De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 31 januari pagina 3

31 januari 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nö.1368 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. en onwillekeurig htfnnen compositiën den adem der romantiek inbliezen. Ik kan mij best begrijpen, dat Hans v. Bülow, in zijn jeugd voor dit Trio is in de bres gesprongen en op de hem eigene heftige manier het publiek gegeeseld heeft, dat niet zoo weinig verstand en lief Je Volkmanu's Trio ontving. Het werk genoot door de heeren Röntgen, Flesch en Mossel een prachtige uitvoering, die wel in staat was, al de schoonheden er van in het volle licht te plaatsen. De heer Mossel speelde daarna een sonate van Corelli en bewees daarmede op nieuw, ?dat h\j er naar streeft de edele instrumentale muziek uit de 17e eeuw in eere te houden. Ik geloof, dat de toon, door den heer Mossel aan zijn instrument ontlokt, in het eerste deel te groot was voor de kleine zaal. Ia de volgende deeleu kwamen de nuanceeringen minder karig voor, noodat het geheel een goeden indruk maakte op het publiek, dat den kunstenaar met warmte dankte. Het prachtige quartet op. 26 van Brahms (hierin voegde zich de heer Hofmeester bij de andere medewerkenden) gaf eeu waardig slot aan den avond. Ook bij dat kamer-muziekwerk, hetwelk veel minder gespeeld wordt dan het quartet in g inoll op. 25, kon men bemerken, welk een superieure plaats Brahms inneemt op het gebied der kamermuziek. Door die groote plastiek in den vorm, die edele voor naamheid in melodisch opzicht, die wij bij Brahins steeds bewonderen, maakte dit quartet een verheffenden indruk op de aanwezigen, die de uitvoerenden op warme wijze hunnen bijval schonken. Sedert den tijd dat er in de R. C. kerken niet meer Missen met orchest worden uitvoerd, is waarschijnlijk de d-mol mis van Haydn, die als Xo. 3 op de lijst zijner vijf tien missen staat aangemerkt, niet meer in het openbaar ten gehoore gebracht in haar oorspronkelijke gedaante, d. w. z. met gemengd koor. solostemmen en orchest. Zij, die van een mis-compositie een ver heven, stemmigen indruk willen ontvangen, zooals de aard der woorden meebrengt, zul len bij een mis van Haydn niet volkomen bellliilllfiilliimtiiiuiMMimtfiiimMUHimiimiiiHiiiiilMiim vredigd worder. Zij echter, die in een mis van Haydn niets meer willen zien, dan de strikt persoonlijke uiting van een eenvoudig, be minnelijk en kinderlijk naief man, die niet lang wikt en weegt alvorens hij iets neer schrijft,' maar die ook slechts te scheppen heeft uit de onophoudelijk vloeiende bron zijner rijke melodische gaven, en dan toch immer belangrijk blijft dezulken moeten het ongetwijfeld interessant vinden een der gelijk werk, z.g. uit de oude doos, te hooreu. De zangvereeniging Arti et Religioni" gaf in de afgeloopen week van de/.e mis een uit voering in het Concertgebouw. Naast llaydn's mis stoud nog op het programma Meudelssohn's Psalm !)?">, een werk dat eertijds veel gezongen werd, maar in den laatsteii tijd ietwat i 11 vergetelheid is geraakt was. AST. AVEHKAMP. llHMHIIIIIIIlllllltMIIIIIrtllllllIlllHIIIIIMimlIlllllimlIIIIIIHImiflIIIIIHIMIt Frisch Leren, door RAI.PH WALDO EMERSON Vertaald en ingeleid door P. H. HueiENiioLTZ J r. Amsterdam, Van Holkema & \Varendurf. Jeugd, naar het Franseh van C. WAGXER, met een inleiden l woord van P. II. HÜGESJIOLTZ Jr. Tweede druk. Arnst., Van Holkema & Warendorf. Twee boekeu voor de jeugd! Geen van beiden nieuw maar evenmin verouderd. Zij kunnen godsdienstig en zedelijk leven be vorderen onder de jongelieden van eenige beschaving en verstandelijke ontwikkeling. Het eerste is dan ook een rede, 05 jaar ge leden, uitgesproken in de hoogste klasse eener theologische school. Het is een, dikwijls welsprekend, pleidooi tegen conservatisme en dogmatisme en voor een godsdienst, een vroomheid, die de vrucht is van eigen zoeken en strijden van zijn eigen weg te gaan, van te luisteren naar de stemmen van eigen hart en conscientie. Of het de jonge mannen van onzen tijd volkomen bevredigen zal ? Twijfel ia mogelijk. Er is in dit boekje zeker gebrek aan precies heid. Be inleider zegt: niet scherp belijnd is Emerson's gedachtenkring, maar wel warm bezield, tintelend van geest en leven, gloeiend van dichterlijk enthousiasme en heilig opti misme," welke dingen wij noodig hebben tegenover opgeplakt christendom en angst vallig conservatisme, tegenover lustelooze lauwheid en godsdienstloos radicalisme, 't Zal wel zoo zijn, maar de jonge meuscben van onzen tijd, die eeu boekje als dat van Emerson ter hand nemen, zijn vooral niet minder ernstig,, dan die van voor 05 jaren en zij hebben geleerd bij.hunne studies de puntjes op de i's te zetten. Als een auteur of predikt r 't woord 0!od gebruikt, dan willen zij gaarne weten of dat woord voor hem iets meer is dan een woord, of 't een .synoniem is van het Goede. In 't laatste geval zullen zij zeggen: gebruik dan liever het woord God niet, want 't geeft maar aanleiding tot misverstand. Of is 't b,v. duidelijk wat Emerson meent, als hij zegt: Voor zoover een man rein van hart is, is hij God? Zeker verstaat niet ieder een volzin als deze: de ziel kent geen per sonen. Zij vordert van lederen man zich uit te breiden tot den vollen omtrek van het heelal en kent geen andere voorkeur dan die van spontane liefde. Niet zonder reden zal men vragen: wat is de omtrek van het heelal, en nog wel de vohe, en hoe kan een man zich tot dien vollen omtrek uitbreiden? Men moge weinig prijsstellen op scherpe belijning in zake godsdienstige voorstellingen, een weinig precies te zeggen wat men bedoelt is geen luxe. Wagncr's '.leinjtl is ook niet voor ie iereen maar helder geschreven; daarvoor is 't van een Franschmaii. Ook hij getuigt met groote geestdrift van wat hem heilig is, maar zijn geestdrift verhindert hem niet zeer duidelijk te zijn voor ieder ontwikkeld jongmensch. VA' is ernst in en levenslust, 'wijsheid en goedheid, 't Is moeilijk te zeguen, welk hoofdstuk ulij 't meest heeft aangetrokken, maar zeker heeft mij uiet 't minst behaagd, wat gezegd wordt over tucht, arbeid, smart. nadenken en rust. Van dit boekje is nu reeds de tweede druk IIIIIMIIIIIIlmlIlllllllmlHIIIIIItlllllllllllllllllllMIMIIIMlUllllllllllllllllljMIII verschenen in onze taal; het beleve een derden druk en kome in veler handen. v. H. niIllllllllllllllllllllllMlllltllllllIIIIIIIIIIIIIIIIlllllUIIIIIIIIIIIMHtlllllIHIIMHK INGEZONDEN. Geëerde Redactie! Sta mij toe tegenover de meeningen van de heeren W. Pik en F. J. D. over Herman Heijerman's Sabbath" de mijne te plaatsen. { Het schijnt mij toe, dat zij beiden, de een minder, de ander meer, Heijermaiis groote- \ lijks onrecht doen, door hem van anti-semi- ! tisme te beschuldigen. Hen lezende zou men j tot de voorstelling komen, als zoude Heijer- ! mans Jocdscho milieus nooit anders dan als ! weerzinwekkende zoodjes ge-teekend hebben met de geheime bedoeling zijn medeburgers ! in te lichten : Daar heb je nou het portret ' van je Isi-AëHeüsche medeburgers, je hebt i dus alle reden ze te schuwen als de pest"... Hoe komen ze d'r bij? Altijd die kwaaddeiikonelheiel. hè! i Herman Heijermans Jr. is artiest, bedenkt dat toch, melieve menschen, hij schildert wat hij ziet. Hij schilderde nooit een Jood, aan zijn tradities gehecht, als een fatsoenlijk eerlijk man, als een sympathiek karakter, eenvoudig weg omdat hij nog nooit zulk een jood heeft ontmoet; c'est simple comme bonjour. liij heeft nooit een Vrijdagavond gezien zooals die onder traditioneele beschaafde joden wordt, gevierd met zijn onbeschrijfelijke samensmelting van familieliefde, intellectu eel discours, gezelligheid, van religieuzen zin, die onstroeven ernst in sluiten levenslust niet buitensluit; zoo iets beschrijft Herman Heijermans niet; natuurlijk, hij heeft het nooit gezien. Een betweter zal zeggen : ja, maar een schrijver behoeft niet alles zelf te ondervin den, hij moet fantasie hebben : de wijsueus vergeet evenwel dat fantasie wel coinbineeren kan, maar daartoe geen andere bouwstolien vindt dan hot eens waargenomene. Nooit heeft Heijermans ik ben er zeker van een Vrijdagavond onder beschaafde traditi oneele joden waargenomen. Hoe zou hij nu aan de stof voor zulk een schilderij komen? Een andere wijsneus zegt: ja, maar zijn verstand moest hem toch zeggen, dat alleronwaarschijnlijkst onder onze trationeel-joodsche medeburgers, als groep, deugden als: goede manieren, idealisme, eerlijkheid, ook in zaken, totaal onbekende dingen zouden zijn. Zijn verstand moest hem toch zegden, dat zulk een altijd-door eenzijdige teekcning een onwaar beeld moet prenten in de hersens zijner lezers, dat meu-chelijkerwijs gesproken, er wel ergens orthodoxe fatsoenlijke joden moeten zijn al heeft hij ze nooit ont moet wien de afwezigheid van hun por tret in Heijerman's galerij niet voor hen zelf diep leed doet. Ja, heer wijsneus, Heijermans' verstand moest het hem zeggen, maar zoo zijn verstand hem dit n« eenmaal niet zegt, is eVat dan zijn schuld? Is de mensch ten slotte er ver antwoordelijk voor, dat zekere gedachten in zijn hersens oprijzen en andere er niet op rijzen? Onzin! Herman Heijermans is artiest. Abgemacht! Hij schrijft de dingen zooals hij ze ziet. Aan zijn schrijftafel is liij souverein en laat dus de bedillertjes van zijn genie pruttelen. Hij hoort ze niet eens. Mijn wijsneus geeft het nog niet op: Ik blijf achter zulke Ghettoteekeningen iets anders zien. Ik denk dat Heijermans zijn mede-joden een spiegelbeeld wil voorhouden en door altijd de misselijkste tvpen te teekeuen, zoo langhaam aan hun jood-zijn-zelf wil ondergraven. Foei,' wijsneus, die gedachte is- slecht en dom d'r bij. Want, ik ben er zeker van, Heyermans weet liet, dat reeds tallooze dieren, in elk opzicht grooter dan hij, de merkwaardige koets Jodendom" vruchteloos hebben aan gebast. En hij weet ook de koets reed altijd voort. Amst, Jan. '(14. A. B. DAVIDS. VOORDEELEN van het alom gerenommeerde MAGGP AROMA om te kruiden. 10 Pi i n Cf tl Amma aa" Si'oenton, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon. Hierin eoni" l riJIIMB MIUHId 011 onovertroffen. ? wees vooral spaarzaam in 't pcbniik, daar de oorspronkelijke smaak ' der gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen meet worden. 3°Gemakkelijkste in gebruik in t met de ?to m 4°Goedkoop: vanaf ijl) cent per flacon. MAGGI's onderscheidingen. 4 groots Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prijzen, zesmaal buitc-n mededinging, o. o 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. IIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIlllllMIIItllMlllllllllllllllllllllllllllinHIIMMIIIIIIIIIllMll || [1IMIMI 1 1 1 llüIHH 1 1 1 1 1 Ullll 1 1 1 1 H1HI 1 1 HIIIIH 1 IHH11IH IIIIIM 1 1 1 1 IU lllillllHHIlHlIllllHIMItllIlllllltl *U...::.\..-?^\Tr\r\i3 <T ":" ' V (J {J rv iiiiiiiiiniiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiniiiiiMiuiiiiiiii DAME niimm nu u n n niimim IMIIIII min n it 1111 , iiiiiiiiiiiiiiMiiniiiiiiiiiiiiiiininiii iiiiiniiii * Of ,|b^r^ l p. '1 ^ * Zemi'wacl, ti</e kinderen, medische, paedago-' gische en algemeene opmerkingen, door II. BOWIA. Uitgave van W. Hilarius te Almelo. Wij hebben dit boek met onverdeelde instemming gelezen en hopen, dat het in ruimen kring lezers mag vinden. Het is een kalm gesteld en degelijk boek, dat duidelijk aanwijst, wat de geestelijke gezondheid van onze kindereu benadeelt en dat ouders eri onderwijzers opwekt, zich bij de taak der opvoeding meer dan tot heden het geval was te laten leiden door de cischeli der hygiëne. Wij willen den lezers van dit Weekblad van den rijken inhoud het een en ander meedeelen. Terecht wordt men er steeds meer van overtuigd, dat het van het allergrootste belang is, dat ouders en opvoeders de kinderen, aan hen toevertrouwd, goed observeeren en bestudeeren, om op grond van die waarnemingen ieder kind zooveel mogelijk naar zijn eigen aardige lichamelijke en geestelijke gesteldheid op te voeden. Het lijdt toch geen twijfel, dat de nerveusheid van veel jonge miiischen voor een goed deel aan een verkeeide opvoeding te wijten is. Het onderwijs draagt voor een deel de schuld; het vergt soms te veel van de zenuwkracht van het groeiende kind. Daar om is hier en daar aangedrongen op kortere schooltijden, meer rustpoozen, inkrimping van de examens en beperking van huiswerk. Doch buiten de school werken ook tal van invloeden. die dezelfde rampspoedige gevolgen voor de geestelijke gezondheid der kinderen teweeg brengen, zoodat zij dikwijls reeds opentop nerveus zijn, als zij op de schoolbanken plaats nemen. Daar men gewoon is, de srhuld hoofd zakelijk op de school te werpen, kan het zeer nuttig zijn, dat de schrijver eens goed op deze invloeden buiten de school het licht kuit vallen. De oorzaken van de zenuwae-htigheiel bij vele kinderen zijn gelegen in den overgeerfden aanleg. Deze is echter niet voldoende om een hoogen graad van nervositeit teweeg te brengen. Velen toch, wier ouders zenuw lijders zijn, worden niet. nerveus, omdat zij in gunstige omstandigheden verkeereu, zoodat bet kwaad niet tot ontwikkeling kan komen. Men behoeft dus volstrekt niet zenuw achtig te worden, zelfs niet, als men met een bepaalde pncdispositie voor zenuwachtig heid in de wieg wordt gelegd. Omgekeerd kunnen kinderen, wier ouders volkomen ge zond ziju, nerveus worden door allerlei oor zaken. Zorg en verdriet der mot der gedurende de zwangerschap en verder ziekten van het kind en hare gevolgen dragen daartoe onge twijfeld bij. Doch de hoofdoorzaak schuilt in de verkeerde opvoeding in het huisgezin, vooral als de schooljaren aanbreken. Men begint dan thuis alvast met het a b c, niet tellen en schrijven en nog veel andere wijs heid. Men noodzaakt het kind tot bezigheden, waarvoor het nog niet rijp is en maakt het daardoor zenuwachtig. Op school openbaart zich de abnormale geestestoestand spoedig, doordat het kind niet in staat is met behoor lijke attentie het onderwijs te volgen. I'rivate lessen na de schooluren, veel huiswerk en het bijwonen van allerlei pretjes bewerken, dat het kind haast niet meer tut kalmte kan komen en laten het spoedig in 't geheel geen vrijen tijd meer over. Vele kinderen krijgen niet eens een voldoende nachtrust, wat op de zenuwen een verderfelijke uitwerking moet hebben. De verschijnselen, waardoor de nervositeit zich bij kinderen openbaart, zijn zeer vele. Een algemeen kenmerk is, dat zulke kinderen eerder vermoeid zijn dan normale, zoodat zij bij het onderwijs spoedig onoplettend worden. De verbeelding is doorgaans zeer levendig; wat het kind zich verbeeldt, neemt het zelfs wel eens als vaststaande zekerheid aan. Aandoeningen als toorn, blijdschap en droefheid zijn doorgaans zeer sterk en niet geëvenreeligd aan de invloeden, waardoor zij werden opgewekt. Let men op de gedragingen van het kind, dan toont het steeds moer of mineier overeenkomst met een der volgende twee typen. Het zenuwachtige kind van het eerste type onderscheidt zich door een zeer groote ongeelurigheiel. Het is steeels in beweging' en iii onrust en kan zich moeilijk met zeker spel of werk lang achtereen bezig houeleu. Het stoot zich herhaaldelijk .aan denzelfden steen. Het doet veel vragen, doch schijnt weinig uit ele antwoorden te leercn. Het autwoorelt direct op een beloediging met een leelijk woord, een klap of een schop. Het is zelfzuchtig, eigenzinnig en prikkelbaar en heeft een neiging dingen te vertellen, die niet waar zijn. Of het klaagt dikwijls over hoofdpiju, is moeilijk naar beel te krijgen, slaapt slecht en knarst onder het slapen op ele tanden. Meestal is het een teer en zwak kind, ofschoon het niet aan een bepaalde ziekte lijdt 011 maar zelden het boel behoeft te houden. De eetlust is grillig en emgeregelel, nu eens eet het zeer weinig of niets, elan weer als een wolf. Een kind van elit type is eloorgaaus vlug in het leeren. Het voelt zichzelf, treedt op, aarzelt niet en beslist op het kritieke oogenhiik. Goed geleid kan uit dit kind ee'ii man van zaken groeien. Een zenuwachtig kind van een ande-r type schijnt traag in het leeren. He't is dikwijls eu spoedig terneer geslagen en wil liefst alleen zijn. He! wordt vaak gedrukt eloor een gevoel van misère, van smart e'n seunbeihoiel. Het is droomerig. zwijgend, gemelijk, argwanend e-n zeer vreesachtig, i let voortplantingsinstinct ontwaakt veelal te' vroeg en neemt gemakkelijk een verkeerde-n koers. De traagheid on onverschilligheid bij het leercn is meestal slechts schijn, liet kind leert wel. dot-h het openbaart zie-h te weinig. liet vraagt weinig, doe'h loert vee1! uit ele antwoorden. Ile't treedt niet gaarne hande'lend op. staat, op e-en afstand, weifelt, kan niet beslissen, eloet me-e misschien, maar is vol geling, nooit leide-i1. Vit elit kind kan een geleorde, e'on -tille- onderzoeker of oen nauw gezet werkman greieie-u. Door welke beiïinseJen moet men zich nu bij ele opvoe'iling van al de'ze kinderen laten leiden? Allerecr.-t moet, men zorgen voorde gezomlheid van het lichaam, waarme'e de geestelijke- gezondheid zoo nauw samenhangt. Men zorgo du- voor ecu doe-lmatigv voe-ding met vi rmijding van prikkele-nele genotmieidelen, ve.ior zuivere lucht vooral in he-t slaap vertrek en voor dagvlijkse-he' liclueamsoei'enijjg. -Men gimne aan he-t kind e-en langvn nae-ht. opdat het zooveel kan slapon, als bij ele-n leeftijd pas!. Koude afwa-schiiigeu zijn goed, eloch nie-n eiverdrijve niet. Men zij vooral waakzaam in elen tijd dor puberteitontwikkeling. Deze is vooral voor zenuwachtig1.' jongeliede-n van zeer groote beteekenis. Wat er goeds e'n kwaads schuilt in den mens -b. tre-eelt elan vooral aan het licht; neigingen, vroeger nooit opgemerkt. komen dan aan den dag. Nieuwe- gewaar wordingen, veroorzaakt eloor ele veranderingen in het organisme worden ele stuwkracht van nieuwe ideeën en dus ziet men den jongeling van do eerste soort grootscho en stoute plannen maken. Hij wil een wereld rogooron of hervormen Jen spreekt zijn besliste meeningen krachtig uit. Hij kan vervallen tot de onverdraaglijkste pedanterie. Bij dejongelieelen van ele tweede soort uit zich de zucht naar han deling naar binnen: de jongeling wordt elreiomend, peinzend, sentimenteel en is ge neigd zijn eigen geestestoestand te bespieden en te ontkden. Hij is op den we'g van he't religieust- of sociale dwepen, van het minne lied, het aeh-i-n-wee-sonnet en den zolfanalyseereneleii roman. Bij ele leiding van deze nieuwe geestelijke krachten moet men voorzichtig zijn. Het wenschen en streven van jongelieden in dit tijdperk wordt maar al te dikwijls niet be grepen, gedwarsboomd en verdacht gemaakt door hen, die de jaren van het niet bereke nende idealisme, het zichzelf vergeten, maar zwak hebben gevoeld of niet inzien, dat hun meerdere ervaringen dat idealisme hebben gedood. Daardour ontstaat het conflict tusschen ouden en jongen, vaders en zonen, onderwijzers en leerlingen. De raadgevingen der ouderen mfoten niet lijnrecht ingaan tegen al wat brandt en bruist in het gemoed van jongeling en maagd. De stroom van energie moet riet worden gestuit m:-'.ar geleid. Gedurende do eerste schooljaren moet men bedenken, dat elke gedachte, elke waarneming en elke aandoening in meerdere of mindere mate haar invloed op liet lichaam doet gel den. Men behoeft er niet aan te twijfelen, dat een onderwijzer, die prettig onderwijs geeft en dooi1 de kindermi bemind wordt, ook de lichamelijke gezondheid zijner klasse bevordert. Niets versterkt zoozeer de zenuwen als het gevoel van geluk. Alleen beschouwd uit hygiënisch oogpunt moet aan de per soonlijkheid van den onderwijzer groote beteekenis Worden toegekend. Zeer veel komt verder aan op het aankweeken van goede gewoonten. Men moet kinderen, en vooral zenuwachtige, van meet aan gewennen aan goede handelingen en deiikmanieren. die het geheele leven door goed en nuttig voor hen zijn. Deze gewoonten komen hoofdzakelijk tot stam! door de on bewuste imitatie van het goede voorbeeld. Het nadoen der kinderen gaat tot in kleinig heden. De gelaatsuitdrukking, do houding van het lichaam, de "\\ijxe van staan eu gaan worden dool1 liet ?'iiggestibele kind steeds nagebootst. Een klassieke- gelijkmoedigheid is de he-sie eigenschap van den opvoeder en meteen oen waarborg, dat liet zenuwachtige kind gespaard zal worden voor liet waarnemen van sterke emoties die, als zij dik\\ ijls voor komen. o]i dit kind eeu verderfelijke \\erking hebben. liet is ook no'jeiig de kinderen te leeren gehoorzamen, /ekor i< )>,?(, dai een \\e-eke opvoeding, een .-lappe tucht van menig kind eeu z\vakke!in>_! hebben gemaakt aan iedere luim zich overgevend en onbekwaam in kritieke oogenbükkcn zichzelf te beheersehen. Men moe; natuurlijk rekening houden met de geaardheid van het kind en rechtvaardig zijn, doch men eisehe steeds gehoorzaamheid aan een gegeven bevel. Een laksche losse vrijhe'idsgee-t en een veel te zachte tucht zijn de gevolgen van die sentimenteele aan bidding van hei kind. die men in sommige ouders opmerkt ejj waardoor niemand meer geschaad wordt dan het kind zelf. Discipline is in de opvoeding een eiscb en voor zenuw achtige kinderen i- een strenge discipline zelfs een dringende ei.-ch. De zedelijke kant van de opvoeding is do voornaamste. -Men vordere dus steeds van het kind waarheid, rechtvaardigheid en plichts betrachting. Goed'1 voorbeelden kunnen ook hier ontzaglijk veel uitwerken, goede verhalen eveneens. Maar men behoede het kind voor den invloed van lectuur, die slechte1 beelden voor den geest toovert; /.ij kan zeer groot kwaad stichten. Men zorgc eindelijk voor oom-oud. Niet te : veel speelgoed: groote bezittingen verslappen zoowel kinderen als volwassenen. Alleen door ' te veel genietingen kunnen kinderen reeds op zeer jeugdigen leeftijd nerveus en blas zijn. Zenuwachtige kinderen en volwassenen ' vinden steeds baat niet bij veel genietingen doch bij geregelelen arbeiel. Xervoushcid is vaak eenvoudig het gevolg van gebrek aan ! passend werk. Dan ontstaan ei1 verkeerde emoties en -'.chüningcn, uitbarstingen van toorn i'ii \\ r.'k. De ei \aring heeft het geleerd. ilat niets iii-.\r den wil ste'rkt, elan geregelde bezigheid. Xog een opmerking ten slotte. Men moe't niet denken, dat alle kinderen van een zoogenaamel nerveus temperament" maar plompweg ziekelijk" of abnormaal" moeten worden genoemd, lied kan niet ontkend worden, elat juist einder zekere nervousen" de schrander ste en fijnste koppen worden gevonden ; hun meerdere gevoeligheid, grooter combinatievermogen en rijkere phanüisie maken, dat ze iijner onderscheiden e'n verband zien tusschen dingen, die voor meer stabielen niets met elkaar te maken hobbon. Er zijn norveusen, elie moesten worden aangekweekt, alszeniet werden geboren. Namen wij hun eigenaardig heden weg, stel dat wij dit konden, dan zouden wij elaardoor den vooruitgang belem meren in wetenschappelijke ontwikkeling. Wij dienen die eigenaardigheden voorlief te nemen. Toont e>eii kind dus eens wat. groote1 gevoeligheid, dan behoeft dat nog niet dadelijk greiote zorg te wekken. Waakzaamheid is elan echter plicht. _ 11. DEICI.MAX. Eenige dagen geleden liet '/.. II. l'ius X, de tegenwoordige pain, eene iie>ta zenden aan den ..Doyejn du corps diplomatieke" van ecHO groote mogendheid waarin ele wensch uitgedrukt werd. dat: dans les re'eeptions et soirees e>!lieicllcs auxipiellts prennent part préhits et cardiiuuix. les femmes veuillent bie'ii 'i'lujtlt'ï' mi déi'oUelé/j/'/.s il'xt'i'd.'1 Het is eene overoude quaestie en eene eigenaanlige, waarom evn japon elie aan elen hals M' il Ie JÊstof heeft, meer i/ek/,-f<l is, dan eene' elie tot aan de keel elie-htgeknoopt wordt, men zou zoo zeggen e lat heit de moeite nie1! waard is er over te elenken of te spreken, veel minder: te xrlu-iji-eu ; en toch se'hijnt 't gewichtig genoeg te zijn om eloor 't hoofd der li. C. Kerk behande'ld te worden zelfs in onze1 .\\ste eeuw en om voor velen ee'ii gewetensbezwaar uit-te-niaken. Ik herinner mij ook, hoe een paar jaar gvlcden de deichte-fs van tmz<:n ..premier" i?!j e.ip een bal-invilatïc van 't hof. zich lie'te'ii oxcuseeren, omdat het, te'ge'n haar principes streedt, zich ..laag'1 te kleiden on dit toch ele' aangenomen jitjiim-xtiil was voor die gelegenheden; zij zeide'ii dus, aan onze jonge veelbeminde Koningin: Wij keuren 't af, zooals Vwo Majeste'it en l" we Moeder en alle1 dames aan 't .hof zich e.ij) avond-feesten kleoelen", en de Koningin, vol eerbied voor elke opvatting, toonde zich hoegenaamd niet gekrenkt, zij -Haat daarvoor te hoog en haar opvoeding is daarvoe.ir te veelzijdig veranderde de iV'-invi(atte in t/m'-ijiritutie met miiu/t'/ini/i t. Gelukkig dat het wande'i-toilet in o/o n tijd in tegenstelling met het begin eler vorige eeuw ji'eY-goelocolleteeret is! Jn elien goeelmoedigen" tijd zag men er zooveel kwaad niet in eai ik bob elikwijls hooreii beweren elat teienmaals alleen vrouwen met magere of loelijke1 halzen of umie- vrouwen zich warm maakten over 't onzedigo van uitge sneden japonnen". Uier komt weer eene persoonlijke: herinnering bij me op: Xa on geveer twe'C jaar het meisjesblael Leüe- en ll<>zeliin]>iii'n gvreeligeerel te hebben vroegen de Uitgevers mij een portret om aan ele abonnees te verkoopen : op ele photographie die ik toen pas had laten maken ontbrak juist ook tk'ii centimeter stof aan den hals, in 't vierkant, van voren, tegen den nek was een opstaande kraag; ik denk dat 't toen zóó de mode was .... ik zond dit portret aan Xijgh en van Ditmar; bekommerde er mij verder niet om .... maar ontving op zekeren elag een aangeteekendeii brief van ee'ii mij onbekende dame uit Zwolle mij een reproductie van dit portret zendende met he't bijschrift: deze kleoeling past meer voor eene lial-Mubicl-'lHiiferes dan voor ele schrijfsteT van e'e'ti meisjesblad, ik zend het terug met ele uitdrukking mijner diepste veront waardiging." liet se'hijnt dus wel elat er, in alle lauden, eenige menschen zijn die iets" vineion in ongeelekto vronwenhalzen. Jjem Keineii int Alles rein is zeker op deze lui niet toepasselijk. Maar zelfs in de weresldsche, veel uitgaande kringen, waar het ,.d<.Volleté", in elen winter, avond aan avond ,.a l'orelre du jour" is, zou men 't (nnjcjiaxt vinden, shocking" aan een ontbijttafel of op ecu jachtpartij. . Toch heeft in onzen tijd de hydrotherapie en chirurgie er veel toe bijgedragen om bet menschelijk lichaam, zelfs onbekleed, minder aanstoot te doen geven en ik geloof niet elat onze inoilerne vrouwen, zooals de Virginie" van Bernardiu *de S t. Pierre, liever zouden verdrinken elan een zeer primitief costuum aan te leggen. De mannen zijn critise'her, onverschilliger voor de charmes tëminins" zooelat de vrouwe'ii minder genegen zijn : broed in 't venster te leggen, elat toe-h niet gewaar deerd wordt." Zelfs schijnt liet in onze inoilerne samenleving wol wat -ingeleel-il, e.m zooals de' dochters van elen Premier f.'!) uit ..principe" geen lage japon te willen dragen; elit moot toch gepaard gaan met 'tielée elat haar halzen en schouders zeer verleidelijk zijn...!?) De geestige chroniek-schrijver in de V'njnïo Marcel Prévost. zegt a propos van de nota uit 't Vatikaan : Onze1 heelendaagsche onverschilligheiel voor lage japonnen was niet altijel eve1!! groot: in ele 17de 011 Jsde eeuw gebeurde he't dik wijls dat van de preekgestoelteii togon de bloote halzen wenl uitgevaren. Mem herin nert zich hoe ele Dauphin een slok wijn spuwde in de lage' japem eener dame; en '.meer uit onzon tijdi het gezegde van den jongen Kavignan (vóór zijn intrede in het klooste'r) _ die aan tafel naast een geelocollcteerd meisje zat on goon hapje ut. .. zij vroeg hem vriendelijk: ..l" hooft geen honger, mijnheer"? Hij antwoorelde : V hooft geen zedigheid, mejuffrouw !" De geschiedenis meldt niet of 't meisje in snikken uitbarstte of wol dat zij haar tullo rok als fichu om haar hals opnam, of wel dat zij opstond en bij haar moeeier ging, die ele japon had laten maken. In onze dagen schikken de vrouwen zich naar dj omstandighoelen, naar de kriusen waarin zij uitgaan; hot is gemakkelijker mooie kanten en mooie- sieraden te heb ben dan mooie schouders; ele' dames volgen dus eenvoudig ele modo zonder zich af te vragen of zij iets moois e.f leelijks bedekken, ele meeste1» toouen liever dat'/ij kostbare kant en ede'lgesteenten bezitten dan een goe>d gomodelleerde'ii hals. 7oo zal ele breve" van l'ius X zoneier bezwaar ingang vinden in de hooge kringen en zullen de kleine heillandsehe burgerjuüroiiwen zeggen dat ele> Paus gelijk hoeft", zelfs al dwepen zij niet met 't Opperhoofd van 't Vatikaan. C.miKIÜ.VE Aï.ïiEKBI-VCJK ! Aiitiniu'tte Sterling. Lady Tronbridyr. !>f. liosn l'ittuita. Anna Judic. '. Te iittwnstett', mj van fraaie kunsten te Itmue. De beroemde alt-zangeres, Antoinette Ster ling is den l (Men Jammi i j.l. te Hampsteae l overleden. Zij was 0011 bescheiden, beminne lijke eu streng-goelsdienstige vrouw. I'uriteinsche eenvouei sprak uit haar kuiist-opvaó, ting, uit haar kleeding en geheel haar vertol king. In een oratorium meewerken, ter eere van haren schepper jubelend doen uitschallen haar heerlijk geluid, was haar opperste vreugde. Antoinette Sterling heeft dikwijls gezongen voor koningin Victoria, die eea ; groote vereering koesterde voor de begaafde ' kunstenares; de koningin gevoelde buiten gewoon veel sympathie vcor de geloovige vrouw, die ongekunsteld ernst eu wijding \ legde iu de voordracht harer liederen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl