De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 7 februari pagina 2

7 februari 1904 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM» ES Wf! E * B.L AD TJE D E B t A N D. No. trouwbaarheid der Inst. leden moet zijn, is, voonwver jnij sbekend, slechts n maal fOpjetreden, nl. tegen bovengenoemle awistantan, De Raad van TuShi werd otnatoe gevormd d»or 't Bestuur. ilweer de fout: alles in n hand). En de grootste aanleiding tot 't falen Tan dezen maatregel is weer fout 3: de meergemelde identificeering; en 't geen waarop ik hierboven reeds wees : 't prestige-ophoudan .tfijgoaover 'A ?mif/.t.) J. J. ' ' 1 " f K TBLilitaria. Zou "het waar zijn ? De dagbladen borichttfcn het mts. De Angiasstal-BOU war den gereinigd en -een 'Commissie zou benoemd worden tot herziening van het Beroemde, militaire reglement van admisvoor ide landmacht. Vereenvou.zou de leus zya. Nu, die heeren iheel wat werk hebben! Grrooter sonenatel van .geestverwarren.de, onaJHOga^jduistere bepalingen, dooreengehaspeld met allerlei spitsvondigheden is moeilijk idenkbaar. <öeen wonder dan ook, dat atechts enkelen in dat mengelmoes den weg kuanen -vinden. En die weini gen vzien slechts na lange jaren zoekehs kans in dat labyrinth het rechte spoor te -wolgetn. Die enkele bevoorrechte wezans i^iya. de kwartiermeester-s en de saig8aBt«majoors. De eersten werken eohter fvöor. een :groot gedeelte onder toezkfat van .een kapitein-kwartierineester, de «bwrtaten arbeiden .geheel zelfstandig. Be.igtiheele inwendige administratie ^eener ««Htpagnie wordt door den sergeantmajoor gevoerd? Men achte dit werkelijk geen kleinigheid! Van-des morgens zeven tït «des 'namiddags vijf a zes uur is onze maüiahre adnrmistrateur met hoogstens twee -HUT tussohenpoozen aan zijn adminfetuatie -bezig. Voeg daarbij, dat hij' meestal met de reveille in de kazerne moet -jaijn tot het surveilleeren van den margemdienst, zoodat hij in do zomer maanden, reeds om half vijf op zijn JeeKen Mrtaat en dat het bovendien bijv. in iden ttfdïTan het kwartaal werk voorkomt, -dat hij nog werk mee naar huis aaeemt, dan heeft men waarlijk niet teidenfcen, dat de betrekking van sorgeantmajoar-administrateur een sinecure is. Hoe is nu de positie van deze nuttige rubriek van onderofficieren geregeld ? Zoodanig, dat zij zich ongestoord aan nunne :admiaistratie kunnen wijden en iux aret de eigenlijke oefeningen niets hebbm strt ie «taan ? Dat zij verre. Men ekoht, slat zij steeds .op de hoogte zul- len blijven van hunne verplichtingen als d*snst<i««iid .l»itenant te velde. Daartoe worden zij somtijds plotseling uit hunne «tbnüiiataatae .gehaald om .als tactisch jutBcnomd&r te 'moeten optreden. Is dat buigt? em begrüpe toen, dart niemand Ier iwêneld -twee dingen iegelijk kan doen en Ast op «leze wijze noodwendig het een «ader iet ander meet lijden. Eeer -juist heeft dan ook een onzer di-Tjaaetommandanten den toestand inge zien, door dn een circulaire de aandacht op fteaen misstand te -vestigen. Sergeantmajoors «behooren enkel en alleen admi nistrateurs te zijn en moeten, evenals de tseartiermeesters, met de eigenlijke oefenjngen niets hebben uit te «taan. In do laatste jaren zijn hun werkzaamheden op schrikbaa'ende wijze toegenomen. Hun bezoldiging is niet meer in verhouding tot hun arbeid en verantwoordelijkheid. Is het dan te verwonderen, dat er gebrek aan administratief kader onstaat, ongetwijfeld de meestxalarmante uiting van ttfen heerfichenden kadernood. Want, wie genaast kunnen worden, allerminst de sergeant-majoors! Is het hun maar eenigszin-s mogelijk, dan zooken /.ij een betrekking en vormen in de burgermaat schappij bijv. op handelskantoren dikw$j.ls een gewaardeerde werkkracht. liot is hoog noodig, dat de positie der sergeant-majoors op afdoende wijze geregeld -wordt en hun werkkring YA ver wordt afgebakend. Maakt ine.ti hen uHAétend tot malitnire administrateurs, dan kamnen tevens de compajsruierfcommandanten van een groot deel hunner zwqre verantwoordelijkheid worden ont last En dit is evenzeer hoog noodig. Er wordt in ons leger maar al te voel op gaed 'vertrouwen onderteckend. Zij zijn Biet een lantaiirnije te zoeken, de kapiteins, die in staat zijn, desnoods perBoonüjk de administratie hunner com pagnie te voeren. In billijkheid kan dit daa ook -trouwens bezwaarlijk als eiseh woeden gesteld. Ook hier komen oefening en admi nistratie in botsing. De oompagnies-commaadaut die alles wat h-ij onderteekent, wil «ontroleeren «ai narekenen, heeft on mogelijk tijd zich geheel aan de o-ploidi»g «m oefening eijner compagnie te wijden. En dit moet toch voor hem hoofdisaak blijven. Vraag liet den kapi tein oeas, welk een beslommeringen zijn deel zijn gedurende de dagen'waarin de pakjes voor de deponecrkamers in orde moeten worden gebracht! Ook de ver antwoordelijkheid daarvoor ^ dient !io;u niet langer te drukken. AVaarom de/e niet zooals vroeger het geval was weer op de kwartiermeesters overgcbracht? Men huidige toch ook in liet leger het bekende stelsel van vordoding van arbeid! garnizoensverandering. De gehuwde lui tenant die van Amersfoort naar Maas tricht wordt overgeplaatst ontvangt een schadeloosstelling (!) van ?? 68. Graat 4eze, verhufcing met rangsverhooging .gepaard, daaa worden de verhuiskosten slechts voor de helft genoten. In dat geval bekomt de gelukkige slechts ? 34. Commentaar absoluut overbodig. In dit opzicht is de Nederlandsche officier achter gesteld bij ifen nederigsten ambtenaar bij de spoorwegen. .£an de Minister geen wijaiging *) .brengen in ,dezen onhoudbaren toestand ? De staat schepe zijn mili taire dienaren toch niet met aalmoezen af! Is het wonder, dat de officieren een heenkomen zoeken, zoodra dit hun maar eenigszins mogelijk is? En wat be denkelijker is het zijn de slechtsten niet, die deze eervolle positie den rug toekeeren! Wie zich soms verbeelden mocht, dat de makers van ons militair administratie reglement vreemdelingen waren op het gebied der wiskundige theorie van het oneindig kleine geeft blijken van zeer groote kortzichtigheid ! Bij traktementen rekent f 0,005 en daar beneden voor niets. Bij herstellingen aan schoenen f 0,005 voor ? 0,01. Bij herstellingen aan kleeding ? 0^005 voor niets. Bij berekeningen betrekking hebbende op de voeding van O tot f 0,0026 voor niets. Van en mot ? 0,0026 tot en met ? iQ,0075 voor X cent, boven f 0,0075 voor f 0,01. O, nooit volprezen militaire adminis tratie, onnaspeurlijk zijn uw wegen ! Vox * * # Eén zaak is er, die stellig niet minder urgent is dan de in uitzicht gestelde her ziening der militaire administratie. Wij bodoolen de belachelijke tege7»oetkommg, die, onder den naam verhuiskosten, a.an officieren wordt toegekend bij gedwongen *) De thans vigeerende regeling is kort weg schandelijk. Gyer ie Staatwiitiiig m Oost-Mie. lift fftaatsrceht rnn Kederlumhcli-Indï, bc/jinsclen en beschoiiw'myen, door mr. Pir. KLEINTJES, gewezen Ned.-Ind. amb tenaar. (2 deelen, ingen. ? G). J. II. de Bussy, Am-terdam. De schrijver geeft in dit uitgebreid werk van zevenhonderd bladzijden een overzicht van de Ned-Iiidische staatsinstellingen in onderling verband en samenhang en wijst op bepalingen van het in de Kolonie geldende administratief recht, wanneer de vermelding noodig is voor een afgeronde voorstelling van het onderwerp. Bovendien geeft de schrijver in deze bijdrage tot de kennis van het Ned.Indische Staatsrecht eenige wenken over zijns inziens wenschelijke veranderingen in het bestaande Regeerings Reglement, waarop het stellig goed aal zijn te letten, wanneer het tot een herziening van dat Reglement mocht komen. Met de erkende autoriteit mr. Margadant verschilt de schrijver nogal eens van opinie, ook met de voortdurende aanvallen op de Algemeene 'Secretarie is hij het niet eens en de reorganisatie van het Binnenlandsch Bestonr, onder minister Cremer tot stand gekomen, acht hij in strijd met het Regeerings Reglement (88). Is het ons vergund, eenige opmerkingen te maken, dan zouden wij er eerstens op willen wijzen dat als de schrijver tot do indirekte voordeelen van koloniaal bezit in de eerste plaats rekent het hebben xan een markt voor de voortbrengselen van nationale nijverheid (2ö), dit alleen volkomen juist is met betrek king tot die koloniën, waar de produkten van het moederland bevoorrechting genieten, maar niet voor koloniën, die, zooals Oostludiëj voor den handel aan alle landen de zelfde faciliteiten verleenen als uaii het moederland. Ook de stelling dat als het moederland zijn plicht doet, de uitgaven onafzienbaar zijn en aldus een kolonie buiteugewouii.produktief moet wezen en de inhoemscho bevolking op een hoogen trap van beschaving moet staan, wil zij in staat zijn zelve voor die uitgaven op te komen p<l), kan hier niet geheel ge deeld worden. Men mag de bevolking in het moederland geen immerdiiroucle zware lasten opleggen om een kolonie een kostbaar bestuur on westersche leest te bezorgen, doch dient veeleer te streven naar een bestuursinrichting voor de kolonie, die de draagkracht van het gebied, zuodra dit eenigermate tot ontwikke ling is gekomen, niet te boven gaat. Op blz. 284 (J J) staat geschreven over de verandering van gemeenschappelijk dessabezit in persoonlijk bezit : Kortom, in be ginsel ziet de bevolking in de verandering van den vorm van haar grondbezit geen heil." Js die conclusie wel juist? /on het eigenbelang van den loerah en zijn vriendjes, die bij gemeenschappelijk grondbezit tal van gelegenheden hebben, zich te bevoordeelen, bier geen groote rol spelen ? Jiïj het Kuropeeseh Bestuur vinden we geen melding gemaakt van de ambtenaren ter beschikking en noch tegen de almacht der pricsterraden, van wier beslissing geen appèl mogelijk is (144, II), noch tegen het berusten der politiereehtspraak (met «trall'en van drie maanden) bij de administratieve macht (C>S, II) trekt de schrijver te veldy, terwijl hij zich evenmin over de iinancieele decentralisatie uitspreekt. Overigens begroeten wij in hem met vreugd;- een medesiaiider op tal van punten de koloniale huishouding betreffend. /o o wordt gelegd dat de rechtspraak der bevolking- geheel onvoldoende kan worden i als de ambtenaren hare zeden, begrippen, neigingen, inborst, karakter en behoeften niet genoeg kennen (o-Vi; dat de inland-iche 'politie nog veel te weiischen overlaat (27, II i; dat de ervaring leerde dat ('liinee-che pachters niet terugdeinzen voor de ergerlijkste uitbuiting der t o c h r e e d sar m e inlandsche bevolking (210, II i; en dat d:; gouverneurgeneraal wel degelijk bevoegd is voorschriften te geven aangaande de dossa-huishouding (2151, II). Verder wordt gewaarschuwd tegen het volgen oener assimilatie-politiek ten op zichte der inlanders (:!4i, zeker niet overbodig in dezen tijd; wordt de noodzakelijkheid bepleit van kennis der inheemsche taal vo;ir de ambtenaren !.'!.'!"> i; wordt ge\\e-.'cu op de middelen d.ior de particuüeio nijverheid uit gedacht om de bepalingen, in het belang van den kleinen man, der grondhuurordonnantie te ontgaan, waarin de schrijver een krachtig bewijs vindt voor de rechtvaardiging van bestuursinmenging op dit gebied (292, II); en wordt toegelicht waarom de samenstelling der landraden geen onpartijdig vonnis waar borgt (167, II). Ook is de schrijver geen voorstander van de door andere verlangde algeheele afschaf fing der dessaverkiezingen (37, II) en een indirekt pleidooi voor een Kolonialen Raad w.ordt .gegeven op blz. 186 (II), hetgeen nog meer kracht heeft, wanneer men in aanmer king neemt dat reeds een Marine-Raad, als een soort Thinkiiig-Departineait", werd inge steld. Van de in 11)01 tot stand gekomen reorganisatie der rechterlijke macht is deze deskundige geen bepaald vereerder (94 en 109, II); de toepassing van het zuivere Mohamedaansche recht op de inlanders op Java, acht hij onraadzaam en in strijd met den wil des wetgevers (44, II); en hij meent dat een beschrijving van de adat in de ver schillende streken zeer wel mogelijk is (52, II), onder verklaring dat het thans in de praktijk met de rechtszekerheid van den inlander treurig is gesteld (51, II). Duidelijk doet ook de schrijver zien, hoe de landrente-aaushvg, de voornaamste belasting van den iulander, niet volgens een vaste basis geschiedt, maar geheel afhankelijk is van het inzicht van den ambtenaar met den aanslag belast (218, II), terwijl zijn conclusie over de vroegere batigslot-politiek luidt : dat de macht van den wetgever om de batige sloten Holland toe te bedeel en evenmin te betwisten valt, als de groote onbillijkheid, die hij door dergelijke maatregelen tegenover Indiëbetoonde." (182, 11). Sterk voorstander is de schrijver van een pandhuis-regie en hij acht een zeer laag tarief ook al levert liet verlies op om de arme bevolking te helpen een gebiedende staats p l i c h t" (22ö.lij. Moge de regeering spoedig blijk geven, die zienswijze te deelen, want nog veel meer dan een goedkoop landbouwerediet i.s een goed beheerd paudhuis met uiterst geringe rente noodig voor de groote massa der inlauders. Aan hen, die nog steeds voorstander mochten wezen van een of ander gouvernements-enltuur-monopolie, zij de lezing der bladzijden 242?244 (II) ernstig aanbevolen en evenr.oo zullen diegenen, die onze vesti ging op ]S"ieuw-Cruinea een overbodige daad vonden, door de kennisname van hetgeen in den aanvang van het eerste deel (11?Kij over occupatie enz. .staat vermeld, misschien tot andere gedachten komen. Verdiende het werk dus om sommige passage's wel in ruimer kring gelezen te worden, er bestaat reden aan te nemen, dat het groote publiek zich weinig aangetrokken zal gevoelen tot den inhoud, die behalve de hier aange haalde beschouwingen hoofdzakelijk bestaat uit een verhandeling over de onderdoelen. van het staatsrecht. Voor allen echter, die zich van de bestuursinrichting van onzen (.tost op de hoogte willen stellen of daarmede grondig bekend moeten wezen, zal het boek van mr. Kleintjes, met zijn scherpzinnige opmerkingen en door alles heen stralende geest van hoogstaand rechtsgevoel, een wel kome handleiding en een gewaardeerde vraag baak zijn. HANSKX. ?UHniHiiiiiiiiiiKMMiiiiiiiiimiiimitMmimmitiitHiiiiuiiMiiiiiiiiiiiiiim IIIIIHIIMHINIIIIIMIMIIHIIlIUItllltlltlllltll ttHllltfimtlllltlllllllllt Theorie en Praktijk. scheiding zullen hebben te zorgen niet in meer dan ne soort van isterij" -te vervallen. 2o. De lieden, die door den Staat betaald worden, moeten vrijwillig afstand doen van hun kiesrecht; wanneer die afstand niet vrijwillig geschiedt, dap zal het volk dien later met gebiedende kracht vorderen. Zijn wij eenmaal zoover dan zal de algemeene welvaart hier te lande wederom een ongekendeu bloei bereiken, de <ii{j,v.eriieid zal werkelijk krachtig zijn, de loonen zullen niet kunstmatig rijzen door onbestudeerde werk stakingen en wat er nog alles meer zal gebeuren moge men in de brochure zelve nalezen ! 3o. Do menschen van de theorie zijn hom mels. Op eene andere plaats .heeten zij de ih'enstboden van de groote familie: het volk" (dit zouden wij dus werkbijen noemen). Zij zijn wezens, die verbazend veel drukte makt'n in de maatschappij, en niets uitvoeren om de algemeeue welvaart te vergrooten. Het dooden der hommels, dat is: de ver nietiging der politiek, is de eeuige weg, die leiden kan tot voortdurende welvaart en bloei. Men houde ons ten goede dat het ons niet lust om dergelijke overdrevenheden voorernst op te nemen. De heer Felix Driessen neemt inderdaad een loopje met hen die 25 centen hebben betaald voor zijn geschrift. Wij zouden er dan ook over gezwegen, hebben, ware het niet dat wij ons verplicht achten het, op nijverheidsgebied geheel on bekende, publiek te waarschuwen tegen even ongemotiveerde gevolgtrekkingen uit dit geschriftje, als die welke de heer Felix Dries sen gemaakt heeft uit hetgeen hij hier en daar gezien, ondervondan of gelezen heeft. 10r schuilt inderdaad veel waars in hetgeen genoemde heer vermoedelijk bedoeld hoeft te zeggen : Kr bestaat bij velen, die zich geroepen voelen in de z. g. sociale kwestie het woord te voren, eeue veel te geringe kennis der praktijk. Zij, die zich opwerpen als voorlichters en leiders onzer werklieden, dienden zeker eerst eeue grondige studie gemaakt te hebben der nijverheidsgeschiedenis en der volkshuishoudkunde. Enquêtes op arbeidsgebied worden hier te lande vaak op eenzijdige wijze geleid. Onze verschillende sociale wetten ademen inderdaad veelal een onpraktisc.hen geest". Onze politiek dient in menig opzicht ge zuiverd te worden. Dit alles en nog veel meer mag waarlijk zoo nu en dan wel eens betoogd worden door mannen der praktijk. Indien een ^\"ederlandsch grootindustrieel zulks doet, maakt het meer indruk dan wan neer eene kleinere grootheid of in 't geheel geen grootheid dit beproeft. Maar c'est Ie ton qui fait la musique". Ook is er een ander fransch gezegde ,,no blesse oblige". 3Iet brochures, als de hier bedoelde, doet men deze zaak, die men wil dienen, meer kwaad dan goed. Vandaar dat zich van steller dezes als 't ware eene persoonlijke gevoeligheid heeft meester gemaakt, toen hem bleek dat hij met zoo weinig lof moest gewag maken van deze brochure, welke hem door de Redactie ter aankondiging was toegezonden. A m s t. Jan. '04. WEST. v. MEETEREX. JtescJtontfji'nf/i'n ort/ti-nit den tcycmvoord'if/en toestand der Nijrerhr/id run ]\'erferl<tnd, door l'"j;i.i.\' DKIKSSEX, directeur der Leidsche Ka t oen maatschappij, voorh. De Ileyder en Co., Leiden, Boek- en Steendrukkerij, Kdiiard Ydo. I'rijs ? 0,2ö. De, schrijver, i?, afgaande op zijn geschrift, iemand die een verbazende hekel heeft aan J>e Theorie. In het bijzonder hebben de professoren. het bij hem verkorven, niet alleen heeft hij in de couranten gelezen dat het voornamelijk studenten, zoowel mannelijke als vrouwelijke, ? leeraren der II. B. S. en < iyinnasia. prnj'esanreii en Timide i'i'lili/i'nnotm (Wij onderstrepen) waren, die trachten de stakers in hun verzet te stijven ;blz. (i), maar in den Leidschen gemeenteraad heeft iu 1895 een professor hem in den weg gestaan toen hij zijne beide fabrieken electrisch wilde verbinden (}>{'...4(1.j Misschi"ii wel dezelfde professor" ('deze onderstelling K kenmerkend voor schrijvers i gemoedstoestand) ..gaat in eigendunk zijner ' partij zoover, dat hij minister Kuyper er een verwijt van maakt, eventueel (in Leiden) een homeopatischon leerstoel te willen oprich ten" iblz, 4(i.j Zelfs bevat de Leidsche Universiteitsbibli otheek geen exemplaar van het in 1708 te Leiden uitgegeven werk Ie Teinturicr par fait" (blz. 2.ï.) Hij tracht daarom in deze brochure zijne lezers op homeopathische wijze te irenezen van hunne voorliefde voor De Tlienrie. Hij vergast hen op eene reeks van theoriën, de een nog gewaagder dan de andere en schijnt de hoop te koesteren dat deze dosis voldoende zal zijn om hen van alle theorie voor goed te genezen. Hen paar voorbeelden nullen dit duidelijk maken. l o. Indien men sommige vormen van kapitaal een andoren uanm geeft, zullen de j maatschappelijke toestanden met een geheel ander oog, dan lot nu toe geschiedde, bezien worden. Daartoe is het slechts noodig in't vervolg i slechts kapitaal te iir<cinen, edele metalen, staatsfondsen on'andere waarden, die direct realiseerbaar zijn. Verder moet men dan gaan praten van industrieel, agrariaal, commer? ciaal en allerlei soorten van «lm. Nu is 't wel jammer dat edele metalen als zordanig slechts zelden /,v//nV<m/ zijn, en dat de meerdere of mindere realiseerbaarheid van : kapitaal, belegd op deze of gene wijze, dit kapitaal zelf niet van aard doet veranderen, ! maar dit, doet er minder k>o. De heer l'. D. moge (hl/. 21) uitleggen waarom een fabrikant in de meeste gevallen den toestand zijner nijverheid, dus van zijne ' zaken, niet wnij, niet hun en niet w'l blooti leggen; dit neemt voor hem niet weg dat al de andere klassen van bezittonden daarom toch /uilen moeien bekend maken of zij zijn kapilali-Uen, i n* l IK! na i i sten. agrarialisten, e.immereiali-iten of Iran->portalis1en en terwilie der door den heer l'. 1). begeerde wor 4e nieuwe Arteiflsfet. il. Getrouw aan mijn voornomon, om niet in herhaling t o treden over al hetgeen de nieuwe Arbeidswet brengt aan nieuwe en veelal goede regeling', waarover ik reeds vroeger, bij de verschijning' van het Voor ontwerp, uitvoerig heb geschreven, wc-nsch ik mij ook thans te bepalen tot liet mornoreeren van enkele hoofdpunten, zoowel die waarin het definitieve Ontwerp mnt het Vóór-ontwerp verschilt, als waarin het Ont werp te kort schiet aan wat redelijkerwijze gevergd mag' worden voor het heden en voor do toekomst. In mijn vorig- artikel liob ik getracht te verdedigen ecu uitgebreider on mér door tastende bescherming der arbeiderskinderon aan ie welke hot "Wetsontwerp wil: m. i. is hot noodig in hot verstandelijk on licha melijk behing dor kinderen, dat hot verbod van arbeid, en daarmee de schoolplicht, worde uitgebreid tot het 14e jaar. Keiizolt'deu oisch heb ik ook voor v. at hot Ontwerp verstaat ouder .jeugdige perso nen": mannelijke on vrouwelijke werklieden beneden 1.7 jaar. De leeftijd dezer katogorio, voor welke do beschermende bepaling is opgenomen dat zij, ovouals do vrouwen, mot langer mogen workon dan K) uur por dag, is dus, iu vergelijking mot do thans vigeoreudo Arbeidswet, verhoogd van 10 op 17 jaar. liet wil mij voorkomen, dat ook l nar al to grooto reserve voor de cischon der industrie'' door don minister in acht is ge nomen, en al te weinig met lichamolijkon on vorst;) ml el i j kon toestand der werklieden is rekening gehouden. Hier dient, m. i. mot allo kracht do ois,-h gesteld te worden dat do leeftijd, irodnromie welke de jeugdige personen bijzonder beschermd worden, worde verhoogd tot hot 18de jaar. Blijkens do Memorie van Toelichting be staat zulk oon leeftijdsgrens rcods in Frank rijk, in Kng'oland voor de textielbedrijven, in Denemarken, in /weden en Noorwegen, in _N'ew-Vork, in Massaehusctts. De roden daarvoor ligt voor do hand. Win de kracht van een volk wil bevorderen, wie aan de industrie zooveel mogelijk van haar f ysiokschadclijkoa iuvlood wil ontnomen, wio het toekomstig geslacht dor arbeiders 011 daarmop do ouorgio van hooi do natie wil ster ken, die moet hot jong'o u'osl.'U'ht Koovoel als mogelijk is, tegen ovormatigon arbfid bes -hermen. Kn wie bovteert. dat jongcliodpii van 17 jaar geacht kimnon wordou, vol doende tenen do velorlei s ?hadohjlco invloe den dor industrie bestand xijii ??ik bodooi hier niet speciaal do ongezonde bedrijven, maar do indiistrioele arbeid over 't alge meen - die geeft daarmee blijk, noch ooit ondor do arbeidersklasse te hebben geleefd, noch ooit ernstig dien invloed op don lichamolijkon toestand te hebhey waarge nomen. l)e oisch, dat die leeftijdsgrens tot hot 18e jaar worde verhoogd, is /oer redelijk, in het lichamelijk belang der betrokkenen on ook iu het' behing van het voortgezet onderwijs. In onmiddellijk vorb.rml liiormoo stnat de uit/.>nd<'iiingsiii:iatroaiol. dio hot Ontwerp in art. 2Ïop don regel : de 10-uroiidag voor jeugdige personen en vrouwen, wenscht tq maken voor de textielbedrijven. Be TJwentsch,e Kamer van Koophandel en'JTabiaeken heeft den uiinister er opmerkzaam «p ge maakt, dat, indien 4e vrouwen-en jeugdige persoaen in de textielnijverheid slechts 10 uur mogen werken, daarvan het onge wilde, maar noodzakelijke gevolg zou zijn, dat de werktijd in de textielnijverheid in Twenthe, Tilburg en elders, voor allen tot 10 uur verkort zon worden; en dat wel om de «ee-r begTijpeHjte mdeu, dat er zóó een groot deel der werkkrachten bestaat «it vrouwen en jeugdige personen, dat niet een deel naar huis kan worden gezonden, ter wijl het andere deel zou blijven werken. De memorie van toelichting uu «ou .ü,alk een 10-urendag een ramp achten voor .de -tex tielnijverheid, en .geeft daarbij «en uitvoe rige toelichting. Toch geloot ik, dat het den minister moeilijk zal vallen, ja zelfs onmogelijk zal blijken, om, vasthoudende aan het goede beginsel der wet: bescher ming der arbeiders, waarnaar de industrie zich te schikken heeft, zijn uitzonderings maatregel in de Tweede Kamer op goede gronden te blijven 'verdedigen. Het voor naamste argument is: de Twentsehe in dustrie zal niet kunnen concurreeren .tegen die vlak over de .grens, en de Twenteche wrerklieden, vrouwen en mannen, zullen over de grenzen trekken, wijl ze daar 11 uur kun nen wenken en dus meer kunnen verdienen. Ik 'heb hier -geen ruimte, om deze kwestie, die niet alleen met algemeenheden, maar ook met feiten en cijfers dient te worden geargumenteerd, in de geheele breedte ?to bespreken, wel is mijn indruk, dat..de minister in zijn argumentatie niet sterk is; en dat, indien daarom de 11-ureiidag voor vrouwen en kinderen moet worden gehand haafd, tal van andere maatregelen even zeer geweerd moeten worden, omdat zij andere takken van industrie in niet mindere mate bedreigen. De vraag is gewettigd: heeft de minister ook bij de Tweatsche .arbeidersva-kvereenigingen in de texieLnijverheid geïnformeerd? Het schijnt van niet. Niet zonder beteekenis is toch hetgeen de 'be kende katholieke textielarbeider J. Brinkhuis mededeelt in het Soc. Weekblad". In de eerste plaats blijkt daaruit, dat in Hengelo on Horne veel minder arbeid van vrouwen voorkomt dan in Enschedéwijl daar de arbeid van gehuwde vrouwen niet voorkomt. En dus zou door eone verandering in de werkwijze aan veel bezwaar tegemoetgekomen kunnen worden. Zonder op do technische mooielijk'hoden ou bezwaren die zich bij elke nieuwe regeling voordoen hier nader in to gaan, is jn.i. "voor wie het belang der arbeidende -klasse ter harte g-aat, en wio van de hooge noodzakelijkheid v-an 'betere bescherming vooral v-an jeugdige personen doordrongen is, geen andere conclusie moge lijk dan deze: toegegeven, dat de textiel industrie er bezwaar van zal ondervinden, met de overtuiging, dat deze fabrieksnijver heid haar normalen werktijd tot 10 uur zal zien ingekort, niet doen terugschrikken voor een maatregel, welke in het licha melijk belaag der arbeidersklasse noodig wordt geacht. Kapituleert men hier voor de behingen der industrie, stelt men hier het hooge belang eener groote kategorie van economisch zwakken achter bij een industrieel belang, dan schept men een precedent, waarmee in de toekomst .tal van noodzakelijke maatregelen eveneens geweerd kunnen worden. "Wat voor de ne industrie recht is, is vod1 de andere billijk! Terwijl de industrie zich to?h zoo langza merhand zal moeten aanpassen aan een normalen werktijd van stellig niet meer dan K) uur! Gaarne zou ik hieraan nog oon pleidooi toevoegen voor do successievelijke invoering van don JO-uremlag ook voor de volwassen mannen, op don voet als de wet-Millerand. Maar daartoe zal later nog wel gelegenheid bestaan. \Vnarop ik thans nog do aandacht wenssh to vestigen, dat is de onbegrijpelijke en niet to vorde ligeu retraite van den Minister op hoi punt van don iiav/tfurbeul. In het vóór-ontwerp was verboden al Ir nachtarbeid in bakkerijen. Die forsche groep in dozen schromelijke!! misstand was oon der meest sympathieke bladzijden in liet wetsontwerp, waarop ik reeds vroeger mot zooveel instornming de aandacht vestigde. Thans is de Minister daarvan in zooverre terugge komen, dat hij wol allo nachtarbeid voor do balckorsgezellcn verbiedt, maar, volgens art. 10(i, de patroons /ict'ftooiilij/,' van dit ver bod v." i i ontheffen, /oodat de kleine patroons, die zelf workon, <Jit voorrecht zullen krij gen, dat wol s'j, maar /<i''f de grootere patroons 's ochtends -\ersch brood kunnen leveren. Dozo uitzondering, in hot Vóórontworp niot opgenomen, hooft vooral in de kringen van do belanghebbenden verbazing gewekt. Te moor, omdat ook do toelichting dio do Ministin1 hierbij geeft, niets beteekent, omdat pok de Arbeidswet zich niet mot hot hoofd of den Bestuurder inlaat, wil de Minister het ook in deze nieuwe wet niet doen. Een argument, om er.een op" toe te geven. Kr tegenover stiat toch, dat hot klein-bedrijf in een bijzonder gun stige positie komt; dat het oon oorzaak zal zijn van het zich vestigen van tallooze kleine patroons die de liefhebhors 's ochtends van verscli brood kunnen voorzien; dat de controle voor de kleinere bakkerijen, vooral zulke waar de gezellen bij don patroon in don kost liggen, eenvoudig ondoenlijk zal worden - - in n woord: een onbegrijpe lijke, on verdedigbare, ongemotiveerde, onbil lijke ou voor de gezellen zeer gevaarlijke uitzondering, te moer verbazingwekkend, waar zoowol te Hotterdam, l'trocht, Den Haag als Amsterdam de bakkerspatroons, ook de kleinere on lor hen, zich beslist vóór absoluut verbod hebben uitgesproken! (icon woii'lor dus, dat van do zij Ie der b(ikkersii'(>«>ll(>ii zélf oen krachtige agitatie wordt . voorbereid, om dozen zonderlingen iiïtzondnriimxmaatregel uit het Ontwerp go woerd to krijgen! Ik Jiob hier sic -hte enkele hoofdpunten aangestipt. Niet omdat er nog niot veel mé!1 zoor gegronde aanmerkingen op het Ontwerp to maken zonden zijn integen deel. Do regeling b. v. die do minister voorstelt voor de winkelbedrijven, waarin hij zelfs voor vrouwen en jeugdige personen een werktijd van 00 uur per week wil tolerooron on do mannelijke volwassen bedien den wil overleveren aan de gunstige be schikking dor gemeenteraden : de uitsluiting van landbouw bedrijf on zeelieden, óók van do voorschriften voor voilighoids- on ge zondheidsmaatregelen, ciiz. enz., al deze

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl