De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 31 januari pagina 2

31 januari 1904 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

D E A M STER D I M M E B W E E K'B L A D VOOR NEDERLAND. No. 1338 strekte en rijke Congo-gebied in zijne macht te krijgen. Hiermede zijn wij gekomen bij het mo'ief voor dit koninklijk bezoek. De Testiging van den ongo-staat, over welken Leopold II van Belgiëals onbe perkt souverein heerscht, is velen, en ' yooial den Engelschen, steeds een doorn in het vleesch geweest. En in Duitsche koloniale kringen was men te dezen opzichte weinig minder ongunstig geatsind. Keizer Wilhelm, tusschen wien en koning Leopold op grond van karakter en aanleg reeds niet veel sympathie kou bestain, moet door het succes op koloniaal gebied van den ondernemenden Coburger allesbehalve gesticht zijn geweest, en niet ongeneigd om ge hoor te geven aan de inblazingen van de En^elsche staatslieden, die hem eene vordeeling van de Portugeesche koloniën en van den Congostaat tusscheu Duitechland en Engeland voorspiegelden als een begeerlijk doel, ? begeerlijk in het belang der humaniteit natuurlijk! ^ Leopold II zocht onder die omstandighelen zooveel mogelijk toenadering tot Frankrijk. Toen kwam de oorlog in ZuidAfrika en de verwijdering tusschen Duitschland en Engeland, gevolgd door de agitatie van Engelsche kooplieden tegen het wanbeheer van den Congostaat. De weg was voor koning Leopold nu aangewezen. Hij moest aan de per sonen, die de leiding der Duitsche kolo niale politiek in handen hebben, duidelijk maken, dat een Belgische Congostaat altijd nog beter is, voor Duitschland althans dan een Engelsche. Of hem dit zal gelukken ? Het is bekend, dat koning Lcopold reeds in het vorige jaar te Berlijn wouselite te komen. Hij was toen juist te Ween en geweest, en daar zijn waarschijnlijk familie-quaesties van minder aangenamen aard ter sprake gekomen. Men weet, dat koning Leopold's dochter Stéphanie ge huwd is geweest met kroonprins Rudolph van Oostenrijk, en dat het overlijden van koningin Henriëtte van Belgiëaanleiding heeft gegeyen tot zeer onverkwikkelijke tooneelen in de Belgische koningsfamilie. Thans is Leopold II door keizer Wil helm in een eigenhandigen brief uitgenoodigd, naar Berlijn te komen. Hij komt er om iets te vragen, als de mindere in macht en aanzien, maar wellicht als de meerdere in wereldwijsheid. Voor klin kende frasen, voor historische piëteit, voor al wat op sentimentaliteit gelijkt, is deze Yankee onder de monarchen zooals de Brusselsche correspondent van de Frankfurter hem dezer dagen noemde volmaakt ontoegankelijk. Maar hij is tevens een volmaakt diplomaat. En het zou ons niet verwonderen, als hij uit de passéd* 'armes te Berlijn als overwinnaar terugkeerde, met den ironischen, wél verborgen glimlach voor de menscheu ililimiiiiimiiiiiMiiiiiiimiiiinmiHiMtiMiMnMiiMti GELUK. Dialoog VAN ATJGUSTE HAUSCHNER. RENATE, even over de dertig deftige verschijning ? groote gestalte bleeke gelaatskleur. CHRISTINK, 18 jaar, slank, frisch, blo zend. Fladderend, blond haar, dweperige bruine oogen. Huiskamer in einpire-stijl. 2 uur 's naclits. Ik lamp is b'jna uitgebrand. IL't vuur in dm haard is uitgegloe.id. REXATE (zit in een los peignoir op een leun stoel. Zij -is ingedommeld, liet boei: n-a.arin ~e heeft gelezen, 'is op den grond getallen}. CnrusTiNK (m sortie, een kanten doekje OM het haar, doet de deur open): Tante Renate wat! bent u nog op ?" R. (schrikt op): Wa wat is er ?... O, ben jij liet, Christine?" C. (dichterbij komend): Heb ik u aan 't schrikken gemaakt? Wat spijt me dat!" R. (nog slaapdronken): Hoe laat is het'.' i/e kijkt op haar horloge). Lieve hemel, al twee uur. (Zij rekt zich en rilt). He, wat is liet hier koud !" C. (heeft mantel en doekje op een stoel gelegd. Zij draagt een luchtig, aan den hals uitgesneden, wit japonnetje, een ruikertje viooltjes op de borst): Maar hoe kunt u nu zoo lang opblijven'.' Hebt u op ons gewacht ?'' K. (haastig): O neeii. Ik had alleen maar geen trek om naar bed te gaan. En toen ben ik toch ingedommeld. (Tenrijl :e ('hrift'ne vriendelijk aanziet). Nu, en jij '.' Heb je veel plezier gehad ?" G. (dweepziek): l'lezier gehad '.' Ik was in het paradijs!" R. (glimlacht): O, o! (ze kijkt om), lïenje alleen gekomen ?" C.: Oom heeft me gebracht. En toen in hij nog even verder gereden met miss Leighton." K.: O, zoo." C.: Hij l,ad het haar beloofd zo woont hier vlak bij." R. (staat op): N-n dan zullen wij alvast maar gaan slapen." C. (houdt liat.tr terug): Och toe, tautetje, laat me nog een beetje opblijven !" K. (Is weer gaan zitten) : Lieve kind, wat wil je dan nog doen 's nachts om l' uur ?'' C. (opgewonden) : Iets ! lezen zingen, spe len. Maar niet-dadelijk naar bed na dien verrukkelijken avond." R. (achterover leunend, met kalme vriendelijk heid): Lieve kind, wat ben je opgewonden !" C. (knielt naast haar): Ja precies, opge wonden, heel, heel anders dan ik gewoon lijk ben." R. (strijkt haar zacht over het haar) : Ik zie het, maar ik begrijp het niet. Je hebt toch anders in die weken in Berlijn al heel wat gezien." C. Dat heb ik ook. Allerlei heerlijks en moois, dat ik nooit van mijn leven zal vergeten." van groote woorden en fraaie idealen, die de stille weelde is van den man van zaken." lUlIlllUllllltllMIHIIIUINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllMIIIIIIIIIIMIIIIIHIIIII» Sociafó IIIMIIIIIIIimillimttMIIIlllllltllHJIIIIIIIlimiMllllllUIIIHIHIIIIimtlMtllin Het ontwr5 y0or fle nieuwe Arbeidswet. i. Met het pas ingediende ontwerp voor eene nieuwe Arbeidswet, heeft h< t ministerie'Kuyper voor het eerst in deze 4-jarige psriode een belangrijk en zelfstandig stuk arbeid- op het gebied der sojiale wetgeving geleverd. Een belangrijk stuk wetgevendcn arbeid, waaraan alle aandacht moet worden geschonken door ieder die betrokken is bij, of' eanig belang stelt in, de ontwikkeling on uitbreiding onder arbeidswetgeving. Want niet slechts dat hier een heel complex van wetsmaatregelen in i'an wet wordt saamgevoegd : Leerlingstelsel, Arbeidswet en Veiligheidswet, maar al de wettelijke be schermingsmaatregelen, sedert 18H9 uitge vaardigd, v. orden thans ook overhoop ge haald, stuk voor stuk nagekeken, opgelapt, aangevuld, uitgebreid. Het leerlingstelsel is bovendien een novum, niet alleen in onze, maar zelfs in de internationale arbeids wetgeving. Reeds vroeger, bij de piiblieeering van het vöór-ontwerp, toeif ter advies gezonden aan de Kamers van Koophandel en Arbeid, heb ik de gelegenheid gehad, op de groote beteekenis van dit plan te wij/en, en den hoofdzakelijken inhoud verkort mede te deelen. Ongaarne zou ik in herhaling ver vallen, door nog eens weer de voornaamste bepalingen op te sommen, ea dus meen ik te kunnen volstaan met te vermelden de belangrijkste veranderen die er zijn aan gebracht. AVant waarlijk, daarover valt reeds ge noeg te zeggen; hoewel de ruimte, waar over men in een Weekblad van zoo aan gename verscheidenheid als dit mag be schikken, slechts gelegenheid bie.lt om enkele hoofdpunten aan te stippen. Laat ik, vóóraf, molding maken van de zeer uitvoerige, en hier en daar uitstekend gedocumenteerde toelichting van den Ont werper, den Minister van Hinnenl. Zaken, en van de bijlage : een overzicht van de wets bepalingen die op het gebied, waarover de Arbeidswet loopt, in de verschillende landen bestaan, liet Wetsontwerp telt maar even tjes 444 artikelen, de toelichting met bijlage niet minder dan 96 kolommen druks van de Handelingen ! Men heeft dus reden te vermoeden, dat de behandeling van dit ontwerp zeer geruimen tijd iu ons parlement in beslag zal nemen! * * * Er zijn, in vergelijking met het vóórontwerp, enkele belangrijke aanvullingen gokomen, waarop wel de aandacht geves tigd mag worden. ])e meest belangrijke is die, omschreven in artt. 228 2H2, waarbij veiligheidsmaatregelen bij het laden en lossen van schepen zijn voorgeschreven. Hiervan stond in het voor-ontwcrp niets. En toch was het hoogst noodig! R.: En je bent toch ook al verscheiden keeren opeen suireetje geweest." C.: Zeker, en altijd was ik verrukt. Maar zooals van avond " R. (ziet haar onderzoekend aan) : Wat was er dan van avond voor buitengewoons?" C.: Alles. Oom heeft het mij dadelijk gezegd." R.: Zoo? heeft hij je iets gezegd?" C.: Ja, toen wre er heenreden. Ik ben altijd een beetje bang weet u voor vreemden. En toen zei oom : ik hoefde heelemaal niet bang te zijn, we gingen niet naar oppervlak kige lui, maar naar incnschcu. Als ik je goed ken, ine, «'i oom, zal deze avond een ge wichtige gebeurtenis iu je leven zijn." R. (buigt zich tol haar oi:er) : En \\as dat ook zoo ?" (.'. (met schitterende oo-/en) : O, tante!" R.: Heb je iets persoonlijk* beleefd?'' C. (blozend): Ik weet niet wat u daarmee bedoelt, tante." R.: Ik bedoel : was er iemand, die een bijzouderen indruk op je gemaakt heeft?" C. (droomend, diep blozend): Iemand?... (opijeieoiiden), O neen maar allen alles (in haar opgewondenheid richt ze zich honger op}. De kamers al dadelijk zoo hoog en heelemaal vol met ouwenvetsche, deftige. meubelen, in het zachte, half gedempte licht. Kn overal kussens en tapijten en zeldzame bloemen in slanke vazen en kelken." R. (ulx tot zichze/re) : Ja. dat heeft zeker diepen indruk op je gemaakt." toen wij in het atelier gesoupeerd hebben. Heel ongedwongen, aan kleine tafeltjes, met z'n vieren, met z'n tweeën, zóó als het trof. En die verrukkelijke gastvrouw in dat artis tieke slepend gewaad, een gunden diadeem in liet roode haar (irij-eud) van hier naar hier en midden onder ons alsof hij n van ons was de gastheer die groote kunstenaar midden tusschen al die heerlijke schilderijen, die hij zelf gemaakt had en dan die wónderbare vrouwen." K.: Waren de vrouwen /óó mooi?" f'.: Mooi? ik weet het niet. .Maar bij zonder?geen enkele zag er uit, zooals vrou wen er gewoonlijk uitzien. Kn geen enkele deed zooals vrouwen gewoonlijk doen. Kn ieder was iets.?Ieder kon iets. Al die kunst werken daar om hen heen waren niets vreemds, niets hoe zal ik het /eggen liet was of ze een deel van hen allen uit maakten hun ziel die zich uitte. (Steeils npgcwfHidfrien. Kil zij spraken van al wat groot l was en vrij je kreeg door hen een gevoel i van iets feestelijks en er ging een stroom van leven van hen uit." R. (terwijl 2e de verhitte n:ani/en rand'ir.streelt): Hebben ze je betooverd arm kind?" C. (diep udcniJiafend ] : En ze waren zoo eenvoudig, bijna net kinderen, al die knappe, geniale menschen. Kn voor mij. zoo'n dom kind. zoo vriendelijk, vooral . . . cij blijft, eren blozend «teken, en gaat don v<er ofc/en:onden eoori). Ik weet wel: het was niet om mij alleen maar omdat ik de nicht van mijn oom ben?(tern-'jl ze. zich dichter tegen J!, aitn drukt). \Vant weet u, tantetje onder al die | mannen van beteekenis was hij toch de meest beteekeneiide. \a tafel o. n luidt eens moeTe Rotterdam is het aantal ongelukken aan boord der stoomschepen buitengewoon groot, en stellig kan een gedeelte daarvan door voorschriften voorkomen worden. In dertijd heb ik aan dat onderwerp in dit blad ree s een artikel gewijd. De inhoud dier voorschriften zal worden vastgesteld bij algemoenen maatregel van bestuur. Er is thans eene commissie benoemd van w,erkgevers en werklieden in het Havenbedrijf, 't welk over de wenschelijke maatregelen van beveiliging een rapport zal uitbrengen. Ik acht de opname der verplichting van dergelijke voorschriften een groote aan winst, waarvan de eer voornamelijk toe komt aan A. O. Wessels, den secretaris van den Ned. Sjheeps- en Bootwerkersbond, die daarvoor gedurende 4 a 5 jaren, ook door onderzookingen in het buitenland, voortdurend propaganda heeft gemaakt. * * * Maar op enkele andere punten is er, in vergelijking met hot vóór-ontwerp, een teruggang te constateeren, die ik voorloopig, ook na van do memorie van toelichting kennis te hebben genomen, niet anders dan ten zeerste betreuren kan. In de eerst:) plaats de kinder-arbeid. Tot nu toe was, sedert 18-Sï), de kinder-arbeid verboden beneden het 12e jaar. /oodra dus het 12s jaar bereikt was. Dat was zeer onvoldoende. In de eerste plaats voor het onderwijs. Kinderen beneden 12 jaar kunnen o;imotjdijk zóó voel van het onderwijs ge noten hebben, dat zij voldoende kennis be zitten om in onzen tijd voor den strijd om het bestaan gewapaml te zijn, en te voldoen aan de cischen van intollectueule ontwik keling, welke in de toekomst aan it/le staatsburgers gesteld worden. WTie don vooruitgang wil bevorderen, in den besten zin, dien moot het noodzakelijk voorkomen, dat de kinderen der arbeidersklasse niet met hun 12e jaar van liet onderwijs worden weggenomen, maar eerst op eenigszins lateren leeftijd, opdat de elementaire kennis hechter mr, steviger gelegd worde. Kn voor wat de industrieele bedrijven aangaat, daarin reeds op 12-jarige n leeftijd de kinderen aan den arbeid te zetten, is beslist nadeelig voor den lichamelijken toestand der kinderen. In het vóór-ontwerp was voorgesteld, liet verbod van kinderarbeid te stellen benedon 1H jaar. Daarmoo zou op tamelijke wijze ook aangepast zijn u:in den leerplichtwet.' /oker is ook déze leeftijdsgrens onvoldoende. Maar het was tenminste n stap vooruit. Thans is de ministor zelfs op dien soberen stap teruggekomen en bepaalt in art. (12, dat do kinderen ook in de toekomst na beëindiging van hun I2a j uu r aan den arbeid mogen gaan. Alleen is thans ??wat van zelf spreekt de Arbeidswet in overeenstemming gebracht met de Leerplichtwet, in dier voege, dat indien de kinderen met 12 jaar niet hebben voldaan aan do Leerplichtwet, zij niet aan den arbeid mogen. Op dit hoogst gewichtige, ja fundamonteele punt gaat dus on/e Ar beidswet, voor 't eerst herzien sedert bSS'J en bestemd voor lange jaren, niets of'bijna niets vooruit! Dat komt mij voor, een groot gemis te zijn, onbegrijpelijk van dezen minister, die op mciiiu ander punt de be hoeften zoo levendig blijkt te beirnjpen. Te onbegrijpelijker nog, wijl ook de Memorie van Toelichting daarover geen licht ver spreidt, /ij deelt ull'-c;i mede, dut de minister, na herhaalde overweging" tot de ovortuiten zien hoe ze er hem om gesoobat hebben is hij aan de piano gaan zitten, en toen heeft miss Leighton hem geaceompugneerd bij zijn laatste compositie die nog hceleimial niet gedrukt is u weet wel.'' 1\,: ..Is het een opera ?" f', (zk't baar rerb'iaad nam: Maar tante dat moest toch weten liederen een heele cyclus van liederen: Het mysterie der j liefde" heet-ie . . ." K. ide oogen eren sln'1,'n'li : Kn waren ze mooi ?" ('.: O. heerlijk mooi. We waren als betoovenl... Jk zag de dames trillen en schreien (iii.eeijex/ei'iif\. Vóór mij zat een jong meisje, heel bleek en slank in een zachf-rosejapon. Die stond op, heeft den krans van haar haar losgemaakt en aan zijn voeten gelegd. O tante, dat u er niet bij bent geweest u zijn vrouw !" R. (rustig]: Ik ben wat zwak ? ik kan niet tegen drukte " C.: .la, anders d.it begrijp ik maar van avond (opgewonden- neen, als ik daar mee de avondjes bij ons thuis verg-lijk u j kunt er u geen voorstelling van maken, tante." : II. (kalm): Zeker ik ken zo mijn man heeft me eens naar jullie meegenomen tien jaar geleden." <'.: Kr is in die jaren niets veranderd, on er zal niets veranderen al gaan er nog eens tien jaar voorbij. Alles K daar versteend. Altijd dezelfde lamiiies en dezelfde ge sprokken on dezelfde spijzen. Kn aan tafel zitten ze altijd naareciihepaalderegoling.cn j na tafel praten do vrouwen o\vr de dienst boden en de laatste preek en de hoeren spe: len sktit." , U.: Maar onder do jonuvlui gaat hei toch anders toe?" C.: Och. niet veel anders. Wij kennen elkaar al van zóó klein ai' on we zijn neefjes j on nichtjes van mekaar en toch zitten de moeders er nog altijd bij om te zien of alles wol netjes en behoorlijk toegaat... i met min achting) als ik daaraan denk ik kan er van rillen." R. (/egt huur ar,n :n-ld "U <'!<,:'* si-houders]: Kn toch zal je weer in die kringen terugj koeren." l C. (kriiii/il ineen i : Ik? nooit nooit (:e ziet /mar tante snoek'nd aan: als hot aan mij staat." K. (ze, r zaï-ht, b'jna /e,nr':r: Ik heb juist van avond daaroveraan ie moeder geschreven. C. (staart ba,ir ee,i »>;/'..''?''.'.? "?/// alsof ze [ haar -niet bei/rijpt, en /?/././ '/.OM: Tante ! n ! stuurt mij dus weg?" R. (buigt zir/i t"t ha,ir <,,,e,: Ik zal je i brengen oen poosje in jullie stille omge ving zal mij goed doen." t', iontste/d): .Veen tante, dat kunt u niet meenen (In i'l'g:. Waarom liet u mij dan hier komen, als u mij neer dadelijk kwijt wilt zijn ?" R. (zaï'lit) : ...Ie vergeet dat niet ik je heb laten komen oom hooft je uitgenoodiurd." C. (leb-nrgeste/d>: Dus u houdt niet van me?" R. (innig] : Omdat ik zooveel zoo heel veel van je houd en omdat ik je zoo graag gelukkig zon zien." C. tbi'tbi-i : Gelukkig. . ." 'l!.: Onder de hoede van je lieve moeder." l'. : Och moeder." ging is gekomen, dat een verdere uitbreiding van het verbod, nl. boven 12 jaar, niet wensc'helijk is. Geen enkel sociaal, industrieel, of hygi nisch .argument. ]STiets anders dan de simpele opmerking die, om te maken, vaistrekt geen herhaalde"overweging noodig heeft dat, waar de Leerplichtwet kinderen op 12-jagon leeftijd buiten de leerverplichting laat vallen, het gevaarlijk" voor een kind is als het in dien tusschentijd (12?l'! jaar) rondloopt. Is dat nu een argument! De leerplichtwet is toch geen rots van marmer! /oodra het noodlij blijkt, in het belang der kinderen, d. i. in 't belang dor gemeenschap, verhoogt men den leeftij l leerverplichting met zooveel, :ils noodig is om in overeen stemming te komen met de Arbeidswet! KenT vondig genoeg. De Arbeidswet is, om de kin deren te beschermen tegen overmatigen ar beid. De Leerplichtwet, om de kin leren, voor wien arhei l verboden is, te i'/<r/>!/c/i/ri/, naar school te gaan; de laatste mug niet slechts geen rcn'/i.'/i/criii'j zijn tegen de kinder-be scherming, liet mag zelfs geen ai'ijuini'iit zijn daartegen. De Leerplichtwet dient ten allen tijde gesubordineerd te zijn aan de Arbeidswet: overeenstemming en aansluiting is hier noodzakelijk: maar uitbreiding van verbod van kinderarbeid te weren, omdat de Leerplichtwet niet zoover strekt, dat komt mij voor te zijn ecu argument, om andere, die men liever niet uitspreekt, te bedekken. Ken argument kan het heeten, dat zulk een groot aantal kinderen dan mér onder den leerplicht zullen vallen: mér scholenbouw noo.lig', en meerdere uitgaven, dus, voor de (ïeme.mtebe.stiiren het gevolir zal zijn. Maar die overwoging mag niet den doorslag geven bij een zóó eminent volksbelang voor nu en vooral voor de to:'!comstigo verstandelijke en lichamelijke ontwikkeling der geheele arbeidende klasse! Opmerkelijk is h"t, dat gi;an enkele der gewichtige bepalingen zoo simpel is toe gelicht als deze! Slaan wij een blik iu do l>i|liigo, dan zien wij onmiddellijk, dat. waar in het Buitenland in de laatste jaren de arbeids wetgeving is uitgebreid, het verbod van kinderarbeid IKHXJIT is gesteld dan 12 jaar. Duitschland: 1.8 jaar: boven IH jaar ook dan niet, wanneer ze nog onder den leerplicht vallen; Zwitserland: 14 jaar in industrieele bedrijven; Oostenrijk: 14 jaar idem; Mussaehusetts 14 jaar: Xew-Vork 14 jaar: Xieuw-7eeland 14 jaar. Maar al ware dat niet het geval: waar hier ook goe7i zeer korte werktijd voor jonge kinderen (b.v. van 12 -löjaar) wordt voorgesteld, daar komt mij doze bepaling iu liet ontwerp, die toch voor lange toekomst den kinderarbeid wil geregeld zien, zeer achterlijk voor. Kerder had ik verwacht, of althans met eenig ver trouwen gehoopt, dat de Minister nog een jaar rrrilrr zoude zijn gegaan, door den leeftijdsgrens te bepalen op 14 jaar. In plaats daarvan: reactie! Dat is een tegenvaller, die ik hoop dat de Kamer met groote meerderheid zal willen afwijzen! Ue leeftijdsgrens van 14 janr ware hier een flinke stap vooruit, en /ér te verantwoorden met het oog op de beste belangen der arbeiderskinderen ! (Mol colij/i. H. (' R.: Je wilt je toch niet over je moeder beklagen ?" ('.: O zeker niet ze is lief en goed voor me en zo verwent mij veel meer dan ik verdien. Maar ze is zoo ouwerwetsch ze kan zich geen ander leven voorstellen dan zij zelfheeft gehad, en haar moeder en groot moeder. Altijd heel zorgvuldig bewaakt' altijd onder toezicht. Kn zij zou graag hebben dat ik jong trouwde, bij haar in de buurt bleef wonen, kinderen kroeg, goed voor mijn man zorgde, mijn huishouden waarnam." R.: Kn dat je zoo hetzelfde geluk vindt als zij zelf." ('? i.i]i/<ric'«'i)../): (i-eluk dat is geen geluk. Dat is 0011 suf vegeteeren, waarbij alle hoogere aspiraties doodgaan. O, ik heb hoi al heel hum' vaag gevoeld maar sinds ik bij u ben l/'// e.efase) is het me alsof ik heel, heel l a mr in liet donker heb gezeten on eensklaps gaat er een deur open en lucht on licht stroomen binnen. Nu weet ik het hier is het ware geluk, in de wereld waarin u leeft. In de geestelijke vrijheid in het genot van choonheid. liils zuchten in do van een man van beteekenis." Je zegt vriendschap en je beanderen verborgen De ascli van nitgelittoekons van oude won de den. Ken doodenotl'er brengt zij aan de nieuwe liefde. En ieder woord van liefde verraadt : -?t trt C. t aarzel e nd vrouwen ... di K. : Waai ?n droom aan het ontwaken denkt? Die er niet zeker van is dat zij overwinnares zal blijven? Zoo kunst en ; vriendschap R. (ruxta/i doelt'liefde.' C. ih'fligi: En al bedoelde ik dat nu dan nnest n toch de allerlaatste zijn om me dat te verwijten, l" bobt. immers zelf wat mij zoo te benijden lijkt het hoogste geluk de liefde van een groot kunstenaar li. (ziel haar e, n nogen/i'i.k ui rul: aan. J>an . dat i; lens." Vu. ziet n wel . . . En toch . . ." R. (x/ini'kt rustig en zurht r* r<h-r,: Die liefde omsluit den gansellen inhoud van menschelijk gevoelen. Kloekheid van den .man. teederheid van do vrouw... kinderlijke bekoring van zinnen... Kn een geur... een zoethcid . . . do 'oetoovering van oen overheersehcnde persoonlijkheid." C. (ri'i-hiinxil on /' dien /,,oni: ZOO ZOO . . ." R. (zond, r daarop te sleepend, bedwelmend, duurt. i: Kan liefde ophouden ?" . : Kun je hooien wat zichzelf : Als zij dat wil. dan was het geen , ..... was het leugen." R. idrooiin'iid} : Geen leunen geen be wuste leugen. Integendeel onverbiddelijk wroede waarheid, Wat honden, geeft zij prijr doofden gloed. <k . onschuld en over dat alles l' zeilt dat Inziet in de Hoofdstad. Robert Volkinnnn is, voor de groote meerder heid onzer hedendaagsche muziekbeoefenaara, vrijwel een onbekende. En herinnert men zich zijner, dan is het als componist van de ouverture Richard III. Voor een goede twintig jaren geleden, op het laatst van 's compo nisten leven (hij stierf in lS.s;i) ontmoette men nog wel eens zijn d-mol symphonie op de programma's, doch thans heeft dit werk moeten plaats maken voor meer moderne eompositiën, waarvan het meereodeel later ook wel weer door andere zal verdrongen worden. Kn toch is Yolkmmn een componist, dien men wel in de herinnering mag behouden; dat bewees de uitvoering van zijn bes-moltrio opus 5. oj) den laatsten kamerinuziekavond. Heerlijke melodieën, zeer schoon tegen elkaar bewerkt, "wisselen elkaar af en geven een rijkdom van geest te kennen, die den componist verre verheffen boven de eendags vliegen. Wél is de stijl van Sehuuiann er in te, herkennen, doch men vindt er geen reminiscentiën in aan den sympathieker! Zwickauer meester. Veeleer is men geneigd te erkennen, dat Sehumaun en Volkmann als twee ebeiibürtige" meesters den invloed: ondergingen van den tijd, waarin zij leefden miiHiiiiiiiititimiimtmiiiiiimiMiiiiMMMiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiitiiiituiHN 40 cents per regel. iiiiiiifiiiMiiiliHimiriUHiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiMmiiiiimHiiiiiiimmiiiM BRUT Df-noritaire niet de eer-te, dan toch de laatste niet oj) zich/.elf vertrouwt, op de macht harer gren/enlooze. toewijding." C. i//,,/ .-?(?/,nc/,1,,-,: .Tante Kenate '' K. (,,ds"i' ze l'.-l zidizc./i' .<pr<J:':: Knopeen Piano-, Orpl- en luiettaidel 1EEYROOS A KAL.SIIOVjKlf, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS enPIANIXO's in Koop en in Huur Repareeren Stemmen Ruilen. CHOCOLA.T-VEEN .ARTISTKJÜE" LE PLUS DELICIEUX CHOCOLA! POÜR CROQUER. zekeren dag is liet voorbij. Waarom? Zij weet het niet. Heeft hij een ander lief? Zij weet het niet. Haar heeft hij niet meer lief. Nog altijd leeft zij naast hem en toch ver van hem verwijderd. Een dronk uit de Lethe heeft hem betooverd hij herinnert zich niet meer zij is hem vreemd." O. (zeer schuchter na eeni;/ aar:eJen) :, Maar het gemeenschappelijk streven het werk dat beiden vereenigt." R. iliard): Arbeid vereenigt niet, arbeid verdeelt. Arbeid is als een muur tusschen den werker en zijn gezellin : hij is haar bit terste vijand. Onverbiddelijk tot het einde (met toenemende b/iterle.'d). Altijd beheerseht het werk den kunstenaar, nooit laat het hem vrij. Als de kiem van een gedachte bij hem opkomt, als die in hem gist en dringt zic'i te ontplooien, als die opbloeit en rijpt en roept om den maaier als de haast om te oogsten brandt en gloeit als een koorts als hel brein in een soort van bedwelming een leven buiten het gewone leven leidt als liet zich een godheid denkt, den schepper eener wereld... En als de. vrucht geplukt is. als elke zenuw nog trilt van don strijd luistert het oor reeds naar een geluid in de verte, naar de echo van den roem, dien tweelingvijaiid van de liefde. Altijd is hij haar vijand. Of hij aankomt met kransen en fan fares?een vleier en verleider of hij zwij gend voorbijgaat on den uitgeputte opjaagt on prikkelt tot nieuwe worsteling." (.'. :zai-ht, zonder dat z:j l,el ,,,1'i'jt ?,'. au» te zien): ,. Kn . . . zijn vrouw... i> er voor haar geen geluk ?" R. i ireemoedigi : Zeker... bet is er. Het geluk der herinnering. De adel van groote smarten, de rijkdom van diep leed dat men weenend beeft overwonnen . . . Maar niet iedere vrouw is een overwinnares niet ieders doornenkroon wordt een inimortellenkrans. Daarom (z:j grij/it <'hr.'s hand/n en heft haar tul z'i-h omhoog] als ik een dochter luid on zij zou voor mij staau, zooals jij nu hier voor me staat, (.'hristine, dan zou ik tot haar zeggen wat ik nu tot je zeg: Keer terug in hot donker waarin je loofde, sluit de deur stevig achter je toe. Vergoot liet licht datje verblind heeft, ihiirte/ijk] (.fchiof mij : dat is geen gezonde zonneschijn waarin de liefde van een vrouw bloeit 011 gedijt, dat is een woeste brand, waarin ze opschiet, overrijp wordt on verdort. >'/.(i (raclit (.'l/r.'s afgewend ij,-laai l"! zirh te keen n,. Toe, ik bid je?ga mot me mee naar je huis . . . Daar waar je wortelt, plant daar ook je geluk . . . Wil je?" C. (ruit haar p/ot*, l'ng. schreiend om den bah: Lieve, lieve tante Renate." lv. i d, i'n/f haar zachlji'>* t<:ru<i l/cxicrt naar een ,/elnid op «tmat): Ik hoor een rijtuig dat is oom. Hij vindt het niet prettig, als hij thuis komt en mij nog op vindt " (zij gaal. naar 'Ie deur}. C. (grijpt /mar Inruil, aarzelend zoekt naar n-onr-b'ii i: Kn ik luid ik vermoedde niet." R. (rail haar in de rede): Kn wij roeren dit gesprek nooit meer aan niet waar nooit meer, je belooft het me mijn lieve lieve vriendin ?" i/ij bgt l,nu,- arm o,n Chr.'s schouder. Be-id, ii. rerlal,;i liet rcrlrck:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl