Historisch Archief 1877-1940
Nö.1368
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
en onwillekeurig htfnnen compositiën den
adem der romantiek inbliezen. Ik kan mij
best begrijpen, dat Hans v. Bülow, in zijn
jeugd voor dit Trio is in de bres gesprongen
en op de hem eigene heftige manier het
publiek gegeeseld heeft, dat niet zoo weinig
verstand en lief Je Volkmanu's Trio ontving.
Het werk genoot door de heeren Röntgen,
Flesch en Mossel een prachtige uitvoering,
die wel in staat was, al de schoonheden er
van in het volle licht te plaatsen.
De heer Mossel speelde daarna een sonate
van Corelli en bewees daarmede op nieuw,
?dat h\j er naar streeft de edele instrumentale
muziek uit de 17e eeuw in eere te houden.
Ik geloof, dat de toon, door den heer Mossel
aan zijn instrument ontlokt, in het eerste
deel te groot was voor de kleine zaal. Ia de
volgende deeleu kwamen de nuanceeringen
minder karig voor, noodat het geheel een
goeden indruk maakte op het publiek, dat
den kunstenaar met warmte dankte.
Het prachtige quartet op. 26 van Brahms
(hierin voegde zich de heer Hofmeester bij de
andere medewerkenden) gaf eeu waardig slot
aan den avond. Ook bij dat kamer-muziekwerk,
hetwelk veel minder gespeeld wordt dan het
quartet in g inoll op. 25, kon men bemerken,
welk een superieure plaats Brahms inneemt
op het gebied der kamermuziek. Door die
groote plastiek in den vorm, die edele voor
naamheid in melodisch opzicht, die wij bij
Brahins steeds bewonderen, maakte dit quartet
een verheffenden indruk op de aanwezigen,
die de uitvoerenden op warme wijze hunnen
bijval schonken.
Sedert den tijd dat er in de R. C. kerken
niet meer Missen met orchest worden
uitvoerd, is waarschijnlijk de d-mol mis van
Haydn, die als Xo. 3 op de lijst zijner vijf
tien missen staat aangemerkt, niet meer in
het openbaar ten gehoore gebracht in haar
oorspronkelijke gedaante, d. w. z. met gemengd
koor. solostemmen en orchest.
Zij, die van een mis-compositie een ver
heven, stemmigen indruk willen ontvangen,
zooals de aard der woorden meebrengt, zul
len bij een mis van Haydn niet volkomen
bellliilllfiilliimtiiiuiMMimtfiiimMUHimiimiiiHiiiiilMiim
vredigd worder. Zij echter, die in een mis van
Haydn niets meer willen zien, dan de strikt
persoonlijke uiting van een eenvoudig, be
minnelijk en kinderlijk naief man, die niet
lang wikt en weegt alvorens hij iets neer
schrijft,' maar die ook slechts te scheppen
heeft uit de onophoudelijk vloeiende bron
zijner rijke melodische gaven, en dan toch
immer belangrijk blijft dezulken moeten
het ongetwijfeld interessant vinden een der
gelijk werk, z.g. uit de oude doos, te hooreu.
De zangvereeniging Arti et Religioni" gaf in
de afgeloopen week van de/.e mis een uit
voering in het Concertgebouw. Naast llaydn's
mis stoud nog op het programma
Meudelssohn's Psalm !)?">, een werk dat eertijds veel
gezongen werd, maar in den laatsteii tijd
ietwat i 11 vergetelheid is geraakt was.
AST. AVEHKAMP.
llHMHIIIIIIIlllllltMIIIIIrtllllllIlllHIIIIIMimlIlllllimlIIIIIIHImiflIIIIIHIMIt
Frisch Leren, door RAI.PH WALDO EMERSON
Vertaald en ingeleid door P. H.
HueiENiioLTZ J r. Amsterdam, Van
Holkema & \Varendurf.
Jeugd, naar het Franseh van C. WAGXER,
met een inleiden l woord van P. II.
HÜGESJIOLTZ Jr. Tweede druk. Arnst.,
Van Holkema & Warendorf.
Twee boekeu voor de jeugd! Geen van
beiden nieuw maar evenmin verouderd. Zij
kunnen godsdienstig en zedelijk leven be
vorderen onder de jongelieden van eenige
beschaving en verstandelijke ontwikkeling.
Het eerste is dan ook een rede, 05 jaar ge
leden, uitgesproken in de hoogste klasse
eener theologische school. Het is een, dikwijls
welsprekend, pleidooi tegen conservatisme en
dogmatisme en voor een godsdienst, een
vroomheid, die de vrucht is van eigen zoeken
en strijden van zijn eigen weg te gaan, van
te luisteren naar de stemmen van eigen hart
en conscientie.
Of het de jonge mannen van onzen tijd
volkomen bevredigen zal ? Twijfel ia mogelijk.
Er is in dit boekje zeker gebrek aan precies
heid. Be inleider zegt: niet scherp belijnd
is Emerson's gedachtenkring, maar wel warm
bezield, tintelend van geest en leven, gloeiend
van dichterlijk enthousiasme en heilig opti
misme," welke dingen wij noodig hebben
tegenover opgeplakt christendom en angst
vallig conservatisme, tegenover lustelooze
lauwheid en godsdienstloos radicalisme, 't Zal
wel zoo zijn, maar de jonge meuscben van
onzen tijd, die eeu boekje als dat van Emerson
ter hand nemen, zijn vooral niet minder
ernstig,, dan die van voor 05 jaren en zij
hebben geleerd bij.hunne studies de puntjes
op de i's te zetten. Als een auteur of predikt r
't woord 0!od gebruikt, dan willen zij gaarne
weten of dat woord voor hem iets meer is
dan een woord, of 't een .synoniem is van het
Goede. In 't laatste geval zullen zij zeggen:
gebruik dan liever het woord God niet, want
't geeft maar aanleiding tot misverstand.
Of is 't b,v. duidelijk wat Emerson meent,
als hij zegt: Voor zoover een man rein van
hart is, is hij God? Zeker verstaat niet ieder
een volzin als deze: de ziel kent geen per
sonen. Zij vordert van lederen man zich uit
te breiden tot den vollen omtrek van het
heelal en kent geen andere voorkeur dan
die van spontane liefde. Niet zonder reden
zal men vragen: wat is de omtrek van het
heelal, en nog wel de vohe, en hoe kan een
man zich tot dien vollen omtrek uitbreiden?
Men moge weinig prijsstellen op scherpe
belijning in zake godsdienstige voorstellingen,
een weinig precies te zeggen wat men bedoelt
is geen luxe.
Wagncr's '.leinjtl is ook niet voor ie iereen
maar helder geschreven; daarvoor is 't van
een Franschmaii. Ook hij getuigt met groote
geestdrift van wat hem heilig is, maar zijn
geestdrift verhindert hem niet zeer duidelijk
te zijn voor ieder ontwikkeld jongmensch.
VA' is ernst in en levenslust, 'wijsheid en
goedheid, 't Is moeilijk te zeguen, welk
hoofdstuk ulij 't meest heeft aangetrokken,
maar zeker heeft mij uiet 't minst behaagd,
wat gezegd wordt over tucht, arbeid, smart.
nadenken en rust.
Van dit boekje is nu reeds de tweede druk
IIIIIMIIIIIIlmlIlllllllmlHIIIIIItlllllllllllllllllllMIMIIIMlUllllllllllllllllljMIII
verschenen in onze taal; het beleve een
derden druk en kome in veler handen.
v. H.
niIllllllllllllllllllllllMlllltllllllIIIIIIIIIIIIIIIIlllllUIIIIIIIIIIIMHtlllllIHIIMHK
INGEZONDEN.
Geëerde Redactie!
Sta mij toe tegenover de meeningen van
de heeren W. Pik en F. J. D. over Herman
Heijerman's Sabbath" de mijne te plaatsen. {
Het schijnt mij toe, dat zij beiden, de een
minder, de ander meer, Heijermaiis groote- \
lijks onrecht doen, door hem van anti-semi- !
tisme te beschuldigen. Hen lezende zou men j
tot de voorstelling komen, als zoude Heijer- !
mans Jocdscho milieus nooit anders dan als !
weerzinwekkende zoodjes ge-teekend hebben
met de geheime bedoeling zijn medeburgers !
in te lichten : Daar heb je nou het portret '
van je Isi-AëHeüsche medeburgers, je hebt i
dus alle reden ze te schuwen als de pest"...
Hoe komen ze d'r bij? Altijd die
kwaaddeiikonelheiel. hè! i
Herman Heijermans Jr. is artiest, bedenkt
dat toch, melieve menschen, hij schildert
wat hij ziet. Hij schilderde nooit een Jood,
aan zijn tradities gehecht, als een fatsoenlijk
eerlijk man, als een sympathiek karakter,
eenvoudig weg omdat hij nog nooit zulk een
jood heeft ontmoet; c'est simple comme
bonjour.
liij heeft nooit een Vrijdagavond gezien
zooals die onder traditioneele beschaafde
joden wordt, gevierd met zijn onbeschrijfelijke
samensmelting van familieliefde, intellectu
eel discours, gezelligheid, van religieuzen
zin, die onstroeven ernst in sluiten levenslust
niet buitensluit; zoo iets beschrijft Herman
Heijermans niet; natuurlijk, hij heeft het
nooit gezien.
Een betweter zal zeggen : ja, maar een
schrijver behoeft niet alles zelf te ondervin
den, hij moet fantasie hebben : de wijsueus
vergeet evenwel dat fantasie wel coinbineeren
kan, maar daartoe geen andere bouwstolien
vindt dan hot eens waargenomene. Nooit
heeft Heijermans ik ben er zeker van
een Vrijdagavond onder beschaafde traditi
oneele joden waargenomen. Hoe zou hij nu
aan de stof voor zulk een schilderij komen?
Een andere wijsneus zegt: ja, maar zijn
verstand moest hem toch zeggen, dat
alleronwaarschijnlijkst onder onze
trationeel-joodsche medeburgers, als groep, deugden als:
goede manieren, idealisme, eerlijkheid, ook in
zaken, totaal onbekende dingen zouden zijn.
Zijn verstand moest hem toch zegden, dat
zulk een altijd-door eenzijdige teekcning een
onwaar beeld moet prenten in de hersens
zijner lezers, dat meu-chelijkerwijs gesproken,
er wel ergens orthodoxe fatsoenlijke joden
moeten zijn al heeft hij ze nooit ont
moet wien de afwezigheid van hun por
tret in Heijerman's galerij niet voor hen
zelf diep leed doet.
Ja, heer wijsneus, Heijermans' verstand
moest het hem zeggen, maar zoo zijn verstand
hem dit n« eenmaal niet zegt, is eVat dan
zijn schuld? Is de mensch ten slotte er ver
antwoordelijk voor, dat zekere gedachten in
zijn hersens oprijzen en andere er niet op
rijzen? Onzin! Herman Heijermans is artiest.
Abgemacht! Hij schrijft de dingen zooals hij
ze ziet. Aan zijn schrijftafel is liij souverein
en laat dus de bedillertjes van zijn genie
pruttelen. Hij hoort ze niet eens.
Mijn wijsneus geeft het nog niet op: Ik
blijf achter zulke Ghettoteekeningen iets
anders zien. Ik denk dat Heijermans zijn
mede-joden een spiegelbeeld wil voorhouden
en door altijd de misselijkste tvpen te
teekeuen, zoo langhaam aan hun jood-zijn-zelf
wil ondergraven.
Foei,' wijsneus, die gedachte is- slecht en
dom d'r bij. Want, ik ben er zeker van,
Heyermans weet liet, dat reeds tallooze
dieren, in elk opzicht grooter dan hij, de
merkwaardige koets Jodendom" vruchteloos
hebben aan gebast. En hij weet ook de
koets reed altijd voort.
Amst, Jan. '(14. A. B. DAVIDS.
VOORDEELEN
van het alom
gerenommeerde
MAGGP AROMA
om te
kruiden.
10 Pi i n Cf tl Amma aa" Si'oenton, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon. Hierin eoni"
l riJIIMB MIUHId 011 onovertroffen.
? wees vooral spaarzaam in 't pcbniik, daar de oorspronkelijke smaak
' der gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen meet worden.
3°Gemakkelijkste in gebruik
in t
met de ?to
m 4°Goedkoop:
vanaf ijl) cent per flacon.
MAGGI's onderscheidingen. 4 groots Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prijzen, zesmaal buitc-n mededinging, o. o 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs.
IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIlllllMIIItllMlllllllllllllllllllllllllllinHIIMMIIIIIIIIIllMll || [1IMIMI 1 1 1 llüIHH 1 1 1 1 1 Ullll 1 1 1 1 H1HI 1 1 HIIIIH 1 IHH11IH IIIIIM 1 1 1 1 IU lllillllHHIlHlIllllHIMItllIlllllltl
*U...::.\..-?^\Tr\r\i3
<T ":" ' V (J {J rv
iiiiiiiiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiniiiiiMiuiiiiiiii
DAME
niimm nu u n n niimim IMIIIII min n it 1111 , iiiiiiiiiiiiiiMiiniiiiiiiiiiiiiiininiii iiiiiniiii
* Of ,|b^r^
l p. '1 ^ *
Zemi'wacl, ti</e kinderen, medische, paedago-'
gische en algemeene opmerkingen, door
II. BOWIA. Uitgave van W. Hilarius
te Almelo.
Wij hebben dit boek met onverdeelde
instemming gelezen en hopen, dat het in
ruimen kring lezers mag vinden. Het is een
kalm gesteld en degelijk boek, dat duidelijk
aanwijst, wat de geestelijke gezondheid van
onze kindereu benadeelt en dat ouders eri
onderwijzers opwekt, zich bij de taak der
opvoeding meer dan tot heden het geval was
te laten leiden door de cischeli der hygiëne.
Wij willen den lezers van dit Weekblad van
den rijken inhoud het een en ander meedeelen.
Terecht wordt men er steeds meer van
overtuigd, dat het van het allergrootste belang
is, dat ouders en opvoeders de kinderen, aan
hen toevertrouwd, goed observeeren en
bestudeeren, om op grond van die waarnemingen
ieder kind zooveel mogelijk naar zijn eigen
aardige lichamelijke en geestelijke gesteldheid
op te voeden. Het lijdt toch geen twijfel, dat
de nerveusheid van veel jonge miiischen voor
een goed deel aan een verkeeide opvoeding
te wijten is. Het onderwijs draagt voor een
deel de schuld; het vergt soms te veel van
de zenuwkracht van het groeiende kind. Daar
om is hier en daar aangedrongen op kortere
schooltijden, meer rustpoozen, inkrimping van
de examens en beperking van huiswerk. Doch
buiten de school werken ook tal van invloeden.
die dezelfde rampspoedige gevolgen voor de
geestelijke gezondheid der kinderen teweeg
brengen, zoodat zij dikwijls reeds opentop
nerveus zijn, als zij op de schoolbanken plaats
nemen. Daar men gewoon is, de srhuld hoofd
zakelijk op de school te werpen, kan het zeer
nuttig zijn, dat de schrijver eens goed op deze
invloeden buiten de school het licht kuit
vallen.
De oorzaken van de zenuwae-htigheiel bij
vele kinderen zijn gelegen in den
overgeerfden aanleg. Deze is echter niet voldoende
om een hoogen graad van nervositeit teweeg
te brengen. Velen toch, wier ouders zenuw
lijders zijn, worden niet. nerveus, omdat zij
in gunstige omstandigheden verkeereu,
zoodat bet kwaad niet tot ontwikkeling kan
komen. Men behoeft dus volstrekt niet zenuw
achtig te worden, zelfs niet, als men met
een bepaalde pncdispositie voor zenuwachtig
heid in de wieg wordt gelegd. Omgekeerd
kunnen kinderen, wier ouders volkomen ge
zond ziju, nerveus worden door allerlei oor
zaken. Zorg en verdriet der mot der gedurende
de zwangerschap en verder ziekten van het
kind en hare gevolgen dragen daartoe onge
twijfeld bij. Doch de hoofdoorzaak schuilt
in de verkeerde opvoeding in het huisgezin,
vooral als de schooljaren aanbreken. Men
begint dan thuis alvast met het a b c, niet
tellen en schrijven en nog veel andere wijs
heid. Men noodzaakt het kind tot bezigheden,
waarvoor het nog niet rijp is en maakt het
daardoor zenuwachtig. Op school openbaart
zich de abnormale geestestoestand spoedig,
doordat het kind niet in staat is met behoor
lijke attentie het onderwijs te volgen. I'rivate
lessen na de schooluren, veel huiswerk en
het bijwonen van allerlei pretjes bewerken,
dat het kind haast niet meer tut kalmte kan
komen en laten het spoedig in 't geheel geen
vrijen tijd meer over. Vele kinderen krijgen
niet eens een voldoende nachtrust, wat op
de zenuwen een verderfelijke uitwerking moet
hebben.
De verschijnselen, waardoor de nervositeit
zich bij kinderen openbaart, zijn zeer vele.
Een algemeen kenmerk is, dat zulke kinderen
eerder vermoeid zijn dan normale, zoodat
zij bij het onderwijs spoedig onoplettend
worden. De verbeelding is doorgaans zeer
levendig; wat het kind zich verbeeldt, neemt
het zelfs wel eens als vaststaande zekerheid
aan. Aandoeningen als toorn, blijdschap en
droefheid zijn doorgaans zeer sterk en niet
geëvenreeligd aan de invloeden, waardoor zij
werden opgewekt. Let men op de gedragingen
van het kind, dan toont het steeds moer of
mineier overeenkomst met een der volgende
twee typen.
Het zenuwachtige kind van het eerste type
onderscheidt zich door een zeer groote
ongeelurigheiel. Het is steeels in beweging' en
iii onrust en kan zich moeilijk met zeker
spel of werk lang achtereen bezig houeleu.
Het stoot zich herhaaldelijk .aan denzelfden
steen. Het doet veel vragen, doch schijnt
weinig uit ele antwoorden te leercn. Het
autwoorelt direct op een beloediging met een
leelijk woord, een klap of een schop. Het
is zelfzuchtig, eigenzinnig en prikkelbaar en
heeft een neiging dingen te vertellen, die niet
waar zijn. Of het klaagt dikwijls over
hoofdpiju, is moeilijk naar beel te krijgen, slaapt
slecht en knarst onder het slapen op ele
tanden. Meestal is het een teer en zwak kind,
ofschoon het niet aan een bepaalde ziekte
lijdt 011 maar zelden het boel behoeft te
houden. De eetlust is grillig en emgeregelel,
nu eens eet het zeer weinig of niets, elan
weer als een wolf. Een kind van elit type
is eloorgaaus vlug in het leeren. Het voelt
zichzelf, treedt op, aarzelt niet en beslist op
het kritieke oogenhiik. Goed geleid kan uit
dit kind ee'ii man van zaken groeien.
Een zenuwachtig kind van een ande-r type
schijnt traag in het leeren. He't is dikwijls
eu spoedig terneer geslagen en wil liefst
alleen zijn. He! wordt vaak gedrukt eloor
een gevoel van misère, van smart e'n
seunbeihoiel. Het is droomerig. zwijgend, gemelijk,
argwanend e-n zeer vreesachtig, i let
voortplantingsinstinct ontwaakt veelal te' vroeg
en neemt gemakkelijk een verkeerde-n koers.
De traagheid on onverschilligheid bij het
leercn is meestal slechts schijn, liet kind
leert wel. dot-h het openbaart zie-h te weinig.
liet vraagt weinig, doe'h loert vee1! uit ele
antwoorden. Ile't treedt niet gaarne hande'lend
op. staat, op e-en afstand, weifelt, kan niet
beslissen, eloet me-e misschien, maar is vol
geling, nooit leide-i1. Vit elit kind kan een
geleorde, e'on -tille- onderzoeker of oen nauw
gezet werkman greieie-u.
Door welke beiïinseJen moet men zich nu
bij ele opvoe'iling van al de'ze kinderen laten
leiden? Allerecr.-t moet, men zorgen voorde
gezomlheid van het lichaam, waarme'e de
geestelijke- gezondheid zoo nauw samenhangt.
Men zorgo du- voor ecu doe-lmatigv voe-ding
met vi rmijding van prikkele-nele
genotmieidelen, ve.ior zuivere lucht vooral in he-t slaap
vertrek en voor dagvlijkse-he' liclueamsoei'enijjg.
-Men gimne aan he-t kind e-en langvn nae-ht.
opdat het zooveel kan slapon, als bij ele-n
leeftijd pas!. Koude afwa-schiiigeu zijn goed,
eloch nie-n eiverdrijve niet.
Men zij vooral waakzaam in elen tijd dor
puberteitontwikkeling. Deze is vooral voor
zenuwachtig1.' jongeliede-n van zeer groote
beteekenis. Wat er goeds e'n kwaads schuilt
in den mens -b. tre-eelt elan vooral aan het
licht; neigingen, vroeger nooit opgemerkt.
komen dan aan den dag. Nieuwe- gewaar
wordingen, veroorzaakt eloor ele veranderingen
in het organisme worden ele stuwkracht van
nieuwe ideeën en dus ziet men den jongeling
van do eerste soort grootscho en stoute
plannen maken. Hij wil een wereld rogooron
of hervormen Jen spreekt zijn besliste
meeningen krachtig uit. Hij kan vervallen tot de
onverdraaglijkste pedanterie. Bij dejongelieelen
van ele tweede soort uit zich de zucht naar han
deling naar binnen: de jongeling wordt
elreiomend, peinzend, sentimenteel en is ge
neigd zijn eigen geestestoestand te bespieden
en te ontkden. Hij is op den we'g van he't
religieust- of sociale dwepen, van het minne
lied, het aeh-i-n-wee-sonnet en den
zolfanalyseereneleii roman.
Bij ele leiding van deze nieuwe geestelijke
krachten moet men voorzichtig zijn. Het
wenschen en streven van jongelieden in dit
tijdperk wordt maar al te dikwijls niet be
grepen, gedwarsboomd en verdacht gemaakt
door hen, die de jaren van het niet bereke
nende idealisme, het zichzelf vergeten, maar
zwak hebben gevoeld of niet inzien, dat hun
meerdere ervaringen dat idealisme hebben
gedood. Daardour ontstaat het conflict
tusschen ouden en jongen, vaders en zonen,
onderwijzers en leerlingen. De raadgevingen
der ouderen mfoten niet lijnrecht ingaan
tegen al wat brandt en bruist in het gemoed
van jongeling en maagd. De stroom van
energie moet riet worden gestuit m:-'.ar geleid.
Gedurende do eerste schooljaren moet men
bedenken, dat elke gedachte, elke waarneming
en elke aandoening in meerdere of mindere
mate haar invloed op liet lichaam doet gel
den. Men behoeft er niet aan te twijfelen,
dat een onderwijzer, die prettig onderwijs
geeft en dooi1 de kindermi bemind wordt,
ook de lichamelijke gezondheid zijner klasse
bevordert. Niets versterkt zoozeer de zenuwen
als het gevoel van geluk. Alleen beschouwd
uit hygiënisch oogpunt moet aan de per
soonlijkheid van den onderwijzer groote
beteekenis Worden toegekend.
Zeer veel komt verder aan op het
aankweeken van goede gewoonten. Men moet
kinderen, en vooral zenuwachtige, van meet
aan gewennen aan goede handelingen en
deiikmanieren. die het geheele leven door
goed en nuttig voor hen zijn. Deze gewoonten
komen hoofdzakelijk tot stam! door de on
bewuste imitatie van het goede voorbeeld.
Het nadoen der kinderen gaat tot in kleinig
heden. De gelaatsuitdrukking, do houding
van het lichaam, de "\\ijxe van staan eu gaan
worden dool1 liet ?'iiggestibele kind steeds
nagebootst. Een klassieke- gelijkmoedigheid
is de he-sie eigenschap van den opvoeder en
meteen oen waarborg, dat liet zenuwachtige
kind gespaard zal worden voor liet waarnemen
van sterke emoties die, als zij dik\\ ijls voor
komen. o]i dit kind eeu verderfelijke \\erking
hebben.
liet is ook no'jeiig de kinderen te leeren
gehoorzamen, /ekor i< )>,?(, dai een \\e-eke
opvoeding, een .-lappe tucht van menig kind
eeu z\vakke!in>_! hebben gemaakt aan iedere
luim zich overgevend en onbekwaam in
kritieke oogenbükkcn zichzelf te beheersehen.
Men moe; natuurlijk rekening houden met
de geaardheid van het kind en rechtvaardig
zijn, doch men eisehe steeds gehoorzaamheid
aan een gegeven bevel. Een laksche losse
vrijhe'idsgee-t en een veel te zachte tucht
zijn de gevolgen van die sentimenteele aan
bidding van hei kind. die men in sommige
ouders opmerkt ejj waardoor niemand meer
geschaad wordt dan het kind zelf. Discipline
is in de opvoeding een eiscb en voor zenuw
achtige kinderen i- een strenge discipline
zelfs een dringende ei.-ch.
De zedelijke kant van de opvoeding is do
voornaamste. -Men vordere dus steeds van het
kind waarheid, rechtvaardigheid en plichts
betrachting. Goed'1 voorbeelden kunnen ook
hier ontzaglijk veel uitwerken, goede verhalen
eveneens. Maar men behoede het kind voor
den invloed van lectuur, die slechte1 beelden
voor den geest toovert; /.ij kan zeer groot
kwaad stichten.
Men zorgc eindelijk voor oom-oud. Niet te :
veel speelgoed: groote bezittingen verslappen
zoowel kinderen als volwassenen. Alleen door '
te veel genietingen kunnen kinderen reeds
op zeer jeugdigen leeftijd nerveus en blas
zijn. Zenuwachtige kinderen en volwassenen '
vinden steeds baat niet bij veel genietingen
doch bij geregelelen arbeiel. Xervoushcid is
vaak eenvoudig het gevolg van gebrek aan !
passend werk. Dan ontstaan ei1 verkeerde
emoties en -'.chüningcn, uitbarstingen van
toorn i'ii \\ r.'k. De ei \aring heeft het geleerd.
ilat niets iii-.\r den wil ste'rkt, elan geregelde
bezigheid.
Xog een opmerking ten slotte. Men moe't
niet denken, dat alle kinderen van een
zoogenaamel nerveus temperament" maar
plompweg ziekelijk" of abnormaal" moeten worden
genoemd, lied kan niet ontkend worden, elat
juist einder zekere nervousen" de schrander
ste en fijnste koppen worden gevonden ; hun
meerdere gevoeligheid, grooter
combinatievermogen en rijkere phanüisie maken, dat ze
iijner onderscheiden e'n verband zien tusschen
dingen, die voor meer stabielen niets met
elkaar te maken hobbon. Er zijn norveusen,
elie moesten worden aangekweekt, alszeniet
werden geboren. Namen wij hun eigenaardig
heden weg, stel dat wij dit konden, dan
zouden wij elaardoor den vooruitgang belem
meren in wetenschappelijke ontwikkeling.
Wij dienen die eigenaardigheden voorlief te
nemen. Toont e>eii kind dus eens wat. groote1
gevoeligheid, dan behoeft dat nog niet dadelijk
greiote zorg te wekken. Waakzaamheid is elan
echter plicht. _ 11. DEICI.MAX.
Eenige dagen geleden liet '/.. II. l'ius X,
de tegenwoordige pain, eene iie>ta zenden
aan den ..Doyejn du corps diplomatieke" van
ecHO groote mogendheid waarin ele wensch
uitgedrukt werd. dat: dans les re'eeptions
et soirees e>!lieicllcs auxipiellts prennent part
préhits et cardiiuuix. les femmes veuillent
bie'ii 'i'lujtlt'ï' mi déi'oUelé/j/'/.s il'xt'i'd.'1
Het is eene overoude quaestie en eene
eigenaanlige, waarom evn japon elie aan elen
hals M' il Ie JÊstof heeft, meer i/ek/,-f<l is, dan
eene' elie tot aan de keel elie-htgeknoopt
wordt, men zou zoo zeggen e lat heit de moeite
nie1! waard is er over te elenken of te spreken,
veel minder: te xrlu-iji-eu ; en toch se'hijnt 't
gewichtig genoeg te zijn om eloor 't hoofd
der li. C. Kerk behande'ld te worden zelfs
in onze1 .\\ste eeuw en om voor velen
ee'ii gewetensbezwaar uit-te-niaken. Ik
herinner mij ook, hoe een paar jaar gvlcden
de deichte-fs van tmz<:n ..premier" i?!j e.ip een
bal-invilatïc van 't hof. zich lie'te'ii oxcuseeren,
omdat het, te'ge'n haar principes streedt, zich
..laag'1 te kleiden on dit toch ele' aangenomen
jitjiim-xtiil was voor die gelegenheden; zij
zeide'ii dus, aan onze jonge veelbeminde
Koningin: Wij keuren 't af, zooals Vwo
Majeste'it en l" we Moeder en alle1 dames aan
't .hof zich e.ij) avond-feesten kleoelen", en de
Koningin, vol eerbied voor elke opvatting,
toonde zich hoegenaamd niet gekrenkt,
zij -Haat daarvoor te hoog en haar opvoeding
is daarvoe.ir te veelzijdig veranderde de
iV'-invi(atte in t/m'-ijiritutie met miiu/t'/ini/i t.
Gelukkig dat het wande'i-toilet in o/o n
tijd in tegenstelling met het begin eler vorige
eeuw ji'eY-goelocolleteeret is! Jn elien
goeelmoedigen" tijd zag men er zooveel kwaad
niet in eai ik bob elikwijls hooreii beweren
elat teienmaals alleen vrouwen met magere
of loelijke1 halzen of umie- vrouwen zich
warm maakten over 't onzedigo van uitge
sneden japonnen". Uier komt weer eene
persoonlijke: herinnering bij me op: Xa on
geveer twe'C jaar het meisjesblael Leüe- en
ll<>zeliin]>iii'n gvreeligeerel te hebben vroegen
de Uitgevers mij een portret om aan ele
abonnees te verkoopen : op ele photographie
die ik toen pas had laten maken ontbrak
juist ook tk'ii centimeter stof aan den hals,
in 't vierkant, van voren, tegen den nek
was een opstaande kraag; ik denk dat 't toen
zóó de mode was .... ik zond dit portret
aan Xijgh en van Ditmar; bekommerde er
mij verder niet om .... maar ontving op
zekeren elag een aangeteekendeii brief van
ee'ii mij onbekende dame uit Zwolle mij een
reproductie van dit portret zendende met
he't bijschrift: deze kleoeling past meer voor
eene lial-Mubicl-'lHiiferes dan voor ele
schrijfsteT van e'e'ti meisjesblad, ik zend het terug
met ele uitdrukking mijner diepste veront
waardiging."
liet se'hijnt dus wel elat er, in alle lauden,
eenige menschen zijn die iets" vineion in
ongeelekto vronwenhalzen. Jjem Keineii int
Alles rein is zeker op deze lui niet toepasselijk.
Maar zelfs in de weresldsche, veel uitgaande
kringen, waar het ,.d<.Volleté", in elen winter,
avond aan avond ,.a l'orelre du jour" is, zou
men 't (nnjcjiaxt vinden, shocking" aan een
ontbijttafel of op ecu jachtpartij.
. Toch heeft in onzen tijd de hydrotherapie
en chirurgie er veel toe bijgedragen om bet
menschelijk lichaam, zelfs onbekleed, minder
aanstoot te doen geven en ik geloof niet elat
onze inoilerne vrouwen, zooals de Virginie"
van Bernardiu *de S t. Pierre, liever zouden
verdrinken elan een zeer primitief costuum
aan te leggen.
De mannen zijn critise'her, onverschilliger
voor de charmes tëminins" zooelat de
vrouwe'ii minder genegen zijn : broed in
't venster te leggen, elat toe-h niet gewaar
deerd wordt." Zelfs schijnt liet in onze
inoilerne samenleving wol wat -ingeleel-il, e.m
zooals de' dochters van elen Premier f.'!) uit
..principe" geen lage japon te willen dragen;
elit moot toch gepaard gaan met 'tielée elat
haar halzen en schouders zeer verleidelijk
zijn...!?)
De geestige chroniek-schrijver in de V'njnïo
Marcel Prévost. zegt a propos van de nota
uit 't Vatikaan :
Onze1 heelendaagsche onverschilligheiel voor
lage japonnen was niet altijel eve1!! groot:
in ele 17de 011 Jsde eeuw gebeurde he't dik
wijls dat van de preekgestoelteii togon de
bloote halzen wenl uitgevaren. Mem herin
nert zich hoe ele Dauphin een slok wijn
spuwde in de lage' japem eener dame; en
'.meer uit onzon tijdi het gezegde van den
jongen Kavignan (vóór zijn intrede in het
klooste'r) _ die aan tafel naast een
geelocollcteerd meisje zat on goon hapje ut. .. zij vroeg
hem vriendelijk: ..l" hooft geen honger,
mijnheer"? Hij antwoorelde : V hooft geen
zedigheid, mejuffrouw !" De geschiedenis
meldt niet of 't meisje in snikken uitbarstte
of wol dat zij haar tullo rok als fichu om
haar hals opnam, of wel dat zij opstond en bij
haar moeeier ging, die ele japon had laten
maken.
In onze dagen schikken de vrouwen zich
naar dj omstandighoelen, naar de kriusen
waarin zij uitgaan; hot is gemakkelijker
mooie kanten en mooie- sieraden te heb
ben dan mooie schouders; ele' dames
volgen dus eenvoudig ele modo zonder zich
af te vragen of zij iets moois e.f leelijks
bedekken, ele meeste1» toouen liever dat'/ij
kostbare kant en ede'lgesteenten bezitten dan
een goe>d gomodelleerde'ii hals. 7oo zal ele
breve" van l'ius X zoneier bezwaar ingang
vinden in de hooge kringen en zullen de
kleine heillandsehe burgerjuüroiiwen zeggen
dat ele> Paus gelijk hoeft", zelfs al dwepen
zij niet met 't Opperhoofd van 't Vatikaan.
C.miKIÜ.VE Aï.ïiEKBI-VCJK
! Aiitiniu'tte Sterling. Lady Tronbridyr.
!>f. liosn l'ittuita. Anna Judic.
'. Te iittwnstett', mj van fraaie kunsten te Itmue.
De beroemde alt-zangeres, Antoinette Ster
ling is den l (Men Jammi i j.l. te Hampsteae
l overleden. Zij was 0011 bescheiden, beminne
lijke eu streng-goelsdienstige vrouw.
I'uriteinsche eenvouei sprak uit haar
kuiist-opvaó, ting, uit haar kleeding en geheel haar vertol
king. In een oratorium meewerken, ter eere
van haren schepper jubelend doen uitschallen
haar heerlijk geluid, was haar opperste
vreugde. Antoinette Sterling heeft dikwijls
gezongen voor koningin Victoria, die eea
; groote vereering koesterde voor de begaafde
' kunstenares; de koningin gevoelde buiten
gewoon veel sympathie vcor de geloovige
vrouw, die ongekunsteld ernst eu wijding
\ legde iu de voordracht harer liederen.