Historisch Archief 1877-1940
No. 1394
DEAMSTBBDAMMER WEEKBLAD YOO& M1DIBLAHD.
VOORDEELEN
van het alom
gerenommeerde
MAG6I" AROMA
om te
kruiden.
Apnmo aan groenten, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon; Hierin eenig
HIUIIIo en onovertroffen.
9" llïtflr*it tfflfirriflAlin ' wees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke smaak
* miO' O*- wUUl UOOIIIJ , fler gerechten wel verhoogd, doch niet verdrongen moet worden.
3°Gemakkelijkste in
in tegenstelling met de vaste extracten.
l Waar met verkrijgbaar wende men zich tot het
Generaal«grrvs?.- 4°UOeQKOOp . vanaf 30 cent per flacon. ? | Agentuur voor Nederland en Koloniën Pilil HOEN, Ansterdan.
MAGGI's onderscheidingen: 4 groote Prezen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prfoen, zesmaal bniten mededinging, o. o. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parjjs:
in i iimiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiinim in u IIIIIIIIM IIIIMI min i IIMIIIIIIIII'I im iiiiiiiiiiiiiiiinii iiiiiiitiiii n mi IIIHIHIIIIIIIIIIIIIII iililliiiiiiiiiiiinililliiitii IIIIIIIIIIIIHIIIIIII IIMIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiiiniiii iiiiiiiiiiinn min n iimmmnin IIIIMIIIIIIII
De Vereeniging ter behartiging, der
belangen van jonge meisjes en het
congres voor kinderbescherming.
I.
Maandag 22 Februari 1.1. werden door ds.
L. C. Schuller tot Peursum in de Nieuwe
Walen kerk alhier eenige mededeelingen ge
daan omtrent den arbeid der Vereeniging
ter behartiging der belangen van jonge
meisjes, zijnde de Hollandsche afdeeling der
Union internationale des amies de la jeune
fille". Deze internationale bond, die zijnen
zetel heeft te Neufchatel, werd opgericht in
1878 als onmiddellijk gevolg van het in 1877
te Genève gehouden congres van de Féd
ration britannique continentale et générale
pour Pabolition de la prostitution." De
aangrijpende woorden, waarmede mevrouw
Joséphine Butler op dat congres deze zaak
bepleitte, maakten sommigen harer toehoor
deressen het scheiden onmogelijk, eer zij den
grond hadden gelegd tot iets goeds en blij vends
als onderpand van den ernst, waarmede zij
voortaan naast de moedige voorgangster wil
den pal staan in den strijd tegen het kwaad.
Een twintigtal vrouwen, gezamenlijk een
zevental natiën vertegenwoordigende, ging
niet uiteen, voor het plan was gevormd,
middelen te beramen ter bescherming van
de jonge meisjes, die alleen de wereld ingaan,
om in eigen onderhoud, en dikwijls ook in
een deel van het onderhoud harer naaste
betrekkingen, te voorzien. De gevaren, de
verzoekingen, .die haar wachten op hare
dikwijls onzekere tochten, men kon ze ver
moeden, ook voordat mevrouw Butlers
wegsleepende schildering ze in hunne volle
vreeselijkheid had geopenbaard. Maar nu het ver
moeden werd een weten, kon men niet
lijdelijk blijven, moest men handelend op
treden, gedreven door de vraag, of voorkomen
niet nog noodiger was dan redden, of het
niet doenlijk was om voor al die onervaren
uitvliegstertjes uit het ouderlijke nest gidsen
en zorgzame handen te winnen, die ze zouden
leiden op den onbekenden weg. Dat het
werkplan internationaal moest zijn, werd
diep gevoeld, althans door de Zwitsersche
toongeefsters, onder wie Mlle Betsy Cellerier
en Madame AiméHumbert in de eerste
plaats moeten worden genoemd; want Zwit
serland, meer dan eenig ander land, ziet
jaarlijks zijn dochters bij scharen uittrekken
naar den vreemde om daar in de groote
steden te zoeken, wat haar vaderland haar
niet geven kan en menigeen, die nimmer
wederkeert. Met behulp van eenige bekende
philanthropische vrouwen wilde men nu trach
ten een net te spannen over gansch Europa
als het ware, door op verschillende plaatsen
vrouwen te vereenigen tot een bond van
Amies de la jeune fille," die zich beschik
baar stelden om het onbeschermde jonge
meisje ten alle tijde te dienen met raad en
voorlichting. De eerste ledenlijst bevatte
een vijftig namen; de tweede reeds een
honderdtal; toch waren het nog zeer wijde
mazen, waaruit dit net gespannen was. Met
ieder jaar echter werd het weefsel dichter
en thans telt de bond ongeveer zevenduizend
leden, verdeeld over dertig verschillende
natiën, zoodat de vereeniging vasten voet
heeft tot in Turkye, Kumenië, Amerika, Azi
en Australië, en zelfs Bassouto-land en de
Tahiti-eilanden in het verband zijn opge
nomen.
De Union" staat op het standpunt der
christelijke liefde; z\j eischt van hare leden,
dat zij zullen erkennen, dat haar grondslag
is het Apostolisch Christendom volgens de
Heilige Schrift, (Art. 3 der Statuten), maar
haar doel is: zich de belangen aan te trek
ken van elk jong meisje, dat raad of leiding
behoeft, zonder onderscheid van nationaliteit,
kerkgenootschap, beroep of stand. (Art. 4).
De zorg voor de trekkende jonge meisjes was
het werk, dat het eerst voor de hand lag.
Ieder lid wordt daartoe gesteld in het bezit
van eene lijst harer medeleden in
binnenen buitenland, opdat zij over de gansche
wereld wete, waar hulp te vinden voor hare
beschermelingen; en gratis verstrekt het
hoofdbestuur aan ieder meisje, dat uitgaat
naar den vreemde, het bij spoorwegpersoneel
en andere ambtenaren mede reeds welbekende
livret rouge, bevattende eenige practische
raadgevingen voor de reis, christelijke wen
ken, de adressen van tehuizen, kerken, con
sulaten, enz. in n woord alles wat een
meisje noodig heeft te weten in een vreemd
land en daaraan toegevoegd de namen en
adressen van eenige leden van den bond,
woonachtig in de streek, waarheen zij zich
begeeft. Met dit boekje als vraagbaak kan
men niet dwalen of in verkeerde handen val
len ... maar zoo menigeen nog verlaat haar
land zonder dit boekje aan te vragen. Aan
dit werk schakelden zich het oeuvre des
arrivantes, het opwachten van alleen reizende
jonge meisjes aan treinen en booten; de
bureaux de placements tot het inwinnen van
informaties voor haar, die betrekkingen zoe
ken ; de tehuizen voor haar, die tijdelijk van
een onderkomen zijn verstoken ; de gezellige
avondjes en samenkomsten voor haar, die
zonder vriendschappelijken omgang en hui
selijk verkeer een prooi dreigen te worden
van het heimwee, of'erger nog van
tijdverveling.
Sedert 1892 is Ook ons land bij den bond
aangesloten. De Hollandsche afdeeling, die
zich noemt Vereeniging ter behartiging der
belangen van jonge meisjes" staat op het
zelfde evangelische beginsel als de
moedervereeniging, waaraan zij onwrikbaar vast
houdt; maar zij werkt zelfstandig volgens de
eischen en begrippen van ons land en van
onzen landaard. Zorg voor meisjes, die naar
den vreemde trekken, staat hier niet op den
voorgrond, onze toestanden brengen dat
minder mede; maar daarvoor in de plaats
komt de zorg voor de scharen van jonge
meisjes, die van het platte land naar de
groo(te steden trekken. Voor dezen verspreidt
de Vereeniging het blauwe boekje, een tegen
hanger van het livret rouge, en geheel bere
kend op onze plaatselijke verhoudingen.
Zooveel slechts doenlijk is, maar door het
nog kleine aantal leden in de dorpen blijft
dit moeilijk, wil de Vereeniging trachten te
bereiken, dat van ieder meisje, dat de plaats
harer inwoning verlaat om zich elders te
verhuren, opgave worde gedaan aan een
lid in de stad, waarheen zij zich begeeft.
Reeds herhaaldelijk deed zij daartoe een be
roep op de medewerking der vrouwen van
predikanten door het opgeven der namen
bijv. van de wegtrekkende catechisanten
harer echtgenooten. Maar zoo onze meisjes
al weinig naar den vreemde gaan, groot is
het aantal van haar, die uit den vreemde
hierheen in betrekking komen, of hierdoor
komen op weg naar elders en dan tijdelijk
hulp en bescherming behoeven. Het
Stationswerk bleek alras eene noodzakelijke aan
vulling; met vrucht werd het ondernomen
onder medewerking van den Nederlandschen
Vrouwenbond en van de Middernachtzending,
en ijverig gesteund door spoorwegpersoneel
en politie, terwijl het hoofdbestuur der pos
terijen meermalen behulpzaam was bij het
terugvinden van verloren gegane adressen
en de verschillende consulaten herhaaldelijk
bereid werden gevonden om meisjes, die
zich in de verwachtingen, waarmede zij hier
heen kwamen, jammerlijk bedrogen zagen,
den terugkeer naar het vaderland mogelijk
te helpen maken. Informatiebureaux, nog
altjjd veel te weinig geraadpleegd door
ouders, die niet langer zelven op hun kind
kunnen toezien, werden op verschillende
plaatsen opgericht. In de meeste groote
steden verrezen tehuizen om te voorzien in
de bittere leegte, die het gemis van allen
vertrouwelijken omgang voor menig jong
meisje is. Avondjes, gezellige samenkomsten,
werden georganiseerd en de meisjes daarbij
verdeeld in groepen naar gelang van natio
naliteit, stand en ontwikkeling.
Te Amsterdam is het Tehuis Koningin
Wilhelmina", Keizersgracht 569, het centrale
punt van al deze uiténloopende bemoeiin
gen. Het meest bezocht zijn daar wel de
samenkomsten van de Vereeniging de Zon
dagavond" die hoofdzakelijk zijn bestemd
voor dienstmeisjes van buiten de stad; dan
zijn er samenkomsten met meisjes, die op
een atelier of in een winkel werkzaam zijn;
samenkomsten met Engelsche, Fransche en
Duitsche meisjes; cursussen in nuttige en
fraaie handwerken, in slöjd, in verbandleer,
in aang, in vreemde talen en wat niet al.
Druk, overdruk bezocht zelfs, is de gelegen
heid om hier tegen matige vergoeding een
tweede ontbijt te gebruiken; dan is de zaal
dicht bezet met leerlingen van het gymna
sium, de industrieschool, de hoogere burger
school, die hier in het vrije uurtje een vrien
delijke ontvangst en hartelijke toespraak
vinden. Eenmaal 's weeks is er gelegenheid
tot godsdienstonderwijs en voorbereiding tot
de belijdenis, zoo die te lang verschoven was
gebleven. Sedert het Tehuis voor Vrouwen",
Prinsengracht 439. dat reeds veel eerder,
reeds in 1856, door de Vereeniging ter ver
breiding der Waarheid werdt opgericht, in
enge betrekking is gekomen met de Vereeni
ging ter behartiging der belangen van jonge
meisjes, bestaat er des Zondags ook gelegen
heid voor dienstboden, die geen onderkomen
hebben op hare uitgaansdagen, om het mid
dagmaal te gebruiken. Het informatiebureau
in het Tehuis Wilhelmina",
datdesWoensmorgens van 10?12 uur geopend is, wordt
door de ouders van jonge meisjes die plaatsing
zoeken, nog veel te weinig geraadpleegd.
In aansluiting met zijne verschillende werk
zaamheden stelde het Tehuis Wilhelmina"
jl. Vrijdag 26 Februari ook zijne deuren open
voor de eerste ledenvergadering van de Af
deeling Amsterdam van de Nationale Veree
niging voor Vrouwenarbeid. Deze vereeniging
is, naar men weet, voortgekomen uit do in
1899 ontbonden Vereeniging Nationale Ten
toonstelling van Vrouwenarbeid, van wier
batig saldo, (circa ? 24,000), zij de erfgename
werd. Haar doel, (Art. 2 der Statuten), is
uitbreiding te bevorderen van den werk
kring der vrouw in Nederlanden Koloniën".
Zij tracht dit te bereiken, (Art. 3 der
tatuten), A, door het oprichten van een
arbeidsbureau voor vrouwen, welk bureau, met
daaraan te verbinden bibliotheek, zal zijn
een verzamelplaats en uitgangspunt van alles,
wat tot navraag, onderzoek, voorlichting en
hulp kan strekken bij de uitbreiding van
den werkkring der vrouw ; lï, door het
aanwenden van andere wettige middelen tot
bevordering van het doel der Vereeniprfiig".
Tot het laatste kan behooren het zenden van
adressen aan regeeringscolleges, het instellen
van enquêtes; voorloopig echter heeft de arbeid
der nog jonge vereeniging zich geconcentreerd
in het bij velen welbekende Bureau voor Vrou
wenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68 te
's-Gravenhage, gedirigeerd door mejuffrouw
Marie Jungius. Veel omvattend, onafzienbaar
is de arbeid, die op dat bureau wordt onder
nomen : daar worden gegevens verzameld
omtrent vrouwenarbeid in den meest
uitgebreiden zin; wetten, de rechtspositie en den
arbeid der vrouw betreffende, worden er in
studie genomen en nagespeurd in hare
beteekenis en hare gevolgen; loonstaten worden
er bijeengebracht; kennis vergaderd omtrent
arbeidsvoorwaarden; inlichtingen verstrekt
aangaande vakopleiding voor jonge meisjes;
naar nieuwe beroepswegen voor vrouwen j
wordt gezocht. Begrijpelijkerwijze behoeft het
Bureau voor het inwinnen van inlichtingen,
het verstrekken van gegevens als materiaal
voor zijne rapporten en verslagen den steun
van plaatselijke comités on correspondent
schappen door het geheele land. Zoo kwam
in December 1903 tot stand het plaatselijk
comitévan Amsterdam, het laatste, waar
het wel het eerste had mogen zijn. De meest
dringende arbeid, die dit comitéhad te ver
richten, een arbeid, die geen uitstel leed, en
daarom de oprichting van het comiténog
heeft verhaast, was wel oin te trachten hier
in Amsferdam de aandacht te vestigen op
het driedaagsche congres voor Kinderbescher
ming, dat in de Paaschweek te 's-Gravenhage
zal worden gehouden en waarvan de organi
satie is opgedragen aan het Bureau voor
Vrouwenarbeid door den Nationalen Vrou
wenraad van Nederland.
(Slot volgt.) JOHANNA W. A. NABKK.
Nog twee Dnitscbe Prenteïoeten
Hanschen im Slaubeerenwald, ein neues
Bilderbuch von ELSA BESKOW, mit
Reimen von KAESTEN BRANDT.
Allerlei Schnwkschnack,\on OSCAR PLETSCH,
beide in Loewes Verlag, Ferdinand
Carl, Stuttgart.
Verrukt over 't succes van het bij hem
verschenen boekje: Gute Freundschaft", dat
na mijn recensie van een paar maanden
geleden von ganz Holland bestellt wurde",
zooals hij schreef, zond de uitgever Ferd.
Carl me nog twee boeken ter recensie.
Allerlei Schnickstfinack van den zelfden teeke
naar als Gute f^eundschaft, ziet er weer heel
aantrekkelijk uit. Wat kan die Pletsch toch
heerlijke kindertjes teekenen! Die ne jongen,
met een reusachtige Zipfelmütze" achter
op zijn krullen, en een veel te groote bril
op zijn guitig neusje, die een boek op z'n
schoot houdt waarin hij echter niet bijster
veel belang schijnt te stellen, omdat zijn hoofdje
blijkbaar vol schelmerij zit, is zoo echt frisch
en natuurlijk, en illustreert zoo aardig het
versje dat er onder staat:
,,IIans, mein Sohn, was roachst du da?"
Vater, jch studiere."
Hans, mein Sohn, das kttnnst du nicht.'1
Vüter, ich probiere."
En dan 't volgende plaatje, waar eenheel
klein ding van een jaar of drie, blijkbaar 't
zelfde type van 't ne kindje uit Gute
Freundschaft" een grooter zusje met een
schuier het haar opmaakt", met het onder
schrift :
Mein herziger Sehalz,
Hat Harlein wie Flachs,
Hat Harlein wie Seiden,
Mag's gar zu wohl leiden.11
En zoo zijn er meer, die ook bij onze kin
dertjes stellig heel goed in den smaak zouden
vallen, maar toch is 't geheel te echt Duitsch,
niet alleen wat de omgeving waarin de
kleintjes zich bewegen, maar ook wat de
echt-Duitsche prettige oude kinderrijmpjes
betreft, die meestal de onderschriftjes vormen,
dan dat het bij ons ooit zoozeer in den smaak
zal vallen als met Gute Freundschaft" het
geval is, en ook vroeger reeds was, toen het
een 25 jaar geleden, bij A. W. Sijthoft', te
Leiden, in Hollandsche vertaling verscheen.
Het blijkt me nu, uit vele ontvangen brie
ven, dat allerlei volwassen menschen er een
aangename herinnering aan bewaard hebben.
Mocht de firma Sijthofl'toch kunnen besluiten
er ook voor ons land zoo'n goedkoope
volksuitgaaf van te geven! Die zou stellig succes
hebben, dunkt me!
Maar om nu op Allerlei Schnickschnack"
terug te komen : dat is dus m. i. te Duitsch,
om hier ooit volkomen populair te worden.
En bovendien 't was me zelf een ver
rassing toen ik tot de ontdekking kwam
kunnen we de mooiste en voor onze kinderen
meest genietbare plaatjes uit dit boek vin
den in de welbekende leesmethode van
Bouwman !
De heer B. heeft een goeden neus gehad,
toen hij juist deze illustraties daarvoor uit
koos!
En nu Hanschen in Blaubeerenwald. waarvan
in Duitschland, toen 't nog maar eenige weken
verschenen was (ik meen in n maand tijds)
al 20,000 exempl. verkocht waren, zooals de
uitgever me meedeelde. Dit boek vond ook
bij buitenlandsche uitgevers dadelijk zooveel
belangstelling, dat het dadelijk, behalve in
't Duitsch, ook in 't Russisch, l'oolsch,
Engelsch, Boheeinsch en Hollandsch verscheen*).
Ook zag ik er al een Deensche uitgave van,
en in Amerika verschijnt 't ook eerstdaags.
Een echt internationaal boek dus, en met
recht. Want, hoewel de boeken van Kreidolf
(waarover ik later nog eens in dit blad zal
spreken) stellig niet minder artistiek, en meer
origineel zijn wat uitvoering en opvatting
betreft, toch geloof ik dat dit het beste,
kinderboek is wat ik ooit zag, want van
die van Kreidolf vereischen de meesten
reeds eenige ontwikkeling van geest en ge
moed, terwijl dit onschuldige, naïve
Hansjeboek voor allen bevattelijk en aantrekkelijk
is, van af de kleinste kinderen tot ja tot
80 jarige oudjes toe, zou 'k haast zeggen.
Het is zoo onbeschrijfelijk frisch en duftig",
en zoo rein gedacht. En de uitvoering ja,
ik ben maar een leek, maar ik meen toch
gerust te durven zeggen dat die haast vol
maakt is. Hoe teeder en fijn en geestig en
naief zijn die kinderfiguurtjes bewerkt! Eerst
het onschuldige kleine Hansje, dat bessen
voor zijn moeder's verjaardag wil zoeken
maar niets vindt, en dat, inet z'n mandjes
naast zich, in 't bosch in slaap valt. En dan
komt de vorst van 't blauwbessenland"
een aardig dwergje, en die neemt hem mee
naar zijn rijk, na hei* ook eerst tot een
dwergje te hebben doen inkrimpen. En:
,,Mit dem Zwcrge dann wanderte Hand in Hand
Verwundert das Hanschen durchs Zauberland:
Die Farne, sie wiegen als Palmen im Winde.
Dort kriecht eine Spinne;
Ein Riesenthier,
Ein Ungethüm dunkt sie dem Hanschen schier.
"Wie wuuderlich ist es dem Kinde!
Maar nog wunderlicher" wordt het hem,
*) Bij C. A. J. van Dishoek, te Bussum,
met versjes van Johanna Wildvanck.
als hij in 't rijk van den besscnvorst" is
aangeland, en daar begroet wordt door zeven
alleraardigste kleine blauwbcssenjongetjes",
met blauwe pakjes, bolronde blauwe mutsjes,
en een krans van blauwbessenblaadjes als
kraagje oin den hals. Nu gaan ze in 't
blauwbessenbosch" aan 't plukken, en wel
dra is Hansjes ne mandje vol! Dan
gaan ze samen zeilen in een bootj e van
boombast, met een groot eschdoornblad als zeil. Ja,
't is wel, zooals de van dit boekje vooraf
bij den boekhandel rondgezonden circulaire
ons met groote letters verkondigt:
Jedes Blatt eine UeberraschüngP Ik heb
't nu al aan vele groote en kleine kinderen
laf en zien, en nauwkeurig gelet op den indruk
dien 't maakte, en er was geen enkele die
niet telkens een uitroep van verrukking liet
hooren, ja, bij n plaatje konden ze meestal
geen woorden vinden voor hun bewondering.
Nu, dat plaatje is dan ook de climax van
alles wat Elsa Beskow ons in dit boek te
genieten geeft.
Ik bedoel het tooneeltje waar de
blauwbessenjongens Hansje bij het rooden
bessenvrouwtje" introduceeren. O dat vrouwtje,
in rood en wit en groen gekleed en vooral
die vijf kleine, geestige,
roode-bessendochtertjes, met haar roode kapjes op, waaruit aan
eiken kant twee allergrappigste staartvlechtjes
uitsteken, met roode strikjes aan de einden.
Allen dragen roode schoentjes, groene kousjes,
witte rokjes en roode lijfjes niet witte pof
mouwtjes, en ze staan op een rij naast hun
moedertje, ijverig met schoone witte doekjes
roode besjes af te vegen Preisselbeeren",
zooals de Duitschers zeggen; vossebessen",
noemt men ze op de Veluwe. O, die
geestige, ronde kopjes met de grooto blauwe
oogen, de ronde bessen-wangetjes en 't kleine,
kleine mondje, en dan dat korte, piekerig
uitstekende blonde vlechtje boven elk oortje!
Op den achtergrond een Preisselbeerenhütte"
waarin het Preisselbeerenmütterlein mit
ihren fünf lieblichen Töchterlenv' woont.
En dan later, als die ronde roode meisjes
met de geestige blauwe jongens samen spelen,
en als het Preisselbeerenmütterlein" het
geheele troepje trakteert op bessen, met honig
tot pap gekookt!
Hoe smakelijk zitten ze daar allen te eten,
hoe aardig helpen de meisjes de gasten
bedienen!
Maar eindelijk toch verlangt klein-Hansje
naar huis, en de jongens nemen afscheid.
In een met muizen bespannen wagentje rijden
ze weer naar 't blauwbessenland, en op 't
volgende plaatje wordt Hansje wakker en
ziet de beide tot den rand toe gevulde
mandjes met bessen naast zich staan, 't Is
dus zeker geen droom geweest! O, 't
laatste plaatje vinden we op Moeder's
verjaartafel" de bessen tusschen mooie bloemen
gerangschikt, met een felicitatiekaartje van
Hansje in 't midden, waarop hij getracht
heeft, de blauwbessenjongens"en de
Preisselbeerenmeisjes" te teekenen.
En dan de binnenzijde van den omslag, die
met heele rijen dansende meisjes en jongetjes
zoo geestig en aantrekkelijk versierd is, heb
ik nog niet eens gesproken. Nu, de indruk
van dit'alles is dan ook heel moeielijk vol
ledig onder woorden te brengen. Houd den
zwartgalligsten pessimist dit zonnige boekje
voor, en hij zal moeten glimlachen; zijn trek
ken zullen zich ontspannen, hij zal denken
aan de liefelijkste herinneringen, de mooiste
droomen uit zijn eigen jeugd !
N. VAN HICHTUM.
Een zeldzaam feest.
Niet den lOen zooals sommige bladen
melden, maar den 18en Maart a.s. herdenkt
dr. Aletta H. Jacobs, onze eerste vrouwelijke
student en docter en onvermoeide strijdster
voor vrouwen belangen den dag waarop zij
vijfentwintig jaar geleden in de geneeskunde
promoveerde.
Een comitéheeft zich gevormd, bestaande
uit oud-patiënten en bestuursleden van
vrouwen-vereenigingen. dat Vrijdag 18 dezer
's middags van kwart over twee uur in
Eensgezindheid", Spui 12, aanwezig zal zijn,
tot ontvangst van hen die de jubilaris
wenschen te complimenteeren.
Tehuis voor werkende vrouwen
te 's Gravenhage.
Het bestuur van het Tehuis voor werkende
vrouwen, voorheen Huis en Haard, Laan
van N. O. I. den Haag, wenscht aan belang
stellenden mede te deelen de resultaten van
het tweede jaar.
Ontvangen werd ?7224, tegen ?6705 in
1902, toch sluit ook dit jaar met een, hoewel
niet belangrijk tekort, veroorzaakt door het
te gering aantal inwonenden in den zomer.
Tegen het najaar verbeterde de toestand en
is thans zelfs gunstig te noemen.
Het aantal betalende inwonenden was 168,
verdeeld in 88 werkende en 80 niet werkende
vrouwen, tegen 176 in het vorig jaar, met
een totaal van 5522 pensiondagen, welk getal
een nog steeds te laag gemiddeld geeft van
15 inwonenden per dag.
Elf der tijdelijke bezoeksters bleven langer
dan 3 maanden, 24 bezochten het huis meer
dan eenmaal in het afgeloopen jaar en ruim
25 kwamen om examen te doen.
Thans zijn aanwezig 22 inwonenden, onder
wie 15 werkende, 5 vacantie nemende of
rustende en 2 ambtelooze vrouwen, tegen 4,
7 en 5 in het begin van het vorig jaar.
Het huis begint dus meer aan het doel te
beantwoorden, moge daarom het gunstig
aangevangen jaar door een ook finantieel
gunstig resultaat het voortbestaan van deze
inrichting mogelijk maken.
,.Haar-hersteUin<js-middelen". Mevrouw
Anna Bruck. Modes.
In het Maart-nummer, van het Maandblad
van dr. Van Hamel Roos en Harmens, vin
den wij melding van een brutaal stuk, uit
gehaald door een van die haar-virtuozen"
die met hun opdringerige loftuitingen over
de heilzame werking van hun onfeilbaar
elixir, de advertentie-kolommen onzer
binnenen buitenlandsche kranten illustreeren.
Onlangs werd te Parijs een jeudige ouvrière
aangesproken door een fatterig heertje, dat
haar complimenteerde over haar schoone
en weelderige chevelure. Hij bood 1000 francs
voor haar lokken. Het jonge meisje dacht
na, aarzelde even. Strijd tusschen vrouweüjke
ijdelheid en hebzucht. 1000 francs! Hemel!
wat moest zij pieken, pieken, pieken, vóór
ze die som verdiend had! Na eenig
heen-enweer gepraat, stemde zij toe, en verscheen
den volgenden dag op zijn atelier" waar
hij bezig was met zijn uitvindingen". Hij
maakte het kapsel van het meisje los, liet
de volle lokkenpracht dwarrelen over haar
schouders en rug en fotografeerde aldus het
juffertje. Toen sneed hij haar lokken af, tot
op schouderhoogte en fotografeerde haar op
nieuw. Daarna schoor hij het meisjeskopje
kaal en plaatste het toestel nogmaals voor
het arme schepseltje. Toen hij drie opnamen
had, bood h\j haar honderd francs en wees
haar de deur. De ouvrière nam de politie in
den arm. De haar-goochelaar werd gedwongen
tot uitbetaling der bedongen som n terug
gave der foto's, die met het volgend onder
schrift voorzien waren: Onder het
kaal-geschoren kopje stond: Vóór het gebruik"
onder de half-lange lokken: Na drie maan
den" onder den weelderigen haarbos: Na
zes maanden".
Na een langdurige ziekte, is te Berüjn
overleden mevrouw Anna Bruck?Flato die
den 13den Augustus 1852, te Berlijn geboren
werd. Zij was een onvervalscht type der
ijverige, practische, zorgzame, onzelfzuchtige,
Germaansche vrouw. Zij trouwde op jeugdigen
leeftijd en was een voorbeeldige moeder voor
haar zes kinderen, wier opvoeding en ont
wikkeling zij gadesloeg met al de rijke gaven
van verstand en gemoed, die haar geschonken
waren. In verschillende tijdschriften, in
vaken vrouwenbladen verschenen van de hand
van Anna Bruck causeriën over huishouding,
keuken, mode, hygiëne en letterkunde. Juist
in haar laatste levensjaren was de pen dezer
beminnelijke vrouw uiterst productief. Zij
werkte wat zij kon; (Je opgewektheid en
frischheid van haar geest, verzachtte het afschur
welijk lijden van haar arm lichaam. Binnen
kort zal een boekdeeltje van haar verschijnen,
getiteld: Hygiëne in de keuken".
In de Parijsche beau monde wordt men
hoe langer hoe meer Engelsch. Het déjeuner
wordt bij voorkeur als feest-maaltijd be
schouwd. Eén uur 's namiddags is de tijd,
waarop men zijn vrienden ontvangt. De gasten
worden onthaald a l'Anglaise. De dames
maken haar entree de salon met hoed op,
handschoenen aan en met bont omhangen.
Geheel als kwamen zij ten middag-bezoek.
De heeren verschijnen in gekleede jas, een
bloemetje in 't knoopsgat, de onvermijdelijke
Engelsche button-hole-versiering. Het aantal
gasten wisselt tusschen acht of tien. Nooit
meer. Bij het aan-tafel gaan bieden de heeren
geen geleide aan de dames. Zoodra gemeld
wordt: Madame est servie", worden
moffen en boa's achteloos op een stoel ge
worpen, en de Parisienne, die zoo dolgaarne
met gracieus gebaar iets schikt aan haar
kapsel, moet alle coquette tikjes en
krulwirrelingetjes achterwege laten, want, naar
Engelschen trant houdt, zij haar hoedje op
tijdens het déjeuner. Naamkaartjes liggen
aan zulke maaltijden niet meer bij de borden.
De gastvrouw wijst de plaatsen aan.
Second Empire blijft het parool voor de
aanstaande voorjaars-toiletten. Tafzij wil
niet wijken, en wordt als garneering veel
gedragen. De taf-zijde couleur Puce waarvan
men zooveel verwachtte, beantwoordt niet
aan het doel. Bruin is een tint die zelden
flatteert. Dans une toilette Puce, ziet de be
weeglijke jeugdige, sierlijke Parisienne er uit
als een deftige weduwe. Dat is allerminst
haar bedoeling. Paus Leo XIII hield ook
niet van bruine en grijze tinten voor dames.
Tot de jonge meisjes, behoorend tot zijn
familiekring, zei de beminnelijke man: Draagt
wit of blaauw, nooit bruin of grijs."
De japonrokken worden van onderen min
der wijd. Het gemouleerde van de heupen
neemt af. Als protest tegen het kraag- en
boordlooze worden zeer hooge halsboorden
gedragen.
Gekleurde ceintuurs van zijde, fluweel of
leder kunnen aardige afwisselingen brengen
op n en 't zelfde toilet.
CAPRICE.
Riz soufflé. Benoodigdheden: 50 gram rijst,
K liter melk, 5 eieren, schil van een halve
citroen, lepeltje oranjebloesem-water, 100
gram suiker. Bereiding: Rijst in melk gaar
koken, er bijvoegen al roerende suiker, oran
jebloesem-water, geraspte citroenschil, geklop
te eierdooiers. Gedurende vijf minuten goed
roeren, en het stijfgeklopte eiwit er doorheen
doen. Zoodra de rijst gaar is, van het vuur
afnemen en alles dooreen mengen in een
diepen schotel. Het mengsel in een beboterden
vorm gieten en in oven lichtbruin laten
bakken.