Historisch Archief 1877-1940
DÉAMlST-ER DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nt>. 1388
ven. D^ïl%»gstö-noteering van £e 4 pc.
obligatiën js 162)4..
De zelfde reden, die de koersverbetering
-van dé» vorige week voor de Bussen deed
?verzwakken, hield ook de voortzetting van
?de stijging van .dévorige week in
deameriiaanscfre' sporen tegen. Daarbij -kwamen
enkele minder 'gunstige netto-ontvangsten
over Dfecembe? ;«.aïvoor de Erie. Toch zijn
over 'tf algemeen de koersen nog ietwat
hoogep dan dévorige week. De certificaten
van aandeeleii Wasbash verbeterden van
37% tot 38SS, en de debt. bonds van 64%
.tot 66%. 't Meest ateeg de Baltimore en wel
'80 tot 85 M- "De Leopoldina avanceerde van
oO% tot 52.*«De derde week ,T?an Januari
gaf een oatvangst van 16 dtrizencl pond tegen
10 duizend in het vorige jaar 'in die week.
Amst, Marnixgtr. 409. l .,?T . Jfl. ,
Bussuni, Bofheo". \ 2is JaU 04J
. .f
IMIIIMIHIIUMHHIIllllllItllIliiiiiiHlllllilllllllllllllillllllimHIIMIIIIIItMII
De Blinister van Binn Zaken
over de Vereenvoudigde.
In de vergadering van de 'Tweede
Kamer op Weëjasdag 16 December 1903
heeft Minister ^Kuyper het standpunt van
de Regeering ten opzichte van de ver
eenvoudigde spelling en verbuiging uiteen
gezet. £.E. verklaart zeer juist dat hier
te laade" aangaande de spelling een
voortdurende- worsteling bestaat,
erterzyds om de Aistories afgestorven lede
maten in waarde te houden, en
4nderzjjcjs x»m die niet meer in de gewone
spreektaal gebezigde ledematen op zijde
te zetten! De regering "moet daarin nu
onzijdig staan" en de spelling van De
Vries en Te Winkel blijven volgen, totdat
'het grote Nederland" de vereenvoudigde
zal hebben aangenomen.
Met betrekking tot openbare scholen
en examens sprak Z.E.: Het onderwijs
in lezen en schrijven strekt om de grote
massa van het volk in staat te stellen
om te lezen wat er uitkomt. Wanneer
men nu het percentage vergelijkt van
De Vries en Tc-Winkelse spelling en het
percentage dat uitkomt iu du" vereen
voudigde' spelling, dan vindt men zeker
95 pCt. tegen .nog geen 5 pCt. en dan
ligt het in de aard van de zaak, dat de
overheid haar roeping niet zou verstaan,
indien zjj op de school niet die spelling
deed onderwijzen, die in staat stelt om
de geschriften die uitkomen te lezen,"
IS" u is'het de vraag of kennis van de
spelling van D. V. en T. W. werkelik
zo hoog noodig is om geschriften die
uitkomen te kunnen lezen. Was dat het
geval dan zag het er droevig uit voorde
meeste landgenoten die alleen lager
onderwijs hebben genoten, want do meer
derheid van hen zit danig ai de war bij
Tbet opgeven van het M. of Vr. geslacht
yan de meeste zelfstandige naamwoorden,
bij de spelling van de dubbele of enkele
e en o in open lettergrepen, bij de spelling
van de als s uitgesproken se/;, bij het
gebruik van de yerbindings s en n enz.
enz. En toch kunnen zij wel boeken lezen
in de spelling van D. V. en T. W. en
in die van Bilderdijk, en in .die van
Julitts PruUelman Brommeyer.
Ik moot zeggen,
dat mijn
gouden-galapak met
edelgesteentön mij iu 't dragen
niet is tegengevallen.
Toen ik er op het
gala-diner mee aan
tafel zat, hinderde
het me alleen een
beetje bij het soep
eten; ik kon geen
gelijke maat hou
den met de andere
omdat mijn
niet zoo gemak
kelijk buigen wou,
en zoo had ik mijn
bord nog maar half
leeg, toen de Konin
gin-Weduwe haar
lepel neerlei: maar
daar ik voor 't ver
volg een beetje op
dat incoiivenient re
kende bij het opschoppen, en wat kleinere
porties nam, liep bij mij alles even vlug
van stapel als bij 'i overig ge/elschap. De
Kanitz, die tegenover mij was uex.etdi,
zwelgde in de eer, dat hij eens een lijntje
met mij trekken mocht, manr keek daarbij
veel meer uog naar do scharlaken-roode
leeuwentongen op mijn boi'sf. dan imar mijn
expressief gezicht, dat hij, na zooveel
intieme ontmoetingen, al van buiten kende;
en een hofdame, die naast hem /.af, hoorde
ik fluisteren: nu, mijnheer de grootmeester,
wat is u nu kleiumeester, waar twee dia
manten als knikkers n togonfoiikeleii en uw
gouden halskraag bijlichten, als waren het
twee heusche sterren aan het tirnianent!"
Of do lianitz dat aangenaam vond. ik be
twijfel het; maar hij glimlachte, zooals ieder
glimlacht, gelijk dat aan 't hof gewoonte
is, ten bewijze eener educatie, die alle
gogoigneerdheid te boven gaat. Verder wil ik
alleen nog vernielden,dat,toen ikvoordeliooge
Jubilaris verscheen, om haar mijn compli
ment aan te bieden, ik duidelijk heb gezien,
dat zij een lichte beweging met liet hoofd
naar achteren maakte; en even do oogen
dichtkneep; terwijl ik meen bespeurd te
hebben, dat later l'rins Hendrik, onvoor
bereid op zoo veel scliitterinir, als daar van
mijn body afstraalde, onwillekeurig naar
zijn admiraalssteek do hand ophief, om die
op te lichten wat gelukkig niet gebeurd
is, daar juist bijtijds de liefelijke verschij
ning van H. M. deze inbreuk op de etiquette
-voorkwam.
Toch is 't niet allemaal plezier, dat je
van zoo'n'ding beleeft. Je krijgt last van de
nieuwsgierigheid van 't publiek. In do eerste
dagen bleven troepen slampampers hier voor
Ulijn huis stilstaan, alsof ze dachten, dat ik
het voor de glazen zou hangen : en ik heb er
zelfs met v. Leeuwen over gesproken, onj, net
Siegenbeek, en in die van de
StatenBijbel. Maar als zijzelf moeten schrijven,
maken zij fouten tegen D. V. en T. W.
in menigte. ?
En wat het percentage betreft, is het
zeer de vraag of die maatstaf juist is.
Meüigeen is "al sedert" jaren gewoon de
spelling D. V. en T. W. luk of raak te
vojgen -en gaat' daar nu niet van af. Maar
hij is .toch 'voorstander van de vereen
voudiging, ota het onderwijs te ontlasten
van -het van buiten lei-en van die
overtalrijkèspel- erf geslachteregels met uit
zonderingen, die'nodeloos tijd ontroven
aan het eigenlike taalonderwijs. Dan zijn
er een aantal schrijvers, die voor hun
handschrift ruimer betaling ontvangen
als zij, tegen hun zin, -de spelling van
D. V. en T. W. behouden, omdat de
uitgever vreest, dat de vereenvoudigde
spelling afbreuk zal doen, aan het debiet.
Eindelik zijn er duizenden, die de vereen
voudigde zouden: gebruiken, als zij niet
vreesden daardoor bij examens of sollici
taties achter te worden gesteld.
Z.E. heeft zich om inlichting gewend
tot de inspekteurs van het L. ., die
eenparig van gevoelen waren, dat het
lezen en schrijven moest onderwezen
worden in De Vries en Te Winkelse
spelling."
Zeker het is geheel verkeerd (en zie
daar het bezwaar van de Inspekteurs),
dat een klasse bij verandering van onder
wijzer", dan volgens de ene en dan vol
gens de andere spelling moet schrijven;
maar daar zou gemakkelijk tegen te waken
zijn. Wat kwaad steekt er echter in, dat
kinderen alleen de vereenvoudigde leren ?
Kunnen zij dan niet lezen wat volgens
D. V. en T. W. gedrukt is ? Onzin:
evengoed als zij, die alleen in de oude
spelling zijn onderwezen, geschriften in
de Vereenvoudigde kunnen lezen en ver
staan.
Maar zijn nu de inspekteurs de per
sonen die over het taal- en
spellingonderwijs het best kunnen oordelen ? De
voornaamste taalkundigen in ous land
maken onderscheid tussehen spelling on
taal, achten het uit een wetenschappelijk
oogpunt nodig om de afycstorcf-n
lede?maten, die niet weer in de spreektaal
gehoord irorden niet meer te" schrijven,
terwijl de ineorderheid van hen, die bij
L. en 3L O. JVederltind.se taal onder
wijzen, en dus zelf dag aan dag voor de
klasse staan, er vóór zijn 0711 het verba
zend aantal regels met uitzonderingen
voor spelling, woordgeslachten on ver
buiging van D. V. en T. W. gedaan te
geven, en hut hersenloze gepeuter met
regels over dode ledematen te vervangen
door werkelik taalonderwijs.
Jfoo eenvoudiger do spelregels zijn, hoe
meer kans er is, dat in ons land de
oenheid van spelling en verbuiging komt,
die onder de heerschappij van D. V.
en T. W. niet heeft bestaan en niet
kan bestaan,
Aangaande dit onderwerp vindt Z.E.
nog dat er niets tegen is wanneer een
onderwijzer on school" aan de kinderen
als Kuyper na do staking, een politieagent
op stoep te zetten: maai' hij zei, dat dit niet
noodig zou wezen, zoo lang ik niet in
mijn pronk uit wandelen ging; wat voor
Kuyper natuurlijk heel iets anders was
geweest; want wat voor jasje hij ook
aantrok, hij stapte altijd, voor ieders
geestesoogen, getooid met den helm en het zwaard
van het Gezag.
Maar behalve dat geslenter om je heen,
heb je do aanloop van al dat volk, dat maar
eon boodschap bij je weot to bedenken. We
hebben nog nooit zooveel aanloop gehad,
zei Jnlia van de week; van al je vrienden
is er niet n weggebleven. Kn 'tiszoo.de
schel staat haast niet stil, nadat de kranten
or met zooveel omhaal van woorden, en met
ecu verbazing, alsof or eon nieuw soort van
Azteek in de Bocht was komen wonen,
molding van hadden gemaakt, hoe ik, door
mijn optreden in galacostuum, het feest in
den Haag luister heb bijgezet. Xoo kwam
gisteren Qmiek nog; hij had me al veel
vroeger willen opzoeken, heette het-maar
zijn ye/ondhüidstoostiyid had hom verhin
derd : hij moest mij bepaald spreken, nn
hij op zijn ouden dag Commissaris van do
} Koningin bij de llandolmaatschappij was
geworden. Ik zou hom wel kunnen zoggen,
meende hij, wat nu eigenlijk de handel van
de hamlelmuatsehappij K want or was geen
vak, waarvan hij g"diirondo zijn goheolo
loven vorder verwijderd was irebleven, dan
i vau den ossentieeien handel, vooral van kolo
nialen liamh l, hij wist op zijn bost wat witte
? peper on wat eopral is ... on hij wou op zijn
loefujd dan toch niet m'aug oen maltiguur
! Xu wa» dat wel uoen praatje voor do
; vaak maar het spreekt van zelf, hijliad
dat even goed bij eon aiulor kunnen
informoeron. en 't eind van de zaak was, dat hij
toch ook dat galapak wel eens wilde zien.
Niet anders was hot mot Klaas - - dio mij
zijn Kconoinist-art'.kelcn kwam aanbieden...
Ach hemel, hij verlangde zoo. dat er voor de
partij toch eens betere dagen zouden aan
breken --- want dat gezeur over de openbaring
j begon hom zoo verschrikkelijk te vervelen:
j maar op eens brak hij zijn zin af en zei: Och
| heere, mijnheer Krommoijer, wat heeft u daar
\ oen mooie ebben houten kast! HIJ had natuur
lijk van oen ander al gehoord wat er in was.
M.aar 't aardigste hield zich nog Bijloveld,
niet wien ik kennis gemaakt had na do ver
kiezing hier, waarin wij, in don naam van
~V\ illcm don /wijuer hem verkozen hebben,
| in do plaats van don soeiali*t . . . Hij wilde
i mijn advies inwinnen ten opzichte van hot
j benrsspel, in verband met de afschaffing
vau de Staatsloterij; kwam zoo
allergo,inpedolijkst op don verkoop van Jozef door
zijn broeders noemde merischenhandel nog
j veel era-er dan termijnhandel.. zelfs dan
windhandol . .. en vroeg toon, of ik ook een
! ineoning had over do kleuren van Jozof's
rok; en, vóór ik het zelf iii"rkte, had hij
't over mijn gala-costuum... «'i s t me te
, bewegen, mij tweeden Jozef, door mijn
behalve de spelling van D. V. en T. W.
ook de vereenvoudigde leert. Dat is een
stapje in een goede richting, die voor
zeker door menigeen zal worden inge
slagen.
Wat de examens betreft sprak Z.E.:
Wanneer iemand op een examen pre
fereert te schrijven in de vereenvoudigde
spelling, dan is er geen enkele reden om
te zeggen: gij moet in de spelling van
D. V. en T. W. schrijven; maar wel
heeft de examinator het recht en de plicht
om te onderzoeken of hij met de si>elling
van D. V. en T. W. goed bekend is.
Door hem een opstel op te geven, zal
hij de proef kunnen nemen of'do exami
nandus met do spelling van D. V. en
T. W. bekend is."
Die verklaring brengt do vereenvou
digen een eind nader tot hun doel. De
examenkommissies hebben dus geen
recht meer om, zooals vroeger wel ge
schiedde, te eisen dat bij al het sehriftelik
werk de spelling van D. V. on T. W.
moet gevolgd worden. Moeilikheden blij
ven er echter nog over. Xiet alle D. V.
en T. Wiukelaars schrijven dezelfde dode
ledematen. Als nu.iemand op een examen
schrijft: Hij zag eon vogel op een tak
van zijn boom", kan de examinator hem
dan drie fouten aanrekenen omdat hij
niet, in strijd met het hedendaags Neder
lands, schreef: Hij zag eenen vogel op
oenen tak van zijnen boom ?
Al neemt hun aantal af, werkelik zijn
er nog mensen, die niet weten of niet
kunnen begrijpen, dat spraakkunstige be
trekkingen veel duideliker en juister wor
den aangewezen door voorzetsels en woord
orde (Frans, Engels, Deens) dan door
verbuigingsuitgangen (Latijn, Duits.)
Sommige oxamunkommissies voor do
onderwijsiikte bevorderen het
onnatuurlik lezen doortc verlangen, da-t do exami
nandi niet lozen zooals do beschaafde
uitspraak is, maar zooals er gedrukt
staat. Hindert het volstrekt niet, als men
iemand uit de oostelike provincies do
slot-» vau onbepaalde wijzen ouz. op de
hem eigenaardige Tuanicr hoort uitspre
ken; indien iemand die niet opgegroeid
is in een omgeving wactr men het gewoon
is, dat zoekt na te doen, spreekt of leest
hij hinderlik gemaakt. Bezoek nu eens
normaalsclioleu dio ouder do dwang staan
om bedoelde; slot-« bij het lezen duidclik
te laten huren, dan zal het de aandacht
trekken hoe oimatuurlik gemaakt daar
door menig leerling gelezen wordt: Wij
vondeX bij de.V grotoX stoel coneX
oudeN brief." Als die leerlingen sproken,
zoggen ze heel gewoon: NVij vondo
bij do grote stoel een oude brief." Wat
een wanbegrip moeren die leerlingen
wol van hun moedertaal krijgen '
Dat de Kcgoring geen spelling voor
schrijft is ook wotenschappclik volkomen
gerechtvaardigd. !Maar op volkomen ge
lijkstelling van de Vereenvoudigde met
het systeem-De Vries en" Te Winkel
moeten wij blijven aandringen.,
Taalvorwarring :* De vrees is niet ge
grond. Als de een nog schrijft luxxje
boomen, de ander hoge bomen, raakt dat
de spelling, maar niet de taal.
Intussen, we zijn nu op weg om na
niet al te lange tijd do overgangstoestand
te verkrijgen die in de worsteling tussen
de spelling van Siegenbeek en die van
D. V. en T. W. bestond, namelik dat
met laatstgenoemde do Vereenvoudigde
op gelijke voet wordt behandeld, on zowel
onderwijzers als examinandi de keuze
hebbon uit die twee.
A. M. KOLLEWIJX, IS". Z.
uitmuntendheid boven allen gekleurd, hem
het gewaad to vertoonon ... waarop hij voor
de geopende garderobe zich op de knieën liet
vallen, on beurtelings mij en don statiorok
aanziende, uitriep: hoe waarlijk schriftuur
lijk is toch dat iralapak!
Van dien aard was do extase van do
moesten niet. Kon van de lui, maar dat
was er dan ook maar n, schoen het ding
nog niet eens moe te vallen. Hebben zo
daar nu zoo'n bombarie over gemaakt, zei
Christiaan van Lennej), die zich als Jonk
heer aan mij kwam voorstellen, ik heb in
Oostinje nog wol wat anders uezien! Verder
sprak hij or niet over, maar des to meer
over zijn Jonkhoerschap. Hij is eon van
do weinigen, dio er graai: uitHapt wat hij
meent, zonder or doekjes om to w inden ;
ik mag wel zeugen een geestverwant van
me, en dio zich dan ook, zonder dat het hom
al te erg misstaat, me met ,,jo" durft aan
' spreken. Och ja, zei hij, wat heb ik nu
aan zoo'n schijntje Aan adel! 't Is of zo
i je voor den mal willen houden -- ik bon
er niet zeker \aii, dat hij niet eon ander
woord gebruikte ?-- om je op je 73>te jaar
tot ./oW.-heer te maken. Nietwaar,
Kromj moijer, als ze jou en mij je rhuiiiatiok on
jo pootje wisten uit ie drijven, dan had jo
er nog iets aan ; i;:aar nu je kreupelt, zoodat
je je cia'eii doodkist niet moer kunt
ontloopou, 't is r.ie ecu comedie van do hol !
Neen, als ze dan wat hadden willen doen,
was het hun pli, ht uewoesf, me ton minste
tot baron te proiiiovocron. Maar watuatmo
ook dut l' Xe kennen me allemaal, en ik ver
anderde or iu do onheil van de lui niets door ;
zij zouden zoüven, kijk. daar heb je uu
('hristiaau vau Lonncp. oen baron, omdat luj don
ouden Jacob hot ph'i/.ier u'edaan beeft van
e-oboron to worden en niet uit te knijpen
vóór 11)04! Ja, je dochters bobben or wat
aan, zoolang zo nou' in do jaren van nuttig
heid zijn, on op of na de kostschool zich ('reuk'
i kunnen laten inicnien, maar, goddank, do
mijnen kennen dat niet: en je zoons, dio is
't geen snars waard of' 't zou moeten
wezen om eon baantje to k rijn-on - - wat
: do mijne niet nuodiü' liebbeii, d;i,-ii'\ oor zijn
; 't van Lennoppru dat is genoeg. Neen,
Bronimeijor, dat aoadel moest uit zijn, finaal
uit, net als 't paling-trokken on het
katknujipelen, of 't vuurvroton op do kermis
i wel te verstaan bij jo leven : maar waar
ik vóór zon zijn ': /ooals jo heiliu' kunt
verklaard worden na jo dood, zon je, stel
b.v. twintig jaar na je begrafenis, in don
adelstand moeten verheven kunnen worden.
Niet je zoons on je dochters en de hcolo pau,
die er later komt. maar jijzelf alleen. Dan,
kerel, zou 't tieeu kwaad doen: ze zouden
jo oiuen ijdelheid on die van jo nakome
lingen er niet mee kunnen oppoken. /on1,
i wat zou dat aardig' in do
S/inifxeoiininthebben gestaan : ]>ij Kon. besluit van don
zooveolsto in den adelstand verheven met
het prodika.-it van (iraaf b.v., wijlen Jacob
van l.onucp. Kn «'al zien do lui nu iu
Maurits on mij... on onze kinderen, als
NIEUWE UITGAVEN.
Tijdsvlirift van het Koninklijk Nederlaudsch.
Genootschap voor munt- en pemiingkunde,
12e. jaargang. Amsterdam, Joluinnes Muller.
Prof. 0. Ciiux, l'U de diepfnider Wereldzer.
met pi.m. 480 af b. naar foto's in den tekst,
O platen iu kleurendruk, 8 heliogravures en
1)2 groote autotypicn voor Nederland bewerkt
door dr. P. (I. BUKKET.S, compleet in 15 afl.
Zutfeii, \V. J. Tlaeine & Co.
Theorie der waarde, kritiek op do theorieën
van Rodbertus, Jvarl Marx, Stanley Jevons
en Von lïohm-Bawerk, door CHKISTIAAN
COIÏNEI.ISSEX, Nederlandsche uitgave. Amster
dam, U. J. \V. Becht.
Studies in volkskracht, Ie serie, nummer IV.
Rassen, volken, staten, door prof. H. KEEX.
Haarlem, do Erven F. Bolm.
lift IlollandscliE landschap in ontstaan en
wordiny, door dr. JOHAXXA UK Joxuu.
's-Gravenhage, Martinus N ij hou'.
EI.IK METCHXIKOFF, De onevenredige ontwik
keling der ineiisclielijke natuur, grondoorzaak
van ons gebrek aan levensgeluk. Vertaling
van llKN'DY ESIIUYS. Met afbeeldingen buiten
den tekst. Amsterdam, C. L. G. Yeldt.
Het beloofde Land, naar het Xoorscli, vau
AT.VILDE PKYDIÏ, door 1). LOCEMAN-VAN DER
WIU.IGKN-. Amsterdam, H. J. W. Becht,
Arbeidswet l'J04", Ontwerpvan H ff, zooals
.dit bij Koninklijke Boodschap van Jauiuui
1904 bij do Staten-Generaal is ingediend,
gevolgd door de Memorie van Toelichting.
Haarlem. II. J). Tjeeuk Willink <$: Zoon,
ti'uit \'inceiitiui<. Oratorium voor
geincngdcn kinderkoor, sopraan-, alt- en baritonsolo
met orkest en orgel, gecomponeerd door M.
H. VAX 'T KHVI.IS, te Groningen,
klavieruittroksol met zang. Firma P. JS'oordholl' to
Groningen.
\\in de. school la-I leren -in! Leesboek voor
herhiilinijsteholen en scholen voor voortgezet
lager onderwijs, door U. ZUL.STHA: Tweede
doolje. (In don strijd om het bestaan).
Uroninjion, J. B. AVoltcys.
'» Mi iiKclieii ei i-tiiit/i:i'oi'di'lïjk}it'!d. ' \VurkUiig
of werker?) l "itgegeven door do Vereeniging
tot verspreiding van stichtelijke blaadjes.
Amsterdam, van Uolkoma it \Varcndorf.
liet ijeiiieeitti'-arrhief. Verzameling van be
scheiden voor do gemeente, voor do
gemoenteadiuinistratie. (ironingen, J. B, Wolters.
De Architectuur in bare hoofdtijdperken",
door lluxui F.VEKS. Afl. 7. li;i:uiil'n(M en de
Islam. Groningen, J. B. \Voltors.
-:;- ?*?
Inhoud van Tijdschriften.
De, A";V»)tv dVt/*, Dec.: Hot dienst meisje,
door cieorges Kekhoud. Verzon, van
VVilloni K loos. Adèle v. Boukonrode. door J'.
Hora Ailoma. Arm leven, van Keyneke
v. Sttnve. Geertje, door J. de Meester.
Verzon, van Keyneke van Stuwe on van J.
lleddingius. Literaire kritiek, (Hot Vader
land, door Karcl van do Woest ijnej, van
YYillem Kloos.
De Nieuwe Tijd, No. l : Wat staat nu
tedoen ? naar aanleiding van het N. A. S., door
H. Spiekman. Hutnbug en' reactie, door
F. v. d. Goes. De beroepstelling van 1899,
II, door W. H. Vliegen. Gemeentepolitiek
m Engeland, door J. K. v. d. Veer.
Diamantstad (fragment) door Herm. Heijermans Jr.
Marx en het determinisme, door H. Gorter.
Politiek, door IJ. Koland Holst en F. v.' d.
Goes. Bedrijfs vervormingen in de Gronin
ger veenkoloniën, door H. Spiekman. Varia.
door F. v. d. Goes.
Van eigen Bodem, overgedrukt uit het orgaan
voor weermacht en natie (de militaire Gids).
De grondslagen der krijgstucht. JSieuwe
Duitsche denkbeelden. Een Hollandsen
vlugschrift, Kazerne-tucht. De parade
pas. Het leger als gezagsinstelling.
Volksweerbaarheid. Allen weerbaar en het volks
leger. Middel en doel. Militaire voe
ding. La garde meurt, mais ne se rond pus.
Het inilitaire Spectator-nummer van Augus
tus. Onze jongste militaire strafwetgeving
verouderd. De ontstemming in het leger.
Onder de korenmaat. Het exerceeren als
opvoediniddel. Beroep en militie. De
waarde der traditie in het leger. Uniform.
Den Gulden Winkel, 3e jaargang, Xo. 1.:
Bhakespeare in Xederland. Het Shakeapeare
gezelschap en do Shakespeare jaarboeken,
door J. H. Kössing, (met portret). Koger
Actoji, door Joh. H. Been. Oude boeken,
door F. Bezemer, (met ill.) Vlinders, door
Piet Vluchtig, (met portret). Boekenstroom,
door Jan Feith. Keur, door Top Naetf, J.
Tergteeg, jhr. II. Schorer, Parvus en W. D.
van Iloogenhuyac, (met 2portr. en l ill.).
De Vrije Tribune, afl. 1. : Gustaaf
Vermeerseh, marktdag. W. Essor, Verzen.
Albert Rohm,Het wedgezang. Piet Koomen,
Winterliedje. Idem, Nachtliedje. E.
Scballinck, Productieve associaties. Jef
Memckens, Heimkehr. J. J. lloogewerlf,
Vegetarische causeriecn. Willem Gijssels,
Morgen.
J>e Natuur, löJan.: Een woord vooraf, door
/. P. Bonman. Jacht en vis-clierij in de
waterwereld, door dr. A. J. C. Snijders.
Electrische treinen met groote snelheid, door
dr. /.. P. Bonman. Wetenschappelijk onder
zoek ter zee ton bate van de visscherij, door
A. D. Hagedoorn. Iets over do
fimdeeringskwestie van het westelijk viaduct van hot
(Vntraalstation to Amsterdam, door J. II.
Rückert. Ken merkwaardig dierlijk extract,
door dr. K. G. Kijkens. Do purper-reiger
en de roerdompen, door J.. Daalder I)z. .
Mededeelingen betrotlcndo de
luchtscbcepvaart, door 11. Vreedeuberg.
Bewogingsfotografle met X-stralen, door P.II.Eijkman.
De onlioorbare motronoom. Eonvoudiso
])roevon, rust en beweging, door dr. A. J. C.
Snijders.
l'/ir/en Haard. Xo. 5: In de Branding, door
Marie, de Xegri. V. Onze Fotogravures,
met afb. naar schilderijen van Itembrandt,
Hackaert en Van de Velde, Meindert
Hobbeuia en Jacob van Ruysdael. Over volts,
amjières en nog wat, door dr. E. van der
Ven. Bevordering van het
Woningvraagstuk door do lïrina Fried. Krupp, to Essen,
door M. P. de Clercq, met afb. (Slot).
Frans Cocnon f -M Dec. 1S2G?24 Januari
l'..'04, met portret. Frans Cotnen, naar
de schilderij vau Tbércse Scbwartze. Ver
scheidenheid. Feuilleton.
droegen wij do talenten van don ouden heer
de wereld door !
Ja, antwoordde ik, wat jo daar zegt, komt
me niet verwerpelijk voor. Hot beroerde van
het geval voor jou is, dat ze jo in den Haag
nog te voel een gewoon nionsch vinden, om
te begrijpen, dat dio verlakken) jo erg on
aangenaam moet zijn. MIJ zullen zo dat niet
bakken, /o weten wel, dat, als ze me een
predikaat wildon thuis sturen, dat minstens
Prins" zou moeten wezen, en ik holioef je
niet to zoggen, zoo lang Prins Hendrik de
eenigo I'rins is, dien wij rijk zijn, gaat dat
niet. Kn tegen jou gozeid, dat is een roden,
waarom ik wel eens hoop, dat hij dat maar
blijven mag: want kreeg ik werkelijk? zoo'n
brief van adoidom thuis, ik gevoel nu al,
dat ik zoo goed als zeker hom met de punt
van mijn laars tornt; zou wippen naar den Vij
verberg, waar vandaan hij gekomen was.
Xeen, zuchtte Christiaan, dat kan ik niet
moor : heel mijn geslacht sleept dat nu
in 't vervolg als een eeuwige krankheid mé:
Kuyper, die den eersten trein den beste
had u'oiioiiion, om zich bij mij te komen
bokhiii'on over Sjoerd, die hem indoKerste
Kamer had ueatta<|iieord, sprak ik over
Christiaan's denkbeeld, oni iemand eerst
eenitz'on lijd na zijn dood iu don adelstand
te \ erheii'en. Met zijn scherpzinnigheid
snapte hij direct er al de voordeden
van ? maar helaas, hot kon niet. L bouTijpt,
zei hij, het is in dezen tijd van misdadige
w oeliiiu-en" noodiu1 don troon te omringen mot
mannen, waarop men rekenen kan. . . daarom
voeren wij hem gestadig aan ecu rij van
nieuwe ridders toe; dit lil;t geheel in de
richting van don Cliristolijken vooruitgang.
Wachtte men uu mot don ridder>li(g tot na
hof verscheiden, dan zouden wij oen adol
bekomen zonder eenigen offoctus, ou de
adolbrief zou van gelijke betookenis zijn, als
do do.-torsbiil van mijn vrije l'nivorsitoit.
Jlioi'iaeo v,'i l ik nu niot xeggen, dat liet een
prettig werk is, modo te-werken tot het
vermooi'doren van blauw bloed, /iet u, daar
huist iu me zelf van nature eon plebejer,
die alle mannen mot twee namen haat.
Daarom nemen wij dan ook alleen maar
ónnamigen, maar 't moet toch ertrens op
lijken. Hu nu niet do Yan Lenneppon lijkt
het nou' iets: dio bobben tenminste een
,,van", als Van Kol en Van Ketel, zoo dat
je onwillekeurig naar de voorvaderlijke
burcht zoeken gaat: - - maar dan komen zo
ook aan met zulke platte, onwclluidendo,
ik moet zeggen ---onfatsoenlijke nan;on...
uls b.v. dezi' «eek nog in de X'/datwotti-intt
stond vermeld Ru\ s-son-aers. Ik vraag n,
mijnheer liromineijer, hoe moot je zoo
iemand aan 't hol' prosonteeroiK' 't Kan
wel oen prolotarior-socialist zijn!
'/.(w spraken wij in 't voorbijgaan over deze
zaak, maar Kuyper was te voel door Sjoerds
uitval in do Herste Kamer gebelgd, om niet
daarover alles te zou'geu, wat hij op het
hart luid. Kn ik kon het in hoofdzaak niet
hom (ons zijn, want ik had hot ook al tegen
Sjoord zelf ge/egd : wat plaag jo nu weer
onzen premier met zijn journalistenhart. De
vent is oen knap schrijver on hoeft heel
wat kranten vol laten drukken, maar aan
dat journalisnio in den akeligen zin, zooals
dat tegen woordig bij de pers in zwang is, heeft
hij, voor zoo ver ik woet, nooit iets gedaan....
Kn Kuyper bevestigde mij dit volkomen,
Wel noen, zei Kuypor, toen ik hem
het vertelde, ik geloof niet dat, onder mijn
Jiodacteurschap, er in drie maanden tijd*
n nieuwtje in mijn XtaiidMiril kwam, dat
ik zelf, of een van mijn klerken, met geld,
vlijt of list was machtig geworden. Xooit
heb ik door een sleutelgat gekeken, of
laten kijken; ik heb niet onder een
tafel of in een turfkist gelegen, of achter
oen kamerschnt gestaan 011 het is een
voudig bij wijze van nederbuigende
vrieu: delijkhoid, dat ik dat soort van lui
mijn eon fraters noem. Daarmee zal niet
uozegd zijn, dat ik mijn kanalen, mijn
relatie* en mijn spcurhondonneus om overal
[ achter te komen, miste, nietwaar;1 l' begrijpt
toch, anders had ik geen boek van 300
bladzijden over Gods Kngelen" kunnen
schrijven, maar wat do nieuwtjosjagerij en
reportage, het interviewen, het uithooreii
en uitklooken betreft mot de lui die zich
daaraan wijden --- heb ik nooit iets gehad
uit te staan. Mijn krant was als oen
toehuis, met oen jongetje voor de bol, en een
keuken-werkmeid, soms ook, als 't heel
druk liep, eon werkster. Dio l
russelsclie drukte heeft dus niets n;ot mijn
journalistieke deuud te maken, maar wat
is 't geval r1 Moincsz hoeft makkelijk praten.
Daar wordt op je deur getikt, en daar
treedt zoo'n journalist binnen; wat doet
l"\v vriend Sjoord dan ? llij zet zich mot
zijn niiï, stijf uls oen kaars, in zijn stoel,
trekt zijn gezicht nog strakker dan het al
is, vraagt met zijn kalme zachte stem : \\at
verlangt V' Kn als de reporter dan zegt: ik
/ou l,' gaarne eens willen ^preken, steekt hij
zijn hnmeii arm mot don wijsvinger vooruit
ou zegt: ik wonsch niet te spreken en kijkt
hem met zijn sterke oogen do deur uit. Maar
ik, stel dat ik nu dat eens na won doen!
| -?zo gaven een kiekje van me in allo
illustraties - want ik imponeer niet, ik
j schrik niet af. Integendeel, als ik mijn
mond maar open doe komen ze op mij af;
het heeft er iets van, of ik ze naar mij too
lok en dan begint van zelf, vóór ik 't
weet dat rateltje hier op mijn tong, en
och, och, ik houd zoo van een babbeltje....!
Daar heeft U nu do zaak; en dan
verwijten zo mij zucht tot reclame.
On] gelukkiger kan het al niet. "Want't laatste
i woord, dat ik tot eiken reporter spreek :
'is : ? - zet dat nu toch alsjeblieft niet in
je krant. Maar dio onzalige reporters zo
' denken altijd; dat jo in je binnenste hoopt
op Inoi babbeltje en rateltje...