De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 21 februari pagina 7

21 februari 1904 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No.1391 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Esopus in Europa/' Het eerste, Hollandsche, satiriekgeïllustreerde weekblad. II. (Slot). Het is niet toevallig, dat beide nieuwe genres in de karikatuur, door De Hooghe ?en Dusart vertegenwoordigd, opkwamen in dienst van dezelfde politieke campagne tegen Frankrijk, tegen Lodewijk XIV. De behoefte deed zich blijkbaar gevoelen, iets|nieuws te leveren, iets wat afstak Oostenrijk de, Zuidelijke Nederlanden ver onachtzaamt in ons beste voordeel. Hierin verbonden met Engeland, die in Frankrijk de economische concurrent vreest. Zoo heeft de 17e eeuw ook zijn Oostersche kwestie" in de Zuidelijke Nederlanden. Deze algemeene, ruwe schets van den eind-17en eeuwschen staatkundigen toe stand, dient toegelicht met de geschiede nis der langzame opkomst van Frankrijk als moderne, merkantilistische Staat. Terwijl Engeland en de Republiek in twee zeeoorlogen, heimelijk door Frank rijk aangestookt, om de heerschappij op VII. Vignet van Ptolomeus, Copernicus, en Merkuur op de Parnas over de Zon en de Waereld". (1701) tegen de overstelpende massa spotprenten uit de tweede helft der 17e eeuw, een bijna onafgebroken snoer vormend van hatelijkheden tegen Frankrijk's veront rustende expansie-politiek. De tweede helft der 17e eeuw draait ?om deze pool: wie de erfgenaam zal zijn van de deels stelselmatig, deels toevallig «aamgehoopte macht van Karel V, van het huis Habsburg. Niet direct en niet meer alleen de macht, die zich zichtbaar belichaamt in een geografisch uitgebreid landenbezit, maar de macht, die voor han dels- en industriestaten der 17e eeuw beteekent: kunnen rekenen op afname van inheemsche industrie-artikelen door ko loniale debouchés; kunnen beschikken over dichtbevolkte landstreken, waaruit werkkrachten en soldaten te pompen zijn, <lie aan de concurrentie van vreemde lan den in de werkplaats en op het slagveld kunnen weerstand bieden. Zulke landen bezat de Oostenrijksche monarchie, die, geografisch grootendeels tot het oostelijk Europa behoorend, slechts met enkele vensters op het woelige westen uitzag: de Zuidelijke Nederlanden, Pia«enza en Toskane in Italië, waarvan eerst genoemd gebied niet veel meer dan een geblindeerd venster representeerde, sinds e sluiting van de Schelde Antwerpen's verval als koopstad ten gevolge gehad had. De Spaan sche Habsburgsche monarchie omvatte, behalve het grondgebied in Eu ropa, de rijke koloniën. Maar bij gebrek aan een flinke inheemsche industrie, be zaten die koloniën voor het moederland niet de meer moderne waarden van afzetlanden, doch alleen de meer ouderwetsche van melkkoeien. Daarentegen bezaten de modernere in dustrielanden, Frankrijk en Engeland, in Europa geen secundo-genituur landen, welke als- depots, als filialen in te richten waren, noch voldoend koopkrachtige ko loniën, welke als geregelde afnemers der stijgende industrie aan te wijzen vielen. Beide landen trachtten hun koloniaal bezit te vergrooten en te bevestigen. Frankrijk als landmogendheid zoekt daar enboven in Europa zelf zijn sfeer van invloed te vergrooten. Van de Oostenrijk sche monarchie begeert het de ongebruikte krachten in de Zuidelijke Nederlanden, in de Italiaansche Staten, vooral het rijke Lombardije ; van de Spaansche monarchie zee, d. w. z. om het handelsmonopolie, worstelen, ontwikkelt zich in laatstge noemden Staat een sterk-gecentraliseerde merkantiel-industrieele macht onder Col bert (1661?83). Het is ook Frankrijk, dat 't eerst agressief optreedt met zware invoerrechten van 1664 en 1667 tegen Holland; in 1660 met verbod van wolinvoer tegen Engeland, in 1663 en 1666 tegen Ierland. De door Colbert geregle menteerde industrie vond langzamerhand debouchés in Indië, Senegal, de Antillen, Guyana, Canada. De handel wordt verge makkelijkt door oprichting van 5 handelscompagniën. De vloot, door Colbert en Seignelay verbeterd, maakt Frankrijk niet langer af hankelijk van Holland en Zweden. Het staand leger, door Louvois gere organiseerd, wordt een der best gedissiplineerde door een geregelde be taling met het geld, door een zorgvuldig gunstig gehouden handelsbalans verkregen. Arbeidskrach ten worden in het land gelokt, vrijstelling van belasting beloofd aan ge zinnen boven 10 perso nen; en tenslotte, rijke, dichtbevolkte landstre ken worden aan het Rij k toegevoegd. De Devolutie-oorlog en de vrede van Breda (1668) bren gen een deel van Vlaan deren en Artois, de Hollandsche oorlog en de vrede van Nijmegen (ll>78), Franche Comtéaan. Straatsburg wordt in vollen vredestijd geannexeerd (1681). Deze opeenvolgende successen bedrei gen Engeland zoowel als de Republiek evenzeer, als de Oostenrijksche bezittin gen. Met goed gevolg wordt de eerste dam opgeworpen tijdens den oorlog der Ligue, eindigend in den vrede van Rijswijk (1697) met eon voordeel der zeemogend heden. Nog eenmaal tracht Frankrijk in de oude richting te werken als de Spaansche troon open komt met den aanstaanden dood van Karel TT. Daar de Esopus in drag gesloten, waarbij Lodewijk XIV, gehuwd met de oudste dochter van Philips III, Koning van Spanje, zich de Zuide lijke Nederlanden laat reserveeren. Doch nog bleef Karel II leven en de ongeduldige erfgenamen verzuimden niet bij zijn leven zoo groot mogelijk aandeel in de erfenis te bedingen. Na den vrede van Rijswijk (l 697), toen Karel's dood wederom aanstaande geacht werd en deze omstandigheid het sluiten van den vrede verhaast had, kwam onder bemiddeling van Willem III het z. g. n. eerste verdeelingsverdrag tot stand, waarbij aan een eenigszins buiten den ouden strijd staande het leeuwendeel der erfenis werd toegewezen: n.l. aan Jozef Ferdinand, erfprins van Beieren en zoon van een dochter van Keizer Leopold L Het deel van Frankrijk zou bestaan in het koninkrijk der beide Siciliën. Toen in 1699 Jozef Ferdinand stierf, werd in 1700 een nieuw verdeelings plan te Lon den opgemaakt, waarbij Aartshertog Karel, zoon van Leopold, in Spanje met de koloniën opvolgen en de Dauphin de beide Siciliën en Lotharingen zou ont vangen. Intusschen had Karel II, onder den invloed van een nationale Spaansche partij en haar leider kardinaal PortoCarrero, de gansene monarchie als n geheel willend bewaren, eerst Jozef Ferdinand en na diens dood den Hertog van Anjou, tweeden zoon van den Dauphin in zijn testament als eenig erfgenaam benoemd. Daarop stierf hij, l November 1700. Toen Lodewijk XIV zijn kleinzoon als Philips V, koning van Spanje, aan zijn hof voorgesteld had, was men aan vankelijk in Londen en den Haag wel geneigd het testament te eerbiedigen. Maar toen Lodewijks optreden in de Zuidelijke Nederlanden en in Savoye, zijn erkenning van Jacob Stuart als opvolger van den verjaagden, op l September 1701 overleden, Jacob II, genoeg getuigenis afgelegd hadden van zijn agressief op treden tegen Engeland en de Republiek, werd op 7 September 1701 hetHaagsche Verbond gesloten tusschen den Keizer, Engeland en de Republiek. Zeker had tot dit verbond ook bijgedragen, dat Lodewijk XIV een voordeelig handelsinhoud concentreert zich om eenige hoofdmomenten. Aan elk dier hoofd momenten worden eenige der pamfletten gewijd, telkens met gevarieerde bijmeng sels, maar in hoofdzaak met eenzelfde grondthema. Een register op de veertig nummers vermeldt als No. 5 en 6: Hikhakken van dm Tel" en Het geschil tusschen de Fransche Haan en Lombaard sche Hennen, beslegt door Jupiter". (Zie Vignet V), Mij schijnt echter toe, dat deze t wee niet in de serie thuis hooren, in ieder geval gepubliceerd werden vóór nog van een geregelde, periodieke uitgave sprake was. Guidsen, Spions, enz." Het is geschreTea na 11 Juli 1701, toen Eugenius, Catinat bij Carpi over de Etsch terugwierp, vam welk wapenfeit even melding wordt ge maakt. Verder de Tijger voor Themis vier schaar" waarin Frankrijk's zonden wor den uitgemeten: van af het herroepen van het Edict van Nantes (1688) tot het z. g. n. vervalsenen van Karel U's testament. In deze groep hoort ook thuis de samenspraak van »De ongersche Pallasch, <le Itoere Cara/fa en Hoerensmeerdoos," waarin elk der genoemde voorwerpen /ich de eer aanmatigt de meeste slachtX. Yijniet van ,,I)e toverlantaaren". (1701) Hikha'kkm In het kort zijn mijn argumenten, dat Esopus in het Voorwoord van het eerste nummer der serie, van beide pamfletten spreekt als zijnde reeds versche nen. Verder is de opzet van den tekst geheel afwijkend van de volgende num mers. Ten slotte verschijnen beide nog met volledig adres van den drukker, wat alle andere nummers missen. "Waarschijnlijk is dus eerst later bij uitgever, teekenaar af partijman de ge dachte opgekomen van geregelde, uni forme uitgave. van <len Tel r«n Baas Pantogrui-r is van de twee waarschijnlijk de oudste. Feiten worden in het gedicht het eenige der veertig, in versmaat verschenen niet genoemd. Pantagruel: zoo wordt Lode wijk XIV dikwijls in de spotprenten genoemd,b.v. in: Pantagruel zielto gende" van 30 Juni 1690, Dien grooten haan, die menschen vreter, Die elleck een zit na /.ijn veter, Had lang bezint Partl/ennpc 1) Dat Xorveltjen van de eerste snee, Dat wou hy voor zyn Neefjen vrycn, Dat wou haar Bestevaar niet l ven. IX. \ ignet van Kouwklagt van de Fransche Apollo over de verdorde Distelbloem". (1701) TUI. Vignet van De jonge Koekkoek onder de] Kroonvogels.' «ischtte het een deel der Amerikaansche koloniën. De rol der Republiek is deze: tegen gaan dat Frankrijk de Zuidelijke Neder landen zal annexeeren, omdat dan zeker ?de opening van de Schelde zal geforceerd worden, Antwerpen weer de gevreesde ?concurrent van Amsterdam zal zijn. Alle verdragen met Frankrijk over cantonnement of verdeeling der Zuidelijke Neder landen stuitten af op de vrees voor een zoo danige geforceerde concurrentie. Wij aien dus de Republiek als verde diger optreden van het status quo, waarbij Europa" in dezen tijd uitkomt, dient even stilgestaan bij eenige welbekende fata van den dag. De Spaansche Habsburgers zullen met den dood van Karel II uitsterven. Reeds als hij in 1665, een zwak, ziekelijk kind, op driejarigen leeftijd den troon beklimt, wordt een kinderloos overlijden vooruit gezien, zelfs een spoedige dood verwacht. Met Keizer Leopold I wordt, als naasten concurrent der Fransche aanspraken, reeds in 1668 een eerste verdeelingsvermonopolie in negerslaven van deu nieuwen Koning Philips V had weten te verkrijgen en daarmede de economische belangen van Holland en Engeland een gevoeligen slag had toegebracht. Ook rezen klagten over de vereeniginge der Koningrijken van Napels en Ciciliëaan de Kroon van Vrankrijk" en de zeemogendheden gaven opentlyck te kennen hunne ongerustheid in de Negotie der Middellansche See". Kort na deze gebeurtenissen verscheen de Esopus in Europa". Alleen de aanleidingen van de twisten passeeren de revue. Want het is opmerkelijk, dat kort na het uitbreken van den oorlog de uitgave gestaakt wordt. Het doel is dan bereikt: alle krachten zijn samengespannen ter vernedering van Frankrijk in een algemeenen Europeeschen oorlog. Esopus in Europa" is de meest inter nationale oproep tegen het opdringen van Frankrijk, dat reeds oen halve eeuw lang Europa verontrust, had en waartegen de karikatuur met prenten, spotmedaljes en pamfletten, van uit de Republiek gestreden had. Bekend is het gezegde, dat de oorlog van 1672 tegen Holland, voor Colbert een guerre de tarifs", voor Louvois en Lione een guerre de conquete", voor Lodewijk XIV een guerre de vengeance" is geweest: persoonlijke wraak tegen de ontelbare spotschriften tegen zijn persoon en daden, zijn hof houding, zijn uitdrijving der Hervormden; spotprenten, die Europa gretig opnam en met onbedaarlijk lachen en innig leedvermaak begroette. * * * Ten slotte een kort overzicht van den inhoud van den Esopus in Europa". Zooals gezegd, passeeren alle gebeur tenissen van den dag de revue, en worden als instigatiemiddelen tegen Frankrijks politiek aangewend; worden oude kwes ties weer opgerakeld, die wantrouwen in Frankrijks bedoelingen moeten leven dig houden; worden gezegden en daden van Lodewijk XIV in een verdacht licht gesteld. Een volledig commentaar op dit alles te geven, zou ondoenlijk zijn. Het is bovendien niet noodig, want de geheele Bestevaar"is Ka rel II; eu ik zie voor den Tel", die het zaakje zou op knappen, den Franschen gezant Tallard aan, die op 11 October ] 698 voor Frank rijk het eerste verdeelingsverdrag sloot, waarover Karel H, zoo alswij boven zagen, zoo verontwaardigd was. Toch blijft de bijgaande prent duister: wat het gezicht op Florence en het wapen van Paus Clemens XI er mee te maken hebben is onduidelijk. Is do prent misschien nog ouder en vroeger voor oen ander pamflet bestemd geweest? Het andere pamflet verplaatst ons reeds in den tijd, dat Frankrijk zijn troepen in Noord-I talie heeft gebracht en Oostenrijk daar eveneens zijn troepen | otters te hebben gemaakt: Mars, Bacchus ; of Venus: de eerste heeft heel wat moorden op zijn geweten, de tweede heeft de machtigsten der aarde overwonnen, de laatste sleepte honderden ten grave met haar uitspattingen en besmettelijke ziekten. Dit pamflet is een der merkwaardigsten; het werd geschreven na den terugtocht van Catinat over den Oglio. En ten slotte Opera van Andromache te Milaanen" na de inname van Milaan opgesteld. Doch de Italiaansche zaken trekken niet de hoofdaandacht. De Spaansche successie zelve en al wat er mee samen hangt blijft hoofdzaak: de verdeelingsverdragen, voornamelijk het tweede (Maart 1700), geven aanleiding Frankrijks dubbelzinnige houding aan den kaak te stellen: bedriegelijk zijn de voorstellen van den Tijger aan den Leeuw, den Eenhoorn en de Kat voorgelegd: ik zal ter gelegener tijd mij van dit verdrag, tot mijn voordeel weeten te bedienen" luidt het. Dan het opstellen van testament dat de bekendmaking van den dood van Karel II zou voorafgegaan zijn; reeds lang zou de erfgenaam | tusschen Madrid en Parijs afgesproken zijn. Democratisch is zeker deze zinsnede: ... dat zoo veele honderd duizenden, zonder weeten, toe stemmen, of verkiezen, verbonden wer den, tot de onderwerping aan een vreemd, om het Testament maken van een ander: dat is dul." 1) Eindelijk als Anjou koning van Spanje geworden is, regent het spotternijen, satiren op den nieuwbakken vorst. De draak wordt gestoken met Nebucadnrzars Heeld, tot Versaillcs tentoon gesteld, om tot Madrid opgericht te worden" met den Creator regum," den grootvader van Anjou, Lodewijk XIV. Trouwens, de meest rake zetten komen teu koste van Lodewijk XIV. Den ouden tijger worden de nagels afgesneden in de prent voor Europe nooit voor n" (Zie Vignet VI) ; hij wordt door de Geallieer den verscheurd. Dan weer wordt de wolf in zijn vermomming van vroom man herkend en afgerost. Maar het kostelijkst is de satire, het bitterst de spot, in de prent, waar de oude Roi Soleil" in zijn gebroken zonnewagen, door Madame de XI. Vignet van De groote Christoffel". (1702) heenzendt: Prins Engenius verschijnt in 1701 voor Milaan. Tot deze Italiaansche" groep behoort dan verder een pamflet, waarin een vos sprekend wordt ingeleid. Hij is ver dwaald in een tuighuis, vindt daarin allerlei wat hem aanleiding geeft stekelige opmerkingen over Frankrijk's tegenspoed te maken: o. a.: Een kaale beurs met valsche Louisen, en daarin een uitgiftsrekening van gelden aan kondschappers, 1) Parthenope: de beide Siciliën, cf de latere, Napoleontische Parthenopeïsche Republiek. Maintenon bestuurd, van alle kante» wordt besprongen. De adelaar, de leeuw, de eenhoorn grijpen de teugels, de beelden van den dierenriem vallen den zonnegod aan: op krukken staat hij, het mom bakkes op de borst, in allerbedroeveljjkste houding. Dit is de eenige teekening, waar Lodewijk's portret gegeven wordt. (Zie Vignet VII). 1) De teksten der pamfletten z^jn trouwens in meer dan n opzicht lezenswaard, en alleen plaatsgebrek verhinderde HUJ meerder» citaten aan te voeren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl