De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 28 februari pagina 3

28 februari 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ko. 1392 DEAMSTERfrAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. den componist behoeft gedeeld te worden. Overigens z\jn er momenten ia van mooie stemming, vooral tegen het slot. Het Scherzo maakt ea eenigszins Koboldac'itig grillig effect, door de hoofd passage met de typische noten des en b. Geheel in het karakter van dit thema, maakt de componist > gedurende dit deel weinig gebraik van symphonisehen samenklank der verschillende instrumenten, doch doet hij ze meestal afwisse lend alleen optreden. Het Finale is wederom een Allegro dat met het eerste deel op n lijn staat. Goed gsevonden. is de getrouwe omkeering van het aanvangsinotief uit het eerste deel. Aan het slot verheft het werk zich tot een grooten climax, zoodat het geheel wirkungsvoll" wordt afgesloten. Ik hoop dat Kersbergen's quartet spoedig in druk moge verschijnen. Het is een mooi werk waarmede ik den- componist van harte geluk wensch. De\componist toonde zich in zijn eigen werk als een gedistingeerd pianist; hij werd uitstekend gesteund door de heeren Flesch, Hofmeester en Mossel. Deze drie heeren met den lieer Noach aan de tweede vioolparty, voerden nog uit Mendelssohn's reeds ietwat verbleekt e mol strykquartet op 42 en Schumann's heerlij k quartet op 41 in a. Met hun voortreffelijk spel oogst ten zij den dank in der toehoorders. *AKT. AVEKKAMP. Den len Maart e.k. zal de firma Frans Bufl'a en jïoneii in Pulchri bovenstaande veiling doen uitvoeren. De catalogus, die er van verscheen, is op zeer bizondere wijze saaingesteld. H. de B. schrijft daarin een breed opge zette, zeer uitvoerige causerie over den meester en zijn werk en doet zich kennen als een enthousiast bewonderaar van \Veissenbruch's kunst. De oprechtheid, die uit het gehcele opstel spreekt, verdringt direct liet stuitende van de omstandigheid dat oen wel eens wat al te breed uitmeten vau 's meesters verdiensten juist moest geschie den in een veilings-catalogns en zoodoende een reclame schiep, die de te verkoopen stukken toch waarlijk niet behoeven. Maar voorop stellende dut dit geheel buiten de bedoeling van den schrijver lag eu deze dóór het uitspreken van zijn waardeering voor den meester, slechts als bemiddelaar werd aangewezen, om de aandacht van het publiek nog eens op Weissenbruch's kunst te vestigen, kunnen we ons best vereenigen met de- waardige wijze, waarop deze auctie wordt ingeleid. We kunnen den vrienden van den schilder de kennismaking van dit zeer lezenswaardige artikel ten Sterkste aanbevelen. Zonder te veel lust tot rubriceeren of tot het maken van logische indeelingen wordt de plaats, die de kunst van Weissenbmeh innam, juist omschreven en de wijze waarop de schrijver het geschilderde in taal weet om te zetten,' verlevendigt werkelijk in hooge mate on/e herinnering aan het ceuvre van den meester. Mij ten minste kwam bij het lezen al het typisch, eigenaardige van die sympathieke, groot-eenvoudige kunst helder voor den geest en met welgevallen doorleefde ik weer de aandoeningen die zij mij gegeven heeft. En waar de schrijver wijst op Weissenbruch's sterke oorspronkelijkheid, wil ik beamend getuigen, hoe er bijna geen andere schilders zijn die men zich op gelijke wijs herinnert als Weissenbruch. Aan zijn kunst denkend brengt meil zich zelden een bepaald werk voor den geest, maar deukt men zich die kunst als geheel, met al de eigenaardigheden en al het per soonlijke dat zij i-aamvatte het sterke type blijft ons langer bij, dan de bizondere beko ring vau enkele zijner meest uitmuntende werken. Er worden een paar gezegden van den ouden, goedrouden natuurschilder aan gehaald, te teekeuachtig en te goed zijn kinderlijk naief karakter weergevend, om ze niet even hier af te schrijven. Lucht en licht zijn de gioote toovenaars. De lucht bepaalt de schilderij. Schilders kunnen nooit genoeg naar de lucht kijken. We moeten het vau boven hebben. Wij leven van licht en zonneschijn en gaan met ons palet door de droge buien". En verder: Als het stormt en regent, als het dondert en bliksemt, ben ik in. mijn element. De natuur moet men in werking zien. Dan buiten, trek ik mijn jekker aan, steek mijn voeten in klompen, zet een soort hoed op en ga op marsch. Als de buien bedaren, met houtskool of zwart kr^jt een krabbel gemaakt, om vast te houden wat je ziet. Bij het uitwerken komt toon eu kleur van zelf in herinnering". In een roeibootje door liet polderland varen, of visschen, dat is ook zoo'ii kostelijke natuurstudic. In een schuitje zitten schilderen, het water in een oude klomp, een lekker pijpje in den mond, dat is schilders heerlijkheid". Welke biograaf zou. van den schilder en zijn knust een juister beeld kunnen geven dan deze weinige kernachtige regels! De catalogus omvat l OU werken die elk afzonderlijk met veel zorg, kennis en liefde zijn omschreven, /oo ik meen is er veel studiewerk bij, waarlijk niet het minst be geerlijke voor de echte liefhebbers. Een menigte reproducties, waarvan sommige zeer goed het breedo en sappige van Weissenbiuch's werk weergeven, versieren dezen opmerkelijken catalogus. J. W. N. Museum van kunstnijverheid te Haarlem. In de rotonde en aangrenzende blauwe zaal van iiet museum van kunstnijverheid te Haarlem is thans eene tentoonstelling van Japansche kunst geopend. De rotonde is geheel gevuld rpet kaketaono's, hout- en ivoorsnijwerken, lakwerken, porselein, aardewerk en verdere producten der Japansche kunstnijverheid, uit de verza meling van de firma Kleykamp te Rotterdam. In de blauwe zaal werd bijeengebracht eene keurige verzameling stootplaten, lakwerken enz., tentoongesteld door eenige liefhebbers van Japansche kunst. De verzameling zal te bezichtigen zijn van 14 Februari tot 7 Maart. Inhoud van Tijdschriften. Op de Jloor/te, maandschrift voor de Huis kamer, Hoofd-Redactrice mej. H. Verschuur. N o. 2: Van verre en van nabij. In de natuur. Kocht en wet. Medische en hygiënische wenken. ? Modes. Voor keu ken en huiskamer. Psedagogiek. Mu ziek. Litteratuur. Correspondentie. Met bijlage voor onze Jeugd". Amsterdam, M. J. Portielje. Eiyen .Haard, No. 9.: In de Branding, door Marie de Negri, IX. Met de camera op de vogeljacht, door dr. J. E. Rombouts, met afb. G. A. Heinze f> me* portret. ? Op de Nederlandsche Afdeeling der Tentoon stelling De Wereld van het Kind" te St. Petersburg, door II. S. S. K., met afb. (Slot). ? Do opleiding onzer /ee-oilicieren. door Nautilus, met afb. (Slot). Verschei denheid. Feuilleton. IIIIIIIIIIIIIIIMIIIlHtlllllllllllllUIIMHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMtlllllllttMIHIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIItlll N ItllMIIIIIIIIMII II1111 t^S A Rl $TI UU A OEI te KrUlCleil is een <?<-.??- beproefd middel om gerechten, groenten, rlee/en, soepen, sausen, ragonts, oogenblikkelijk een krachtigen aangeiiamen geur en smaak te geven. Weinig «Irupwefs zijn voldoende. lfP7 ^ ^VV '^iW ? JB ? ? ? ^V^F ?????, Verkrijgbaar tij alle soli-do kruideniers en comestibleshandelaren. MAGfil's onderscheidingen: 4 groote Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o a. 1899 en 1909 Wereldtentoonstelling Parijs. ^^m^^^m^m**^^?^a^*^?f?m*^m^m^mma^?c~mi?-i^?m?-?***i^^^^^^--Bm.=^^?x-*?*?-~xmLJ!mmmmM^jmn^^umÊtmm ? mi ?! l il ll»ll l l IIl!??? !? \nri^9SXJm^KJa^^^iaf^HlfnrViX!mmtimi^,^^i7^èKaÊ^lMMJaSH^^f^^S^f^i^^^^^^^^^^^^^^E^^^^^^ IIIIIIIHIIIItlMMIIHIMIIIIIItMIHIlIIllllllinilMMltlIIIIIMtMIIMMlrillllllitMIIJIIIItllllHllllllllllltlllllilllIllllllMlllllllllllllllUMII iiiimniiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiintiiiiiiiii inHiMMiiHiiiMnMiinuiMiHiiiMiiiiiHiMiHiininiiiiiiniMiiiiiiiHiiiiiiniiiiiiHiiiiiMHiiiHiniiiiHiiiiiiiiiiiiiiHiiitniiiiiiuMiiiiiiiiii VOOE( DAMBjS. Onder arktóeifle Trouwen. Naar li<'.t Duitsch, van DKTTA ZII.CKEST. Ik zal niet zeggen, waar het huis staat, waarin ik een halve maand, zonder herkend te worden, ouder arbeidende vrouwen heb doorgebracht. Wanneer men met de beste bedoelingen de boeken zijner vrienden be spreekt of de stichting van een Maecenas roemt, kan men; er zeker van zijn, alles be halve dank te oogsten. En wanneer ik hier mijn avonturen, ia een tehuis voor arbeidende vrouwen mededeelde en daarbij bekend maak te, waar ik die beleeftie, dan- zouden de be woonsters ongetwijfeld wegens mijne indiscre tie in opstand komen. De plaats doet weinig ter zake, daar de inrichting van het huis, dat ik bezocht, in het algemeen overeenkomt met die van derge lijke instellingen in andere groote steden. Door nieuwsgierigheid, en belangstelling gedreven, heb ik perso«nljjk nagegaan, hoe de arbei dende vrouwen onder elkander leven en hoe men voor 25 mark in .de maand kan eten en wonen. Ik raoet beginne» met de opmerking, dat de toch vrij groote overgang van dame tot arbeidende vrouw" mij tot mijn eigen verba zing geen moeite heeft gekost. Wat meer zegt, ik kwam tot de overtuiging, dat het mij volstrekt niet buitengewoon moeilijk zou vallen^ mijn leven voor goed op die wijze in te richten.' De Tehuizen verschaïl'en, wan neer ze niet al te kazerneachtig zijn ingericht, aan de arbeidende vrouw een veel gezonder en aangenamer bestaan dan het op zichzelf wonen. Dat geldt voornamelijk de voeding. Wat hier voor een pensiousprijs van 60 pfennig per dag wordt gegeven, is alleen mogelijk voor een huishouden, dat zijn inkoopen in het groot doet en geon winst maakt, integen deel van particulieren dikwijls giften ont vangt. Het uitmuntende voedsel bestond 's morgens uit een kop kotlie met melk en twee broodjes, 's middags uit soep, een stukje vleesch, een groote portie groente, aardap pelen en brood, 's avonds uit aardappel- of ineelkost of soep met een toetje. Bier was voor G pfennig per glas te krijgen, maar daarvan werd weinig gebruik gemaakt. Som migen der bewoonsters, voor wie de peiisionsprijs van GO pfennig nog te hoog was, deden van enkele dingen afstand, wat dan in aftrek wordt gebracht, Zoo zag ik meis jes, die 's middags niets dan brood en soep aten samen voor G pfemrig. Soms ge beurde het dan, dat een van de rneerge-' goeden zulk een arme collega in stilte wat meer liet geven. De meesten kenden den nood uit eigen ervaring. Er werd gegeten van geëmailleerd ijzeren borden, in een gezellige, heldere eetzaal. Alles was even zindelijk, ook do slaapkamers, die de bewoonsters natuurlijk zelf moesten schoon houden. Voor '2 mark per week kon men een kamer alleen krijgen. Om met mijn huisgeiiooten beter in aanraking te kunnen komen, gaf ik er de voorkeur aan, niet alleen te slapen ; dat kostte mij 1.50 mark per week. Het vertrek was rood geverfd en bevatte, behalve vier ijzeren ledekanten, vier stoelen, vier waschtafels met blikken kommen, een tafel en een commode. Verder waren er eenige kleerkasten. Op de bedden lagen geen lakens en dekens, alleen een dekbed. Daaraan moest ik eerst wennen, overigens kon ik mij heel goed in mijn nieuwe leven schikken. Overdag heb ik in mijn slaapkamer wel gewerkt. Het samenwonen niet mijn kauiergenooten viel niij buitengewoon mee. Deze fatsoenlijke, ernstig denkende meisjes uit het volk ver oorzaakten bij mij volstrekt niot het gevoel, dat ik mij te midden van een lagere klasse van menschen bevond ; integendeel, zij ston den mij in haar streven naar zelfstandigheid veel nader dan menige vrouw uit mijn eigen kringen. Nooit is de alle maatschappelijke kloven dempende macht van den arbeid mij zoo duidelijk geworden als daar. Ik zag niets ruws; onder fabrieksarbeidsters gaat het misschien anders toe. Wat mij trof, was aan den eenen kant de groote terughoudend heid, aan den anderen kant de verrassende beschaving eu menschenkcnnis, die ik op merkte. Had ik gemeend, dat in een huis, waar zeventig jonge vrouwen wonen, vroolijkheid zou heerschen, dan luid ik mij vergist. Er is een zeer groot onderscheid tusseheii een meisjeskostschool, al is liet daar nog zoo gireng, en een dergelijk tehuis voor meisjes. die op eigen beenen staan. Al bestaat er tusschen beide inrichtingen eenige uiterlijke overeenkomst, al is de ouderdom der be woonsters dikwijls dezelfde, de strijd om het bestaan maakt de arbeidende vrouw ernstig. Overal zag ik stille, ernstige gezichten. De maaltijden werden zoo snel mogelijk gebruikt, tersvijl er bijna niet werd gesproken. Vele meisjes hadden niet eens tijd, om haar hoed af te zetten. De middagrust, die op kantoren en fabrieken gemiddeld vijf kwartier ot' ander half uur duurt, liet niet toe, dat men eens rustig met elkaar sprak, daar de meeste meisjes nog een langen weg hadden af te leggen. Maar ook 's avonds, wanneer er meer tijd was, kwam het zelden tot een lang ge sprek. Vertrouwelijkheid was iets onbekends. Met verbazing merkte ik op, dat de meesten niet eens wisten, wat haar huisgenooten uit voerden. Er heerschte een beetje internatio nale onverschilligheid in deze meisjes; zij hadden al zooveel gezien, dat ha?, r nieuws gierigheid verstompt was. Eu meer nog was er misschien instinctieve slimheid in het spel : zij vroegen anderen niet, teneinde zelf niet uitgevraagd te worden. Ik had dan ook niet den minsten last vau onbescheiden vragen. Nienmnl scheen te willen weten, wie ik was en hoe ik daar was gekomen. Slechts eenmaal vroeg eeu kamergenoot mij naar mijn beroep. Ik zei, dat ik schrijfster was. Zij wist heel goed, wat dat was, maar nam zonder verwondering aan, dat ik geen geld had, om anders te leven. Haar eigen verdiensten waren klein genoeg. Zij was klerk op een advertentie bureau, had een kweekschool voor onder wijzeressen en een handelseursus doorloopen en had nu ecu salaris van 4') mark per maand. De overigen verdienden gemiddeld evenveel. Modemaakstcrs en naaisters verdk-nden bij een werktijd van 8 a 10 uur 1.51) tot 1.70 mark per dag. Een meisje, dat pas van buiten kwam, vertelde, dat zij daar voor 90 pfennig eu den kost van 's morgens zes tot 's avonds acht uur bij de boeren naaide. Thans, nu zij ook voor haar voed sel zorgen moest, kwam zij niet veel beter uit. Zich van een dergelijk inkomen ook nog te moeten kleeden, vereischt heel wat goeden wil en overleg. Toch zagen de mees ten er netjes uit ; zij trachtten dan ook door avond- en nachtwerk er wat bij te verdienen. Ofschoon de eetzaal veel gezelliger was dan de slaapkamers, was zij na het avond eten spoedig leeg, U-rwi/I ir.en daarentegen in de slaapvertrekken dikwijls nog lang licht zag branden. De avonduren boden de beste gelegenheid voor een zekere toenadering. Ik merkte veel ninkheid op, veel gezond verstand en een groote zekerheid in prak tische dingen. Eens kwam het gesprek op de verhouding tot «len man. Allen wisten door haar dagelijkse!».-!! omgang met mannen, die zich in haar tegenwoordigheid in het minst niet ontzagen, genoeg, om zich geen illusies te maken. Vrijheid en zelfstandigheid was haar kostbaarste be-zit, eu het moest al iets heel goeds zijn, waaraan zij dit zouden offeren. Hier bleek dus ook, dat de maatschappelijke zelfstandigheid van de vrouw* haar neiging voor het huwelijk doet verminderen. Menige treffende opmerking getuigde van den scherpen blik, die verkregen wordt door het leven in groote steden en meer nog dooi den voortdurende!! omgang met vreemden. Meer nog werd mijn aandacht getrokken door de zucht naar onderricht. Op de com mode in onze kamer ontdekte ik een kleine bibliotheek, beslaande uit Eichendorir's ge dichten, Gocthe's l-'ansi", een beschrijving van Zuid-Afrika en een lumdatlas. Toen ik mij verbaasd toonde hier een atlas te vin den, antwoordde de bezitster mij, dat men dien toch elk oogenblik uoodig had. Even verbaasd was ik, toen ik eens twee meisjes uit gekheid Italiaansch met elkaar hoorde praten. Ik moft toen wel eeu heel verbluft gezicht getrokken hebben, want later vertelde een der bewoonsters, die mij had gadegesla gen, dat zij gedacht had, dat die deftige" niets van vreemde talen afwist. Ik merkte al spoe dig, dat vele meisjes niet alleen velerlei dialecten kenden, maar ook twee of drie talen. Sommigen waren in Jtaliëgeweest, anderen in Weenen. Parijs of Londen. Een naaister, wier ouders indertijd naar Amerika waren getrokken, vul- op .u1"1'1' geluk naar Duit.ichhind gekomen, mn liet land harer vaderen te leeren keinn n. Ken paar betrekking/, eken.Kkameniers hu.id-.-i, in haar vorigen dien:-; half Europa doorgereisd. Zij hadden heel wat luxe gezien en konden slechts met moeite wijn en sigaretten ontberen. Niet alleen de woonplaats wisselde dikwijls af, ook de aard van het beroep onderging veel veranderingen. Het eene jaar verdiende men zijn brood als klerk, liet tweede als winkeljutl'rouw, het, derde als kinderjull'rouw. Ook hier vond ik den bij de arbeidende klasse steeds voorkómenden afkeer van allo werke lijke of denkbeeldige controle. Ieder fabrikant weet daarvan mee te spreken. Hier werd het noodzakelijke, maar volstrekt niet strenge huisreglement als een onaangename dwang maatregel beschouwd, waaraan men zich alleen onderwierp, omdat men nergens anders goedkooper kon wonen. Het verstand behield niet altijd de overhand ; soms werd de drang tot op zichzelf wonen" te groot eu dan verI liet men het bescherming biedende huis der naastenliefde, om een veel slechter en dnur! der kamertje tn betrekken. In werkelijkheid bestond de vrijheidsbe perking slechts daarin, dat men om's avonds uit te gaan de permissie van de huisjuil'rouw moest hebben. Ik heb ook eens van dit verlof gebruik gemaakt. Ik ging naar een galavoorstelling in den schouwburg en voelde mij als Asschepoetster, toen ik uit mijn armoedige kamer weer in voorname kringen kwam. En telkens moest ik met een heimelijk lachje denken aan liet gezicht, dat mijn mooi gemaakte buurvrouwen in de loge wel zouden zetten, als zij wisten, waar ik vandaan kwam en waarheen ik na de voorstelling weer zou gaan. Het klinkt misschien een weinig vreemd, maar het zou zeker niet verkeerd zijn, wan neer, evenals de soldaat uit goede familie gedwongen" is, een tijd lang inde kazjrnete wonen, het ook de plicht vau do vrouw uit hoofere standen was, eeiiigeu tijd onder haar arbeidende zusters uit het volk te leven. Ik geloof, dat daardoor veel onrechtmatige verhelling' en hoogmoed uit de wereld geholpen zon worden en er een veel hartelijker ver standhouding tusschen rijk en arm zou ontstaan. Een rijt leren. AXXA SwAN"\vf('k'. A inciiioir an<l licrolIcci'ion* ]<Si;-S?18!K>. Compiled by her niece Mary T,. Brnce With portraits. T. Fisher Unwin (i shill. net. In een Engel se h blad ") vond ik de aan dacht gevestigd op bovenstaande ..korte, boeiende biographie'', waarvan o. a. werd gezegd, ..dat het, niet anders dan heilzaam voor den lezer kan zijn in aanraking ge bracht te worden met een zoo beminnelijke, gelukkige en sympathieke persoonlijkheid." In 181 o geboren als du jongste van drie meisjes, scheidde het huwelijk der middelste haar van de zuster, aan wie zij zich het sterkst hechtte, hetgeen dreigde baar tot zwaarmoedigheid te doen vervallen. Als een verdoovingsmiddel deed hei haar grijpen naar de studie der Duitsche taal, al spoedig' een vertaling' uitgeven van Goethe's Iphigenie en Torcjiiaso Tasso en in dien arbeid als bij instinkt een taak vinden voor geheel haar leven. Het dreef haar voor S maanden naar Ber lijn, waar zij zich met hart en ziel wijdde aan de studie der Duitsche. Grieksehe en Hobreeuwsche taal, zoodat zij spoedig een vertaling van Plato's J)iulu</m kon onderne men en naar huis schrijven, dat, het haar een weelde des harten was zijn l'luu'ilo te lezen. Zij nam daarbij nog lessen in mathesis, waarin zij even groot, belang stelde als in wijsbegeerte en letterkunde, een zeldzaam voorbeeld van groote intellectneele begaafd heid en helder, diep doordenken, verbonden niet een bijna kinderachtige eenvoud van karakter.'7 Achtereenvolgens «af zij nu vertalingen uit van werken van Goethe, Schiller enz., wat aanleiding gaf haar uit te noodigen er ook eene van Goethe's Eaust te bezorgen. Werd deze niet grooten bijval begroet, in een tijd waarin onder den invloed van Colcridge, C'arlisle enz. in Engeland eene groote belangstelling was ontwaakt in l 'nitsche let terkunde, de oorzaak «as Inch in de eer<lo plaats de irrotile vortreiielijkheid er \ an, waarvnnr zeker wel Int meest afdoende bev>i;'- i-, dat 'T na !!0 jaar nog een vijfde druk van werd uitgegeven, niettegenstaande er verscheidene andere waren verschenen. Het bewoog baron Bunsen haar op te wekken tot (ene vertaling van Aeschylus' drama's, den grootste maar het moeilijkst te vertalen der Grieksche tooneeldichters. Is l de tekst reeds moeilijk, het bedorvene er i van maakt het verstaan zoo bezwaarlijk, dat ? het voor een vrouw een groot waagstuk ge| acht moest worden het te beproeven, /ij bestond het echter met glans. Het gaf een der belangrijkste tijdschriften aanleiding te schrijven : .,llier is reden voor de advocaten van de rechten der vrouw bijeen te komen en een hymne aan te herten ter eere van en in herinnering aan de verbetering, welke er door dien arbeid is gekomen in (ie positie en het lot di-r vrouw." Een brief van gelukweusch er mee volgde zelfs van Gladstone aan Anna Swanwick Esi}., welke aanleiding gaf tot een vriendschap, welke zij waar deerde als een van haar grootste voorrechten. Met difii arbeid ging z;j voort tot zij alle drama's van Aeschylm had vertaald, won daardoor groote bekendheid en beroemd heid; kwam er door in betrekking met allerlei bekende, voorname persoonlijkheden, maar won de warme toegenegenheid en groote vereering van tal van vrienden toch nog door iets anders. Een W-jarige vriendin schreef haar eens: Ik herinner mij n als een aanvallig meisje van zeventien jaar, er steeds op uit om vriende lijkheid te bewijzen aan allen rondom haar heen, en zie u nu nog, jaren daarna, geze gend met dienzelfden geest. Het heeft het geluk uitgemaakt van uw leven en aan anderen een veel grooter vreugde verschaft, dan gij u kunt voorstellen." j Te midden vau haar aaugroeieuden letter! kuudigen arbeid zocht en vond zij in haar j woonplaats Londen tijd om lessen te geven aan door haai1 opgezochte, arme meisjes, en j avond- en Zondag lessen te geven aan jonge menschen, waarvan zij eens getuigde: ik ondervond dat zij de beste voortbrengselen i der dichtkunst waardeereu, en dat elk ver haal van heldenmoed en edele zelfopoffering hen boeide en hun hart won." Zij wijdde zich daarbij met al wat in baar was aan het bevorderen van de hoogere vor ming der vrouw en getuigde daaromtrent o.a.: Bovenal hoort de vrouw zich te herin neren, dat haar geluk en haar welslagen in het leven afhangen zullen, niet van 't bloot verwerven van groote geleerdheid, maar van de veelzijdige ontwikkeling van haar geeste lijk leven gepaard met een groote, warme sympathie voor haar medemen-chen. Zij behoort steeds te bedenken, dat ook de grootste geleerdheid zonder liefde en barm hartigheid in den ruimsten zin haar weinig voordeel zal aanbrengen." /elf bleef zij voortdurend buitengewoon groot behing stellen in alles wat er omging j in de oude en nieuwe wereld, in alle weten| schappelijken vooruitgang, in alle uitvindin gen en ontdekkingen; vereenigde hierdoor jaren lang in haar salon in Londen alle eersten op geestelijk gebied, maar onder; scheidde zich daarbij ook altijd door eene buitengewone en warme toegenegenheid voor bloedverwanten en vrienden. Toen dan ook in 187!) haar oudste zuster i haar gezicht verloor, gaf zij bijna al haar maatschappelijk werk. het werk harer liefde, j op om zich te wijden aan de verpleging en tijdkorting harer zuster. Tot haar eindt! in hoogen ouderdom be hield zij een wondervolle opgewektheid en lust in het leven. Zij schreef zelf eens: Op mijn 85.--te jaar gevoel ik, dat de tijd van werken voor mij voorbij is, maar desniette genstaande erken ik met vreugde, dat met 't toenemen mijner jaren mijn gevoel voor de wondervolle schoonheid der schepping n in 't oneindig groote u in 't oneindig kleine steeds grooter is geworden, en is versterkt door het besef, dat (iod zich aan ons hart openbaart door de wondervolle schoonheid Zijner heerlijke werken." J.s 't een genot op zulk een rijk leven en edel karakter de aandacht te vestigen, het geschiedt natuurlijk om tot nadere kennis making uit te lokken zeker, dat, ei' niet an ders dan een bezielende en veredelende in vloed van kan uitgaan, A. CAULIER. The liKjuiror. tg -in Japtin. 3far'e ITull. Mejuffrouw Jawotha. Tenioonstell'-m/ rtm hcreormldecd'mti te Wceiicn. Sedert 18715 werd in Japan de Europeesche l calender ingevoerd. De oude Japanners, de j volbloed behouds-liedtón, gaan met die nieni wigheid niet mee. Zij erkennen l Januari ! niet als Nieuwjaars-da-g, maar blijven den tweeden Eebruari als dusdanig huldigen. Naar Eranschou trant geeft uien elkaar in l Japan op Nieuwjaars-da»; geschenken. Be schilderde waaiers, zijden en pond-borduur sels, kostbare en minder kostbare geschen ken, al naar dat de beurs het toelaat. Elk nieuwjaarsgeschenk, hoe rijk of bescheiden het zijn uiogo, is vergezeld van liet gelukaanbrengend attribuut, te weten : een stukje gedroogde visch, netjes verpakt in een kleu rig papiertje. * x * Marie Hall, de jeugdige, talentvolle vio. liste, van wie wij reeds eenmaal melding maakten, toen zij debuteerde, is, om met Gvp te spreken, dans l'traiu". /ij verdient schat ten ; oogst lauwreren. Onverpoosd is zij dezen winter aan het concerteeren. Overal wordt het jonge meisje gevraagd, -dat enkele jaren geleden nog met haar dood-arme, muzikale ouders en niet haar oom op straat en in hotels speelde. Marietje, de jongste der ex cnteerenden moest toen met het bakje rondgaan, wat zij verschrikkelijk vond. Door Kubelik's voorspraak en tusschenkomst, werd zij aan al die ellende onttrokken en naar bet conservatoire te Praag gezonden. Den 6den Maart e. k. zullen de concerten in Crystal Palace weer beginnen. Marie Hall is geëngageerd voor de eerste matinee, die op genoemden datum zal plaats vinden. Over Marie llall's techniek is men. eenparig, in lof, niet over' haar Beethoven- en Bach-interpreta-tie. Som mige critici houden lurar voor verbazend knap. maar niet door-en-door muzikaal. De tijd zal 't leeren. De kritiek oordeelt wel een beetje, alsof Marie Hall er reeds geheel i» ; zif moet nog: hard-werken en niemand is hiervan gelukkig zóó doordrongen, als de jonge artiste zelve. Dit is een geruststellend feit, dat haar niet-traditioneele vertolking nog geducht kan wijzigen. * * * Mejuffrouw Janotha, pianiste, zond aan prinses Aliee van . \lbany, op haar trouwdag, een talisman in den vorm van een guirlande van wit hcidekruid, de geluksplaut par excellence. Door de verceniging tot verbetering van vronwenkleeding te Weenen wordt op dit oogenblik, in Oostenrijk's hoofdstad, een tentoonstelling gehouden. Prachtige inzen dingen van hervormjaponnen, afkomstig uit Weenen's eerste confectie-magazijnen. Zoo op 't eerste gezicht zou men niet den ken, hervorm-toiletten te zien. Mooie snit. zuivere lijnen, garneersels uiterst nienwerwetsch en volmaakt de/elfde als die gebruikt worden voor niet-hervorm-kleeding. De luide stemmen der medici zijn niet geweest als de stem eens roependen in de woestijn. Kleermakers en kleennaaksters hebben wel degelijk rekening gebonden met het veto. uitgebracht over (Je hoillooze drukking der kleederen op vrouwen-schouders, waarop tóch al zooveel geladen wordt! Niet alleen de schouders, óók de heupen dragen nu flink mee, dus, verdeeling van arbeid, wat zoo up-to-date mogelijk is. Van onderkleeding is op deze tentoonstelling betrekkelijk weinig en niet veel nieuws te zien. Uitgenomen de soustaille genaamd Volmaaktheid" zelfs corpulente vrouwen hullend 'haar weelderige vormen in Volmaakt heid", worden vrij-wel omgetooverd in slanke hinden ! was op dit ondergebied alles nagenoeg hetzelfde van vroeger." Behalve gioed-nienwe modellen voorhuisjaponnen. diner-, soiree- en baltoiletten, alles in hervormden stijl, zijn op deze tentoonstel ling hél oude modeplatenen fotografie!! van jaren-her te zien; ook de onvermijdelijke, griezelige afbeeldingen der misvormde orga nen van vrouwen die zich pennen". Om van te rillen en te beven ! ! . . . en later niet vaste hand het foltertuig" des te steviger om 't lijf te snoeren, volgens vrouwenlogica ! C'API:K'J-:.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl