,
maar zelfs in de internationale arbeids
wetgeving.
Reeds vroeger, bij de piiblieeering van
het vöór-ontwerp, toeif ter advies gezonden
aan de Kamers van Koophandel en Arbeid,
heb ik de gelegenheid gehad, op de groote
beteekenis van dit plan te wij/en, en den
hoofdzakelijken inhoud verkort mede te
deelen. Ongaarne zou ik in herhaling ver
vallen, door nog eens weer de voornaamste
bepalingen op te sommen, ea dus meen
ik te kunnen volstaan met te vermelden de
belangrijkste veranderen die er zijn aan
gebracht.
AVant waarlijk, daarover valt reeds ge
noeg te zeggen; hoewel de ruimte, waar
over men in een Weekblad van zoo aan
gename verscheidenheid als dit mag be
schikken, slechts gelegenheid bie.lt om enkele
hoofdpunten aan te stippen.
Laat ik, vóóraf, molding maken van de
zeer uitvoerige, en hier en daar uitstekend
gedocumenteerde toelichting van den Ont
werper, den Minister van Hinnenl. Zaken,
en van de bijlage : een overzicht van de wets
bepalingen die op het gebied, waarover de
Arbeidswet loopt, in de verschillende landen
bestaan, liet Wetsontwerp telt maar even
tjes 444 artikelen, de toelichting met bijlage
niet minder dan 96 kolommen druks van
de Handelingen ! Men heeft dus reden te
vermoeden, dat de behandeling van dit
ontwerp zeer geruimen tijd iu ons parlement
in beslag zal nemen!
* *
*
Er zijn, in vergelijking met het
vóórontwerp, enkele belangrijke aanvullingen
gokomen, waarop wel de aandacht geves
tigd mag worden. ])e meest belangrijke is
die, omschreven in artt. 228 2H2, waarbij
veiligheidsmaatregelen bij het laden en
lossen van schepen zijn voorgeschreven.
Hiervan stond in het voor-ontwcrp niets.
En toch was het hoogst noodig!
R.: En je bent toch ook al verscheiden
keeren opeen suireetje geweest."
C.: Zeker, en altijd was ik verrukt. Maar
zooals van avond "
R. (ziet haar onderzoekend aan) : Wat was
er dan van avond voor buitengewoons?"
C.: Alles. Oom heeft het mij dadelijk
gezegd."
R.: Zoo? heeft hij je iets gezegd?"
C.: Ja, toen wre er heenreden. Ik ben altijd
een beetje bang weet u voor vreemden.
En toen zei oom : ik hoefde heelemaal niet
bang te zijn, we gingen niet naar oppervlak
kige lui, maar naar incnschcu. Als ik je goed
ken, ine, «'i oom, zal deze avond een ge
wichtige gebeurtenis iu je leven zijn."
R. (buigt zich tol haar oi:er) : En \\as dat
ook zoo ?"
(.'. (met schitterende oo-/en) : O, tante!"
R.: Heb je iets persoonlijk* beleefd?''
C. (blozend): Ik weet niet wat u daarmee
bedoelt, tante."
R.: Ik bedoel : was er iemand, die een
bijzouderen indruk op je gemaakt heeft?"
C. (droomend, diep blozend): Iemand?...
(opijeieoiiden), O neen maar allen alles
(in haar opgewondenheid richt ze zich honger
op}. De kamers al dadelijk zoo hoog en
heelemaal vol met ouwenvetsche, deftige.
meubelen, in het zachte, half gedempte licht.
Kn overal kussens en tapijten en zeldzame
bloemen in slanke vazen en kelken."
R. (ulx tot zichze/re) : Ja. dat heeft zeker
diepen indruk op je gemaakt."
toen wij in het atelier gesoupeerd hebben.
Heel ongedwongen, aan kleine tafeltjes, met
z'n vieren, met z'n tweeën, zóó als het trof.
En die verrukkelijke gastvrouw in dat artis
tieke slepend gewaad, een gunden diadeem
in liet roode haar (irij-eud) van hier naar
hier en midden onder ons alsof hij n
van ons was de gastheer die groote
kunstenaar midden tusschen al die heerlijke
schilderijen, die hij zelf gemaakt had en
dan die wónderbare vrouwen."
K.: Waren de vrouwen /óó mooi?"
f'.: Mooi? ik weet het niet. .Maar bij
zonder?geen enkele zag er uit, zooals vrou
wen er gewoonlijk uitzien. Kn geen enkele
deed zooals vrouwen gewoonlijk doen. Kn
ieder was iets.?Ieder kon iets. Al die kunst
werken daar om hen heen waren niets
vreemds, niets hoe zal ik het /eggen
liet was of ze een deel van hen allen uit
maakten hun ziel die zich uitte. (Steeils
npgcwfHidfrien. Kil zij spraken van al wat groot
l was en vrij je kreeg door hen een gevoel
i van iets feestelijks en er ging een stroom
van leven van hen uit."
R. (terwijl 2e de verhitte n:ani/en rand'ir.streelt):
Hebben ze je betooverd arm kind?"
C. (diep udcniJiafend ] : En ze waren zoo
eenvoudig, bijna net kinderen, al die knappe,
geniale menschen. Kn voor mij. zoo'n dom
kind. zoo vriendelijk, vooral . . . cij blijft, eren
blozend «teken, en gaat don v<er ofc/en:onden
eoori). Ik weet wel: het was niet om mij
alleen maar omdat ik de nicht van mijn oom
ben?(tern-'jl ze. zich dichter tegen J!, aitn
drukt). \Vant weet u, tantetje onder al die
| mannen van beteekenis was hij toch de meest
beteekeneiide. \a tafel o. n luidt eens
moeTe Rotterdam is het aantal ongelukken
aan boord der stoomschepen buitengewoon
groot, en stellig kan een gedeelte daarvan
door voorschriften voorkomen worden. In
dertijd heb ik aan dat onderwerp in dit
blad ree s een artikel gewijd. De inhoud
dier voorschriften zal worden vastgesteld
bij algemoenen maatregel van bestuur. Er
is thans eene commissie benoemd van
w,erkgevers en werklieden in het Havenbedrijf,
't welk over de wenschelijke maatregelen
van beveiliging een rapport zal uitbrengen.
Ik acht de opname der verplichting van
dergelijke voorschriften een groote aan
winst, waarvan de eer voornamelijk toe
komt aan A. O. Wessels, den secretaris
van den Ned. Sjheeps- en Bootwerkersbond,
die daarvoor gedurende 4 a 5 jaren, ook
door onderzookingen in het buitenland,
voortdurend propaganda heeft gemaakt.
* * *
Maar op enkele andere punten is er, in
vergelijking met hot vóór-ontwerp, een
teruggang te constateeren, die ik voorloopig,
ook na van do memorie van toelichting
kennis te hebben genomen, niet anders
dan ten zeerste betreuren kan.
In de eerst:) plaats de kinder-arbeid. Tot
nu toe was, sedert 18-Sï), de kinder-arbeid
verboden beneden het 12e jaar. /oodra dus
het 12s jaar bereikt was. Dat was zeer
onvoldoende. In de eerste plaats voor het
onderwijs. Kinderen beneden 12 jaar kunnen
o;imotjdijk zóó voel van het onderwijs ge
noten hebben, dat zij voldoende kennis be
zitten om in onzen tijd voor den strijd om
het bestaan gewapaml te zijn, en te voldoen
aan de cischen van intollectueule ontwik
keling, welke in de toekomst aan it/le
staatsburgers gesteld worden. WTie don
vooruitgang wil bevorderen, in den besten
zin, dien moot het noodzakelijk voorkomen,
dat de kinderen der arbeidersklasse niet
met hun 12e jaar van liet onderwijs worden
weggenomen, maar eerst op eenigszins
lateren leeftijd, opdat de elementaire kennis
hechter mr, steviger gelegd worde. Kn voor
wat de industrieele bedrijven aangaat, daarin
reeds op 12-jarige n leeftijd de kinderen
aan den arbeid te zetten, is beslist nadeelig
voor den lichamelijken toestand der kinderen.
In het vóór-ontwerp was voorgesteld, liet
verbod van kinderarbeid te stellen benedon
1H jaar. Daarmoo zou op tamelijke wijze ook
aangepast zijn u:in den leerplichtwet.' /oker
is ook déze leeftijdsgrens onvoldoende. Maar
het was tenminste n stap vooruit. Thans
is de ministor zelfs op dien soberen stap
teruggekomen en bepaalt in art. (12, dat do
kinderen ook in de toekomst na beëindiging
van hun I2a j uu r aan den arbeid mogen gaan.
Alleen is thans ??wat van zelf spreekt
de Arbeidswet in overeenstemming gebracht
met de Leerplichtwet, in dier voege, dat
indien de kinderen met 12 jaar niet hebben
voldaan aan do Leerplichtwet, zij niet aan
den arbeid mogen. Op dit hoogst gewichtige,
ja fundamonteele punt gaat dus on/e Ar
beidswet, voor 't eerst herzien sedert bSS'J
en bestemd voor lange jaren, niets of'bijna
niets vooruit! Dat komt mij voor, een groot
gemis te zijn, onbegrijpelijk van dezen
minister, die op mciiiu ander punt de be
hoeften zoo levendig blijkt te beirnjpen. Te
onbegrijpelijker nog, wijl ook de Memorie
van Toelichting daarover geen licht ver
spreidt, /ij deelt ull'-c;i mede, dut de minister,
na herhaalde overweging" tot de
ovortuiten zien hoe ze er hem om gesoobat hebben
is hij aan de piano gaan zitten, en toen
heeft miss Leighton hem geaceompugneerd bij
zijn laatste compositie die nog hceleimial
niet gedrukt is u weet wel.''
1\,: ..Is het een opera ?"
f', (zk't baar rerb'iaad nam: Maar tante
dat moest toch weten liederen een
heele cyclus van liederen: Het mysterie der
j liefde" heet-ie . . ."
K. ide oogen eren sln'1,'n'li : Kn waren ze
mooi ?"
('.: O. heerlijk mooi. We waren als
betoovenl... Jk zag de dames trillen en schreien
(iii.eeijex/ei'iif\. Vóór mij zat een jong meisje,
heel bleek en slank in een zachf-rosejapon.
Die stond op, heeft den krans van haar haar
losgemaakt en aan zijn voeten gelegd. O tante,
dat u er niet bij bent geweest u zijn
vrouw !"
R. (rustig]: Ik ben wat zwak ? ik kan
niet tegen drukte "
C.: .la, anders d.it begrijp ik maar
van avond (opgewonden- neen, als ik daar
mee de avondjes bij ons thuis verg-lijk u
j kunt er u geen voorstelling van maken, tante."
: II. (kalm): Zeker ik ken zo mijn man
heeft me eens naar jullie meegenomen tien
jaar geleden."
<'.: Kr is in die jaren niets veranderd, on
er zal niets veranderen al gaan er nog eens
tien jaar voorbij. Alles K daar versteend.
Altijd dezelfde lamiiies en dezelfde ge
sprokken on dezelfde spijzen. Kn aan tafel
zitten ze altijd naareciihepaalderegoling.cn
j na tafel praten do vrouwen o\vr de dienst
boden en de laatste preek en de hoeren
spe: len sktit."
, U.: Maar onder do jonuvlui gaat hei toch
anders toe?"
C.: Och. niet veel anders. Wij kennen
elkaar al van zóó klein ai' on we zijn neefjes
j on nichtjes van mekaar en toch zitten de
moeders er nog altijd bij om te zien of alles
wol netjes en behoorlijk toegaat... i met min
achting) als ik daaraan denk ik kan er
van rillen."
R. (/egt huur ar,n :n-ld "U <'!<,:'* si-houders]:
Kn toch zal je weer in die kringen
terugj koeren."
l C. (kriiii/il ineen i : Ik? nooit nooit
(:e ziet /mar tante snoek'nd aan: als hot aan
mij staat."
K. (ze, r zaï-ht, b'jna /e,nr':r: Ik heb juist
van avond daaroveraan ie moeder geschreven.
C. (staart ba,ir ee,i »>;/'..''?''.'.? "?/// alsof ze
[ haar -niet bei/rijpt, en /?/././ '/.OM: Tante ! n
! stuurt mij dus weg?"
R. (buigt zir/i t"t ha,ir <,,,e,: Ik zal je
i brengen oen poosje in jullie stille omge
ving zal mij goed doen."
t', iontste/d): .Veen tante, dat kunt u niet
meenen (In i'l'g:. Waarom liet u mij dan hier
komen, als u mij neer dadelijk kwijt wilt zijn ?"
R. (zaï'lit) : ...Ie vergeet dat niet ik je heb
laten komen oom hooft je uitgenoodiurd."
C. (leb-nrgeste/d>: Dus u houdt niet van me?"
R. (innig] : Omdat ik zooveel zoo heel
veel van je houd en omdat ik je zoo graag
gelukkig zon zien."
C. tbi'tbi-i : Gelukkig. . ."
'l!.: Onder de hoede van je lieve moeder."
l'. : Och moeder."
ging is gekomen, dat een verdere uitbreiding
van het verbod, nl. boven 12 jaar, niet
wensc'helijk is.
Geen enkel sociaal, industrieel, of hygi
nisch .argument. ]STiets anders dan de simpele
opmerking die, om te maken, vaistrekt
geen herhaalde"overweging noodig heeft
dat, waar de Leerplichtwet kinderen op
12-jagon leeftijd buiten de leerverplichting laat
vallen, het gevaarlijk" voor een kind is
als het in dien tusschentijd (12?l'! jaar)
rondloopt. Is dat nu een argument! De
leerplichtwet is toch geen rots van marmer!
/oodra het noodlij blijkt, in het belang der
kinderen, d. i. in 't belang dor gemeenschap,
verhoogt men den leeftij l leerverplichting
met zooveel, :ils noodig is om in overeen
stemming te komen met de Arbeidswet! KenT
vondig genoeg. De Arbeidswet is, om de kin
deren te beschermen tegen overmatigen ar
beid. De Leerplichtwet, om de kin leren, voor
wien arhei l verboden is, te i'/<r/>!/c/i/ri/, naar
school te gaan; de laatste mug niet slechts
geen rcn'/i.'/i/criii'j zijn tegen de kinder-be
scherming, liet mag zelfs geen ai'ijuini'iit
zijn daartegen. De Leerplichtwet dient ten
allen tijde gesubordineerd te zijn aan de
Arbeidswet: overeenstemming en aansluiting
is hier noodzakelijk: maar uitbreiding van
verbod van kinderarbeid te weren, omdat de
Leerplichtwet niet zoover strekt, dat komt
mij voor te zijn ecu argument, om andere,
die men liever niet uitspreekt, te bedekken.
Ken argument kan het heeten, dat zulk een
groot aantal kinderen dan mér onder den
leerplicht zullen vallen: mér scholenbouw
noo.lig', en meerdere uitgaven, dus, voor de
(ïeme.mtebe.stiiren het gevolir zal zijn. Maar
die overwoging mag niet den doorslag geven
bij een zóó eminent volksbelang voor nu en
vooral voor de to:'!comstigo verstandelijke
en lichamelijke ontwikkeling der geheele
arbeidende klasse!
Opmerkelijk is h"t, dat gi;an enkele der
gewichtige bepalingen zoo simpel is toe
gelicht als deze!
Slaan wij een blik iu do l>i|liigo, dan
zien wij onmiddellijk, dat. waar in het
Buitenland in de laatste jaren de arbeids
wetgeving is uitgebreid, het verbod van
kinderarbeid IKHXJIT is gesteld dan 12 jaar.
Duitschland: 1.8 jaar: boven IH jaar ook dan
niet, wanneer ze nog onder den leerplicht
vallen; Zwitserland: 14 jaar in industrieele
bedrijven; Oostenrijk: 14 jaar idem;
Mussaehusetts 14 jaar: Xew-Vork 14 jaar:
Xieuw-7eeland 14 jaar. Maar al ware dat
niet het geval: waar hier ook goe7i zeer
korte werktijd voor jonge kinderen (b.v.
van 12 -löjaar) wordt voorgesteld, daar
komt mij doze bepaling iu liet ontwerp, die
toch voor lange toekomst den kinderarbeid
wil geregeld zien, zeer achterlijk voor. Kerder
had ik verwacht, of althans met eenig ver
trouwen gehoopt, dat de Minister nog een
jaar rrrilrr zoude zijn gegaan, door den
leeftijdsgrens te bepalen op 14 jaar.
In plaats daarvan: reactie!
Dat is een tegenvaller, die ik hoop dat
de Kamer met groote meerderheid zal
willen afwijzen! Ue leeftijdsgrens van 14
janr ware hier een flinke stap vooruit, en
/ér te verantwoorden met het oog op de
beste belangen der arbeiderskinderen !
(Mol colij/i. H.
('
R.: Je wilt je toch niet over je moeder
beklagen ?"
('.: O zeker niet ze is lief en goed voor
me en zo verwent mij veel meer dan ik
verdien. Maar ze is zoo ouwerwetsch ze
kan zich geen ander leven voorstellen dan
zij zelfheeft gehad, en haar moeder en groot
moeder. Altijd heel zorgvuldig bewaakt'
altijd onder toezicht. Kn zij zou graag hebben
dat ik jong trouwde, bij haar in de buurt
bleef wonen, kinderen kroeg, goed voor mijn
man zorgde, mijn huishouden waarnam."
R.: Kn dat je zoo hetzelfde geluk vindt
als zij zelf."
('? i.i]i/<ric'«'i)../): (i-eluk dat is geen geluk.
Dat is 0011 suf vegeteeren, waarbij alle hoogere
aspiraties doodgaan. O, ik heb hoi al heel
hum' vaag gevoeld maar sinds ik bij u ben
l/'// e.efase) is het me alsof ik heel, heel
l a mr in liet donker heb gezeten on eensklaps
gaat er een deur open en lucht on licht
stroomen binnen. Nu weet ik het hier is
het ware geluk, in de wereld waarin u leeft.
In de geestelijke vrijheid in het genot van
choonheid. liils zuchten in do
van een man van beteekenis."
Je zegt vriendschap en je
beanderen verborgen
De ascli van
nitgelittoekons van oude won
de
den. Ken doodenotl'er brengt zij aan de nieuwe
liefde. En ieder woord van liefde verraadt :
-?t trt
C. t aarzel e nd
vrouwen ... di
K. : Waai
?n droom
aan het ontwaken denkt? Die er niet zeker
van is dat zij overwinnares zal blijven? Zoo
kunst en ;
vriendschap
R. (ruxta/i
doelt'liefde.'
C. ih'fligi: En al bedoelde ik dat nu
dan nnest n toch de allerlaatste zijn om me
dat te verwijten, l" bobt. immers zelf wat mij
zoo te benijden lijkt het hoogste geluk
de liefde van een groot kunstenaar
li. (ziel haar e, n nogen/i'i.k ui rul: aan. J>an
. dat i;
lens."
Vu. ziet n wel . . . En toch . . ."
R. (x/ini'kt rustig en zurht r* r<h-r,: Die liefde
omsluit den gansellen inhoud van menschelijk
gevoelen. Kloekheid van den .man. teederheid
van do vrouw... kinderlijke
bekoring van zinnen... Kn
een geur... een zoethcid . . . do 'oetoovering
van oen overheersehcnde persoonlijkheid."
C. (ri'i-hiinxil on /' dien /,,oni:
ZOO ZOO . . ."
R. (zond, r daarop te
sleepend, bedwelmend,
duurt.
i: Kan liefde ophouden ?"
. : Kun je hooien wat zichzelf
: Als zij dat wil. dan was het geen
, ..... was het leugen."
R. idrooiin'iid} : Geen leunen geen be
wuste leugen. Integendeel onverbiddelijk
wroede waarheid, Wat
honden, geeft zij prijr
doofden gloed. <k
.
onschuld en
over dat alles
l' zeilt dat
Inziet in de Hoofdstad.
Robert Volkinnnn is, voor de groote meerder
heid onzer hedendaagsche muziekbeoefenaara,
vrijwel een onbekende. En herinnert men
zich zijner, dan is het als componist van de
ouverture Richard III. Voor een goede twintig
jaren geleden, op het laatst van 's compo
nisten leven (hij stierf in lS.s;i) ontmoette
men nog wel eens zijn d-mol symphonie op
de programma's, doch thans heeft dit werk
moeten plaats maken voor meer moderne
eompositiën, waarvan het meereodeel later
ook wel weer door andere zal verdrongen
worden.
Kn toch is Yolkmmn een componist, dien
men wel in de herinnering mag behouden;
dat bewees de uitvoering van zijn
bes-moltrio opus 5. oj) den laatsten
kamerinuziekavond. Heerlijke melodieën, zeer schoon tegen
elkaar bewerkt, "wisselen elkaar af en geven
een rijkdom van geest te kennen, die den
componist verre verheffen boven de eendags
vliegen. Wél is de stijl van Sehuuiann er in
te, herkennen, doch men vindt er geen
reminiscentiën in aan den sympathieker!
Zwickauer meester. Veeleer is men geneigd
te erkennen, dat Sehumaun en Volkmann
als twee ebeiibürtige" meesters den invloed:
ondergingen van den tijd, waarin zij leefden
miiHiiiiiiiititimiimtmiiiiiimiMiiiiMMMiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiitiiiituiHN
40 cents per regel.
iiiiiiifiiiMiiiliHimiriUHiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiMmiiiiimHiiiiiiimmiiiM
BRUT
Df-noritaire
niet de eer-te, dan toch de laatste
niet oj) zich/.elf vertrouwt, op de macht harer
gren/enlooze. toewijding."
C. i//,,/ .-?(?/,nc/,1,,-,: .Tante Kenate ''
K. (,,ds"i' ze l'.-l zidizc./i' .<pr<J:':: Knopeen
Piano-, Orpl- en luiettaidel
1EEYROOS A KAL.SIIOVjKlf,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS enPIANIXO's in Koop en in Huur
Repareeren Stemmen Ruilen.
CHOCOLA.T-VEEN
.ARTISTKJÜE"
LE PLUS DELICIEUX
CHOCOLA! POÜR CROQUER.
zekeren dag is liet voorbij. Waarom? Zij
weet het niet. Heeft hij een ander lief? Zij
weet het niet. Haar heeft hij niet meer lief.
Nog altijd leeft zij naast hem en toch ver
van hem verwijderd. Een dronk uit de Lethe
heeft hem betooverd hij herinnert zich niet
meer zij is hem vreemd."
O. (zeer schuchter na eeni;/ aar:eJen) :, Maar
het gemeenschappelijk streven het werk
dat beiden vereenigt."
R. iliard): Arbeid vereenigt niet, arbeid
verdeelt. Arbeid is als een muur tusschen
den werker en zijn gezellin : hij is haar bit
terste vijand. Onverbiddelijk tot het einde
(met toenemende b/iterle.'d). Altijd beheerseht
het werk den kunstenaar, nooit laat het hem
vrij. Als de kiem van een gedachte bij hem
opkomt, als die in hem gist en dringt zic'i
te ontplooien, als die opbloeit en rijpt en
roept om den maaier als de haast om te
oogsten brandt en gloeit als een koorts
als hel brein in een soort van bedwelming
een leven buiten het gewone leven leidt
als liet zich een godheid denkt, den schepper
eener wereld... En als de. vrucht geplukt
is. als elke zenuw nog trilt van don strijd
luistert het oor reeds naar een geluid in de
verte, naar de echo van den roem, dien
tweelingvijaiid van de liefde. Altijd is hij haar
vijand. Of hij aankomt met kransen en fan
fares?een vleier en verleider of hij zwij
gend voorbijgaat on den uitgeputte opjaagt
on prikkelt tot nieuwe worsteling."
(.'. :zai-ht, zonder dat z:j l,el ,,,1'i'jt ?,'. au» te
zien): ,. Kn . . . zijn vrouw... i> er voor haar
geen geluk ?"
R. i ireemoedigi : Zeker... bet is er. Het
geluk der herinnering. De adel van groote
smarten, de rijkdom van diep leed dat men
weenend beeft overwonnen . . . Maar niet
iedere vrouw is een overwinnares niet
ieders doornenkroon wordt een
inimortellenkrans. Daarom (z:j grij/it <'hr.'s hand/n en heft
haar tul z'i-h omhoog] als ik een dochter luid
on zij zou voor mij staau, zooals jij nu hier
voor me staat, (.'hristine, dan zou ik tot haar
zeggen wat ik nu tot je zeg: Keer terug in
hot donker waarin je loofde, sluit de deur
stevig achter je toe. Vergoot liet licht datje
verblind heeft, ihiirte/ijk] (.fchiof mij : dat is
geen gezonde zonneschijn waarin de liefde
van een vrouw bloeit 011 gedijt, dat is een
woeste brand, waarin ze opschiet, overrijp
wordt on verdort. >'/.(i (raclit (.'l/r.'s afgewend
ij,-laai l"! zirh te keen n,. Toe, ik bid je?ga
mot me mee naar je huis . . . Daar waar
je wortelt, plant daar ook je geluk . . . Wil je?"
C. (ruit haar p/ot*, l'ng. schreiend om den
bah: Lieve, lieve tante Renate."
lv. i d, i'n/f haar zachlji'>* t<:ru<i l/cxicrt naar
een ,/elnid op «tmat): Ik hoor een rijtuig
dat is oom. Hij vindt het niet prettig, als
hij thuis komt en mij nog op vindt " (zij
gaal. naar 'Ie deur}.
C. (grijpt /mar Inruil, aarzelend zoekt naar
n-onr-b'ii i: Kn ik luid ik vermoedde niet."
R. (rail haar in de rede): Kn wij roeren
dit gesprek nooit meer aan niet waar
nooit meer, je belooft het me mijn lieve
lieve vriendin ?"
i/ij bgt l,nu,- arm o,n Chr.'s schouder.
Be-id, ii. rerlal,;i liet rcrlrck: