Historisch Archief 1877-1940
Ho. 1391
DE AMSTERDIMME'R WEEKBLAD V 00 K N EP E RL AN D.
atad als directeur dez Vereenigde
ToonianBtcnaiieB,**» orchest, saavagesield alt kraefitea
die by dm toftaiöafti* heersehende
orcbestcriais geen vast engagement konden of wilde»
a»iHi«ioen en aich onder bovoastaaaden naam
Coöperatief hadden verbonden.
fel 1S83, tiet jaar van. de groote koloniale
tentoonstelling, toen .de Parkschouwburg werd;
ingewijd, verkreeg Mann een aanstelling als
tweede directeur naast Wlltem Kes. Een
Wiet, door hem gecomponeerd, De dröoai
van den klokkenluider", had een groot succes
n werd meer dan 70 niaat uitgevoerd. Toen
Ket, weinig* maanden na de opening van
d«a schouwburg, aftrftd sla direetenr, viel de
geheele leiding aan Marm ten deel. Lu '84
dirigeerde hij een pas door hem gecomponeerde
Symphöm*1, welk werk door de Maatschappij
tot bevordering der Toonkunst met goud
bekroond werd.
I» S85 failleerde de Parksehouwburr en
was Maun dus buiten betrekking. Hij ging
YOtar 6ttaig«u tijd weder naar deji Haag, om
?yaa da» uit te zien of ei soms een of andere
directeursplaat * vaeaat zou worden. Toes»
dit niet Irt* geval was, nam luj op hst einde
va» '85- do benoeming aan van kapelmeester
v»tt het 4e regiment te Leiden. Hoewel het
»lg vaststaand mag beschouwd worden, dat
Manu het aauaien dier kapel verre verhevea
toeft, boTwhet peil waarop vroeger dit
militaire muziekcorps stond, lijdt het toeil
geejx twüfel, dat de werkzaamheden, aan de
betrokking vaa militair kapelmeester ver
bonden, op den, kunstenaar van minder
gunstige,» invlpett zijn geweest. ' ......
.In 18«0 werd Mann uitverkoren om het
jubileumsconcett vaa Nicolai te dirigeeren.
Hfl bad toen een orchest onder zijn leiding
yan ongeveer 70 oud-leerlingen der Kon.
Muziekschool.
Nadat rij a.ch ala kapelmeester van het
4e regiment teruggetrokken hnd, bekleedde
bij nog posten als directeur an de opera's
op het Leidt-chepleiH en in het Paleis voor
Volksvlijt; echter glee hts van korten duur.
Wel kon hij zich toen mér aan de com
positie wijden dan in zijn Leidschen tijd
en tallooüe liederen, een vrouwenkoor la
Mer", een vioolconcert, dat door Bram
EWoring herhaaldelijk is gespeeld enz., zagen
ra» tii& Itand het h'cht. In de laatste paar
jaie& werd helaas zija geeat wet nevel &n
omringd en liet het zich reeds aanzien dat
pün wekte ongeneeslijk zou avia. oen hjj
du» dea lOen dezer in het gesticht te
Coudawater overleed, mocht uien zijn dood be
schouwen als een verlossing uit eeu leven,
dat awoh voor hem, noch voor ajju gade een
en hoogbedaagden vader waarde weer had.
Het voornaamste werk dat Mann
geoompe&aerd heeft en dat helaas niet door .hem
Töttooid werd ia Metaenis", eene opera op
fraoschea tekat, welke, naar ik meen, door
Fiore d«lla Neve in het Hollandsen is
overgezet. Als ik mjj niet vergis, ontbreekt er
slechts een gedeelte aan de instrumentatie.
Zou het niet een waardige hulde zijn aan
de nagedachtenis van den componist, indien
dit werk voltooid werd door een van Maaa's
vrienden en dan door de Kederlandsche
Opera werd opgevoerd?
AST. AVERKAMP.
De grot van Genoveva,
VAX
CL AR A VIEBIG.
?Naar het Dultsch, door 'M. v. O.
II.
De menschen waren nauwelijks meer zicht
baar in. de sombere grauwe schemering die
het lage vertrek vervulde. Alleen de gezichten
vormden .lichtere vlekken m die donkerte.
Van bij de deur beefde 'n diep* zucht en
rustig klonk de stem van 't meisje Ik ga
niet met den eersten Mei, boer, ik ga den
vijftienden Mei, we hebben afgesproken, om
den dienst uiet de vier weken op te zeggen.
Eerder mag je me niet wegjagen. Ikblyftot
den vtiftiendea, en stuur je me vroeger weg,
dan moet je me loon en kostgeld geven; dat
is m'n recht!"
Wat ? wat zeg je daar ?" en de boer sloeg
zóó hard met zijn vuist op de tafel dat de
schaal er vaii rinkelde. Ben je gek? Zou jij
me de les willen lezen ? Hou je mond en
wees blij, dat ik je niet morgen aan den dag
wegjaag!"
Probeer 't is !" Barbara kruiste haar armen
over de borst en trad een stap nader. Wat
heb ik, gedaan, dat je me zóó behandelt?"
J\j,.. jij ..." de driftige boer kon er niet
uitkomen en nu viel de vrouw met haar
krijschende stem in:
Eten en drinke», dat is al wat je kan, in
plaats van te werken! En dan zou jo ons
zeker nog 'n kind op den hals willen schui
ven, hè? Neen, hoor! zóó zijn we niet ge
trouwd ! We schamen ons, zoo als de lui met
den vinger op onze meid wijzen ! Neen, dankje
hoor! ik heb 'r genoeg van, en weg moét je !"
Eerlijk en onschuldig ben ik bij jelui ge
komen," klaagde het meisje en nu... waar
moet ik im heen ?. .. jelui drijft me 't
water in !"
O, mijn God en mijn Heiland!" schreeuwde
de boerin hoor me die onbeschaamde meid
's aan l"
En de man riep met dreigende stem :
Eerlijk en onschuldig ? hahaha l Zou
je soms willen beweren, dat je in ons huis
je eer en je onschuld verloren hebt? Zeg?
wie van ons is 't dan geweest? zeg?" Hij
bulderde er op los, terwijl hij zijn zoon af
en toe scherp aankeek : deze stond met ge
bogen hoofd op de punten v»n zijn schoenen
te staren. Zijn wangen gloeiden en zijn hart
klopte hem in de keel...
Wanneer ze nu sprak ... wanneer ?
Maar neen, ze voer uiet den rug van haar
hand over 't gelaat, als veegde ze daar wat
we?, en keek den boer vast aan, terwijl ze
zeide:
Ik heb niet gezegd dat een van jelui me
onteerd hebt!"
Nou, wie dan ? spreek op l"
Daarover hoef ik jelui geen rekenschap te
geven! m'n eer is nu eenmaal weg en die
krijg ik niet terug l Je hoeft niet zoo te
lDi C. J. Maïs in Arti.
De voornaamste drijfveer tot deze expositie
WHS het resultaat vau de niet geringe onder
neming het bekende werk van Velasquez.
Las Lanzas'r te copiëerca, voor liet publiek
ter bezichtiging Ie ste.Ilen. Las Lanzas." stelt
voor een episode uit den tachtigjarigen oor
log, toen BreUa, na een dappere verdediging
van zeven maanden onder het commando
van Justinus van Nassau, zich aan den
Spaanscirën veldoverste Spinola overgaf. De schil
derij stelt voor het oogenblik waarop de
HoIIandsche bevelhebber den Spaanschen
veldheer de vesting overdraagt."
Met&paausche grootmoedigheid schonk Spinola toen
den Hollanders, voor hunne dappere verdedi
ging een eervolle aftocht.
De copie is op d"ezelfde grootte, nagenoeg
althans, als het origineel in liet
Prado-Museuui te Madrid. Ze is zeker belangwekkend
voor degenen die het stuk slechts bij repro
ductie kennen waartoe helaas
oudergeteekeude ook behoort daar aldus hunne gis
sing, in verband met andere wel aanschouwde
werken van Velasquez, dichter tot het uitzien
vau het origineel kan gebracht worden. Men
kan daarby ook reedg opmerken, dat men zich
het kleur-aspect anders moet denken dan men
zou vermoeden bij dezen meester; die toch
wel iets van den hollandschen slag in zijn.
sehildertraat heeft.
Zopals ik reeds zei was deze groote copie
de 'beweegreden tot de expositie. Ter aan
vulling heeft de heer Maks eau. twintigtal
schetsen en sludie's langs de wanden opge
hangen ; vrijwel zonder pretentie dirs. Er zijn
aardige schetsen b\j, sommige studie's die a!
zeer gelukkig geslaagd kunnen heetfn, bijv.
Ko. 21 : een (bruin) werkpaard te Parijs. De
werken te zamen geven het eerste pogen
van een schilder in het begin van zijn loop
baan. De Breitner-leerling is daarbij onmis
kenbaar.
Soms toonen zijn werken een naar het
uitertijk al te trouwzame aanhankelijkheid
aan het onnavolgbare voorbeeld ; maar dan
weer zijn er sommige studie's uit Spanje, die
kunnen doen hopen, dat bij een verrassende
kijk op de scherper kleur-tegenstellingen in
het Zuiden, de geschooldheid onder den
eenigen Amsterdamschen kleurziener, een
gunstige nawerking kan hebben. De nabij
heid van Velasquea en van Goya zal dan
bij voortgezette stutne van grooten steun zijn.
[Uit het bericht over deze tentoonstelling
moge men niet afleiden, dat de
Poggenbeek-tentoonstelling reeds gesloten is. De
copie naar Velasquez is geplaatst in de
kleine zaal.]
W. S.
De Rembrandt zaal i/h Rijks
MuseumNaar de couranten melden, is thans uit
particuliere bijdragen de som bijeengebracht
noodig tot verbouwing van de
Rembrandtzaal in het Eijks-museum.
Door tusschenkomst van den heer Israëls
werd het bedrag aangevuld met ? 20,000.
Tot de werkzaamheden zou aldra worden
overgegaan. Zoo blijkt dus eindelijk het
jarenlang hameren op het aambeeld van een
rationneele oplossing der Nachtwacht-kwestie
ten slotte tot resultaat te zijn geraakt.
AV. S.
Mm kust ia het
MiiiiiiiMiiimiiilMiiiitlmirititmiminiumMitmtH
schreeuwen, ik zal wel met dan eersten Mei
weggaan !... Goeden avond !"
Dof klonk nu haar stem; de deur viel
achter haar dicht, weg was ze, langzaam
hoorde men 't geluid van haar klompen
wegsterven.
* *
#
Als een arme zondaar sloop Lorenz Pfalzel
's avonds laat van dienzelfden dag langs do
Kyll naar huis; hij kwam terug van den
Eamstein.
De Eamstein is een oude burchtruïne, die
op een heuvel, niet ver van Ehrang, in 't
lieflijke Kylldal gelegen is. Naast de
afgebrokkekhj stukken muur met de booste
vensterhogen, en de met klimop bedekte tinnen,
was een aanlig wit huis gebouwd, waarin
de pachter Claassen met zijn vrouw en zijn
mooie dochter Auiui woonde. Hij is een wel
gesteld man, die vette weiden en akkers be
zit, en de uitspanning, die hij houdt, brengt
hem ook '11 aardig duitje aan; uit Trier gaan
de menschen er 's zomers in groote scharen
heen. Do mooie Anna met de kuiltjes in do
wangen en de zachte, oogen is een gezochte
rijke partij. Als de knappe Lorenz on de
mooie Anna naast elkaar stonden, vond ieder
een hen een prachtig paar! Waarom zouden
ze 't uiet voor hun leven zijn? 't Was waar,
dat Lorenz geen geld bezat, maar hij was
vlijtig en werkzaam en er was niets op hem
te zeggen; dat was de hoofdzaak op den
Eamstein. De pachter on zijn vroow waren
vroom en hun dochter nog meer. Ze sloeg
meestal de oogen neer. wanneer Lorenz kwam
en reikte hem nauwelijks de toppen vanhaar
vingers; ze gedroeg zich als 'n stadsjufl'ertje,
wat prentsch, maar zacht eu zedig... in n
woord: 'n mei-je als 'n heilige. Sedert eeuige
weken maakte Lorenz- haar 't hof; bijna allo j
avonden ging hij naar d"ii Kamstein, zat iu
de gelagkamer met den pachter te praten, i
had attenties voor de moeder on keek de |
dochter met smachtende oogen aan. De mooie l
Anna sprak meestal niet veel. Die had bij
do nonnen kunstig borduren geleerd en werkte
nu aan een rok voor 't beeld vau Onze lieve
Vrouw in de kerk van Ehrang; dat was 'n
Gode welgevallig werk en slechts af on toe
sloeg ze haar oogeu op, als ze don gloeienden
blik van den jongen boer op zich voelde
rusten. Dan glimlachte ze verlegen en steeg
er 'n blos naar haar wangen eu voorhoofd.
Dien avond had Lorenz baar weinig aange
keken en was bijzonder stil eu verstrooid
geweest. Het aardige meisje verwonderde
zich, toen ze haar aanbidder bij 't heengaan
uitliet; anders maakte hij steeds van die
gelegenheid gebruik, om baar wat vleiends
toe te fluisteren dat had hij zoo
extramooi in zijn diensttijd van <ïo andere soldaten
geleerd! maar daar scheen hij vanavond
niet aan te denken. Haastig zei hij Gooden
nacht", on stormde de deur uit.
Lorenz Pfalzol rondo door den nacht naast
de bruisende Kyll, alsof hij daar een wedloop
mee wilde bondon; dan weer stond hij stil
en schreed langzaam aarzelend verder, 't Was
zeer duister, geen ster aan den hemel, men ,'
kon nauwelijks 't, pad onderscheiden. Vau
de takken druppelde 't als tranen neer. ]n
't struikgewas ruischte 't ... de jonge man
schrikte eu kook schuw om . . . niets . . .
nieEen feit op kunstgebied, waarvan de
beteekeuis niet moet worden onderschat, is het
afstaan in bruikleen aan het Rijksmuseum
van een deel zijner kunstverzameling door
den heer J. C. J. Drucker te Londen. .
Die schoone daad -geeft zooveel stof; tot
vreugde, dat we er maar terloops op willen
wijzen, hoe de moderne meesters, van wie
de heer Drucker hier werken afstond, allen
onvoldoende, enkelen allertreurigst in het
museum vertegenwoordigd zijn en hoe een
tijdperk vau grootheid, dat de zeventiende
eeuw nabflkomt, kon voorbij gaan, zondw
dat de eenigeliijhs-verzameling van de .groot
ste figuren uit die periode werken hunner
waardig kou bemachtigen. Maar gelukkig,
waar de ingewikkelde staatsjnachine hapei de,
uitte de .gehechtheid aan zijn vaderland bij
een in het buitenland wonend landgenoot
zïcti daarin, dat hij zich omringde, . met het
geen. in het land zijner geboorte
voortre-ffelijks werd gemaakt; zoodoende bracht parti
culier initiatief, toen de tijd om een verza
meling aan. te leggen nog .niet, zooals thans,
voorbij was, een collectie byeen, die de .eerste
werken uit da bloeiperiode bevat.
Van deze schatteii stond de heer Drucker
nu in bruikleen af 21 werken van Mauve, ,4
van Weisseabruch, 2 van. Wil tem Maris, l
van Al b. Neuhuijs en l van Alma Tadema..
De Blauve^s zijn dus^ hoofdzaak en 't is oen
zeldzaam genot zooveel en van het allerbeste
van dezen beminnelijker! meester bijeen te
vinden. Er zijn zoowel schilderijen als aqua
rellen eu van beide uit zeer, uiteenloopen- '
den tijd.
Het vroegste schilderij is wel het atelier
van Mauve's leermeester P. F. v. Os, eun
gezellige studie, flink in den bruine, maar,
waarin wel niemand, die het niet \\cct, een
Mauve zal zien. Evenmin als in de aquarel
(2;)50 n), een aardig plaatje, braaf uitvoerig
en voorzichtig gesapvurfd. Toch is er in de
teekening van den houd, die naar de vrouw
opziet, al iets van het hoekige, het met kris
kras lijntjes in elkaar zetten van zoo'n beest,
zooals Mauve dat later deed.
Ook in den geestig opgeteekenden voor
grond meenen we de hand vai' den meester
waar te nemen, al worden die ontdekkingen
soms ingegeven door d f wetenschap, wie de
maker was. Maar de echte Mauve, van
later komt eeist sterk uit in het toch, dunkt
me, ook nog vroege schilderij (ISIU c) Drin
kende paarden". Die lucht is al mooi vast
geschilderd en drukt, op-lichtend naar den
horizont, al meesterlijk ruimte uit. De paar
den, nog wat stijf, zijn reeds teekenprodueteu
van eigen waarneming en mooi kleuren de
paarlmoertinteu vau 't witte paard tegen het
blank der Uicht. Toch duidt nog op
beginwerk het scherpe contrast tusschi-u licht
en donker, dat de schilder behoefde, oui
kracht uit drukken ; iets wat hem later in
de egaal-gryze schilderyen en aquarellen
zondereenigen toeleg en zooveel beter gelukte.
Een ander werk uit den tijd, toen Mauve
nog zoekende was, is de prachtige studie van
een bruin-bonte koe, die door toevoeging
van een doorwerkte omgeving vau een een
voudige dierenstudie tot eea compleet schil
derij werd opgevoerd. Blijkbaar was de maker
sterk geïnspireerd door de Barbizon-school;
we denken hier meer nan Troyon en Dupr
dan aan Mauve; <Je wuriue toon, de behan
deling der boouien met de donkerblauwe
uiuimiimiiiiiiiu
iiiiiiiiltniiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitii
mand... Als dreigende reuzen strekten de
hooge boomen van 't bosch hun takken uit;
die der eiken waren nog geheel kaal, maar
van de beukcntwijjrcii waren de knoppen
reeds sterk gezwollen; hier en daar kwam
reeds 'n groen blaadje te voorschijn.
Hier . . . hier had hij zoo vaak met Bar
bara gezeten . . . en daar bij de steengroeve
verdeelde 't pad zich en voerde door een
nauwe kloof naar de eenzame en verlaten
Genovevagrot, waar hij menigen nacht met
haar getoefd had, alles om zich heen ver
getend ... De knappe Loronz kreunde en
sloeg zich voor 't hoofd... Jezus Maria!
als ze 's niet langer zweeg en spektakel
maakte!.,. Dan zou 't godaan zijn met
Anna en de bruiloft en 't geld! De man
knarste op zijn tanden eu verhaastte zijn
schreden. Van avond nog moest hij haar
spreken, haar vaste belofte om te zwijgen
verkrijgen, onverschillig tot welken prijs.
Voorzichtig eu zacht als een marter sloop
Lorenz laiigs den brokkeljgen muur van den
Pfiilzelhof tot de poort, waar hij onhoorbaar
doorschoof, den hond uiet streelend gefluister
sussend. In huis brandde geen licht meer;
ze sliepen allen. Hij sloop als 'n dief naar
het stalfiebouw, waar, vlak naast den koestal,
Barbara in een afgeschoten kamertje sliep. Ge
dempt, nauwelijks hoorbaar, klonken Lorenz's
stappen op de binnenplaats, do staldeur
kraakte even, hij trok haar behoedzaam
achter zich in 't slot; 'n. warme bedompte
lucht kwam hem te gemoet.'. . de koeien
snoven, n loeide er zucht als in den droom.
Stikdonker was 't: door het met
spiuuewebben bedekte venstertje viel geen
inaanlichtstraal. De j< mge boer luisterde ... daar
naast was niets zelfs geen ademhaling
hoorbaar. Hij tastte... struikelde stootte
zich 't hoofd... nu vatte zijn hand den knop
van 't lage deurtje... hij probeerde 't te
openen, maar 't was aan den binnenkant af
gesloten. ISarbe! Barbara'" Heesch klonk
zijn gellnister in de duisternis. . . Barbe,
maak open... ik ben 't!" Geen antwoord.
. Dringender (luisteren... stooten en schud
den U'.neii het wrakke beschot: Sta op!
Barbara! ik b/'ii 't, Luren/. Ik moet je spre
ken ... je niuet me aanhooren...! antwoord
dan toch !''
Daar binnen kraakte de stroomatras, er
kwam beweging, 'n flauw lichtje gloorde op
en 'n klagende stem vroeg: Wat is er ? Wat
wil je?" Barbe. maak open, ik moet je maai'
even spreken, dan ga ik dadelijk weer weg . . .
even maar!"
Wacht dan !"
Ze tastte naar de deur die open ging; de
jonge man trad haastig binnen. De
slechtbrandonde stallantaarn op liet krukje naast
het bed wierp baar zwakke stralen op het
meisje, Jat in een korten onderrok met haar
bloote voeten op den vloer stond. In de
hand hield ze nog het touw, waarmee do
deur van binnen vastgebonden WHS geweest,
het blonde haar hing verward om het bleeke
gelaat en viel in lange lokken over de bloote,
schoon gewelfde sdioiidevs neer. Barbara
keek den binnenkomende met groute som
bere <.n'jvn aan.
..\Vui ni'iel je van '"C hebben?"
..Banu?.'1 de jonge man vatte baar hand, die
luchtplekken, er deor en de roodbruine bla
ren, de geheele .conceptie van 't schilderij,
alles wijst onmiskenbaar op den invloed der
Franschen. Alleen dempte de gematigdheid
van het HoIIandsche karakter de levendig
heid van kleur en teekening tot deftiger in
getogenheid, temperde zij het mat-witte der
plekken in de prachtig geschilderde koehuid
en bracht atmosfeer in de diepe donkerteu
van 't houtgewas.
Eerst geheel zich zelf is Mauve in een
andere diereustudie, dievaneeii bruin paard.
't Is een klein stukje, heel stemmig, zonder.
Benige accentuatie van. licht en donker. Ook
hier weid door meerdere zorg aan de weer
gave d.er omgeving,, waarin het dier werd
waargenomen, van een in aanleg als dier
studie bedoelde schets een zeer rijp en vol
ledig schilderijtje gemaakt.
Het oude paard staat met den kop van
ons afgewend, druilerig over het 'laiid te
staren, waarboven zich een zware
ouweerslucht samenpakt. Een zwak, kwijnend
regenzonnetje doet' het loof van een rijtje
voorjaarswilgeii valsch-licht tegen de zware lucht
uitkomen, wekt eenig leven van rood-bruine
kleuren in den ruigen huid en glanst in blau
wige lichtplekken over de schonkige schoften;
loom, de kop vooruit, staat het oude beest
in de zwoel drukkende atmosfeer gelaten de
bui af te wachten.
Een drietal andere schilderijtjes geven nog
niet de volle kunst van den meester te zien.
In No. 1034 d, wat zwaar in de verf, is de
worsteling nog niet uitgestreden; No. 1534e
Winter in de Scheveningsche boschjes", nog
een voorzichtig tasten; maar hoe uitnemend
is hier de stilte van een sneeuwdag uitge
drukt in dien breoden boschweg, middenop
dat schamele kereltje in 't grijs, dat
voortschuifelt achter zijn slee.
Het meest belangrijke schilderij, ons zoo
gemeenzaam door de zeer bekende repro
ducties, is het groote heidegezicht Dit is
ecu van Jie schilderijen, die Mauve tot een
der meest populaire schilders van ons land
hebben gemaakt. Ik geloof ook dat Mauve
met deze en dergelijke werken door zuiverder
schilJerskwaliteiten het gemoed van velen
bewogen heeft, dan Israëls, die zonder zijn
pakkende voorstellingen, zijn voor leeken
minder begrijpelijke kunst, nimmer die
algemeene bewondering had kunnen doen ge
worden. Meer dan Israëls, of de Marissen
bleef Mauve de natuur in zijn werk nabij.
De om werking, die de ontvangen impressies
in de ziel van den kunstenaar ondergaan,
vóór zij d3ii vasten vorm hebben erlangd.
waarin zij worden weergegeven, die omwerking
bestond bij Mauve hoofdzakelijk in rang
schikking van de zeer getrouw naar de natuur
ontleende onderdeden in de weloverwogen
en juist gekozen plaatsing van zijn figuren.
Hij gebruikt, het landschap niet als de be
lichaming zijner kleurmotieven, maar vóór
alles was hij de deemoedige, pieuse aan
schouwer van het natuurscboon en hij deelt
zijn indrukken mee met zulke hoofsche manie
ren, zoo beminnelijk en innig vertrouwelijk
dat zijn taal vanzelf tot hot harte doordringt.
We kennen allen de voorstelling van die
Heide te Laron." Een groot, golvend heide
landschap, midden in, als een veilig, beschut
tend kamerke, het donkere dennenboschje
waarheen de herder trekt; achter hem aan
de krioelen Ie, opdringende kudde schapen,
gedwee volgend. Enkele ranke herkjes staan
over de heide verspreid, hun witte stammetje
tlllltUIIMlUlrt'tllltlllllHlllimillllltlllRllttlllllMIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIlnlIH
ze dadelijk terugtrok. Barbe 't gaat zoo
niet langer.. .. Vader wordt achterdochtig
je moet weg!"
Ik ga immers ook heen!"
Ja maar hélemaal weg moet je ! Als
je in 't dorp blijft, komt alles toch uit en
dat mag niet... nu en nooit niet...! Ik zou
geen rustig uur meer hebben .. . wees zoo
lief en ga weg!"
Maar waarheen dan ?"
Weet ik 't?... O, Jezes ... Jezes "
Lorenüliet zijn hoofd iii beide handen
zinken; zdj trad nader, bukte zich voorover
en siste in zijn oor:
Zal ik maar 't water in? in de Kijll?'.
Hij schokte op en keek haar ontzet aan:
Neen, neen, dat niet. .. dat meen ik niet! .. ."
Ze lachte spottend: O Zoo! ,)e bent zeker
ban;; dat ik je in den slaap verschijnen zal. ..
en je in der eeuwigheid vervolgen... Heb
maar geen angst... ik zal me niet verdrin
ken... ter wille van die andere!..." Een
onbeschrijfelijke trek van smart en hoon
vertoonde aich om haar mond.
Wees niet bang, je zult geen last van me
hebben. Je bent de vader van mijn kind, en
dat heb ik lief, ... dat zal me zaligheid
geven... al zou ik er oin verdoemd worden! ...
Wees gerust, Lorenz, ik zal weggaan".
O! mijn Heer eu mijn Heiland!" Lorenz
steunde, Barbe, ik heb zoo met je te doen ...
ik hou zooveel van je, maar trouwen kan ik
je niet; je weet't, vader zou me doodslaan...
en ik bezit geen pfennig, niks ... niks ...".
Ja. . . wat ik zeggen wou ..." en het
meisje keek hem op eens doordringend aan,
dat je niet met mij trouwen kunt, weet ik . . .
maar... wat zei je vader, vuai avond: Dat
je Anna 't hof maakt? Ik raud je, om dat
te laten, boor! Je kunt niet met m;j trouwen?
goed! maar dan ook met geen andere, ver
staan ? Dat nooit!!"
In plotseling uitbarstende drift schreeuwde
ze dat nooit" uit, greep den man bij zijn
kleeren en schudde hem heen en weer. Alles
heb ik voor je gedaan... doe ik nog; ik
spreek niet... ik ga weg... ik ... ik ...
maar met 'n andere trouwen.. . neen, dat
nooit! . . . dat mag je niet!" mag je niet! . . ."
Ze balde haar vuisten: Ik zou je nog liever
dood vóór me zien, als dat ik je aan'n andere
liet... hoor je, Lorenz?" Haar stem begaf
baar; dof steunend viel ze op 't bed neer
en verborg baar gelaat in 't kassen.
Bewegingloos stond Lorenz daar; bij was
doodsbleek geworden eu keek angstig rond;
stamelend kwam 't over zijn lippen: Barbe,
om God's wil, schreeuw niet zoo! men kan
't buiten booren! Natuurlijk beu jij m'n
meisje, en ... en ... ik ..."
Stotter niet zoo, zeg alleen maar kort en
bondig: Ik zal met geen ander trouwen",
anders. . ."
... Het kussen was op den grond geslin
gerd, als een, op 't punt van hem aan te
vliegen wilde kat, stond Barbara tegenover
hem en keek hem met haar groote door
dringende oogeu woest aan.
De sterke man stond onbewegelijk, als vast
genageld en waagde 't niet den blik van
baar af te wenden. Hij huiverde er van.
't Liefst had hij haar weggeduwd en was zelf
weggeloopen zoo vér mogelijk: maar hij
komen blank uit tegen 't donkere naaldhout,
het lichte takkenweefsel vervaagt in een
egaal bewolkte lucht.
De meester moet de eenvoudige schoon
heid van liet heidelandschap wel diep en
overtuigend hebben gevoeld, en doerf fcuage
en innige gemeenschap met de geheimeniAfen
er van deze tot zijn onvervreembaar
eigen*dom hebben gemaakt, om zoo synthetisch,
zonder scheuten van verrukking of resultaten,
van schielijke impulsie, maar overleggend
en stellig den bouw van aulk een schilderij
te kunnen voleinden zonder dat in eenig
deel er van merkbare verflauwing van den,
scheppingsdrang of afdwaling van ds natuur
indrukken is waar te nemen.
En juist doordat deze kunstenaar zijn over
tuiging niet uit in hartstochtelijke taal maar
in kalm overredend betoog en vriendelijk
gebaar, juist daarom is het aantal belijders
van zijn leer K.OO enorm groot en opende
hij voor het schoone vau het sobere
heidelandschap niet alleen de oogen de.r schilders,
maar ontwaarde ook de leek tot dusver onop
gemerkte schoonheden in de natuur, waarop
Mauve's kunst deu nadruk had gelegd.
Wat we van dit schilderij zeiden geldt in
nog sterker mate van zijn aquarellen, waarvan
we hier heerlijke staleu kunaen bewonderen.
Behalve die eene zeer vroege aquarel, zijn
ze alle uit Mauve's rijpen tijd en zonder
uitzondering ia -dien fljn-grijzen hoofdtoon,
zoo eigen aan ons Hollandsen landschap op
de geruischlooze dagen, als zon en wolken
den stillen kamp daarboven strijden en alles
op de aarde in 't gelijke licht staat dat geen
bron van uitgang schijnt te hebben. Dat was
't moment, dat Mauve het liefrt was, stem
mend het meest met het evenwicht waarin de
indrukken zich effenden indiekuustenanrsziel.
En rne,er nog dan in de stuggere olieverf
kwamen in de vochtige, inniger menging der
saamvloeiende waterverven de zachtere
overgungen en de spontanere vorm/.ettingeii den
meester te hulp bij de vertolking z\jaer be
scheiden geuite emoties.
De wijze, waarop Mauve en zijn tijdgenooten
aquarelleerdeii, zoo geheel verschillend van
de vroegere manier, die dokverf angstig ver
meed en ijlheid en doorschijnend beid eischt,
deed hun aquarellen de kracht bekomen van
olieverfschilderijea en zooals nu hier. die als
schilderijen geëncadreerde aquarellen zich
voordoen, zal wel niemand vinden dat de
aanwezigheid van schilderijen aan hun waarde
afbreuk doet. We hopen dat deze proef er
toe moge leiden, dat ook aquarellen die er
voor geschikt zijn, tusschen de schilderijen
voortaan eeu plaats in 't museum mogen
vinden, waar nu de moderne waterverf kuast,
die zoo enorm veel schoons heeft geleverd,
eenvoudig oilicieel genegeerd wordt.
Het zou te ver voeren hier alle aanwezige
aquarellen uitvoerig te bespreken, afschoon
ze op n uitzondering na (no. 2s)50 g Aard
appelen Rooien) tot het voortreffelijkste werk
van den meester behooren.
Het meest bekende is wel Morgennevel",
de mannen die den zwaren boomstam ver
voeren, zoo bizonder mooi van compositie
en trouwhartig in de vertolking. Ook 21)50 a
Heide met schapen" is zeer bekend door
de reproducties, die al zijn ze nog zoo ge
brekkig, toch altijd het aantrekkelijke van
Mauve's werk blijven behouden. Maar dat
is niet te verwonderen als men ziet, op hoe
velerlei wijze het schoone in het origineel
gediend is.
HMimiiimitliiitmmuiilirtiiliii
miituimnin
kon
lan
i bet niet. Df armen hingen hem slap
gs 't lijf, hij hijgde en 't zweet brak hem
uit. Kijk me toch niet zóó aan!" Hij sloot
de oogen en hield er beschuttend zijn hand
voor, ik houd 't niet uit !jo bent vréselijk !"
Zóó ? och kom!" Ze lachte woest, triomfan
telijk. Het grove hemd gleed van haar schou
ders en bet lange haar viel haar over de
borst. Met een driftig gebaar schoof ze 't
haar weg en trok 't hemd op. Haar tanden
blonken in het gele lantaarnschijnsel. Ze
lachte. . . lachte, en daarbij rolden haar de
tranen over de wangen.
Lorenz!" HU schrikte op. Ze vatte hem
bij de hand en trok hem mee naar den boek
bij hot bed, waar een bont gekleurd Maria
plaatje o.n 'n klein porceleinen wijwaterbakje
hingen. Met den vinger wees zij er naar.
/weer me bij 't allerheiligste, dat je niet
met Anna zul t trouwen, eii met geea andere...
nooit!... zweer 't me!"
Barbe, dat kan ik niet! ... laat me gaan..."
Hij trachtte zich los te maken en door de
deur te ontwijken, maar zij hing zich met
al haar gewicht aan hem vast, haar kracht
was buitengewoon.
Ik laat je niet gaan, vóór je gezworen
hebt!"
Barbe ... laat me!"
Eerst zweren! Je zult zeggen: Ik zweer
bij het allerheiligste, bij mijn eeuwige zalig
heid, dat ik nooit met Anna eu ook met
geen andere trouwen zal ... Zeg meditna."
Haar stem. klonk fluisterend maar door
borend als staal; elk woord viel als een
hamerslag. Haar hand hief die van den man
omhoog:
Bij het allerheiligste zweer ik" ...
Barbe ! Barbe !"
Bij het allerheiligste zweer ik ..
besloten als doordrongen van oen
wil, klonk Barbara's stem, terwijl haar gloeien
de blik beheerscheud op hot gelaat van den
jongen man rustte: Zeg me uu na: Ik
zweer bij het allerheiligste . . ."
,.lk zweer bij... het allerheiligste... bij
mijn eeuwige zaligheid . . . dat ik . . ." Lorenz
stamelde ... aarzelde .. . zweeg.
Dat ik niet met Anna trouwen zal. .."
Dat ik niet... met Anna trouwen zal .. ."
En ook met geen andere!"
En ook .. . met geen andere !..."
Je hebt 't gezworen!" Dof, plechtig klonk
't van haar lippen.
De man kromp ineen als 'n slaapwande
laar die verschrikt ontwaakt; hij staarde
Barbara aan en strekte plotseling rnet een
kreet, half van woede, half van begeerlijkheid,
de armen naar haar uit: Nu. is alles uit!
naar den duivel ! Kom, Barbara! zoen me,
zoen me .'"
Eerst weerde ze hem af, stiet hem terug.
Ik haat je Lorenz!... O! jij... jij...!"
Nu is alles uit! Kom, Barbe, kom!..."
Aan den nachtelijken hemel jaagden de
wolken . .. beneden in het dal ruischte de
Kyll. Over de eenzame hofstede woeien de
lentewinden en ginds achter het kleine be
schot bruischte een storm van hartstocht
Als een beschoiikene strompelde Lorenz in
den vroegen morgenscheineringuit de staldeur.
Hoor! De haan kraaide reeds...
( Wordt cerrolijd).
Vastijzeren