De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 31 januari pagina 8

31 januari 1904 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMlST-ER DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nt>. 1388 ven. D^ïl%»gstö-noteering van £e 4 pc. obligatiën js 162)4.. De zelfde reden, die de koersverbetering -van dé» vorige week voor de Bussen deed ?verzwakken, hield ook de voortzetting van ?de stijging van .dévorige week in deameriiaanscfre' sporen tegen. Daarbij -kwamen enkele minder 'gunstige netto-ontvangsten over Dfecembe? ;«.aïvoor de Erie. Toch zijn over 'tf algemeen de koersen nog ietwat hoogep dan dévorige week. De certificaten van aandeeleii Wasbash verbeterden van 37% tot 38SS, en de debt. bonds van 64% .tot 66%. 't Meest ateeg de Baltimore en wel '80 tot 85 M- "De Leopoldina avanceerde van oO% tot 52.*«De derde week ,T?an Januari gaf een oatvangst van 16 dtrizencl pond tegen 10 duizend in het vorige jaar 'in die week. Amst, Marnixgtr. 409. l .,?T . Jfl. , Bussuni, Bofheo". \ 2is JaU 04J . .f IMIIIMIHIIUMHHIIllllllItllIliiiiiiHlllllilllllllllllllillllllimHIIMIIIIIItMII De Blinister van Binn Zaken over de Vereenvoudigde. In de vergadering van de 'Tweede Kamer op Weëjasdag 16 December 1903 heeft Minister ^Kuyper het standpunt van de Regeering ten opzichte van de ver eenvoudigde spelling en verbuiging uiteen gezet. £.E. verklaart zeer juist dat hier te laade" aangaande de spelling een voortdurende- worsteling bestaat, erterzyds om de Aistories afgestorven lede maten in waarde te houden, en 4nderzjjcjs x»m die niet meer in de gewone spreektaal gebezigde ledematen op zijde te zetten! De regering "moet daarin nu onzijdig staan" en de spelling van De Vries en Te Winkel blijven volgen, totdat 'het grote Nederland" de vereenvoudigde zal hebben aangenomen. Met betrekking tot openbare scholen en examens sprak Z.E.: Het onderwijs in lezen en schrijven strekt om de grote massa van het volk in staat te stellen om te lezen wat er uitkomt. Wanneer men nu het percentage vergelijkt van De Vries en Tc-Winkelse spelling en het percentage dat uitkomt iu du" vereen voudigde' spelling, dan vindt men zeker 95 pCt. tegen .nog geen 5 pCt. en dan ligt het in de aard van de zaak, dat de overheid haar roeping niet zou verstaan, indien zjj op de school niet die spelling deed onderwijzen, die in staat stelt om de geschriften die uitkomen te lezen," IS" u is'het de vraag of kennis van de spelling van D. V. en T. W. werkelik zo hoog noodig is om geschriften die uitkomen te kunnen lezen. Was dat het geval dan zag het er droevig uit voorde meeste landgenoten die alleen lager onderwijs hebben genoten, want do meer derheid van hen zit danig ai de war bij Tbet opgeven van het M. of Vr. geslacht yan de meeste zelfstandige naamwoorden, bij de spelling van de dubbele of enkele e en o in open lettergrepen, bij de spelling van de als s uitgesproken se/;, bij het gebruik van de yerbindings s en n enz. enz. En toch kunnen zij wel boeken lezen in de spelling van D. V. en T. W. en in die van Bilderdijk, en in .die van Julitts PruUelman Brommeyer. Ik moot zeggen, dat mijn gouden-galapak met edelgesteentön mij iu 't dragen niet is tegengevallen. Toen ik er op het gala-diner mee aan tafel zat, hinderde het me alleen een beetje bij het soep eten; ik kon geen gelijke maat hou den met de andere omdat mijn niet zoo gemak kelijk buigen wou, en zoo had ik mijn bord nog maar half leeg, toen de Konin gin-Weduwe haar lepel neerlei: maar daar ik voor 't ver volg een beetje op dat incoiivenient re kende bij het opschoppen, en wat kleinere porties nam, liep bij mij alles even vlug van stapel als bij 'i overig ge/elschap. De Kanitz, die tegenover mij was uex.etdi, zwelgde in de eer, dat hij eens een lijntje met mij trekken mocht, manr keek daarbij veel meer uog naar do scharlaken-roode leeuwentongen op mijn boi'sf. dan imar mijn expressief gezicht, dat hij, na zooveel intieme ontmoetingen, al van buiten kende; en een hofdame, die naast hem /.af, hoorde ik fluisteren: nu, mijnheer de grootmeester, wat is u nu kleiumeester, waar twee dia manten als knikkers n togonfoiikeleii en uw gouden halskraag bijlichten, als waren het twee heusche sterren aan het tirnianent!" Of do lianitz dat aangenaam vond. ik be twijfel het; maar hij glimlachte, zooals ieder glimlacht, gelijk dat aan 't hof gewoonte is, ten bewijze eener educatie, die alle gogoigneerdheid te boven gaat. Verder wil ik alleen nog vernielden,dat,toen ikvoordeliooge Jubilaris verscheen, om haar mijn compli ment aan te bieden, ik duidelijk heb gezien, dat zij een lichte beweging met liet hoofd naar achteren maakte; en even do oogen dichtkneep; terwijl ik meen bespeurd te hebben, dat later l'rins Hendrik, onvoor bereid op zoo veel scliitterinir, als daar van mijn body afstraalde, onwillekeurig naar zijn admiraalssteek do hand ophief, om die op te lichten wat gelukkig niet gebeurd is, daar juist bijtijds de liefelijke verschij ning van H. M. deze inbreuk op de etiquette -voorkwam. Toch is 't niet allemaal plezier, dat je van zoo'n'ding beleeft. Je krijgt last van de nieuwsgierigheid van 't publiek. In do eerste dagen bleven troepen slampampers hier voor Ulijn huis stilstaan, alsof ze dachten, dat ik het voor de glazen zou hangen : en ik heb er zelfs met v. Leeuwen over gesproken, onj, net Siegenbeek, en in die van de StatenBijbel. Maar als zijzelf moeten schrijven, maken zij fouten tegen D. V. en T. W. in menigte. ? En wat het percentage betreft, is het zeer de vraag of die maatstaf juist is. Meüigeen is "al sedert" jaren gewoon de spelling D. V. en T. W. luk of raak te vojgen -en gaat' daar nu niet van af. Maar hij is .toch 'voorstander van de vereen voudiging, ota het onderwijs te ontlasten van -het van buiten lei-en van die overtalrijkèspel- erf geslachteregels met uit zonderingen, die'nodeloos tijd ontroven aan het eigenlike taalonderwijs. Dan zijn er een aantal schrijvers, die voor hun handschrift ruimer betaling ontvangen als zij, tegen hun zin, -de spelling van D. V. en T. W. behouden, omdat de uitgever vreest, dat de vereenvoudigde spelling afbreuk zal doen, aan het debiet. Eindelik zijn er duizenden, die de vereen voudigde zouden: gebruiken, als zij niet vreesden daardoor bij examens of sollici taties achter te worden gesteld. Z.E. heeft zich om inlichting gewend tot de inspekteurs van het L. ., die eenparig van gevoelen waren, dat het lezen en schrijven moest onderwezen worden in De Vries en Te Winkelse spelling." Zeker het is geheel verkeerd (en zie daar het bezwaar van de Inspekteurs), dat een klasse bij verandering van onder wijzer", dan volgens de ene en dan vol gens de andere spelling moet schrijven; maar daar zou gemakkelijk tegen te waken zijn. Wat kwaad steekt er echter in, dat kinderen alleen de vereenvoudigde leren ? Kunnen zij dan niet lezen wat volgens D. V. en T. W. gedrukt is ? Onzin: evengoed als zij, die alleen in de oude spelling zijn onderwezen, geschriften in de Vereenvoudigde kunnen lezen en ver staan. Maar zijn nu de inspekteurs de per sonen die over het taal- en spellingonderwijs het best kunnen oordelen ? De voornaamste taalkundigen in ous land maken onderscheid tussehen spelling on taal, achten het uit een wetenschappelijk oogpunt nodig om de afycstorcf-n lede?maten, die niet weer in de spreektaal gehoord irorden niet meer te" schrijven, terwijl de ineorderheid van hen, die bij L. en 3L O. JVederltind.se taal onder wijzen, en dus zelf dag aan dag voor de klasse staan, er vóór zijn 0711 het verba zend aantal regels met uitzonderingen voor spelling, woordgeslachten on ver buiging van D. V. en T. W. gedaan te geven, en hut hersenloze gepeuter met regels over dode ledematen te vervangen door werkelik taalonderwijs. Jfoo eenvoudiger do spelregels zijn, hoe meer kans er is, dat in ons land de oenheid van spelling en verbuiging komt, die onder de heerschappij van D. V. en T. W. niet heeft bestaan en niet kan bestaan, Aangaande dit onderwerp vindt Z.E. nog dat er niets tegen is wanneer een onderwijzer on school" aan de kinderen als Kuyper na do staking, een politieagent op stoep te zetten: maai' hij zei, dat dit niet noodig zou wezen, zoo lang ik niet in mijn pronk uit wandelen ging; wat voor Kuyper natuurlijk heel iets anders was geweest; want wat voor jasje hij ook aantrok, hij stapte altijd, voor ieders geestesoogen, getooid met den helm en het zwaard van het Gezag. Maar behalve dat geslenter om je heen, heb je do aanloop van al dat volk, dat maar eon boodschap bij je weot to bedenken. We hebben nog nooit zooveel aanloop gehad, zei Jnlia van de week; van al je vrienden is er niet n weggebleven. Kn 'tiszoo.de schel staat haast niet stil, nadat de kranten or met zooveel omhaal van woorden, en met ecu verbazing, alsof or eon nieuw soort van Azteek in de Bocht was komen wonen, molding van hadden gemaakt, hoe ik, door mijn optreden in galacostuum, het feest in den Haag luister heb bijgezet. Xoo kwam gisteren Qmiek nog; hij had me al veel vroeger willen opzoeken, heette het-maar zijn ye/ondhüidstoostiyid had hom verhin derd : hij moest mij bepaald spreken, nn hij op zijn ouden dag Commissaris van do } Koningin bij de llandolmaatschappij was geworden. Ik zou hom wel kunnen zoggen, meende hij, wat nu eigenlijk de handel van de hamlelmuatsehappij K want or was geen vak, waarvan hij g"diirondo zijn goheolo loven vorder verwijderd was irebleven, dan i vau den ossentieeien handel, vooral van kolo nialen liamh l, hij wist op zijn bost wat witte ? peper on wat eopral is ... on hij wou op zijn loefujd dan toch niet m'aug oen maltiguur ! Xu wa» dat wel uoen praatje voor do ; vaak maar het spreekt van zelf, hijliad dat even goed bij eon aiulor kunnen informoeron. en 't eind van de zaak was, dat hij toch ook dat galapak wel eens wilde zien. Niet anders was hot mot Klaas - - dio mij zijn Kconoinist-art'.kelcn kwam aanbieden... Ach hemel, hij verlangde zoo. dat er voor de partij toch eens betere dagen zouden aan breken --- want dat gezeur over de openbaring j begon hom zoo verschrikkelijk te vervelen: j maar op eens brak hij zijn zin af en zei: Och | heere, mijnheer Krommoijer, wat heeft u daar \ oen mooie ebben houten kast! HIJ had natuur lijk van oen ander al gehoord wat er in was. M.aar 't aardigste hield zich nog Bijloveld, niet wien ik kennis gemaakt had na do ver kiezing hier, waarin wij, in don naam van ~V\ illcm don /wijuer hem verkozen hebben, | in do plaats van don soeiali*t . . . Hij wilde i mijn advies inwinnen ten opzichte van hot j benrsspel, in verband met de afschaffing vau de Staatsloterij; kwam zoo allergo,inpedolijkst op don verkoop van Jozef door zijn broeders noemde merischenhandel nog j veel era-er dan termijnhandel.. zelfs dan windhandol . .. en vroeg toon, of ik ook een ! ineoning had over do kleuren van Jozof's rok; en, vóór ik het zelf iii"rkte, had hij 't over mijn gala-costuum... «'i s t me te , bewegen, mij tweeden Jozef, door mijn behalve de spelling van D. V. en T. W. ook de vereenvoudigde leert. Dat is een stapje in een goede richting, die voor zeker door menigeen zal worden inge slagen. Wat de examens betreft sprak Z.E.: Wanneer iemand op een examen pre fereert te schrijven in de vereenvoudigde spelling, dan is er geen enkele reden om te zeggen: gij moet in de spelling van D. V. en T. W. schrijven; maar wel heeft de examinator het recht en de plicht om te onderzoeken of hij met de si>elling van D. V. en T. W. goed bekend is. Door hem een opstel op te geven, zal hij de proef kunnen nemen of'do exami nandus met do spelling van D. V. en T. W. bekend is." Die verklaring brengt do vereenvou digen een eind nader tot hun doel. De examenkommissies hebben dus geen recht meer om, zooals vroeger wel ge schiedde, te eisen dat bij al het sehriftelik werk de spelling van D. V. on T. W. moet gevolgd worden. Moeilikheden blij ven er echter nog over. Xiet alle D. V. en T. Wiukelaars schrijven dezelfde dode ledematen. Als nu.iemand op een examen schrijft: Hij zag eon vogel op een tak van zijn boom", kan de examinator hem dan drie fouten aanrekenen omdat hij niet, in strijd met het hedendaags Neder lands, schreef: Hij zag eenen vogel op oenen tak van zijnen boom ? Al neemt hun aantal af, werkelik zijn er nog mensen, die niet weten of niet kunnen begrijpen, dat spraakkunstige be trekkingen veel duideliker en juister wor den aangewezen door voorzetsels en woord orde (Frans, Engels, Deens) dan door verbuigingsuitgangen (Latijn, Duits.) Sommige oxamunkommissies voor do onderwijsiikte bevorderen het onnatuurlik lezen doortc verlangen, da-t do exami nandi niet lozen zooals do beschaafde uitspraak is, maar zooals er gedrukt staat. Hindert het volstrekt niet, als men iemand uit de oostelike provincies do slot-» vau onbepaalde wijzen ouz. op de hem eigenaardige Tuanicr hoort uitspre ken; indien iemand die niet opgegroeid is in een omgeving wactr men het gewoon is, dat zoekt na te doen, spreekt of leest hij hinderlik gemaakt. Bezoek nu eens normaalsclioleu dio ouder do dwang staan om bedoelde; slot-« bij het lezen duidclik te laten huren, dan zal het de aandacht trekken hoe oimatuurlik gemaakt daar door menig leerling gelezen wordt: Wij vondeX bij de.V grotoX stoel coneX oudeN brief." Als die leerlingen sproken, zoggen ze heel gewoon: NVij vondo bij do grote stoel een oude brief." Wat een wanbegrip moeren die leerlingen wol van hun moedertaal krijgen ' Dat de Kcgoring geen spelling voor schrijft is ook wotenschappclik volkomen gerechtvaardigd. !Maar op volkomen ge lijkstelling van de Vereenvoudigde met het systeem-De Vries en" Te Winkel moeten wij blijven aandringen., Taalvorwarring :* De vrees is niet ge grond. Als de een nog schrijft luxxje boomen, de ander hoge bomen, raakt dat de spelling, maar niet de taal. Intussen, we zijn nu op weg om na niet al te lange tijd do overgangstoestand te verkrijgen die in de worsteling tussen de spelling van Siegenbeek en die van D. V. en T. W. bestond, namelik dat met laatstgenoemde do Vereenvoudigde op gelijke voet wordt behandeld, on zowel onderwijzers als examinandi de keuze hebbon uit die twee. A. M. KOLLEWIJX, IS". Z. uitmuntendheid boven allen gekleurd, hem het gewaad to vertoonon ... waarop hij voor de geopende garderobe zich op de knieën liet vallen, on beurtelings mij en don statiorok aanziende, uitriep: hoe waarlijk schriftuur lijk is toch dat iralapak! Van dien aard was do extase van do moesten niet. Kon van de lui, maar dat was er dan ook maar n, schoen het ding nog niet eens moe te vallen. Hebben zo daar nu zoo'n bombarie over gemaakt, zei Christiaan van Lennej), die zich als Jonk heer aan mij kwam voorstellen, ik heb in Oostinje nog wol wat anders uezien! Verder sprak hij or niet over, maar des to meer over zijn Jonkhoerschap. Hij is eon van do weinigen, dio er graai: uitHapt wat hij meent, zonder or doekjes om to w inden ; ik mag wel zeugen een geestverwant van me, en dio zich dan ook, zonder dat het hom al te erg misstaat, me met ,,jo" durft aan ' spreken. Och ja, zei hij, wat heb ik nu aan zoo'n schijntje Aan adel! 't Is of zo i je voor den mal willen houden -- ik bon er niet zeker \aii, dat hij niet eon ander woord gebruikte ?-- om je op je 73>te jaar tot ./oW.-heer te maken. Nietwaar, Kromj moijer, als ze jou en mij je rhuiiiatiok on jo pootje wisten uit ie drijven, dan had jo er nog iets aan ; i;:aar nu je kreupelt, zoodat je je cia'eii doodkist niet moer kunt ontloopou, 't is r.ie ecu comedie van do hol ! Neen, als ze dan wat hadden willen doen, was het hun pli, ht uewoesf, me ton minste tot baron te proiiiovocron. Maar watuatmo ook dut l' Xe kennen me allemaal, en ik ver anderde or iu do onheil van de lui niets door ; zij zouden zoüven, kijk. daar heb je uu ('hristiaau vau Lonncp. oen baron, omdat luj don ouden Jacob hot ph'i/.ier u'edaan beeft van e-oboron to worden en niet uit te knijpen vóór 11)04! Ja, je dochters bobben or wat aan, zoolang zo nou' in do jaren van nuttig heid zijn, on op of na de kostschool zich ('reuk' i kunnen laten inicnien, maar, goddank, do mijnen kennen dat niet: en je zoons, dio is 't geen snars waard of' 't zou moeten wezen om eon baantje to k rijn-on - - wat : do mijne niet nuodiü' liebbeii, d;i,-ii'\ oor zijn ; 't van Lennoppru dat is genoeg. Neen, Bronimeijor, dat aoadel moest uit zijn, finaal uit, net als 't paling-trokken on het katknujipelen, of 't vuurvroton op do kermis i wel te verstaan bij jo leven : maar waar ik vóór zon zijn ': /ooals jo heiliu' kunt verklaard worden na jo dood, zon je, stel b.v. twintig jaar na je begrafenis, in don adelstand moeten verheven kunnen worden. Niet je zoons on je dochters en de hcolo pau, die er later komt. maar jijzelf alleen. Dan, kerel, zou 't tieeu kwaad doen: ze zouden jo oiuen ijdelheid on die van jo nakome lingen er niet mee kunnen oppoken. /on1, i wat zou dat aardig' in do S/inifxeoiininthebben gestaan : ]>ij Kon. besluit van don zooveolsto in den adelstand verheven met het prodika.-it van (iraaf b.v., wijlen Jacob van l.onucp. Kn «'al zien do lui nu iu Maurits on mij... on onze kinderen, als NIEUWE UITGAVEN. Tijdsvlirift van het Koninklijk Nederlaudsch. Genootschap voor munt- en pemiingkunde, 12e. jaargang. Amsterdam, Joluinnes Muller. Prof. 0. Ciiux, l'U de diepfnider Wereldzer. met pi.m. 480 af b. naar foto's in den tekst, O platen iu kleurendruk, 8 heliogravures en 1)2 groote autotypicn voor Nederland bewerkt door dr. P. (I. BUKKET.S, compleet in 15 afl. Zutfeii, \V. J. Tlaeine & Co. Theorie der waarde, kritiek op do theorieën van Rodbertus, Jvarl Marx, Stanley Jevons en Von lïohm-Bawerk, door CHKISTIAAN COIÏNEI.ISSEX, Nederlandsche uitgave. Amster dam, U. J. \V. Becht. Studies in volkskracht, Ie serie, nummer IV. Rassen, volken, staten, door prof. H. KEEX. Haarlem, do Erven F. Bolm. lift IlollandscliE landschap in ontstaan en wordiny, door dr. JOHAXXA UK Joxuu. 's-Gravenhage, Martinus N ij hou'. EI.IK METCHXIKOFF, De onevenredige ontwik keling der ineiisclielijke natuur, grondoorzaak van ons gebrek aan levensgeluk. Vertaling van llKN'DY ESIIUYS. Met afbeeldingen buiten den tekst. Amsterdam, C. L. G. Yeldt. Het beloofde Land, naar het Xoorscli, vau AT.VILDE PKYDIÏ, door 1). LOCEMAN-VAN DER WIU.IGKN-. Amsterdam, H. J. W. Becht, Arbeidswet l'J04", Ontwerpvan H ff, zooals .dit bij Koninklijke Boodschap van Jauiuui 1904 bij do Staten-Generaal is ingediend, gevolgd door de Memorie van Toelichting. Haarlem. II. J). Tjeeuk Willink <$: Zoon, ti'uit \'inceiitiui<. Oratorium voor geincngdcn kinderkoor, sopraan-, alt- en baritonsolo met orkest en orgel, gecomponeerd door M. H. VAX 'T KHVI.IS, te Groningen, klavieruittroksol met zang. Firma P. JS'oordholl' to Groningen. \\in de. school la-I leren -in! Leesboek voor herhiilinijsteholen en scholen voor voortgezet lager onderwijs, door U. ZUL.STHA: Tweede doolje. (In don strijd om het bestaan). Uroninjion, J. B. AVoltcys. '» Mi iiKclieii ei i-tiiit/i:i'oi'di'lïjk}it'!d. ' \VurkUiig of werker?) l "itgegeven door do Vereeniging tot verspreiding van stichtelijke blaadjes. Amsterdam, van Uolkoma it \Varcndorf. liet ijeiiieeitti'-arrhief. Verzameling van be scheiden voor do gemeente, voor do gemoenteadiuinistratie. (ironingen, J. B, Wolters. De Architectuur in bare hoofdtijdperken", door lluxui F.VEKS. Afl. 7. li;i:uiil'n(M en de Islam. Groningen, J. B. \Voltors. -:;- ?*? Inhoud van Tijdschriften. De, A";V»)tv dVt/*, Dec.: Hot dienst meisje, door cieorges Kekhoud. Verzon, van VVilloni K loos. Adèle v. Boukonrode. door J'. Hora Ailoma. Arm leven, van Keyneke v. Sttnve. Geertje, door J. de Meester. Verzon, van Keyneke van Stuwe on van J. lleddingius. Literaire kritiek, (Hot Vader land, door Karcl van do Woest ijnej, van YYillem Kloos. De Nieuwe Tijd, No. l : Wat staat nu tedoen ? naar aanleiding van het N. A. S., door H. Spiekman. Hutnbug en' reactie, door F. v. d. Goes. De beroepstelling van 1899, II, door W. H. Vliegen. Gemeentepolitiek m Engeland, door J. K. v. d. Veer. Diamantstad (fragment) door Herm. Heijermans Jr. Marx en het determinisme, door H. Gorter. Politiek, door IJ. Koland Holst en F. v.' d. Goes. Bedrijfs vervormingen in de Gronin ger veenkoloniën, door H. Spiekman. Varia. door F. v. d. Goes. Van eigen Bodem, overgedrukt uit het orgaan voor weermacht en natie (de militaire Gids). De grondslagen der krijgstucht. JSieuwe Duitsche denkbeelden. Een Hollandsen vlugschrift, Kazerne-tucht. De parade pas. Het leger als gezagsinstelling. Volksweerbaarheid. Allen weerbaar en het volks leger. Middel en doel. Militaire voe ding. La garde meurt, mais ne se rond pus. Het inilitaire Spectator-nummer van Augus tus. Onze jongste militaire strafwetgeving verouderd. De ontstemming in het leger. Onder de korenmaat. Het exerceeren als opvoediniddel. Beroep en militie. De waarde der traditie in het leger. Uniform. Den Gulden Winkel, 3e jaargang, Xo. 1.: Bhakespeare in Xederland. Het Shakeapeare gezelschap en do Shakespeare jaarboeken, door J. H. Kössing, (met portret). Koger Actoji, door Joh. H. Been. Oude boeken, door F. Bezemer, (met ill.) Vlinders, door Piet Vluchtig, (met portret). Boekenstroom, door Jan Feith. Keur, door Top Naetf, J. Tergteeg, jhr. II. Schorer, Parvus en W. D. van Iloogenhuyac, (met 2portr. en l ill.). De Vrije Tribune, afl. 1. : Gustaaf Vermeerseh, marktdag. W. Essor, Verzen. Albert Rohm,Het wedgezang. Piet Koomen, Winterliedje. Idem, Nachtliedje. E. Scballinck, Productieve associaties. Jef Memckens, Heimkehr. J. J. lloogewerlf, Vegetarische causeriecn. Willem Gijssels, Morgen. J>e Natuur, löJan.: Een woord vooraf, door /. P. Bonman. Jacht en vis-clierij in de waterwereld, door dr. A. J. C. Snijders. Electrische treinen met groote snelheid, door dr. /.. P. Bonman. Wetenschappelijk onder zoek ter zee ton bate van de visscherij, door A. D. Hagedoorn. Iets over do fimdeeringskwestie van het westelijk viaduct van hot (Vntraalstation to Amsterdam, door J. II. Rückert. Ken merkwaardig dierlijk extract, door dr. K. G. Kijkens. Do purper-reiger en de roerdompen, door J.. Daalder I)z. . Mededeelingen betrotlcndo de luchtscbcepvaart, door 11. Vreedeuberg. Bewogingsfotografle met X-stralen, door P.II.Eijkman. De onlioorbare motronoom. Eonvoudiso ])roevon, rust en beweging, door dr. A. J. C. Snijders. l'/ir/en Haard. Xo. 5: In de Branding, door Marie, de Xegri. V. Onze Fotogravures, met afb. naar schilderijen van Itembrandt, Hackaert en Van de Velde, Meindert Hobbeuia en Jacob van Ruysdael. Over volts, amjières en nog wat, door dr. E. van der Ven. Bevordering van het Woningvraagstuk door do lïrina Fried. Krupp, to Essen, door M. P. de Clercq, met afb. (Slot). Frans Cocnon f -M Dec. 1S2G?24 Januari l'..'04, met portret. Frans Cotnen, naar de schilderij vau Tbércse Scbwartze. Ver scheidenheid. Feuilleton. droegen wij do talenten van don ouden heer de wereld door ! Ja, antwoordde ik, wat jo daar zegt, komt me niet verwerpelijk voor. Hot beroerde van het geval voor jou is, dat ze jo in den Haag nog te voel een gewoon nionsch vinden, om te begrijpen, dat dio verlakken) jo erg on aangenaam moet zijn. MIJ zullen zo dat niet bakken, /o weten wel, dat, als ze me een predikaat wildon thuis sturen, dat minstens Prins" zou moeten wezen, en ik holioef je niet to zoggen, zoo lang Prins Hendrik de eenigo I'rins is, dien wij rijk zijn, gaat dat niet. Kn tegen jou gozeid, dat is een roden, waarom ik wel eens hoop, dat hij dat maar blijven mag: want kreeg ik werkelijk? zoo'n brief van adoidom thuis, ik gevoel nu al, dat ik zoo goed als zeker hom met de punt van mijn laars tornt; zou wippen naar den Vij verberg, waar vandaan hij gekomen was. Xeen, zuchtte Christiaan, dat kan ik niet moor : heel mijn geslacht sleept dat nu in 't vervolg als een eeuwige krankheid mé: Kuyper, die den eersten trein den beste had u'oiioiiion, om zich bij mij te komen bokhiii'on over Sjoerd, die hem indoKerste Kamer had ueatta<|iieord, sprak ik over Christiaan's denkbeeld, oni iemand eerst eenitz'on lijd na zijn dood iu don adelstand te \ erheii'en. Met zijn scherpzinnigheid snapte hij direct er al de voordeden van ? maar helaas, hot kon niet. L bouTijpt, zei hij, het is in dezen tijd van misdadige w oeliiiu-en" noodiu1 don troon te omringen mot mannen, waarop men rekenen kan. . . daarom voeren wij hem gestadig aan ecu rij van nieuwe ridders toe; dit lil;t geheel in de richting van don Cliristolijken vooruitgang. Wachtte men uu mot don ridder>li(g tot na hof verscheiden, dan zouden wij oen adol bekomen zonder eenigen offoctus, ou de adolbrief zou van gelijke betookenis zijn, als do do.-torsbiil van mijn vrije l'nivorsitoit. Jlioi'iaeo v,'i l ik nu niot xeggen, dat liet een prettig werk is, modo te-werken tot het vermooi'doren van blauw bloed, /iet u, daar huist iu me zelf van nature eon plebejer, die alle mannen mot twee namen haat. Daarom nemen wij dan ook alleen maar ónnamigen, maar 't moet toch ertrens op lijken. Hu nu niet do Yan Lenneppon lijkt het nou' iets: dio bobben tenminste een ,,van", als Van Kol en Van Ketel, zoo dat je onwillekeurig naar de voorvaderlijke burcht zoeken gaat: - - maar dan komen zo ook aan met zulke platte, onwclluidendo, ik moet zeggen ---onfatsoenlijke nan;on... uls b.v. dezi' «eek nog in de X'/datwotti-intt stond vermeld Ru\ s-son-aers. Ik vraag n, mijnheer liromineijer, hoe moot je zoo iemand aan 't hol' prosonteeroiK' 't Kan wel oen prolotarior-socialist zijn! '/.(w spraken wij in 't voorbijgaan over deze zaak, maar Kuyper was te voel door Sjoerds uitval in do Herste Kamer gebelgd, om niet daarover alles te zou'geu, wat hij op het hart luid. Kn ik kon het in hoofdzaak niet hom (ons zijn, want ik had hot ook al tegen Sjoord zelf ge/egd : wat plaag jo nu weer onzen premier met zijn journalistenhart. De vent is oen knap schrijver on hoeft heel wat kranten vol laten drukken, maar aan dat journalisnio in den akeligen zin, zooals dat tegen woordig bij de pers in zwang is, heeft hij, voor zoo ver ik woet, nooit iets gedaan.... Kn Kuyper bevestigde mij dit volkomen, Wel noen, zei Kuypor, toen ik hem het vertelde, ik geloof niet dat, onder mijn Jiodacteurschap, er in drie maanden tijd* n nieuwtje in mijn XtaiidMiril kwam, dat ik zelf, of een van mijn klerken, met geld, vlijt of list was machtig geworden. Xooit heb ik door een sleutelgat gekeken, of laten kijken; ik heb niet onder een tafel of in een turfkist gelegen, of achter oen kamerschnt gestaan 011 het is een voudig bij wijze van nederbuigende vrieu: delijkhoid, dat ik dat soort van lui mijn eon fraters noem. Daarmee zal niet uozegd zijn, dat ik mijn kanalen, mijn relatie* en mijn spcurhondonneus om overal [ achter te komen, miste, nietwaar;1 l' begrijpt toch, anders had ik geen boek van 300 bladzijden over Gods Kngelen" kunnen schrijven, maar wat do nieuwtjosjagerij en reportage, het interviewen, het uithooreii en uitklooken betreft mot de lui die zich daaraan wijden --- heb ik nooit iets gehad uit te staan. Mijn krant was als oen toehuis, met oen jongetje voor de bol, en een keuken-werkmeid, soms ook, als 't heel druk liep, eon werkster. Dio l russelsclie drukte heeft dus niets n;ot mijn journalistieke deuud te maken, maar wat is 't geval r1 Moincsz hoeft makkelijk praten. Daar wordt op je deur getikt, en daar treedt zoo'n journalist binnen; wat doet l"\v vriend Sjoord dan ? llij zet zich mot zijn niiï, stijf uls oen kaars, in zijn stoel, trekt zijn gezicht nog strakker dan het al is, vraagt met zijn kalme zachte stem : \\at verlangt V' Kn als de reporter dan zegt: ik /ou l,' gaarne eens willen ^preken, steekt hij zijn hnmeii arm mot don wijsvinger vooruit ou zegt: ik wonsch niet te spreken en kijkt hem met zijn sterke oogen do deur uit. Maar ik, stel dat ik nu dat eens na won doen! | -?zo gaven een kiekje van me in allo illustraties - want ik imponeer niet, ik j schrik niet af. Integendeel, als ik mijn mond maar open doe komen ze op mij af; het heeft er iets van, of ik ze naar mij too lok en dan begint van zelf, vóór ik 't weet dat rateltje hier op mijn tong, en och, och, ik houd zoo van een babbeltje....! Daar heeft U nu do zaak; en dan verwijten zo mij zucht tot reclame. On] gelukkiger kan het al niet. "Want't laatste i woord, dat ik tot eiken reporter spreek : 'is : ? - zet dat nu toch alsjeblieft niet in je krant. Maar dio onzalige reporters zo ' denken altijd; dat jo in je binnenste hoopt op Inoi babbeltje en rateltje...

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl