Historisch Archief 1877-1940
Dl AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOO E NEDERLAND.
tekortkomingen gevea den
'werklieden-Trereenigingen nolle reokfr uitvoering, te geven
aen hu»> plan, om yoor de opneming van
betere hegalincrtfn e*t uitbreiding der voor
gesteld» BMiati-ögöleii ia 't ge wee* te komen
en. bun eisKsien daor een gezonde en waar
dige agitatie aan, het. parlement kenbaar
t» maken.
De behandeling van dit hoogst
belangrjjjse ?wetsontwerp belooft interessant^ te
worden. &
miitffnmmnntnmiiiiiiiimtiiiimiiiiiriiiiiiiiiniiiiiiijiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiin
Nadat bovenstaand oratorium, van den
Engelschen componist Edward Elgar, te
Dusseldorf op hei Rheimische Musrkfest is uitgevoerd,
he«ft het in hooge mate de aandacht getrokken
vaa directeuren en besturen van gemengde
zangs'.ereenigmgen.'
Het was dan ook wel te voorzien dat het
werk ook in ons land ter uitvoering zou
?worden gekozen. Aan den heer Dan. de Lange
directeur der zangvereeniging van Toonkunst
t» Loden, komt de eer toe het ten onzent
geinticxiuceerd te hebben.
Elgar/'s oratorium is een hoogst belangrijk
werk; daarom meen ik dat het op mijn
weg: ligt er in deze kolommen een bespreking
van te geven en tevens van de eerste uitvoe
ring te Leiden, op 29 Januari.
Ia men. gewend heden ten dage, bij een
nieuwe opera, het eerst te onderzoeken in
hoeverre de tekst geschiktheid oplevert voor
een dramatische behandeling-, niet minder
heeft men bet recht, dunkt me, na te gaan
of het onderwerp en de woorden van een
oratorium een behandeling iu dien kunstvorm
toelaten.
Laat ik dus beginnen mij eerst bezig te
houden raet het gedicht van den bekenden
Engelschtn kardinaal Newman.
H«t eerste deel stelt ons voor een stervende,
wien de kracht ontzinkt oui te bidden en die
vraagt aan zijne, om zijn stervensponde ge
schaarde vrienden : So pray for me, my friends,
who have not strength to pray.
Een klein koor bidt dan, kyrie eleison;
ook worden de heilige Maria, de engelen, de
apostelen enz. aangeroepen, om mede te bidden
voor het zieleheil van den stervenden
Gerontius. Men behoeft achter dezen naam geen
historisch persoon te zoeken. Kardinaal
Newman heeft dezen naam vrij gekozen. De
gcheele episode is echter door hem opgevat,
naar aanleiding van de laatste oogenblikken
van een zijner vrienden, dien bij heeft bijge
staan in het uur van zijn dood.
Het eeiste deel houdt zich dan verder bezig
met den doodstrijd van Gerontius. Zijn laatste
woorden Into Thy hands, o Lord, ito hy
hands . . . ." uit hij zuchtende en den geest
gevende.
Een priester en een koor geven zijn ziel
een gebed mede ten geleide, naar de
hemelsche gewesten.
. Het tweede deel van het werk is geheel
en al mystiek. Eigenlijk begint hier eerst de
droom. De dichter laat hier optreden de ziel
van Gerontius, dan een engel, een doodsengel
.en een koor van daemo aen, engelenen zielen.
Hij Iaat Gerontius zingtn v I went to sleep -.
and now I am refreshed. A strauge
refreshment: for I feel in me an iuexpressivelightnee?,
lliiiiiniMltiiiiiiimiliiiMilimiiiHiiijiiiiHiiiilHiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiimiuiiim
De ontroostbare weduwe.
Schets uit lift Eutswehe huwelijksleren,
DOOR
MAXIM POPOW.
Toen Olga, Petrowna, huur man Terty
Iwanowitsch verloren had schreide zij bittere
tranen.
Zij weende lang, weende zoolang het lijk
van den overledene nog in het sterfhuis lag,
weende in de kerk, weende aau het graf,
waarin de kist met het stoffelijk omhulsel
van den afgestorvene was neergelaten, en ook
veertig dagen na zijn verscheiden bleven haar
tranen nog aanhoudend vloeien. Zelf be
schouwde Olga Petrowna zich ais een onge
lukkige weduwe" en een arme wees". Ze
deed dit in alle oprechtheid, maar geheel
onbewust, want noch zij zelve, noch n v au
haar kennissen zou in staat geweest zijn, te
zeggen, waarom zij, Olga IVtcowna, dan toch
eigenlijk een arme wees" en ecu ongeluk
kige weduwe" was.
Terty Iwanowitsch liet zijn vrouw twee
groote fabrieken, een villa buiten de stad, een
groot huis in de Admiralitatsstrasse en een
aardig sommetje op de deposito-bank na.
In zooverre dus had Olga Petrowna Vol
strekt geen reden om zich arm" te noemen
en wat haar ougelukkig-weduwseliap ' aan
ging, nu, daarover haalden de bewoners der
Admiralitüts-strasse met een ironisch lachje
de schouders op.
Terty Iwanowitsch had, evenals ieder
mensch, zijn deugden en gebreken, en de
waarheid moet gezegd, de laatste waren
oneindig grooter dan de eerste. Ook zijn
uiterlijk was verre van onberispelijk. Hij was
buitengewoon klein en verbazend corpulent,
had een kaal hoofd, een pokdalig gezicht en
verschilde ruim dertig jaar in leeftijd met
zijn vrouw. Hij was heerscbzuchtig en driftig
van aard en ging dikwijls, vooral als hij
dronken was (en dit gebeurde niet zelden)
tot gewelddadigheden over. Menigmaal ge
beurde hef, dat Olga Petrowna in geen dagen
haar kamers verliet of iemand ontving. Ze
had hoofdpijn, heette het dan, doch iedereen
wist maar al te goed, dat ze niet wegens
hoofdpijn onzichtbaar bleef, maar dat haar
tengevolge van de ontvangen slagen met
rivier-zwampoeier ingewreven gelaat, haar
belet deed geven.
Olga Petrowna was een bekoorlijke, vrien
delijke en zachtaardige verschijning. Op haar
negentiende jaar trouwde zij met Terty
Jwanowitsch en toen zij even :i2 was, verloor
zij haar echtgenoot. Groote liefde kon ze,
vooral in den eersten tijd van hun huwelijk,
voor den ouden, ruwen, meestentijds be
schonken echtvriend" met gevoelen. .Metter
tijd echter begon zij aan hem te wennen en
and a sense of freedom, as I were at length
myself, and, ne'er had been before". ?
De bewaarengel zingt: Allehüa, my work
is done." Vervolgens maakt de dichter in
een gesprek tus.sch.en de ziel van Geroatius
en den engel, ons bekend met den toestand
der ziel. Deze zegt dat Gerontius in het leven
steeds gedacht had, dat de ziel, bij het ver
laten van het stoffelijk omhulsel, dadelijk
gevoerd zou worden under the awful
prosence of its God. What Iets me now froin
going to my Lord ?" De engel antwoordt we
are now arrived close on thejudgment-court;
that sullen howl is from the demons who
assemble there." Dan zingt een koor van
helsehe geesten een daenioniseh wilde episode,
vol woedenden hartstocht tegen den God,
die eens hen verstiet en in den helschen
afgrond stortte.
De idel echter sees not those false spirits."
De engel wijst dan op den Heiland a mortal,
who is now above in the mid glory."
Een koor van engelen zingt dan van the
approaching agoiiy, which thou (de ziel) so
eagerly didst questiou of." Daarna zingt de
engel: Thy judgment uow is near, for w-e
are come into the veiled presence of our
God."
De doodsengel bidt dan tot Jesus om erbar
men voor de zielen die in prison, calm and
patiënt, wait for the Lord." En de ziel wordt
dan opgenomen in de hemelsche heerlijk
heid. Een koor van engelen en zielen,
vereenigd met den bewaarengel, zingt dan den
lof van God. Met de woorden Praise to
the Holiest in the height, Amen," eindigt
het opus 38 van den Engelschen componist.
Uit den aard dor zaak heb ik den inhoud
slechts zeer verkort weergegeven. Hoewel te
Leiden het werk is gezongen in de uitste
kende duitsche vertaling van den Diis-seldorfer
muziekdirecteur Jnlius Buths, die het ook op
het bovengenoemde Neder-Rijnschu muziek
feest heeft gedirigeerd, meende ik toch den
engelschen tekst te moeten citeeren, om zoo
getrouw mogelijk de woorden van den dichter
weer te geven.
Ontegenzeggelijk getuigt het poëem van
kardinaal Newman van veel phantasie. Het
onderwerp met zijn mystischen tendenz boeit
en houdt den lezer gevangen, mede door zijn
verheven taal. Het kwam me echter, bij het
bestudeereu van het werk, voor, dat de
dialoog tusschen de ziel en den engel, in
het tweede deel van het oratorium, te lang
uitgesponnen was. iSleeds ontmoet men den
zelfden gedachtengang. Het geheele gesprek
beweegt zich in dezelfde ascetische vragen
en antwoorden, nergens en nooit worden er
nieuwe elementen in deu dialoog gebracht.
Nu geef ik toe dat zulks ook moeilijk kon
geschieden, maar dan en daardoor alleen zou
het mogelijk zijn bij een dergelijk lang uit
gesponnen werk, de aandacht tot het einde
toe gaande te houden.
Ik kan niet ontkennen dat de indruk,
dien ik bij het doorlezen ontving, bij de
uitvoering is bevestigd geworden.
Het eerste deel is boeiend van het be
gin tot het einde. Men interesseert zich voor
den levenden Gerontius en de vrienden die
hem bijstaan, en de neer sleinmingsvoUe mu
ziek laat niet na een levendigen indruk te
maken.
Als dan echter Geroutius gestorven is en
in het tweede deel niets dan geesten, engelen
en daemonen optreden, als daarbij dan de ziel
van Gerontius en de bewaarengel lange dia
logen houden, die steeds op hetzelfde neer
komen, zoodat in een paar volzinnen alles
had kunnen geconcentreerd worden wat nu
in lange stropheu wordt gereciteerd, dan
treedt een gebrek in den aanleg van het ge
dicht voor deu dag, dat niet, zelfs niet door
imiiiluilHlM
later deed ze zelfs moeite zijn aanhankelijk
heid te winnen. Maar al was Olga Petrowna,
om welke reden dan ook, toch eenigszins
gehecht geweest aan haar man, zooveel kon
ze toch, volgens aller meeuüig, niet van hem
gehouden hebben, dat ze drie maanden na de
begrafenis nog niet uitgehuild" was.
Vooral in het laatste jaar van zijn leven
had Terty IwanowiUch maar al te dikwijls
zich aan den drank overgegeven en zijn vrouw
zóó mishandeld, dat het louter tot-val was,
dat deze hem nog overleefde. En toch had
Olga Petrowua bitter geweend en bleef ze
ontroostbaar. In den beginne hadden de
bewoners der Admiralitütsslrasse?«Ie man
nelijke zoowel als de vrouwelijke de droef
heid en de tranen van de weduwe tamelijk
gerechtvaardigd gevonden. Tegenover den
man, die' haar een zoo groot vermogen had
nagelaten, kon zij zachts dankbaar zijn,
meende men algemeen. Doch toen na verloop
van een jaar, Olga Petrowna nog altijd jam
merde en weeklaagde over haar
oiigelukkigeii weduwenstaat", begonnen alle kennissen
langzamerhand boos op haar to worden en
zich van haar terug te trekken. De heele
straat protesteerde eerst in stilte, maar spoe
dig werd het protest luider eu luider, zoodat
zelfs de oude districts-pope, toen hij op zeke
ren dag Olga Petrowna tegenkwam, een
tooinigen blik op haar rouwhoud en rouwsluier wierp.
De weduwe, die zijn meerderheid erkende
en die wist, hui- hoog hij in den gansehen
omtrek stond aangeschreven, liep naar hem
toe en haastte zich, hem eerbiedig te groeten.
Dag Kyril Fadeitsch," zei ze zacht.
Hé, bonjour . . . nóg al in den rouw '.'"
vroeg de pope ironisch.
Altijd nog... Kyril Fadeitsch . . ."
Heb je soms plan je levend te gaan be
graven ?" vroeg hij weder, doch zonder het
antwoord af te wachten, want met een
vluehtigen groet, spoedde hij zich dadelijk verder.
Er had zooveel afkeuring in de stem van
den pope gelegen, dat Olga Petrowna zich
in het minst niet verwonderde, toen een dag
of wat na deze ontmoeting, de kapiteins
vrouw Nikolajewa, <ie grootste
huwelijksmakelaarster uit den heelen omtrek, haar
een visite kwam maken. De kapiteinsche wist
het gesprek op zeer diplomatieke wijze in te
leiden. Zij sprak over de duurte der levens
middelen, de oplichterij van de winkeliers,
de onbewoonbaarheid van de huizen in die
en die wijk, om daarna het gesprek op de
mannen te brengen en er lang en breed over
uit te wijden, hoe treurig eu saai het toch
aan den huiselijken haard was zonder man.
Zie je, dat vind ik nou precies een viool
zouder snaren, beste kind. . . lic, een vrouw
alleen ... ajakkes . .."
Olga Petrowna echter zweeg; ze had noch
toegestemd, noch tegvnge^iroken, alleen ge
luisterd en nagedacht.
Wil ik je 'r is iv;i voorst1..-! doen ?'' vroeg
op 't onverwachts di- i;a,y.tehisvi-,juw.
O .' waar deüM u aau. mevrouw '.""
authet grootste muzikale genie, kan verholpen
worden. Maar een groot muzikaal genie zou
het niet ondernomen hebben, dezen tekst, op
muziek te zetten. AVaat een eigenschap van
liet genie is, het juist om met klaren, hel
deren blik te kiezen het onderwerp dat ge
schikt is door de muziek gereleveerd te worden.
Niettegenstaande deze opmerking, wil ik
toch volgaame erkennen dat Elgar's muziek
van beslist superieur gehalte is. De compo
nist is een meester in de behandeling zijner
orchest' eu. koorefi'ecten en heeft genoeg
zelfstandigheid om zich verre te houden van
Aukliinge" aan de werken van audeie mo
derne componisten. Ik wil daarmede niet
beweren, dat b.v. Wagner's Parsifal geen. in
vloed heeft uitgeoefend op de wording van
Klgar's oratorium, maar reminiscentiën aan
Parsifal ontmoet men toch nagenoeg niet bij
den Engelschen componist. Zeker iöIitt dat
Klgïir al zijn landgenooten verre achter zich
laat en, met zijn Traumdes-Gerontius" zich
plaatst in de rij van de voorname compo
nisten, die in deu tegenwoordigen tijd de
aandacht opeischen van den muziek beoefenaar.
Wanneer ik nu nog even stil sta bij den
muzikalen bouw van het werk, dan valt mij
op, aan den eenen kant de schoonheid en de
edele lijnen van het motieven-materiaal, aan
den anderen kant het gemis aan. plastiek,
wanneer dit materiaal als Leitmotiv" ge
bruikt wordt. Een Leitmotiv moet een spre
kender physionomie vertooneu dan Elfjar
aan de producten zijner vinding wist te
verleenen. Daaroia schijnt de inleiding, in ver
band met het geheele werk, veel te rijk, of
de compositie zelf houdt.niet wat de inlei
ding doet verwachten.
De partij van Gorontius is aan een tenor
toebedeeld. Prachtige momenten,
voortreflelijk gedeclameerd en diep gevoeld ontmoet
men er te Kust en te keur. Doch ook voor
den priester eu den doodsengel (bas) wist
de componist den juisteii toon te vinden,
evenals voor de(n) bewaareugel (alt;, welke
partij echter het meest te woekeren beeft
met het overwinnen van het gerekte in de
compositie.
Met koor is meestal verdeeld in twee groe
pen ; een klein koor, dat in het eerste deel
de vrienden van den hoofdpersoon voor te
stellen heeft, maar ook in hit tweede deel
veelvuldig wordt aangewend eu een groot
koor, dat de sterke bezetting vereischt van
de koormassa's die men heden ten dage voor
oratoria meestal aanwendt.
liet glanspunt van het werk is mijns in
ziens het slotkoor van het eerste deel, als
de priester en de beide koorgroopen vereenigd,
een ensemble te hooren geven, dat n als
compositietechniek n als uitwerking een
superieure bladzijde beteekeut, in de groote
litteratuur van onzen modernen tijd. Later
kunnen de kuren der da-mom-ii. der engelen
eu der zielen dien indruk niet meer over
treffen.
Echter, de groote waarde van Elgar's
werk ligt in de wijze, waarop hij het orchest
behandelt. Daarin toont hij zich een meester,
die de beste onzer hedendaagsche compo
nisten op zijde streelt, niet alleen in de vir
tuositeit zijner klankcombinatiën, maar vooral
ook in het weergeven der stemmingen van
het gedicht.
Wanneer ik dan ook over de uitvoering
gewaag, wil ik het eerst het Utrechtsehe
Stedelijke Orchest mijn compliment maken
voor de uitstekende vij/e, waarop het de
enorm moeilijke partituur wist te verklanken.
Het Leidsche Koor geniet terecht een goede
reputatie. In dit werk echter kan een aan
zienlijker aantal dames en heeren eerst vol
komen de iiitentie-n vaii den componist weer
geven. Ook had naar mijii mceuing, de klank
iiimuiummiitiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiimiiiiiiuiiiiimiiiiiiiiiiuMiiiimtiiiii
woordde Olga verschrikt, en in tranen uit
barstend, liet ze er op volgen : Mijn man
zaliger was wél streng, dat valt niet tegen te
spreken, maar ik had toch 'n leven bij 'm
als God in Frankrijk; ik kende geen zorgen,
hij was altijd goed voor me, hij , .."
Maar toen van Olga's kant de eerste tegen
werpingen gemaakt waren, zouder dat de
kapiteinsvrouw er veel acht op scheen te
hebbeu geslagen, wei-den de volgende al zwak
ker en het eind was, dat de troostelooze,
arme weduwe" zich liet overhalen tot een
samenkomst in den tuin van Demidotl'.
Iemand, die veel zin in haar had, zijn leven
aan haar wou gaan wijden, enz., en/., zou
haar daar ontmoeten en door de
kapiteinsvrouw aan hem worden voorgesteld. De
caudidaat was een hofraad met vele
ordeteekenen. Hij heette Audrej Fomitsch
Pletchkin, was ongeveer vijftig jaar, had een
kleine, magere gestalte, maar een welgevulde
beurs eu bovendien was hij weduwnaar.
Hij zag er heel bedaard uit, ja. eigenlijk
gezegd, wel wat bedeesd eu verlegen. Toen
hij uaii Olga I'etrowna voorgestel l was, be
gon hij zijn keel te schrapen, zenuwachtig
aau het lintje in zijn knoopsgat te plukken
eu liet eenige wat hij, ondanks het herhaal
delijk ooggeknip van de kapiteinsvrouw, om
hem aan 't spreken te krijgen, wist uit te, bren
gen, was een verlegen opmerking over den
tuin, welke opmerking door deaaugeprokeiiu
met een (lauw :
Och, vindt u ? " werd beantwoord.
Na ongeveer een huif uur gewandeld te
hebben, namen ze weder afscheid van elkaar.
De pretendent-vrijer vond in de oogen van
Olga Petrowna geen genade.
Xeen, dat'.* niets voor mij !" zei /e
lateiop verontschuldigende!! toon tegen de
primakoppelaa rst.er.
,,Wat, is d;U niets voor jou .' Een hofraad,
iemand die zóó rijk is, die niet drinkt
die zou voi.ir jou niet deugen, dien zou je
niet willen hebbeu' Hoe is 't mogelijk!"
Hij is me veel te stil, te bedaard..."
.Stil ! . . . stil! .. . Je moest den hemel dan
ken, dat je zoo'n stillen man krijgen kuilt.
Vindt jij 't soms beter, om zoo'n Nero te
hebben als je eerste man altijd was ?"
Maar erty Iwaiiowitsch, God hebbe z'u
ziel, was ecu man . . ." antwoordde de weduwe
met een lichten zucht.
De kapiteinsche wierp haar een
doorborenden blik toe en zeide : Zoo... nu we
zullen je wat anders laten zien. Wacht maar.
Je zult wel spoedig van me hooren. Adieu,
tot ziens !"
Een week latei' had een tweede
rendezvou.s plaats in denzelfden tuin, doch ditmaal
wist de weduwe hoegenaamd niets af van
den preteiitent. Of hij jong of oud, knap of
leelijk, koopman of' ambtenaar wa<, 't inte
resseer'Ie haar niet bijsier eu daarom had ;:e
er ook maar niet naai' gvïii!'"niieerd.
Ze hadden iveiis ei n groot kwartier de
eüneer ;;>. v\ ;«ü<.!eM. de weduwe
van het kleine, zoowel al» van het groote
koor, iets nobeler getimbreerd kunnen ge
weest zijn. Overigens niets dan lof voor de
slagvaardige wijze waarop de Leidselie dames
en heeren de moeilijkheden van. het werk
wisten te overwinnen.
Een veeleistmender tenorpartij, dan de
Gerontim, y^ilt in het moderne repertoire
ternauwerufJod aan te wijzon. De lieer
Kogmsms heeft zich kranig van zijn, enorme zware
taak gekweten. Een enkele vergissing is niet
van dieu aard den totaal indruk vaai zijn
Leistung" te verkleinen.
Mevrouw de Haan?Manifarges met haar
wondervol klinkende alt en de heer Jan Sol
met den machtigen stroom van geluid, dien
hij wist te ontwikkelen, waren gewoonweg
in die partijen niet te overtreffen.
Doch het leeuwenaandeel van de uitvoering
komt den directeur Dan. de Lange toe. Hij
toch bleek zoo diep doorgedrongen te zijn
in de partitie, dat hij het werk in den waren
zin van het woord herschiep. Nu eens geheel
onder do impressie van de stemmingsvolle
compositie, dan weder, zooals in het
diemonenkoor, zich ge'heel overgevende aan do
macht van that sullen howl", wist hij steeds
den juisten toon te treffen.
Het mag voor den heer de Lange en de
Leidsche Toonkunst afdeeling een groote
voldoening zijn het zeer belangrijke werk in
ons land geïntroduceerd te hebben.
Ouder de rubriek:
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD
valt hoofdzakelijk te vermelden het optreden
van de M.hichencr zangeres Herrniiie Bosetti.
Men kan wel zeggen dat zij ouverdeeldbijval
heeft gevonden. Haar orgaan is zeer om
vangrijk en mooi ausgeglichen" zooals de
Duitschers zeggen. Daarbij beschikt zij over
veel temperament en een goede uitspraak.
Ik hoorde van haar de aria uit Götz'
Widerspenstigen Zühmung die Kraft versagt." Op
nieuw bleek hoe sommige opera-fragmenten
totaal ongeschikt zijn om uit de lijst hunner
omgeving gelicht te worden. De te vroeg
gestorven componist Hermauu Götz was een
s-.eer begaafd man eu zijn opera is inderdaad
een werk vol fijnen zin, en echten
Shakespeariaauschen humor.
Niettegenstaande dat pakte de aria slechts
weinig, ondanks hare prachtige wedergave.
Den avond te voren had de zangeres de
groote aria uit Nicolai's Lustigen Weiber"
gezongen en, dank zij het meer uiterlijke
van dit stuk, behaalde zij daarmede een groot
succes. Onverdeeld genot schonk mevrouw
Bosetti met hare liederen van ^trausF. Het
prachtige Ueiinliche Aull'orderung' moest
zij zelfs tweemaal zingen.
Keu andere zangeres gaf 1.1. Maandag een
particulier concert, hetwelk zoogoed bezocht
was, dat men daarvoor zelfs de groote zaal
moest in gebruik nemen. Ik meen onze thans
te Berlijn wonende landgenoote Tilly Koenen.
Hoewel ik niet in de gelegenheid was bet
concert bij te wonen, wil ik het toch niet
onvermeld laten iu deze kolommen, omdat
het succes van mej. Koenen buitengewoon
groot was en ook omdat landgenooten i u deu
vreemde, die de roep onzer kunstbeoefening
hoog houden, recht hebben op waardeering.
Nadat ik in Let jongste nummer een woord
van. herinnering heb gewijd aad den ontsla
pen kunstenaar Frans ('oenen, verrast ous
in het begin dezer week het plotselinge en
onverwachte afsterven van zijn zoon Louis
j Coenen, in den ouderdom van 47 jaren.
Louis < 'oenen was eens ecu pianist van
voortreffelijke eigenschappen, Li,szt eu v on
Bulow waren o. a. /.iju leermeesters, liet
grootste gedeelte van zijn kunstenaarsleven
heeft Louis (Joeiien buiten ous vaderland
en de kapiteinsviouw, toen de eerste plot
seling door haar begeleidster werd
aangestooten ; eeu heer niet een militaire muts op
het tier opgerichte hoofd, een stok, dien. hij
voortdurend heen en weer zwaaide in de hand,
kwam regelrecht naar de dames toe.
Op twee pas afstauds begon hij zijn speech:
Mag ik mezelf even aan u voorstellen, lieve
dames; Peter Pe,tro\yitseh I.astotschkiu, staf
kapitein ! AVat 'n genot u hier te mogen
ontmoeten !"
Dit alles werd gezegd met een stem, die
een voorbijkomeiid.kortzich.tig oud heertje,van
schrik bijna deed omvertuimelen.
Olga I'etrowna bemerkte, dat een gevoel
van verlegenheid zich van haar meester
maakte eu zelfs de kapiteinsvrouw, die zich
anders niet gauw van haar stuk liet brengen,
was stil geworden cii bleef een weinig achter.
Eeu paar korte opmerkingen over het
weer, den tuin, het publiek, volgden en toen
bood de stafkapitein, een sierlijke buiging
makend, Olga zijn arm aan met de woorden :
Votre main, lieve mevrouw... Nietwaar
in zoo'n gedrang .. ."
Olga Petrowna liep nooit gearmd, doch
er lag in de stem van den grooten, forschen
stafkapitein iets zoo imponeerends, iets dat
»olstrekt geen tegenspraak duldde, dat zij
zonder bedeukeu haar arm dooi' deu /.ijneu
j stak. Onder de wandeling drukte Peter
Petrowitsch Lastotschkiii af en toe op
beteekenisvolle wijze het kleine handje, dat op
zijn arm lag en na korten tijd begon zich
: een zachtrood blosje op de anders bleeke
wangen van Olga Petrowna te vertoonen,
straalden haar mooie, anders droevige oogen
van stil genoegen en beefde haar stem, als ze
i het woord tot haar geleider richtte.
Is dat een ridderorde'.'" vroeg ze op eens,
wijzend op liet gele lintje, iu zijn knoopsgat.
N-ja... George-orde . . . uit den luatsten
oorlog... 'n Turkscu kanon veroverd."
Olga Petrowna kromp ineen, eu voelde zich
niet in staat het gesprek verder voort te
zetten. De kapitein Het zich echter doorliet
stilzwijgen zijner dame niet van z'n stuk bren
gen en vertelde haar eeu eu ander van zijn
verleden, sprak over het heden eu zelfs over
de toekomst.
Aangaande zijn verleden en het heden ver
nam ze, dat hij tegenwoordig buiten dienst
was en jaarlijks 1-19 roebels pensioen genoot.
AVat de toekomst aanging, deelde hij haar op
vertrouwd ijken toon mee, haar daarbij voort
durend met veelzeggende blikken aanziend,
dat hij bereid was, het eind vaii zijn storm
achtige levensdagen in de veilige haven van
den echt te gaan slijten. Toen hij geëindigd
had, was Olga Petrowna tot de overtuiging
gekomen, dat niet alleen de echt-manuelijke
stem van den staf kapitein geen tegenspraak
duldde, doch zijn oogen evenmin.
l!ij liet verlaten van den tuin gaf
Lastotschkin te kennen, dat hij zijn dame gaarne
thui~ wilde brengen eu toen ze voor het huis
stonden, vroeg hij of O'ga L'efrowna hem
doorgebracht, hoofdzakelijk te Parijs. Ia diea
tijd bezocht hij jaarlijka onze stad ea gaf,
eerst op de Eelix-concerten en later in. hot
Concertgebouw, blijken van aija geajcheve«ïd
klavierspel.
Van 1894 af was Co«nen werkzaam.hier ter
stede al» leeraar aan de muziekschool van
Toonkunst, als opvolger van wijlen H-enry
Tibbe; later vervulde hij. daarbij nog liet
leeraarsambt aan het Conservatorium.
Ook als-componist van eeaige goed gevoelde
klavierwerkjes heeft zich Louis Coenen
onderscheiden.
Zijn aandenken zal zeker bij zijn talrijke
leerlingen dankbaar blijven voortleven.
ANT. AVERKAMP.
YotóeMa tu erna «den laar
m VifiuM's
Hier door Parijs wandelend werd ik
getrojï'en door het groot aantal busten van
Dante; men ziet ze in allerlei formaat,
de ene meer geslaagd dan de andere, van
allerbande stof, tot goedkope toe, die een
voortreffelike geelachtige kleur bezitten, met
sprekende gelaatstrekken, sieraden voor een
kam T. Ik noem hier Dante, maar men blijft
hier niet bij het buitenland, van Corneille
en Eacine kan men ze ook krijgen, vaak op
een fraaie, slanke zuil, of op zijn nederigst,
in medaillon. AVas het te verwonderen, dat
mij eeiie soort van afgunst bekroop? Moest
ik niet van zelf terug denken aan onze grote
steden? Ook daar treft uien bekende busteu
aan, doch vergeefs kan men die van A' ondel
zoeken. Ik geloof', dat de enige Nederlandse
schrijver, wiens buste mogelik een kamer
versiert, Beets is, en dat zal dan nog een
hoge uitzondering zijn. Nu de laatste jaren
ons zelfbewustzijn wakker wordt, heeft er
echter een te waardeeren, zij het ook maar
kleine verandering plaats gegrepen; welzijn
er noch geen fotograiien in de handel, zoals
vaii vele buitenlandse bekendheden, maar
men kan krijgen prentbrief kaarten, dat zo
geliefd artikel, waarop heel wat portretten
vaii onze letterkundigen voorkomen. Ik spreek
hier met opzet van letterkundigen, want de
schilders, beeldhouwers, musici kuunuu zich
tot de gehele wereld richten en de eersten
behoren tot een der beroemdste scholen, die
bestaat; de letterkundigen blijven slechts
onder ons volk. Men zou nu menen, dat deze
betrekkolike misdeeld heid, dit intiem karakter
van onze letterkundigen, die toch de dier
baarste schat bewaken van onze nationaliteit,
hen tot troetelkindjes van ous volk maken,
maar verre van dat, bijna het tegendeel mag
beweerd worden, hoe vaak wordt hun liefde,
worden de opofferingen, die nood/akelik van
hen geéischt worden wegens de kleinheid van
ous land, niet beantwoord niet onverschillig
heid, ruwe en vaak beledigende kritiek, in
de maatschappij met spot of hoon. Hoe gaarne
worden onze schrijvers niet bekletst", het
grootste voorrecht, dat zij gewoonlik genieten.
Nu vragen zij er gelukkig ook volstrekt niet
naar om bedorven kinderen van onze naatsie
te worden, maar, mag men met recht zeggen,
mag niet .wat meer liefde en toewijding ge
schonken worden aan hen, die de luister van
onze gouden eeuw hebben verhoogd? AA'orilt
onverschilligheid ten opzichte van hen niet
schuld? Ik spreek daar van prentbrief kaarten,
die mij belangstelling inboezemen, wijl zij
z'on elkedags artikel uitmaken; men kan er
ijiet alleen krijgen van onze modernen, maar
ook van de ouderen. Staring in zijn. ouder
wetse kledij, Bilderdijk met zijn knorrig ge
zicht, zelfs de zo vaak belachen Cats. Hooft
en A'ondel ontbreken.
iMiiiiiiiiiiimiiiiiiin
iimiiimmiimiiiiiiiimiiiimiiituiimmimiiiiilM
eens op de thee wilde verzoeken. Ze gehoor
zaamde direct en vroeg hem op bedeesdeii
toon, of hij bij gelegenheid 'n kopje thee
kwam drinken.
Gaarne, gaarne... waar waarom juist bij
gelegenheid, waarom meteen vandaag niet ?
Ziet u, lieve mevrouw, ik ben militair eu ik
heb een beslist karakter. .. Uw schoonheid..."
Olga Petrowna bloosde, fluisterde eeiiige
onverstaanbare woorden, doch een gebiedende
beweging van deu militair" deed haar
onmiddellijk zwijgen.
Pardon,., geen woord meer! De staf
kapitein Lastotschkin heeft iets gezegd en daji
gebeurt dat ook ... Ik heb over zoo en zoo
veel soldaten het commando gehad, zoodat
ik, dunkt me, wel bij machte zal zijn eeii
vrouw . . ."
Hij voleindig Ie zijn zin niet, want op het
zelfde oogtnblik, hoorde hij Olga's hofmeester
den huisknecht eeu scheldwoord toeroepen.
Snel als de wind draaide hij zich om, liep
op den hofmeester toe, hief zijn hand op en
liet haar weer dalen. Tegelijkertijd klonk eeu
slag en een pijnlijke schreeuw... 'n Seconde
later stond de militair" weder naast de
weduwe, en met een sierlijke buiging de deur
voor haar openend, klonk het rustig en
hoi lel ij k :
Eutrez, schoone dame!"
Bevend van angst eu zenuwachtig de hand
der hen getrouw gevolgd zijnde kapiteins
vrouw drukkend, trad Olga Petrownu de gang
in. A'lug liep ze de tra;) op, om, toen ze act
de deur der huiskamer gekomen was, een
oogenblik luisterend te blijven staan.
Van de binnenplaats klonk als het
geschetter van een regimentstrompet, .de stem van
Peter l'etrowitsch Lastotschkin :
Canaille, boerenpuinmel, zwijn ... Ik zal
je'ris leeren wat beleefdheid is, ik zal. . ."
Zou hij dronken wezen ?" vroeg de weduwe
op lluisterenden toon aan de naast haar staande
huwelijksmakelaarster". Deze hield de oogeu
strak op den groud gevestigd eu zei niets.
O l gn P«trowu.adr\ik.tede hand tegen het hart
eu loosde een diepen zucht...
Den schedel zou ik je kunnen verbrijzelen.
Aau stukken hakken of neerschieten als eeu
dolle hond! Lummels! Schaapskoppen!
Lomperds'...."
't Is me, of ik mijn dierbaren overleden
mau hoor," lispelde Olga Petrowua, eii in
zalige verrukking kneep ze de hand der hei
melijk triomfeereud lachende
kapiteuusweduwe in de hare.
Niet lang daarna las men in de couranten
de volgende liuwelijks-adverteiitie :
G e t r o u w d :
OLGA PETEOAVNA,
AVeduwe van PODOT.IX,
met
PETER l'ETKOWITSCII LASTOTSCHKIX,