De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 21 februari pagina 5

21 februari 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l Nö. 1391 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOK NEDERLAND. SOEPEN ROLLEN in tabletten a 10 cents, voor 2 borden voortreffelijke Soep, zgn voor het gebruik gereed en slechts met bijvoeging van water in korten tijd bereid. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijke afwisseling. T^ verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars. ItllltlflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIllllllllllHlllllllllllllimillllllmillltllllinitllllllllllllftftlllllllflIlllmilllllimilM Jl* VOOÏ( DAMEjg. Sociale opleiding d»or mevrouw M. G. MTJLLER-LULOFS. Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid" heeft een goed werk verricht met de versprei ding óp zich te nemen van de brochure van mevr.'Muller-Lulofs over Sociale opleiding, want daardoor heeft het in eenen nieuwen kring van lezers nog eens. nader de aandacht gevestigd op dit artikel, da1 1 bij zijn eerste verschjjnen in De Gids zich reeds dadelijk in veler instemming mocht verheugen. Sociale arbeid, overtalrijk zijn de handen, vooral vrouwenhanden, die er zich naar uit strekken ; het geldt dan ook een arbeidsveld, dat nog door niemand aan de vrouw wordt ontetreden, een arbeidsveld, dat ook voor de ongehuwde vrouw de gelegenheid ontsluit om uiting te geven aan haar moedergevoel door 't werk onder de kleinen, de verdrukten, de uitgestootenen, de armen, dat al haar toewij ding, al haar liefde, al haar meevoelen en meelijden tot actie roept." Inderdaad heeft de maatschappelijke arbeid met al zijn belangrijke onderdeelen, als kinder verzorging in den uitgebreidsten zin, verbetering van armenzorg en hygiëne, coöperatie, toewijding aan de belan gen der geringen, der economisch zwakken, der verdrukten in het algemeen, ongetwijfeld groote beteekenis beiden in practischen en ethischen zin. Doch om hierin te kunnen ar beiden met vrucht, is noodig degelijke kennis, nauwgezette studie, en ernstige vorming van karakter; zoo ergens dan is hier alle dilet tantisme een gevaarlijk, tweesnijdend zwaard, dat misschien wel het vlijmendst wondt de hand, die het voert. De ernst, waarmede op dit gevaar werd gewezen op verschillende congressen van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid ia 1898, leidde reeds in het volgende jaar, 1899, te Amsterdam tot de oprichting eener school voor socialen arbeid ten doel hebbende: eene stelselmatige, theoretische vorming van hen, die aan eenigen belangrijken tak van socialen arbeid zich willen wijden." Het pro gramma bevat: 1. Het opzichtersschap over arbeiders woningen. 2. Armenzorg. 3. De zorg voor kinderen, die van hunne natuurlijke verzorgers verstoken of daaraan onttrokken zijn. 4. Voorziening in de behoeften aan geestelijke ontwikkeling der werklieden en aan wederzijdsche toenadering en waardeering tusschen de verschillende maatschappelijke kringen, het zoogenaamde Toijnbeewerk." 5, Opzichteresschap in fabrieken en werk plaatsen. De opleiding tot dit alles is verdeeld over eenen cursus van" twee jaren, waarvan het eerste cursusjaar is bestemd tot het verkrijgen van algemeene sociale kennis als een basis, voor de daarna te verwerven speciale kennis van den bijzonderen tak van maatschappelijken arbeid, dien men zich gekozen heeft ; een overzicht dus van de samenstelling en het organisme onzer moderne maatschappij, van hare wording en hare inrichting, van de wet ten, die haar beheerschen. De leerlingen van het eerste jaar volgen daartoe de universiteits colleges van prof. Treub over staathuishoud kunde, benevens lessen over staatsinrichting en hygiëne. Daarnaast staan dan nog perio dieke cursussen over arbeids- en veiligheidswetgeving, vakopleiding, wijkverpleging, boek houden en administratie, voordrachten over het alcoholvraagstuk, individualisme en ge meenschapszin, theorie en practijk van het historisch materialisme enz. enz. In verband met deze lessen worden bezoeken gebracht aan verschillende inrichtingen; bijv. in ver band met armenzorg aan het Armenhuis; in verband met de lessen over kinderverzorging aan weeshuizen, weezen-paviljoens, crèches en kinderbewaarplaatsen ; in verband met de be handeling van de hygiëne aan het veiligheidsmuseum, het bacteriologisch laboratorium, het Wilhelminagasthuis en wat niet al. Na deze theoretische inleiding treedt in het tweede studiejaar de practische vorming op den voorgrond. De aanstaande opzichteres over arbeiderswoningen vergezelt eene dezer op zichteressen geregeld op hare tochten. Wie zich aan armenzorg wil wijden wordt onder leiding eener ervaren huisbezoekster inge deeld in een der districten van het Genoot schap Liefdadigheid naar Vermogen," of stelt zich op de hoogte van de werking van het burgerlijk armbestuur, van de bemoeiingen van het Leger des Heils, van diaconale arm verzorging. Soms geleiden deze leerlingen aan favus lijdende kinderen naar de polikliniek, leeren de zieke hoofden behandelen en worden belast met het onderwijs der kleine lijders, zoolang deze de school niet mogen bezoeken. Een enkele maal ook werden eenige maanden doorgebracht in het Kijksopvoedingsgesticht voor meisjes te Montfoort en in het Stadsbestedelingenhuis te Amsterdam om het gestichtsleven mede te leven en vertrouwd te raken met al de goede en slechte eigenschap pen, die daaraan verbonden zijn. Maar ook in dit tweede jaar der opleiding wordt naast de practijk de theorie hoog gehouden en volgt de aanstaande woningopzichteres cursussen over woningwetgeving, woning-hygiène, bouw materialen en constructie; de toekomstige armverzorgster ontvangt lessen over armen wetgeving, wordt ingeleid in historisch-kritische beschouwingen over het vraagstuk der arm verzorging; zij, die zich aan kinderver zorging gaan wijden, zien hare aandacht be palen bij studies over practische zielkunde, over kinderhygiène, over criminaliteit der jeugd. Zoo opgevat waarborgt de opleidings school voor socialen arbeid een steeds deug delijker en vruchtbaarder beoefening van maatschappelijk werk. Volgens de opgave van de directrice, mej. E. Boissevain, werd de school in de vier jaren van haar bestaan bezocht door 41 leerlingen, waarvan 21 den geheelen cursus tot den einde volgden en sedert werkzaam waren als secretares aan de vereeniging Ons Huis" te Amsterdam, als administratrice der vereeniging Armenzorg" te Utrecht, als inspectrice van den Verbruikersbond, als directrice van de 's Gravenhaagsche Toijnbee-vereeniging, als woningopzichteressen, als beambte van het bureau voor Sociale Adviezen. En nu heeft men die school, die zooveel beloofde en die zooveel reeds gaf, waarvoor men meende te mogen rekenen op eenen toe vloed van leerlingen, voor den cursus van 1903/1904 moeten sluiten, daar het aantal van hen, die zich als leerlingen aanmelden, te gering was. Zal men voor den cursus van 1904/190J5 den afgebroken draad weder kunnen aanknoopen ? Is de geringe toeloop niet voor een groot deel te wijten aan het feit, dat ernstige, krachtige jonge meisjes en tot dezulken klinkt de roepstem tot socialen arbeid met al zijnen ernst, met zijnen eisch van uiterste krachts inspanning het luidst, tegenwoordig meer en meer den weg betreden, die onmiddellijk van Gymnasium en Hoogere Burgerschool met vijf jarigen cursus naar de Academie voert? Mevrovw Muller-Lulofs spreekt daartegen over in hare brochure de overtuiging uit, dat naast de velen onder de vrouwen, die thans reeds op de lagere en middelbare school haar levensdoel vast in het oog vatten, haar levens werk met scherpe lijnen afbakenen, dat naast dezen er nog velen zijn, bij wie eerst na haren schooltijd ontwaakt het gemeenschapsgevoel, waaraan de mensch, wetend, dat hij kleine maar onmisbare schakel is in het groot geheel der dingen, zijn eigenwaarde ontleent." Voor dezulken zal het leerplan ongetwijfeld aan aantrekkelijkheid en bevattelijkheid win nen door den voorbereidenden cursus van een jaar, dien men zich voorstelt aan den eigenlijken hoofdcursus te doen voorafgaan en die in hoofdzaak zal bevatten eene in leiding tot de studie der staathuishoudkunde, een overzicht van wat maatschappelijk werk eigenlijk is en bedoelt. De opleidingsschool zal daardoor toegankelijk worden voor eenen veel wijderen kring van jonge vrouwen. Dit zal juist een groot voordeel zijn, meent mevr. Muller-Lulofs, voor onze bemiddelde jonge meisjes. Want de gefortuneerde jonge vrouw van onzen tijd," schrijft zij, heeft behoefte aan werk, dat haar belangstelling, haar aan dacht, haar opmerkingsgave op niet-kunstmatige wijze afleidt van de eigen persoon lijkheid, van de kleine onreëele wereld der zelfbespiegeling, waarin ze dreigt onder te gaan, ? om ze over te brengen op het ter rein der groote levensrealiteit, waar een ge heel onpersoonlijk altruïsme den wereldkamp strijdt tusschen recht en onrecht, liefde en egoisme. De mensch die opgaat in de menschheid is eerst waarlijk mensch. Maar daartoe moet eerst de mensch gevormd worden. Geen betere vorming dan die van 't werkelijke leven in al zijn uitingen. En daartoe biedt de opleidingsinrichting voor socialen arbeid een uitnemende gelegenheid... Als straks de kinderwetten zullen worden ingevoerd, zal vrouwenhulp onmisbaar blijken en een aantal nieuwe betrekkingen zullen voor haar in 't leven worden geroepen. Hoe meer de vrouw door een ernstige opvatting en een conscientieuse uitoefening van maatschappelijk werk zal toonen daarvoor niet alleen de noodige bekwaamheid en geschiktheid, maar, krachtens haar aanleg geheel eenige talenten te bezitten, des te meer zal zij voor dat werk worden gezocht, des te gewichtiger en verantwoordelijker zal de arbeid zijn, die n door par ticuliere vereenigiiigen n door de gemeenten n door den Staat haar zal worden toever trouwd." Vraagt men zich af," zoo gaat de schrijfster voort, welke opleiding voor onze meisjes de meest geschikte zal zijn, dan moet 't antwoord luiden: die, welke haar tegelijkertijd geschikt maakt n om zich als eenling een weg door het leven te banen n om haar taak als huis vrouw, echtgenoote en moeder met talent en toewijding te vervullen. Voor een breede rij van vrouwen blijft 't huwelijk, door welke oorzaak dan ook, 't nooit aanschouwde be loofde land. Voor die allen zal een opleiding, die haar hare economische onafhankelijkheid waarborgt en haar in staat stelt hare specifiek vrouwelijke talenten te ontplooien en te leven in overeenstemming met haar aanleg en na tuur, zeker de meeste kans geven op levonsvolheid en levensgeluk... Deelneming aan 't werk der sociale hervorming kan dat voor haar worden ... en de opleiding daartoe," hiermede besluit de mevrouw Muller-Lulofs haar lezenswaardig geschrift, zal haar tevens i vormen tot beter huisvrouw, beter echtge- j noote, beter moeder. Want de vrouw, flie j door de ontwikkeling harer schoonste gaven, onder den tucht van een dagelijks wederkee renden, onafwijsbaren plicht, heeft gestreefd naar en bereikt een verheven doel, de vrouw, die heeft rond gezien in wijderen dan eigen kleinen levenskring, die heeft gevoeld, dat 't leven in de gemeenschap rechten geeft, maar ook plichten; de vrouw, die met echt vrouwelijke intuïtie heeft gepeild de diepte van ellende, die de verwoesting van 't arbeidersgezin door vrouwenarbeid in werk plaats en fabriek, die prostitutie en alcoho lisme zijn brengende over de wereld, die vrouw zal beseffen, dat er geen onherstelkaarder ramp zou kunnen worden gebracht over de menschheid dan de opheffing van het gezin." JOHANNA W. A. NABER. (Me kleeren". Er zijn mannen en vrouwen, die nu eenmal niet scheiden kunnen van wat hun toch geen dienst meer kan doen, die oude kleeren in kasten en kisten laten verstikken, Jiever dan er minder-bedeelden nog groot nut van te gunnen. Zulke egoïsten denken of daarover in 't geheel niet na, of wel, ze maken zich zelven diets: Wie weet, komt 't zaakje mij nog eens te pas" wat echter nooit voorkomt. Dan nog zijn er mannen en vrouwen, die hun afgedankte garderobe in'sBlauehinein" weg doen; de eerste de beste oppassers vaak, of lui die 't niet, of zoo goed als niet noodig hebben, worden daarmee begiftigd. Is 't eerste afkeurenswaardig, ook van 't tweede kan men gerustelijk verklaren: wat had daarmee oneindig mér nut kunnen ge sticht worden. Een bizonder practisch benutten van wat anderen onnut is, een weldoen óp eigenaardige manier, een weldoen op groote schaal, heeft Frau Yella Hertzka in Weeneh in toepassing weten te brengen. Moge de vermelding van haar doen, ook in Holland navolging vinden. Frau Hertzka zag, hoe doelloos er vaak me.f oude kleeren' wordt omgesprongen, hoe óók, daar, waar 't kleedingstuk waarachtig van noode was, een beter passend toch vél meer dienst zou hebben gedaan. En tóén kwam 't idee bij haar op, een centraaldepót te stichten eensdeels voor hen, die kleeren en lijfgoederen góéd besteed wilden weten, anderzijds voor wie 'n hemd, 'n over jas, 'n japon een ware weldaad zoude zijn. In 't 12e Bezirk" 1) in de Sch nbrunnerstrasse No. 154, bevindt zich 't lokaal waar heen nu sinds ongeveer een jaar niet alleen alle afgedankte kleeren, beddewasch en kinderspeelgoed bezorgd kan worden, maar van waaruit ook, per ezelwagentje, op aanvrage, de zaken worden afgehaald. Niets wordt weggeschonken vóór dat 't zuiver gereinigd en zoo noodig gerepareerd is. Mevrouw Hertzka heeft haar luidjes" die haar volijverig in 't goede werk met naald en draad steunen. Daarmee echter alleen, zou ze er toch niet komen... geldelijke steun was ook daarbij weer onvermijdelijk en, toen een klein, hoogst bescheiden begin, door haar gemaakt was, klopte zij daarvoor in de allereerste plaats aan bij verschillende philantropische vereenigingen, wie zij een deel van haar arbeid wilde afnemen, mits ... haar voor haar doel financieele hulp werd ver strekt. Het practische van Frau Hertzka's streven inziende, hebben verscheidene vereenigingen sinds dien haar gesteund en meer en meer wordt erkend, hoe weldadig dat centraalkleerendepöt werkt. In de buurt hebben zich eenige lappertjes neergezet, die .geheel leven van wat hun de steeds vloeiende bron van schoen- en laarzen reparatie opbrengt. Waschvrouwen vinden vast werk aan 't lijf- en beddegoed. In een miniatuur-ontreinigings-inrichtinkje voor wat niet met water en zeep gezuiverd kaji" worden,, vinden ook weer eenige m-msekja^lpónend*! arbeid. En dan... de begiftigden zelven l Waarlijk wanneer men daar ziet en hoort wat al aangevraagd en... geschonken is ge worden, dan eerst krijgt men een begrip wat voor anderen nuttelooze prullen" groote waarde kunnen hebben voor misdeelden I Maar zijden japonnen, maar gekleede jassen, maar baltoiletten, die toch kunnen geen dienst daar doen ?" Zeker doen die dat, en, gén kleine ook. Groote steden als Weenen, bevatten bij honderdtallen dood-arme acteurs en actricietjes, beginners SOMS, die later 't ver-nogbrengen, tobbers meestal, die nauw den honger vermogen te stillen, met wat hun kunst (?) hun biedt. Het meerendeel van deze vrouwelijke ratées" is wel genoodzaakt om op de allerbetreurenswaardigste wijze kleerengeld te koopen, door.. . zichzelven te verkoopen. Zij moeten vooi de een of andere rol eeii gekleed toilet hebben... de director" vraagt niet, waar ze 't vandaan halen, en... Nu echter wordt op allerlei wijze het uit gaand publiek er op attent gemaakt, welk nut juist zulk soort kleeren kunnen doen, jeugdige zendboden gaan hier en daar eens aankloppen, de tot dien tijd vol-gepropte kasten worden op 't woord der lieftallige bedelaarsters ontsloten en ... 't ezelwagentje haalt den volgenden dag 't geschonkene af. Men denke nu niet, dat zonder meer, alles maar weggegeven wordt. Wel degelijk wordt geïnformeerd en wordt waar zulks noodig is op de zedelijke verplichting gewezen van hen, die nog een kleinigheid vermogen te betalen, om niet kosteloos dan, 't verlangde zich te laten toewijzen. Slechts waar wer kelijk onmacht geconstateerd wordt 't ge wenschte gratis verstrekt. Overigens wordt, al naar omstandigheden eu waarde van 't passende 20 tot 40 Heller (Heller ~ 1/2 c.) verlangd. Zij, die door een der contribueerende ver eenigingen gezonden worden, genieten den voorkeur. Tot heden is tweemaal 's weeks en Zon dags van negen tot half elf 't depot geopend. Men verwacht echter dat binnenkort meer malen de localiteit geopend zal worden ten behoeve van de steeds in aantal toenemende aanvragers en hoopt ook filialen te kunnen sticbten. Keurig geregeld in vakken liggen daar de verschillende kleedingstukken etc. naar grootte en doel gesorteerd. Onnoodig er bij te voe gen, dat degelijk boek gehouden wordt van wat wordt gegeven of verkocht", zoo dat misbruik, óók door 't informatie- of aanbe velingssysteem, bijna onmogelijk is. In Dresden en in Berlijn zijn óók zulke kleeren-depöts te vinden, doch daar wordt niet gedesinfecteerd noch versteld, zoodat de iustelling van Frau Hertzka verreweg de beste is. Het winterseizoen loopt ten einde; vél wordt noodeloos bewaard of... nutteloos weggegeven: zou in elk onzer groote Hol landsche steden geen vrouw te vinden zijn, die 't hierboven gestelde voorbeeld wil vol gen, en geen jonge meisjes, die haar ter zijde zouden willen staan? VEOUWKE". 1) Kwartier, staddeel. Bezoldiging Tau woningopzichteressen. Naar aanleiding van de beweringen van mejuffrouw Elise Haighton (Weekblad De Am sterdammer van 7 Febr. 1894, rubriek Voor Dames") betreffende het loon der woningopzichteressen, dat haar gezegd is te zijn n gulden per woning en per jaar, zou ik gaarne het volgende mededeelen : Het loon van een opzichter over arbei derswoningen is gewoonlijk een zeker per centage van de huuropbrengst, in Amster dam meestal 4 pCt. Er zijn ook eenige opzichteressen, wier loon op dezelfde manier berekend wordt. Maar volgens het oordeel van de meesten onzer is die bezoldiging te laag en daarbij onjuist. Onjuist, omdat, wan neer het loon een percentage uitmaakt van de huuropbrengst voor het beheer van de goedkoopste woningen, dat begrijpelijkerwijze de grootste inspanning eischt, juist het laag ste loon genoten wordt. Maar bovendien wordt 4 pCt. van de huuropbrengst een te lage bezoldiging geacht voor de opzichters. Wanneer zij haar werk verricht zooals het ver richt moet worden, om aan zijn doel te kunnen beantwoorden, dan kan zij niet meer dan 100 woningen onder haar beheer hebben. Stelt men den gemiddelden huurprijs van die 100 woningen op f 2, dan verdient de opzichteres, als alle woningen verhuurd zijn, en geen wa'nbetaling voorkomt, dus in het allergunstigste geval, f 8 per week of f 400 per jaar. Daarvan kan zij niet leven zóó, dat zij zichzelf kan handhaven op het peil van ontwikkeling en beschaving, waarop zij staan moet, zal haar werk, haar invloed, vrucht dragend kunnen zijn. Met een maximumbezoldiging van f 400 zou de werkkring dus alleen toegankelijk zijn voor vrouwen met eenig fortuin, terwijl het zoo wenschelijk is, dat ook zij, die flnantieel niet onafhankelijk zijn, en die zich aan dezen tak van socialen arbeid willen wijden, het woning-opzichteresschap tot levenstaak kunnen kiezen ! Nadat hierop de aandacht was gevestigd door mej. Helena Mercier in het Sociaal Week blad (jaargang 1903, no. 17) hebben in het afgeloopen jaar de opzichteressen zich aan eengesloten tot een vakvereeniging, wier doel o. a. is te verkrijgen een bezoldiging van het werk der opzichteres, onafhankelijk van de huuropbrengst der woningen, en in overeenstemming met aard en omvang van het werk". Gestreefd zal worden naar een salaris van ? 10 per jaar en per woning. Geêischt wordt deze bezoldiging natuurlijk nog niet. Het opzichteresschap is nog vrijwel een nieuwig heid (hoewel in Amsterdam sinds eenige jaren vijf opzichteressen werkzaam zijn) en, wil het ingang vinden, dan moeten eigenaars van huizen particulieren of vereenigingen er sympathie voor gaan gevoelen, zoodat zij het in het belang achten van hunne huizen zoowel als van de bewoners, eene opzichteres aan te stellen. Vele huis eigenaars zullen nu nog zeer huiverig zijn om daartoe over te gaan. En komt de candidate-opzichteres met vrij hooge eischen wat salaris betreft, dan is alle hoop voor haar, en in dit geval voor versprei ding van het opzichteresschap verloren. De opzichter essen zullen in de eerste plaats hebben te toonen. dat zij het haar toever trouwde werk goed en met vrucht volbren gen kunnen, en dan zullen zij geleidelijk kunnen streven naar een loon, dat meer in overeenstemming is met den aard en omvang van het werk. (Dat die aard en omvang iets anders en iets meer zijn dan hel praatje", waarom het uit ethisch oog punt eigenlijk te doen is", zooals mejuffrouw Haighton schrijft, zij hier in 't voorbijgaan opgemerkt). Ten slotte kan worden vermeld, dat twee opzichteressen reeds de gewenschte bezoldiging van ongeveer ? 10 per jaar en per woning ontvangen, ne in Amsterdam, en ne in den Haag. W. C. VAX DEK HOEVEN-, Secretaresse v. d. Vereerdgmg v. Amsterdam, 10 Februari 1904. Huwelijksvoltrekking van prins Alexandcr van Teek enprinces Alice van Albany. Mode: Japansclie artikelen. Kooien voor vrouwen. Dragen van een talis man. De ,,-Kickapoo". Den lOen Februari j.l. is in St. George's Chapel, te Windsor, het huwelijk van prins Alexander van Teek, jongste broer van de prinses van Wales, met de eenige dochter der hertogin-weduwe van Albany, door den bisschop van Canterbury ingezegend. Het was het uitdrukkelijk verlangen van het bruidje, in St. George's Chapel te trouwen, omdat in diezelfde kerk het huwelijk harer ouders was voltrokken. De bruid droeg het wit-satijnen trouwkleed met Brusselsche kant, waarvan de confectie geschied en geleid was, onder persoonlijk toezicht van de moeder der bruid, en van de prinses van Wales, haar aanstaande schoon zuster. De meter-lange sleep van wit brocaat, was naar vorstelijken trant, aan de schouders gehecht met witte koorden en kwasten. De bruidsmeisjes droegen toiletten van hemels blauw met zilver. Op de rokken en de corsages waren slingers en bouquetjes vergeetinij-nietjes, precies in de tint van de toiletten. De bruigom, huzaren-officier, door zijn kameraden prins Algy" genoemd, is een echte soldaat. Geen mannetje-op-een-veerenbedje" zooals de Engelschen dit noemen. Een flink militair, door eigen ervaring volkomen op de hoogte van de ontberingen en de emoties, waaraan de soldaat in oorlogstijd is blootgesteld. Het jonge paar brengt de witte-broodsweken door, op het prachtig buiten Brocket Hall, bij Hatfleld, hun minzaam aangeboden door de eigenaars lord en lady Mount Stephen. * * # Nu Japan het onderwerp onzer gesprekken is, zal de mode ook een handje meehelpen, onze aandacht te bepalen tot dat schoone land, en zijn energieke bewoners. De sym pathie voor de Japanners, uit zich bij de dames, door het dragen van tea-gowns van Japansche zijde. Tea-gowns; niet de echte Japansche kimono's; die zijn ongeschikt voor Hollandsche vrouwen. In den regel, is haar gestalte te forsch, om die te hullen in het popperige kleedingstuk, de kimono. Om die met succes te dragen, moet men zjjn: klein, uiterst fijn en soupel van ledematen, nuffig en sierlijk als een echt Japansch vrouwtje. Bij de kimono behooren snoezige, fraai-gevormde, vlugge voetjes en kleine, bewegelijke handjes. Attributen, niet het specifiek eigen dom der Germaansche vrouw. Veel navraag is op 't oogenblik naar tafelloopers van Japansche zijde, met schitterende borduursels in uiterst teere tinten. Men ver siert den middagdisch met Japansche artikelen: tafellooper, handschildering op boombladeren en rijstpapier,chrysanthen, Japansch porselein. Vermoedelijk zullen de opvoeringen van de Geisha", reeds in Rusland verboden, ons opnieuw verrassen en Pierre Loti's Japansche literatuur meer dan ooit gelezen worden. Dat komt er van, wanneer de vredelievende Czar-aller-Russen, het Arbitrage-hof links laat liggen, en onze aandacht en belangstelling vraagt voor de gebeurlijkheden in 't Verre Oosten. * * # Daar zit ik, met... mijn gebakken peren I Het blijven zitten met dit befaamd gerecht. is waarschijnlijk te wijten aan de omstandig heid, dat een gebakken" peer niet smakelijk is. Ik heb er althans nooit een gezien of geproefd. Mijn gebakken peren zijn op het oogenblik het mededeelen van een onsym pathiek nieuwtje. Tóch gebiedt onpartijdig heid leelijke gewoonten en modes evenmin te verdonkeremanen, als datgene wat meer strookt met persoonlijken smaak en neigingen. Het voorbeeld gegeven door de hoogere standen, is van grooten invloed op de mindere. Dames, vrouwen die niet, of bij uitzondering werken voor haar brood, gaven bij ons het voorbeeld van te rooken. Dat Spaansche meisjes werkend in sigarenfabrieken, cigaretten rooken, het is begrijpelijk. Waar men mee omgaat, wordt men door besmet. Maar, dat in buiten- en binnenland vrouwen zicli uit pure liefhebberij hullen in tabakswalm, is onverklaarbaar. Het rooken van vrou wen neemt onrustbarend toe. Overal. In alle klassen der maatschappij. Heele jonge kin deren, meisjes van twaalf jaar wandelen rond. gewapend met goed-gevulde cigaretten-kokers, presenteeren elkaar, en dampen er lustig op los! Lippen, vingers, kleeren door trokken van den prikkelenden tabaksgeur. Afschuwelijk! O! dat mé-doen, dat mee praten, dat mé-rooken, dat onschoone, stui tende bazig-zijn ! Waar moet het heen met de toekomst-draagstertjes" zooals de schrijf ster van Hilda van Suylenburg ze noemt? Gaan wij een tijdperk tegemoet waarin vrouwen, op wier lippen slechts een gebed of een kus zweeft, uitzonderingen zullen zijn? * * * Bijgeloof, hang naar het mystieke, raad plegen van somnambule of clairvoyante, bij wonen van spiritistische séances, bekommerd zoeken naar de oplossing van raadselen van leven-en-dood, bezig-zijn met het au-dela" * en bovenal, het dragen van een talisman stempelen u tot een kind van uw tijd. Over dien talisman zouden juweliers een onderhoudend woordje kunnen meepraten'. Het relaas aangaande den heil-brengenden en verderf-werenden invloed van sommige versiersels klinkt als een fabel. Het nimmer afleggen van den talisman, de kleur en de vorm van het kleinood, zijn van beslisten invloed op de levensomstandigheden. Niet alleen vrouwen, maar ook mannen laten zich tegenwoordig een talisman geven, en zijn diep doordrongen van het wenschelijke, ja het onmisbare van zulk een bezit. Het dragen met een smaragd in een kleinood dat men nimmer meer aflegt, staat borg dat vreugde en tevredenheid niet meer zullen wijken uit de harten van drager of draagster. Het per manent met zich voeren van een robijn. weert slapeloosheid en benauwde droomen. Zoolang men een turquoise bezit, kan men vast overtuigd zijn, nimmer gebrek te hebben aan een goeien vriend. De goudlokkige, beeldschoone en artistieke prinses Henry van Pies* is hél zeker van de heilzame werking der turquoisen blauwend in haar tiara. * * * Uitgedanst en uitgekeken aan de CakeWalk of aan de Caquevaque" zooals zij zeggen zijn de Parijzenaars. Hun danslustigheid vieren zij thans bot op de Kicksipoo". Ook deze dans is een heidenscli drukdoen met armen en beenen, waarvan eene Isidora Duncan zou gruwen. De schrille. snerpende muziekbegeleiding der Kickapoois al even leelijk als het springerig gevlieg van dezen fonkelnieuwen dans. CAPRICE. # # *VermicelK-schotel. Benoodigdheden: l liter melk, 250 gram vermicelli, stukje kaneel. 250 gram suiker, V* liter room, 200 gram boter, 4 eieren. Bereiding: Vermicelli iu melk met kaneel koken. Als de vermicelli gaar is, de boter, de suiker en de room er doorheen roeren, en de 4 stevig geklopte eierdooiers. Kaneel verwijderen. Het mengsel in een vuurvast schoteltje doen en in deu oven zetten tot het lichtbruin is.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl