De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 13 maart pagina 5

13 maart 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1394 DEAMSTBBDAMMER WEEKBLAD YOO& M1DIBLAHD. VOORDEELEN van het alom gerenommeerde MAG6I" AROMA om te kruiden. Apnmo aan groenten, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon; Hierin eenig HIUIIIo en onovertroffen. 9" llïtflr*it tfflfirriflAlin ' wees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke smaak * miO' O*- wUUl UOOIIIJ , fler gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen moet worden. 3°Gemakkelijkste in in tegenstelling met de vaste extracten. l Waar met verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal«grrvs?.- 4°UOeQKOOp . vanaf 30 cent per flacon. ? | Agentuur voor Nederland en Koloniën Pilil HOEN, Ansterdan. MAGGI's onderscheidingen: 4 groote Prezen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prfoen, zesmaal bniten mededinging, o. o. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parjjs: in i iimiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiinim in u IIIIIIIIM IIIIMI min i IIMIIIIIIIII'I im iiiiiiiiiiiiiiiinii iiiiiiitiiii n mi IIIHIHIIIIIIIIIIIIIII iililliiiiiiiiiiiinililliiitii IIIIIIIIIIIIHIIIIIII IIMIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiiiniiii iiiiiiiiiiinn min n iimmmnin IIIIMIIIIIIII De Vereeniging ter behartiging, der belangen van jonge meisjes en het congres voor kinderbescherming. I. Maandag 22 Februari 1.1. werden door ds. L. C. Schuller tot Peursum in de Nieuwe Walen kerk alhier eenige mededeelingen ge daan omtrent den arbeid der Vereeniging ter behartiging der belangen van jonge meisjes, zijnde de Hollandsche afdeeling der Union internationale des amies de la jeune fille". Deze internationale bond, die zijnen zetel heeft te Neufchatel, werd opgericht in 1878 als onmiddellijk gevolg van het in 1877 te Genève gehouden congres van de Féd ration britannique continentale et générale pour Pabolition de la prostitution." De aangrijpende woorden, waarmede mevrouw Joséphine Butler op dat congres deze zaak bepleitte, maakten sommigen harer toehoor deressen het scheiden onmogelijk, eer zij den grond hadden gelegd tot iets goeds en blij vends als onderpand van den ernst, waarmede zij voortaan naast de moedige voorgangster wil den pal staan in den strijd tegen het kwaad. Een twintigtal vrouwen, gezamenlijk een zevental natiën vertegenwoordigende, ging niet uiteen, voor het plan was gevormd, middelen te beramen ter bescherming van de jonge meisjes, die alleen de wereld ingaan, om in eigen onderhoud, en dikwijls ook in een deel van het onderhoud harer naaste betrekkingen, te voorzien. De gevaren, de verzoekingen, .die haar wachten op hare dikwijls onzekere tochten, men kon ze ver moeden, ook voordat mevrouw Butlers wegsleepende schildering ze in hunne volle vreeselijkheid had geopenbaard. Maar nu het ver moeden werd een weten, kon men niet lijdelijk blijven, moest men handelend op treden, gedreven door de vraag, of voorkomen niet nog noodiger was dan redden, of het niet doenlijk was om voor al die onervaren uitvliegstertjes uit het ouderlijke nest gidsen en zorgzame handen te winnen, die ze zouden leiden op den onbekenden weg. Dat het werkplan internationaal moest zijn, werd diep gevoeld, althans door de Zwitsersche toongeefsters, onder wie Mlle Betsy Cellerier en Madame AiméHumbert in de eerste plaats moeten worden genoemd; want Zwit serland, meer dan eenig ander land, ziet jaarlijks zijn dochters bij scharen uittrekken naar den vreemde om daar in de groote steden te zoeken, wat haar vaderland haar niet geven kan en menigeen, die nimmer wederkeert. Met behulp van eenige bekende philanthropische vrouwen wilde men nu trach ten een net te spannen over gansch Europa als het ware, door op verschillende plaatsen vrouwen te vereenigen tot een bond van Amies de la jeune fille," die zich beschik baar stelden om het onbeschermde jonge meisje ten alle tijde te dienen met raad en voorlichting. De eerste ledenlijst bevatte een vijftig namen; de tweede reeds een honderdtal; toch waren het nog zeer wijde mazen, waaruit dit net gespannen was. Met ieder jaar echter werd het weefsel dichter en thans telt de bond ongeveer zevenduizend leden, verdeeld over dertig verschillende natiën, zoodat de vereeniging vasten voet heeft tot in Turkye, Kumenië, Amerika, Azi en Australië, en zelfs Bassouto-land en de Tahiti-eilanden in het verband zijn opge nomen. De Union" staat op het standpunt der christelijke liefde; z\j eischt van hare leden, dat zij zullen erkennen, dat haar grondslag is het Apostolisch Christendom volgens de Heilige Schrift, (Art. 3 der Statuten), maar haar doel is: zich de belangen aan te trek ken van elk jong meisje, dat raad of leiding behoeft, zonder onderscheid van nationaliteit, kerkgenootschap, beroep of stand. (Art. 4). De zorg voor de trekkende jonge meisjes was het werk, dat het eerst voor de hand lag. Ieder lid wordt daartoe gesteld in het bezit van eene lijst harer medeleden in binnenen buitenland, opdat zij over de gansche wereld wete, waar hulp te vinden voor hare beschermelingen; en gratis verstrekt het hoofdbestuur aan ieder meisje, dat uitgaat naar den vreemde, het bij spoorwegpersoneel en andere ambtenaren mede reeds welbekende livret rouge, bevattende eenige practische raadgevingen voor de reis, christelijke wen ken, de adressen van tehuizen, kerken, con sulaten, enz. in n woord alles wat een meisje noodig heeft te weten in een vreemd land en daaraan toegevoegd de namen en adressen van eenige leden van den bond, woonachtig in de streek, waarheen zij zich begeeft. Met dit boekje als vraagbaak kan men niet dwalen of in verkeerde handen val len ... maar zoo menigeen nog verlaat haar land zonder dit boekje aan te vragen. Aan dit werk schakelden zich het oeuvre des arrivantes, het opwachten van alleen reizende jonge meisjes aan treinen en booten; de bureaux de placements tot het inwinnen van informaties voor haar, die betrekkingen zoe ken ; de tehuizen voor haar, die tijdelijk van een onderkomen zijn verstoken ; de gezellige avondjes en samenkomsten voor haar, die zonder vriendschappelijken omgang en hui selijk verkeer een prooi dreigen te worden van het heimwee, of'erger nog van tijdverveling. Sedert 1892 is Ook ons land bij den bond aangesloten. De Hollandsche afdeeling, die zich noemt Vereeniging ter behartiging der belangen van jonge meisjes" staat op het zelfde evangelische beginsel als de moedervereeniging, waaraan zij onwrikbaar vast houdt; maar zij werkt zelfstandig volgens de eischen en begrippen van ons land en van onzen landaard. Zorg voor meisjes, die naar den vreemde trekken, staat hier niet op den voorgrond, onze toestanden brengen dat minder mede; maar daarvoor in de plaats komt de zorg voor de scharen van jonge meisjes, die van het platte land naar de groo(te steden trekken. Voor dezen verspreidt de Vereeniging het blauwe boekje, een tegen hanger van het livret rouge, en geheel bere kend op onze plaatselijke verhoudingen. Zooveel slechts doenlijk is, maar door het nog kleine aantal leden in de dorpen blijft dit moeilijk, wil de Vereeniging trachten te bereiken, dat van ieder meisje, dat de plaats harer inwoning verlaat om zich elders te verhuren, opgave worde gedaan aan een lid in de stad, waarheen zij zich begeeft. Reeds herhaaldelijk deed zij daartoe een be roep op de medewerking der vrouwen van predikanten door het opgeven der namen bijv. van de wegtrekkende catechisanten harer echtgenooten. Maar zoo onze meisjes al weinig naar den vreemde gaan, groot is het aantal van haar, die uit den vreemde hierheen in betrekking komen, of hierdoor komen op weg naar elders en dan tijdelijk hulp en bescherming behoeven. Het Stationswerk bleek alras eene noodzakelijke aan vulling; met vrucht werd het ondernomen onder medewerking van den Nederlandschen Vrouwenbond en van de Middernachtzending, en ijverig gesteund door spoorwegpersoneel en politie, terwijl het hoofdbestuur der pos terijen meermalen behulpzaam was bij het terugvinden van verloren gegane adressen en de verschillende consulaten herhaaldelijk bereid werden gevonden om meisjes, die zich in de verwachtingen, waarmede zij hier heen kwamen, jammerlijk bedrogen zagen, den terugkeer naar het vaderland mogelijk te helpen maken. Informatiebureaux, nog altjjd veel te weinig geraadpleegd door ouders, die niet langer zelven op hun kind kunnen toezien, werden op verschillende plaatsen opgericht. In de meeste groote steden verrezen tehuizen om te voorzien in de bittere leegte, die het gemis van allen vertrouwelijken omgang voor menig jong meisje is. Avondjes, gezellige samenkomsten, werden georganiseerd en de meisjes daarbij verdeeld in groepen naar gelang van natio naliteit, stand en ontwikkeling. Te Amsterdam is het Tehuis Koningin Wilhelmina", Keizersgracht 569, het centrale punt van al deze uiténloopende bemoeiin gen. Het meest bezocht zijn daar wel de samenkomsten van de Vereeniging de Zon dagavond" die hoofdzakelijk zijn bestemd voor dienstmeisjes van buiten de stad; dan zijn er samenkomsten met meisjes, die op een atelier of in een winkel werkzaam zijn; samenkomsten met Engelsche, Fransche en Duitsche meisjes; cursussen in nuttige en fraaie handwerken, in slöjd, in verbandleer, in aang, in vreemde talen en wat niet al. Druk, overdruk bezocht zelfs, is de gelegen heid om hier tegen matige vergoeding een tweede ontbijt te gebruiken; dan is de zaal dicht bezet met leerlingen van het gymna sium, de industrieschool, de hoogere burger school, die hier in het vrije uurtje een vrien delijke ontvangst en hartelijke toespraak vinden. Eenmaal 's weeks is er gelegenheid tot godsdienstonderwijs en voorbereiding tot de belijdenis, zoo die te lang verschoven was gebleven. Sedert het Tehuis voor Vrouwen", Prinsengracht 439. dat reeds veel eerder, reeds in 1856, door de Vereeniging ter ver breiding der Waarheid werdt opgericht, in enge betrekking is gekomen met de Vereeni ging ter behartiging der belangen van jonge meisjes, bestaat er des Zondags ook gelegen heid voor dienstboden, die geen onderkomen hebben op hare uitgaansdagen, om het mid dagmaal te gebruiken. Het informatiebureau in het Tehuis Wilhelmina", datdesWoensmorgens van 10?12 uur geopend is, wordt door de ouders van jonge meisjes die plaatsing zoeken, nog veel te weinig geraadpleegd. In aansluiting met zijne verschillende werk zaamheden stelde het Tehuis Wilhelmina" jl. Vrijdag 26 Februari ook zijne deuren open voor de eerste ledenvergadering van de Af deeling Amsterdam van de Nationale Veree niging voor Vrouwenarbeid. Deze vereeniging is, naar men weet, voortgekomen uit do in 1899 ontbonden Vereeniging Nationale Ten toonstelling van Vrouwenarbeid, van wier batig saldo, (circa ? 24,000), zij de erfgename werd. Haar doel, (Art. 2 der Statuten), is uitbreiding te bevorderen van den werk kring der vrouw in Nederlanden Koloniën". Zij tracht dit te bereiken, (Art. 3 der tatuten), A, door het oprichten van een arbeidsbureau voor vrouwen, welk bureau, met daaraan te verbinden bibliotheek, zal zijn een verzamelplaats en uitgangspunt van alles, wat tot navraag, onderzoek, voorlichting en hulp kan strekken bij de uitbreiding van den werkkring der vrouw ; lï, door het aanwenden van andere wettige middelen tot bevordering van het doel der Vereeniprfiig". Tot het laatste kan behooren het zenden van adressen aan regeeringscolleges, het instellen van enquêtes; voorloopig echter heeft de arbeid der nog jonge vereeniging zich geconcentreerd in het bij velen welbekende Bureau voor Vrou wenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68 te 's-Gravenhage, gedirigeerd door mejuffrouw Marie Jungius. Veel omvattend, onafzienbaar is de arbeid, die op dat bureau wordt onder nomen : daar worden gegevens verzameld omtrent vrouwenarbeid in den meest uitgebreiden zin; wetten, de rechtspositie en den arbeid der vrouw betreffende, worden er in studie genomen en nagespeurd in hare beteekenis en hare gevolgen; loonstaten worden er bijeengebracht; kennis vergaderd omtrent arbeidsvoorwaarden; inlichtingen verstrekt aangaande vakopleiding voor jonge meisjes; naar nieuwe beroepswegen voor vrouwen j wordt gezocht. Begrijpelijkerwijze behoeft het Bureau voor het inwinnen van inlichtingen, het verstrekken van gegevens als materiaal voor zijne rapporten en verslagen den steun van plaatselijke comités on correspondent schappen door het geheele land. Zoo kwam in December 1903 tot stand het plaatselijk comitévan Amsterdam, het laatste, waar het wel het eerste had mogen zijn. De meest dringende arbeid, die dit comitéhad te ver richten, een arbeid, die geen uitstel leed, en daarom de oprichting van het comiténog heeft verhaast, was wel oin te trachten hier in Amsferdam de aandacht te vestigen op het driedaagsche congres voor Kinderbescher ming, dat in de Paaschweek te 's-Gravenhage zal worden gehouden en waarvan de organi satie is opgedragen aan het Bureau voor Vrouwenarbeid door den Nationalen Vrou wenraad van Nederland. (Slot volgt.) JOHANNA W. A. NABKK. Nog twee Dnitscbe Prenteïoeten Hanschen im Slaubeerenwald, ein neues Bilderbuch von ELSA BESKOW, mit Reimen von KAESTEN BRANDT. Allerlei Schnwkschnack,\on OSCAR PLETSCH, beide in Loewes Verlag, Ferdinand Carl, Stuttgart. Verrukt over 't succes van het bij hem verschenen boekje: Gute Freundschaft", dat na mijn recensie van een paar maanden geleden von ganz Holland bestellt wurde", zooals hij schreef, zond de uitgever Ferd. Carl me nog twee boeken ter recensie. Allerlei Schnickstfinack van den zelfden teeke naar als Gute f^eundschaft, ziet er weer heel aantrekkelijk uit. Wat kan die Pletsch toch heerlijke kindertjes teekenen! Die ne jongen, met een reusachtige Zipfelmütze" achter op zijn krullen, en een veel te groote bril op zijn guitig neusje, die een boek op z'n schoot houdt waarin hij echter niet bijster veel belang schijnt te stellen, omdat zijn hoofdje blijkbaar vol schelmerij zit, is zoo echt frisch en natuurlijk, en illustreert zoo aardig het versje dat er onder staat: ,,IIans, mein Sohn, was roachst du da?" Vater, jch studiere." Hans, mein Sohn, das kttnnst du nicht.'1 Vüter, ich probiere." En dan 't volgende plaatje, waar eenheel klein ding van een jaar of drie, blijkbaar 't zelfde type van 't ne kindje uit Gute Freundschaft" een grooter zusje met een schuier het haar opmaakt", met het onder schrift : Mein herziger Sehalz, Hat Harlein wie Flachs, Hat Harlein wie Seiden, Mag's gar zu wohl leiden.11 En zoo zijn er meer, die ook bij onze kin dertjes stellig heel goed in den smaak zouden vallen, maar toch is 't geheel te echt Duitsch, niet alleen wat de omgeving waarin de kleintjes zich bewegen, maar ook wat de echt-Duitsche prettige oude kinderrijmpjes betreft, die meestal de onderschriftjes vormen, dan dat het bij ons ooit zoozeer in den smaak zal vallen als met Gute Freundschaft" het geval is, en ook vroeger reeds was, toen het een 25 jaar geleden, bij A. W. Sijthoft', te Leiden, in Hollandsche vertaling verscheen. Het blijkt me nu, uit vele ontvangen brie ven, dat allerlei volwassen menschen er een aangename herinnering aan bewaard hebben. Mocht de firma Sijthofl'toch kunnen besluiten er ook voor ons land zoo'n goedkoope volksuitgaaf van te geven! Die zou stellig succes hebben, dunkt me! Maar om nu op Allerlei Schnickschnack" terug te komen : dat is dus m. i. te Duitsch, om hier ooit volkomen populair te worden. En bovendien 't was me zelf een ver rassing toen ik tot de ontdekking kwam kunnen we de mooiste en voor onze kinderen meest genietbare plaatjes uit dit boek vin den in de welbekende leesmethode van Bouwman ! De heer B. heeft een goeden neus gehad, toen hij juist deze illustraties daarvoor uit koos! En nu Hanschen in Blaubeerenwald. waarvan in Duitschland, toen 't nog maar eenige weken verschenen was (ik meen in n maand tijds) al 20,000 exempl. verkocht waren, zooals de uitgever me meedeelde. Dit boek vond ook bij buitenlandsche uitgevers dadelijk zooveel belangstelling, dat het dadelijk, behalve in 't Duitsch, ook in 't Russisch, l'oolsch, Engelsch, Boheeinsch en Hollandsch verscheen*). Ook zag ik er al een Deensche uitgave van, en in Amerika verschijnt 't ook eerstdaags. Een echt internationaal boek dus, en met recht. Want, hoewel de boeken van Kreidolf (waarover ik later nog eens in dit blad zal spreken) stellig niet minder artistiek, en meer origineel zijn wat uitvoering en opvatting betreft, toch geloof ik dat dit het beste, kinderboek is wat ik ooit zag, want van die van Kreidolf vereischen de meesten reeds eenige ontwikkeling van geest en ge moed, terwijl dit onschuldige, naïve Hansjeboek voor allen bevattelijk en aantrekkelijk is, van af de kleinste kinderen tot ja tot 80 jarige oudjes toe, zou 'k haast zeggen. Het is zoo onbeschrijfelijk frisch en duftig", en zoo rein gedacht. En de uitvoering ja, ik ben maar een leek, maar ik meen toch gerust te durven zeggen dat die haast vol maakt is. Hoe teeder en fijn en geestig en naief zijn die kinderfiguurtjes bewerkt! Eerst het onschuldige kleine Hansje, dat bessen voor zijn moeder's verjaardag wil zoeken maar niets vindt, en dat, inet z'n mandjes naast zich, in 't bosch in slaap valt. En dan komt de vorst van 't blauwbessenland" een aardig dwergje, en die neemt hem mee naar zijn rijk, na hei* ook eerst tot een dwergje te hebben doen inkrimpen. En: ,,Mit dem Zwcrge dann wanderte Hand in Hand Verwundert das Hanschen durchs Zauberland: Die Farne, sie wiegen als Palmen im Winde. Dort kriecht eine Spinne; Ein Riesenthier, Ein Ungethüm dunkt sie dem Hanschen schier. "Wie wuuderlich ist es dem Kinde! Maar nog wunderlicher" wordt het hem, *) Bij C. A. J. van Dishoek, te Bussum, met versjes van Johanna Wildvanck. als hij in 't rijk van den besscnvorst" is aangeland, en daar begroet wordt door zeven alleraardigste kleine blauwbcssenjongetjes", met blauwe pakjes, bolronde blauwe mutsjes, en een krans van blauwbessenblaadjes als kraagje oin den hals. Nu gaan ze in 't blauwbessenbosch" aan 't plukken, en wel dra is Hansjes ne mandje vol! Dan gaan ze samen zeilen in een bootj e van boombast, met een groot eschdoornblad als zeil. Ja, 't is wel, zooals de van dit boekje vooraf bij den boekhandel rondgezonden circulaire ons met groote letters verkondigt: Jedes Blatt eine UeberraschüngP Ik heb 't nu al aan vele groote en kleine kinderen laf en zien, en nauwkeurig gelet op den indruk dien 't maakte, en er was geen enkele die niet telkens een uitroep van verrukking liet hooren, ja, bij n plaatje konden ze meestal geen woorden vinden voor hun bewondering. Nu, dat plaatje is dan ook de climax van alles wat Elsa Beskow ons in dit boek te genieten geeft. Ik bedoel het tooneeltje waar de blauwbessenjongens Hansje bij het rooden bessenvrouwtje" introduceeren. O dat vrouwtje, in rood en wit en groen gekleed en vooral die vijf kleine, geestige, roode-bessendochtertjes, met haar roode kapjes op, waaruit aan eiken kant twee allergrappigste staartvlechtjes uitsteken, met roode strikjes aan de einden. Allen dragen roode schoentjes, groene kousjes, witte rokjes en roode lijfjes niet witte pof mouwtjes, en ze staan op een rij naast hun moedertje, ijverig met schoone witte doekjes roode besjes af te vegen Preisselbeeren", zooals de Duitschers zeggen; vossebessen", noemt men ze op de Veluwe. O, die geestige, ronde kopjes met de grooto blauwe oogen, de ronde bessen-wangetjes en 't kleine, kleine mondje, en dan dat korte, piekerig uitstekende blonde vlechtje boven elk oortje! Op den achtergrond een Preisselbeerenhütte" waarin het Preisselbeerenmütterlein mit ihren fünf lieblichen Töchterlenv' woont. En dan later, als die ronde roode meisjes met de geestige blauwe jongens samen spelen, en als het Preisselbeerenmütterlein" het geheele troepje trakteert op bessen, met honig tot pap gekookt! Hoe smakelijk zitten ze daar allen te eten, hoe aardig helpen de meisjes de gasten bedienen! Maar eindelijk toch verlangt klein-Hansje naar huis, en de jongens nemen afscheid. In een met muizen bespannen wagentje rijden ze weer naar 't blauwbessenland, en op 't volgende plaatje wordt Hansje wakker en ziet de beide tot den rand toe gevulde mandjes met bessen naast zich staan, 't Is dus zeker geen droom geweest! O, 't laatste plaatje vinden we op Moeder's verjaartafel" de bessen tusschen mooie bloemen gerangschikt, met een felicitatiekaartje van Hansje in 't midden, waarop hij getracht heeft, de blauwbessenjongens"en de Preisselbeerenmeisjes" te teekenen. En dan de binnenzijde van den omslag, die met heele rijen dansende meisjes en jongetjes zoo geestig en aantrekkelijk versierd is, heb ik nog niet eens gesproken. Nu, de indruk van dit'alles is dan ook heel moeielijk vol ledig onder woorden te brengen. Houd den zwartgalligsten pessimist dit zonnige boekje voor, en hij zal moeten glimlachen; zijn trek ken zullen zich ontspannen, hij zal denken aan de liefelijkste herinneringen, de mooiste droomen uit zijn eigen jeugd ! N. VAN HICHTUM. Een zeldzaam feest. Niet den lOen zooals sommige bladen melden, maar den 18en Maart a.s. herdenkt dr. Aletta H. Jacobs, onze eerste vrouwelijke student en docter en onvermoeide strijdster voor vrouwen belangen den dag waarop zij vijfentwintig jaar geleden in de geneeskunde promoveerde. Een comitéheeft zich gevormd, bestaande uit oud-patiënten en bestuursleden van vrouwen-vereenigingen. dat Vrijdag 18 dezer 's middags van kwart over twee uur in Eensgezindheid", Spui 12, aanwezig zal zijn, tot ontvangst van hen die de jubilaris wenschen te complimenteeren. Tehuis voor werkende vrouwen te 's Gravenhage. Het bestuur van het Tehuis voor werkende vrouwen, voorheen Huis en Haard, Laan van N. O. I. den Haag, wenscht aan belang stellenden mede te deelen de resultaten van het tweede jaar. Ontvangen werd ?7224, tegen ?6705 in 1902, toch sluit ook dit jaar met een, hoewel niet belangrijk tekort, veroorzaakt door het te gering aantal inwonenden in den zomer. Tegen het najaar verbeterde de toestand en is thans zelfs gunstig te noemen. Het aantal betalende inwonenden was 168, verdeeld in 88 werkende en 80 niet werkende vrouwen, tegen 176 in het vorig jaar, met een totaal van 5522 pensiondagen, welk getal een nog steeds te laag gemiddeld geeft van 15 inwonenden per dag. Elf der tijdelijke bezoeksters bleven langer dan 3 maanden, 24 bezochten het huis meer dan eenmaal in het afgeloopen jaar en ruim 25 kwamen om examen te doen. Thans zijn aanwezig 22 inwonenden, onder wie 15 werkende, 5 vacantie nemende of rustende en 2 ambtelooze vrouwen, tegen 4, 7 en 5 in het begin van het vorig jaar. Het huis begint dus meer aan het doel te beantwoorden, moge daarom het gunstig aangevangen jaar door een ook finantieel gunstig resultaat het voortbestaan van deze inrichting mogelijk maken. ,.Haar-hersteUin<js-middelen". Mevrouw Anna Bruck. Modes. In het Maart-nummer, van het Maandblad van dr. Van Hamel Roos en Harmens, vin den wij melding van een brutaal stuk, uit gehaald door een van die haar-virtuozen" die met hun opdringerige loftuitingen over de heilzame werking van hun onfeilbaar elixir, de advertentie-kolommen onzer binnenen buitenlandsche kranten illustreeren. Onlangs werd te Parijs een jeudige ouvrière aangesproken door een fatterig heertje, dat haar complimenteerde over haar schoone en weelderige chevelure. Hij bood 1000 francs voor haar lokken. Het jonge meisje dacht na, aarzelde even. Strijd tusschen vrouweüjke ijdelheid en hebzucht. 1000 francs! Hemel! wat moest zij pieken, pieken, pieken, vóór ze die som verdiend had! Na eenig heen-enweer gepraat, stemde zij toe, en verscheen den volgenden dag op zijn atelier" waar hij bezig was met zijn uitvindingen". Hij maakte het kapsel van het meisje los, liet de volle lokkenpracht dwarrelen over haar schouders en rug en fotografeerde aldus het juffertje. Toen sneed hij haar lokken af, tot op schouderhoogte en fotografeerde haar op nieuw. Daarna schoor hij het meisjeskopje kaal en plaatste het toestel nogmaals voor het arme schepseltje. Toen hij drie opnamen had, bood h\j haar honderd francs en wees haar de deur. De ouvrière nam de politie in den arm. De haar-goochelaar werd gedwongen tot uitbetaling der bedongen som n terug gave der foto's, die met het volgend onder schrift voorzien waren: Onder het kaal-geschoren kopje stond: Vóór het gebruik" onder de half-lange lokken: Na drie maan den" onder den weelderigen haarbos: Na zes maanden". Na een langdurige ziekte, is te Berüjn overleden mevrouw Anna Bruck?Flato die den 13den Augustus 1852, te Berlijn geboren werd. Zij was een onvervalscht type der ijverige, practische, zorgzame, onzelfzuchtige, Germaansche vrouw. Zij trouwde op jeugdigen leeftijd en was een voorbeeldige moeder voor haar zes kinderen, wier opvoeding en ont wikkeling zij gadesloeg met al de rijke gaven van verstand en gemoed, die haar geschonken waren. In verschillende tijdschriften, in vaken vrouwenbladen verschenen van de hand van Anna Bruck causeriën over huishouding, keuken, mode, hygiëne en letterkunde. Juist in haar laatste levensjaren was de pen dezer beminnelijke vrouw uiterst productief. Zij werkte wat zij kon; (Je opgewektheid en frischheid van haar geest, verzachtte het afschur welijk lijden van haar arm lichaam. Binnen kort zal een boekdeeltje van haar verschijnen, getiteld: Hygiëne in de keuken". In de Parijsche beau monde wordt men hoe langer hoe meer Engelsch. Het déjeuner wordt bij voorkeur als feest-maaltijd be schouwd. Eén uur 's namiddags is de tijd, waarop men zijn vrienden ontvangt. De gasten worden onthaald a l'Anglaise. De dames maken haar entree de salon met hoed op, handschoenen aan en met bont omhangen. Geheel als kwamen zij ten middag-bezoek. De heeren verschijnen in gekleede jas, een bloemetje in 't knoopsgat, de onvermijdelijke Engelsche button-hole-versiering. Het aantal gasten wisselt tusschen acht of tien. Nooit meer. Bij het aan-tafel gaan bieden de heeren geen geleide aan de dames. Zoodra gemeld wordt: Madame est servie", worden moffen en boa's achteloos op een stoel ge worpen, en de Parisienne, die zoo dolgaarne met gracieus gebaar iets schikt aan haar kapsel, moet alle coquette tikjes en krulwirrelingetjes achterwege laten, want, naar Engelschen trant houdt, zij haar hoedje op tijdens het déjeuner. Naamkaartjes liggen aan zulke maaltijden niet meer bij de borden. De gastvrouw wijst de plaatsen aan. Second Empire blijft het parool voor de aanstaande voorjaars-toiletten. Tafzij wil niet wijken, en wordt als garneering veel gedragen. De taf-zijde couleur Puce waarvan men zooveel verwachtte, beantwoordt niet aan het doel. Bruin is een tint die zelden flatteert. Dans une toilette Puce, ziet de be weeglijke jeugdige, sierlijke Parisienne er uit als een deftige weduwe. Dat is allerminst haar bedoeling. Paus Leo XIII hield ook niet van bruine en grijze tinten voor dames. Tot de jonge meisjes, behoorend tot zijn familiekring, zei de beminnelijke man: Draagt wit of blaauw, nooit bruin of grijs." De japonrokken worden van onderen min der wijd. Het gemouleerde van de heupen neemt af. Als protest tegen het kraag- en boordlooze worden zeer hooge halsboorden gedragen. Gekleurde ceintuurs van zijde, fluweel of leder kunnen aardige afwisselingen brengen op n en 't zelfde toilet. CAPRICE. Riz soufflé. Benoodigdheden: 50 gram rijst, K liter melk, 5 eieren, schil van een halve citroen, lepeltje oranjebloesem-water, 100 gram suiker. Bereiding: Rijst in melk gaar koken, er bijvoegen al roerende suiker, oran jebloesem-water, geraspte citroenschil, geklop te eierdooiers. Gedurende vijf minuten goed roeren, en het stijfgeklopte eiwit er doorheen doen. Zoodra de rijst gaar is, van het vuur afnemen en alles dooreen mengen in een diepen schotel. Het mengsel in een beboterden vorm gieten en in oven lichtbruin laten bakken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl